• No results found

Verslag over de doorlichting van Vrije Basisschool - De Bloesem te KERKSKEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag over de doorlichting van Vrije Basisschool - De Bloesem te KERKSKEN"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie

Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL

doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be

Verslag over de doorlichting van Vrije Basisschool - De Bloesem te KERKSKEN

Hoofdstructuur basisonderwijs Instellingsnummer 23416

Instelling Vrije Basisschool - De Bloesem Directeur Pascal SCHEYVAERTS

Adres Beekstraat 17 - 9451 KERKSKEN Telefoon 053-83.91.46

Fax 053-83.08.09

E-mail directie@debloesem.net Website www.debloesem.net Bestuur van de instelling

Adres

Sint-Jozefinstituut

Bruulstraat 17 - 9450 HAALTERT Scholengemeenschap

Adres

De zevensprong

Collegestraat 19 - 9470 DENDERLEEUW CLB

Adres

Vrij CLB Aalst

Langestraat 12 - 9300 AALST

Dagen van het doorlichtingsbezoek 11-01-2016, 12-01-2016, 14-01-2016 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 14-01-2016

Datum bespreking verslag met de instelling 28-01-2016 Samenstelling inspectieteam

Inspecteur-verslaggever Lucrèce MATTHIJS Teamleden Thierry DE VOS

(2)

INHOUDSTAFEL

INLEIDING...3

1 SAMENVATTING ...5

2 DOORLICHTINGSFOCUS ...7

2.1 Leergebieden in de doorlichtingsfocus ...7

2.2 Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus ...7

3 RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING? ...8

3.1 Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?...8

3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen? ...8

3.1.1.1 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie ...8

3.1.1.2 Kleuteronderwijs: muzische vorming ...8

3.1.1.3 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie en muzische vorming ...8

3.1.1.4 Lager onderwijs: wiskunde ...10

3.1.1.5 Lager onderwijs: muzische vorming ...12

3.1.2 Voldoet de school aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne’?...13

3.1.3 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden?...14

3.2 Respecteert de school de overige reglementering? ...14

4 BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT? ...16

4.1 Sociale en emotionele begeleiding ...16

4.2 Deskundigheidsbevordering ...17

5 ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL ...19

6 STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL ...22

6.1 Wat doet de school goed? ...22

6.2 Wat kan de school verbeteren? ...23

7 ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNINGSVOORWAARDEN ...24

8 OVERIGE REGELGEVING: REGELING VOOR VERVOLG...24

(3)

INLEIDING

De decretale basis van het onderzoek

Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de school 1. de onderwijsreglementering respecteert,

2. op systematische wijze haar eigen kwaliteit onderzoekt en bewaakt, 3. haar tekorten al dan niet zelfstandig kan wegwerken

(zie artikel 38 van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, 8 mei 2009).

Een doorlichting is dus een onderzoek van 1. de onderwijsreglementering,

2. de kwaliteitsbewaking door de school, 3. het algemeen beleid van de school.

Een onderzoek in drie fasen

Een doorlichting bestaat uit drie fasen: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en het doorlichtingsverslag.

 Tijdens het vooronderzoek bekijkt het inspectieteam de gehele school aan de hand van het CIPO- referentiekader. Het vooronderzoek wordt afgesloten met een doorlichtingsfocus: een selectie van te onderzoeken aspecten tijdens het doorlichtingsbezoek.

 Tijdens het doorlichtingsbezoek voert de onderwijsinspectie het onderzoek uit aan de hand van observaties, gesprekken en analyse van documenten.

 Het doorlichtingsverslag beschrijft het resultaat van de doorlichting, bevat een advies over de verdere erkenning en wordt gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be.

Een gedifferentieerd onderzoek

1. Omdat de onderwijsinspectie gedifferentieerd doorlicht, onderzoekt het inspectieteam in de school een selectie van de onderwijsreglementering:

 het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen

Hiertoe selecteert de onderwijsinspectie een aantal leergebieden.

Daarbij onderzoekt de onderwijsinspectie altijd de volgende procesvariabelen uit het CIPO- referentiekader:

 het onderwijsaanbod

 de uitrusting

 de evaluatiepraktijk

 de leerbegeleiding.

 een selectie van andere erkenningsvoorwaarden, waaronder de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.

 een selectie van overige regelgeving.

2. Om de kwaliteitsbewaking door de school na te gaan, selecteert het inspectieteam een aantal procesvariabelen. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de school voor deze procesvariabelen aandacht heeft voor

 doelgerichtheid: welke doelen stelt de school voorop?

 ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de school om efficiënt en doelgericht te werken?

 doeltreffendheid: bereikt de school de doelen en gaat de school dit na?

 ontwikkeling: heeft de school aandacht voor nieuwe ontwikkelingen?

(4)

3. Het inspectieteam onderzoekt ten slotte het algemeen beleid van de school aan de hand van vier procesvariabelen: leiderschap, visieontwikkeling, besluitvorming, kwaliteitszorg.

In dit luik rapporteert het inspectieteam ook over het zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid van de school.

Het advies

De adviezen die de onderwijsinspectie uitbrengt, hebben betrekking op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de school. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen:

 een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de school of van structuuronderdelen.

 een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de school of van structuuronderdelen als de school binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies.

 een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de school of van structuuronderdelen op te starten.

Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de school de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken.

Tot slot

Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve doorlichtingsverslag informeert de directeur van de school de ouders en leerlingen over de mogelijkheid tot inzage.

Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de school het verslag volledig

bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de school of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen.

De school mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.

Meer informatie?

www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be

(5)

1 SAMENVATTING

Dit verslag rapporteert over de doorlichting van Vrije Basisschool 'De Bloesem' in Kerksken, Haaltert. De directeur werkt een achttal jaar in deze functie op deze school. De leerlingen komen vooral uit de buurt van de school maar ook uit de ruimere omgeving. De onderwijsinspectie houdt in haar oordeel rekening met specifieke kenmerken van de school, de omgeving, het personeel en de leerlingen.

Op basis van het vooronderzoek van 5 januari 2016 bepaalde de onderwijsinspectie de focus die ze tijdens deze doorlichting onderzocht. In de kleuterafdeling ging ze de inspanningen van het schoolteam na om voor wiskundige initiatie en muzische vorming de ontwikkelingsdoelen na te streven. In de lagere afdeling ging de onderwijsinspectie na in hoeverre de school de eindtermen voor wiskunde en muzische vorming bereikt. Daarnaast peilde de onderwijsinspectie naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de professionalisering en de socio-emotionele begeleiding en naar aspecten van het algemeen beleid. Ten slotte onderzocht ze ook een selectie van regelgeving en de mate waarin de school aandacht heeft voor de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de leeromgeving.

Het onderzoek naar de onderwijsdoelstellingen wijst uit dat in de kleuterafdeling de resultaten van de onderzochte leergebieden aan de verwachtingen van de overheid voldoen. Het kleuterschoolteam streeft de ontwikkelingsdoelen voor de leergebieden wiskundige initiatie en muzische vorming in voldoende mate na. Kleuteronderwijzers maken doelgerichte en doordachte planningen, gericht op de integratie van de verschillende leergebieden en domeinen. Verschillende afspraken verzekeren de graduele opbouw van het aanbod. De kleuteronderwijzers streven naar een breed, uitdagend thematisch aanbod. De werkvormen, de klasinrichting en de hoekenverrijking bevorderen het wiskundig handelen en de denkontwikkeling.

Binnen muzische vorming bieden de kleuteronderwijzers veel kansen tot exploreren en experimenteren en tot gevarieerde muzische activiteiten. Het kleuterschoolteam neemt waardevolle initiatieven voor

preventie en remediëring binnen de preventieve basiszorg en de verhoogde zorg. De meeste kleuteronderwijzers gebruiken de onderwijstijd optimaal en beschikken over voldoende

ontwikkelingsmateriaal. De kleuteronderwijzers getuigen van een hoge betrokkenheid en professionaliteit en slagen erin om de kleuters uit te dagen.

In de lagere afdeling wijst het onderzoek uit dat resultaten van de onderzochte leergebieden voldoen aan de verwachtingen van de overheid. Voor de leergebieden wiskunde en muzische vorming streven de onderwijzers met de leerlingen de leer-plandoelen in voldoende mate na. De verschillende domeinen van wiskunde komen evenwichtig aan bod. De onderwijzers streven binnen het onderwijsleerproces naar een actieve en procesmatige ontwikkeling van vaardigheden en rekenstrategieën. Ze stemmen het

onderwijsaanbod af op de noden van de leerlingen en op het vergroten van de leerwinst. Leerlingen krijgen gaandeweg een hogere participatie in het sturen en evalueren van het eigen leerproces. De onderwijzers investeren in de preventieve basiszorg en ook de verhoogde zorg gebeurt doelgericht en planmatig. De verzamelde outputgegevens resulteren in acties ter verbetering van de onderwijskwaliteit. Dit gebeurde op een professionele manier voor meetkunde en metend rekenen doorheen de volledige basisschool. Het team laat nog kansen liggen om reële contexten en probleemstellingen als uitgangspunt te nemen in de wiskundelessen. Het passend en gedifferentieerd inschakelen van didactisch materiaal heeft nog groeikansen. In de onderwijsorganisatie benut het schoolteam de expertise van de onderwijzers voor muzische vorming. De onderwijzers richten hun onderwijsaanbod op de verschillende muzische domeinen.

Ze geven gerichte aanzetten om binnen het leergebied muzische vorming vanuit het beschouwen het muzisch proces te voeden en te ondersteunen vooraleer tot creaties te komen. De typische aspecten van de verschillende domeinen van muzische vorming komen weinig intentioneel aan bod, zowel bij het beschouwen als het creëren. De evaluatiepraktijk voor muzische vorming is in ontwikkeling. De school neemt initiatieven om de leerlingen te laten participeren in verschillende muzische trajecten, zowel schoolintern als -extern.

(6)

Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de processen in de focus maakt duidelijk dat het team zowel voor sociaal-emotionele begeleiding als voor professionalisering beschikt over doorleefde visieteksten. Het intern beleid voorziet de nodige structuren om de processen gelijkgericht vorm te geven, te evalueren en bij te sturen. De cultuur van overleg en samen school maken ondersteunt de ontwikkeling van een gezamenlijke visie en gelijkgerichte uitvoering van de geplande acties. De kwalitatieve aandacht voor het proces van sociaal-emotionele begeleiding resulteert in een verhoogd welbevinden, in

verschillende schoolinterne projecten en in een intensere samenwerking met de plaatselijke gemeenschap.

Het proces van professionalisering leidt gaandeweg tot een schoolteam dat zich uitgedaagd weet en dat doelgericht aan de eigen klaspraktijk en aan de interne kwaliteitszorg van de school werkt. Via gerichte professionalisering kunnen de teamleden het proces van teamteaching verder uitbouwen.

De sterkte van de school ligt in het inspirerend leiderschap, de visie op goed onderwijs en de grote geza- menlijke doelgerichtheid. Het gevoerde beleid is gericht op kwaliteitsonderwijs dat tegemoet komt aan de noden van de leerlingen. De directeur ondersteunt alle facetten van de werking. Hij zet daartoe in overleg met de werkgroepen de nodige structuren uit. Het schoolteam blijft kritisch en gaat effecten van

initiatieven na bij de leerlingen maar ook bij de leerkrachten. Afspraken die voortvloeien uit prioriteiten krijgen een structurele en transparante opvolging. Het kwaliteitsbeleid zit ingebed in de hele werking. Het is enerzijds gericht op leerwinst en anderzijds op het bekomen van een leefgemeenschap op school.

Doordat het team werkt vanuit een gedragen visie en het inspraak en autonomie krijgt binnen een duidelijke planning, groeit de expertise en de persoonlijke motivatie.

De onderwijsinspectie besluit haar erkenningsonderzoek op vlak van de onderwijsdoelstellingen met een gunstig advies voor zowel de kleuter- als de lagere afdeling. De onderwijsinspectie geeft eveneens een gunstig advies voor de "overige erkenningsvoorwaarden" en de erkenningsvoorwaarde "bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne". De onderwijsinspectie waardeert de inspanningen van alle schoolbetrokkenen. Ze rekent op de bereidheid, de collegialiteit en de betrokkenheid van alle schoolteamleden om verder te bouwen aan kwaliteitsvol onderwijs en wenst de school daarbij alle succes toe.

(7)

2 DOORLICHTINGSFOCUS

Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting selecteerde de onderwijsinspectie onderstaande leergebieden en procesindicatoren/procesvariabelen voor verder onderzoek.

2.1 Leergebieden in de doorlichtingsfocus Kleuteronderwijs - Leergebieden

wiskundige initiatie muzische vorming

Lager onderwijs - Leergebieden wiskunde

muzische vorming

2.2 Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus Personeel - Professionalisering

Deskundigheidsbevordering Onderwijs - Begeleiding

Sociale en emotionele begeleiding

(8)

3 RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING?

3.1 Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?

3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen?

Het onderzoek naar het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen levert voor de geselecteerde leergebieden het volgende op.

3.1.1.1 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie Voldoet

De kleuteronderwijzers streven de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied wiskunde in voldoende mate na. Ze plannen hun onderwijsaanbod doelgericht en doordacht. Afspraken bevorderen de graduele opbouw van het aanbod. Kleuteronderwijzers realiseren een breed en uitdagend aanbod via thema’s. De

werkvormen, de klasinrichting en de hoekenverrijking bevorderen de denkontwikkeling en het wiskundig handelen. De kleuteronderwijzers zorgen voor een degelijke preventieve basiszorg. De meeste

kleuteronderwijzers benutten de onderwijstijd optimaal en beschikken over voldoende ontwikkelingsmateriaal.

3.1.1.2 Kleuteronderwijs: muzische vorming Voldoet

De kleuteronderwijzers streven de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied muzische vorming in voldoende mate na. De planning is gericht op de integratie van de verschillende domeinen van muzische vorming binnen het thematisch aanbod. De kleuteronderwijzers integreren de uitgangspunten van het leerplan binnen het aanbod. Het muzisch proces krijgt voldoende aandacht. De kleuteronderwijzers bieden de kleuters veel kansen via de hoekenverrijking en de muzische activiteiten te exploreren en te

experimenteren en zich muzisch te ontplooien.

3.1.1.3 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie en muzische vorming Curriculum

Onderwijsaanbod Referentiekader Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Brede harmonische vorming Actief leren

De kleuteronderwijzers refereren in hun planningsdocumenten naar de leer- plandoelen en naar de methode van het eigen net, het ontwikkelingsplan. Ze plannen doelgericht zowel de activiteiten als de terugkerende activiteiten en de hoekenverrijking. Vanuit het leerplan en het ontwikkelingsplan hebben

kleuteronderwijzers zicht op de specifieke doelen voor hun doelgroep. Met het oog op evenwicht en volledigheid duiden de kleuteronderwijzers op de

planningsdocumenten aan welke doelen nagestreefd werden.

Bij de vaste thema’s, die in elke klas aan bod komen, overleggen de

kleuteronderwijzers met het oog op gradatie. Het kleuterschoolteam beschikt over leerinhoudelijke en graduele afspraken over kalenders, na te streven begrippen, leren leren, relationele vorming, media, …. Een aantal activiteiten en afspraken ondersteunen de overgang van de derde kleuterklas naar het eerste leerjaar.

(9)

De thema’s krijgen meestal een creatieve invulling en soms brengen kleuters zelf thema's aan. In verschillende klassen vertrekken de kleuteronderwijzers geregeld vanuit een brainstorm met de kleuters. Afhankelijk van de interesses van de kleuters kan een thema verder uitgroeien. Het kleuterschoolteam neemt waardevolle initiatieven ter bevordering van een hoge betrokkenheid en met aandacht voor de basisveiligheid bij de kleuters.

De geplande activiteiten staan vermeld op een themablaadje voor de ouders met als doel ook de ouders te betrekken bij het schoolleven van het kind.

Kleuters krijgen optimaal de kans om binnen de speelleerplekken muzische, creatieve, taalondersteunende en denkstimulerende activiteiten te kiezen. Ze krijgen verschillende kansen om de vooropgestelde doelen, vooral voor wiskundige initiatie, in verschillende situaties te oefenen. Het team streeft ernaar om van het leerproces een actief en constructief proces te maken waar zowel samenwerkend leren als zelfstandig leren aan bod komt. Kleuters krijgen enerzijds de kans om de eigen leefwereld in de klas te brengen. Anderzijds zorgen kleuteronderwijzers voor de transfer tussen de klas en de wereld. Voor muzische vorming nemen de kleuteronderwijzers initiatieven om vanuit het beschouwende te komen tot een creatief en muzisch proces.

Kleuteronderwijzers verwoorden dat het beschouwen vaak te weinig aandacht krijgt. Kleuters krijgen nog niet altijd de ruime kansen om te exploreren en te experimenteren met verschillende materialen. Contractwerk bij de oudste kleuters ondersteunt het zelfstandig werken en het plannen. Het

kleuterschoolteam introduceert stimulerende acties zoals de puzzelkampioen en de aanzet tot een talentenmap. Kleuters krijgen de kans om een positief zelfbeeld op te bouwen door het ontdekken van en de communicatie over de eigen talenten. In verschillende klassen verwoorden kleuteronderwijzers verwachtingen en doelen van de activiteiten op niveau van de kleuters.

Verschillende muzische activiteiten gebeuren op schoolniveau en kleuters krijgen daarbij voldoende kans om hun creaties te tonen. Op regelmatige tijdstippen wonen kleuters een professionele theatervoorstelling bij. De werkgroep cultuur ondersteunt en stimuleert muzische activiteiten op school.

Materieel beheer Uitrusting Ontwikkelingsmaterialen

De school voorziet voldoende ontwikkelingsmaterialen voor het nastreven van de leerplandoelen. Het team beschikt over voldoende concreet en kosteloos materiaal om kleuters uit te dagen. Het schoolteam heeft een visie over het functioneel en verantwoord gebruik van speelwerkblaadjes. Contractwerk is gaandeweg meer gericht op actief handelen en werken met concreet materiaal.

Kleuteronderwijzers ontwerpen en maken veel materiaal zelf zoals spellen en opdrachtkaarten.

Curriculum Onderwijsorganisatie Onderwijstijd

Doorgaans gebruiken de kleuteronderwijzers de onderwijstijd optimaal. Bij de jongste kleuters gaat soms onderwijstijd verloren aan de eet- en

plasmomenten.

(10)

Evaluatie Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Kindvolgsysteem Gericht op bijsturing

Kleuteronderwijzers noteren observatiegegevens met betrekking tot de brede persoonlijkheidsontplooiing. De kleuteronderwijzers gebruiken die

observatiegegevens als basis voor preventie en remediëring binnen de

preventieve basiszorg en de verhoogde zorg, de kindbesprekingen, het invullen van het leerlingvolgsysteem en het onderbouwen van de oudercontacten.

Zowel de zorgleerkracht als de klastitularissen houden observatiegegevens bij.

In het kindvolgsysteem scoren kleuteronderwijzers twee keer per jaar

verschillende ontwikkelingsaspecten van de brede persoonlijkheidsontwikkeling van de kleuters. Kleuteronderwijzers gebruiken een aantal criteria, op basis van het ontwikkelingsplan om tot een doelgerichte evaluatie te komen. Het

kleuterschoolteam benut de verschillende evaluatiegegevens als basis om het aanbod te evalueren en bij te sturen zowel op individueel als op klasniveau als binnen de zorgwerking. De evaluatie van de muzische ontwikkeling van de kleuters komt eveneens aan bod. De kleuteronderwijzers geven positieve aanzetten tot kindgesprekken, gericht op zelfevaluatie en evaluatie met kleuters. Het schoolteam maakte een aantal afspraken over de evaluatie van muzische vorming. De verdere uitdieping van het luik evaluatie bij muzische vorming staat gepland.

Begeleiding Leerbegeleiding Beeldvorming Zorg

De verschillende observatiegegevens leiden tot een degelijke beeldvorming van de kleuters. Kleuteronderwijzers ondersteunen de leerbegeleiding via

doelgerichte differentiatie. Regelmatig overleg ondersteunt de werking.

Overgangsbesprekingen gebeuren formeel. De school informeert ouders over de vorderingen van de kleuters en bij vermoeden van stagnatie.

De oudste kleuters leggen verschillende testen af; de rekenbegrippentest en de schoolrijpheidstest. Het kleuterschoolteam gebruikt de resultaten als basis voor bijsturing en remediëring binnen de preventieve basiszorg en de verhoogde zorg.

3.1.1.4 Lager onderwijs: wiskunde Voldoet

In de lagere afdeling realiseren de onderwijzers een leerplangericht onderwijsaanbod. Binnen het onderwijsleerproces streven ze in toenemende mate naar een actieve en procesmatige ontwikkeling van vaardigheden en rekenstrategieën. Onderwijzers stemmen het onderwijsaanbod af op de noden van de leerlingen en op het optimaliseren van de leerwinst. Leerlingen krijgen gaandeweg een hogere participatie in het sturen en evalueren van het eigen leerproces. De leerbegeleiding is doelgericht en planmatig. De verzamelde outputgegevens resulteren in acties ter verbetering van de onderwijskwaliteit.

Curriculum Onderwijsaanbod Referentiekader Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Brede harmonische vorming Actief leren

Voor het aanbod baseert het schoolteam zich op een onderwijsleerpakket voor wiskunde. De teamleden maakten per klas de vergelijking met het leerplan. Zo werd nagegaan welke doelen onvoldoende of niet aan bod kwamen en welke doelen te weinig resultaat haalden bij verschillende testen. De onderwijzers stuurden de hiaten bij.

Het schoolteam werkte recent aan de bijsturing van meetkunde en metend rekenen op basis van outputgegevens.

Het leerplan, het onderwijsleerpakket en een aantal schoolinterne afspraken zorgen voor de graduele opbouw van het aanbod. Voor meetkunde en metend rekenen maakte het team bijkomende materiaal, fiches met doelen en

(11)

pedagogisch-didactische afspraken ter ondersteuning van de leerlingen.

Kleuteronderwijzers van de derde kleuterklas en de onderwijzers van het eerste leerjaar maakten afspraken over het gebruik van de getalbeelden en de

kalenders. Onderwijzers overleggen en plannen vooral samen met de parallelpartners.

De meeste onderwijzers hebben aandacht voor de fase van

doelenverduidelijking bij het begin van de les en het activeren de voorkennis.

De leerlingen krijgen toenemend de kans om actief te participeren aan de lessen.

Het team introduceerde de meeste vernieuwende strategieën in het proces van bijsturing voor meetkunde en metend rekenen. De transfer naar andere

domeinen van wiskunde gebeurt nog niet in verschillende klassen.

De onderwijzers laten nog kansen tot transfergericht wiskundeonderwijs liggen door het geleerde of het geplande nog onvoldoende aan te laten sluiten bij de realiteit of flexibel te laten toepassen in gevarieerde toepassingen.

Het schoolteam introduceert ter ondersteuning van leren leren een

schooleigen stappenplan met de schoolmascotte IDO. De onderwijzers plannen verschillende vormen van samenwerkend leren, waarbij de leerlingen leren van elkaar. Onderwijzers dagen de leerlingen uit om zelfstandig en zelfgestuurd te leren.

Toch gaat in sommige klassen nog onderwijstijd verloren in tijdrovende klassikale instructie, verwerking en verbetering. Passende differentiatie en zelfevaluatie blijft hier uit. Het waardevolle experiment van teamteaching verdient nog verdere uitwerking in het doelgericht samen voor de klas staan en in het optimaal gebruik van de onderwijstijd.

Materieel beheer Uitrusting Leermiddelen

In verschillende klassen integreren de onderwijzers ICT op een functionele wijze in de wiskundelessen. Op school is voldoende ondersteunend didactisch

materiaal aanwezig. Verschillende onderwijzers gebruiken dit om leerlingen tot inzicht in het wiskundig proces te brengen. De school bracht het didactisch rekenmateriaal in kaart en vulde vooral voor meetkunde en metend rekenen aan te vullen in het kader van de bijsturing van het aanbod. Het passend en gedifferentieerd inschakelen van didactisch materiaal heeft nog groeikansen.

Evaluatie Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Leerlingvolgsysteem Gericht op bijsturing

Het geboden onderwijs laat kansen toe tot permanente evaluatie via gesprek- ken met en tussen leerlingen tijdens en na de instructiefase. Dit gebeurt echter niet altijd even doeltreffend en met het oog op onmiddellijke bijsturing. Bij verschillende lessen evalueren de onderwijzers na de les samen met de

kinderen de doelen. Het onderwijsleerpakket voorziet voldoende testen om op langere termijn de evolutie van de leerlingen te volgen. Soms gebruiken onderwijzers zelfgemaakte toetsen om te komen tot meer permanente evaluatie. Onderwijzers evalueren alle domeinen van het leergebied

evenwichtig. De onderwijzers houden evaluatie- en observatiegegevens bij. In het leerlingvolgsysteem houdt het team de vorderingen van de leerlingen bij doorheen de schoolloopbaan.

De genormeerde wiskundetesten voor het leerlingvolgsysteem resulteren in analyses en bijsturingen op klassikaal en individueel niveau. Het team houdt overgangsgesprekken over de vorderingen van de leerlingen. Het schoolteam gebruikt de eindtesten van het eigen net als basis voor de kwaliteitsbewaking

(12)

op schoolniveau en resulteren in acties voor de hele basisschool. Onderwijzers houden op regelmatige tijdstippen kindgesprekken.

(13)

Begeleiding Leerbegeleiding Beeldvorming Zorg

Via observaties en toetsen komt het team tot een brede beeldvorming. De leerbegeleiding steunt voldoende op probleemanalyse om de differentiatie en remediëring af te stemmen op de noden van de leerling. De onderwijzers zetten soms stappen terug om de echte noden te achterhalen. Leerlingen krijgen kansen om binnen hoeken- en contractwerk leerinhouden verder in te oefenen en individuele remediëringsoefeningen te maken. Verschillende vormen van differentiatie komen in zo goed als alle klassen aan bod. Zowel in de

preventieve basiszorg als in de verhoogde zorg streeft het team ernaar om het didactisch proces, de leerinhouden en de remediëring te laten aansluiten bij de noden van de leerlingen.

Voor leerlingen met nood aan meer wiskundige uitdaging organiseert de zorg- coördinator een specifiek aanbod na afname van de genormeerde testen midden schooljaar. Bij de overgang naar het volgende leerjaar krijgt dit gedurende het eerste semester geen vervolg. Naschools zet het team sterk in op huistaakbegeleiding van verschillende leerlingen.

3.1.1.5 Lager onderwijs: muzische vorming Voldoet

De onderwijzers werken op een planmatige manier aan het leergebied. Ze bereiken de eindtermen. Het onderwijsaanbod is gericht op de verschillende domeinen van muzische vorming. De evaluatiepraktijk is in ontwikkeling. De school neemt initiatieven om de leerlingen te laten participeren in verschillende muzische trajecten, zowel schoolintern als -extern.

Curriculum Onderwijsaanbod Referentiekader Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Brede harmonische vorming Actief leren

De onderwijzers werken op een planmatige manier met het leerplan en hebben daarbij aandacht voor de volledigheid van het onderwijsaanbod. Ze hebben afspraken over de verticale samenhang. De school streeft naar

taakdifferentiatie binnen het team door de onderwijzers bewust te laten kiezen om muzische vorming te geven in de parallelklassen. De onderwijzers voorzien activiteiten die kaderen binnen de verschillende domeinen van muzische vorming. In de planningsdocumenten en tijdens enkele bijgewoonde activiteiten blijkt een zekere samenhang tussen verschillende muzische domeinen of met andere leergebieden. Zo integreren de onderwijzers

gaandeweg het domein media domein- en leergebiedoverschrijdend. Muzische vorming komt aan bod in schoolprojecten en activiteiten met de hele school.

De onderwijzers mikken tijdens de muzische activiteiten regelmatig op het samenspel tussen beschouwen en creëren. Ze geven aanzetten om de leerlingen tijdens muzische activiteiten aan te sturen tot exploreren en experimenteren met muzische materialen, technieken, ervaringen en

mogelijkheden. De leerlingen krijgen nog niet altijd voldoende kansen om tot persoonlijke inbreng, eigen vormgeving en expressie te komen. De onderwijzers geven zowel bij het beschouwen als het creëren weinig expliciet aandacht aan de typische aspecten of bouwstenen van de verschillende domeinen van muzische vorming.

Het team hecht belang aan het creëren van een muzisch klimaat. Leerlingen krijgen verschillende kansen tot gevarieerde toonmomenten en muzische ervaringen. De werkgroep cultuur ondersteunt de muzische activiteiten schoolintern en –extern.

(14)
(15)

Materieel beheer Uitrusting Leermiddelen

De school beschikt over voldoende materiaal om de leerplandoelen muzische vorming te bereiken.

Evaluatie Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Leerlingvolgsysteem Gericht op bijsturing

Een aantal afspraken geeft richting aan de evaluatiepraktijk voor muzische vorming. Bij de mondelinge evaluaties is er vooral aandacht voor het

welbevinden en de beleving van de leerlingen. Zelden is de bijsturing van het muzische proces om tot sterkere muzische producten te komen onderwerp van de evaluatie. In mindere mate richt de evaluatie zich op het product, op de verworven vaardigheden of de kennis. Dit laatste aspect van evaluatie staat gepland voor dit schooljaar. Het gebruik van multimediale middelen bij het beschouwen en het evalueren is minimaal.

Sommige onderwijzers integreren gaandeweg alternatieve evaluatievormen zoals groeps- en zelfevaluatie en -reflectie met de leerlingen.

De muzische ontwikkeling komt aan bod op kindgericht overleg als het over vaardigheden en talenten gaat. Op het leerlingvolgsysteem scoren onderwijzers het item ‘speels, creatief omgaan met de wereld’. Op het rapport krijgen de oudste leerlingen de kans om zichzelf te evalueren.

Begeleiding Leerbegeleiding Beeldvorming Zorg

De onderwijzers benutten de muzische capaciteiten van de kinderen om het zelfbeeld van de leerlingen positief te beïnvloeden. Ze creëren een veilig en muzisch klimaat waarin de leerlingen zich kunnen ontplooien. Leerlingen krijgen voldoende kansen tot actieve participatie en reflectie. Via verschillende

schoolinterne initiatieven spelen de onderwijzers in op de talenten van de leerlingen.

3.1.2 Voldoet de school aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne’?

Op basis van het onderzoek ter plaatse tijdens de doorlichting en de analyse van de documenten is er voldoende indicatie dat de instelling voldoet aan de erkenningsvoorwaarden bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. De preventieadviseur legt een globaal preventieplan en jaaractieplan voor dat de indeling van de controlelijst van de onderwijsinspectie volgt. Waar mogelijk voorziet het plan de nodige budgettering.

De schoolleiding en de preventieadviseur realiseren een systematische risicobeheersing met een hoge betrokkenheid van de teamleden. Ze slagen erin om inbreuken uit keuringsattesten of vastgestelde risico's binnen een aanvaardbare tijdspanne aan te pakken. In de renovatieplannen, waarvan de aanvang voorzien is op 1 september 2016, plant het bestuur de realisatie van de noodzakelijke sanitaire voorzieningen (gescheiden toilet voor mannen en vrouwen én aangepast toegankelijk toilet voor mindervaliden). De instelling beschikt over voldoende beleidsvoerend vermogen om het beperkt aantal tekortkomingen zelfstandig en binnen een aanvaardbare tijdspanne weg te werken.

Op basis hiervan besluit de onderwijsinspectie het onderzoek naar bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne met een gunstig advies.

(16)

3.1.3 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden?

Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde erkenningsvoorwaarden levert het volgende op.

Onderzochte erkenningsvoorwaarde

Leeft de school de bepalingen na over de taalregeling in het onderwijs? (decreet bao - art. 62,6°) ja Neemt de school de reglementering inzake vakantieperioden en de aanwending van de onderwijstijd, zoals

bedoeld in artikel 50 in acht? (decreet bao - art. 62,8°)

ja

Heeft de school een beleidscontract of beleidsplan met een centrum voor leerlingenbegeleiding waarin de vereiste bepalingen zijn opgenomen? (decreet bao - art. 62,10°)

ja

Wordt de officiële school begeleid door de begeleidingsdienst van het GO!, OVSG of POV? (decreet bao - art.

62,§2,4°)

ja

3.2 Respecteert de school de overige reglementering?

Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde reglementering levert het volgende op.

Onderzochte regelgeving

Is er een schoolreglement waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen? (decreet bao - art. 37)

ja

• geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning die niet afkomstig is van de Vlaamse gemeenschap en de rechtspersonen die ervan afhangen

ja

• de bijdrageregeling ja

• de engagementsverklaring tussen de school en de ouders waarin wederzijdse afspraken worden opgenomen over het oudercontact, voldoende aanwezigheid, vormen van individuele leerlingenbegeleiding en het positieve engagement ten aanzien van de onderwijstaal

ja

• het recht op inzage door de ouders en hun recht op toelichting bij de gegevens die op de leerling betrekking hebben, waaronder de evaluatiegegevens die worden verzameld door de school

ja

• informatie over extra-murosactiviteiten ja

• de afspraken in verband met het rookverbod ja

• het reglement inzake tucht en schending van de leefregels van de leerlingen, met inbegrip van een preventieve schorsing, een tijdelijke uitsluiting of een definitieve uitsluiting en inzake de beroepsprocedure, inbegrepen het hanteren van redelijke en haalbare termijnen

ja

• de procedures volgens welke getuigschriften worden toegekend, met inbegrip van de beroepsprocedure ja

• bepalingen in verband met het recht op onderwijs aan huis ja

• de afspraken in verband met onderwijs aan huis ja

• richtlijnen inzake afwezigheden en te laat komen ja

• afspraken in verband met huiswerk, agenda’s, leerlingenevaluatie en rapporten ja

• de wijze waarop de leerlingenraad, de schoolraad en de ouderraad in voorkomend geval wordt samengesteld ja

• de vermelding dat bij schoolverandering leerlingengegevens worden overgedragen naar de nieuwe school tenzij, en voor zover de regelgeving de overdracht niet verplicht stelt, de ouders er zich expliciet tegen verzetten na op hun verzoek deze gegevens te hebben ingezien

ja

Is het schoolreglement conform het inschrijvingsrecht? (decreet bao - art. 37) ja Is er een schoolwerkplan waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen? (decreet bao - art.

47)

ja

• de omschrijving van het pedagogisch project zijnde het geheel van fundamentele uitgangspunten dat het schoolbestuur voor de school vastlegt

ja

• de organisatie van de school en voornamelijk de indeling in leerlingengroepen ja

• de wijze waarop de school het leerproces van de leerlingen beoordeelt en daarover rapporteert ja

• de voorzieningen in het gewoon onderwijs voor leerlingen met een handicap of die leerbedreigd zijn, inclusief de werkvormen met andere scholen van gewoon/buitengewoon onderwijs

ja

(17)

• de wijze waarop de school via haar zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid werkt aan de optimale leer- en ontwikkelingskansen van al haar leerlingen

ja

Bezorgt de school de verplichte informatie aan de ouders correct bij de eerste inschrijving? (decreet bao - art. 28)

ja

Voert de school een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid met het oog op de optimale leer- en ontwikkelingskansen van alle leerlingen? (decreet bao - art. 153 septies)

ja

Indien de school onthaalonderwijs voor anderstalige leerlingen organiseert, is er dan een individueel werkplan voor de leerling? (BVR personeelsformatie)

ja

Indien de school onthaalonderwijs voor anderstalige leerlingen organiseert, voorziet ze dan voor de leerkrachten nascholing taalvaardigheid en sociale integratie? (BVR personeelsformatie)

ja

Respecteert de school de voorgeschreven procedure die leidt tot het afleveren van een getuigschrift?

(decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998)

ja

Worden de notulen van de klassenraad met betrekking tot het getuigschrift aangelegd en bewaard?

(decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998)

ja

Verloopt het afleveren van de verklaringen aan leerlingen die geen getuigschriften basisonderwijs krijgen, correct? (decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998)

ja

Respecteert de school het recht op 28 lestijden per week? (decreet bao - art. 48) ja Heeft de school overlegd of onderhandeld in het lokaal comité over een 29ste lestijd? (decreet bao - art. 48)

ja

(18)

4 BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT?

Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of procesvariabelen levert het volgende op.

4.1 Sociale en emotionele begeleiding

Doelgerichtheid De school zet resoluut in op de sociale en emotionele begeleiding van de leerlingen in hun ontwikkelingsproces. Deze visie komt terug in verschillende teksten met betrekking tot leerbegeleiding en relationele vorming. Gaandeweg sturen de teamleden hun visie bij op basis van nascholingen, ervaringen, ideeën, contacten met in- en externen. De teamleden kennen de visieteksten en deze ondersteunen de initiatieven en dagdagelijkse houdingen. Het

welbevinden van kinderen, individueel en in relatie met anderen, staat centraal bij veel initiatieven.

De school wil het kind meer en meer als actieve participant binnen het proces betrekken en de kinderen daarin een stuk verantwoordelijkheid en autonomie geven. De school wil de brede ontwikkelingskansen na schooltijd eveneens verhogen. De doelen daarvan zijn groepsvorming, welbevinden, respectvol omgaan met diversiteit, de blik verruimen, nieuwe hobby’s en sporten leren kennen,... Via de huistaakklas wil de school alle leerlingen de kans geven om op een rustige en ondersteunde manier het huiswerk te maken.

Ondersteuning Het team ondersteunt de sociaal-emotionele begeleiding vanuit haar visie op goed onderwijs. Dit start al van bij de kennismaking met de school via het inta- kegesprek. De synthese van dit gesprek met de ouders is de basis voor de verdere aanpak van het kind en de communicatie met en rond het kind.

De school ondersteunt haar visie met initiatieven op leerlingenniveau, klasniveau, schoolniveau en school overstijgend met de lokale gemeenschap.

De kind- en evaluatiegesprekken, de verduidelijking van de doelen bevorderen de mentale veiligheid. De school streeft naar een steeds grotere inspraak van de kinderen. In de hele basisschool zie je gevisualiseerde afspraken om tot een veilig klimaat te komen.

Het schoolteam ontwikkelde initiatieven om de relationele opvoeding op schoolniveau te stimuleren. Het team evalueert de leerlijn relationele vorming en koppelt de rapportering aan deze leerlijn doorheen de basisschool. De overschrijdende initiatieven hebben als doel om samen school te maken. De preventie rond pesten is eveneens gekoppeld aan een gezamenlijk leer- en beleefmoment.

De school neemt verschillende initiatieven om het samen spelen op de speel- plaats te bevorderen. Zo spelen leerlingen van de hoogste klas muziek op de speelplaats en zorgen leerlingen van verschillende klassen voor elkaar via onder andere het peter- en meterschap.

Om de brede ontwikkelingskansen na de schooltijd te verhogen, richt de school, onder andere in samenwerking met de lokale gemeenschap verschillende initiatieven in.

(19)

Doeltreffendheid De school evolueert stilaan naar een school waar alle leeftijdsgroepen samen spelen en werken, zowel op de speelplaats als meer en meer in de klassen. De aanpak tegen pesten resulteert in een meer respectvol omgaan met elkaar.

Gaandeweg nemen kinderen meer verantwoordelijkheid over het eigen handelen. Via verschillende klasscreenings en zelfevaluaties krijgt de school zicht op klasinterne relaties. .

Met de Rakkerwerking, de aanzet tot brede school in samenwerking met de lokale gemeenschap, bereikt de school meer en meer leerlingen. Dit is ook het geval voor de huistaakbegeleiding. Daar krijgen leerlingen de kans om kennis te maken met een rustig huistaakklimaat, wat niet in alle gezinnen van toepassing is. Het team vindt het jammer dat niet alle leerlingen van dit aanbod kunnen genieten doordat het om een keuze van de ouders gaat.

Ontwikkeling De school wil de speelplaats verder uitwerken tot een ruimte waar kinderen zich kunnen uitleven. De school wil meer verantwoordelijkheid geven aan het leerlingenparlement om de speelplaatswerking te ondersteunen. De school werkt samen met externen om de speelkoffers op school verder uit te werken.

Het kleuterschoolteam wil de schoolinterne kleuteryoga verder uitbouwen als ondersteuning van het bewegingswerkplan. De school plant eveneens om de Rakkerwerking verder uit te bouwen.

4.2 Deskundigheidsbevordering

Doelgerichtheid De school wil via haar professionaliseringsbeleid inzetten op deskundige, flexi- bele en breed inzetbare personeelsleden. Het schoolteam linkt de deskundig- heidsbevordering aan de verschillende prioriteiten die de school zichzelf stelt als lerende organisatie.

De nascholingsinitiatieven beogen verdere ontwikkeling van de school als organisatie en de professionalisering van de individuele teamleden. Het schoolbeleid ziet nascholing niet alleen als een middel om de kwaliteit van het onderwijs te bevorderen, maar ook om een verantwoord personeelsbeleid te kunnen voeren. Het schoolbeleid streeft ernaar om via een sterke

responsabilisering tot professionalisering te komen. Vanuit haar visie voorziet de school professionaliseringsinitiatieven op korte, midden en lange termijn.

Ondersteuning Richting geven aan, aan sturen van en motiveren tot professionaliseren van de leerkrachten gebeurt zowel op teamniveau als op individueel niveau. Op basis van functioneringsgesprekken krijgt een leerkracht in overleg individuele werkpunten. De leerkracht kan zelf nascholingen vragen. De school voorziet op teamniveau verschillende kansen tot permanente schoolinterne

professionalisering . Indien nodig, is daartoe structureel overleg voorzien.

Voorbeelden daarvan zijn de paralelwerking, het peter- en meterschap onder leerkrachten, de verrijking binnen de werkgroepen en de hospiteerbeurten.

Naargelang het doel neemt het team eveneens deel aan nascholingen op niveau van de scholengemeenschap. De school beschikt over een forum om de nascholingservaringen te delen. Zo weten de collega’s dat er nieuwe kennis aanwezig is op school en bij wie ze terecht kunnen als ze daar extra informatie over willen.

(20)

Op basis van het prioriteitenplan werkt de school intern aan de realisatie van het professionaliseringsbeleid. Het team doet daartoe, indien nodig, beroep op externe ondersteuners of beroept zich op schoolinterne expertise.

De directeur streeft naar een coachend leiderschap waarbij gesprekken met- teamleden de klas- en schoolwerking ondersteunen. Momenteel experimen- teert de school met teamteaching.

Doeltreffendheid Doordat het team steeds vertrekt vanuit noden en verwachtingen, boekt het waardevolle resultaten binnen het nascholingsbeleid. Het team evalueert constant de verschillende acties en stuurt deze, indien nodig bij. Binnen het waardevol experiment van teamteaching liggen nog groeikansen om tot actief en gedifferentieerd leren te komen.

Ontwikkeling Jaarlijks stuurt de school haar eigen prioriteiten bij op basis van een schoolin- terne evaluatie. Opvallend in deze school is dat de directeur en de teamleden terdege op de hoogte zijn van hun eigen successen en noden. Het schoolteam wil het proces van teamteaching verder uitbouwen en daartoe de nodige pro- fessionalisering organiseren.

(21)

5 ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL

Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op.

Leiderschap De directeur heeft een eigentijdse visie op onderwijs. Hij ziet en benut de kansen om het leren en leven op school voor leerlingen en teamleden te optimaliseren. Hij inspireert, begeleidt en coacht zijn team. Hij zet samen met hen lijnen uit. Op die manier weet hij zijn visie ingang te laten vinden en doorheen het schoolgebeuren vorm te geven. Het samenwerkend pedagogisch leiderschap zorgt voor structuren waarbij de brede ontwikkeling voor leerlingen in elk facet van de schoolwerking ingebouwd zit. Het intern leiderschap laat zich ondersteunen door werkgroepen die zowel praktisch als denkwerk realiseren.

Het team draagt een grote gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de leer- en ontwikkelingsprocessen en de socio-emotionele ontwikkeling van de leerlingen.

De directeur wil de maatschappelijke functie als school verkennen en uitbreiden. Binnen de onderwijsorganisatie is er groeiende aandacht voor expertise van mensen via de competentieleerkrachten, onder andere voor muzische vorming en de leerkrachten die samen aan teamteaching doen. Er is eveneens aandacht voor de individuele rol van leerkrachten binnen en de school en de deelname aan de werkgroepen naar keuze... Dit alles gebeurt met de bedoeling om de kennis, professionalisering en persoonlijke motivatie van teamleden te ondersteunen en uit te breiden.

De directeur volgt het schoolconcept op via informele en formele gesprekken, de loopbaanbegeleiding, de opvolging van planningsdocumenten, klasbezoe- ken,… De directeur peilt naar het doelgericht aanbod en gaat na in hoeverre de activiteiten en interventies in lijn zijn met de vooropgestelde doelen.

Leerkrachten weten wat het beleid van hen verwacht en krijgen geregeld de kans tot individuele reflectie en reflectie op de teamvergaderingen.

Visieontwikkeling Visieontwikkeling is in deze school een belangrijke uitgangspunt. Voor zowat elk facet van het onderwijskundig proces ontwikkelt het team een schooleigen visie. Die vindt haar neerslag in begrijpelijke visieteksten. Deze vormen de basis voor de vele acties en ondersteunende maatregelen. De directeur wil

gaandeweg verder evolueren naar meer zelfsturing in het team naarmate de tijd en de mensen er rijp voor zijn.

Besluitvorming Leerkrachten weten via verschillende communicatiekanalen wat de visie is achter bepaalde acties en waartoe deze moeten leiden. Duidelijke visieteksten, gesprekken, planningsdocumenten en de gerichte interne communicatie ondersteunen de veranderings- en verbeteringsprocessen in deze school. De frequente interne evaluatie en het overleg met verschillende participanten, ook ouders en leerlingen, bepaalt de voortgang of de afbouw van initiatieven. Op school is een groeiende cultuur van professioneel leren van elkaar, collegialiteit en intrinsieke motivatie.

(22)

Kwaliteitszorg De directeur zet een proces van kwaliteitszorg uit en houdt daarover het nodige overleg met het team. Dit leidt tot gerichte initiatieven.

Doorheen het introductieproces van de onderwijsveranderingen heeft het schoolteam steeds aandacht voor kwaliteitszorg door te vertrekken vanuit de schoolvisie, het volgen van de planning, evaluatie en bijsturing van acties. Het schoolteam heeft planningen op korte en langere termijn in een cyclus van verkennen, ontwerpen en integreren. Het is een dynamisch proces met

aandacht voor schoolinterne reflectie. Door dataverzameling en analyse van de output wil het schoolbeleid proces- en planmatig werken om de kwaliteit van de school te verbeteren in overleg en met de participatie van alle teamleden.

De school streeft ernaar om de eigen leerresultaten te verbeteren, in de eerste plaats door de verdere versterking van de preventieve basiszorg en verhoogde zorg. Daarnaast is de kwaliteitszorg sterk gericht op de school als

leefgemeenschap.

GOK- en zorgbeleid Het schoolteam baseert zijn zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid op de analyse van data die de noden van alle leerlingen op een handelingsplanmatige manier in kaart brengt.

De school heeft een correct beeld van het aantal leerlingen dat vanuit het eerste leerjaar doorstroomt tot het zesde leerjaar zonder leerachterstand op te lopen. Ze zet gerichte acties op om de doorstroom te bevorderen.

Het schoolteam heeft een duidelijke visie over de wijze waarop het zijn zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid vorm wil geven. Het team organiseert de acties sterk vanuit operationele doelen die aansluiten bij de noden van de leerlingen.

Daar waar het kan, stemt het team zijn beleid af op dat van de scholengemeenschap.

De schoolorganisatie zorgt ervoor dat het team de vooropgestelde doelen binnen het zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid bereikt. De acties op leerling- , leraren- en schoolniveau die het schoolteam uitwerkt, sluiten nauw aan op de vooropgestelde doelen. Hierbij is er aandacht voor kleuterparticipatie en voor het afstemmen van de eigen acties op het beleid van de scholengemeenschap.

Het schoolteam heeft in zijn professionaliseringsbeleid aandacht voor de des- kundigheidsbevordering van alle teamleden met het oog op het schooleigen zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid en neemt expliciete initiatieven om de opgedane inzichten en vaardigheden te implementeren op de werkvloer.

Talenbeleid Het schoolteam detecteert de talige noden van de leerlingen.

De onderwijzers en kleuteronderwijzers zorgen overwegend voor een

klasklimaat en een klasinrichting waarin leerlingen met talige noden zich veilig voelen.

Het klasmanagement is erop gericht om leerlingen met talige noden makkelijker en voldoende aan bod te laten komen tijdens het onderwijsleerproces.

De onderwijzers en kleuteronderwijzers bieden binnen de verschillende leergebieden taken aan die zowel de zwakkere als de sterke leerlingen voldoende kansen geven om ook op talig vlak te ontwikkelen.

Ze hanteren in de verschillende leergebieden werk- en groeperingsvormen die de communicatie en de interactie tussen de leerlingen bevorderen.

Ze houden bij de evaluatie van de verschillende leergebieden rekening met de

(23)

talige mogelijkheden van de leerlingen om te vermijden dat elke toets een taaltest is en de taalzwakkere leerlingen hierdoor lager scoren.

Het schoolteam neemt initiatieven om met de ouders, zowel schriftelijk als mondeling, op een heldere en verstaanbare wijze te communiceren.

(24)

6 STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL

6.1 Wat doet de school goed?

Wat betreft de erkenningsvoorwaarden

 De leerkrachten plannen het aanbod vanuit de leerplannen, streven de volledigheid na, evalueren en sturen bij.

 Leerkrachten bieden een gevarieerd en voldoende breed onderwijsaanbod aan binnen een stimulerend pedagogisch milieu.

 Leerkrachten houden rekening met specifieke noden van leerlingen en werken aan een degelijke preventieve basiszorg.

 De kleuteronderwijzers bieden een leeromgeving aan waar kinderen actief en betrokken tot ontwikkeling komen en handelend leren.

 Onderwijzers geven waardevolle aanzetten tot activerende werkvormen, een uitdagende leeromgeving en samenwerkend leren, vooral voor meetkunde en metend rekenen.

 Kleuters en leerlingen krijgen meer en meer kansen tot de actieve participatie aan het eigen leerproces.

Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen

 Socio-emotionele begeleiding en relationele opvoeding zijn de basis van het leren op school. De teamleden nemen daartoe de nodige initiatieven vanuit een gedragen visie en na onderling overleg.

 Het schoolteam weet zich voortdurend uitgedaagd om zich verder te professionaliseren en daartoe bestaan de nodige kansen en structuren.

Wat betreft het algemeen beleid

 Het inspirerend leiderschap stimuleert het schoolteam om samen school te maken.

 Het schoolbeleid kan rekenen op een groeiende collegialiteit en een sterk gemotiveerd team.

 De directeur heeft zicht op de ontwikkeling van de school en weet het team daarin te motiveren, biedt hen de nodige ondersteuning en zet in op individuele talenten, interesses en samenwerking.

 De school verzamelt outputgegevens, analyseert deze en onderneemt de nodige bijsturingen om de eigen kwaliteit te versterken.

 Het kwaliteitsbeleid is ingebed in de hele werking en gericht op optimale leerwinst en op een leefklimaat met een optimaal welbevinden.

 Het schoolteam zorgt voor een warm pedagogisch klimaat met duidelijke structuren en afspraken ter ondersteuning van het leer- en leefklimaat op school.

(25)

6.2 Wat kan de school verbeteren?

Wat betreft de erkenningsvoorwaarden

 De onderwijzers kunnen de differentiatie voor het leergebied wiskunde versterken door passend didactisch materiaal doelgericht in te zetten ter ondersteuning van het wiskundig denken.

 De onderwijzers kunnen de transfergerichtheid van hun wiskundeonderwijs verhogen door het onderwijsaanbod sterker te laten aansluiten bij de realiteit.

 De onderwijzers kunnen de activerende werkvormen, ingevoerd voor meetkunde en metend rekenen, verder integreren binnen de andere domeinen van wiskunde.

 Het schoolteam kan het experiment van teamteaching verder optimaliseren door een effectieve taakverdeling en een optimaal gebruik van de onderwijstijd.

 De leerkrachten kunnen bij de muzische vorming het beschouwen verrijken om het muzisch proces van ontwerpen en creëren te voeden om tot unieke creaties te komen.

 De onderwijzers kunnen typische aspecten van de verschillende domeinen van muzische vorming meer benadrukken tijdens het beschouwen en creëren.

 De leerkrachten kunnen het evaluatieproces van muzische vorming verder uitwerken, zoals reeds gepland.

Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen

 Het schoolteam kan zich verder professionaliseren om het proces van teamteaching te optimaliseren.

(26)

7 ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNINGSVOORWAARDEN

In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies:

GUNSTIG

voor de erkenningsvoorwaarde 'voldoen aan de onderwijsdoelstellingen' voor het kleuteronderwijs en het lager onderwijs.

voor de erkenningsvoorwaarde 'bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne'.

voor de overige erkenningsvoorwaarden.

8 OVERIGE REGELGEVING: REGELING VOOR VERVOLG

Op de gecontroleerde overige regelgeving werden door het inspectieteam geen inbreuken voor verder gevolg door de onderwijsinspectie vastgesteld.

Namens het inspectieteam Voor kennisname namens het bestuur

Lucrèce MATTHIJS

de inspecteur-verslaggever

Pascal SCHEYVAERTS de directeur

Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de school

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De school heeft vrij systematisch aandacht voor de leerresultaten, maar ook voor de tevredenheid van diverse actoren zoals ouders en leerlingen. Daarvoor maakt ze gebruik

 De school beschikt voor het lager onderwijs over te weinig representatieve gegevens om aan te tonen dat de leerlingen de eindtermen voor het leergebied wereldoriëntatie bereiken

De lagere afdeling bereikt de eindtermen voor lichamelijke opvoeding niet in voldoende mate bij zo veel mogelijk leerlingen.. Er is nauwelijks afstemming tussen de vakleraar en

Net zoals in de lagere school zijn de acties, en voor kleuters is dat meer logisch, gericht op externe motivatie.. Positief gedrag krijgt daarbij vrij veel

In welke mate ontwikkelt de school haar kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk.. In welke mate verstrekt de

 De school toont met voldoende outputgegevens, bestaande uit leerlingenwerk en uit resultaten van methodegebonden toetsen, genormeerde testen en externe proeven

5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en

 Het team van de kleuterafdeling kan met een waaier aan outputgegevens aantonen dat het de deelleerplannen voor het leergebied muzische vorming realiseert: onder meer