• No results found

toegestane eindproductie. Daarom adviseer ik om de bovengrens van de totale eindproducties per veld in het besluit vast te leggen.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "toegestane eindproductie. Daarom adviseer ik om de bovengrens van de totale eindproducties per veld in het besluit vast te leggen."

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

i

r:?:.

Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

O"

o;

03

<D?

>RetouradresPostbus240372490AADenHaag

De Ministervan Economische Zaken en Klimaat Ministerie van Economische Zaken en Klimaat Directie Energieen Omgeving

t.a.v.

peremail:

Datum 2juli 2018

Betreft Advies wijziging instemmingsbesluit UMOG

Excellentie,

Op 2 mei 2018 heeftu mij verzochtadviesuitte brengen overeen verzoektot wijziging van het instemmingsbesluitUMOGvoorde voorkomensOpende-Oost, Surhuisterveen en Ureterp. Ditverzoekis op 12 april 2018 ingediend doorde Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (NAM).

De NAM verzoekt om de verwachte einddatum van degasproductie teverlengen toten met2028 voorde gasveldenOpende-Oost, Surhuisterveenen Ureterp.

Volgens hethuidig geldendewinningsplan zou de productie in2018 worden beëindigd.

SodM concludeertop basisvan drie adviesvragen dat de nieuwe productie- voorspellingenvoor hetgasveld Surhuisterveen hoger uitvaltdan demaximaal toegestaneeindproductie. Daarom adviseer ikomde bovengrensvan de totale eindproducties perveld in het besluitvastte leggen.

Hierondervindtu de adviesvragen,een toelichting op hetadviesaan de hand van de vragen, en een conclusie.

Adviesopdracht aan SodM

U vraagt inhet adviesverzoekspecifiekaandachtvoordevolgendedrie vragen:

1.Klopthetdatdetotale productieuit devoorkomens binnen de onzekerheidsband van de productievoorspellingen van hetvigerende winningsplan blijft?

2. Klopt hetdatde laatstgemeten bodemdaling valtbinnen onzekerheidsmarges van de voorspelling in hetvigerend winningsplan?

3. Klopt hetdatdevoorkomens horentotde laagste risicocategorie in de Seismische risicoanalyse (SRAcat. 1)?

Toelichting op het advies

SodM onderbouwt haaradvies met behulp van onafhankelijke expertise. SodM heeftTNO-AGE gevraagd om de prognosesvan de bodemdaling tecontroleren en deonderbouwing van de seismische risicoanalysete beoordelen.

StaatstoezichtopdeMijnen Bezoekadres

HenriFaasdreef312 2492JPDenHaag Postadres Postbus24037 2490AADenHaag T 0703798400(algemeen) F 0703798455(algemeen) sodm@minez.nl

www.sodm.nl

Onskenmerk 18119930 Uwkenmerk 180502 Bijlage(n) 1

(2)

I

I

I l\w'

Ç'

r.Ti.

StaatstoezichtopdeMijnen

Onskenmerk 18119930

Als bijlagevan ditadviesvindt u het betreffendeTNOadvies.

Ik merkop datde productie uit hetgasveld Marum geenonderdeel isvan dit wijzigingsverzoekterwijl hetwel onderdeelwas van het laatstewinningsplan waarmee in 2013 is ingestemd. Hetgasveld Marum had als enigeeen verwachte einddatum van degasproductie in 2028. Daarentegen zou volgens hetlaatste winningsplan de gasproductievoorde drie gasvelden Opende-Oost,

Surhulsterveen en Ureterpeind 2018 aflopen. Ditwijzigingsverzoek vraagt verlenging aan voorgasproductievan deze driegasvelden toteind 2028.

Ikzal nu dedrie vragen beantwoorden opde onderdelen productieprognose, bodemdalingsprognose en deseismische risicoanalyse.

1. Productieprognose

Adviesvraag: Klopthetdatdetotaleproductieuitdegasveldenbinnen de

onzekerheidsbandvan deproductievoorspellingen vanhet vigerendewinningsplan blijft?

De NAMgeeft in dezeaanvraag een nieuwevoorspelling van detotale eindproductie volumes. De NAM vergelijktde nieuwevoorspelling met de verwachte eindproductie uithet huidige (vigerende)winningsplan.

SodM heeftde stelling gecontroleerd ofde nieuwe verwachting (2018) van de totaleeindproducties blijftbinnen de bandbreedtezoals beschreven in het winningsplan van 2012. Op grondvan hetvigerende winningsplan geldtvoorde maximaaltoegestaneeindproductie (bovengrens) meteen 20% onzekerheid over de verwachte productievolumesvanaf2012. Deze bandbreedte wordt niet

gerekend overde geproduceerdevolumestot2012 omdatgerealiseerde productiesgeen onzekerheid hebben.

Productie volumes (mln. Nm^)

Productie t/m 2011

NAMwinningsplan 2012

verwachting (midcase) Maximaal toegestane eindproductie

NAM2018 aanvraag Vanaf2012 Totale

productie

Totalemax.

productie

Opende-Oost 2359 692 3051 3236 3146

Surhulsterveen 144 145 289 318 329

Ureterp 6609 248 6857 6907 6825

(3)

'.c>

I

■'.■-..I

I l'w'

<--

r;jc.

StaatstoezichtopdeMijnen

Onskenmerk 18119930

SodM concludeertdatde nieuweverwachtingen van totale producties voorde gasvelden Opende-Oosten Ureterp blijven binnende onzekerheidsband van 20%.

Echter, de totaleeindproductievaltvoor hetgasveld Surhuisterveen 11 mln.

Nm^ hogeruitdande maximaal toegestaneeindproductie op basisvan de20%

onzekerheid overdeverwachte productievolumesvanaf 2012.

SodM steltvast datde voorgenomen winning uitSurhuisterveen uit hetverzoek van de NAM demaximaal toegestane productie overschrijdt.

SodM adviseertom de bovengrensvan de maximaal toegestaneeindproductie perveld in het besluitvastte leggen.________________________________________

Bodemdalingsprognose

Adviesvraag: Klopthetdatde laatstgemetenbodemdaling valtbinnen onzekerheidsmarges van devoorspelling in hetvigerend winningsplan?

De NAM lichttoe datdeverwachte bodemdaling gelijkblijftaan de prognose in het laatste winningsplan uit2013. De laatst gemeten bodemdaling in 2013 bedraagt maximaal 7,5 cm in hetdiepste punt van de bodemdalingskom. Deze gemeten bodemdaling valtbinnen deverwachte bodemdaling van het

bodemdalingsmodel enbinnen de daarop gebaseerdevergunde ruimte.

Volgens hetzelfde bodemdalingsmodel bedraagt de nogteverwachten bodemdaling vanaf2018 volgensde NAM minderdan 2 cm.

TNO-AGE heeftde bodemdaling opnieuw berekend op basisvan de indeze aanvraag opgegeven maximaleproductievolumes. TNO-AGE concludeert dat bij deze productie debodemdaling boven de drie gasvelden blijven binnen de voorspelling uit het huidige (vigerende) winningsplan.

SodM neemtde conclusie van hetadviesvan TNO-AGE over. SodM is daaromvan mening datde laatstgemeten bodemdaling valt binnende onzekerheidsmarges van de voorspelling in het laatste winningsplanuit 2013.

SodM zietop ditpuntgeen aanleiding om aanvullendevoorwaardente adviseren.

2. Seismische risicoanalyse

Adviesvraag: Klopthetdatde voorkomenshoren totdelaagsterisicocategoriein deSeismischerisicoanalyse(SRA cat. 1)?

Doorgasproductiekandedrukinhetreservoirgesteentedalen. Op basisvan de risicoanalyse wordtdekansingeschatdatspanningzich opbouwtopbreuken inen langshetreservoir. Dezespanningenzoudenkunnen leidentotplotselinge

verplaatsingen langsbreuken indevorm van bevingenen totschade.

(4)

'.C'

i

-•-.i

i:w'

r::K‘

StaatstoezichtopdeMijnen

Onskenmerk 1811993Q

De NAM heeftdeseismische risicoanaiyse (SRA) uitgevoerd conform de leidraad

"Methodiek voorrisicoanalyseomtrentgeïnduceerde bevingen rond gaswinning"^

De NAM heeftde scores bepaaldvoorondergrondse en bovengrondse

invloedfactoren. In de risicomatrixworden de scores van deondergrondseen bovengrondse invloedfactoren gecombineerd en gewogen. Descore van de ondergrondse invloedfactoren houdtonderandere rekening metde kansop een beving, demagnitudes van de 'realistischsterkste beving' (Mmax)en gevoeiigheid van de bodemvooropslingering. De scorevan de bovengrondse invloedfactoren houdt onderandere rekening metde gevoeligheid van de bodem, metde bevolkingsdichtheid en industriëie inrichtingen binnen 5 km rond hetveid.

De NAM komtvoor alledriede gasvelden op eindscoresdie vallen binnende laagste risicocategorie, categorie 1 van dedrieseismische risico categorieën.

AdviesTNO-AGE

TNO-AGE heeftgecontroleerd dat de NAM deseismische risico analyse(SRA) conform deleidraad heeft uitgevoerd. TNO-AGE heeftdeverschillendestappen van de risicoanalyse nagerekend en constateertvoorwatbetreftdescores voorde bevolkingsdichtheid een verschil metde NAM. Voorde twee gasvelden Opende- Oosten Surhuisterveen komtTNO-AGE lageruitmetscoresvan 0 punten. Voor hetgasveld Ureterp komtTNO-AGE 1 punt hogeruitdan NAM.

De kleineverschillen inscores hebben echtergeen invloed opde risico classificatie. OokTNO-AGE komtvoorde drie gasvelden uitin delaagste risicocategorie 1.

Beoordeling SodM

SodM vindthetaannemelijk datdedrie gasvelden inde laagste risicocategorie vallen (categorie 1) op basisvan de analysevan de NAMen adviesvanTNO-AGE.

Voorgasvelden indeze risicocategorie is monitoring methet huidige KNMI- netwerkde passende beheersmaatregel.

Terverduidelijking is het goed om opte merkendat ook hetgasveld Ureterp in de laagste risico categorievaltondanksde twee bevingen in 1999 en 2003. De drie velden komen uit inde laagste categorieomdat op basisvan de analyse de verwachte impactvan een mogelijkaardbeving kleinzal zijn. Gedachtmoet worden aan een reële kans op een beving meteen magnitude kleinerdan 2.0, een beving dienetgevoeld kan worden. Daarentegen is de kans zeer klein opeen beving meteen magnitudevan de'realistisch sterkste beving' (Mmax).

SodM isvan meningdatde gasveldenOpende-Oost, Surhuisterveen en Ureterp inde laagste seismische risicocategorie (cat. 1) uitkomen. SodMzietop dit punt geen aanleiding om aanvullendevoorwaardente adviseren.

(5)

a:-

i

i

1;«.

StaatstoezichtopdeMijnen

Onskenmerk 18119930

Conclusie

Met debeantwoording van uw adviesvragen concludeerikdat de nieuwe productie-voorspellingen voorhetgasveld Surhuisterveen hogeruitvaltdan de maximaal toegestane eindproductie. Voorde gasveldenOpende-Oost en Ureterp kan ikmij vinden in de doorde NAM verzochteverlenging. Ik adviseeru om de bovengrensvan de totaleeindproducties perveld inhet besluitvastte leggen.

Ikvertrouwerop u hiermee voldoendete hebben geïnformeerd.

Metvriendelijke..groet,

DirectéurOndergronden Boren

(6)

innovation for life

Retouradres:Postbus80015,3508TAUtrecht

Staatstoezicht op de Mijnen T.a.v.

Postbus 24037 2490 AA DEN HAAG

Princetonlaan6 3584CB Utrecht Postbus80015 3508TA Utrecht www.tno.nl T +31888664256

'il'r

Onderwerp

Adviesverzoek wijziging instemming winningsplan UMOG

Geachte ,

Datum 12juni2018 Onzereferentie AGE18-10.050 Contactpersoon

E-mail

Doorkiesnummer

Naar aanleiding van uw adviesverzoek van 25 mei 2018 (per email) omtrent de wijziging instemming winningsplan UMOG van 28 maart 2018 door de

Nederlandse Aardolie Maatschappij N.V. (hierna: NAM), berichten wij u het volgende.

SodM heeft TNO-AGE gevraagd het winningsplan UMOG te beoordelen op de volgende onderdelen:

1. Klopt de modellering van de bodemdaling? Graag controle van de bodemdalingsinput parameters, -prognoses en onzekerheden.

2. Klopt het dat de voorkomens horen tot de laagste risicocategorie in de Seismische risicoanalyse (SRA cat. 1)?

OpopdrachtenaanTNOzijndeAlgemene VoorwaardenvooropdrachtenaanTNO.

zoalsgedeponeerdbijdeGriffievande RechtbankDenHaagendeKamervan KoophandelDenHaagvantoepassing.

Dezealgemenevoorwaardenkuntutevens vindenopwww.tno.nl.

Opverzoekzendenwijudezetoe.

Handelsregistemummer27376655.

Beschrijving winning

De wijziging betreft het aanpassen van de verwachte einddatum van de gasproducties uit het Opende-Oost -, Surhuisterveen - en Ureterp gasveld van 2018 naar 2028. Het gaat hierbij dus alleen om een verlenging van

productieperiode van bovengenoemde gasvelden waarbij de productievolumes binnen de grenzen van het vigerende winningsplan uit 2012 blijven.

1. Bodemdaling

Het vigerende winningsplan uit 2012 ging uit van een nog te verwachten

bodemdaling van minder dan 3 centimeter als gevolg van winning uit de “UMOG”

gasvelden zelf. Het vigerende winningsplan bevat ook een overzicht van cumulatieve bodemdaling, inclusief de bodemdaling door de gaswinning uit naburige gasvelden (Fig. C3). De totale (maximale) bodemdaling aan het einde van de winning (jaar 2050) zou op minder dan 10 centimeter uitkomen. TNO-AGE heeft deze opgave indertijd juist bevonden (besluit instemming gewijzigd

winningsplan UMOG, 9 augustus 2013).

(7)

TNO for innovation life mm

Alhoewel productievolumes binnen de grenzen blijven van het vigerende winningsplan rekent NAM in dit huidige winningsplan met (iets) lagere

reservoirdrukken na einde productie. TNO-AGE heeft daarom de bodemdaling berekend met de invoerparameters van het huidige winningsplan (2018), uitgaande van het hoogste productievolume en concludeert dat de

bodemdalingsvoorspelling binnen de opgave van het vigerende winningsplan uit 2012 blijven,

2. Seismische risico

NAM heeft conform de leidraad^ een seismische risicoanalyse (SRA) uitgevoerd voor het Opende-Oost, Surhuisterveen en Ureterp gasveld.

In het gebied van het Ureterp gasveld zijn twee aardbevingen waargenomen; een beving in 1999 met magnitude 1,0 en een beving in 2003 met magnitude 1,8. De kans op beven voor dit gasveld is daarmee automatisch 100%. Voor het Opende- Oost en Surhuisterveen gasveld is de bevingskans berekend op 19% en 42%

respectievelijk. Conform de leidraad heeft NAM de magnitude van de realistisch sterkste beving op basis van de breukgeometrie en energiebalans berekend.

TNO-AGE heeft de invoer parameters voor bovengenoemde stappen gecontroleerd en stemt in met de resultaten.

Omdat de maximale magnitude van een potentiële beving hoger is dan 2.5 moet conform de leidraad een risicomatrix worden opgesteld aan de hand van onder- en bovengrondse invloedfactoren. TNO-AGE heeft de inputparameters voor de invloedfactoren van de risicomatrix gecontroleerd en constateert, wat betreft de bevolkingsdichtheid, een verschil met NAM. Deze bovengrondse invloedfactor van de risicomatrix moet volgens de leidraad binnen een buffer van 5000 meter rond het voorkomen bepaald worden. Wanneer de 5000 meter buffer wordt beschouwd komt TNO-AGE uit op een score van 0 voor zowel het Opende- Oost en Surhuisterveen gasveld. Dit is respectievelijk 1 en 3 punten lager dan NAM. Voor het Ureterp komt TNO-AGE daarentegen uit op een score van 2 wat 1 punt hoger is dan NAM.

Onafhankelijk van de gekozen scores voor bevolkingsdichtheid komt de

uiteindelijke classificatie van het Opende-Oost, Surhuisterveen en Ureterp gasveld uit in (de laagste) seismische risicocategorie 1.

Bevindingen

TNO-AGE heeft het winningsplan beoordeeld op bodemdaling en seismisch risico, waarbij zij is uitgegaan van het hoogste productiescenario van NAM.

TNO-AGE heeft de bodemdaling berekend met de invoerparameters van het huidige winningsplan (2018), uitgaande van het hoogste productievolume en concludeert dat de bodemdalingsvoorspelling binnen de opgave van het vigerende winningsplan uit 2012 blijven.

Datum 12juni2018 Onzereferentie AGE18-10.050 Blad

2/3

^ SodM (2016), Methodiek voor risicoanalyse omtrent geïnduceerde bevingen door

gaswinning. Tijdelijke leidraad voor adressering mbb. 24.1.p, versie 1.2

(8)

r.C'

■':v,i

TNO for innovation life mm

'5'

fir-'

TNO-AGE classificeert, net als de NAM, het Opende-Oost, Surhuisterveen en Ureterp gasveld in risicocategorie 1.

Ik verwacht u hiermee van dienst te zijn geweest.

Met vriendelijke groet,

Datum 12juni2018 Onzereferentie AGE18-10.050 Blad

3/3

Hoofd Adviesgroep Economische Zaken en Klimaat

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarmee strekken die hande- lingen van de aannemer immers nog niet tot nako- ming van zijn tweede verbintenis tot (op)levering van het tot stand gebrachte werk: zij hebben enkel

Daarom blijf ik bij de kerk: De rust en de ruimte, de eenvoud en de diepte.. Nederlands

Secondly, this study shall contribute to our understanding of empirical evidence on agricultural supply responses and the role of international macro-economic linkages and

Het onderzoek van Filip Dewallens naar het statuut van de ziekenhuisarts kon niet op een beter moment komen. Het statuut bestaat nu bijna 30 jaar, maar grondig juridisch onderzoek

Daarbij koppelt de auteur de eigendomsexclusiviteit voor het eerst zeer expli- ciet aan de (actieve) elasticiteit van het eigendomsrecht. Hierdoor komen een aan- tal paradigma’s op

Zo behandelt Vincent Sagaert uitvoerig wat het lot is van de zakelijke en persoon- lijke gebruiks- en genotsrechten in geval van onteigening, meer bepaald of, en zo ja wanneer,

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Dit vraagt van hen een grote professionaliteit in het bewust en actief aandacht schenken aan het mogelijk maken van ontmoetingen tussen gezinnen (Geens et al., 2018). Al deze