• No results found

Plan van Aanpak

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Plan van Aanpak "

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Pagina 1

Plan van Aanpak

Naam project: BEUNINGEN ZOEKT ‘SAM BEUNINGEN ZOEKT ‘SAMEN BEUNINGEN ZOEKT ‘SAM BEUNINGEN ZOEKT ‘SAM EN EN EN----SPEL(EN)’ SPEL(EN)’ SPEL(EN)’ SPEL(EN)’

Datum 16-02-2015

Projectbeschrijving Ontwikkeling speelbeleid 2015-2025

Ambtelijke opdrachtgever J. Hanegraaf

Bestuurlijke opdrachtgever College van Burgemeester en Wethouders

Portefeuillehouder P. de Klein

Projectleider/auteur Karin Eppink

Startdatum project 1 februari 2015

(Beoogde) einddatum project 14 juli 2015 (fase 1)

(2)

Pagina 2

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Inleiding 3

1.1 Aanleiding 3

1.2 Uitdaging 3

1.3 Doelstelling 4

Hoofdstuk 2 Aandachtsvelden 6

2.1 Wet- en regelgeving 6

2.2 Richtgetallen 7

2.3 Gemeentelijke (beleids-)plannen 7

2.4 Onderzoeken 8

2.5 Trends en ontwikkelingen 9

Hoofdstuk 3 De aanpak 10

Hoofdstuk 4 Communicatie & samenwerking 13

4.1 Samen-spel(en) 13

4.2 Professionals en samenleving 13

4.3 Communicatiedoelstellingen 14

4.4 Verkenning betrokkenen 15

4.5 Samenwerking gemeenten 17

Hoofdstuk 5 Afbakening fase 1 18

5.1 Feiten en cijfers 18

5.2 Doelgroepen 18

5.3 Resultaat 18

Hoofdstuk 6 Projectorganisatie 20

6.1 Opdrachtgever en opdrachtnemer 20

6.2 Stuurgroep 20

6.3 Projectgroep en poule adviseurs 20

6.4 Panel professionals 21

6.5 Samenleving 21

6.6 Afstemming interne werkgroepen 21

6.7 Externe inzet 22

Hoofdstuk 7 Planning 23

Hoofdstuk 8 Financiën 24

8.1 Huidige financiële situatie 24

8.2 Subsidies 25

Hoofdstuk 9 Risico’s 26

Bijlage 1 Rol- en taakverdeling projectgroep en poule adviseurs 27 Bijlage 2 Proces en planning fase 1 “Beleidsvorming” 28

Bijlage 3 Voorbeelden initiatieven 29

(3)

Pagina 3

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In 2010 heeft de gemeenteraad de kadernota ‘Spelenderwijs verder….’

(kenmerk: BW09.01483) vastgesteld. De nota beschrijft de speerpunten voor de ontwikkeling van het speelbeleid. Het huidige speelruimteplan dateert uit 2002. De ontwikkeling van het beleid is vertraagd door capaciteitstekort en ingehaald door de bezuinigingen. Er ligt een flinke bezuinigingsopgave. Minimaal de helft van het aantal voorzieningen moet verdwijnen. Dit plan van aanpak is de eerste stap richting nieuw beleid.

In het plan vindt u informatie over o.a. het proces, planning, financiën, organisatie en samenwerking.

1.2 De uitdaging

In de afgelopen decennia is veel aandacht besteed aan de instandhouding van de huidige voorzieningen. Alle locaties zijn zorgvuldig onderhouden en geïnspecteerd op veiligheid.

Enkele toestellen zijn vervangen en op een aantal locaties zijn nieuwe speelplekken gerealiseerd (o.a. park de Grote Aalst en de Sima).

Bezuinigingsopgave

Anno 2015 begint de houdbaarheid van een aantal voorzieningen onder druk te

staan. Toestellen raken ‘op’ en vervanging wordt noodzakelijk. De financiële

middelen voor de vervanging van toestellen en speelondergronden zijn met de

bezuinigingen van enkele jaren geleden gehalveerd.

(4)

Pagina 4

VERNIEUWING?

VERNIEUWING?

VERNIEUWING?

VERNIEUWING?

Wat zijn de wensen van kinderen en jongeren anno 2015?

Als we samen keuzes moeten maken, wat vinden we dan écht

belangrijk?

Wat wil en kan de samenleving hierin

betekenen?

In de programmabegroting 2013-2016 staat hierover het volgende vermeld:

“Halvering van de voorziening voor speeltuinen zorgt op termijn naar verwachting voor ten minste een halvering van het huidige aantal speelvoorzieningen. In de nog op te stellen nota “speelvoorzieningen” zullen we aangeven wat het effect op wijkniveau is“

In hoofdstuk 8 van dit Plan van Aanpak is gedetailleerde financiële informatie opgenomen.

De bezuinigingsopgave is fors. De helft van het aantal voorzieningen moet minimaal verdwijnen. Dit vraagt ons anders naar spelen en ontmoeten in de openbare ruimte te kijken. De centrale vraag die we ons stellen is:

Hoe kunnen we met de gehalveerde middelen de waarde van ‘spelen en ontmoeten in de openbare ruimte’

zoveel mogelijk behouden?

Is de halvering van het aantal voorzieningen de oplossing? Of moeten we onze kijk op speelruimte drastisch vernieuwen?

1.3 Doelstelling

Het te ontwikkelen beleid geeft invulling aan de bezuinigingsopgave en concreet richting

aan het speelbeleid voor de komende 10 jaar. Hierin zit een financiële opgave, maar ook

een opgave voor vernieuwing, creativiteit en samenwerking. We gaan op zoek naar

oplossingen om met minder middelen toch zoveel mogelijk speel- en ontmoetingswaarde

voor kinderen en jongeren te creëren.

(5)

Pagina 5 Om de doelstelling concreet en meetbaar te maken, is hieronder een inschatting gemaakt van de vijf onderdelen van de SMART-methode. De onderwerpen komen in het Plan van Aanpak nader aan bod.

SSSS pecifiek Op 14 juli 2015 is het speelbeleid (fase 1) gereed voor besluitvorming.

M M M

M eetbaar Het beleidsplan geeft invulling aan de bezuinigingsopgave conform de Programmabegroting 2013-2016.

A AA

A cceptabel De actualisatie of ontwikkeling van het speelbeleid staat al enkele jaren op de (bestuurlijke) agenda.

RRRR ealistisch De ontwikkeling van het speelbeleid is grotendeels geborgd in de capaciteitsplanning en er zijn financiële middelen beschikbaar voor de inhuur van specialistische ondersteuning.

TTTT ijdgebonden De beleidsontwikkeling start 1 februari ‘15 en is gereed op 14 juli

‘15.*

De onderwerpen “Realistisch” en “Tijdgebonden” (*) worden sterk beïnvloed door

ontwikkelingen in de samenleving over dit onderwerp. De benodigde ambtelijke inzet en

flexibiliteit hangen hier nauw mee samen.

(6)

Pagina 6

SAMENWERKING?

SAMENWERKING?

SAMENWERKING?

SAMENWERKING?

Hoe kunnen we samen de veiligheid van kinderen borgen?

Wat kan de samenleving zelf?

Waarin kunnen wij ondersteunen?

2 Aandachtsvelden

2.1 Wet- en regelgeving

Op het terrein van speelruimte is diverse wet- en regelgeving. De wet- en regelgeving richten zich op het creëren van veilige speelomstandigheden voor kinderen. Hierin worden ongelukjes niet volledig uitgesloten. Waar kinderen spelen, gebeuren ongelukjes. Op dit moment worden alle voorzieningen met regelmaat geïnspecteerd en onderhouden. De werkzaamheden vinden plaats door de gemeentelijke buitendienst. Zij houden rekening met onderstaande wet- en regelgeving. In het beleidsplan wordt hier verder

op ingegaan.

Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen

De Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS) borgt de veiligheid van speeltoestellen. Actuele informatie is te vinden op www.wetten.overheid.nl NEN-EN normering

NEN-EN 1176 en NEN-EN 1177 zijn de Europese normen met veiligheidseisen. NEN-EN 1176

bevat de algemene veiligheidseisen en aanvullende eisen voor onderhoud (o.a. Inspectie)

en verschillende typen speeltoestellen. De NEN-EN 1177 bevat de veiligheidseisen voor

ondergronden.

(7)

Pagina 7

CREATIVITEIT?

CREATIVITEIT? CREATIVITEIT?

CREATIVITEIT?

Worden kinderen en jongeren uitgenodigd tot spelen, ontmoeten

en bewegen in hun eigen leefomgeving?

2.2 Richtgetallen

Naast de wet- en regelgeving zijn er diverse

richtgetallen die een relatie hebben met het speelbeleid.

Twee voorbeelden zijn:

Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) Om een gezonde en fitte volwassenen te

worden, moeten kinderen elke dag minimaal één uur matig intensief bewegen.

Richtgetal Groen (Groenbeleidsplan 2012) De gemeente streeft naar 100 m2 bruikbaar en toegankelijk openbaar groen per woning.

2.3 Gemeentelijke (beleids-)plannen

Bij de ontwikkeling van het speelbeleid wordt rekening gehouden met reguliere

(beleids-)plannen. In deze paragraaf zijn een aantal plannen genoemd. De plannen hebben indirect een relatie met spelen en ontmoeten in de openbare ruimte. Hierin speelt beleving een belangrijke rol.

Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte 2012 (HKOR)

In het HKOR zijn de kwaliteitsambities voor de openbare ruimte voor de korte en lange termijn vastgelegd. Het kwaliteitsniveau voor de korte termijn kenmerkt zich door versobering.

Groenbeleidsplan (2012)

In het groenbeleidsplan is het belang van groene ruimte voor kinderen toegelicht. Het plan hanteert een richtgetal bruikbaar en toepasbaar openbaar groen per woning.

Groenbeheerplan (2013)

In het groenbeheerplan is het beheer en onderhoud van de speelondergronden uitgewerkt.

De ondergronden worden op een kwaliteitsniveau B (CROW) onderhouden.

Gemeentebrede structuurvisie 2012-2022

In de gemeentebrede structuurvisie staat de bevolkingsontwikkeling centraal. Tot 2030 neemt het aantal kinderen en jongeren in de gemeente af. In de visie zijn de ruimtelijke opgaven voor de toekomst uitgewerkt.

Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan 2012 (GVVP)

In het GVVP worden kinderen als één van de kwetsbare groepen in het verkeer genoemd.

In een verkeerspoll hebben inwoners hun mening over de bereikbaarheid en veiligheid van

speelvoorzieningen geuit.

(8)

Pagina 8 Duurzaam Beuningen 2013-2017

In de beleidsnota Duurzaam Beuningen is de ambitie opgenomen om in 2015 honderd procent duurzaam in te kopen.

Ruimtelijke ontwikkelingen

In de gemeente staan diverse ruimtelijke ontwikkelingen op de planning. Voorbeelden zijn de Hutgraaf, Beuningse Plas en de Kloosterhof, maar ook kleinschalige aanpassingen in bestaande openbare ruimte kunnen van invloed zijn op de speelwaarde van de

leefomgeving.

2.4 Onderzoeken

In de afgelopen jaren zijn diverse onderzoeken over spelen, gezondheid en welzijn van kinderen en jongeren uitgevoerd. Enkele voorbeelden zijn:

• Onderzoek buitenspelen TNS NIPO (2013);

• Onderzoek overgewicht kinderen regio Nijmegen GGD (2003-2009);

• Onderzoek psychosociale problemen regio Nijmegen GGD (2008-2010);

• Regiorapport kindermonitor 2009/2010 (tot 12 jaar);

• E-MOVO jongeren klas 2 en 4 regio Nijmegen GGD (2011-2012);

• Bevolkingsprognose Beuningen.

De onderzoeken geven belangrijke achtergrondinformatie over het welzijn van kinderen, het huidige speelgedrag van kinderen en de demografische ontwikkeling van de gemeente.

De informatie wordt meegenomen bij de ontwikkeling van een visie op het speelbeleid.

Bron: www.jantjebeton.nl (de kracht van buitenspelen)

(9)

Pagina 9 2.5 Trends en ontwikkelingen

De overheid en de samenleving zijn volop in ontwikkeling. Thema’s als de veranderende overheid, de digitalisering van de samenleving, de participatiesamenleving en de verduur- zaming van de samenleving zijn aan de orde van dag. Hieronder zijn een aantal specifieke thema’s toegelicht.

Veranderende overheid & samenleving

Iedereen komt minimaal één keer in zijn of haar leven met het onderwerp spelen en ontmoeten in aanraking. Dit kan in een bepaalde levensfase zijn: als kind, jongere, ouder of grootouder, maar mensen kunnen ook beroepsmatig betrokken zijn. Denk aan onderwijs-, welzijns- en zorginstellingen, maar ook de kinderopvang, sportverenigingen en bedrijven hebben een relatie met spelen en ontmoeten in de openbare ruimte. De verschillende partijen ofwel de samenleving zijn volop in beweging. Welke ideeën leven er anno 2015 over spelen en ontmoeten? In hoeverre hebben de veranderingen invloed op het speelbeleid?

Digitalisering van de samenleving

Kinderen en tieners van nu groeien op met digitalisering en kennen niet anders. De digitale communicatie over en weer groeit en het aantal kinderen dat dagelijks gamet neemt fors toe. Welke invloed heeft de digitalisering op het thema spelen en ontmoeten in de openbare ruimte? Welke behoefte leeft er onder de kinderen en tieners? En welke ontwikkelingen wil de overheid graag stimuleren?

Veranderende bevolkingssamenstelling

De bevolkingssamenstelling is onderhevig aan grote veranderingen in leeftijdsopbouw, maar ook gezinsopbouw. Welke verandering staat onze gemeente te wachten? Wat betekent dit voor het huidige aanbod aan voorzieningen?

Verduurzaming van de samenleving

De overheid werkt hard aan de verduurzaming van de samenleving. Duurzaamheid is een breed begrip en kan op veel manieren worden ingevuld. Welke kansen liggen er op het terrein van speelruimte? Een belangrijke uitdaging is duurzame inkoop, maar wat is er nog meer mogelijk?

Klimaatbestendige openbare ruimte

Het klimaat is aan het veranderen. Steeds vaker worden we geconfronteerd met heftige

regenbuien en hogere temperaturen. De openbare ruimte heeft ruimte nodig voor het

opvangen van piekbuien, de opname van CO2 en de koeling van ons gebied. Deze ruimte is

er niet altijd. In de toekomst wordt de combinatie van ruimteclaims steeds belangrijker. In

hoeverre kunnen we hier met het speelbeleid op inspelen?

(10)

Pagina 10

3 De aanpak

3.1 Fasen

We onderscheiden twee fasen: fase 1 de beleidsontwikkeling en fase 2 de uitwerking. Dit plan van aanpak richt zich op fase 1, de beleidsontwikkeling, met een doorkijk naar fase 2, de uitwerking. Fase 1 bestaat uit de volgende stappen:

• stap 1: voorbereiding;

• stap 2: inventarisatie en analyse;

• stap 3: beleidsvisie en invulling(-en);

• stap 4: aanpak en speelveld fase 2;

• stap 5: eindredactie en besluitvorming.

In elke stap staan één of meer onderdelen van het beleid centraal. Dit gebeurt in werksessies met de stuurgroep, een panel professionals, de projectgroep en met een schriftelijke enquête voor bewoners. Hieronder worden de stappen beknopt toegelicht.

Stap 1: Voorbereiding

In de eerste stap is het voorliggende Plan van Aanpak (PvA) ontwikkeld. Het plan vormt de basis voor de beleidsontwikkeling. Het college van burgemeester en wethouders stelt het plan vast.

Wat staat er te gebeuren?

Samenleving Professionals College/

gemeenteraad

Stuurgroep/ projectgroep

- Informatiebericht website en Koerier

Onderwerpen:

herhaling bezuinigingsopgave en

informatie aanpak

- - Besluitvorming Plan van Aanpak in het college

(risem in de gemeenteraad)

- Optioneel: presentatie commissie Ruimte

Onderwerp: Plan van Aanpak

- Reactieronde concept

Plan van Aanpak

(11)

Pagina 11 Stap 2: Inventarisatie en analyse

Na de vaststelling van het Plan van Aanpak wordt het panel (externe) professionals

geworven. Dit panel speelt een belangrijke rol in stap 3. In de afgelopen periode is er al veel informatie verzameld. Deze informatie wordt verder aangevuld en verwerkt. Er vinden startbijeenkomsten met de stuurgroep en projectgroep plaats. Agendapunten voor deze bijeenkomsten zijn de inventarisatie en analyse en de schriftelijke enquête voor bewoners.

De uitvoering van de schriftelijke enquête maakt onderdeel uit van stap 2.

Wat staat er te gebeuren?

Samenleving Professionals College/

Gemeenteraad

Stuurgroep/ Projectgroep

- Schriftelijke enquête - Werving panel professionals

- - Startbijeenkomst

projectgroep - Startbijeenkomst

stuurgroep

Onderwerpen:

inventarisatie/analyse en enquête

Stap 3: Beleidsvisie en invulling(-en)

In stap 3 staat de ontwikkeling van de beleidsvisie centraal. Hiervoor vinden

brainstormsessies met de projectgroep en het panel professionals plaats. De resultaten van de tweede stap vormen een belangrijke basis voor de visievorming. De visie geeft de speerpunten voor het speelbeleid 2015-2025 weer. De eerste ideeën over de visie worden met de stuurgroep besproken. Indien de visie zoveel richting geeft dat er één invulling mogelijk is, wordt deze ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeenteraad.

Indien de visie aanleiding geeft voor de uitwerking van meerdere varianten wordt hier nader invulling aan gegeven.

Wat staat er te gebeuren?

Samenleving Professionals College/

Gemeenteraad

Stuurgroep/ Projectgroep

- Informatiebericht website en Koerier:

Onderwerp: terugkoppeling resultaten enquête

- Optioneel: persoonlijk

ophalen van enquêtes

- Brainstormsessie panel professionals;

- Optioneel: interviews professionals

Onderwerpen:

beleidsvisie en invulling(-en)

- - Brainstormsessie

projectgroep - Bijeenkomst stuurgroep

Onderwerpen:

beleidsvisie en invulling(-en) beheer en onderhoud

financiën

(12)

Pagina 12 Stap 4: Aanpak en speelveld fase 2

In de vierde stap wordt de aanpak van fase 2 (uitwerking van beleid) geformuleerd. De invulling van de rol van de samenleving en de definitie van het ‘speelveld’ voor de

samenleving staan hierin centraal. Een belangrijk uitgangspunt is dat de aanpak haalbaar is binnen de huidige omstandigheden. Dit geldt voor de samenleving, maar ook voor de gemeentelijke organisatie. Factoren als capaciteit, financiën en planning zijn bepalend voor de mogelijkheden in de aanpak. In stap 4 wordt naast de aanpak ook het ‘speelveld’ voor de samenleving geformuleerd. Waar de rol van de samenleving zich in de eerste fase beperkt tot het delen van ideeën, wordt in fase 2 ruimte aan de samenleving gegeven om binnen het vastgestelde speelveld mee te denken en mee te doen.

Wat staat er te gebeuren?

Samenleving Professionals College/

Gemeenteraad

Stuurgroep/ Projectgroep

- - Bijeenkomst panel

professionals

Onderwerpen:

terugkoppeling resultaten aanpak en speelveld

fase 2

- - Bijeenkomst

projectgroep - Bijeenkomst stuurgroep

Onderwerpen:

terugkoppeling resultaten aanpak en speelveld fase 2

Stap 5: Eindredactie en besluitvorming

In de laatste stap worden het beleidsplan en het raadsvoorstel opgemaakt. Het beleidsplan wordt ter besluitvorming aan de gemeenteraad voorgelegd. In het voorstel is de aanpak voor fase 2 ‘de uitwerking’ verwerkt.

Wat staat er te gebeuren?

Samenleving Professionals College/

Gemeenteraad

Stuurgroep/ Projectgroep

- Informatiebericht website en Koerier:

Onderwerpen:

vaststelling beleid informatie fase 2

- - Besluitvorming

speelbeleid in de gemeenteraad - Presentatie speelbeleid

in de commissie Ruimte

- Projectgroep en stuurgroep

Onderwerp: reactieronde

speelbeleid en

raadsvoorstel

(13)

Pagina 13

4 Communicatie & Samenwerking

4.1 Samen-spel(en)

De titel van dit plan van aanpak is BEUNINGEN ZOEKT ‘SAM BEUNINGEN ZOEKT ‘SAM BEUNINGEN ZOEKT ‘SAM BEUNINGEN ZOEKT ‘SAMEN EN EN----SPEL(EN)’ EN SPEL(EN)’ SPEL(EN)’. SPEL(EN)’ Het woord

‘samenspel’ heeft in de Nederlandse taal verschillende betekenissen. De volgende betekenis is treffend in de zoektocht naar samenwerking:

“de wijze waarop verschillende personen elkaar steunen bij een spel opgave of een geheel vormen”

In dit project spreken we niet over een spel, maar over een opgave. Het is een gezamenlijke opgave om de bezuinigingsopgave in te vullen en te zoeken naar zoveel mogelijk

(speel-)waarde. Dit vraagt begrip voor ideeën en meningen van anderen en ruimte voor het afwegen van belangen. In het vorige hoofdstuk is de fasering/aanpak beschreven. In de volgende paragrafen gaan we verder in op de samenwerking en communicatie.

4.2 Professionals en samenleving

In hoofdstuk 3 zijn de termen ‘samenleving’ en ‘professionals’ genoemd. Zij hebben een belangrijke rol in de eerste fase van het project. We richten ons op mensen die privé of beroepsmatig bij het onderwerp zijn betrokken. De samenwerking met de samenleving en de professionals wordt als volgt opgepakt:

Panel professionals (maximaal 12 personen)

We nodigen een aantal professionals uit die vanuit hun doelstelling waarde hechten aan het speelbeleid en specifieke kennis kunnen bijdragen. De focus ligt op lokale partijen die in hun functie te maken hebben met specifieke groepen als schoolgaande kinderen, jongeren en kinderen in hun vrije tijd.

Het panel wordt gevraagd om mee te denken over het nieuwe speelbeleid. De gemeente deelt haar visie met het panel (informeren) en gaat hierover met het panel in overleg (meedenken). Het panel komt voor de beleidsontwikkeling twee keer bij elkaar.

Samenleving (enquête)

De samenleving wordt uitgenodigd hun mening en ideeën te laten horen. Dit gebeurt met

een enquête (schriftelijk of digitaal). Voor kinderen en jongeren is een 18¯-versie. De

resultaten van de enquête worden gebruikt voor de visievorming. Indien de tijd het toe laat

gaan we enkele straten/buurten bezoeken om betrokkenen zelf te spreken. Hiermee hopen

we het beeld ‘wat leeft er?’ te versterken en onze betrokkenheid richting de bewoners te

tonen. Deze activiteit is nog optioneel omdat de planning vrij strak is.

(14)

Pagina 14 In de eerste fase, de beleidsontwikkeling, richt de communicatie zich op het verzamelen van meningen en ideeën over:

• spelen en ontmoeten in het algemeen;

• spelen en ontmoeten in eigen omgeving;

• bereidheid om mee te denken en mee te doen in fase 2 ‘de uitwerking’.

In fase 1: de beleidsontwikkeling, wordt nagedacht over de aanpak van fase 2: de

uitwerking. Hierin wordt het speelveld voor de samenleving geformuleerd. Het ‘speelveld’

geeft aan welke participatie mogelijk is en welke spelregels gelden. De resultaten uit fase 1 zijn bepalend voor de invulling van fase 2. Uitgangspunt is dat we de samenleving

betrekken. Bij de invulling van de aanpak spelen factoren als capaciteit, tijd en financiën een belangrijke rol. De aanpak en het proces moeten voor alle partijen haalbaar zijn. In fase 1 gaan we op zoek naar een passende invulling.

4.3 Communicatiedoelstellingen

De in- en externe communicatie tijdens de beleidsontwikkeling richt zich op het

informeren, inspireren en stimuleren van partijen (in- en extern). Op hoofdlijnen betekent dit het volgende:

Informeren bezuinigingsopgave

Bij aanvang van het project staat het informeren van betrokkenen centraal. We staan uitgebreid stil bij de financiële opgave en de aanpak van het speelbeleid. De financiële opgave kan door het verstrijken van de jaren op de achtergrond zijn geraakt. Het is van belang dat iedereen de opgave weer scherp heeft.

Inspireren tot vernieuwing

De opgave is fors. Betrokkenen kunnen hier positief, negatief of neutraal in staan. De communicatie richt zich op het inspireren van mensen. We hopen de betrokkenheid bij de opgave te vergroten, het gezichtsveld van mensen te verruimen en hen te aan moedigen over de opgave na te denken. We zetten gericht in op betrokkenen waar eerste tekenen van 'beweging' zichtbaar zijn en/of waar deze nog van kan worden verwacht.

Stimuleren tot activiteiten

Naast het informeren en inspireren richt de communicatie zich op het stimuleren van activiteiten. In eerste instantie om mensen deel te laten nemen aan de enquête. In tweede instantie om verbindingen en samenwerking tot stand te brengen voor fase 2 de uitwerking van het beleid.

We maken gebruik van verschillende (reguliere) communicatiemiddelen en ons eigen

netwerk om betrokkenen te bereiken. Voor zover de planning dit toelaat kiezen we voor

een persoonlijke benadering.

(15)

Pagina 15 4.4 Verkenning betrokkenen

In paragraaf 4.2 staat beschreven hoe we de communicatie en samenwerking met professionals en de samenleving willen vormgeven. Maar wie bedoelen we eigenlijk met deze professionals en de samenleving? Hieronder is een overzicht met partners

opgenomen. Voor elke partij is een inschatting gemaakt van de rollen en belangen in het speelbeleid. De lijst is niet compleet en wordt gaandeweg de ontwikkeling verder aangevuld.

Partners (sub-)partners Welke rol? Belangen

Scholen Basisscholen Peuterspeelzalen

Verbinder/spil Sparringspartner

Gebruiker

Kindvriendelijke omgeving van de scholen.

Gezondheid en veiligheid kinderen.

Kinderopvang Dagopvang Naschoolse opvang

Verbinder/spil Sparringspartner

Gebruiker

Kindvriendelijke omgeving van de opvang.

Gezondheid en veiligheid kinderen.

Bewoners Kinderen Aanjager

Sparringspartner Gebruiker

Leuke, uitdagende speelomgeving om te spelen/ontmoeten.

Jongeren Aanjager

Sparringspartner Gebruiker Initiatiefnemer

Ouders/

verzorgers

Aanjager Initiatiefnemer Verbinder/spil Sparringspartner

Kindvriendelijke woonomgeving.

Gezondheid en veiligheid kinderen.

Sociale belangen (ontmoetingsplek).

Vrijwilligers Sparringspartner Aanjager Initiatiefnemer

Bijdrage leveren aan de samenleving.

Bewoners - tegenstanders van speelvoorzieningen in de

woonomgeving

Gesprekspartner Beperking overlast in woonomgeving.

Buurtvereni- gingen

Sparringspartner Verbinder/spil

Aanjager Initiatiefnemer

Een prettige woonomgeving voor alle doelgroepen in de buurt/wijk.

Speeltuin- verenigingen

Sparringspartner Verbinder/spil

Aanjager Initiatiefnemer

Beheerder

Speelplezier voor kinderen, fijne sfeer en betrokkenheid in de wijk.

Politie/

Handhaving &

Informant

“Beheerder”

Een veilige speelomgeving voor kinderen.

(16)

Pagina 16

Partners (sub-)partners Welke rol? Belangen toezicht

Dijkmagazijn Sparringspartner

Gebruiker

Een natuurlijke speelomgeving voor kinderen (om te spelen en te leren).

Vrijwillig Landschapsbeh eer Beuningen

Beheerder Vrijwilligerswerk in het landschap. Een natuurlijke speelomgeving voor kinderen.

Stichting Perspectief

Sparringspartner Verbinder/spil

Aanjager Initiatiefnemer

Welzijn van kinderen en jongeren.

Buur- gemeenten

Sparringspartner Samenwerkings-

partner

Financieel belang (kostenbesparing op het terrein van spelen).

Voldoende aantrekkelijke speelvoorzieningen voor kinderen in de regio.

Recreatie/- horeca- ondernemers

N.n.t.b. Sparringspartner

Initiatiefnemer Investeerder

Sponsor

Economisch belang en een maatschappelijk belang (bijv. MVO).

WSW-bedrijven Sparringspartner

Verbinder/spil Beheerder

Nuttige en aangename dagbesteding van mensen met een beperking.

Gelderse Sportfederatie

Gesprekspartner Gezonde en actieve leefstijl van kinderen (kennisuitwisseling en coaching gemeenten).

NUSO (Nederlandse Unie van Speeltuin- organisaties)

Gesprekspartner Voldoende en kwalitatief goede speelruimte.

Provincie Gelderland

Gesprekspartner Subsidiepartij

Vitale kernen en wijken.

Behoud en versterking leefbaarheid en veiligheid.

Gezondheid kinderen.

Jantje Beton Sparringspartner

Subsidiepartij

Voldoende en kwalitatief goede speelruimte.

Sportvereni- gingen

Sparringspartner Initiatiefnemer

Gezondheid kinderen.

Stichting Landschaps- beheer Gelderland

Sparringspartner Een natuurlijke speelomgeving voor kinderen.

(17)

Pagina 17 4.5 Samenwerking gemeenten

Bij de totstandkoming van dit Plan van Aanpak zijn de mogelijkheden voor regionale samenwerking verkend. We hebben ons de vraag gesteld of regionale samenwerking voor het speelbeleid van meerwaarde is. Deze meerwaarde is er vooral voor het onderdeel visie.

Het delen van kennis en ervaringen kan elke gemeente verrijken. In de uitwerkingsfase van de beleidslijnen naar de praktische invulling op kern-, wijk- en/of buurtniveau wordt de meerwaarde van regionale samenwerking minder gezien. Deze slag vraagt veel

gebiedskennis en maatwerk.

Uit een verkenning met regiogemeenten die al actief zijn of nog gaan worden op het terrein van spelen is contact gelegd met de gemeente Druten en de gemeente Heumen. De

gemeente Heumen heeft de kadernota ‘Omvorming speelvoorzieningen naar natuurlijk spelen’ vastgesteld en is bezig hier concreet invulling aan te geven.

De bezuinigingsopgave van de gemeente Druten komt overeen met de opgave van de gemeente Beuningen. De gemeente Druten probeert de huidige speelvoorzieningen zolang mogelijk in stand te houden en heeft (nog) geen bestuurlijke opdracht om het huidige beleid te actualiseren en/of te vernieuwen. Op dit moment ligt hier nog niet de prioriteit.

We hebben in goed overleg besloten dat de processen van de verschillende gemeenten

momenteel te ver uit elkaar liggen om de samenwerking op dit terrein te starten. We

blijven uiteraard wel kennis en ervaringen delen om de krachten in de regio te bundelen.

(18)

Pagina 18

INNOVATIE?

INNOVATIE? INNOVATIE?

INNOVATIE?

Wie zijn belanghebbenden van

‘speelruimte’?

Zijn er verbindingen mogelijk?

5 Afbakening fase 1

5.1 Feiten en cijfers

De gemeente Beuningen heeft op dit moment circa negentig locaties met voorzieningen.

De voorzieningen variëren van speeltuintjes, jeugdontmoetingsplekken (JOP’s) tot trapveldjes en voorzieningen met spelaanleidingen.

5.2 Doelgroepen

De beleidsontwikkeling richt zich op de voorzieningen voor kinderen van 0 t/m 12 jaar en jongeren van 13 t/m 18 jaar. We richten ons op de fysieke voorzieningen in onze

leefomgeving. Hieronder worden de speeltuintjes, speelveldjes en ontmoetingsplekken verstaan. Bij de jeugdontmoetingsplaatsen (JOP’s) gaat het om de onbebouwde

voorzieningen in de buitenruimte. Grootschalige sportvoorzieningen (o.a. kunstgrasvelden) vallen niet onder het speelbeleid met uitzondering van het kunstgrasveldje bij de Ooigraaf bij de JOP.

5.3 Resultaat

Het eindproduct van fase 1 is een ‘beleidsplan’ met op hoofdlijnen onderstaande onderdelen. Het woord beleidsplan staat hier tussen aanhalingstekens omdat de presentatievorm van het beleid nog niet vaststaat. Het onderwerp leent zich mogelijk voor een eigentijdse vorm. Het beleidsplan heeft een looptijd van tien jaar.

Inventarisatie en analyse

In de inventarisatie en analyse komen diverse onderwerpen als het aantal voorzieningen, de routing, het gebruik en de speelwaarde van de voorzieningen aan bod. Maar ook aanverwante onderwerpen als de bevolkingsopbouw en de gezondheid van kinderen en jongeren worden besproken.

Beleidsvisie

De kern van het beleidsplan vormt de visie. Deze visie beschrijft wat buitenspelen en ontmoeten anno 2015 inhoudt en welke onderwerpen van belang zijn bij de invulling van het beleid en de bezuinigingsopgave.

Invulling(en)

Op basis van de visie wordt het beleid

op kernniveau uitgewerkt. Naast een

concrete invulling van de voorzieningen

wordt aandacht besteed aan het toekomstige

beheer en onderhoud en de financiële

haalbaarheid.

(19)

Pagina 19 Aanpak en speelveld fase 2

Bij de ontwikkeling van het beleid wordt vooruit gekeken naar fase 2 ‘de uitwerking’. De aanpak en het speelveld voor de samenleving worden bepaald. Er wordt duidelijk onderscheid gemaakt in de kaders en het speelveld.

Uitvoeringsprogramma

Bij het beleidsplan wordt een uitvoeringsprogramma ontwikkeld. Hierin staat op hoofdlijnen beschreven welke projecten wanneer worden opgepakt en welke financiële middelen hiervoor zijn begroot.

FASE 1

BELEIDSVORMING

FASE 2

UITWERKING

Wanneer? Vanaf 1 februari 2015

Vanaf 14-07-2015 (na vaststelling beleid door de

gemeenteraad)

Niveau van uitwerking?

Het speelbeleidsplan bevat een nieuwe visie op spelen/ontmoeten in de

openbare ruimte.

Per kern is bekend welke voorzieningen er worden gehandhaafd, verwijderd,

omgevormd of aangelegd.

De aanpak en het speelveld voor de samenleving bij de uitwerking zijn

geformuleerd (fase 2).

Het plan bevat uitgangspunten voor het toekomstige beheer en onderhoud.

Het uitvoeringsprogramma bevat een globaal overzicht van de projecten, de

planning en financiën.

De projecten uit het uitvoeringsprogramma worden ruimtelijk en technisch uitgewerkt.

Het in fase 1 geformuleerde speelveld wordt in dialoog met de samenleving

ingevuld.

De werkzaamheden worden aanbesteed en

uitgevoerd.

(20)

Pagina 20

6 Projectorganisatie

6.1 Opdrachtgever en opdrachtnemer

De bestuurlijke opdrachtgever is het college van Burgemeester & Wethouders. De ambtelijke opdrachtgever is het hoofd Openbare Ruimte en de opdrachtnemer is de beleidsmedewerker Openbare Ruimte (projectleider).

6.2 Stuurgroep

Voor de begeleiding van het speelbeleidsplan wordt een stuurgroep ingesteld. Deze stuurgroep staat onder leiding van de portefeuillehouder Ruimte, Water en Energie. Naast de portefeuillehouder bestaat de stuurgroep uit:

• portefeuillehouder van Jeugd- en Jongerenwerk en Sport

• afdelingshoofd Openbare Ruimte

• beleidsmedewerker Openbare Ruimte (projectleider speelbeleid)

De stuurgroep geeft richting aan discussiepunten en stuurt het project aan. De stuurgroep komt bij elkaar voorafgaand aan de agendering van stukken voor besluitvorming en belangrijke communicatiemomenten met de samenleving. De stuurgroep komt twee keer bij elkaar.

6.3 Projectgroep en poule adviseurs

Voor de ontwikkeling van het beleid wordt een kleine projectgroep (kernteam)

samengesteld met een poule ‘losse’ adviseurs. De omvang van de projectgroep is bewust klein gelaten om zo efficiënt mogelijk met capaciteit om te gaan. De poule adviseurs is gevarieerd. De projectleider bewaakt de inbreng van de adviseurs gedurende het ontwikkelingsproces. De samenstelling van de projectgroep en de poule adviseurs is als volgt:

Projectgroep

Beleidsmedewerker Openbare Ruimte (projectleider en schrijver) 280 uur

Beleidsmedewerker Jeugd- en Jongerenwerk 40 uur

Groenbeheerder 40 uur

Medewerker Techniek 40 uur

Ontwerper Openbare & Stedelijke Ruimte 90 uur

Wijkcoördinator 40 uur

PM ondersteuner 50 uur

1

Externe adviseur participatie PM uur

1

De ondersteuner wordt ingezet bij de voorbereiding en het verwerken van de resultaten van de enquête. Het is nog niet bekend wie dit

gaat doen.

(21)

Pagina 21 In bijlage 1 zijn de rollen en verantwoordelijkheden van de projectgroepleden en de

adviseurs van de poule nader beschreven. De projectgroep komt gedurende de ontwikkeling drie keer bij elkaar. De bijeenkomsten hebben een interactieve opzet.

Poule interne adviseurs

Beleidsmedewerker Financiën 16 uur

Beleidsmedewerker Verkeer en Vervoer 12 uur

Beleidsmedewerker Milieu 4 uur

Beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening 4 uur

Beleidsmedewerker Sociale Zaken 4 uur

Beleidsmedewerker Zorg en Welzijn/

Senior Beleidsmedewerker Welzijn 12 uur

GEO-informatiespecialist 8 uur

Projectleider Openbare Ruimte 4 uur

Projectmedewerker Openbare Ruimte 36 uur

Senior-communicatieadviseur 16 uur

Subsidiecoördinator 4 uur

Naast de projectgroep worden een aantal specialisten één op één benaderd voor specifieke onderwerpen of werkzaamheden. Bijvoorbeeld bij de ondersteuning van de communicatie, de financiële toets van de visie en de verbreding van de visie op het terrein van welzijn en sociale zaken. Bovenstaande urenraming is een indicatie.

6.4 Panel professionals

Het panel professionals bestaat uit maximaal 12 deelnemers. De samenstelling van het panel is nog niet bekend. Geschikte kandidaten hechten vanuit hun doelstelling waarde aan goed speelbeleid en willen hier vanuit hun specifieke kennis ook een bijdrage aan leveren.

Het panel komt voor de beleidsontwikkeling twee keer bij elkaar. Dit betekent ongeveer vijf uur per deelnemer.

6.5 Samenleving

In de eerste fase van dit project verloopt de communicatie met de samenleving grotendeels schriftelijk (enquête). Er worden geen bewonerspanels opgericht.

Wij hopen met de enquête veel mensen te bereiken en geen onnodige drempels op te werpen om mee te denken. Indien de tijd het toelaat gaan we enkele locaties persoonlijk bezoeken om nog meer beeld te krijgen bij de beleving achter de vragenlijsten. In fase 1 wordt de aanpak voor fase 2 nader uitgewerkt. De fase vraagt een andere manier van werken en communiceren.

6.6 Afstemming interne werkgroepen

Binnen de gemeentelijke organisatie zijn diverse werkgroepen actief met onderwerpen die het speelbeleid raken. Voorbeelden zijn de werkgroepen ‘Ruimte in regels’, en de

werkgroep ‘Burgerparticipatie’. We zoeken onderlinge samenwerking waar gewenst. Voor

(22)

Pagina 22 het onderwerp ‘jongeren en openbare ruimte’ is het reguliere jeugdoverleg waarin de politie, stichting Perspectief en de gemeente zijn vertegenwoordigd een belangrijk platform.

6.7 Externe inzet

Het speelbeleid wordt grotendeels in eigen beheer ontwikkeld. Voor enkele specifieke thema’s en werkzaamheden maken we gebruik van externe expertise. Bij de ontwikkeling van dit plan van aanpak is al samengewerkt met een ervaringskundige op het terrein van participatie. Deze deskundigheid wordt ook bij de communicatiemomenten met de

samenleving en professionals ingezet. Indien gewenst, leggen we bij de beleidsontwikkeling

ook contact met landelijke organisaties als Jantje Beton en de NUSO (Nederlandse Unie van

Speeltuin-organisaties).

(23)

Pagina 23

7 Planning

Het project is opgesplitst in twee fasen: beleidsvorming en uitwerking. In bijlage 2 is de planning opgenomen. Hierin staan de volgende stappen genoemd:

• voorbereiding;

• inventarisatie en analyse;

• beleidsvisie en invulling(-en);

• aanpak en speelveld fase 2;

• eindredactie en besluitvorming.

Fase 1 start in februari ‘15. We streven er naar om het speelbeleid in juli ’15 door de gemeenteraad te laten behandelen. In de bijlage is een planning opgenomen met alle processtappen inclusief de daarbij horende planning. Hieronder zijn enkele belangrijke momenten uit de planning opgenomen. De planning is strak. Er zit geen vrije ruimte in.

Wijzigingen in het proces hebben direct invloed op de planning.

01-02-2015 Start fase 1 ‘beleidsvorming’

24-02-2015 Behandeling van het plan van aanpak in het college Begin maart Verspreiding enquête samenleving

Eind maart Resultaten enquête

Eind maart/midden april Bijeenkomsten panel professionals Eind maart/midden april Bijeenkomsten stuurgroep

30-06-2015 Behandeling beleidsplan in commissie Ruimte

14-07-2015 Behandeling beleidsplan in de gemeenteraad

Vanaf 15-07-2015 Start fase 2 ‘De uitwerking’

(24)

Pagina 24

8 Financiën

8.1 Huidige financiële situatie

In de gemeentelijke begroting zijn financiële middelen opgenomen voor:

• het dagelijks beheer en onderhoud;

• groot onderhoud en vervanging;

• de verwijdering en omvorming van voorzieningen;

• de ontwikkeling van beleid.

I Dagelijks beheer en onderhoud

Voor het dagelijks beheer en onderhoud van de huidige voorzieningen is jaarlijks €30.000,- beschikbaar (45800000 Onderhoud Speelterreinen). De middelen worden ingezet voor inspecties, reparaties en onderhoudswerkzaamheden.

II Beleidsvorming

Voor de ontwikkeling van het beleidsplan is circa €37.500,- beschikbaar (65800025

Speelruimteplan, uitvoering 2007 01/07). De middelen worden ingezet voor de inhuur van externe expertise en ondersteuning. Daarnaast worden hieruit activiteiten en instrumenten ten behoeve van de communicatie en samenwerking met de samenleving en professionals gefinancierd.

III Verwijdering en omvorming

Door de bezuinigingsopgave moeten voorzieningen worden verwijderd en omgevormd.

Voor deze maatregelen is eenmalig €160.000,- beschikbaar (45800040 verwijderen speeltoestellen). De voorinvestering is nodig om op langer termijn te kunnen bezuinigen.

IV Vervanging en renovatie

In de meerjareninvesteringsbegroting zijn financiële middelen (2013 t/m 2019) opgenomen voor de renovatie en vervanging van de voorzieningen. De hoogte van de oorspronkelijke voorziening is met de bezuinigingen (Kaderbrief 2013) gehalveerd.

Op de volgende pagina is een financieel overzicht opgenomen.

(25)

Pagina 25

Onderdeel Nummer Onderwerp Bedrag Kenmerk Beschikbaar?

I Dagelijks Beheer

& Onderhoud

45800000 Onderhoud speelterreinen

€30.000,- structureel ja

II Verwijdering en omvorming

45800040 Verwijderen speeltoestellen

€160.000,- incidenteel Ja

III Beleidsvorming 65800025 Speelruimteplan uitvoering

€37.528,- incidenteel Ja

IV Vervanging en renovatie (meerjareninvesteringen)

2013

65800030 Speelruimteplan, uitvoering 2013 01/13

€129.749,-* incidenteel Ja

Meerjareninvesteringen (vervanging/renovatie)

2014 (uitvoering 2015)

- Speelruimteplan uitvoering

€144.565,-* incidenteel Nee, nog niet, staat gepland

Meerjareninvesteringen (vervanging/renovatie)

2015 (uitvoering 2016)

- Speelruimteplan uitvoering

€63.617,-* incidenteel Nee, nog niet, staat gepland

Meerjareninvesteringen (vervanging/renovatie)

2016 (uitvoering 2016)

- Speelruimteplan uitvoering

€50.740,-* incidenteel Nee, nog niet, staat gepland

Meerjareninvesteringen (vervanging/renovatie)

2017 (uitvoering 2017)

- Speelruimteplan uitvoering

€95.906,-* incidenteel Nee, nog niet, staat gepland

Meerjareninvesteringen (vervanging/renovatie)

2018 (uitvoering 2018)

- Speelruimteplan uitvoering

€ 12.113,-* incidenteel Nee, nog niet, staat gepland

Meerjareninvesteringen Trapveldje bij Beuningse

Boys 2019

- Speelruimteplan uitvoering

€ 40.000,- incidenteel Nee, nog niet, staat gepland

* In de bedragen is de bezuinigingsopgave van vijftig procent verwerkt.

8.2 Subsidies

Bij de beleidsontwikkeling wordt een globale scan naar subsidiemogelijkheden op het

gebied van spelen en ontmoeten uitgevoerd. Mogelijke subsidiepartners zijn de provincie

Gelderland, Jantje Beton, het Oranjefonds en NUSO. De scan is bedoeld om een eerste

indruk van subsidiemogelijkheden te krijgen.

(26)

Pagina 26

9 Risico's

Het proces en kwaliteit van de eerste fase kan door verschillende factoren worden beïnvloed. In dit hoofdstuk bespreken we de risico’s ten aanzien van planning, financiën, capaciteit en kwaliteit. De risico’s vragen gedurende het hele project aandacht.

Proces & Planning

De benodigde tijd voor de eerste fase (beleidsvorming) is geraamd op zes maanden. In de planning is geen vrije ruimte opgenomen voor onvoorziene ontwikkelingen. Wijzigingen in het proces hebben direct gevolgen voor de einddatum van fase 1.

Financiën

De financiële kaders staan vast. Hierin zit geen speelruimte. Alle ontwikkelingen en werkzaamheden moeten binnen deze kaders plaatsvinden. In de eerste fase

(beleidsvorming) staan de ambities centraal. De (financiële) haalbaarheid van deze ambities vraagt continue afstemming.

Capaciteit

De eerste fase vraagt inzet van de samenleving, professionals en de gemeentelijke organisatie. Hiervoor is capaciteit nodig. Indien deze capaciteit (deels) niet beschikbaar is, kan dit de voortgang en/of de integrale afstemming van het project onder druk zetten.

Kwaliteit

De ontwikkeling van het speelbeleid gaat gepaard met een forse bezuinigingsopgave. Het

huidige aantal voorzieningen is niet houdbaar voor de toekomst. Om zoveel mogelijk

waarde uit de opgave te halen, is een open houding waarin het collectieve belang voor het

persoonlijke belang gaat noodzakelijk. Het vasthouden aan persoonlijke belangen kan de

toekomstige kwaliteit onder druk zetten.

(27)

Pagina 27

Bijlage 1 Rol- en taakverdeling projectgroep en poule adviseurs

In hoofdstuk 6 is de projectorganisatie beschreven. Hieronder volgt een beknopt overzicht van de rollen en taken per persoon.

Projectgroep

• Beleidsmedewerker Openbare Ruimte projectleider, beleidsschrijver

• Beleidsmedewerker Jeugd- en Jongerenwerk

projectgroeplid, adviseur voor JOP’s en samenwerking jeugd

• Groenbeheerder

projectgroeplid, adviseur beheer en groene ruimte

Medewerker Techniek

projectgroeplid, adviseur dagelijks onderhoud en huidig gebruik

Ontwerper

projectgroeplid, adviseur stedenbouw en openbare ruimte, ondersteunende werkzaamheden (kaart- en presentatiemateriaal)

Wijkcoördinator

projectgroeplid, adviseur samenwerking samenleving en professionals

• PM ondersteuner (stagiaire/vakantiewerker) ondersteunende werkzaamheden voor de enquête

• Externe adviseur

projectgroeplid, adviseur participatie en speelbeleid

Poule interne adviseurs

• Beleidsmedewerker Financiën – adviseur financiën

• Beleidsmedewerker Verkeer en Vervoer – adviseur bereikbaarheid/routing Beleidsmedewerker Milieu - adviseur duurzaamheid/inkoop

• Beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening – adviseur gronden

• Beleidsmedewerker Sociale Zaken – adviseur re-integratie

• Beleidsmedewerker Zorg en Welzijn/ - adviseur welzijn en gezondheid Senior Beleidsmedewerker Welzijn

• GEO-informatiespecialist – ondersteuning GEO-informatie

• Projectleider Openbare Ruimte – adviseur afstemming fase 2

• Projectmedewerker Openbare Ruimte – ondersteuning financiële doorrekening

• Senior-communicatieadviseur – adviseur/ondersteuning communicatie

• Subsidiecoördinator – adviseur subsidies

(28)

Pagina 28

Bijlage 2 Proces en planning fase 1 “Beleidsvorming”

Het proces- en planningsschema fase 1 “Beleidsvorming” is separaat toegevoegd.

(29)

Pagina 29

Bijlage 3 Voorbeelden initiatieven

Bij de ontwikkeling van het plan van aanpak zijn verschillende inspirerende initiatieven voorbij gekomen. Enkele voorbeelden zijn:

• De Kiemplek:

http://beuningen.dekiemplek.nl/

• Vrijwilligers Informatie Punt:

http://www.vrijwilligerswerkgelderland.nl/beuningen

• Kern met Pit:

http://www.kernmetpit.nl/default.aspx

• Haal het kind naar buiten:

http://www.jantjebeton.nl/wat-doen-we/buitenspeelprojecten/

• Modder aan je broek:

http://landschapsbeheergelderland.nl/met-bewoners/modder-aan-je-broek/

• Online platform voor en met de eigen jeugd:

http://jongin.beuningen.nl/

• Youtube-kanaal van NUSO:

http://www.youtube.com/user/NUSOVIDEO

• Overname speelplekken:

http://www.buren.nl/actueel/nieuwsberichten_43017/item/burense-speeltuinen- over-naar-inwoners_92969.html

• Wijkaanpak:

http://www.mijnbuurtje.nl/

• Werkplaats Groenlo:

http://bs22.nl/projects/

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Oplossingen Inzet van eigen kracht, inzet netwerk, voorliggende voorzieningen Producten 1. Welk product wordt ingezet om dit doel

Omdat er naast de BIZ ook andere geldstromen bestaan voor het uitvoeringsprogramma van de Bruisende Binnenstad (zoals afkomstig van de winkeliersvereniging Arendshof en van de

In dit hoofdstuk bespreken we de uitkomsten van de enquête voor wat betreft de voorkeur van de respondenten voor sloop met vervangende nieuwbouw of renovatie van de huidige woning

In ieder geval zal op enig moment een ontwerp van de structuurvisie in de inspraak moeten worden gebracht, dat opgesteld zal worden door een stedenbouwkundig bureau, dat na een

Hiervoor worden alle organisaties uitgenodigd die bij de discussiebijeenkomst in november 2008 aanwezig waren of op een andere wijze hebben aangegeven bij de aanpak van

Door de vaststelling van de peildatum op 1 januari 2010 kan tegen personen die tot die datum in het GBA zijn ingeschreven niet handhavend worden opgetreden wegens

De doelstelling van het opstellen van het plan van aanpak is door middel van participatie te komen tot een omgevingsvisie met een breed draagvlak voor het beleid en voor de

Als je de volgende 7 stappen volgt heb je een hele goede basis voor een strategie die jouw bedrijf naar de doelen die horen bij jouw ambitie..