Enquête
Wat zijn de wensen van de bewoners betreffende de planvorming rond de
aanpak van het Tuinstraatkwartier?
Bewonerscommissie Tuinstraatkwartier
Samenvatting
De bewonerscommissie Tuinstraatkwartier heeft ervoor gekozen om onder de bewoners te onderzoeken wat hun wensen zijn wat betreft de planvorming rond de aanpak van het Tuinstraatkwartier.
De benodigde data zijn verzameld door middel van een enquêteonderzoek, een gestructureerde, kwantitatieve methode voor dataverzameling, waarbij de vragen van tevoren worden vastgesteld1. De bewonerscommissie heeft voor deze methode gekozen om snel en gestructureerd informatie te
ontvangen van de gehele achterban. Alle bewoners is gevraagd een schriftelijke enquête in te vullen, om een duidelijk beeld te krijgen van de wensen van de bewoners met betrekking tot de planvorming rond de aanpak van het Tuinstraatkwartier. De enquête vindt u in bijlage 1.
Het Tuinstraatkwartier bestaat uit 179 woningen. Een deel van deze woningen is inmiddels tijdelijk verhuurd. Deze adressen zijn buiten beschouwing gelaten. De enquête is huis aan huis bij de mensen langs gebracht en ook weer opgehaald. Van de huurders met een huurcontract voor onbepaalde tijd hebben er 107 de enquête ingevuld. In de tabel hieronder ziet u het aantal respondenten per straat.
Straat Aantal respondenten
Tuinstraat 26
Meidoornpad 26
Seringstraat 25
Jasmijnstraat 25
Lathyrusstraat 3
Onbekend 2
De uitkomsten van het onderzoek helpen de bewonerscommissie Tuinstraatkwartier om een advies op het voorstel van Woonstichting SSW te formuleren dat gebaseerd is op de wensen van de achterban.
Een helder advies dat de bewonerscommissie kan geven aan de Woonstichting, is dat voor bewoners van de eengezinswoningen de mogelijkheid om terug te kunnen keren op dezelfde plek bepalend is voor de vraag of zij instemmen met een voorstel voor sloop met vervangende nieuwbouw. Een ander
belangrijk aspect is dat er nauwelijks animo is voor appartementen met galerijen en lift en voor
appartementen met drie tot vier bouwlagen. En tot slot is het belang van een grote tuin even groot voor bewoners van eengezinswoningen als voor bewoners van benedenwoningen.
1 Verhoeven, N. (2011). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom Lemma uitgevers.
Inhoudsopgave
Samenvatting... 2
Inleiding ... 4
1. Aanleiding enquête ... 5
2. Sloop, renovatie en gewenstwoningtype bij terugkeer ... 7
2.1 Tuinstraat ... 7
2.2 Meidoornpad ... 9
2.3 Seringstraat ... 10
2.4 Jasmijnstraat ... 12
2.5 Lathyrusstraat ... 13
2.6 Overige woningen ... 13
3. Gestapelde bouw ... 14
3.1 Hoe belangrijk is een lift? ... 14
4. Ligging woonkamer en buitenruimte ... 16
5. Parkeren ... 18
6. Conclusie ... 20
Bijlage 1: Enquête
Bijlage 2: Advies omtrent hoofdstructuur herstructureringsplan Tuinstraatkwartier
Inleiding
Het rapport dat voor u ligt, is opgebouwd uit zes hoofdstukken. In hoofdstuk 1 wordt de aanleiding van het onderzoek aangegeven. Vervolgens worden in de hoofdstukken 2 tot en met 5 de resultaten van het onderzoek beschreven. Ook vindt u hier de analyses en de interpretaties van de resultaten. In het laatste hoofdstuk worden de analyses samengevoegd tot een algehele conclusie met betrekking tot de wensen van de bewoners wat betreft de planvorming rond de aanpak van het Tuinstraatkwartier.
1. Aanleiding enquête
Sinds 2015 is de bewonerscommissie Tuinstraatkwartier in gesprek met Woonstichting SSW over renovatie dan wel sloop met vervangende nieuwbouw voor de woningen in het Tuinstraatkwartier. Het gesprek is gestart omdat er veel onderhoudsklachten waren, waarover een groep bewoners
zich uitgesproken heeft naar de Woonstichting. SSW heeft uiteindelijk besloten dat ingrijpen inderdaad nodig is.
Tijdens een bewonersavond in juli 2017 heeft Woonstichting SSW een plan gepresenteerd, waarin de duplexwoningen gesloopt zouden worden en de eengezinswoningen gerenoveerd. Hoewel
door Woonstichting SSW slechts bedoeld als mogelijk voorstel, heeft dit plan wel verwachtingen geschept bij de bewoners omdat het goed aansloot bij een eerder uitgevoerd woonwensenonderzoek. Uit dit onderzoek bleek dat de huurders van de eengezinswoningen voorkeur hadden voor renovatie van de woningen en de huurders van de duplexwoningen voor sloop met vervangende nieuwbouw.
In 2018 is door de Woonstichting SSW een nieuw plan gemaakt waarbij is uitgegaan van 100% sloop met vervangende nieuwbouw. De bewonerscommissie Tuinstraatkwartier heeft met de hoofdstructuur van dit plan ingestemd. Op 10 december 2018 hebben zij een schriftelijk advies afgegeven aan de Woonstichting SSW. Het advies is te vinden in bijlage 2: ‘Advies omtrent hoofdstructuur herstructureringsplan
Tuinstraatkwartier’.
‘’Tot slot vindt de bewonerscommissie het nog belangrijk om hier te benoemen dat dit positieve advies omtrent het plan om de huidige woningen te vervangen door 168 nieuwbouwwoningen, slechts gaat over de hoofdstructuur. Over de verdere uitwerking zoals een bezonningsstudie, de indeling van de woningen, de huurprijzen en het sociaal projectplan dient nog verder overleg gevoerd te worden voordat ook daarover een advies
kan worden gegeven’’
(Bewonerscommissie Tuinstraatkwartier, 2018)
Woonstichting SSW en de bewonerscommissie Tuinstraatkwartier hadden ook overeenstemming bereikt over de randvoorwaarden met betrekking tot het herstructureringsplan. De bewoners zouden uitvoerig geïnformeerd worden over de motieven voor 100% sloop met vervangende nieuwbouw omdat in een eerder voorstel sprake was van behoud van de huidige eengezinswoningen. Ook was afgesproken dat iedereen zoveel mogelijk op dezelfde plek mag terugkeren en dat de huurprijzen laag blijven.
Woonstichting SSW en de gemeente werden het echter niet eens. De gemeente voelde zich ook niet gebonden aan de randvoorwaarden die zij eerder had gesteld. Het proces tussen Woonstichting SSW en de gemeente diende opnieuw te beginnen. De toenmalige projectleider van SSW heeft de toezegging gedaan aan de bewonerscommissie Tuinstraatkwartier dat het plan dat zij in
overleg geformuleerd hadden het uitgangspunt zou blijven. Op dit moment waren de overige bewoners nog niet geïnformeerd over het plan om alle woningen te vervangen door nieuwbouw.
Vlak voor kerst 2019 ontving de bewonerscommissie Tuinstraatkwartier bericht van Woonstichting SSW dat de toenmalige projectleider ging stoppen met het project en vervangen zou worden door een externe projectleider die door Woonstichting SSW was ingehuurd om het project af te maken. Tijdens de eerste kennismaking toonde de nieuwe projectleider een nieuw herstructureringsplan dat samen met de
gemeente was opgesteld zonder de bewonerscommissie Tuinstraatkwartier te raadplegen. Het nieuwe plan bevatte vele belangrijke en cruciale wijzigingen, waardoor weerstand ontstond bij de
bewonerscommissie Tuinstraatkwartier.
Woonstichting SSW heeft de bewoners hierna via een nieuwsbrief geïnformeerd over het nieuwe
herstructureringsplan Tuinstraatkwartier, dat inhoudt dat alle woningen gesloopt gaan worden en worden vervangen door nieuwbouw. Dit was de eerste keer dat de bewoners hoorden dat Woonstichting SSW voornemens is om ook de eengezinswoningen in de wijk te slopen. Volgens de bewonerscommissie Tuinstraatkwartier heeft Woonstichting SSW in de nieuwsbrief de indruk gewekt dat de
bewonerscommissie heeft ingestemd met het huidige voorstel, terwijl dit niet het geval is. De nieuwsbrief heeft geleid tot woedende bewoners die ervan uitgingen dat de eengezinswoningen gerenoveerd zouden worden en dus niet konden begrijpen dat de bewonerscommissie met het plan ingestemd zou hebben.
De bewonerscommissie Tuinstraatkwartier is zelf erg ongelukkig met het nieuwe herstructureringsplan voor de wijk. Deels vanwege de manier waarop zij op de hoogte gesteld werd van het nieuwe plan en de wijzigingen die erin zijn aangebracht en deels vanwege het feit dat de bewonerscommissie niet is betrokken bij het tot stand komen van het nieuwe herstructureringsplan.
Om goed het standpunt van de bewoners te kunnen vertegenwoordigen in de gesprekken over dit nieuwe plan heeft de bewonerscommissie Tuinstraatkwartier besloten om een enquêteonderzoek uit te
voeren onder de bewoners. Op deze manier willen zij onderzoeken wat de wensen zijn van de
bewoners wat betreft de planvorming rond de aanpak van het Tuinstraatkwartier. Om zeker te zijn dat zij namens de gehele achterban reageert, zal de bewonerscommissie de resultaten van dit onderzoek gebruiken voor het formuleren van hun reactie op het huidige voorstel van Woonstichting SSW.
2. Sloop, renovatie en gewenst woningtype bij terugkeer
In dit hoofdstuk bespreken we de uitkomsten van de enquête voor wat betreft de voorkeur van de respondenten voor sloop met vervangende nieuwbouw of renovatie van de huidige woning en in welk woningtype zij graag zouden terugkeren na de ingreep.
In het woonwensenonderzoek dat in 2016 is uitgevoerd, is onder andere onderzocht of men een voorkeur had voor sloop met vervangende nieuwbouw of renovatie van de woningen. Uit dat onderzoek bleek dat een meerderheid van de duplexbewoners een voorkeur had voor sloop met vervangende nieuwbouw en de bewoners van de eengezinswoningen voor renovatie van de huidige woning. Het in 2017
gepresenteerde plan ging hier ook vanuit. Later is dit gewijzigd in 100% sloop met vervangende
nieuwbouw, waarbij is afgesproken dat alle bewoners die dat willen na de ingreep kunnen terugkeren. De bewonerscommissie heeft in haar enquête onderzocht of deze terugkeergarantie van invloed is op de voorkeur van de bewoners. Daarnaast is gevraagd in welk woningtype men het liefst wil terugkeren na de ingreep. De resultaten worden per straat behandeld.
2.1 Tuinstraat
Er zijn 26 enquêtes ingevuld door de bewoners van de Tuinstraat.
In de Tuinstraat heeft 58% van de huurders een voorkeur voor sloop met vervangende nieuwbouw.
Hierbij valt op dat onder de bewoners van eengezinswoningen nog steeds een meerderheid van 60% een voorkeur voor renovatie uitspreekt. Hierbij wordt veelal aangegeven dat men voor renovatie kiest omdat men er zeker van wil zijn om ook op dezelfde plek te kunnen terugkeren na de ingreep. Er wordt
gerefereerd aan de gerenoveerde woningen in het Heemstrakwartier als positief voorbeeld. Ook mensen die een voorkeur voor sloop met vervangende nieuwbouw hebben, geven daarbij vaak aan dat zij voor sloop stemmen onder voorbehoud van terugkeergarantie op dezelfde plek.
Er is onderzocht naar wel woningtype men wil terugkeren na de ingreep; een eengezinswoning, een grondgebonden appartement of een appartement met galerij en lift.
Dertien van de 26 respondenten uit de Tuinstraat willen na de ingreep graag terugkeren in een
eengezinswoning. Tien van hen wonen nu ook in een eengezinswoning en van drie weten we niet wat het huidige woningtype is. Daarnaast willen acht van de respondenten terugkeren in een grondgebonden appartement. Van hen wonen er zes op dit moment in een benedenwoning en de andere twee in een bovenwoning.
Eén respondent uit een bovenwoning wil terugkeren in aan appartement met galerij en lift.
Hoewel deze optie niet was opgenomen in de vraag. Hebben drie respondenten uit de Tuinstraat aangegeven terug te willen keren in een bovenwoning met portiek/eigen opgang. Zij wonen op dit moment ook in een bovenwoning.
Van één respondent weten we niet in welk woningtype deze respondent na de ingreep wil terugkeren. Ook het huidige woningtype van deze respondent is onbekend.
2.2 Meidoornpad
Er zijn 26 enquêtes ingevuld door de bewoners van het Meidoornpad.
Van de bewoners van het Meidoornpad geven zestien van de 26 respondenten aan dat zij een voorkeur hebben voor sloop met vervangende nieuwbouw (62%). Er is echter een zeer groot verschil tussen de duplexwoningen, waarvan alle respondenten kiezen voor sloop met vervangende nieuwbouw en de eengezinswoningen. Ook de respondenten van het Meidoornpad geven bij hun keuze voor renovatie vaak aan dat de wens om terug te keren op dezelfde plek hun keuze heeft bepaald en bij voorkeur voor sloop wordt regelmatig het voorbehoud gemaakt om terug te kunnen keren op dezelfde plek. Ook hier wordt het Heemstrakwartier genoemd als voorbeeld waar men enthousiast over is.
Van de 26 respondenten van het Meidoornpad willen er zeventien na de ingreep terugkeren in een eengezinswoning. Twaalf van hen wonen nu ook in een eengezinswoning, één woont nu in een bovenwoning en van vier van hen is niet bekend in welk woningtype zij op dit moment wonen.
Acht van de respondenten willen terugkeren in een grondgebonden appartement. Van hen wonen twee respondenten op dit moment in een benedenwoning. Eén van hen woont nu in een eengezinswoning, vier in een bovenwoning en van één is het huidige woningtype onbekend.
Eén respondent zou terug willen keren naar een appartement met galerij en lift. Het huidige woningtype van deze respondent is niet bekend.
2.3 Seringstraat
Er zijn 25 enquêtes ingevuld door de bewoners van de Seringstraat.
In de Seringstraat heeft een overgrote meerderheid van de respondenten (84%) een voorkeur voor sloop met vervangende nieuwbouw. Hierbij moet echter worden opgemerkt dat er uit de Seringstraat geen respondenten zijn waarvan bekend is dat zij een eengezinswoning bewonen. Indien er in de Seringstraat wel eengezinswoningen zijn, dan kan deze uitslag niet als representatief worden gezien voor de
bewoners van deze eengezinswoningen. Het kan dan interessant zijn om te trachten te achterhalen waarom er geen respons is gekomen van deze bewoners.
Van de 25 respondenten uit de Seringstraat willen er zes na de ingreep terugkeren in een
eengezinswoning. Twee van hen wonen nu in een benedenwoning en drie in een bovenwoning. Van één van hen is niet bekend wat het huidige woningtype is.
Twaalf van de respondenten uit de Seringstraat willen terugkeren naar een grondgebonden appartement.
Zeven van hen wonen nu in een benedenwoning en één in een bovenwoning. Van de overige vier is het huidige woningtype niet bekend.
Zes respondenten willen terugkeren naar een appartement met galerij en lift. Hiermee is in de
Seringstraat de animo voor appartementen met galerijen en lift groter dan in de andere straten. Twee van de respondenten die willen terugkeren naar een appartement met galerij en lift wonen op dit moment in een benedenwoning en één in een boven woning. Van drie respondenten is niet bekend in welk type woning zij nu wonen.
Eén respondent wil terugkeren in een bovenwoning.
2.4 Jasmijnstraat
Er zijn 25 enquêtes ingevuld door de bewoners van de Jasmijnstraat.
Zowel van de duplexbewoners als van de bewoners van eengezinswoningen in de Jasmijnstraat heeft een ruime meerderheid een voorkeur voor sloop met vervangende nieuwbouw. In totaal 17 van de 25 respondenten (68%). Dit is een interessante uitkomst omdat de gemeente heeft uitgesproken graag te zien dat de
karakteristieke woningen in de Jasmijnstraat behouden blijven.
Vijftien van de 25 respondenten uit de Jasmijnstraat willen na de ingreep terugkeren in een eengezinswoning. Negen van hen wonen nu ook in een eengezinswoning. Twee wonen in een
benedenwoning en één in een bovenwoning. Van drie van de respondenten die willen terugkeren naar een eengezinswoning is niet bekend in welk woningtype zijn nu wonen.
Negen respondenten willen terugkeren in een grondgebonden appartement. Drie van hen wonen nu in een eengezinswoning en twee in een benedenwoning. Drie van deze respondenten wonen momenteel in een bovenwoning en van één is niet bekend wat het huidige woningtype is.
Eén respondent die nu in een bovenwoning woont wil na de ingreep terugkeren in een appartement met galerij en lift.
2.5 Lathyrusstraat
Uit de Lathyrusstraat zijn slechts drie ingevulde enquêtes retour gekomen.
Twee van de drie respondenten uit de Lathyrusstraat hebben een voorkeur voor renovatie en willen terugkeren in (de huidige) eengezinswoning. De derde respondent geeft de voorkeur aan sloop met vervangende nieuwbouw en wil terugkeren in een grondgebonden appartement. Door de lage respons uit de Lathyrusstraat kan dit echter niet gezien worden als representatief voor de hele straat. Alle drie de respondenten wonen bovendien in een eengezinswoning. Net als bij de Seringstraat, die in het verlengde ligt van de Lathyrusstraat, kan het interessant zijn te onderzoeken waarom er geen hogere respons is gekomen uit dit deel van de wijk.
2.6 Overige woningen
Van twee respondenten is niet bekend in welke straat zij wonen. Eén van hen woont in een
benedenwoning en geeft de voorkeur aan sloop met vervangende nieuwbouw. Deze respondent zou graag terug willen keren in een grondgebonden appartement. De ander woont in een eengezinswoning en kiest voor renovatie van de woning. Deze respondent wil na de ingreep ook weer terugkeren in een eengezinswoning.
3. Gestapelde bouw
Het is de wens van met name de gemeente dat de ingreep in het Tuinstraatkwartier ook wordt gebruikt om woningen toe te voegen aan de woningvoorraad in De Bilt. In het meest recente plan van
Woonstichting SSW wordt deze uitbreiding gezocht in gestapelde bouw. Om deze reden heeft de bewonerscommissie de bewoners een aantal vormen van gestapelde bouw voorgelegd met de vraag welke vorm men passend vindt voor het Tuinstraatkwartier. Men kon hierbij meerdere mogelijkheden als passend aanmerken.
Van de 107 respondenten geven 71 aan gestapelde bouw met twee bouwlagen, vergelijkbaar met de huidige duplexwoningen, het meest passend te vinden in de wijk.
41 van de 107 respondenten vinden ook twee tot drie bouwlagen inclusief kap geschikt voor het Tuinstraatkwartier.
Drie tot vier bouwlagen en drie bouwlagen met galerijen en lift vindt men duidelijk minder passend in de wijk. Slechts 12 en 16 respondenten hebben aangegeven dit wel passend te vinden. De respondenten uit de Seringstraat en de Lathyrusstraat staan positiever tegenover deze varianten dan de respondenten uit de andere straten. Voor de Seringstraat kan dit als representatief worden gezien. Voor de Lathyrusstraat is dit de vraag vanwege het lage aantal respondenten uit deze straat.
Van 20 respondenten is niet bekend welke type gestapelde bouw in hun ogen past binnen de wijk.
3.1 Hoe belangrijk is een lift bij gestapelde bouw?
Omdat in het nieuwe plan van Woonstichting SSW appartementen met lift zijn toegevoegd, heeft de bewonerscommissie in het onderzoek de vraag meegenomen of men een lift belangrijk vindt als men in een appartement komt te wonen.
Van alle respondenten vinden 44 het belangrijk dat er een lift is in de gestapelde bouw. 40 respondenten hebben hierover echter geen mening gegeven. Vaak is de reden hiervoor dat zij nu in een
eengezinswoning wonen en ervan uit gaan dat zij na de ingreep ook terugkeren in een eengezinswoning.
Om die reden hebben we de resultaten ook uitgesplitst per woningtype van de huidige woning.
Als we per woningtype kijken, zien we dat een meerderheid van de respondenten uit bovenwoningen het belangrijk vindt dat er een lift is als zij terugkeren in een appartement (55%). Van de mensen die nu in een benedenwoning woningen is dit iets minder dan de helft (43%). Hierbij wordt door deze respondenten wel opgemerkt dat het er wel aan ligt hoe hoog het appartementengebouw wordt. Eén of twee trappen vindt men dan vaak te overzien zonder lift, wanneer het hoger wordt niet meer.
Een aantal mensen dat nu in een bovenwoning woont en heeft aangegeven dat zij een lift niet belangrijk vinden, geeft daarvoor als reden dat zij graag willen terugkeren in een grondgebonden appartement of een eengezinswoning. Om die reden is een lift voor hun niet belangrijk.
41%
22%
37%
Lift
alle respondenten
Belangrijk Niet belangrijk Onbekend of geen mening
4. Ligging woonkamer en buitenruimte
Met betrekking tot de individuele woningen is onderzocht of de bewoners graag een woonkamer aan de zonzijde hebben, of het belangrijk is of de tuin aan de zonzijde is gelegen en of er voor de appartementen een voorkeur is voor een inpandig of uitpandig balkon.
Een meerderheid van de respondenten (60) vindt het belangrijk dat de woonkamer aan de zonzijde gelegen is. Opmerkingen die wel veel gemaakt worden zijn dat in ieder geval de buitenruimte zonnig moet zijn, liever de woonkamer in de zon dan de slaapkamer en een deel van de dag een zonnige woonkamer is ook goed. 30 van de respondenten geven aan het niet belangrijk te vinden of de
woonkamer aan de zonzijde ligt en acht mensen hebben geen voorkeur. Van negen respondenten is niet bekend of zij het belangrijk vinden dat de woonkamer aan de zonzijde ligt.
Voor 60 respondenten is de vraag of er een voorkeur is voor een inpandig balkon of een uitpandig balkon niet van toepassing. De reden hiervoor is dat zij wensen terug te keren in een grondgebonden woning met tuin. Deze respondenten zijn in de grafiek niet meegenomen. Onder de overige 47 respondenten zijn de meningen verdeeld. Vijftien van hen geven de voorkeur aan een inpandig balkon en 22 aan
een uitpandig balkon. Vijf respondenten hebben geen voorkeur voor één van beiden en van vijf respondenten is niet bekend waar hun voorkeur naar uitgaat.
Met betrekking tot de tuin bij de grondgebonden woningen is aan de respondenten gevraagd of het belangrijk is dat deze een tuin hebben, of de tuin aan de zonzijde gesitueerd moet zijn of niet en of men behoefte heeft aan een grote tuin van meer dan vier meter diepte of dat een kleinere tuin de voorkeur heeft.
Het belang van een achtertuin bij grondgebonden woningen is duidelijk. Maar liefst 92 van de 107 respondenten geven aan het belangrijk te vinden dat bij de grondgebonden woningen een tuin hoort. 80 van de respondenten vinden het ook belangrijk dat de tuin aan de zonzijde is gelegen. Tot slot geven 61 respondenten aan dat de tuin dieper moet zijn dan 4 meter. Vaak wordt aangegeven dat men het belangrijk vindt dat de tuinen na de ingreep even groot zijn als in de huidige situatie. 22 respondenten geven aan dat een kleine tuin prima is en vier respondenten maakt het niet veel uit of de tuin groot of klein is, als er maar een tuin is.
Als we de reacties over een grote of kleine tuin uitdiepen naar woningtype dan zien we dat er vrijwel geen verschil zit tussen de respondenten uit eengezinswoningen en de respondenten uit benedenwoningen.
Respectievelijk 65% en 63% van deze respondenten zegt het belangrijk te vinden dat de tuin groter is dan vier meter diep. 28% van de respondenten uit een eengezinswoning zegt de voorkeur te geven aan een kleinere tuin tegenover 21% van de respondenten uit benedenwoningen.
85%
5%3%7%
Tuin bij grondgebonden woning
Belangrijk Niet belangrjik Onbekend
75%
6%5%7%7%
Zonligging tuin
Belangrijk Niet belangrijk Geen voorkeur Onbekend
21%
57%
4%
11%7%
Tuin 4 meter diep of groter
Tot 4 meter Meer dan meter Geen voorkeur Onbekend
0%
20%
40%
60%
80%
Diepte tuin per woningtype
Eengezinswoning Benedenwoning Bovenwoning
5. Parkeren
Tot slot heeft de bewonerscommissie onderzocht hoe men in de huidige situatie het parkeren ervaart, kan men makkelijk de auto dicht bij huis parkeren of niet? Ook is onderzocht hoe men zou willen dat straks in de nieuwe situatie het parkeren wordt ingericht.
We zien dat 43% van de respondenten aangeeft in de huidige situatie meestal dicht bij huis te kunnen parkeren. 27% ervaart daar meer moeite mee. Op straatniveau zien we dat men in de Jasmijnstraat en de Lathyrusstraat aanzienlijk makkelijker een parkeerplek in de buurt van de woning kan vinden dan in de andere straten. Er wordt aangegeven dat de parkeerdruk veelal wordt veroorzaakt door mensen van buiten De Bilt, zoals forensen die in het Tuinstraatkwartier parkeren en verder reizen met de bus of fiets.
24 respondenten geven aan niet in het bezit te zijn van een auto, waardoor deze vraag voor hun niet van toepassing is. Met name in de Seringstraat zijn relatief veel mensen niet in het bezit van een auto.
Van de overige acht respondenten is niet bekend of zij moeite hebben om een parkeerplek te vinden dicht bij huis.
43%
27%
8%
22%
Parkeren in buurt van woning
Makkelijk Moeilijk Onbekend
Niet van toepassing
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
Makkelijk Moeilijk Onbekend N.v.t.
Parkeren in buurt van de woning
Tuinstraat Meidoornpad Seringstraat Jasmijnstraat Lathyrusstraat Straat onbekend
40%
23% 7%
8%
14%
8%
Meer of minder parkeerplaatsen
Meer Minder Gelijk Geen mening
0%
20%
40%
60%
80%
Meer of minder parkeerplekken in de wijk
Tuinstraat Meidoornpad Seringstraat Jasmijnstraat Lathyrusstraat Straat onbekend
Ondanks de uitkomst dat veel bewoners makkelijk een parkeerplaats kunnen vinden in de buurt van de woning, geeft toch 40% van de respondenten aan dat er meer parkeerplaatsen nodig zijn. Dit geldt met name voor de bewoners van de Tuinstraat en het Meidoornpad, maar ook van de respondenten uit de Jasmijnstraat, waar men relatief makkelijk een parkeerplek vindt, geeft 36% aan dat er meer
parkeerplaatsen nodig zijn.
De Lathyrusstraat geeft een afwijkend beeld omdat hier twee van de drie respondenten aangeven dat het aantal parkeerplaatsen omlaag kan. Onderzocht zou kunnen worden of de andere bewoners van de Lathyrusstraat deze mening delen.
Bijna een kwart van de respondenten is van mening dat het huidige aantal parkeerplaatsen ook in de toekomst voldoet.
Wat betreft de vraag hoe het parkeren ingericht moet worden, valt op dat een meerderheid van de
respondenten (43) de voorkeur geeft aan insteekhavens haaks op de weg boven parkeerstroken langs de weg (28). Alleen in de Tuinstraat krijgt haaksparkeren evenveel stemmen als parkeerstroken langs de weg, beiden 38%.
Ook een combinatie van (een aantal van) de verschillende mogelijkheden wordt geschikt bevonden (45), hoewel de bewoners van het Meidoornpad hier met 27% duidelijk minder positief tegenover staan dan de bewoners in de andere straten. In de Jasmijnstraat is men met 60% juist positiever over een combinatie dan in de overige straten.
Over de verzamelparkeerpleinen is men minder positief. 30 respondenten geven aan deze vorm van parkeren passend te vinden in de wijk. In de Seringstraat staat men met 44% positiever tegenover parkeerpleinen dan in de rest van de wijk en de bewoners van het Meidoornpad staan met 8% juist veel negatiever tegenover deze vorm van parkeren.
Van 16 respondenten is niet bekend waar hun voorkeur naar uitgaat.
17%
27%
18%
28%
10%
Inrichting parkeren wijkniveau
Parkeerstroken langs de weg
Insteekparkeerhavens haaks op de weg Verzamel parkeerpleinen Combinatie Onbekend
20%0%
40%60%
100%80%
120%
Inrichting parkeren straatniveau
Tuinstraat Meidoornpad Seringstraat Jasmijnstraat Lathyrusstraat Straat onbekend
6. Conclusie
Het doel van het enquêteonderzoek is om de wensen van de bewoners wat betreft de planvorming rond de aanpak van het Tuinstraatkwartier in beeld te brengen, zodat de bewonerscommissie dit mee kan nemen in het overleg met Woonstichting SSW.
De resultaten zullen worden gebruikt om een advies uit te brengen op het voorstel dat er nu ligt vanuit Woonstichting SSW. Met de gegevens uit de enquête weet de bewonerscommissie zeker dat zij namens de gehele achterban reageert op het voorstel.
Wat zijn de wensen van de bewoners wat betreft de planvorming rond de aanpak van het Tuinstraatkwartier?
Het grootste gedeelte van de bewoners, namelijk 66%, heeft een voorkeur voor sloop met vervangende nieuwbouw. Wat opvalt is dat waar de duplexbewoners met 81% eensgezind zijn in hun voorkeur voor sloop met vervangende nieuwbouw, dit niet geldt voor de bewoners van de eengezinswoningen. Van hen heeft 49% een voorkeur voor sloop met vervangende nieuwbouw en 51% voor renovatie van de
woningen. Wat hierbij steeds naar voren komt is dat deze bewoners niet alleen willen terugkeren in de wijk, maar meer specifiek op dezelfde plek waar zij nu ook wonen. Dit heeft voor een groot deel hun stemgedrag bepaald. De bewonerscommissie Tuinstraatkwartier dient dit in haar reactie op het voorstel van Woonstichting SSW aan te kaarten: zij kunnen niet instemmen met het huidige voorstel van 100%
sloop met vervangende nieuwbouw, omdat niet hun gehele achterban achter dit besluit staat. Een goed advies richting Woonstichting SSW is om de eengezinswoningen zoveel mogelijk op dezelfde locatie terug te bouwen als waar deze nu staan. Dit was in het plan waarvan de bewonerscommissie met de hoofdstructuur heeft ingestemd ook het geval. Daarnaast is het verstandig om SSW te adviseren met deze groep bewoners in gesprek te gaan, om zo weerstand te voorkomen en tot een gezamenlijk besluit te komen.
Van de 107 respondenten willen er maar liefst 93 terugkeren in een grondgebonden woning. Van hen willen er 54 terugkeren in een eengezinswoning en 39 in een grondgebonden appartement. Deze uitkomst staat haaks op het huidige voorstel, waarin Woonstichting SSW juist meer in de hoogte wil bouwen. Met deze uitkomst kan de bewonerscommissie niet anders dan zich hard maken voor meer grondgebonden woningen in het nieuwe plan.
Vijf respondenten hebben aangegeven dat zij na de ingreep, net als nu graag weer hun intrek nemen in een bovenwoning. Voor de appartementen met galerijen en lift is duidelijk minder animo. Slechts acht respondenten geven hier de voorkeur aan. Zes van hen wonen nu in de Seringstraat.
Het valt op dat niet iedereen wil terugkeren in hetzelfde woningtype als waar men nu woont. Van de 54 mensen die willen terugkeren in een eengezinswoning, wonen er vier nu in een benedenwoning en vijf in een bovenwoning. Van 11 respondenten weten we niet en welk woningtype zij nu wonen.
Van de 39 respondenten die terug willen keren in een grondgebonden appartement, wonen er achttien nu in een benedenwoning, vijf in een eengezinswoning, tien wonen nu in een bovenwoning en van zes is niet bekend in welk type woning zij nu wonen.
Het is niet bekend wat de huishoudsamenstelling van de respondenten is, maar de bewonerscommissie doet er verstandig aan om met SSW te gaan bespreken wat de mogelijkheden zijn om bij terugkeer wooncarrière te maken. Er kan dan bijvoorbeeld gedacht worden aan meerpersoonshuishoudens die nu in een duplexwoning wonen of mensen die minder mobiel zijn die nu in een bovenwoning wonen. Het is verstandig om afspraken hierover op te nemen in het Sociaal Projectplan.
Slechts acht respondenten hebben aangegeven te willen terugkeren naar een appartement met galerij en lift. Twee van hen wonen nu in een bovenwoning en twee in een benedenwoning. Van vier van deze respondenten is het huidige woningtype niet bekend. De bewonerscommissie Tuinstraatkwartier doet er goed aan in de gesprekken met SSW en in haar advies aan SSW mee te nemen dat er nauwelijks animo is voor dit woningtype. Het ligt dan ook voor de hand dat de bewonerscommissie hierover negatief adviseert.
Ook op de vraag welke vorm van gestapelde bouw men passend vindt in de wijk komen de
appartementen met galerijen en lift er slecht af. Hetzelfde geldt voor de appartementen met drie tot vier bouwlagen inclusief kap. Men houdt vast aan de twee bouwlagen die het Tuinstraatkwartier in de huidige situatie ook kent. Dit zou eventueel aangevuld kunnen worden met maximaal drie bouwlagen inclusief kap.
Als je het de mensen vraagt die nu in een bovenwoning wonen dan is het belangrijk dat er een lift aanwezig is wanneer er sprake is van meer dan twee bouwlagen. De mensen die nu in een
grondgebonden woning wonen, vinden de aanwezigheid van een lift een stuk minder belangrijk, maar zij gaan er in de meeste gevallen dan ook vanuit dat zijzelf in een grondgebonden woning terugkeren. De bewonerscommissie doet er dan ook goed aan om er in haar advies rekening mee te houden dat voor de meeste mensen die boven wonen een lift belangrijk is.
Wat betreft de ligging van de woonkamer, vindt de meerderheid van de respondenten het belangrijk dat de woonkamer aan de zonzijde ligt. Enige nuancering wordt hierbij aangebracht doordat een aantal mensen aangeeft dat het prima is als de woonkamer een deel van de dag in de zon ligt. Ook geven mensen aan dat ze in ieder geval niet willen dat de slaapkamer aan de zonzijde ligt.
Van de mensen die verwachten terug te keren in een appartement heeft de meerderheid een voorkeur voor een uitpandig balkon boven een inpandig balkon, echter de meningen zijn verdeeld (47% en 32%).
Het is dan ook moeilijk om op basis van de uitkomsten van dit onderzoek hierover een advies uit te brengen aan Woonstichting SSW.
Over het belang van een tuin bij de grondgebonden woningen is men duidelijk. Maar liefst 85% van de respondenten geeft aan dat het belangrijk is dat bij de grondgebonden woningen een tuin hoort en men is het er ook over eens dat deze tuin dieper moet zijn dan 4 meter. Hierin is geen verschil tussen bewoners van eengezinswoningen en van benedenwoningen. Dit is voor de bewonerscommissie Tuinstraatkwartier van belang omdat Woonstichting SSW er in het huidige voorstel vanuit gaat dat de bewoners van
benedenwoningen geen of minder behoefte hebben aan een grote tuin. Met de uitkomst van dit onderzoek kan de bewonerscommissie die aanname weerleggen.
Driekwart van de respondenten heeft graag de tuin, net als de woonkamer, aan de zonzijde.
Hoewel de meeste respondenten over het algemeen vrij makkelijk een parkeerplek kunnen vinden dichtbij huis, zeker in de Jasmijnstraat, is men over het algemeen toch van mening dat er
parkeerplaatsen bij moeten komen. Hierbij wordt wel opgemerkt dat een belangrijke oorzaak van de parkeerdruk die wel wordt ervaren, is dat er veelvuldig in de wijk geparkeerd wordt door mensen die vaak niet in de buurt wonen, zoals forensen die daar vandaan per bus of fiets doorreizen naar Utrecht.
Wat betreft de inrichting van het parkeren, geeft men de voorkeur aan haaksparkeren of een combinatie van (een aantal van) de genoemde mogelijkheden. In de Tuinstraat behoren parkeerstroken langs de weg ook tot de mogelijkheden waar de bewoners zich in kunnen vinden. In de andere straten staat men niet zo positief tegenover parkeerstroken langs de weg.
Verzamelparkeerpleinen vindt men over het algemeen niet passend in de wijk. Alleen in de Seringstraat staat men daar minder negatief tegenover. De bewoners van het Meidoornpad staan zeer afwijzend tegenover verzamelparkeerpleinen. De bewonerscommissie Tuinstraatkwartier kan aan de hand van deze uitkomsten Woonstichting SSW adviseren om rekening te houden met haaksparkeren in de wijk, mogelijk aangevuld met parkeerstroken langs de weg in de Tuinstraat en eventueel een parkeerplein in de Seringstraat.
Samengevat: De bewoners van de duplexwoningen kunnen zich grotendeels vinden in sloop met
vervangende nieuwbouw. Bij de eengezinswoningen zijn de meningen hierover echter verdeeld. Duidelijk is dat deze bewoners groot belang hechten aan terugkeer op dezelfde plek waar zij nu ook wonen.
Terugkeergarantie in de wijk is voor deze mensen niet voldoende. Met het uitgangspunt voor 100% sloop is het goed om Woonstichting SSW te adviseren de eengezinswoningen grotendeels terug te bouwen op dezelfde plek.
Opvallend is dat het overgrote deel van de respondenten wil terugkeren in een grondgebonden woning en dat er nauwelijks animo is voor appartementen in drie bouwlagen met galerijen en lift en voor appartementen met drie tot vier bouwlagen inclusief kap.
Ook opvallend is dat er geen verschil is tussen eengezinswoningen en benedenwoningen voor wat betreft het belang van een grote, zonnige tuin.
Tot slot geeft men aan dat het wenselijk is als er (iets) meer parkeerplekken komen, waarbij er een voorkeur bestaat voor haaksparkeren. Over verzamelparkeerpleinen is men niet enthousiast, alleen in de Seringstraat staat men hier minder negatief tegenover.
