Pagina 1
Plan van Aanpak
Naam project: BEUNINGEN ZOEKT ‘SAM BEUNINGEN ZOEKT ‘SAMEN BEUNINGEN ZOEKT ‘SAM BEUNINGEN ZOEKT ‘SAM EN EN EN----SPEL(EN)’ SPEL(EN)’ SPEL(EN)’ SPEL(EN)’
Datum 16-02-2015
Projectbeschrijving Ontwikkeling speelbeleid 2015-2025
Ambtelijke opdrachtgever J. Hanegraaf
Bestuurlijke opdrachtgever College van Burgemeester en Wethouders
Portefeuillehouder P. de Klein
Projectleider/auteur Karin Eppink
Startdatum project 1 februari 2015
(Beoogde) einddatum project 14 juli 2015 (fase 1)
Pagina 2
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleiding 3
1.1 Aanleiding 3
1.2 Uitdaging 3
1.3 Doelstelling 4
Hoofdstuk 2 Aandachtsvelden 6
2.1 Wet- en regelgeving 6
2.2 Richtgetallen 7
2.3 Gemeentelijke (beleids-)plannen 7
2.4 Onderzoeken 8
2.5 Trends en ontwikkelingen 9
Hoofdstuk 3 De aanpak 10
Hoofdstuk 4 Communicatie & samenwerking 13
4.1 Samen-spel(en) 13
4.2 Professionals en samenleving 13
4.3 Communicatiedoelstellingen 14
4.4 Verkenning betrokkenen 15
4.5 Samenwerking gemeenten 17
Hoofdstuk 5 Afbakening fase 1 18
5.1 Feiten en cijfers 18
5.2 Doelgroepen 18
5.3 Resultaat 18
Hoofdstuk 6 Projectorganisatie 20
6.1 Opdrachtgever en opdrachtnemer 20
6.2 Stuurgroep 20
6.3 Projectgroep en poule adviseurs 20
6.4 Panel professionals 21
6.5 Samenleving 21
6.6 Afstemming interne werkgroepen 21
6.7 Externe inzet 22
Hoofdstuk 7 Planning 23
Hoofdstuk 8 Financiën 24
8.1 Huidige financiële situatie 24
8.2 Subsidies 25
Hoofdstuk 9 Risico’s 26
Bijlage 1 Rol- en taakverdeling projectgroep en poule adviseurs 27 Bijlage 2 Proces en planning fase 1 “Beleidsvorming” 28
Bijlage 3 Voorbeelden initiatieven 29
Pagina 3
1 Inleiding
1.1 Aanleiding
In 2010 heeft de gemeenteraad de kadernota ‘Spelenderwijs verder….’
(kenmerk: BW09.01483) vastgesteld. De nota beschrijft de speerpunten voor de ontwikkeling van het speelbeleid. Het huidige speelruimteplan dateert uit 2002. De ontwikkeling van het beleid is vertraagd door capaciteitstekort en ingehaald door de bezuinigingen. Er ligt een flinke bezuinigingsopgave. Minimaal de helft van het aantal voorzieningen moet verdwijnen. Dit plan van aanpak is de eerste stap richting nieuw beleid.
In het plan vindt u informatie over o.a. het proces, planning, financiën, organisatie en samenwerking.
1.2 De uitdaging
In de afgelopen decennia is veel aandacht besteed aan de instandhouding van de huidige voorzieningen. Alle locaties zijn zorgvuldig onderhouden en geïnspecteerd op veiligheid.
Enkele toestellen zijn vervangen en op een aantal locaties zijn nieuwe speelplekken gerealiseerd (o.a. park de Grote Aalst en de Sima).
Bezuinigingsopgave
Anno 2015 begint de houdbaarheid van een aantal voorzieningen onder druk te
staan. Toestellen raken ‘op’ en vervanging wordt noodzakelijk. De financiële
middelen voor de vervanging van toestellen en speelondergronden zijn met de
bezuinigingen van enkele jaren geleden gehalveerd.
Pagina 4
VERNIEUWING?
VERNIEUWING?
VERNIEUWING?
VERNIEUWING?
Wat zijn de wensen van kinderen en jongeren anno 2015?
Als we samen keuzes moeten maken, wat vinden we dan écht
belangrijk?
Wat wil en kan de samenleving hierin
betekenen?
In de programmabegroting 2013-2016 staat hierover het volgende vermeld:
“Halvering van de voorziening voor speeltuinen zorgt op termijn naar verwachting voor ten minste een halvering van het huidige aantal speelvoorzieningen. In de nog op te stellen nota “speelvoorzieningen” zullen we aangeven wat het effect op wijkniveau is“
In hoofdstuk 8 van dit Plan van Aanpak is gedetailleerde financiële informatie opgenomen.
De bezuinigingsopgave is fors. De helft van het aantal voorzieningen moet minimaal verdwijnen. Dit vraagt ons anders naar spelen en ontmoeten in de openbare ruimte te kijken. De centrale vraag die we ons stellen is:
Hoe kunnen we met de gehalveerde middelen de waarde van ‘spelen en ontmoeten in de openbare ruimte’
zoveel mogelijk behouden?
Is de halvering van het aantal voorzieningen de oplossing? Of moeten we onze kijk op speelruimte drastisch vernieuwen?
1.3 Doelstelling
Het te ontwikkelen beleid geeft invulling aan de bezuinigingsopgave en concreet richting
aan het speelbeleid voor de komende 10 jaar. Hierin zit een financiële opgave, maar ook
een opgave voor vernieuwing, creativiteit en samenwerking. We gaan op zoek naar
oplossingen om met minder middelen toch zoveel mogelijk speel- en ontmoetingswaarde
voor kinderen en jongeren te creëren.
Pagina 5 Om de doelstelling concreet en meetbaar te maken, is hieronder een inschatting gemaakt van de vijf onderdelen van de SMART-methode. De onderwerpen komen in het Plan van Aanpak nader aan bod.
SSSS pecifiek Op 14 juli 2015 is het speelbeleid (fase 1) gereed voor besluitvorming.
M M M
M eetbaar Het beleidsplan geeft invulling aan de bezuinigingsopgave conform de Programmabegroting 2013-2016.
A AA
A cceptabel De actualisatie of ontwikkeling van het speelbeleid staat al enkele jaren op de (bestuurlijke) agenda.
RRRR ealistisch De ontwikkeling van het speelbeleid is grotendeels geborgd in de capaciteitsplanning en er zijn financiële middelen beschikbaar voor de inhuur van specialistische ondersteuning.
TTTT ijdgebonden De beleidsontwikkeling start 1 februari ‘15 en is gereed op 14 juli
‘15.*
De onderwerpen “Realistisch” en “Tijdgebonden” (*) worden sterk beïnvloed door
ontwikkelingen in de samenleving over dit onderwerp. De benodigde ambtelijke inzet en
flexibiliteit hangen hier nauw mee samen.
Pagina 6
SAMENWERKING?
SAMENWERKING?
SAMENWERKING?
SAMENWERKING?
Hoe kunnen we samen de veiligheid van kinderen borgen?
Wat kan de samenleving zelf?
Waarin kunnen wij ondersteunen?
2 Aandachtsvelden
2.1 Wet- en regelgeving
Op het terrein van speelruimte is diverse wet- en regelgeving. De wet- en regelgeving richten zich op het creëren van veilige speelomstandigheden voor kinderen. Hierin worden ongelukjes niet volledig uitgesloten. Waar kinderen spelen, gebeuren ongelukjes. Op dit moment worden alle voorzieningen met regelmaat geïnspecteerd en onderhouden. De werkzaamheden vinden plaats door de gemeentelijke buitendienst. Zij houden rekening met onderstaande wet- en regelgeving. In het beleidsplan wordt hier verder
op ingegaan.
Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen
De Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS) borgt de veiligheid van speeltoestellen. Actuele informatie is te vinden op www.wetten.overheid.nl NEN-EN normering
NEN-EN 1176 en NEN-EN 1177 zijn de Europese normen met veiligheidseisen. NEN-EN 1176
bevat de algemene veiligheidseisen en aanvullende eisen voor onderhoud (o.a. Inspectie)
en verschillende typen speeltoestellen. De NEN-EN 1177 bevat de veiligheidseisen voor
ondergronden.
Pagina 7
CREATIVITEIT?
CREATIVITEIT? CREATIVITEIT?
CREATIVITEIT?
Worden kinderen en jongeren uitgenodigd tot spelen, ontmoeten
en bewegen in hun eigen leefomgeving?
2.2 Richtgetallen
Naast de wet- en regelgeving zijn er diverse
richtgetallen die een relatie hebben met het speelbeleid.
Twee voorbeelden zijn:
Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) Om een gezonde en fitte volwassenen te
worden, moeten kinderen elke dag minimaal één uur matig intensief bewegen.
Richtgetal Groen (Groenbeleidsplan 2012) De gemeente streeft naar 100 m2 bruikbaar en toegankelijk openbaar groen per woning.
2.3 Gemeentelijke (beleids-)plannen
Bij de ontwikkeling van het speelbeleid wordt rekening gehouden met reguliere
(beleids-)plannen. In deze paragraaf zijn een aantal plannen genoemd. De plannen hebben indirect een relatie met spelen en ontmoeten in de openbare ruimte. Hierin speelt beleving een belangrijke rol.
Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte 2012 (HKOR)
In het HKOR zijn de kwaliteitsambities voor de openbare ruimte voor de korte en lange termijn vastgelegd. Het kwaliteitsniveau voor de korte termijn kenmerkt zich door versobering.
Groenbeleidsplan (2012)
In het groenbeleidsplan is het belang van groene ruimte voor kinderen toegelicht. Het plan hanteert een richtgetal bruikbaar en toepasbaar openbaar groen per woning.
Groenbeheerplan (2013)
In het groenbeheerplan is het beheer en onderhoud van de speelondergronden uitgewerkt.
De ondergronden worden op een kwaliteitsniveau B (CROW) onderhouden.
Gemeentebrede structuurvisie 2012-2022
In de gemeentebrede structuurvisie staat de bevolkingsontwikkeling centraal. Tot 2030 neemt het aantal kinderen en jongeren in de gemeente af. In de visie zijn de ruimtelijke opgaven voor de toekomst uitgewerkt.
Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan 2012 (GVVP)
In het GVVP worden kinderen als één van de kwetsbare groepen in het verkeer genoemd.
In een verkeerspoll hebben inwoners hun mening over de bereikbaarheid en veiligheid van
speelvoorzieningen geuit.
Pagina 8 Duurzaam Beuningen 2013-2017
In de beleidsnota Duurzaam Beuningen is de ambitie opgenomen om in 2015 honderd procent duurzaam in te kopen.
Ruimtelijke ontwikkelingen
In de gemeente staan diverse ruimtelijke ontwikkelingen op de planning. Voorbeelden zijn de Hutgraaf, Beuningse Plas en de Kloosterhof, maar ook kleinschalige aanpassingen in bestaande openbare ruimte kunnen van invloed zijn op de speelwaarde van de
leefomgeving.
2.4 Onderzoeken
In de afgelopen jaren zijn diverse onderzoeken over spelen, gezondheid en welzijn van kinderen en jongeren uitgevoerd. Enkele voorbeelden zijn:
• Onderzoek buitenspelen TNS NIPO (2013);
• Onderzoek overgewicht kinderen regio Nijmegen GGD (2003-2009);
• Onderzoek psychosociale problemen regio Nijmegen GGD (2008-2010);
• Regiorapport kindermonitor 2009/2010 (tot 12 jaar);
• E-MOVO jongeren klas 2 en 4 regio Nijmegen GGD (2011-2012);
• Bevolkingsprognose Beuningen.
De onderzoeken geven belangrijke achtergrondinformatie over het welzijn van kinderen, het huidige speelgedrag van kinderen en de demografische ontwikkeling van de gemeente.
De informatie wordt meegenomen bij de ontwikkeling van een visie op het speelbeleid.
Bron: www.jantjebeton.nl (de kracht van buitenspelen)
Pagina 9 2.5 Trends en ontwikkelingen
De overheid en de samenleving zijn volop in ontwikkeling. Thema’s als de veranderende overheid, de digitalisering van de samenleving, de participatiesamenleving en de verduur- zaming van de samenleving zijn aan de orde van dag. Hieronder zijn een aantal specifieke thema’s toegelicht.
Veranderende overheid & samenleving
Iedereen komt minimaal één keer in zijn of haar leven met het onderwerp spelen en ontmoeten in aanraking. Dit kan in een bepaalde levensfase zijn: als kind, jongere, ouder of grootouder, maar mensen kunnen ook beroepsmatig betrokken zijn. Denk aan onderwijs-, welzijns- en zorginstellingen, maar ook de kinderopvang, sportverenigingen en bedrijven hebben een relatie met spelen en ontmoeten in de openbare ruimte. De verschillende partijen ofwel de samenleving zijn volop in beweging. Welke ideeën leven er anno 2015 over spelen en ontmoeten? In hoeverre hebben de veranderingen invloed op het speelbeleid?
Digitalisering van de samenleving
Kinderen en tieners van nu groeien op met digitalisering en kennen niet anders. De digitale communicatie over en weer groeit en het aantal kinderen dat dagelijks gamet neemt fors toe. Welke invloed heeft de digitalisering op het thema spelen en ontmoeten in de openbare ruimte? Welke behoefte leeft er onder de kinderen en tieners? En welke ontwikkelingen wil de overheid graag stimuleren?
Veranderende bevolkingssamenstelling
De bevolkingssamenstelling is onderhevig aan grote veranderingen in leeftijdsopbouw, maar ook gezinsopbouw. Welke verandering staat onze gemeente te wachten? Wat betekent dit voor het huidige aanbod aan voorzieningen?
Verduurzaming van de samenleving
De overheid werkt hard aan de verduurzaming van de samenleving. Duurzaamheid is een breed begrip en kan op veel manieren worden ingevuld. Welke kansen liggen er op het terrein van speelruimte? Een belangrijke uitdaging is duurzame inkoop, maar wat is er nog meer mogelijk?
Klimaatbestendige openbare ruimte
Het klimaat is aan het veranderen. Steeds vaker worden we geconfronteerd met heftige
regenbuien en hogere temperaturen. De openbare ruimte heeft ruimte nodig voor het
opvangen van piekbuien, de opname van CO2 en de koeling van ons gebied. Deze ruimte is
er niet altijd. In de toekomst wordt de combinatie van ruimteclaims steeds belangrijker. In
hoeverre kunnen we hier met het speelbeleid op inspelen?
Pagina 10
3 De aanpak
3.1 Fasen
We onderscheiden twee fasen: fase 1 de beleidsontwikkeling en fase 2 de uitwerking. Dit plan van aanpak richt zich op fase 1, de beleidsontwikkeling, met een doorkijk naar fase 2, de uitwerking. Fase 1 bestaat uit de volgende stappen:
• stap 1: voorbereiding;
• stap 2: inventarisatie en analyse;
• stap 3: beleidsvisie en invulling(-en);
• stap 4: aanpak en speelveld fase 2;
• stap 5: eindredactie en besluitvorming.
In elke stap staan één of meer onderdelen van het beleid centraal. Dit gebeurt in werksessies met de stuurgroep, een panel professionals, de projectgroep en met een schriftelijke enquête voor bewoners. Hieronder worden de stappen beknopt toegelicht.
Stap 1: Voorbereiding
In de eerste stap is het voorliggende Plan van Aanpak (PvA) ontwikkeld. Het plan vormt de basis voor de beleidsontwikkeling. Het college van burgemeester en wethouders stelt het plan vast.
Wat staat er te gebeuren?
Samenleving Professionals College/
gemeenteraad
Stuurgroep/ projectgroep
- Informatiebericht website en Koerier
Onderwerpen:
herhaling bezuinigingsopgave en
informatie aanpak
- - Besluitvorming Plan van Aanpak in het college
(risem in de gemeenteraad)
- Optioneel: presentatie commissie Ruimte
Onderwerp: Plan van Aanpak
- Reactieronde concept
Plan van Aanpak
Pagina 11 Stap 2: Inventarisatie en analyse
Na de vaststelling van het Plan van Aanpak wordt het panel (externe) professionals
geworven. Dit panel speelt een belangrijke rol in stap 3. In de afgelopen periode is er al veel informatie verzameld. Deze informatie wordt verder aangevuld en verwerkt. Er vinden startbijeenkomsten met de stuurgroep en projectgroep plaats. Agendapunten voor deze bijeenkomsten zijn de inventarisatie en analyse en de schriftelijke enquête voor bewoners.
De uitvoering van de schriftelijke enquête maakt onderdeel uit van stap 2.
Wat staat er te gebeuren?
Samenleving Professionals College/
Gemeenteraad
Stuurgroep/ Projectgroep
- Schriftelijke enquête - Werving panel professionals
- - Startbijeenkomst
projectgroep - Startbijeenkomst
stuurgroep
Onderwerpen:
inventarisatie/analyse en enquête
Stap 3: Beleidsvisie en invulling(-en)
In stap 3 staat de ontwikkeling van de beleidsvisie centraal. Hiervoor vinden
brainstormsessies met de projectgroep en het panel professionals plaats. De resultaten van de tweede stap vormen een belangrijke basis voor de visievorming. De visie geeft de speerpunten voor het speelbeleid 2015-2025 weer. De eerste ideeën over de visie worden met de stuurgroep besproken. Indien de visie zoveel richting geeft dat er één invulling mogelijk is, wordt deze ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeenteraad.
Indien de visie aanleiding geeft voor de uitwerking van meerdere varianten wordt hier nader invulling aan gegeven.
Wat staat er te gebeuren?
Samenleving Professionals College/
Gemeenteraad
Stuurgroep/ Projectgroep
- Informatiebericht website en Koerier:
Onderwerp: terugkoppeling resultaten enquête
- Optioneel: persoonlijk
ophalen van enquêtes
- Brainstormsessie panel professionals;
- Optioneel: interviews professionals
Onderwerpen:
beleidsvisie en invulling(-en)
- - Brainstormsessie
projectgroep - Bijeenkomst stuurgroep
Onderwerpen:
beleidsvisie en invulling(-en) beheer en onderhoud
financiën
Pagina 12 Stap 4: Aanpak en speelveld fase 2
In de vierde stap wordt de aanpak van fase 2 (uitwerking van beleid) geformuleerd. De invulling van de rol van de samenleving en de definitie van het ‘speelveld’ voor de
samenleving staan hierin centraal. Een belangrijk uitgangspunt is dat de aanpak haalbaar is binnen de huidige omstandigheden. Dit geldt voor de samenleving, maar ook voor de gemeentelijke organisatie. Factoren als capaciteit, financiën en planning zijn bepalend voor de mogelijkheden in de aanpak. In stap 4 wordt naast de aanpak ook het ‘speelveld’ voor de samenleving geformuleerd. Waar de rol van de samenleving zich in de eerste fase beperkt tot het delen van ideeën, wordt in fase 2 ruimte aan de samenleving gegeven om binnen het vastgestelde speelveld mee te denken en mee te doen.
Wat staat er te gebeuren?
Samenleving Professionals College/
Gemeenteraad
Stuurgroep/ Projectgroep
- - Bijeenkomst panel
professionals
Onderwerpen:
terugkoppeling resultaten aanpak en speelveld
fase 2
- - Bijeenkomst
projectgroep - Bijeenkomst stuurgroep
Onderwerpen:
terugkoppeling resultaten aanpak en speelveld fase 2
Stap 5: Eindredactie en besluitvorming
In de laatste stap worden het beleidsplan en het raadsvoorstel opgemaakt. Het beleidsplan wordt ter besluitvorming aan de gemeenteraad voorgelegd. In het voorstel is de aanpak voor fase 2 ‘de uitwerking’ verwerkt.
Wat staat er te gebeuren?
Samenleving Professionals College/
Gemeenteraad
Stuurgroep/ Projectgroep
- Informatiebericht website en Koerier:
Onderwerpen:
vaststelling beleid informatie fase 2
- - Besluitvorming
speelbeleid in de gemeenteraad - Presentatie speelbeleid
in de commissie Ruimte
- Projectgroep en stuurgroep
Onderwerp: reactieronde
speelbeleid en
raadsvoorstel
Pagina 13
4 Communicatie & Samenwerking
4.1 Samen-spel(en)
De titel van dit plan van aanpak is BEUNINGEN ZOEKT ‘SAM BEUNINGEN ZOEKT ‘SAM BEUNINGEN ZOEKT ‘SAM BEUNINGEN ZOEKT ‘SAMEN EN EN----SPEL(EN)’ EN SPEL(EN)’ SPEL(EN)’. SPEL(EN)’ Het woord
‘samenspel’ heeft in de Nederlandse taal verschillende betekenissen. De volgende betekenis is treffend in de zoektocht naar samenwerking:
“de wijze waarop verschillende personen elkaar steunen bij een spel opgave of een geheel vormen”
In dit project spreken we niet over een spel, maar over een opgave. Het is een gezamenlijke opgave om de bezuinigingsopgave in te vullen en te zoeken naar zoveel mogelijk
(speel-)waarde. Dit vraagt begrip voor ideeën en meningen van anderen en ruimte voor het afwegen van belangen. In het vorige hoofdstuk is de fasering/aanpak beschreven. In de volgende paragrafen gaan we verder in op de samenwerking en communicatie.
4.2 Professionals en samenleving
In hoofdstuk 3 zijn de termen ‘samenleving’ en ‘professionals’ genoemd. Zij hebben een belangrijke rol in de eerste fase van het project. We richten ons op mensen die privé of beroepsmatig bij het onderwerp zijn betrokken. De samenwerking met de samenleving en de professionals wordt als volgt opgepakt:
Panel professionals (maximaal 12 personen)
We nodigen een aantal professionals uit die vanuit hun doelstelling waarde hechten aan het speelbeleid en specifieke kennis kunnen bijdragen. De focus ligt op lokale partijen die in hun functie te maken hebben met specifieke groepen als schoolgaande kinderen, jongeren en kinderen in hun vrije tijd.
Het panel wordt gevraagd om mee te denken over het nieuwe speelbeleid. De gemeente deelt haar visie met het panel (informeren) en gaat hierover met het panel in overleg (meedenken). Het panel komt voor de beleidsontwikkeling twee keer bij elkaar.
Samenleving (enquête)
De samenleving wordt uitgenodigd hun mening en ideeën te laten horen. Dit gebeurt met
een enquête (schriftelijk of digitaal). Voor kinderen en jongeren is een 18¯-versie. De
resultaten van de enquête worden gebruikt voor de visievorming. Indien de tijd het toe laat
gaan we enkele straten/buurten bezoeken om betrokkenen zelf te spreken. Hiermee hopen
we het beeld ‘wat leeft er?’ te versterken en onze betrokkenheid richting de bewoners te
tonen. Deze activiteit is nog optioneel omdat de planning vrij strak is.
Pagina 14 In de eerste fase, de beleidsontwikkeling, richt de communicatie zich op het verzamelen van meningen en ideeën over:
• spelen en ontmoeten in het algemeen;
• spelen en ontmoeten in eigen omgeving;
• bereidheid om mee te denken en mee te doen in fase 2 ‘de uitwerking’.
In fase 1: de beleidsontwikkeling, wordt nagedacht over de aanpak van fase 2: de
uitwerking. Hierin wordt het speelveld voor de samenleving geformuleerd. Het ‘speelveld’
geeft aan welke participatie mogelijk is en welke spelregels gelden. De resultaten uit fase 1 zijn bepalend voor de invulling van fase 2. Uitgangspunt is dat we de samenleving
betrekken. Bij de invulling van de aanpak spelen factoren als capaciteit, tijd en financiën een belangrijke rol. De aanpak en het proces moeten voor alle partijen haalbaar zijn. In fase 1 gaan we op zoek naar een passende invulling.
4.3 Communicatiedoelstellingen
De in- en externe communicatie tijdens de beleidsontwikkeling richt zich op het
informeren, inspireren en stimuleren van partijen (in- en extern). Op hoofdlijnen betekent dit het volgende:
Informeren bezuinigingsopgave
Bij aanvang van het project staat het informeren van betrokkenen centraal. We staan uitgebreid stil bij de financiële opgave en de aanpak van het speelbeleid. De financiële opgave kan door het verstrijken van de jaren op de achtergrond zijn geraakt. Het is van belang dat iedereen de opgave weer scherp heeft.
Inspireren tot vernieuwing
De opgave is fors. Betrokkenen kunnen hier positief, negatief of neutraal in staan. De communicatie richt zich op het inspireren van mensen. We hopen de betrokkenheid bij de opgave te vergroten, het gezichtsveld van mensen te verruimen en hen te aan moedigen over de opgave na te denken. We zetten gericht in op betrokkenen waar eerste tekenen van 'beweging' zichtbaar zijn en/of waar deze nog van kan worden verwacht.
Stimuleren tot activiteiten
Naast het informeren en inspireren richt de communicatie zich op het stimuleren van activiteiten. In eerste instantie om mensen deel te laten nemen aan de enquête. In tweede instantie om verbindingen en samenwerking tot stand te brengen voor fase 2 de uitwerking van het beleid.
We maken gebruik van verschillende (reguliere) communicatiemiddelen en ons eigen
netwerk om betrokkenen te bereiken. Voor zover de planning dit toelaat kiezen we voor
een persoonlijke benadering.
Pagina 15 4.4 Verkenning betrokkenen
In paragraaf 4.2 staat beschreven hoe we de communicatie en samenwerking met professionals en de samenleving willen vormgeven. Maar wie bedoelen we eigenlijk met deze professionals en de samenleving? Hieronder is een overzicht met partners
opgenomen. Voor elke partij is een inschatting gemaakt van de rollen en belangen in het speelbeleid. De lijst is niet compleet en wordt gaandeweg de ontwikkeling verder aangevuld.
Partners (sub-)partners Welke rol? Belangen
Scholen Basisscholen Peuterspeelzalen
Verbinder/spil Sparringspartner
Gebruiker
Kindvriendelijke omgeving van de scholen.
Gezondheid en veiligheid kinderen.
Kinderopvang Dagopvang Naschoolse opvang
Verbinder/spil Sparringspartner
Gebruiker
Kindvriendelijke omgeving van de opvang.
Gezondheid en veiligheid kinderen.
Bewoners Kinderen Aanjager
Sparringspartner Gebruiker
Leuke, uitdagende speelomgeving om te spelen/ontmoeten.
Jongeren Aanjager
Sparringspartner Gebruiker Initiatiefnemer
Ouders/
verzorgers
Aanjager Initiatiefnemer Verbinder/spil Sparringspartner
Kindvriendelijke woonomgeving.
Gezondheid en veiligheid kinderen.
Sociale belangen (ontmoetingsplek).
Vrijwilligers Sparringspartner Aanjager Initiatiefnemer
Bijdrage leveren aan de samenleving.
Bewoners - tegenstanders van speelvoorzieningen in de
woonomgeving
Gesprekspartner Beperking overlast in woonomgeving.
Buurtvereni- gingen
Sparringspartner Verbinder/spil
Aanjager Initiatiefnemer
Een prettige woonomgeving voor alle doelgroepen in de buurt/wijk.
Speeltuin- verenigingen
Sparringspartner Verbinder/spil
Aanjager Initiatiefnemer
Beheerder
Speelplezier voor kinderen, fijne sfeer en betrokkenheid in de wijk.
Politie/
Handhaving &
Informant
“Beheerder”
Een veilige speelomgeving voor kinderen.
Pagina 16
Partners (sub-)partners Welke rol? Belangen toezicht
Dijkmagazijn Sparringspartner
Gebruiker
Een natuurlijke speelomgeving voor kinderen (om te spelen en te leren).
Vrijwillig Landschapsbeh eer Beuningen
Beheerder Vrijwilligerswerk in het landschap. Een natuurlijke speelomgeving voor kinderen.
Stichting Perspectief
Sparringspartner Verbinder/spil
Aanjager Initiatiefnemer
Welzijn van kinderen en jongeren.
Buur- gemeenten
Sparringspartner Samenwerkings-
partner
Financieel belang (kostenbesparing op het terrein van spelen).
Voldoende aantrekkelijke speelvoorzieningen voor kinderen in de regio.
Recreatie/- horeca- ondernemers
N.n.t.b. Sparringspartner
Initiatiefnemer Investeerder
Sponsor
Economisch belang en een maatschappelijk belang (bijv. MVO).
WSW-bedrijven Sparringspartner
Verbinder/spil Beheerder
Nuttige en aangename dagbesteding van mensen met een beperking.
Gelderse Sportfederatie
Gesprekspartner Gezonde en actieve leefstijl van kinderen (kennisuitwisseling en coaching gemeenten).
NUSO (Nederlandse Unie van Speeltuin- organisaties)
Gesprekspartner Voldoende en kwalitatief goede speelruimte.
Provincie Gelderland
Gesprekspartner Subsidiepartij
Vitale kernen en wijken.
Behoud en versterking leefbaarheid en veiligheid.
Gezondheid kinderen.
Jantje Beton Sparringspartner
Subsidiepartij
Voldoende en kwalitatief goede speelruimte.
Sportvereni- gingen
Sparringspartner Initiatiefnemer
Gezondheid kinderen.
Stichting Landschaps- beheer Gelderland
Sparringspartner Een natuurlijke speelomgeving voor kinderen.
Pagina 17 4.5 Samenwerking gemeenten
Bij de totstandkoming van dit Plan van Aanpak zijn de mogelijkheden voor regionale samenwerking verkend. We hebben ons de vraag gesteld of regionale samenwerking voor het speelbeleid van meerwaarde is. Deze meerwaarde is er vooral voor het onderdeel visie.
Het delen van kennis en ervaringen kan elke gemeente verrijken. In de uitwerkingsfase van de beleidslijnen naar de praktische invulling op kern-, wijk- en/of buurtniveau wordt de meerwaarde van regionale samenwerking minder gezien. Deze slag vraagt veel
gebiedskennis en maatwerk.
Uit een verkenning met regiogemeenten die al actief zijn of nog gaan worden op het terrein van spelen is contact gelegd met de gemeente Druten en de gemeente Heumen. De
gemeente Heumen heeft de kadernota ‘Omvorming speelvoorzieningen naar natuurlijk spelen’ vastgesteld en is bezig hier concreet invulling aan te geven.
De bezuinigingsopgave van de gemeente Druten komt overeen met de opgave van de gemeente Beuningen. De gemeente Druten probeert de huidige speelvoorzieningen zolang mogelijk in stand te houden en heeft (nog) geen bestuurlijke opdracht om het huidige beleid te actualiseren en/of te vernieuwen. Op dit moment ligt hier nog niet de prioriteit.
We hebben in goed overleg besloten dat de processen van de verschillende gemeenten
momenteel te ver uit elkaar liggen om de samenwerking op dit terrein te starten. We
blijven uiteraard wel kennis en ervaringen delen om de krachten in de regio te bundelen.
Pagina 18
INNOVATIE?
INNOVATIE? INNOVATIE?
INNOVATIE?
Wie zijn belanghebbenden van
‘speelruimte’?
Zijn er verbindingen mogelijk?
5 Afbakening fase 1
5.1 Feiten en cijfers
De gemeente Beuningen heeft op dit moment circa negentig locaties met voorzieningen.
De voorzieningen variëren van speeltuintjes, jeugdontmoetingsplekken (JOP’s) tot trapveldjes en voorzieningen met spelaanleidingen.
5.2 Doelgroepen
De beleidsontwikkeling richt zich op de voorzieningen voor kinderen van 0 t/m 12 jaar en jongeren van 13 t/m 18 jaar. We richten ons op de fysieke voorzieningen in onze
leefomgeving. Hieronder worden de speeltuintjes, speelveldjes en ontmoetingsplekken verstaan. Bij de jeugdontmoetingsplaatsen (JOP’s) gaat het om de onbebouwde
voorzieningen in de buitenruimte. Grootschalige sportvoorzieningen (o.a. kunstgrasvelden) vallen niet onder het speelbeleid met uitzondering van het kunstgrasveldje bij de Ooigraaf bij de JOP.
5.3 Resultaat
Het eindproduct van fase 1 is een ‘beleidsplan’ met op hoofdlijnen onderstaande onderdelen. Het woord beleidsplan staat hier tussen aanhalingstekens omdat de presentatievorm van het beleid nog niet vaststaat. Het onderwerp leent zich mogelijk voor een eigentijdse vorm. Het beleidsplan heeft een looptijd van tien jaar.
Inventarisatie en analyse
In de inventarisatie en analyse komen diverse onderwerpen als het aantal voorzieningen, de routing, het gebruik en de speelwaarde van de voorzieningen aan bod. Maar ook aanverwante onderwerpen als de bevolkingsopbouw en de gezondheid van kinderen en jongeren worden besproken.
Beleidsvisie
De kern van het beleidsplan vormt de visie. Deze visie beschrijft wat buitenspelen en ontmoeten anno 2015 inhoudt en welke onderwerpen van belang zijn bij de invulling van het beleid en de bezuinigingsopgave.
Invulling(en)
Op basis van de visie wordt het beleid
op kernniveau uitgewerkt. Naast een
concrete invulling van de voorzieningen
wordt aandacht besteed aan het toekomstige
beheer en onderhoud en de financiële
haalbaarheid.
Pagina 19 Aanpak en speelveld fase 2
Bij de ontwikkeling van het beleid wordt vooruit gekeken naar fase 2 ‘de uitwerking’. De aanpak en het speelveld voor de samenleving worden bepaald. Er wordt duidelijk onderscheid gemaakt in de kaders en het speelveld.
Uitvoeringsprogramma
Bij het beleidsplan wordt een uitvoeringsprogramma ontwikkeld. Hierin staat op hoofdlijnen beschreven welke projecten wanneer worden opgepakt en welke financiële middelen hiervoor zijn begroot.
FASE 1
BELEIDSVORMING
FASE 2
UITWERKING
Wanneer? Vanaf 1 februari 2015
Vanaf 14-07-2015 (na vaststelling beleid door de
gemeenteraad)
Niveau van uitwerking?
Het speelbeleidsplan bevat een nieuwe visie op spelen/ontmoeten in de
openbare ruimte.
Per kern is bekend welke voorzieningen er worden gehandhaafd, verwijderd,
omgevormd of aangelegd.
De aanpak en het speelveld voor de samenleving bij de uitwerking zijn
geformuleerd (fase 2).
Het plan bevat uitgangspunten voor het toekomstige beheer en onderhoud.
Het uitvoeringsprogramma bevat een globaal overzicht van de projecten, de
planning en financiën.
De projecten uit het uitvoeringsprogramma worden ruimtelijk en technisch uitgewerkt.
Het in fase 1 geformuleerde speelveld wordt in dialoog met de samenleving
ingevuld.
De werkzaamheden worden aanbesteed en
uitgevoerd.
Pagina 20
6 Projectorganisatie
6.1 Opdrachtgever en opdrachtnemer
De bestuurlijke opdrachtgever is het college van Burgemeester & Wethouders. De ambtelijke opdrachtgever is het hoofd Openbare Ruimte en de opdrachtnemer is de beleidsmedewerker Openbare Ruimte (projectleider).
6.2 Stuurgroep
Voor de begeleiding van het speelbeleidsplan wordt een stuurgroep ingesteld. Deze stuurgroep staat onder leiding van de portefeuillehouder Ruimte, Water en Energie. Naast de portefeuillehouder bestaat de stuurgroep uit:
• portefeuillehouder van Jeugd- en Jongerenwerk en Sport
• afdelingshoofd Openbare Ruimte
• beleidsmedewerker Openbare Ruimte (projectleider speelbeleid)
De stuurgroep geeft richting aan discussiepunten en stuurt het project aan. De stuurgroep komt bij elkaar voorafgaand aan de agendering van stukken voor besluitvorming en belangrijke communicatiemomenten met de samenleving. De stuurgroep komt twee keer bij elkaar.
6.3 Projectgroep en poule adviseurs
Voor de ontwikkeling van het beleid wordt een kleine projectgroep (kernteam)
samengesteld met een poule ‘losse’ adviseurs. De omvang van de projectgroep is bewust klein gelaten om zo efficiënt mogelijk met capaciteit om te gaan. De poule adviseurs is gevarieerd. De projectleider bewaakt de inbreng van de adviseurs gedurende het ontwikkelingsproces. De samenstelling van de projectgroep en de poule adviseurs is als volgt:
Projectgroep
Beleidsmedewerker Openbare Ruimte (projectleider en schrijver) 280 uur
Beleidsmedewerker Jeugd- en Jongerenwerk 40 uur
Groenbeheerder 40 uur
Medewerker Techniek 40 uur
Ontwerper Openbare & Stedelijke Ruimte 90 uur
Wijkcoördinator 40 uur
PM ondersteuner 50 uur
1Externe adviseur participatie PM uur
1