• No results found

Examengids Examenreglement - Programma van Toetsing en Afsluiting. Afdeling PIE Leerjaar 3 KBL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Examengids Examenreglement - Programma van Toetsing en Afsluiting. Afdeling PIE Leerjaar 3 KBL"

Copied!
34
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Examengids 2019 - 2020

Examenreglement - Programma van Toetsing en Afsluiting

Afdeling PIE

Leerjaar 3 – KBL

(2)

Examengids 2019-2020

Examenreglement - Programma van Toetsing en Afsluiting

vmbo leerjaar 3

Contactgegevens vestiging

Algemeen directeur: Dhr. drs. A.J.M. Broeren

Eikenbussel 1 5689 AA Oirschot 0499-582160

info@kempenhorst.nl www.kempenhorst.nl

Commissie van Beroep

Voorzitter: Dhr. W. Sporken Correspondentieadres:

Commissie van Beroep T.a.v. dhr. W. Sporken Postbus 184

5680 AD BEST

College van Bestuur

Dhr. drs. A.J.M. Broeren

Stichting Katholieke Scholengroep voor Voortgezet Onderwijs Best-Oirschot Willem de Zwijgerweg 150

Postbus 184 5680 AD Best

www.voboscholen.nl Examencommissie

Voorzitter: Dhr. P.C.M. van der Vorst Plv. voorzitter: Dhr. M. van der Steen

Secretaris: Dhr. R.J.H. van Gorp Dagelijkse leiding

examenzaken: Dhr. R.J.H. van Gorp Dhr. M. van der Steen Ondersteuning: Dhr J. van Hazendonk

(3)

Voorwoord

Deze examengids bevat de examengegevens die zijn bepaald door Kempenhorst College, volgens de wettelijke exameneisen van het vmbo. De examinering vindt in leerjaar 3 en 4 plaats en dus zijn de leerlingen vanaf leerjaar 3 formeel examenkandidaat.

Iedere examenkandidaat + zijn ouders/verzorgers dienen jaarlijks voor 1 oktober over het examen geïnformeerd te worden. De belangrijkste artikelen/regels voor leerjaar 3 zijn in dit document opgenomen. Behalve het reglement staan er per vak overzichten in van toetsen die meetellen voor het schoolexamen en vakoverstijgende opdrachten met hun weging. Naast de lijst met

schoolexamens per vak, ontvangt de kandidaat van de vakdocent uitgebreidere informatie over de examenstof middels “Studiewijzers”.

Alle resultaten van de tot het schoolexamen behorende schoolexamens worden vastgelegd in een examendossier per kandidaat. Deze dossiers worden beheerd door de secretaris van de

examencommissie. De secretaris is door de directeur uit het personeel aangewezen. Alle resultaten zijn terug te vinden in Magister.

Mochten examenregels of –afspraken niet duidelijk zijn, dan kunt u contact opnemen met de dagelijkse leiding van de examencommissie.

Namens de examencommissie,

Dhr. P.C.M. van der Vorst Voorzitter

(4)

Inhoud

1. Reglement ... 5

1.01. Algemeen ... 5

1.02. Verzuim ... 5

1.03. Onregelmatigheden ... 5

1.04. Afwijkende wijze van examineren ... 6

1.05. Toetsen van een of meerdere vakken op een hoger niveau ... 7

1.06. Bepaling van cijfers ... 9

1.07. Herkansing van het schoolexamen ... 10

1.08. Afwezigheid tijdens schoolexamen ... 12

1.09. Te laat komen ... 13

1.10. Werkstukken en andere opdrachten ... 13

1.11. Handelingsopdracht ... 13

1.12. Profielwerkstuk binnen de Kaderberoepsgerichte Leerweg ... 14

1.13. Inrichting schoolexamens ... 14

1.14. Gang van zaken tijdens schoolexamens ... 15

1.15. Bezwaar en beroep schoolexamen ... 15

1.16. Procedure ... 16

1.17. Samenstelling examencommissie ... 16

1.18. Rekenen leerjaar 3 ... 17

2. Supplementen ... 18

2.01. Inleveren opdrachten ... 18

2.02. Verhindering ... 19

2.03. Uitslagregeling 2020 ... 21

3. Programma’s voor toetsing en afsluiting per vak ... 22

4. Nederlands ... 23

5. Engels ... 24

6. Wiskunde ... 25

7. Natuur- / scheikunde ... 26

8. Maatschappijleer ... 27

9. Lichamelijke opvoeding ... 29

10. Kunstvakken I CKV ... 30

11. Vakoverstijgende activiteit ... 31

12. Produceren, Installeren en Energie ... 32

(5)

1. Reglement

Reglement volgens het eindexamenbesluit.

1.01. Algemeen

01. Het examenreglement is vastgesteld conform Eindexamenbesluit vmbo.

02. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de examencommissie.

03. Het Schoolexamen voor leerjaar 3 en 4 bevat alle schoolexamens/opdrachten zoals vermeld in het gedeelte schoolexamens per vak.

04. Het schoolexamen wordt aangeboden in 3 verschillende leerwegen.

05. De vakdocent plant de schoolexamens en deze worden afgenomen binnen de reguliere lessen. In leerjaar 4 worden ook PTA- schoolexamens afgenomen tijdens Centrale Toetsweken.

06. In de week voorafgaand aan een Centrale Toetsweek worden geen schoolexamens afgenomen.

07. De dag na een vakantieperiode van minimaal 1 week wordt geen schoolexamen afgenomen waarvoor de kandidaat leerwerk moet verrichten.

1.02. Verzuim

08. Elke kandidaat, die om een geldige reden niet aan een schoolexamen heeft kunnen deelnemen, heeft recht op een uitgesteld schoolexamen.

1.03. Onregelmatigheden

09. Wanneer een kandidaat zich aan het schoolexamen onttrekt of zich ten aanzien van (enig deel van) het schoolexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de voorzitter van de examencommissie maatregelen nemen. Deze maatregelen kunnen zijn:

• het toekennen van het cijfer 1 voor een schoolexamen;

• het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer zittingen van het schoolexamen;

• het ongeldig verklaren van een of meer schoolexamens van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen;

• het bepalen van een hernieuwd schoolexamen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Dit in overleg met de vakdocent.

Voorbeelden van onregelmatigheden zijn:

• Het zich onttrekken aan (een deel van) het examen

• Spieken tijdens het examen

• Mondeling contact tijdens het examen

• Plagiaat

• Kopiëren uit andere werken

• Niet (tijdig) inleveren van examenwerk

Voor maatregelen m.b.t. werkstukken, zie artikel 38 van dit reglement en supplement

“inleveren opdrachten”.

(6)

Procedure bij onregelmatigheid

• De vakdocent vult een onregelmatigheidsformulier in.

• Het ingevulde formulier wordt ingeleverd bij de leerlingencoördinator.

• De leerlingencoördinator vermeldt de aangemelde onregelmatigheid in Magister.

• De leerlingencoördinator neemt in ieder geval contact op met de ouder(s)/verzorger(s) en maakt een afspraak of stuurt het formulier naar de examencommissie.

10. Voordat een beslissing wordt genomen in enige zin als hierboven, onder punt 7 aangegeven, kan de voorzitter van de examencie de kandidaat horen. De kandidaat kan zich laten bijstaan door een door hem of haar aan te wijzen meerderjarige.

11. De voorzitter van de examencie deelt zijn beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt ook gewezen op de mogelijkheid in beroep te gaan. De schriftelijke mededeling wordt bij minderjarigheid

tegelijkertijd in afschrift meegezonden aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat.

De kandidaat kan tegen de beslissing in beroep gaan bij de door het Bevoegd Gezag van de school ingestelde Commissie van Beroep. Binnen vijf schooldagen nadat de beslissing schrif¬telijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, wordt het beroep schriftelijk ingesteld bij de Commissie van Beroep.

De Commissie van Beroep, waarvan de voorzitter van de examencie geen onderdeel uitmaakt, stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep, tenzij zij de termijn, met redenen omkleed, heeft verlengd met ten hoogste twee weken. Bij haar beslissing stelt de Commissie van Beroep zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het schoolexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen of opnieuw af te leggen. De Commissie van beroep deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat en aan de

voorzitter van de Examencie. Mentoren/leerlingencoördinatoren/vakdocenten kunnen en mogen geen uitspraken doen naar de examenkandidaten.

1.04. Afwijkende wijze van examineren

12. De directeur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd, met dien verstande dat aan de overige bepalingen in dit besluit wordt voldaan. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie.

13. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat:

a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld,

b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten, en

c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring.

(7)

14. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is.

De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op:

a. het vak Nederlandse taal en literatuur;

b. het vak Nederlandse taal;

c. enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is.

15. De in het derde lid bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal.

16. Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan de inspectie.

1.05. Toetsen van een of meerdere vakken op een hoger niveau

Het Kempenhorst College kiest ervoor om talenten van examenkandidaten beter aan te spreken, in dit geval hun cognitieve talenten en/of vaardigheden binnen hun leerweg. Daarom biedt de school aan de kandidaten de mogelijkheid om één of meerdere vakken dan wel een complete leerweg op een hoger niveau af te laten sluiten.

Algemene voorwaarden

• De motivatie en het willen presteren.

• Studiehouding en –vaardigheden (zelfstandig kunnen werken, grotere hoeveelheden stof kunnen verwerken, kunnen plannen).

• De inzet om wellicht noodzakelijke bijscholing binnen eigen tijd te volgen.

17. Eén of meerdere vakken op een hoger niveau.

Een kandidaat mag een vak op een hoger niveau volgen en afsluiten. Indien dit uiteindelijk bij het eindexamen toch niet lukt, mogen zij een herkansing maken op het oorspronkelijke, lees:

lagere, niveau. Deze herkansing gaat niet ten koste van de herkansingsmogelijkheid!

Op het diploma komt te staan welke vakken op een hoger niveau zijn afgesloten. Het diploma wordt afgegeven op het vak of de vakken van het laagste niveau. Bijvoorbeeld: een

kandidaat sluit 5 vakken op een hoger niveau succesvol af en één vak op een lager niveau, dan ontvangt deze kandidaat het diploma op het laagste niveau met vermelding van het examenniveau per vak.

Dit gaat gepaard met een aantal regels/voorwaarden, vastgelegd in een protocol, zoals hieronder vermeld:

• De kandidaat staat gemiddeld minimaal een cijfer dat door de vakgroep vooraf is bepaald. Bij het opstromen voor één of meerdere vakken moet er gekeken worden naar de ontwikkeling van het jaargemiddelde in relatie tot het vereiste eindniveau van het gekozen vak of vakken.

• De gehele vakgroep wordt in de besluitvorming meegenomen. In het geval dat een kandidaat al gedurende klas 3 opstroomt naar een hoger niveau is het noodzakelijk om dat vooraf met de vakgroep te bespreken. Het kan immers voorkomen dat in klas 4 deze leerling(en) een andere docent krijgt.

(8)

• Kandidaten die een vak op een hoger niveau willen afronden, moeten ook het gehele schoolexamen op dat hogere niveau hebben gemaakt.

Dit betekent dat alle domeinen en eindtermen aan de orde moeten zijn geweest.

• De lesstof op het hogere niveau verwerkt de kandidaat waar nodig zelfstandig.

Uiteraard mag de kandidaat eventuele vragen altijd aan de docent stellen.

• Er mag géén omrekentabel gebruikt worden om een behaald cijfer om te kunnen rekenen naar het hogere dan wel lagere niveau.

• Het afleggen van een vak op hoger niveau levert geen extra examenfaciliteiten op, zoals bijvoorbeeld tijdverlenging. Reeds toegekende faciliteiten blijven vanzelfsprekend staan.

Traject / Beslismomenten:

• Indien aan de regels/voorwaarden wordt voldaan, start het traject d.m.v. de

ondertekening van een contract waarin afgesproken wordt hoe het opstroomtraject voor dat vak vorm gegeven zal worden. De nog volgende toetsen worden per direct op het hogere niveau afgenomen. De kandidaat maakt deze toetsen gelijktijdig met de toetsen die de rest van de klas maakt.

Indien mogelijk mag een toets voor deze kandidaat samengesteld zijn uit opgaven van beide niveaus zodat er voor de toets 2 cijfers gegeven kunnen worden. Dit is geen omrekening, maar duidelijk gebaseerd op de overlappende opgaven. Als dit niet mogelijk is, zal de kandidaat 2 toetsen moeten maken: 1 toets op het oorspronkelijke niveau en 1 toets op het hogere niveau.. De kandidaat krijgt beide cijfers van de docent.

In Magister worden beide cijfers weergegeven. Als een kandidaat alsnog besluit van het hogere niveau af te zien, worden alle cijfers in Magister vervangen door cijfers van het oorspronkelijke niveau.

• Na bekendmaking van de CT2 cijfers en de berekening van het SE-eindcijfer wordt definitief bepaald op welk niveau de kandidaat eindexamen doet voor het betreffende vak. Dit niveau wordt doorgegeven aan DUO. Mocht blijken dat het SE-eindcijfer op het hogere niveau tegenvalt, kan de kandidaat alsnog besluiten het eindexamen op het oorspronkelijke niveau te maken.

a) Als de kandidaat voor het oorspronkelijke niveau kiest, bestaat het definitieve SE- cijfer uit de in leerjaar 3 en 4 behaalde cijfers op dat niveau.

b) Als de kandidaat voor het hogere niveau kiest, bestaat het definitieve SE-cijfer uit de cijfers van de toetsen die gemaakt zijn op het hogere niveau.

• Als het resultaat van het eindexamen op het hogere niveau niet aan de verwachtingen voldoet, heeft de kandidaat verschillende opties:

a) Herkansen op het hogere niveau tijdens het 2e tijdvak. Dit telt als een reguliere herkansing AVO-vak.

b) Het examen alsnog op het oorspronkelijke niveau maken. Dit vindt ook plaats in tijdvak 2, maar telt niet als reguliere herkansing. Als de kandidaat hiervoor kiest, telt het behaalde SE-cijfer van het hogere niveau mee voor de berekening van het

eindcijfer. Dit is namelijk het cijfer dat de kandidaat heeft gehaald en dat aan het DUO is doorgeven. Bij deze optie vervalt daarna het gemaakte examen op het hogere niveau. Het is dus niet mogelijk het beste resultaat te kiezen omdat er sprake is van een gemaakt examen op 2 niveaus. Als de kandidaat nog geen gebruik heeft gemaakt van de reguliere herkansing bij een ander AVO-vak, kan hij/zij las dat nodig is om alsnog te slagen, het vak in het 3e tijdvak herkansen op het lagere niveau.

(9)

Belangrijk om te weten:

• Bij de bepaling van het judicium Cum Laude gelden voor het vak op KBL- en T-niveau dezelfde voorwaarden. Deze voorwaarden zijn na te lezen op:

https://www.examenblad.nl/onderwerp/judicium-cum-laude/2020.

• Voor de (toelating tot) een vervolgopleiding in het MBO kunnen aan de afronding van het vak op een hoger niveau geen rechten ontleend worden.

• Het examen op T-niveau wordt op papier afgenomen, het examen op KBL-niveau wordt digitaal getoetst. Dit kan voor kandidaten met bijvoorbeeld dyslexie een belangrijk verschil zijn: op T-niveau wordt enkel tijdverlenging gefaciliteerd.

• Een kandidaat neemt altijd deel aan de Proef-op-de-Som (het digitale oefenexamen BBL of KBL), zodat de kandidaat bekend is met het digitale programma. Daarnaast maakt de kandidaat indien nodig tijdens CT1 en/of CT2 zowel de toets op het oorspronkelijke niveau als de toets op het hogere niveau.

• Bij succesvolle afronding van het vak op het hogere niveau, wordt het diploma op het oorspronkelijke niveau verstrekt met de vermelding dat het specifieke vak op een hoger niveau is afgerond.

Het belang van de kandidaat staat te allen tijde voorop. Indien ergens in het traject twijfel ontstaat over het niveau of onvoorziene situaties optreden, gaan de partijen altijd in overleg.

Het contract wordt ondertekend door kandidaat, ouder(s)/verzorger(s), kandidatencoördinator en de vakdocent van het betreffende vak.

18. Na diploma BasisBeroepsgerichte Leerweg het hogere niveau KaderBeroepsgerichte Leerweg Dit wordt ook wel het ‘stapelen van het diploma’ genoemd.

Door deze stapeling wordt de succeskans van de kandidaat binnen het MBO vergroot en hij kan op een hoger niveau instromen. Daarbij hebben de kandidaten op deze manier een jaar langer de tijd om zich te oriënteren op en een keuze te maken voor een vervolgopleiding en een beroep.

Specifieke voorwaarden

• Bij het opstromen naar een hogere leerweg wordt gekeken naar de ontwikkeling van alle vakken in relatie tot het vereiste eindniveau van de betreffende vakken. Uitgangspunt is een ondergrens van 7,5 als eindcijfer per vak.

• De gehele vakgroep wordt in de besluitvorming meegenomen. Het kan immers voorkomen dat deze kandidaat op het hogere niveau een andere docent krijgt.

• Het docententeam beslist over de overstap naar het hogere niveau, evenals de mentor en/of de leco die in gesprekken met leerling en ouders duidelijkheid moeten krijgen over de reële kans op succes.

• Het traject omvat één schooljaar.

• De kandidaat volgt alle vakken en lessen op het hogere niveau. Er is geen sprake van omrekenen van cijfers of meenemen van beoordelingen uit het lagere niveau.

1.06. Bepaling van cijfers

19. Na elk schoolexamen of onderdeel daarvan deelt de betrokken leraar zo spoedig mogelijk aan elke kandidaat het behaalde cijfer mede, doch uiterlijk binnen 10 schooldagen. Bovendien heeft de kandidaat recht op inzage. In het hoofdstuk “informatie per vak” is de weging van het

resultaat aangegeven. Let wel: punten aftrekken van het cijfer wegens het niet (tijdig) inleveren van een werk is niet toegestaan. Ook het niet bij zich hebben van materiaal of gedrag mag niet op deze manier worden meegenomen in de beoordeling.

(10)

20. Toetscijfers worden afgerond op één decimaal (5,25 wordt 5,3; 5,249 wordt 5,2).

Het eindcijfer schoolexamen is de totaal score gedeeld door de som van de wegingsfactoren afgerond op 1 decimaal.

21. Het resultaat van elk examen voor een vak wordt uitgedrukt in een der cijfers 1 t/m 10, afgerond op 1 decimaal.

22. Voor de handelingsopdrachten wordt geen cijfer gegeven. Deze moeten beoordeeld worden met de kwalificatie voldoende of goed. Ook de vakken Lichamelijke Opvoeding en Culturele

Kunstzinnige Vorming (KV1) worden op die manier beoordeeld en moeten vóór het centraal examen in leerjaar 4 met de beoordeling voldoende worden afgesloten.

Zie supplement “inleveren opdrachten”.

23. Het werk van de kandidaten wordt na correctie en beoordeling ter inzage van belangheb- benden gesteld en wordt daarna in het schoolarchief opgeslagen tot een half jaar na ontvangst van het diploma. Examenwerk wordt niet geretourneerd m.u.v.

praktijkwerkstukken. De kandidaat tekent voor ontvangst van dat werkstuk en houdt het werkstuk anderhalf jaar beschikbaar.

24. Voor aanvang van het Centraal Examen maakt de directeur de cijfers en beoordelingen, van het Schoolexamen inclusief eventueel profielwerkstuk, bekend aan de kandidaat.

25. In leerjaar 3 is de totaalweging van de examenstof ongeveer 1/3 van het gehele schoolexamen, dus wordt in leerjaar 4 nog 2/3 deel van het schoolexamencijfer daaraan toegevoegd.

Voor alle kandidaten vormt het schoolexamen in leerjaar 3 en 4 uiteindelijk ½ van het eindexamenresultaat. Voor vakken waarvoor geen centraal eindexamen beschikbaar is, vormt het schoolexamen het eindresultaat. Voor de profielvakken is deze regeling niet van toepassing.

Voor meer info zie supplement “uitslagregeling”

1.07. Herkansing van het schoolexamen

26. Iedere examenkandidaat heeft zowel in leerjaar 3 als in 4 de mogelijkheid om 5x aan een herkansing deel te nemen.(knipkaart) Het aantal herkansingen per leerling wordt

geadministreerd.

Deze herkansingen zijn alleen van toepassing op schoolexamens die maximaal 100 minuten in beslag nemen. Voor het werk dat tijdens de 2e Centrale Toetsweek wordt afgenomen, mag geen herkansing plaatsvinden.

27. Wanneer een kandidaat een schoolexamen wil herkansen, vult deze het digitale

aanvraagformulier in. Een schoolexamen mag maximaal eenmaal herkanst worden. Samen met de vakdocent wordt de herkansing gepland. Deze herkansingen vinden plaats tijdens het Centraal Inhaalmoment of via de vakdocent.

Het resultaat van de herkansing wordt binnen vijf werkdagen aan de kandidaat medegedeeld. Bij een herkansing telt altijd de hoogste score van beide schoolexamens. Bij onregelmatigheden wordt verwezen naar artikel 7 van dit reglement en supplement: “verhindering”.

(11)

28. Herkansing beroepsgerichte keuzevakken Wettelijke kaders:

• Omdat voor beroepsgerichte keuzevakken eindcijfers worden gehaald, moeten deze cijfers voldoen aan de eis dat ze afgerond niet lager dan een 4 mogen zijn.

• Het cijfer komt tot stand komt door verschillende eindcijfers bij elkaar op te tellen en te middelen: het combinatiecijfer.

• Keuzevakken komen met naam en eindcijfer op de cijferlijst van kandidaten.

• Heeft een leerling een te laag cijfer (lees een afgeronde 3) voor een beroepsgericht keuzevak behaald, dan kan hij dit keuzevak herkansen door middel van een eindtoets over de inhoud van het keuzevak.

Herkansing:

Herkansing voor keuzevakken is mogelijk binnen een vooraf vastgestelde periode:

• klas 3: 2 juli 2020

• Klas 4: 18, 19 en 20 maart 2020

Leerjaar 3:

• Kandidaat is verplicht een beroepsgerichte keuzevak te herkansen als hij lager dan een 4 scoort.

Leerjaar 4:

• Kandidaat is verplicht een beroepsgerichte keuzevak te herkansen als hij lager dan een 4 scoort.

• Kandidaat mag eventueel één keuzevak herkansen als het combinatiecijfer een 4 of een 5 is.

• LWT: het combinatiecijfer dient minimaal een 6 te zijn. Afhankelijk van het cijfer van elk beroepsgericht keuzevak, kan deze kandidaat één of twee beroepsgericht keuzevakken herkansen om eventueel alsnog een 6 te behalen voor zijn combinatiecijfer.

Regeling voor gezakte kandidaten die leerjaar 4 overdoen:

Als een kandidaat gezakt is, dan mag hij:

• Beroepsgerichte keuzevakken uit zowel leerjaar 3 als 4 laten staan, mits daarvoor een 6 of hoger is gescoord. Keuzevakken laten staan die een onvoldoende gescoord hebben, hebben immers een nadelige invloed op het combinatiecijfer.

• nieuwe beroepsgerichte keuzevakken kiezen. In theorie kunnen er 7 keuzevakken op de cijferlijst staan.

• eerder gevolgde keuzevakken opnieuw kiezen, zodat hij een hoger cijfer kan behalen, waarbij het hoogste cijfer telt.

Regeling voor kandidaten die opstromen van BBL naar KBL:

Als een kandidaat opstroomt, dan:

• wordt bekeken welke beroepsgerichte keuzevak(ken) uit leerjaar 3 en 4 zo dicht mogelijk op hetzelfde niveau bij elkaar liggen. Deze keuzevakken worden overgezet met een eventuele reparatieopdracht. Dit aantal wordt aangevuld met nieuwe beroepsgerichte keuzevakken tot een totaal van 4 (klas 3 + 4)

óf

• kiest hij 3 nieuwe keuzevakken in leerjaar 4 (of volgt dezelfde opnieuw in zijn geheel).

(12)

Alle beroepsgerichte keuzevakken die door een kandidaat gevolgd zijn kunnen op zijn eindlijst vermeld worden én tellen mee voor het combinatiecijfer van de beroepsgerichte keuzevakken.

Dit cijfer komt tot stand door de eindcijfers behaald voor de afzonderlijke beroepsgerichte keuzevakken bij elkaar op te tellen en te delen door het aantal gevolgde beroepsgerichte keuzevakken.

Als een kandidaat een beroepsgericht keuzevak in deze berekening niet mee wil nemen (bijv.

omdat hij daarvoor een onvoldoende heeft gehaald), dan kan dat beroepsgerichte keuzevak ook niet op de cijferlijst vermeld worden.

29. Kandidaten die tijdens het leerjaar langdurig ziek zijn geweest of een lange tijd niet in staat zijn geweest onderwijs te volgen, kunnen het schoolexamen volgens een andere spreiding afleggen.

Ook kan de eindexamencommissie het PTA aanpassen. De inspectie wordt hiervan op de hoogte gebracht.

Zie supplement “verhindering”.

30. Voor de vakken maatschappijleer en kunstvakken I(CKV) kan de kandidaat gebruik maken van een herexamenregeling, beschikbaar gesteld door de school.

1.08. Afwezigheid tijdens schoolexamen

31. Ziek zijn is een reden om niet aan een schoolexamen deel te nemen. Ziekteverzuim wordt alleen als geoorloofd beschouwd, wanneer de ouders dit hebben laten weten voor aanvang van het schoolexamen.

Ongeoorloofd ziekteverzuim wordt afgehandeld als een onregelmatigheid.

Een doktersverklaring kan worden opgevraagd.

32. Verlof kan in heel bijzonder persoonlijk geval gegeven worden, wanneer dit tijdig door de ouders volgens de gangbare procedure bij de schoolleiding schriftelijk wordt aangevraagd.

33. Voor kandidaten uit het vierde leerjaar wordt tijdens de Centrale Toetsweek of Centrale Examens geen verlof verleend voor schoolse activiteiten indien op dat moment een toets is gepland.

34. Geen verlof: Een examenkandidaat die geen verlof heeft gevraagd en niet op een schoolexamen is verschenen, wordt als ongeoorloofd afwezig genoteerd. Voor dit verzuim is een uitgesteld schoolexamen of herkansing natuurlijk niet mogelijk.

Zie supplement “ verhindering”.

(13)

1.09. Te laat komen

35. Bij een schoolexamen dat begint met een luisteronderdeel of snelheidstoets is het voor een examenkandidaat die te laat komt, in verband met de aard van deze examens, niet meer mogelijk het lokaal binnen te gaan. De kandidaat meldt zich dan bij de afdelingsleider.

36. De examenkandidaat die bij andere schoolexamens om een ongeldige reden te laat komt, krijgt niet meer tijd toegewezen, dan aangegeven staat als eindtijd van het betreffende

schoolexamen.

Slechts werk dat is ingeleverd, kan worden beoordeeld.

37. Wanneer er sprake is van overmacht, beslist de voorzitter.

1.10. Werkstukken en andere opdrachten

38. Binnen het Plan van Toetsing en Afsluiting (PTA) wordt er regelmatig een schoolexamen afgesloten in de vorm van een werkstuk.

De richtlijnen voor het betreffende werkstuk worden via een studiewijzer of bijlage door de desbetreffende docent aan de leerling verstrekt.

In deze studiewijzer/bijlage of het PTA- overzicht achterin deze examengids kun je lezen:

• aan welke criteria het werkstuk moet voldoen;

• verwijzing naar eindtermen(leerdoelen);

• of je het werkstuk alleen moet maken of met meerdere personen;

• de omvang van het werkstuk;

• eventueel de vorm van presenteren;

• eventueel bijzondere eisen gesteld aan het werkstuk;

• het aantal punten dat je kunt behalen voor onderdelen en voor het werkstuk in zijn totaal;

• de weging van het werkstuk binnen het vak;

• de datum waarop het werkstuk ingeleverd moet worden.

De leerling dient het werkstuk persoonlijk te overhandigen aan de vakdocent (niet in de postvakken of via collega’s).

Wanneer een werkstuk niet tijdig ingeleverd wordt of wanneer andere opdrachten, die door vakdocenten opgegeven zijn, niet tijdig worden afgewerkt, kan dit effect op het cijfer hebben.

Dit ter beoordeling aan de examencommissie. Zonder geldige reden zal de examencommissie dit beoordelen als een onregelmatigheid en zal zij een 1 toekennen voor dit

examenonderdeel. Ook dient het ingeleverde werkstuk “uniek” te zijn. Dat wil zeggen dat het werk geen gekopieerde delen uit andere werkstukken mag bevatten, ook niet van internet.

Zie supplement “inleveren opdrachten”.

1.11. Handelingsopdracht

39. Toelichting:

• Voor leerjaar 4 betreft dit het profielwerkstuk in de Theoretische Leerweg.

• Een PR-activiteit is een handelingsopdracht die moet worden uitgevoerd in leerjaar 3 of 4.

(14)

1.12. Profielwerkstuk binnen de Kaderberoepsgerichte Leerweg

40. Aan de hand van het thema vanuit het gekozen profiel maakt de kandidaat een werkstuk waarin kennis, inzicht en vaardigheden zijn geïntegreerd. Het behaalde resultaat telt mee als

Schoolexamen.

1.13. Inrichting schoolexamens

41. Inrichting schoolexamens:

• Elke kandidaat ontvangt aan het begin van zijn schoolexamenperiode een totaaloverzicht van alle schoolexamenonderdelen die hij/ zij dient af te leggen in de vorm van het Plan van Toetsing en Afsluiting.

• De schoolexamenperiode start per 1 oktober van het derde leerjaar. Bij aanvang van het vierde leerjaar ontvangt de kandidaat een nieuw totaaloverzicht met

schoolexamenonderdelen voor het betreffende jaar.

• De schoolexamenperiode wordt afgesloten middels de Tweede Centrale Toetsweek medio maart/april in het 4e leerjaar.

• De examenkandidaat is verplicht deel te nemen aan de toetsen in het PTA.

• De examenkandidaat is verplicht om geplande opdrachten behorend bij het PTA uiterlijk op de door de vakdocent vastgestelde deadline in te leveren.

• De verantwoordelijkheid voor de vaststelling van opgaven, beoordelingsmodellen en cijfers voor het schoolexamen ligt bij de leden van de gehele eindexamencommissie.

• Het schoolexamen in een vak bestaat uit het afnemen van meerdere toetsen. De schoolexamens in een vak beslaan tezamen de stof die zich over het gehele eindexamenprogramma uitstrekt.

• De leerstof die bij een schoolexamen wordt getoetst, moet zijn behandeld voor de dag waarop het schoolexamen wordt afgenomen.

• De weken die in het PTA-overzicht per vak worden vermeld, zijn een richtlijn. De toets kan eventueel op een afwijkende datum worden afgenomen.

• Van iedere beoordeling die bij het bepalen van het eindoordeel over een kandidaat meetelt, stelt de examinator de kandidaat zo spoedig mogelijk in kennis (zie artikel 11 van dit reglement).

• Aan het gehele Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA), inclusief niet-cijfervakken dient door de examenkandidaat te zijn voldaan, voordat deze mag deelnemen aan het Centraal Examen. Deadline hiervoor is de laatste toetsdag van de Tweede Centrale Toetsweek.

42. Het schoolexamen kan bestaan uit:

A. schoolexamens met open en gesloten vragen B. praktische opdrachten

C. een handelingsopdracht

Per onderdeel worden onderstaande punten opgenomen in de vakspecifieke regels:

A. schoolexamens met open en gesloten vragen

• aantal schoolexamens

• schoolexamenvorm, met name: SC=schriftelijk; MO=mondeling;

MS=mondeling/schriftelijk; PO=praktische opdracht; PS=praktisch/schriftelijk;

HO=handelingsopdracht; PC=computer; AV= audiovisueel; BE=beeldschermexamen;

• inhoud per schoolexamen;

• tijdsduur van het schoolexamen;

• schoolexamenmomenten;

• gewicht in schoolexamenresultaat;

• herkansingsmogelijkheid.

(15)

B. praktische opdrachten

• inhoud per praktische opdracht;

• periode van afname;

• herkansingsmogelijkheid.

C. een handelingsopdracht

1.14. Gang van zaken tijdens schoolexamens

43. Gang van zaken tijdens de schoolexamens:

• Schoolexamens worden regelmatig gemaakt op papier, gewaarmerkt en verstrekt door de school. Vaak wordt een schoolexamen digitaal afgenomen.

• De kandidaat zorgt ervoor vijf minuten voor aanvang van het examen aanwezig te zijn bij de deur van het lokaal.

• Een kandidaat wordt vanaf een half uur na het begin van het examen, niet meer toegelaten.

• De kandidaat vermeldt zijn naam en klas op het papier;

• In het examenlokaal heerst absolute stilte vanaf het moment dat de examens worden uitgedeeld.

• Het tijdens een schoolexamen gebruik maken van andere dan toegestane boeken, tabellen en andere hulpmiddelen is verboden.

• Het schrijven met potlood is niet toegestaan, behalve wanneer de opdracht hier expliciet om vraagt: o.a. tekenen, wiskunde;

• Het gebruik van andere correctie- middelen dan een gum is niet toegestaan. (géén correctielak);

• Na afronding van het examen wordt het werk door de surveillant opgehaald met instemming van de kandidaat.

• Zonder toestemming van de surveillant mag een kandidaat zich gedurende het Schoolexamen niet verwijderen uit de toegewezen examenruimte.

• Na 1 lesuur verlaten de kandidaten die klaar zijn, het examenlokaal. Daarna op aangeven van de surveillant per 15 minuten.

Voor alle vakken mag de kandidaat als basispakket de volgende hulpmiddelen gebruiken:

o Woordenboek Nederlands o Schrijfmateriaal

o Tekenpotlood

o Blauw en rood kleurpotlood o Liniaal met millimeterverdeling o Passer

o Geodriehoek o Gum

o Rekenmachine (altijd meenemen: ook bij Beeldschermexamens!!)

Alle overige materiaal, inclusief smartphones, jassen en tassen wordt niet toegelaten in het examenlokaal.

1.15. Bezwaar en beroep schoolexamen

44. Wanneer een kandidaat niet akkoord gaat met de beoordeling kan hij binnen zeven dagen bezwaar aantekenen bij de betreffende docent en eventueel in beroep gaan bij de eindexamencommissie.

(16)

1.16. Procedure

45. Binnen twee weken nadat het cijfer bekend is gemaakt moet het bezwaar schriftelijk aan de voorzitter van de commissie worden medegedeeld, met redenen omkleed. Daarvoor vult de kandidaat een formulier dat op te halen is bij de examensecretaris.

De commissie hoort de kandidaat en de vakdocent en deelt schriftelijk de beslissing mede aan de kandidaat en zijn/haar ouders/verzorgers. Tegen deze beslissing kan binnen vijf schooldagen in beroep worden gegaan bij de commissie van beroep van het bestuur.

1.17. Samenstelling examencommissie

46. Voorzitter: Dhr. P.C.M. van der Vorst, directeur onderwijs Plaatsvervangend voorzitter: Dhr. M. van der Steen, teamleider

Secretaris examencommissie: Dhr. R.J.H. van Gorp Dagelijkse leiding examenzaken: Dhr. R.J.H. van Gorp

Dhr. M. van der Steen

Ondersteuning: Dhr. J. van Hazendonk

Mevr. M. Wiercx

Leden: Betreffende vakdocenten en afdelingsleiders.

In alle gevallen waarin niet het eindexamenbesluit noch dit examenreglement voorziet, beslist de voorzitter van de examencommissie.

(17)

1.18. Rekenen leerjaar 3

47. De centrale rekentoets en het rekencijfer zijn met ingang van het schooljaar 2019-2020 vanuit de overheid afgeschaft. Rekenen is en wordt geen toelatingscriterium voor doorstroom naar het mbo; alle vmbo-leerlingen hebben na het behalen van hun diploma toelatingsrecht op het mbo..

Dit betekent voor leerjaar 3:

• voor leerlingen met wiskunde in hun examenpakket geeft het eindcijfer voor wiskunde tevens een indicatie van de beheersing van de rekenvaardigheden van de leerling. In het PTA voor wiskunde zijn daarom ook rekentoetsen opgenomen.

• voor leerlingen zonder wiskunde is er een rekenuur in hun lesrooster opgenomen. Voor hen is er een schoolexamen rekenen, afgedekt en verantwoord in een PTA. Aan dit PTA is een rekencertificaat verbonden, wat tezamen met het diploma en de bijbehorende cijferlijst wordt uitgereikt aan de betreffende leerling.

• Leerlingen met een ernstig rekenprobleem of dyscalculie mogen gebruik maken van een aantal hulpmiddelen, waaronder ook een rekenkaart. De rekenkaart wordt landelijk door het College voor Examens vastgesteld.

• De rekenkaart kan worden gezien als een vorm van kladpapier. Bij papieren examens en bij digitale examens zijn de voor die examenvorm geldende kladpapierregels ook van

toepassing op de rekenkaart.

• Het is toegestaan de leerling op zijn/haar verzoek tijdens de zitting een nieuw exemplaar te verstrekken. Het is toegestaan de leerling bij aanvang van de zitting meerdere exemplaren te verstrekken.

• Onze school heeft een eigen rekenkaart vastgesteld die van overheidswege is

goedgekeurd. Deze rekenkaart mag na toekenning ervan in alle leerjaren en bij alle vakken gebruikt worden waarbij rekenen een rol speelt.

(18)

2. Supplementen

2.01. Inleveren opdrachten

1. Onvoldoende afsluiting cijfervakken

Opdrachten en werkstukken dienen tijdig te worden ingeleverd.

Kandidaten die te laat zijn:

• krijgen het cijfer 1 voor de opdracht of werkstuk;

• krijgen het cijfer 1 voor de opdracht of werkstuk met de mogelijkheid tot herkansing;

• krijgen een nieuwe inleverdatum toegewezen.

Bovenstaande ter beoordeling aan de examencommissie. Bezwaren kunnen worden ingediend volgens de procedure, zoals omschreven in artikel 31 volgens het Eindexamenbesluit.

 Het PTA-werk dient altijd persoonlijk te worden ingeleverd bij de vakdocent, d.w.z. niet via omwegen als collega- docenten, postvakken en brievenbussen. De examenkandidaat is te allen tijde verantwoordelijk voor het examenwerk, dit tot op het moment van inleveren.

 Bij langdurige afwezigheid van de vakdocent mag het werk worden ingeleverd bij de dagelijkse leiding van de examencommissie. Ook bestaat de mogelijkheid dat de vakdocent in dat geval een nieuwe inleverdatum met de kandidaat afspreekt.

 Werk dat in het PTA- overzicht gekenmerkt wordt als een individuele opdracht dient uniek te zijn. Een andere kandidaat kan dus niet hetzelfde werk inleveren. Het vrijgeven van inhoudelijke informatie aan een andere kandidaat wordt daarom ook als een

onregelmatigheid beschouwd. De school heeft digitale middelen beschikbaar waarmee deze voorwaarden worden gecontroleerd.

2. Onvoldoende afsluiting niet – cijfervakken en -onderdelen

De vakken Lichamelijke Oefening en Culturele Kunstzinnige Vorming en sommige

handelingsopdrachten dienen met de beoordelingen van “voldoende” of “goed” te worden afgesloten.

Een “onvoldoende” of “niet naar behoren” bestaan wettelijk gezien niet: het werk is dan nog niet afgesloten. Het openstaan van bovengenoemde zaken betekent dat het schoolexamen nog niet is afgerond. Voor de Handelingsopdrachten geldt dat de kandidaat op dat moment dan ook niet mag deelnemen aan het eerste tijdvak van het Centraal Examen.

Zie supplement “uitslagregeling”.

(19)

2.02. Verhindering

1. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de voorzitter, is verhinderd het schoolexamen tijdig af te ronden vóór aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen, stelt de voorzitter een nieuw tijdstip ter afronding van het schoolexamen vast. In dit geval mag de kandidaat geen centraal examen doen in dat vak of die vakken gedurende het eerste tijdvak van het centraal examen, maar wel in de vakken waarvan het schoolexamen wel is afgerond. In- dien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de directeur, is verhinderd het schoolexamen tijdig vóór de aanvang van het tweede tijdvak van het centraal examen af te sluiten, geldt dezelfde regeling voor het tweede tijdvak van het centraal examen.

2. Alle kandidaten zijn verplicht, alle voor hen vastgestelde schoolexamens van het schoolexamen af te leggen. Op een kandidaat die zich aan enig onderdeel van het schoolexamen onttrekt of zonder geldige reden bij een onderdeel van het schoolexamen afwezig is, zijn de bepalingen van artikel 7 van dit reglement van toepassing.

3. Indien een kandidaat door ziekte of een andere dwingende reden, niet veroorzaakt door onnauwkeurigheid, onachtzaamheid of nalatigheid van de kandidaat of zijn wettelijke vertegen- woordiger, absoluut verhinderd is aan een onderdeel van het schoolexamen deel te nemen, stelt hij of zijn wettelijke vertegenwoordiger de vakdocent zo vroeg mogelijk vóór de aanvang van bedoelde schoolexamen, of ander onderdeel van het schoolexamen, in kennis van deze verhin- dering en de reden(en) daarvoor. Wanneer het betreffende schoolexamen wordt afgenomen tijdens een Centrale Schoolexamenweek, dient de Secretaris van de Eindexamencommissie hiervan op de hoogte te worden gebracht.

4. De voorzitter, de secretaris van het eindexamen of vakdocent onderzoekt de mogelijkheid de kandidaat volgens de geldende regels op de vastgestelde tijd, maar op een andere plaats het onderdeel van het schoolexamen te laten afleggen; is naar zijn oordeel deze mogelijkheid in redelijkheid aanwezig dan wordt aan de kandidaat geen uitstel van bedoeld onderdeel van het schoolexamen toegestaan.

5. Indien de voorzitter overtuigd is van de onmogelijkheid voor de kandidaat een onderdeel van het schoolexamen op vastgestelde plaats en tijd af te leggen, dan verleent hij de kandidaat uitstel; hij stelt de betrokken examinator hiervan direct in kennis en deelt in overleg met de examinator de kandidaat en diens wettelijke vertegenwoordiger mee, wanneer en waar het uitgestelde onderdeel van het schoolexamen afgelegd dient te worden. In geval van ziekmelding van een kandidaat heeft de voorzitter het recht een controlerend geneesheer in te schakelen, dan wel een huisbezoek bij de betreffende kandidaat af te (laten) leggen, dan wel een medische verklaring te verlangen.

6. Indien het bericht van verhindering niet wordt gemeld vóór de aanvang van het onderdeel van het schoolexamen, dient de kandidaat of diens wettelijke vertegenwoordiger ook voldoende aan te tonen dat het onmogelijk was tijdig bericht te geven; zonder deze bewijzen verleent de voorzitter het verlangde uitstel niet.

(20)

7. Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding het examenlokaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de toezichthouder of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten. Indien de kandidaat het werk na enige tijd hervat, kan na overleg met de voorzitter of de secretaris van het examen, de gemiste tijd aan het einde van de zitting worden ingehaald.

N.B. Indien de kandidaat het werk niet kan hervatten behoudt het tot dan toe gemaakte werk zijn geldigheid. Uitsluitend in bijzondere gevallen kan de voorzitter het gemaakte werk ongeldig verklaren. Een kandidaat die vóór de zitting tijdens een Centrale SchoolToetsweek onwel is, dient altijd contact met de dagelijkse leiding op te nemen over wel of geen deelname aan de zitting.

Een kandidaat die tijdens de zitting onwel wordt, dient dit altijd aan de surveillant te melden.

Zonder deze melding kan achteraf geen beroep worden gedaan op onwel zijn.

8. Indien een kandidaat door ziekte of andere externe factoren niet in staat is een praktische opdracht op de uiterste inleverdatum in te leveren, kan een kandidaat in overleg met de betrokken docent en de dagelijkse leiding van de eindexamencommissie een andere uiterste inleverdatum vaststellen.

9. In bijzondere gevallen kan de voorzitter besluiten een in de schoolexamenregeling vastgesteld onderdeel van het schoolexamen uit te stellen voor alle daarbij betrokken kandidaten.

10. In aansluiting op de onregelmatigheden, zoals vermeld in artikel 7, van dit reglement wordt bepaald dat voor gemiste onderdelen van het schoolexamen het cijfer 1 wordt toegekend indien een kandidaat met niet geldige reden afwezig is, zulks ter beoordeling van de voorzitter.

11. Indien een kandidaat werk voor een schoolexamen op een door de vakdocent vermeld tijdstip niet inlevert, zal het betrokken schoolexamen niet worden afgenomen en zal voor het

betreffende onderdeel een "1" worden toegekend door de examencommissie.

12. Indien een kandidaat ten behoeve van een schoolexamen een definitief werk inlevert die niet aan de gestelde eisen voldoet, kan dezelfde maatregel genomen worden.

13. Indien een kandidaat een handelingsdeel of een grote praktische opdracht op de vastgestelde einddatum niet "naar behoren" heeft afgerond moet de kandidaat na lestijd op school werken aan dit betreffende deel.

14. Technische mankementen (defecte printers) of afwezigheid door ziekte op de dag dat werk t.b.v. onderdelen van het schoolexamen moeten worden ingeleverd, gelden in de regel niet als excuus voor het te laat inleveren.

(21)

2.03. Uitslagregeling 2020

Uitslagregeling kaderberoepsgerichte leerweg.

Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden, is het schoolexamencijfer tevens eindcijfer. Dit geldt voor jullie voor het vak maatschappijleer.

Voor het Beroepsgericht Profielvak waarin je zowel een schoolexamen (SE) en een centraal schriftelijk praktijk examen (CSPE) aflegt, geldt voor jullie het volgende:

Bepaling eindcijfer met CSPE:

Het rekenkundige gemiddelde van het Schoolexamen (SE) en Centraal Schriftelijk Praktijk Examen (CSPE) . Beide eindcijfers wegen even zwaar.

Een voorbeeld:

Het cijfer voor Centraal Schriftelijk Praktijk Examen (CSPE) is 6.3.

De kandidaat had voor het Schoolexamen (SE) een 6.5 .

Gewogen gemiddelde is 1x 6.3 (CSPE) + 1x 6.5 (SE) : 2 = 6.4 ( dit wordt afgerond naar een 6).

De uitslagregeling gaat uit van 9 vakken:

Nederlands Engels

2 sectorvakken

Programma Beroepsgericht Profielvak Programma Beroepsgerichte Keuzevakken Maatschappijleer

CKV

Lichamelijke opvoeding

De eerste 7 vakken worden met een cijfer afgesloten De laatste twee met een voldoende of goed.

Je bent geslaagd als je voldoet aan de volgende vijf voorwaarden:

1. Voor je Centraal Examen scoor je gemiddeld een 5.5 of hoger als je alle CE- cijfers voor jouw vakken bij elkaar optelt en deelt door het aantal vakken. Je bent dus niet geslaagd als het gemiddelde cijfer voor het CE lager is dan 5.5. Alle vakken tellen hierin elk één keer mee, ook het CSPE- cijfer voor het Beroepsgerichte Profielvak.

2. Voor het vak Nederlands (a) heb je het eindcijfer 5 of meer behaald.

3. Als bij de eerste 7 vakken:

• al je eindcijfers 6 of hoger zijn, of

• je een 5 hebt en al je andere cijfers 6 of hoger zijn, of

• je een 4 hebt en al je andere cijfers 6 of hoger zijn, waarvan er tenminste een 7 of hoger is,

• je twee 5-en hebt, en al je andere cijfers 6 of hoger zijn, waarvan er tenminste een 7 is of of hoger.

4. Voor CKV (g), Lichamelijke opvoeding (h) heb je voldoende of goed gehaald.

5. Je hebt een loopbaandossier gemaakt volgens het PTA van de school.

N.B.

Het programma Beroepsgerichte Keuzevakken omvat 4 vakken. Voor elk keuzevak afzonderlijk dien je minimaal het cijfer 4 te behalen.

(22)

3. Programma’s voor toetsing en afsluiting per vak

.

Code Vakken Leerweg

BBL KBL TL

011 Nederlands X X X

063 Duits X

071 Engels X X X

125 Geschiedenis X

131 Aardrijkskunde X

153 Wiskunde (met rekenen) X X X

Rekenen zonder wiskunde X X X

173 Natuur- /scheikunde X X X

191 Biologie X X X

233 Economie X X X

322 Maatschappijleer X X X

353 Lichamelijke opvoeding X X X

416 Kunstvakken I CKV X X X

Kunstvakken II Beeldende vakken X

1200 Bouw, Wonen en Interieur X X

1300 Produceren, Installeren en Energie X X

1500 Media, Vormgeving en ICT X X

1600 Zorg en Welzijn X X

1700 Economie & ondernemen X X

1900 Dienstverlening en Producten X X

2000 Groen X X

TOPm-H Profielprojecten X

TOPm-M Profielprojecten X

TOPm-MH Buitenschools leren X

Talentontwikkeling X

Vakoverstijgende activiteit X X X Overzicht keuzedelen per Profielvak

1200 Keuzevakken BWI X X

1300 Keuzevakken PIE X X

1500 Keuzevakken MVI X X

1600 Keuzevakken Z & W X X

1700 Keuzevakken E & O X X

1900 Keuzevakken D & P X X

2000 Keuzevakken Groen X X

(23)

4. Nederlands

LEERWEG: 3KBL Peri-

ode Week Toets-

nummer Stofaanduiding Examen-

eenheid Toets-

vorm Toets-

duur We-

ging Her-

kansing Opmerkingen Resul- taat

1 39 1301 Schrijven K/1,2,7 PC 50 min 1 Nee Sollicitatiebrief

1 44 1302 Grammatica K/2 SC 50 min 2 Ja H1,2,3

1 46 1303 Woorden K/2,3 SC 50 min 1 Nee H1, H2 en Woordtrainer H1

2 49 1304 Spelling K/2 SC 50 min 2 Ja H1,2,3

2 51 1305 Lezen K/2,6 SC 50 min 1 Ja H1,2,3

2 5 1306 Spreken K/2,5 MO 5 min 2 Nee Spreekbeurt

2 7 1307 Woorden K/2,3 SC 50 min 1 Ja H3, H4 en Woordtrainer H3

2 8 1308 Kijken/Luisteren K/2,4 AV 100 min 2 Nee Cito

2 12 1309 Grammatica K/2 SC 50 min 2 Ja H4,5,6

3 14 1310 Schrijven K/1,2,7 PC 50 min 1 Nee Nieuwsbericht

3 21 1311 Spelling K/2 SC 50 min 2 Ja H4,5,6

3 23 1312 Fictie* K/8 HO - min 1 Nee Lezen in de klas

3 25 1313 Woorden K/2,3 SC 50 min 1 Nee H5, H6 en Woordtrainer H5

3 27 1314 Lezen K/2,6 SC 50 min 1 Nee H1 t/m H6 toets 3-daagse

Toevoeging: * Fictie handelingsopdracht: Je leest verschillende leesboeken en evalueert deze met de docent. Voldoende beoordeling wordt alleen toegekend bij goede werkhouding en inzet.

(24)

5. Engels

LEERWEG: 3KBL Peri-

ode Week Toets-

nummer Stofaanduiding Examen-

eenheid Toets-

vorm Toets-

duur We-

ging Her-

kansing Opmerkingen Resul- taat

1 46 1301 Kijk- en Luistervaardigheid K2,3,5 AV 60 min 2 Nee

1 48 1302 VIS* 01 K2 t/m 7 --- min 1 Nee Gemiddelde van so's en

proefwerken uit periode 1

2 7 1303 Leesvaardigheid 01 K2,3,4 SC 100 min 1 Ja

2 11 1304 Schrijfvaardigheid K2,3,7 SC 50 min 2 Ja

2 12 1305 VIS* 02 K2 t/m 7 --- min 1 Nee Gemiddelde van so's en

proefwerken uit periode 2

3 27 1306 Leesvaardigheid 02 K2,3,4 SC 50 min 3 Nee toetsdriedaagse

3 27 1307 VIS* 03 K2 t/m 7 --- min 1 Nee gemiddelde van so's en

proefwerken uit periode 3

Toevoeging: *VIS = Vaardigheden In Samenhang = periodecijfer

(25)

6. Wiskunde

LEERWEG: 3KBL Peri-

ode Week Toets-

nummer Stofaanduiding Examen-

eenheid Toets-

vorm Toets-

duur We-

ging Her-

kansing Opmerkingen Resul- taat

1 38 1301 Hfdst.1 Procenten K/5 SC 50 min 1 Ja Alle wiskunde toetsen met

rekenmachine.

1 45 1302 Hfdst. 2 Kaart en doorsnede K/6 SC 50 min 1 Ja

1 48 1303 Hfdst. 3 Formules en grafieken K/4 SC 50 min 1 Ja

2 51 1304 Hfdst. 4 Statistiek K/7 SC 50 min 1 Ja

2 5 1305 Hfdst. 5 en 10 Goniometrie K/6 SC 50 min 2 Ja

2 8 1306 Hfdst.6 Verschillende verbanden K/4 SC 50 min 1 Ja

3 11 1307 Rekenen K/4/6/7 SC 50 min 1 Ja Alle rekenonderdelen van

de stencils.Gedeelte zonder rekenmachine.

3 12 1308 Hfdst. 7 Oppervlakte en inhoud K/6 SC 50 min 1 Ja

3 14 1309 Geïntegreerde Wiskundige Activiteit K/5 PO min 1 Nee

3 23 1310 Hfdst. 8 Getallen K/8 SC 50 min 1 Ja

3 27 1311 Hfdst. 9 Grafieken en vergelijkingen K/4 SC 50 min 1 Nee

Toevoeging:

(26)

7. Natuur- / scheikunde

LEERWEG: 3KBL Peri-

ode Week Toets-

nummer Stofaanduiding Examen-

eenheid Toets-

vorm Toets-

duur We-

ging Her-

kansing Opmerkingen Resul- taat

1 39 1301 H2: Licht en beeld k123410 SC 45 min 1 Ja

1 46 1302 H3: Elektriciteit in huis k1237 SC 45 min 1 Ja

1 47 1303 Practicum periode 1 k1234710 PO min 1 Nee VIS cijfer H2 en H3

2 3 1304 Moustrap car fase 1 t/m 3 k12345910 PO min 1 Nee VIS cijfer fase 1 t/m 3

2 12 1305 Moustrap car fase 4 t/m 6 k12345910 PO min 1 Nee VIS cijfer fase 4 t/m 6

3 21 1306 H5: Energie k1236 SC 45 min 1 Ja

3 25 1307 Practicum periode 3 k123612 PO min 1 Nee VIS cijfer H5 en H6

3 27 1308 Eindtoets H6: Weer k12312 SC 45 min 1 Nee

Toevoeging:

(27)

8. Maatschappijleer

LEERWEG: 3KBL Peri-

ode Week Toets-

nummer Stofaanduiding Examen-

eenheid Toets-

vorm Toets- duur We-

ging Her-

kansing Opmerkingen Resul- taat 1 39 1301 Hoofdstuk 1, Thema's maatschappijleer "Wat is

maatschappijleer?"

Hoofdstuk 2, Thema's maatschappijleer

"Jongeren".

K2/3/4 SC 50 min 2 Ja Let op! Twee

hoofdstukken in één schriftelijke toets.

2 45 1302 Hoofdstuk 3, Thema's maatschappijleer "Politiek". K2/3/4 SC 50 min 2 Ja 2 51 1303 Hoofdstuk 5, Thema's maatschappijleer

"Nederland en de wereld"..

K2/3/4 SC 50 min 2 Ja

2 06 1304 Hoofdstuk 6, Thema's maatschappijleer

"Media".

K2/7 SC 50 min 2 Ja

3 12 1305 Hoofdstuk 7, Thema's maatschappijleer

"Werk".

K1/2/5/6/7 SC 50 min 2 Ja

3 19 1306 Hoofdstuk 8. Thema's maatschappijleer

"Criminaliteit".

Tevens een gastles van een ex-gedetineerde.

K2/4/6 SC 50 min 2 Ja

3 22 1307 Hoofdstuk 9, Thema's maatschappijleer

"Relaties".

K2/4/6 SC 50 min 2 Ja

3 27 1308 Hoofdstuk 4, Thema's maatschappijleer

"Pluriforme samenleving".

K2/3/4 SC 50 min 2 Nee Let op! Niet herkansbaar.

Toets voor de toetsdriedaagse.

(28)

Peri-

ode Week Toets-

nummer Stofaanduiding Examen-

eenheid Toets-

vorm Toets- duur We-

ging Her-

kansing Opmerkingen Resul- taat 3 1309 Maatschappelijke stage.

Vrijdag 10 april 2020 uiterste inleverdatum van het werkboekje c.q. verslag. Niet ingeleverd is PTA onregelmatigheid.

PO 1800

min

4 Nee

Toevoeging: Bij de start in leerjaar 3 volgt nogmaals een informatieronde over de maatschappelijke stage binnen de lessen maatschappijleer.

Vrijdag 4 oktober 2019 lever jij je ingevulde stagecontract in bij de administratie van school.

In de periode oktober 2019 maart 2020 doe jij je maatschappelijke stage (30 uur vrijwilligerswerk).

Week 15, vrijdag 10 april 2020, is de uiterste inleverendatum van het werkboekje c.q. verslag met beoordeling.

(29)

9. Lichamelijke opvoeding

LEERWEG: 3KBL Peri-

ode Week Toets-

nummer Stofaanduiding Examen-

eenheid Toets-

vorm Toets-

duur We-

ging Her-

kansing Opmerkingen Resul- taat

1 48 1301 Bewegingsvaardigheden Periode 1 PO 1200

min

5 Ja Beoordeling wordt alleen toegekend bij voldoende aanwezigheid en inzet

1 48 1302 Omgangsbekwaamheden Periode 1 PO 1200

min

3 Nee

1 48 1303 Regelbekwaamheden 1 PO 1200

min

2 Nee

2 13 1304 Bewegingsvaardigheden Periode 2 PO 1200

min

5 Ja Beoordeling wordt alleen toegekend bij voldoende aanwezigheid en inzet

2 13 1305 Omgangsbekwaamheden Periode 2 PO 1200

min

3 Nee

2 13 1306 Reflectie op bewegen 1 PO 1200

min

2 Nee

3 26 1307 Bewegingsvaardigheden Periode 3 PO 1200

min

5 Ja Beoordeling wordt alleen toegekend bij voldoende aanwezigheid en inzet

3 26 1308 Omgangsbekwaamheden Periode 3 PO 1200

min

3 Nee

3 26 1309 Regelbekwaamheden 2 of Reflectie op bewegen 2

PO 1200

min

2 Nee

Toevoeging:

(30)

10. Kunstvakken I CKV

LEERWEG: 3KBL Peri-

ode Week Toets-

nummer Stofaanduiding Examen-

eenheid Toets-

vorm Toets-

duur We-

ging Her-

kansing Opmerkingen Resul- taat

1 1301 Werkstuk Kunst KV3, KV4 SC 300 min 1 Nee V/G

1-2 1302 Werkstuk Fotografie KV3, KV4 SC 300 min 1 Nee V/G

2 1303 Werkstuk Muziek KV3, KV4 SC 300 min 1 Nee V/G

2 1304 Werkstuk Theater KV3, KV4 SC 300 min 1 Nee V/G

2-3 1305 Werkstuk Dans KV3, KV4 SC 300 min 1 Nee V/G

3 1306 Werkstuk Film KV3, KV4 SC 300 min 1 Nee V/G

3 1307 Werkstuk Architectuur KV3, KV4 SC 300 min 1 Nee V/G

3 1308 CZP KV3, KV4 SC 300 min 1 Nee V/G

Toevoeging: Wanneer je een onvoldoende haalt voor een werkstuk, moet je de opdrachten opnieuw doen tot het een V/G is.

(31)

11. Vakoverstijgende activiteit

LEERWEG: 3KBL Peri-

ode Week Toets-

nummer Stofaanduiding Examen-

eenheid Toets-

vorm Toets-

duur We- ging

kansiHer- ng

Opmerkingen Resul- taat

--- 1301 PR-activiteit Preambule

1.1-1.8

HO week o-v-g Ja - Eén PR-activiteit verplicht voor leerjaar 3 óf 4.

- Moet voldoende of goed zijn.

- Eventuele herkansing dient in eigen tijd plaats te vinden.

Toevoeging:

(32)

12. Produceren, Installeren en Energie

LEERWEG: 3KBL Peri-

ode Week Toets-

nummer Stofaanduiding Examen-

eenheid Toets-

vorm Toets-

duur We-

ging Her-

kansing Opmerkingen Resul- taat 1-2 35 t/m

3

1301 Praktijk inleiding elektrotechniek P/PIE/1.1, 1.3, 1.4, 4.2

PO >100 min

3 Nee Praktijk SE

inleiding elektrotechniek

1-2 35 t/m 3

1302 Theorie inleiding elektrotechniek P/PIE/1.1, 1.3, 1.4, 4.2

PC 50 min 2 Ja Digitale theorietoets inleiding elektrotechniek

1-2 35 t/m 3

1303 Praktijk inleiding metaal en installatietechniek

P/PIE/1.1, 1.2, 2.1, 2.2

PO >100 min

3 Nee Praktijk SE

inleiding metaal en installatietechniek

1-2 35 t/m 3

1304 Theorie inleiding metaal en installatietechniek

P/PIE/1.1, 1.2, 2.1, 2.2

PC 50 min 2 Ja Digitale theorietoets inleiding metaal en installatietechniek

1-2 35 t/m 3

1305 Praktijk besturen en automatiseren P/PIE/1.4, 3.1, 3.2, 3.3

PO >100 min

3 Nee Praktijk SE

besturen en automatiseren

1-2 35 t/m 3

1306 Theorie besturen en automatiseren P/PIE/1.4, 3.1, 3.2, 3.3

PC 50 min 2 Ja Digitale theorietoets besturen en automatiseren

1-2 35 t/m 3

1307 Praktijk installeren en monteren sanitair installatie

P/PIE/4.1 PO >100 min

3 Nee Praktijk SE

installeren en monteren sanitair installatie 1-2 35 t/m

3

1308 Theorie installeren en monteren sanitair installatie

P/PIE/4.1 PC 50 min 2 Ja Digitale theorietoets installeren en monteren sanitair installatie

1-2 4 t/m

1309 Praktijk installeren en monteren elektrotechnische installatie

P/PIE/1.1, 1.3, 1.4, 4.2

PO >100 min

3 Nee Praktijk SE

installeren en monteren

(33)

Peri-

ode Week Toets-

nummer Stofaanduiding Examen-

eenheid Toets-

vorm Toets-

duur We-

ging Her-

kansing Opmerkingen Resul- taat 2-3 4 t/m

12

1310 Theorie installeren en monteren elektrotechnische installatie

P/PIE/1.1, 1.3, 1.4, 4.2

PC 50 min 2 Ja Digitale theorietoets installeren en monteren elektrotechnische installatie

2-3 4 t/m 12

1311 Praktijk bewerken en verbinden P/PIE/1.1, 1.2, 2.1, 2.2

PO >100 min

3 Nee Praktijk SE

bewerken en verbinden 2-3 4 t/m

12

1312 Theorie bewerken en verbinden P/PIE/1.1, 1.2, 2.1, 2.2

PC 50 min 2 Ja Digitale theorietoets bewerken en verbinden 1-3 1313 Beroepsoriënterende stage. Deze stage

maakt deel uit van LOB activiteit

PS >100 min

4 Nee

1-3 35 t/m 16

1314 LOB, opdrachten en activiteiten ten behoeve van loopbaanoriëntatie

PS >100

min

vink Nee Moet voldoende worden afgesloten

Toevoeging:

(34)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien mogelijk mag een toets voor deze kandidaat samengesteld zijn uit opgaven van beide niveaus zodat er voor de toets 2 cijfers gegeven kunnen worden. Dit is geen omrekening,

Voor schriftelijke en mondelinge toetsen en praktische opdrachten wordt een cijfer gegeven op een schaal van 1,0 t/m 10,0 op één decimaal nauwkeurig.. De handelingsdelen moeten

Het eindexamen bestaat voor ieder vak uit een schoolexamen (SE) en voor de meeste vakken ook uit een centraal examen (CE).. Het eindexamen bestaat uit een aantal verplichte vakken

ondertekening van een contract waarin afgesproken wordt hoe het opstroomtraject voor dat vak vorm gegeven zal worden. De nog volgende toetsen worden per direct op het hogere

ondertekening van een contract waarin afgesproken wordt hoe het opstroomtraject voor dat vak vorm gegeven zal worden. De nog volgende toetsen worden per direct op het hogere

ondertekening van een contract waarin afgesproken wordt hoe het opstroomtraject voor dat vak vorm gegeven zal worden. De nog volgende toetsen worden per direct op het hogere

ondertekening van een contract waarin afgesproken wordt hoe het opstroomtraject voor dat vak vorm gegeven zal worden. De nog volgende toetsen worden per direct op het hogere

Indien een kandidaat door ziekte of een andere dwingende reden, niet veroorzaakt door onnauwkeurigheid, onachtzaamheid of nalatigheid van de kandidaat of zijn wettelijke