• No results found

Over het Model Plan van Aanpak Over het Model Plan van Aanpak

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Over het Model Plan van Aanpak Over het Model Plan van Aanpak"

Copied!
56
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

1.1 1.2 1.3 1.4 1.5

2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6

3.1 Inleiding Inleiding

Nieuwe Wet inburgering

Doel van het nieuwe inburgeringsstelsel

Hoofdlijnen van het nieuwe stelsel en de rol van gemeenten 1 In enkele stappen naar regie over de uitvoering van inburgeringIn enkele stappen naar regie over de uitvoering van inburgering

Schakel 1: Vaststellen inburgeringsplicht Schakel 2: Voorbereiden op inburgering

Schakel 3: Afnemen brede intake en vaststellen PIP Schakel 4: Inburgeren en participeren

Schakel 5: Afronden inburgering

2 Tijdtafels met actie- en aandachtspunten voor gemeentenTijdtafels met actie- en aandachtspunten voor gemeenten

Keuze: lokale of (sub)regionale voorbereiding op en uitvoering van de Wet inburgering Beleid

Financiën

Werkprocessen en ICT-systemen Voorlichting en communicatie

Gestructureerd werken: de inzet van de projectkaart 3 Projectmanagement, werken met de projectkaartProjectmanagement, werken met de projectkaart

Het invullen van de projectkaart 4 Risico’s in beeldRisico’s in beeld

5 Stakeholders in beeldStakeholders in beeld Bijlagen

Bijlagen Colofon Colofon

(3)

Over het Model Plan van Aanpak Over het Model Plan van Aanpak

Het plan van aanpak beschrijft alle stappen die nodig zijn om regie Het plan van aanpak beschrijft alle stappen die nodig zijn om regie te krijgen

te krijgen

Het plan van aanpak heeft als doel gemeenten tijdig voor te bereiden Het plan van aanpak heeft als doel gemeenten tijdig voor te bereiden

Model Plan van Aanpak

Inleiding

Deze publicatie laat zien wat gemeenten moeten doen om tijdig regie te krijgen over de uitvoering van inburgering. Dit hoofdstuk geeft een korte

inleiding op het Model Plan van Aanpak en op het nieuwe inburgeringsstelsel.

De in mei 2020 verschenen versie van het Model Plan van Aanpak was geschreven op inwerkingtreding van de nieuwe Wet inburgering per 1 juli 2021. De datum van

inwerkingtreding is echter verschoven naar 1 januari 2022. Het verschuiven van deze datum heeft gevolgen voor de planning van de te zetten stappen op weg naar het nieuwe stelsel. Door het later invoeren van de wet hebben gemeenten meer tijd om de nieuwe taken voor te bereiden en uit te testen. Data waarop in 2021in 2021 stappen gezet moeten zijn, zijn toegevoegd aan de

tijdtafels in hoofdstuk 2 van deze bijgewerkte versie van het Model Plan van Aanpak.

Welke stappen moeten gemeenten zetten om regie over inburgering te krijgen? Wanneer moeten ze deze stappen zetten? En wat betekent dat voor de inrichting van hun organisatie? Dit plan van aanpak laat zien wat gemeenten moeten doen om tijdig regie over de uitvoering van inburgering te krijgen.

De invoering van de nieuwe Wet inburgering is in november 2020 (opnieuw) doorgeschoven.

Definitieve datum van inwerkingtreding van de wet is 1 januari 2022. Deze versie van het Plan van Aanpak geeft aan welke stappen gemeenten in 2021 moeten zetten om goed voorbereid te zijn op het nieuwe inburgeringsstelsel.

De inburgeringsketen bestaat uit vijf schakels. De eerste en tweede schakel betreffen het vaststellen van de inburgeringsplicht en in het geval van asielstatushouders het voorbereiden op de inburgering door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). In deze twee schakels hebben gemeenten vooralsnog geen of een beperkte rol. De overige schakels beslaan het volledige traject van het voorbereiden op de inburgering tot en met het afronden daarvan. Gemeenten zijn straks

verantwoordelijk voor de realisatie van de stappen die bij deze drie schakels horen. Deze schakels zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De inburgeringsketen wordt uitvoerig beschreven om gemeenten een concrete handreiking te doen voor de voorbereiding op en uitvoering van de Veranderopgave Inburgering (VOI).

Alle gemeenten moeten vóór inwerkingtreding van de nieuwe Wet inburgering voorbereid zijn op hun

1

2 3

4

5

(4)

Het plan van aanpak houdt rekening met de actuele stand van zaken Het plan van aanpak houdt rekening met de actuele stand van zaken

Leeswijzer Leeswijzer

Meer weten?

Meer weten?

taken binnen deze schakels. In een tijdtafel is in beeld gebracht wat er nodig is om dit te realiseren. De tijdtafel dient als leidraad en checklist om te controleren of alle stappen zijn gezet om regie

over inburgering te krijgen. Om de stappen uit de tijdtafel concreet te maken omvat dit plan van aanpak een projectkaart die gemeenten kunnen gebruiken om een eigen projectplan op te stellen. Ook wordt uitgelegd hoe zo’n verandering kan worden aangepakt en met welke stakeholders en risico’s

gemeenten rekening moeten houden.

In dit plan van aanpak is de meest actuele stand van zaken verwerkt. Peildatum daarvoor was eind april 2021. Een aantal zaken was op dat moment echter nog niet bekend (onder meer vaststelling lagere wet- en regelgeving en financiën). Informatie over de meest actuele stand van zaken vanaf mei 2021 is te vinden op:

Tijdlijn Veranderopgave Inburgering (https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/inburgeren-in- nederland/tijdlijn-veranderopgave-inburgering-voi) (VOI) (Rijksoverheid)

Wet inburgering in vraag en antwoord (https://www.divosa.nl/wet-inburgering-vraag-en- antwoord#wet-inburgering-in-vraag-en-antwoord) (Divosa)

Het Model Plan van Aanpak bevat vijf hoofdstukken:

Hoofdstuk 1 schetst de stappenstappen die gemeenten moeten zetten om regie over inburgeringregie over inburgering te krijgen.

Elke stap is voorzien van een korte toelichting.

Hoofdstuk 2 beschrijft per thema (beleid, financiën, inkoop, werkprocessen en ICT-systemen en communicatie) actie- en aandachtspuntenactie- en aandachtspunten en presenteert tijdtafelstijdtafels om gemeenten op weg te helpen.

Hoofdstuk 3 beschrijft hoe gemeenten met een projectkaartprojectkaart kunnen werken.

Hoofdstuk 4 bevat een stappenplanstappenplan om risicomanagementrisicomanagement vorm te geven. Het implementeren van nieuwe wetgeving gaat immers niet zonder risico’s.

In de uitvoering van de nieuwe Wet inburgering staan gemeenten niet alleen. Hoofdstuk 5 biedt een stappenplan

stappenplan voor een stakeholderanalysestakeholderanalyse, om goed zicht te krijgen op alle stakeholders.

Het Model Plan van Aanpak besluit met vier bijlagen (#bijlagen):

Bijlage 1 presenteert een checklistchecklist van alle actiesalle acties waarmee rekening moet worden gehouden.

Bijlage 2 geeft de procesbeschrijvingprocesbeschrijving weer van de inburgeringsketeninburgeringsketen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Bijlage 3 is een voorbeeldbeschrijving voorbeeldbeschrijving van de risico'srisico's.

Bijlage 4 is een voorbeeld voorbeeld van een checklist checklist voor de stakeholdersanalysestakeholdersanalyse.

Hebben jij en je collega’s nog vragen, bekijk dan de Q&A over de nieuwe wet op Wet inburgering in vraag en antwoord (https://www.divosa.nl/wet-inburgering-vraag-en-antwoord) (Divosa) of neem contact op met de regiocoördinator (https://www.divosa.nl/onderwerpen/veranderopgave- inburgering/regiocoordinatoren) van Divosa. Het werkblad Mijn route naar inburgering

1 2 3 4 5

1 2 3 4

(5)

(https://www.divosa.nl/publicaties/mijn-route-naar-inburgering) (Divosa, februari 2021) is een praktisch hulpmiddel bij het in kaart brengen van de situatie van de inburgeringsplichtige. Meer handreikingen over de nieuwe Wet inburgering vind je in het overzicht op de website van Divosa (https://www.divosa.nl/onderwerpen/veranderopgave-inburgering).

Waar in dit Model Plan van Aanpak 'de nieuwe Wet inburgering' staat, wordt bedoeld de Wet inburgering 2021 zoals gepubliceerd in Staatsblad 2021, 38

(https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2021-38.html)

1

Brief minister Koolmees aan de Tweede Kamer van 11 november 2020.

(https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?

id=2020Z21267&did=2020D45449)

2

Brief minister Koolmees aan de Tweede Kamer van 28 april 2021.

(https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?

id=2021Z07106&did=2021D15721)

3

Waar in dit plan van aanpak ‘gemeente(n)’ staat, kunnen ook regionale sociale dienst(en) of andere uitvoeringsorganisatie(s) worden bedoeld.

4

Reeder, S., Schinning, R., Boschman, E. (2019). Inburgeringsketen – Procesbeschrijving. Den Haag: ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

5

(6)

Model Plan van Aanpak

Nieuwe Wet inburgering

Het leren van de Nederlandse taal en het vinden van een baan zijn voor inburgeringsplichtigen de snelste weg om mee te doen in de maatschappij. Om nieuwkomers een betere kans te geven op een goede start in Nederland gaat het inburgeringsbeleid veranderen. Naar verwachting treedt de nieuwe wet op 1 januari 2022 in werking.

De regie op de uitvoering van het nieuwe inburgeringsstelsel ligt bij de gemeenten. Inburgering maakt dus onderdeel uit van het brede sociaal domein. Gemeenten worden onder meer verantwoordelijk voor:

het afnemen van de brede intake

de begeleiding van inburgeringsplichtigen de inkoop van het cursusaanbod

Inburgeringsplichtigen blijven zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de inburgeringsplicht. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid draagt zorg voor de vormgeving van de regelgeving en is verantwoordelijk voor de inrichting en werking van het stelsel als geheel.

Net als in het huidige inburgeringsstelsel geldt de inburgeringsplicht voor vreemdelingen die in het bezit zijn van een verblijfsvergunning voor een niet-tijdelijk doel. Dit zijn:

asielstatushouders

familie- of gezinsleden van asielstatushouders gezinsmigranten

een groep overige inburgeringsplichtigen

(7)

Model Plan van Aanpak

Doel van het nieuwe inburgeringsstelsel

Het nieuwe inburgeringsstelsel heeft als maatschappelijk doelmaatschappelijk doel dat alle inburgeringsplichtigen snel en volwaardig meedoen aan de Nederlandse maatschappij, het liefst via betaald werk. Om dat te bereiken is het beleidsdoelbeleidsdoel dat inburgeringsplichtigen het voor hen hoogst haalbare taalniveau (het liefst B1) bereiken, in combinatie met een vorm van participatie (onderwijs, werk). Daarnaast dienen ze vanaf de start van het inburgeringstraject kennis op te doen over de Nederlandse maatschappij en de

arbeidsmarkt en zich gericht in te spannen om naar vermogen te participeren.

De vijf kernpunten van het inburgeringsstelsel zijn:

tijdige start van het inburgeren

aandacht voor de snelheid van het doorlopen van het inburgeringstraject dualiteit (het combineren van het leren van de taal en participatie)

maatwerk (een passend inburgeringstraject voor alle inburgeringsplichtigen) focus op kwaliteit en het bewaken hiervan

(8)

Model Plan van Aanpak

Hoofdlijnen van het nieuwe

stelsel en de rol van gemeenten

Het nieuwe stelsel zet in op een doorlopende lijn vanuit de opvang. Met taalles vanaf dag 1 en het programma ‘Voorbereiding op de inburgering’ wordt hier in het azc mee begonnen. De regierol van gemeenten in deze doorlopende lijn begint met een brede intake. Leren en participeren gaan hand in hand en beide aspecten worden in een persoonlijk plan inburgering en participatie (PIP) opgenomen.

Gemeenten krijgen de taak om alle (bijstandsgerechtigde) asielstatushouders verplicht te ontzorgen gedurende 6 maanden. Dit helpt deze inburgeringsplichtigen om bij aanvang van de

inburgeringstermijn de focus op inburgering en participatie te leggen. Er komen 3 leerroutes in het nieuwe stelsel:

Onderwijsroute:

Onderwijsroute: gericht op het behalen van een erkend diploma binnen Nederlands onderwijs voor een goede startpositie op de arbeidsmarkt. Na een taalschakeltraject worden jonge

inburgeringsplichtigen daarom zo snel mogelijk doorgeleid naar een Nederlandse opleiding.

B1-route:

B1-route: om het mogelijk te maken dat de meeste inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk,

maar uiterlijk binnen 3 jaar, taalniveau B1 behalen en hun perspectief op de arbeidsmarkt vergroten, is het van belang dat het leren van de taal gecombineerd wordt met (vrijwilligers)werk.

Zelfredzaamheidsroute (Z-route):

Zelfredzaamheidsroute (Z-route): voor mensen voor wie de onderwijs- of B1-route buiten bereik ligt, komt er een leerroute waarbij iedereen leert zich in de maatschappij te redden. Er worden geen ontheffingen op basis van aantoonbaar geleverde inspanningen meer verleend.

Gemeenten zijn verantwoordelijk om een sluitend inburgeringsaanbod te doen aan asielstatushouders.

Dit aanbod omvat, naast een van de drie leerroutes, in ieder geval kennis van de Nederlandse

maatschappij (KNM), Module Arbeidsmarkt & Participatie (MAP) en het participatieverklaringstraject (PVT).

Het nieuwe inburgeringsstelsel is een lerend stelsel, dat robuust en adaptief is. Er is daarom plaats ingeruimd voor monitoring en evaluatie. Dit dient als instrument om beleidsvoering te versterken en om tijdig wijzigingen te kunnen aanbrengen. Het pilotprogramma Veranderopgave Inburgering

(https://www.divosa.nl/pilotprogramma-veranderopgave-inburgering-voi) beoogt lessen en ervaringen uit de gemeentelijke praktijk in te zetten voor de (door-)ontwikkeling van het nieuwe

inburgeringsstelsel. En deelt die lessen al tijdens de transitie met gemeenten (en draagt zo ook bij de aan de voorbereiding op de regierol).

1

2

3

(9)

Welke stappen moeten gemeenten zetten om regie op inburgering te Welke stappen moeten gemeenten zetten om regie op inburgering te krijgen?

krijgen?

Model Plan van Aanpak

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 1

In enkele stappen naar regie over de uitvoering van

inburgering

Welke stappen moeten gemeenten zetten om regie over de uitvoering van inburgering te krijgen? Dit hoofdstuk presenteert die stappen aan de hand van de meest recente procesbeschrijving van de inburgeringsketen van het

ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Het ministerie van SZW heeft in april 2021 rapporten gepubliceerd over de ketenarchitectuur en het ketenproces.

We onderscheiden twee groepen inburgeraars: asielstatushouders en gezins- en overige migranten.

Figuur 1 laat de verantwoordelijkheid van gemeenten zien voor het aanbod aan alle inburgeraars. De aanbodplicht verschilt per inburgeringsdoelgroep.

Het ministerie van SZW heeft een procesbeschrijving ontwikkeld om de inburgeringsketen inzichtelijk te maken. Deze keten bestaat uit 5 schakels. Per schakel is een aantal acties geformuleerd als concrete handreiking aan gemeenten om invulling te geven aan een eigen plan van aanpak. Hoewel gemeenten niet in alle schakels een rol spelen, volgt voor de volledigheid een korte beschrijving van elk van de 5 schakels. De schakels zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

6

7

8

9

(10)

Zie documentatie informatievoorziening keten inburgering op rijksoverheid.nl (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2021/04/13/documentatie- informatievoorziening-keten-inburgering) voor de meest recente documenten.

6

De minister van SZW heeft bekendgemaakt dat met ingang van 1 mei 2020 alle Turkse

nieuwkomers (inclusief nareizigers en gezinsleden) die op of na deze datum een asielvergunning krijgen, inburgeringsplichtig zijn. Zij krijgen een persoonlijk inburgeringsplan. Overige Turkse nieuwkomers zijn vrijgesteld tot de inwerkingtreding van de nieuwe wet. Meer informatie is opgenomen in Wet inburgering in vraag en antwoord (Divosa) (https://www.divosa.nl/wet- inburgering-vraag-en-antwoord#algemeen--turkse-statushouders).

7

Zie Handreiking van beleid naar inkoop in de inburgering

(https://www.pianoo.nl/nl/document/17635/handreiking-van-beleid-naar-inkoop-de-inburgering), p.6

8

Reeder, S., Schinning, R., Boschman, E. (2019). Inburgeringsketen – Procesbeschrijving. Den Haag: ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De inburgeringsketen is integraal overgenomen in Bijlage 2 (#bijlagen).

9

(11)

Rol gemeenten Rol gemeenten

Model Plan van Aanpak

Hoofdstuk 1.1 Hoofdstuk 1.1

Schakel 1: Vaststellen inburgeringsplicht

De eerste schakel betreft het vaststellen van de inburgeringsplicht. Deze schakel begint met de verstrekking door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van een verblijfsvergunning voor een niet tijdelijk doel, meestal een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd (asiel of regulier).

Na ontvangst van informatie van de IND over de verstrekte verblijfsvergunning stelt de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) de inburgeringsplicht vast. DUO informeert de beoogde

vestigingsgemeente over de inburgeringsplicht.

In de eerste schakel hebben gemeenten geen rol.

Na vaststelling van de inburgeringsplicht volgt de tweede schakel van de inburgeringsketen.

(12)

Screening Screening

Overdracht Overdracht

Model Plan van Aanpak

Hoofdstuk 1.2 Hoofdstuk 1.2

Schakel 2: Voorbereiden op inburgering

In de tweede schakel wordt de inburgering voorbereid. Deze schakel is van toepassing op

asielstatushouders. Nadat het COA de benodigde gegevens van DUO ontvangen heeft, zorgt het voor een aanbod voorinburgering. Voorinburgering is een vrijwillig onderdeel waarmee inburgeraars alvast aan de slag kunnen om de Nederlandse taal en samenleving te leren kennen, zoals het taalonderwijs dat op asielzoekerscentra (azc) wordt aangeboden. Indien een gemeente in deze periode al wil starten met de gemeentelijke inburgering, dan kan dit. De inburgering heeft voorrang op het aanbod

voorinburgering van het COA.

Naast het aanbod voorinburgering verzorgt het COA de screening van de inburgeraar door gesprekken met hem of haar te voeren. In deze gesprekken worden ‘harde’ en ‘zachte’ criteria verkend om te bepalen in welke gemeente de inburgeraar gehuisvest kan worden. Tot de harde criteria worden onder meer gerekend: familie in de eerste graad, medische behandelmogelijkheden en de kans op een arbeidscontract. ‘Zachte’ criteria zijn onder andere een geschikte arbeidsmarkt en de wens van de inburgeraar.

De uitkomsten van deze gesprekken leiden tot een regioadvies dat wordt opgenomen in het Taakstelling Volg Systeem (TVS). Hierin worden ook de resultaten opgenomen van de eventuele voorinburgering en de gesprekken met de casemanager. Daarna volgt matching met een gemeente die de inburgeraar moet huisvesten.

De huisvestingsgemeente ontvangt en verwerkt de gegevens uit het TVS van het COA. Idealiter gaat deze overdracht gepaard met een driepartijengesprek tussen het COA, de gemeente en de

inburgeraar. Het is namelijk de eerste kennismaking van de inburgeraar met een vertegenwoordiger van de gemeente waar hij gehuisvest wordt. Is dat niet mogelijk, dan kan de overdracht telefonisch,

schriftelijk of via mailcontact tussen de gemeente en het COA plaatsvinden.

Vanaf het moment van overdracht is de gemeente verantwoordelijk voor het regelen van huisvesting, verhuizing en inschrijving van de inburgeraar.

De gemeente neemt zodoende contact op met de woningcorporatie, voert gesprekken met de inburgeraar voor acceptatie van de woning en zorgt voor inschrijving in de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente. Tegelijkertijd moet een uitkering worden aangevraagd en dienen, in het kader van ontzorging, overige administratieve zaken geregeld te worden. 10

(13)

Rol gemeenten Rol gemeenten

In de tweede schakel dragen gemeenten in de volgende stappen verantwoordelijkheid voor asielstatushouders:

kennisnemen en verwerken van de inhoud van het TVS

indien mogelijk: voeren van een driegesprek tussen het COA, de gemeente en de inburgeraar waar o.a. afspraken gemaakt kunnen worden over de start van het inburgeringstraject (brede intake en PIP) voordat de inburgeraar verhuist

regelen van huisvesting voor en verhuizing van de inburgeraar

inschrijven van de inburgeraar in de gemeente en regelen van overige administratieve zaken

Als de huisvesting, verhuizing en inschrijving zijn geregeld, gaat de inburgeraar naar de derde schakel van de inburgeringsketen.

Zie ook de ‘Handreiking Financieel ontzorgen en financiële zelfredzaamheid'

(https://www.divosa.nl/handreiking-financieel-ontzorgen-en-financiele-zelfredzaamheid) (Divosa).

10

(14)

Brede intake en leerbaarheidstoets Brede intake en leerbaarheidstoets

Plan Inburgering en Participatie (PIP) Plan Inburgering en Participatie (PIP)

Model Plan van Aanpak

Hoofdstuk 1.3 Hoofdstuk 1.3

Schakel 3: Afnemen brede intake en vaststellen PIP

In de derde schakel draait het om het afnemen van een brede intake en het vaststellen van een persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP). De brede intake, uitgevoerd door de gemeente van huisvesting, vindt plaats bij het azc of in de gemeente zelf. Doel is het in beeld brengen van de startpositie en ontwikkelmogelijkheden van de inburgeraar op het gebied van inburgering en participatie. Dit kan met gesprekken, maar bijvoorbeeld ook met meetinstrumenten. Gemeenten kunnen zelf bepalen hoe zij de brede intake vormgeven.

In het Pilotprogramma Veranderopgave Inburgering kunnen gemeenten werkzame elementen en bouwstenen ontdekken binnen de verschillende onderdelen van de nieuwe inburgeringswet. In de online publicatie Pilotprogramma Veranderopgave Inburgering (Divosa) vind je alle beschikbare informatie over het pilotprogramma. De publicatie wordt steeds aangevuld met (tussen)evaluaties.

Thema's zijn onder meer brede intake en PIP en ontzorgen.

Een vast onderdeel van de brede intake is de leerbaarheidstoets. De gemeente bepaalt het moment waarop dit gebeurt, binnen de geldende termijn van de brede intake. De leerbaarheidstoets zal een belangrijke indicator zijn voor de leerroute. Daarnaast start de maatschappelijke begeleiding die de asielstatushouder helpt bij de eerste stappen van de inburgering. Maatschappelijke begeleiding geldt niet voor gezins- en overige migranten.

De uitkomsten van de brede intake, inclusief de leerbaarheidstoets, bepalen de leerroute die de inburgeraar gaat volgen. Hoe de leerbaarheidstoets wordt afgenomen en de resultaten worden gewogen was in april 2021 nog niet duidelijk.

Het is aan te bevelen om voorafgaand aan de invoering van de nieuwe wet gedurende een bepaalde periode te experimenteren met het afnemen van de brede intake. Hiervoor is afstemming met het COA nodig over de wijze waarop dit op het AZC kan plaatsvinden. Met het afnemen van de brede intake kunnen de eerste ervaringen worden opgedaan en eventuele aanpassingen of bijstellingen worden doorgevoerd. Door deze tijd te nemen zijn gemeenten goed voorbereid op de invoering van de nieuwe wet. Binnen het Pilotprogramma Veranderopgave Inburgering worden zes pilots uitgevoerd rond het thema brede intake en PIP. Gemeenten kunnen hiervan leren.

De uitkomsten van de brede intake worden vastgelegd in het PIP. Specifieker: het PIP bevat de

afspraken rondom de leerroute, het participatieverklaringstraject (PVT) en de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) en de duur van het traject. Naast informatie over inburgering en de begeleiding en

11

12

(15)

Ontzorgen Ontzorgen

Naleving verplichtingen Naleving verplichtingen

Rol gemeenten Rol gemeenten

ondersteuning van de inburgeringsplichtige gedurende het inburgeringstraject door de gemeente, worden bij de beschikking PIP eventueel diverse andere beschikkingen gevoegd. Het gaat hierbij om de beschikkingen die zijn vastgesteld in het kader van ontzorgen en overige relevante onderdelen van de Participatiewet. Dit is uiteraard alleen van toepassing als de inburgeringsplichtige bijstandsgerechtigd is en, daar waar het ontzorgen betreft, de bijstandsgerechtigde een asielstatushouder is. Het kan zijn dat een beschikking op grond van de Participatiewet nog niet bekend is op het moment dat beslist wordt over te volgen leerroute. Deze beschikking wordt dan bij het PIP gevoegd zodra deze genomen is. Op deze wijze krijgt de inburgeringsplichtige een integraal beeld van alle rechten en plichten die hij gedurende het inburgeringstraject heeft en die tezamen tot doel hebben dat de inburgeringsplichtige volwaardig gaat deelnemen aan de Nederlandse samenleving. Ook biedt de gemeente

maatschappelijke begeleiding aan asielstatushouders ter voorbereiding op actieve participatie in de samenleving.

Na toekenning van bijstand dient de inburgeraar te voldoen aan de verplichtingen van de

Participatiewet. De eerste zes maanden wordt de bijstandsgerechtigde asielstatushouder door de gemeente (financieel) ontzorgd. Dit houdt in dat de gemeente de verrekening van de maandelijkse vaste lasten op zich neemt, zoals in ieder geval de betaling van de rekeningen voor huur, gas, water, licht en de zorgverzekering.

In deze periode is het belangrijk dat de inburgeraar (financieel) zelfredzaam wordt en wegwijs raakt in het Nederlandse systeem van betalingsverkeer, banken en andere financiële instellingen zoals de Belastingdienst (denk aan toeslagen).

De handreiking Financieel ontzorgen en financiële zelfredzaamheid (Divosa) beschrijft het financieel ontzorgen en het stimuleren van financiële zelfredzaamheid van bijstandsgerechtigde asielstatushouders binnen de nieuwe Wet inburgering.

Tot slot ziet de gemeente toe (en handhaaft eventueel) op naleving van de verplichtingen door de inburgeraar. Voor de Z-route (gericht op zelfredzaamheid in de samenleving en het zo veel mogelijk beheersen van de taal) geldt een urenverplichting, voor de onderwijsroute en B1-route (gericht op het behalen van taalniveau B1, maar inclusief mogelijkheid om – eventueel op specifieke

examenonderdelen – af te schalen naar taalniveau A2) geldt een resultaatverplichting.

Deze verplichtingen hebben betrekking op actieve deelname van de inburgeraar in het doorlopen van de inburgering. De gemeente moet de voortgang van de inburgering monitoren en legt eventueel een boete op bij het verwijtbaar niet nakomen van de verplichtingen.

De schakels zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In de derde (en vierde) schakel spelen gemeenten in de volgende stappen een rol:

(16)

afnemen van de brede intake vaststellen van het PIP

aanbieden van een leerroute voor asielstatushouders

bieden van maatschappelijke begeleiding voor asielstatushouders (financieel) ontzorgen van de bijstandsgerechtigde asielstatushouder starten van het participatieverklaringstraject (PVT)

aanbieden van de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP)

toezien (en eventueel handhaven) op naleving van inspanningsverplichtingen

Als de brede intake is afgenomen, het PIP is vastgesteld, een leerroute, de

maatschappelijke begeleiding, het participatieverklaringstraject en de MAP worden aangeboden en de inburgeraar (financieel) wordt ontzorgd, dan is de inburgeraar klaar voor de vierde schakel van de inburgeringsketen. In de vierde schakel vindt uitvoering plaats van de in schakel 3 aangeboden trajecten.

NB: Zie figuur 1 (#in-enkele-stappen-naar-regie-over-de-uitvoering-van-inburgering) voor een overzicht van de aanbodplicht voor asielstatushouders, gezins- en overige migranten. Vanaf 1 mei 2020 is inburgering verplicht voor Turkse nieuwkomers die op of na deze datum een asielstatus krijgen (inclusief nareizigers en gezinsleden). Overige Turkse nieuwkomers zijn vrijgesteld tot de inwerkingtreding van de nieuwe wet.

13

De handreiking Leerroutes (https://www.divosa.nl/publicaties/handreiking-leerroutes) (Divosa) geeft een zo compleet mogelijk overzicht van de drie leerroutes – B1, Onderwijs en

Zelfredzaamheid – en van de taken waaraan gemeenten hiervoor moeten voldoen.

11

Bekijk de Wet inburgering in vraag en antwoord (https://www.divosa.nl/wet-inburgering-vraag- en-antwoord#leerroutes-en-onderwijs--leerbaarheidstoets) (Divosa) voor de meest actuele stand van zaken rond de leerbaarheidstoets.

12

Meer informatie over Turkse statushouders en inburgering is opgenomen in Wet inburgering in vraag en antwoord (https://www.divosa.nl/wet-inburgering-vraag-en-antwoord#algemeen-- turkse-statushouders) (Divosa).

13

(17)

Rol gemeenten Rol gemeenten

Model Plan van Aanpak

Hoofdstuk 1.4 Hoofdstuk 1.4

Schakel 4: Inburgeren en participeren

De vierde schakel omvat het proces van inburgeren en participeren. In deze schakel volgt de

inburgeraar een leerroute. In de leerroute biedt de gemeente ook een traject aan om de inburgeraar voor te bereiden op actieve participatie in de samenleving en op de arbeidsmarkt. Daarnaast worden het PVT en de MAP gevolgd.

Deze diensten – de leerroute en bijbehorende voorbereiding op actieve participatie in de samenleving en op de arbeidsmarkt – kunnen worden aanbesteed en ingekocht bij derden. Van deze diensten geldt de leerroute enkel voor asielstatushouders. De gemeente kan er ook voor kiezen de uitvoering zelf te doen of in te besteden aan een Gemeenschappelijke Regeling.

Tijdens het inburgeren en participeren houdt de gemeente zicht op de voortgang van de inburgeraar.

Per leerroute - onderwijsroute, B1-route of Z-route – worden verschillende stappen gezet. Sluit de inburgeraar een van deze leerroutes succesvol af, dan wordt DUO geïnformeerd om tot een afronding van de inburgering te komen.

De schakels zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Kijk ook naar de taak van de gemeente onder

14

15

(18)

schakel 3. In de vierde schakel moeten gemeenten actie ondernemen in de volgende stappen:

Voor asielstatushouders Voor asielstatushouders

aanbieden van leerroutes financieel ontzorgen

toezien (en eventueel handhaven) op naleving van de urenverplichtingen

Voor alle inburgeraars (asielstatushouders, gezins- en overige migranten) Voor alle inburgeraars (asielstatushouders, gezins- en overige migranten)

aanbieden van het PVT

begeleiden bij en toezien op de voortgang van de inburgering (en eventueel wijzigen van het PIP) informeren over de voortgang van de inburgering aan DUO ter voorbereiding op de afronding van de inburgering

toezien (en eventueel handhaven) op naleving van de resultaatverplichtingen

Voor alle inburgeraars in de B1 en Z-route Voor alle inburgeraars in de B1 en Z-route

aanbieden en registreren van MAP

Alleen voor Z-route Alleen voor Z-route

uitvoeren van de participatiecomponent voeren van het eindgesprek Z-route

Als de inburgeraar het inburgeringstraject succesvol heeft doorlopen, volgt de vijfde schakel van de inburgeringsketen.

16

Zie de handreiking Inkoop (https://www.pianoo.nl/nl/document/17635/handreiking-van-beleid- naar-inkoop-de-inburgering), pp.13-14.

14

Zie de handreiking Leerroutes (https://www.divosa.nl/publicaties/handreiking-leerroutes).

15

Gezinsmigranten zijn zelf verantwoordelijk om de Nederlandse taal te leren, zie ook fig.3.

16

(19)

Rol gemeenten Rol gemeenten

Model Plan van Aanpak

Hoofdstuk 1.5 Hoofdstuk 1.5

Schakel 5: Afronden inburgering

In de vijfde schakel wordt het inburgeringstraject afgerond en stelt DUO vast, met de gegevens die de gemeente heeft verzameld, of de inburgeraar heeft voldaan aan de inburgeringsplicht. Vervolgens bepaalt DUO of de inburgering is voltooid.

In de vijfde schakel spelen gemeenten een rol bij het doorgeven van het resultaat van het eindgesprek van de Z-route en het aangeven dat is voldaan aan de verplichtingen met betrekking tot MAP en PVT.

Vervolgens gaat DUO na of de plicht nog actueel is.

(20)

Wat en wanneer?

Wat en wanneer?

Model Plan van Aanpak

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 2

Tijdtafels met actie- en aandachtspunten voor gemeenten

Welke stappen moeten gemeenten op welk moment zetten om regie over de uitvoering van inburgering te krijgen, zodat de uitvoering op tijd gereed is? Dit hoofdstuk presenteert per thema de belangrijkste actie- en aandachtspunten voor gemeenten.

De thema’s die in dit hoofdstuk aan bod komen zijn: beleid, financiën, inkoop, werkprocessen en ICT- systemen, communicatie en voorlichting en informatievoorziening. Hiervoor is gekozen omdat

gemeenten niet enkel de primaire processen – het beleid en bijbehorende financiën – maar ook de secundaire processen – werkprocessen en ICT-systemen, communicatie en voorlichting en

informatievoorziening – opnieuw moeten vormgeven. Om recht te doen aan de verandering van deze processen, behandelt dit hoofdstuk de herinrichting van de gemeentelijke bedrijfsvoering, met als vertrekpunt de PIOFACH-taken.

Wanneer moet welke actie afgerond zijn? Per thema of actie is een indicatie voor een deadline weergegeven. Daarbij is uitgegaan van de situatie na het opschorten van de inwerkingtreding van de wet zoals bekendgemaakt in november 2020. Streefdatum van inwerkingtreding van het nieuwe stelsel is sindsdien januari 2022. Daarop wordt gekoerst bij de nieuwe deadlines in dit Model Plan van Aanpak.

Bij die acties die bij voorkeur vóór 2021 klaar hadden moeten zijn, is in de tabellen steeds 'afgerond' als status genoemd.

17

PIOFACH staat voor Personeel, Informatievoorziening, Organisatie, Financiën, Automatisering, Communicatie en Huisvesting. In dit hoofdstuk zijn de PIOA verwerkt bij Werkprocessen en ICT- systemen en Voorlichting en informatievoorziening. De F is verwerkt bij Financiën. De C is verwerkt bij Voorlichting en informatievoorziening. De H is buiten beschouwing gelaten, omdat huisvesting in deze veranderopgave geen rol speelt.

17

(21)

Model Plan van Aanpak

Hoofdstuk 2.1 Hoofdstuk 2.1

Keuze: lokale of (sub)regionale voorbereiding op en uitvoering van de Wet inburgering

Voorafgaand aan het uitwerken van de actie- en aandachtspunten is het essentieel om na te denken over de keuze voor een lokale of (sub)regionale voorbereiding op en uitvoering van de Wet inburgering.

Deze keuze moet eerst gemaakt worden, omdat die bepalend is voor de vervolgstappen die in dit hoofdstuk worden gepresenteerd. De keuze voor een lokale of (sub)regionale voorbereiding op en uitvoering van de Wet inburgering moet in een notitie aan het college worden voorgelegd en door datzelfde college worden vastgesteld.

Gemeenten moeten op basis van de latere inwerkingtreding van de Wet inburgering de planning van hun plan van aanpak herzien. Daarbij kunnen gemeenten niet uitgaan van ‘extra tijd’. In deze versie van het plan van aanpak is beschreven wat in 2021 tot de inwerkingtreding nog gedaan moet worden om alle voorbereidingen tijdig te treffen. Bij die acties die bij voorkeur al vóór 2021 klaar hadden moeten zijn, is in de tabellen steeds 'afgerond' als status genoemd.

(Sub)regionale voorbereiding stelt gemeenten in staat hun expertise, mensen en middelen te bundelen.

Gemeenten kunnen dan ook denken aan gezamenlijke voorbereiding van het beleidskader en de verordening, de inkoop en het ontwerpen van werkprocessen en de inrichting van de ICT-systemen.

(Sub)regionale uitvoering voorziet gemeenten van meer mogelijkheden om inburgeraars een gedifferentieerd aanbod te doen, waardoor maatwerk en een flexibele instroom in bijvoorbeeld de leerroutes beter gewaarborgd is.

Samenwerking tussen (kleinere) gemeenten is van belang om het gewenste aanbod te kunnen doen, nog los van de verwachte afnemende instroom van inburgeraars. Dat gewenste aanbod is kwalitatief goed en flexibel en kent meerdere instapmomenten per jaar.

De tijd die gemeenten in 2021 hebben tot de inwerkingtreding van de nieuwe wet, geeft ruimte om het inkoopproces aan te scherpen. Gemeenten moeten hierin een aantal keuzes maken: wat ga je inkopen, voor wie, met wie en hoe? Het afwegingskader (zie figuur 4 hierna) is een hulpmiddel voor gemeenten bij het maken van deze keuzes.

Zo is het wenselijk dat gemeenten op basis van het verwachte volume per leerroute een

marktconsultatie organiseren waarbij zij aan (markt-)partijen vragen welke diensten of producten zij bieden, voor welke doelgroepen (zie figuur 1 (#in-enkele-stappen-naar-regie-over-de-uitvoering-van- inburgering)) en tegen welke kwaliteit. Het biedt de gemeenten ook de gelegenheid om de

(22)

dienstverlening van andere partijen te verkennen zoals (sub-)regionale leerwerk- of uitvoeringsorganisaties Werk en Inkomen.

In de meicirculaire 2020 zijn gemeenten geïnformeerd over de verdeling van de middelen. Het budget is een belangrijke randvoorwaarde voor de inkoop van onder meer de leerroutes.

De invulling van deze ‘wat-vraag’ wordt opgevolgd door de ‘hoe-vraag’. Gemeenten moeten nagaan hoe dit aanbod het beste gerealiseerd kan worden en welke organisatie of partij dit het beste kan doen.

Dit kan betekenen dat per leerroute een verschillende inkoopmethode wordt toegepast door

bijvoorbeeld een leerroute in te besteden, in te kopen of te subsidiëren. Verder moeten gemeenten de wijze van financieren en sturing bepalen. Op basis van het beantwoorden van de ‘wat’ en ‘hoe-vraag’

wordt een Programma van Eisen opgesteld. De gemeenten moeten hierna ieder voor zich een besluit nemen over de samenwerking, het realiseren van het aanbod, de wijze van inkopen, de financiering en de sturing. Het maken van de stappen en het doorlopen van dit keuzeproces is een arbeids- en

tijdsintensief proces. Gemeenten moeten zich daar bewust van zijn.

Het is dringend gewenst om de aanbesteding van de inkoop voor 1 juni 2021 af te ronden. Er bestaat dan nog voldoende tijd om (werk-)afspraken te maken, (werk-)processen af te stemmen en de informatie- en communicatievoorziening in te richten.

De handreiking Van beleid naar inkoop in de inburgering (PIANOo) ondersteunt gemeenten bij het organiseren van het inburgeringsaanbod in het nieuwe inburgeringsstelsel.

Belangrijk is dat er bij (sub)regionale samenwerking voldoende aandacht is voor de ambtelijke en bestuurlijke betrokkenheid bij én besluitvorming omtrent de voorbereiding en uitvoering van de Wet inburgering. Bestuurders zijn verantwoordelijk voor de voorbereiding op de nieuwe wet en de

voortvarendheid waarmee de Veranderopgave Inburgering binnen de gemeente wordt opgepakt. Zij moeten optimaal bij de voorbereiding betrokken zijn door hen regelmatig te informeren en te betrekken bij de voortgang, (bestuurlijke) knelpunten of obstakels. Daarnaast biedt de latere inwerkingtreding van de wet gemeenten de mogelijkheid om de voorbereiding op een andere wijze aan te pakken door de tijd te gebruiken om in de praktijk werkwijzen te testen, de relatie met partners te verstevigen, andere partijen, zoals werkgevers en ervaringsdeskundigen, een rol in de voorbereidingen te geven.

18 19

(23)

Tabel 1: Tijdtafel met acties en deadlines voor de keuze lokaal of (sub)regionaal Tabel 1: Tijdtafel met acties en deadlines voor de keuze lokaal of (sub)regionaal

Fase

Fase ActieActie DeadlineDeadline StatusStatus

voorbereidende fase

voorbereidende fase notitie opstellen afgerond

Let op: in deze handreiking wordt consequent gerefereerd aan een lokale

voorbereiding en uitvoering, terwijl gemeenten er ook voor kunnen kiezen om de Wet inburgering (sub)regionaal uit te voeren.

20

Meicirculaire gemeentefonds 2020

(https://www.rijksoverheid.nl/documenten/circulaires/2020/05/29/meicirculaire- gemeentefonds-2020)

18

Zie ook Wet inburgering in vraag en antwoord (https://www.divosa.nl/wet-inburgering-vraag-en- antwoord#financi-n) (Divosa) voor de laatste informatie over de financiën.

19

Zie de handreiking Van beleid naar inkoop in de inburgering

(https://www.pianoo.nl/nl/document/17635/handreiking-van-beleid-naar-inkoop-de-inburgering), p.8.

20

(24)

Startnotitie Startnotitie

Model Plan van Aanpak

Hoofdstuk 2.2 Hoofdstuk 2.2

Beleid

Bij het opstellen van beleid is een belangrijke rol weggelegd voor de startnotitie, het beleidskader, de verordening en de beleidsregels. Een korte uitwerking van elk van deze onderdelen.

Het project begint met het opstellen van een startnotitie waarin het college een aantal vragen en keuzes voorgelegd krijgt, zoals de keuze voor lokale of (sub)regionale voorbereiding en uitvoering van de Wet inburgering, de beleidsambities voor inburgering en het verwachte budget. Het college kan daarmee een besluit nemen over de manier waarop de Wet inburgering wordt voorbereid en uitgevoerd.

Gemeenten hebben de startnotitie in 2020 vastgesteld.

Stel de startnotitie op:

Stel de startnotitie op:

waarin de beleidsuitgangspunten en de organisatorische uitgangspunten voor de voorbereiding en uitvoering van de Wet inburgering zijn uitgewerkt.

Stel de startnotitie vast:

Stel de startnotitie vast:

door het college.

Na vaststelling volgt de inrichting van de projectorganisatie. Stel concrete opdrachten en een bijbehorende planning op voor de werkgroepen.

Tabel 2a: Tijdtafel met acties en deadlines voor de startnotitie Tabel 2a: Tijdtafel met acties en deadlines voor de startnotitie

Fase

Fase ActieActie DeadlineDeadline StatusStatus

voorbereidende fase

voorbereidende fase startnotitie opstellen afgerond

besluitvormende fase

besluitvormende fase startnotitie vaststellen afgerond

Aandachtspunten Aandachtspunten

De startnotitie moet ingaan op de lokale en/of (sub)regionale uitvoering van de Wet

inburgering. De notitie geeft een uitwerking van de beleidsuitgangspunten (voorbereidend werk voor het beleidskader) en organisatorische uitgangspunten (voorbereidend werk voor de

inrichting van de projectorganisatie). Deze uitgangspunten bestaan uit een beschrijving van de beoogde doelen, te bereiken resultaten en bijbehorende taken.

(25)

Beleidskader Beleidskader

Een startnotitie hoeft niet naar de gemeenteraad, de verordeningen later wel. De gemeente kan ervoor kiezen om een raadsinformatiebrief te maken. Het is raadzaam om de gemeenteraad te informeren over de start van de voorbereidingen van de nieuwe wet.

Het beleid geeft de visie van de gemeente weer op de lokale uitvoering van de Wet inburgering en dient als handreiking om deze visie concreet vorm te geven. Beleid opstellen is uitdagend, zeker als er nog onzekerheden zijn in de wetgeving en bijbehorende financiering. De nieuwe Wet inburgering is in februari 2021 gepubliceerd in het Staatsblad.

De vaststelling van de definitieve lagere regelgeving en het financiële kader kunnen van invloed zijn op de beleidsambities van de gemeenten. Gemeenten nemen in het beleidskader de visie op de lokale uitvoering van inburgering op. Hiertoe moeten zij de volgende acties ondernemen:

Inventariseer:

Inventariseer:

de nieuwe Wet inburgering. Bestudeer onder meer het wetsvoorstel en de Memorie van

Toelichting. De Memorie van Toelichting en andere kamerstukken zoals de beantwoording van schriftelijke vragen van de Tweede Kamer over het wetsvoorstel bevatten veel informatie over de doelstellingen en beoogde werkwijze van de wet.

de actuele stand van zaken van de lagere regelgeving. Bestudeer de lagere wet- en regelgeving (het Besluit inburgering en de Regeling inburgering).

Betrek:

Betrek:

de ervaringsdeskundigheid van inburgeraars. Zij weten als geen ander wat belangrijk is voor een goede inburgering en participatie. Stel een pool samen van ervaringsdeskundigen die kunnen reflecteren op het inburgeringstraject. Geef hen een rol in de beleidsvoorbereiding en eventueel de (uiteindelijke) uitvoering van het beleid. Raadpleeg maatschappelijke organisaties voor de opzet van een dergelijke pool.

bij het opstellen van het beleidskader de (gemeentelijke) adviesraden sociaal domein. Informeer hen over de aanpak en de planning. Bespreek op welke wijze de adviesraden hun (advies-) rol op een goede manier kunnen invullen.

de ervaringen van werkgevers met betrekking tot de plaatsing van asielstatushouders op stages, werkervarings- of reguliere banen. Maak gebruik van deze ervaringen om het proces van

inburgeren en de plaatsing op de arbeidsmarkt te verbeteren. Zet een pool van werkgevers op die betrokken zijn en de gemeenten van advies en feedback willen voorzien.

de stappen van de inburgeringsketen, zie ook hoofdstuk 1 (#in-enkele-stappen-naar-regie-op- inburgering). Inventariseer en ontwikkel een beeld van alle doelgroepen die onder de nieuwe wet vallen en maak, zo mogelijk op basis van ervaringen van (taal-)aanbieders of andere organisaties, een reëel beeld van de omvang per leerroute. Inventariseer welke partijen de inburgeraars op dit moment ondersteunen bij hun inburgering.

Maak een planning:

Maak een planning:

met daarin de verschillende acties voor de lokale uitvoering van de Wet inburgering om het beleidskader, de verordening en de beleidsregels tijdens het proces op elkaar te laten aansluiten.

21

22

23

(26)

Stel het beleidskader op:

Stel het beleidskader op:

met daarin de lokale visie en ambities op de Wet inburgering. Denk na over de rol die de gemeente in de inburgeringsketen heeft en welke onderdelen zij daarvan zelf wil uitvoeren, dan wel in

samenwerking met andere gemeenten.

neem in het beleidskader in elk geval op:

de context van de Wet inburgering, waaronder de belangrijkste veranderingen voor de gemeenten (zoals de regievoering);

de visie op de Wet inburgering en een verdere uitwerking daarvan in een aantal ambities en leidende uitgangspunten, waaronder het wettelijk verplichte aanbod van de gemeente aan de inburgeraar, eventueel aangevuld met het door de gemeente gewenste aanbod;

de verschillende groepen inburgeraars en het verschil in aanbodplicht;

de keuze om al dan niet met andere gemeenten samen te werken en de Wet inburgering gezamenlijk voor te bereiden en uit te voeren;

de keuze om (delen van) de uitvoering, zoals financieel ontzorgen of taalonderwijs, zelf uit te voeren, dan wel uit te besteden aan andere partijen;

de (invulling van) de regievoering door de gemeente. De regievoering gaat in op de rol van de gemeente van start tot en met afronding van de inburgering;

het financiële kader en de begroting. In de Voorjaarsnota 2021 wordt deze financiering

bekendgemaakt waardoor een begroting kan worden opgesteld en inzicht is in de uitvoerings- en programmakosten;

de belangrijkste onzekerheden zoals de definitieve vaststelling van de lagere regelgeving;

de verwachte omvang van de doelgroep met een inschatting van de aantallen per leerroute.

de mogelijkheden om met de nieuwe Wet inburgering integraal te werken met andere beleidsterreinen in het sociaal domein, zoals de Participatiewet, de Wmo of de Jeugdwet.

de monitoring van het beleidskader en bijbehorende activiteiten.

een risicoparagraaf waarin de belangrijkste risico’s en beheersmaatregelen aan bod komen.

een communicatieparagraaf waarin de communicatie met de interne en externe stakeholders, het vervolg daarop en de frequentie ervan wordt geregeld.

Stel het beleidskader vast:

Stel het beleidskader vast:

door de gemeenteraad.

Tabel 2b: Tijdtafel met acties en deadlines voor het beleidskader Tabel 2b: Tijdtafel met acties en deadlines voor het beleidskader

(27)

Verordening Verordening

Fase

Fase ActieActie DeadlineDeadline StatusStatus

voorbereidende fase

voorbereidende fase inventariseren afgerond

voorbereidende fase

voorbereidende fase planning maken afgerond

uitvoerende fase

uitvoerende fase beleidskader opstellen afgerond

besluitvormende fase

besluitvormende fase beleidskader vaststellen afgerond

Aandachtspunten Aandachtspunten

Stel vooraf een planning op van de start tot en met het vaststellen van het beleidskader in de gemeenteraad en betrek relevante partijen hierbij, zoals het bestuur en de griffie.

Betrek de ervaringsdeskundigen op tijd. Met hun ervaring en expertise kunnen zij de gemeente goed adviseren over de inhoud van het beleidskader. Dit geldt ook voor de maatschappelijke organisaties en de medewerkers die nu al actief zijn op inburgering.

Denk eraan ook de adviesraden sociaal domein op tijd te betrekken. Vanuit hun perspectief op het totale sociaal domein kunnen zij een waardevolle bijdrage leveren aan de inhoud van het beleidskader. Daarnaast hebben de adviesraden een formele rol in het proces van de

besluitvorming.

Overweeg een informatieavond voor de gemeenteraad te houden waarin de context van de wet, de visie en uitgangspunten, het plan van aanpak, planning en proces worden besproken. Met een informatieavond kan het draagvlak voor de invoering van de nieuwe wet worden vergroot.

Overweeg de mogelijkheid om met een bestuurlijke delegatie een werkbezoek af te leggen aan een azc, een taalschool of een maatschappelijke organisatie die zich richt op

asielstatushouders. Probeer tijdens dit werkbezoek ook een gesprek met asielstatushouders te organiseren waarbij ingegaan kan worden op de verwachtingen ten aanzien van de inburgering, huisvesting, taalaanbod of werken.

Na het vaststellen van het beleidskader, de wetsbehandeling en het publiceren van de lagere

regelgeving kan de gemeentelijke verordening worden opgesteld. In de nieuwe Wet inburgering is geen verplichting opgenomen voor het opstellen van een gemeentelijke verordening, het wordt echter wel aanbevolen. In een gemeentelijke verordening staan onder andere de begripsdefinities, de te volgen werkwijzen, het aanbod aan voorzieningen, de rechten en plichten van de inburgeraar bij aanvang van de inburgering tot en met het afronden ervan en de wijzigingen in aanpalende terreinen zoals de Participatiewet of Wmo.

24

(28)

Gemeenten kunnen gebruikmaken van de Modelverordening nieuwe Wet inburgering (Divosa).

Gemeenten moeten de volgende acties ondernemen:

Inventariseer:

Inventariseer:

de onderwerpen die in de verordening aan bod moeten komen zoals de begripsdefinities, de werkwijze, de rechten en plichten, de handhaving en wijzigingen in relevante beleidsterreinen.

Maak een planning:

Maak een planning:

tot en met het eventueel vaststellen door de gemeenteraad. Hierbij moet ook aandacht zijn voor de planning van onder meer het college van B en W, de adviesraad sociaal domein en de

gemeenteraad. Raadpleeg ook tijdig de griffie zodat de planning goed is afgestemd.

Stel de verordening op:

Stel de verordening op:

en ga daarbij per artikel in op de onderwerpen (zie ‘inventariseer’). Besteed ook aandacht aan de lagere regelgeving.

houd bij het opstellen rekening met de praktische uitvoerbaarheid en toets dit regelmatig bij de klantmanagers.

Stel de verordening vast:

Stel de verordening vast:

door de gemeenteraad.

Tabel 2c: Tijdtafel met acties en deadlines voor de verordening Tabel 2c: Tijdtafel met acties en deadlines voor de verordening

Fase

Fase ActieActie DeadlineDeadline StatusStatus

voorbereidende fase

voorbereidende fase inventariseren februari 2021

voorbereidende fase

voorbereidende fase planning maken februari 2021

uitvoerende fase

uitvoerende fase verordening opstellen juni 2021

besluitvormende fase

besluitvormende fase verordening vaststellen oktober 2021

Aandachtspunten Aandachtspunten

Houd in de planning rekening met de inzagetermijnen en publicatie van de verordening.

Houd rekening met de advisering door de adviesraden sociaal domein en betrek hen tijdig bij de planning.

Houd rekening met de instructie aan de klantmanagers en neem dit mee in de planning.

(29)

Beleidsregels Beleidsregels

Besteed aandacht aan het Divosa-leertraject voor klantmanagers

(https://www.divosa.nl/onderwerpen/training-opleiding/voorbereid-op-de-nieuwe- wetinburgering- training-voor-professionals).

Na het vaststellen van de verordening is het tijd om de beleidsregels te formuleren. Beleidsregels maken de lokale uitvoering van de Wet inburgering concreet en bieden de professionals handvatten voor een effectieve en efficiënte uitvoering. De beleidsregels vullen de wettelijke regels en de regels uit de verordening aan. Het zijn algemene regels waarin onderwerpen uit de verordening zijn uitgewerkt.

Daarbij komen de volgende acties om de hoek kijken:

Inventariseer:

Inventariseer:

​​de onderwerpen die in de beleidsregels nader gespecificeerd moeten worden, zoals de uitvoeringsregels rondom de brede intake en de PIP, de handhaving in het kader van de inburgering of de criteria voor leerroutes.

Maak een planning:

Maak een planning:

​​voor het opstellen van de beleidsregels tot en met het vaststellen ervan door het college of de gemeenteraad.

Stel de beleidsregels op:

Stel de beleidsregels op:

​​​en ga daarbij per artikel in op de onderwerpen (zie ‘inventariseer’). Houd daarbij rekening met:

het afstemmen van de beleidsregels met andere verordeningen en/of beleidsregels (indien nodig).

het bespreken van de beleidsregels met relevante stakeholders, zoals de uitvoerende professionals en de adviesraad.

het aanpassen van de beleidsregels op basis van de uitkomsten van deze besprekingen met relevante stakeholders.

Stel de beleidsregels vast:

Stel de beleidsregels vast:

​​door het college of de gemeenteraad.

Instrueer de uitvoerende professionals.

Instrueer de uitvoerende professionals.

Tabel 2d: Tijdtafel met acties en deadlines voor beleidsregels Tabel 2d: Tijdtafel met acties en deadlines voor beleidsregels

25

26

(30)

Fase

Fase ActieActie DeadlineDeadline StatusStatus

voorbereidende fase

voorbereidende fase inventariseren afgerond

voorbereidende fase

voorbereidende fase planning maken afgerond

uitvoerende fase

uitvoerende fase beleidsregels opstellen maart 2021

besluitvormende besluitvormende fase

fase

beleidsregels vaststellen mei 2021

uitvoerende fase

uitvoerende fase instrueren van klantmanagers

september - oktober 2021

Aandachtspunten Aandachtspunten

Plan voldoende tijd in voor de instructie van de beleidsregels aan de klantmanagers.

Toets tijdens de bespreking van de beleidsregels bij de klantmanagers de duidelijkheid en uitvoerbaarheid ervan.

Wet inburgering 2021, Staatsblad 2021, nr 38 (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2021- 38.html)

21

In Wet inburgering in vraag en antwoord (https://www.divosa.nl/wet-inburgering-vraag-en- antwoord#financi-n) (Divosa) vind je de meest actuele stand van zaken op het gebied van financiën.

22

Op eerstekamer.nl

(https://www.eerstekamer.nl/behandeling/20201221/brief_regering_ontwerp_van_het/info) zijn besluit en regeling gepubliceerd zoals eind december 2020 naar de Tweede en Eerste Kamer verzonden. Ook de antwoorden op de schriftelijke vragen van de Tweede Kamer

(https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/35483_wet_inburgering_2021?df1=vgi8gqaw8fs6) in het kader van de voorhangprocedure bevatten relevante informatie.

23

Zie ook Wet inburgering in vraag en antwoord (https://www.divosa.nl/wet-inburgering-vraag-en- antwoord#algemeen) (Divosa).

24

(31)

In de Memorie van Toelichting is bij de verschillende (wettelijke) taken van de gemeente aangegeven waar de beleidsruimte voor gemeenten zit. Eén van de taken waarbij veel beleidsruimte is gegeven is de ondersteuning en begeleiding van inburgeringsplichtigen

gedurende het traject (bijv. hoe de voortgangsgesprekken worden vormgegeven etc.). Maar ook de invulling van bijvoorbeeld de maatschappelijke begeleiding en het PVT zijn voor een groot deel open gelaten.

25

Dit verschilt per gemeente. In sommige gemeenten worden de beleidsregels vastgesteld door de gemeenteraad.

26

(32)

Model Plan van Aanpak

Hoofdstuk 2.3 Hoofdstuk 2.3

Financiën

Financiële middelen zijn nodig om de lokale uitvoering van de Wet inburgering te bekostigen.

Waarborging van de continuïteit is belangrijk; elke inburgeraar moet kunnen inburgeren.

Gemeenten zijn in de meicirculaire 2020 geïnformeerd over de verdeling van de middelen onder gemeenten ter bekostiging van de uitvoerings- en de invoeringskosten. Dit biedt de gemeenten de gelegenheid om een begroting op te stellen en de kosten of uitgaven te bepalen van de uitvoering- en programmakosten zoals de kosten voor taalonderwijs of andere programma’s. Voor het inzichtelijk maken van die kosten gelden de volgende acties:

Inventariseer:

Inventariseer:

de verwachte kosten voor de uitvoering van de Wet inburgering, bijvoorbeeld door te kijken naar de huidige uitgaven voor inburgeraars bij maatschappelijke organisaties en taalhuizen.

de verwachte inkomsten voor de uitvoering van de Wet inburgering. Maak daarbij een onderscheid in:

de (gemeentelijke) uitvoeringskosten voor bijvoorbeeld de formatie of ICT-ondersteuning;

de programmakosten voor bijvoorbeeld de inkoop van de leerroutes, de maatschappelijke begeleiding of het bevorderen van de financiële zelfredzaamheid;

en de voorbereidingskosten voor de invoering van de nieuwe wet.

Maak een doorrekening:

Maak een doorrekening:

van de (gemeentelijke) uitvoeringskosten om op basis van het werkproces (op hoofdlijnen) een raming te maken van de benodigde uren en de kosten per uur. Deze werkwijze geeft inzicht in de benodigde formatie en de kosten van deze formatie.

van de programmakosten waarbij rekening gehouden wordt met alle programma’s of trajecten die de inburgeraars aangeboden moeten krijgen zoals maatschappelijke begeleiding, het PVT of de leerroutes. Maak hierbij, waar nodig, onderscheid naar de doelgroep. Gemeenten hebben voor asielstatushouders een andere aanbodverplichting dan voor gezins- en overige migranten.

van de voorbereidingskosten waarbij rekening gehouden wordt met de extra inzet van de eigen medewerkers, inhuur van specialisten bij de inkoop of het ICT-ontwerp of projectleiders. Houd daarbij ook rekening met de kosten voor bijvoorbeeld de aanschaf van ICT-applicaties, aanschaf van licenties of abonnementen en training, scholing of deskundigheidbevordering.

Stel een raming op:

Stel een raming op:

op basis van de verwachte kosten van de voorbereiding, uitvoering en programma’s en de inkomsten zoals gemeld in de Voorjaarsnota 2020.

bepaal of op basis van deze begroting de ambities uit het beleidsplan haalbaar en realistisch zijn.

Indien dit niet het geval is:

bepaal of andere financiële middelen aangewend kunnen worden en zo ja, of de gemeente hiertoe bereid is.

ga na of de ambities uit het beleidskader aangepast kunnen worden.

27 28

(33)

Inkoop Inkoop

Stel een begroting op:

Stel een begroting op:

op basis van de informatie uit de Voorjaarsnota 2020.

Stel de begroting vast:

Stel de begroting vast:

door de gemeenteraad.

Tabel 3: Tijdtafel met acties en deadlines voor financiën Tabel 3: Tijdtafel met acties en deadlines voor financiën

Fase

Fase ActieActie DeadlineDeadline StatusStatus

voorbereidende fase

voorbereidende fase inventariseren afgerond

voorbereidende fase

voorbereidende fase doorrekenen afgerond

besluitvormende fase

besluitvormende fase begroting opstellen afgerond

besluitvormende fase

besluitvormende fase begroting controleren afgerond

besluitvormende fase

besluitvormende fase begroting aanpassen afgerond

besluitvormende fase

besluitvormende fase begroting vaststellen april 2021

Aandachtspunten Aandachtspunten

Houd de tussentijdse ontwikkelingen rondom de financiën goed in de gaten, zodat bij wijziging de gevolgen direct doorgerekend kunnen worden.

Gemeenten moeten kiezen hoe zij leerroutes en participatietrajecten gaan aanbieden, zie ook

(34)

hoofdstuk 1 (#in-enkele-stappen-naar-regie-over-de-uitvoering-van-inburgering). De twee opties zijn:

zelf doen of uitbesteden aan derden.

Bij de eerste optie – zelf doen – houdt de gemeente het aanbod in eigen beheer, waarbij ze ook weer twee keuzemogelijkheden heeft. De eerste daarvan is inbesteden: de activiteiten worden dan uitgevoerd door de eigen gemeentelijke organisatie. De tweede is quasi-inbesteden. Hierbij worden de activiteiten door de gemeentelijke organisatie zelf of samen met andere gemeenten ondergebracht in een aparte entiteit met rechtspersoonlijkheid (bijvoorbeeld een gemeenschappelijke regeling).

In de tweede optie die gemeenten hebben voor het aanbieden van leerroutes en participatietrajecten worden de activiteiten uitbesteed aan derden. Dit kan door een overheidsopdracht te verstrekken, een Open House-aanbesteding in te richten of door het verstrekken van subsidie. Uiteraard kunnen gemeenten per leerroute en participatietraject een keuze maken uit bovenstaande opties.

De handreiking Van beleid naar inkoop in de inburgering (PIANOo) ondersteunt gemeenten bij het organiseren van het inburgeringsaanbod in het nieuwe inburgeringsstelsel.

Belangrijke randvoorwaarde voor de uitvoering van bovenstaande opties is het beschikbare budget voor de uitvoering van de programma’s (bijvoorbeeld duale leerroutes, financiële zelfredzaamheid of

maatschappelijke begeleiding). Het is daarom belangrijk om direct na de bekendmaking van de voorjaarsnota een berekening te maken van het beschikbare budget voor de uitvoering van de programma’s.

Bij het selecteren van één van deze opties zijn de volgende acties leidend:

Inventariseer:

Inventariseer:

​​de beste optie(s) voor de gemeente, zie ook de opties hierboven.

Keuze:

Keuze:

​​volg vanaf hier de stappen van de handreiking 'Van beleid naar inkoop in de inburgering' voor de beste optie voor de gemeente.

Planning:

Planning:

​​stel een planning op (op basis van de gekozen optie) om de inkoop gedurende het proces naar de lokale uitvoering van de Wet inburgering op tijd te realiseren.

Tabel 4: Tijdtafel met acties en deadlines voor inkoop Tabel 4: Tijdtafel met acties en deadlines voor inkoop

(35)

Fase

Fase ActieActie DeadlineDeadline StatusStatus

voorbereidende fase

voorbereidende fase inventariseren uiterlijk april 2021

besluitvormende fase

besluitvormende fase keuze maken april 2021

uitvoerende fase

uitvoerende fase uitvoeren uiterlijk september 2021

Aandachtspunten Aandachtspunten

Neem bij het maken van de keuze voor één of een combinatie van de opties de beleidsambities en de beschikbare financiële middelen mee.

Start het inkooptraject tijdig en oriënteer u op de vormgeving van duale trajecten, dat wil zeggen leren en werken in één traject of programma.

Denk na over de synergie van de verschillende (losse) programma’s of programmaonderdelen zoals de MAP, KNM of het PVT en een mogelijke integratie hiervan in duale leerroutes of trajecten.

Houd bij de planning rekening met een tijdige afronding van het inkoop- of inbestedingsproces en reserveer in de planning een periode van minimaal één kwartaal voor het maken van (werk- )afspraken, afstemmen van de werkprocessen, informatie-uitwisseling, voorlichting en de wederzijdse kennismaking van de klantmanagers.

Betrek ervaringsdeskundigen bij de voorbereiding van de inkoop of inbesteding. Op basis van hun ervaringen kunnen zij waardevolle tips en aanwijzingen geven voor een goed en passend programma of een bijdrage leveren bij het opstellen van het Programma van Eisen.

Denk na over de wijze waarop de prestatie- en inspanningsgerichte financiering van de

leerroutes ingericht moet worden. Stel prestatie-indicatoren op basis waarvan de voortgang van de trajecten gemonitord en gefinancierd worden. Neem dit mee in de inkoop of inbesteding van de (taal-)trajecten.

Zorg dat bij de inrichting van de (werk-)processen deze prestatie-indicatoren meegenomen worden. Richt ook de financiële administratie hierop in.

Bekijk de Vragen en antwoorden over Inkoop (https://www.divosa.nl/wet-inburgering-vraag-en- antwoord#inkoop) voor de meest actuele stand van zaken.

(36)

Meicirculaire gemeentefonds 2020

(https://www.rijksoverheid.nl/documenten/circulaires/2020/05/29/meicirculaire- gemeentefonds-2020)

27

Zie voor meer informatie over de financiën Wet inburgering in vraag en antwoord (https://www.divosa.nl/wet-inburgering-vraag-en-antwoord#financi-n)

28

(37)

Model Plan van Aanpak

Hoofdstuk 2.4 Hoofdstuk 2.4

Werkprocessen en ICT-systemen

Om de inburgering voorspoedig te laten verlopen, is het essentieel dat goed duidelijk is hoe

werkprocessen en bijbehorende ICT-systemen de inburgering dienen te ondersteunen. Bij het ontwerp van werkprocessen en bijbehorende ICT-systemen moeten gemeenten zicht krijgen op de stand van zaken van de huidige werkprocessen en ICT-systemen én beoordelen welke onderdelen in het kader van de nieuwe Wet inburgering op lokaal niveau verder moeten worden ontwikkeld.

Binnen het programma Veranderopgave Inburgering (VOI) van het ministerie van SZW werkt het onderdeel ‘voorbereiding uitvoering keten’ aan de kaders die nodig zijn om de benodigde

gegevensuitwisseling voor een goed werkend inburgeringsstelsel mogelijk te maken. De

ketenarchitectuur , die gezamenlijk met architecten van het ministerie van SZW, DUO, VNG- realisatie, gemeenten, COA en IND is opgesteld, vormt hiervoor het uitgangspunt. Ter voorbereiding op de uitvoering van het nieuwe stelsel moeten de nieuwe en aangepaste werkprocessen worden uitgewerkt en beschreven. Als gevolg van deze nieuwe en aangepaste werkprocessen zijn ook

aanpassingen nodig in de informatiesystemen, gericht op de benodigde gegevensuitwisseling binnen de gemeenten en tussen gemeenten en de andere uitvoeringsorganisaties in de keten. Om de impact op de werkprocessen en bijbehorende informatievoorziening te bepalen heeft VNG Realisatie een informatiekundige uitvoeringstoets uitgevoerd, waarin een aantal gemeenten betrokken is geweest.

Verder is in april 2021 het eindrapport ketenproces en gegevensuitwisseling gepubliceerd, opgesteld door SZW. Inmiddels is er op basis van de beschikbare informatie en voortschrijdend inzicht ingezet op deelproducten die vanuit de gezamenlijke ondersteuning vanuit Divosa-VNG-SZW worden aangeboden en gepubliceerd op de websites van de betrokken organisaties.

De volgende acties vragen om aandacht:

29

30

31

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De verbijzonderde interne controle (VIC) wordt uitgevoerd door de interne auditors uit de derde lijn en heeft als doel om, onafhankelijk van de teams die de interne controle

Afspraken plannen met ouders en waar mogelijk de bewoner, voor kennismaking en doornemen van uitkomsten vragenlijst.. Vaststellen van de huidige/ toekomstige

Door de vaststelling van de peildatum op 1 januari 2010 kan tegen personen die tot die datum in het GBA zijn ingeschreven niet handhavend worden opgetreden wegens

De doelstelling van het opstellen van het plan van aanpak is door middel van participatie te komen tot een omgevingsvisie met een breed draagvlak voor het beleid en voor de

De 29 veehouderijen met de grootste emissie van fijn stof, de totale emissie van deze 29 veehouderijen en de totale emissie van fijn stof in het gebied plan van aanpak.. De

Het ziekteverzuim laat een verontrustend signaal zien De dienstverlening is op onderdelen achteruit gegaan Verwachting 2017 vs verwachting 2018.. September/Oktober 2

maatschappelijke verandering gaande is. Het stimuleren en faciliteren van burgerinitiatieven sluit naadloos aan op het bedrijfsplan, de trend, maar ook op de conclusies

Oplossingen Inzet van eigen kracht, inzet netwerk, voorliggende voorzieningen Producten 1. Welk product wordt ingezet om dit doel