• No results found

Besluit Zitting van 25 oktober 2021 FINANCIËN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Besluit Zitting van 25 oktober 2021 FINANCIËN"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gemeenteraad GOEDGEKEURD

Besluit Zitting van 25 oktober 2021

FINANCIËN

12 2021_GR_00446 Financiën - retributiereglement inzake de vergunning individueel bezoldigd personenvervoer, de bestuurderspas en de machtigingen voor standplaatstaxi's - wijziging - goedkeuring.

Samenstelling:

Aanwezig:

mevrouw Annick Lambrecht; de heer Dirk De fauw; de heer Mathijs Goderis; mevrouw Mercedes Van Volcem; de heer Franky Demon; de heer Philip Pierins; de heer Jasper Pillen; de heer Nico Blontrock; mevrouw Minou Esquenet; de heer Pieter Marechal; de heer Pablo Annys; mevrouw Hilde Decleer; de heer Yves Buysse; mevrouw Martine Matthys; de heer Paul Jonckheere; de heer Jean-Marie De Plancke; mevrouw Charlotte Storme; mevrouw Dolores David; de heer Jos

Demarest; de heer Pascal Ennaert; mevrouw Sandrine De Crom; mevrouw Mieke Hoste; mevrouw Martine Bruggeman; de heer Geert Van Tieghem; mevrouw Sandra Wintein; mevrouw An Braem;

mevrouw Heidi Hoppe; mevrouw Karin Robert; de heer Carlos Knockaert; mevrouw Nele Caus; de heer Raf Reuse; de heer Karel Scherpereel; mevrouw Doenja Van Belleghem; de heer Joannes Logghe; de heer Olivier Strubbe; de heer Janos Braem; mevrouw Benedikte Bruggeman; de heer Dirk Barbier; de heer Andries Neirynck; de heer Chris Marain; de heer Colin Beheydt

Afwezig:

de heer Wouter Bossuyt; de heer Pol Van Den Driessche; de heer Alexander De Vos; de heer Stefaan Sintobin; mevrouw Brigitte Balfoort; mevrouw Sandra De Schuyter; de heer Florian De Leersnyder

Stemming

Goedgekeurd bij publieke stemming door De Gemeenteraad met:

De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.

Beschrijving

Aanleiding en context

De stad Brugge vestigt een jaarlijkse retributie op de vergunninghouders van diensten betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer en de machtiging van de standplaatsen. Het huidig retributiereglement is geldig van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

De tarieven in het retributiereglement bedragen 250 euro of 350 euro voor de vergunninghouders van een dienst voor het individueel bezoldigd personenvervoer. Voor de inname van standplaatsen op de openbare weg zijn er eveneens twee tarieven voorzien, nl 250 euro en 350 euro. De

tarieven worden jaarlijks aangepast volgens het indexcijfer van de consumptieprijzen. Voor het aanslagjaar 2021 betekent dit dat de retributies 251,03 euro of 351,44 euro bedragen.

De coronacrisis heeft ook in 2021 een aanzienlijke impact gehad op de maatschappij en de lokale economie. De Brugse taxisector blijft lijden door een sterke terugval van het verblijfstoerisme, dag-

(2)

en vrijetijdstoerisme, zakenmensen, enz. Ondanks de geleidelijke versoepelingen die sinds mei door de overheid zijn doorgevoerd, blijft de taxisector ook lijden onder de beperkingen voor onder meer de culturele en sociale evenementen.

Op voorstel van de bevoegde schepen wordt het College gevraagd om ook in 2021 een

retributievermindering te voorzien voor de bovenvermelde vergunninghouders en machtigingen van standplaatsen. Cfr de genomen beleidsbeslissing m.b.t. het jaar 2020, stelt de schepen voor om de beide retributietarieven te halveren. Deze wijziging geldt dus enkel voor het aanslagjaar 2021. Een halvering van de tarieven acht de schepen opnieuw noodzakelijk om de Brugse taxisector maximaal te ondersteunen en de sector de nodige financiële ademruimte te bieden.

Aan de gemeenteraad dient bijgevolg een wijziging van retributiereglement ter goedkeuring voorgelegd worden.

Het College gelieve de wijziging van het retributiereglement goed te keuren en voor te leggen aan de gemeenteraad.

Motivering

De coronacrisis en de diverse ministeriële besluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken, hadden vrijwel een directe impact op de economische en financiële situatie voor bedrijven en ondernemers. In het bijzonder blijft de

taxisector getroffen gezien deze rechtstreeks afhankelijk zijn van het verblijfstoerisme, vrije tijd en het zakentoerisme.

Het College is bijgevolg van oordeel dat de fiscale steunmaatregelen slagkrachtig en voldoende sterk moeten zijn om het economisch herstel van de stad te ondersteunen en te bevorderen waar mogelijk. De halvering van de retributies voor de taxisector is wenselijk en noodzakelijk teneinde extra financiële ademruimte aan de taxisector te bieden.

Bijgevolg dient artikel 5§3 en artikel 7§3 van het retributiereglement gewijzigd te worden zodat verwezen wordt naar de halvering van de tarieven voor het juiste aanslagjaar.

Bijkomend, in artikel 8 van het retributiereglement dient het woord "jaarlijkse" geschrapt te worden uit de vermelde bepaling. De retributie voor een bestuurderspas is decretaal bepaald voor de duur van 5 jaar. Het betreft hier een anomalie die ten onrechte foutief in het retributiereglement werd opgenomen, maar die in de praktijk geen gevolgen had voor de aanvragen van

bestuurderspassen. De verschuldigde retributie van 20 euro wordt eenmalig gevestigd per aanvraag met een geldigheidsduur van 5 jaar.

Rechtsgrond(en)

Artikel 173 van de Grondwet;

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40,§3 en 41, 14°, inzake de

bevoegdheid van de gemeenteraad om retributiereglementen vast te stellen en goed te keuren;

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 286, 287 en 288, inzake de bekendmaking en de inwerkingtreding van het retributiereglement;

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 330, inzake het bestuurlijk toezicht op de besluiten van de gemeenteraad betreffende de retributiereglementen;

Het decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer;

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2019 betreffende de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer;

Het Ministerieel Besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19;

De diverse Ministeriële Besluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

De diverse Ministeriële Besluiten houdende wijziging van de Ministeriële Besluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Het decreet van 17 juli 2020 over de tijdelijke noodmaatregelen voor het individueel bezoldigd personenvervoer naar aanleiding van de coronacrisis;

Het retributiereglement inzake de vergunning individueel bezoldigd personenvervoer, de

bestuurderspas en de machtigingen voor standplaatstaxi's, geldig van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

Dossiernaam

Retributies - Vergunningen IBP en standplaatsen - 2021 - aanpassing tarief.

(3)

Financiële en beleidsinformatie

Geen visum noodzakelijk Motivering

Financieel Beleidsadvies:

De ontvangsten voor de vergunningen van het individueel bezoldigd personenvervoer en de machtiging standplaats taxi's, voor beide, verminderen met een bedrag van 4.518 euro voor het aanslagjaar 2021.

Financiële informatie

 Dienstjaar: 2021

 Beleidsitem: BI050001

 Actie: SANP00191

 Rekening: 70118100

 Bestelaanvraag:

 Bedrag inclusief btw: - 4.518 euro

 Omschrijving: Vermindering vergunningen ind. bezoldigd pers.vervoer

 Dienstjaar: 2021

 Beleidsitem: BI050001

 Actie: SANP00191

 Rekening: 70118100

 Bestelaanvraag:

 Bedrag inclusief btw: - 4.518 euro

 Omschrijving: Vermindering machtiging standplaatstaxi's

Armoedetoets

Armoedetoets van toepassing

Nee, betreft individuele personen, bedrijven, ...

Besluit

Artikel 1

In artikel 5, §3 van het retributiereglement inzake de vergunning individueel bezoldigd personenvervoer, de bestuurderspas en de machtigingen voor standplaatstaxi's, wordt de verwijzing van het aanslagjaar "2020" gewijzigd naar "2021".

Artikel 2

In artikel 7, §3 van het retributiereglement inzake de vergunning individueel bezoldigd personenvervoer, de bestuurderspas en de machtigingen voor standplaatstaxi's, wordt de verwijzing van het aanslagjaar "2020" gewijzigd naar "2021".

Artikel 3

In artikel 8 van het retributiereglement inzake de vergunning individueel bezoldigd personenvervoer, de bestuurderspas en de machtigingen voor standplaatstaxi's, wordt de verwijzing naar "jaarlijkse" geschrapt.

Artikel 4

Het voorstel van wijziging van het retributiereglement wordt ter vaststelling en goedkeuring aan de Gemeenteraad voorgelegd.

Bijlagen

1. Retributiereglement ind bez personenvervoer - GR okt 2021.docx Aldus beslist in bovenvermelde zitting,

Namens de Gemeenteraad

(4)

Colin Beheydt Annick Lambrecht Algemeen directeur Stad en OCMW Brugge Voorzitter gemeenteraad

(5)

Retributiereglement inzake de vergunning individueel bezoldigd personenvervoer, de bestuurderspas en de machtigingen voor standplaatstaxi’s.

vastgesteld door de gemeenteraad op 17 december 2019, gewijzigd 26 oktober 2020 (toevoeging artikel 5 §3 en artikel 7 §3), gewijzigd 25 oktober 2021 (wijziging artikel 5 §3, artikel 7 §3 en artikel 8).

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. - Situering en toepassingsgebied

§1. Het decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer én het besluit van de Vlaamse Regering van 08 november 2019 betreffende de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer zijn van toepassing.

§2. Het nieuwe taxireglement stelt specifieke stedelijke voorschriften vast voor de machtigingen voor standplaatstaxi’s op het grondgebied van de stad Brugge.

Artikel 2. – Definities

Voor de toepassing van dit retributiereglement wordt verstaan onder:

1. Diensten voor de exploitatie van het individueel bezoldigd personenvervoer: de diensten voor bezoldigd personenvervoer met voertuigen met een bestuurder die aan al de eisen, gesteld in het decreet, uitvoeringsbesluit en het stedelijk reglement op de standplaatstaxi’s, voldoen.

De volgende categorieën vallen hieronder:

- straattaxi;

- standplaatstaxi;

- ceremonie vervoer;

- openbaar vervoer taxi;

2. Bestuurderspas: de pas uitgereikt overeenkomstig artikel 17 en 18 van het decreet.

Artikel 3. - Heffingstermijn

De stad Brugge heft voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een jaarlijkse retributie op de exploitatie van de diensten betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer en op de aflevering van bestuurderspassen.

STRAATTAXI, CEREMONIE VERVOER, OV TAXI

Artikel 4. – Retributieplichtige

(6)

§1. De exploitanten die vergunningen door het stadsbestuur uitgereikt krijgen voor de exploitatie van een dienst voor het individueel bezoldigd personenvervoer, zijn een retributie per vermeld voertuig in de vergunning verschuldigd.

§2. De retributie is jaarlijks en ondeelbaar verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de houder is van de vergunning, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning wordt afgegeven.

§3. De vergunninghouder is de eerste jaarlijkse retributie verschuldigd op het ogenblik van de afgifte van de vergunning en nadien telkens op 1 januari van het kalenderjaar.

§4. De vermindering van het aantal voertuigen of de opschorting van de exploitatie met een of meer voertuigen tijdens het jaar geeft geen aanleiding tot een retributieteruggave. Dit geldt eveneens voor de schorsing of de intrekking van een vergunning of het buiten werking stellen van een of meer voertuigen voor welke reden dan ook.

Artikel 5. Tarief en belastbare grondslag

§1. De vergunninghouders van een dienst voor het individueel bezoldigd personenvervoer met een exploitatiezetel op het grondgebied van de stad Brugge betalen een jaarlijkse retributie dat het volgende bedrag bedraagt:

°1: tot 1 januari 2030: 250 euro voor zero-emissievoertuigen, per in de akte van de vergunning vermeld voertuig.

°2: tot 1 januari 2025: 250 euro voor voertuigen

- met vijf zitplaatsen en met een ecoscore van minstens 74,

- met meer dan vijf zitplaatsen en met een ecoscore van minstens 71,

- met meer dan vijf zitplaatsen die voldoen aan de definitie van een minibus (vermeld in artikel 1

§2, 48, van het Koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens en hun veiligheidstoebehoren) en met een ecoscore van minstens 61,

per in de akte van de vergunning vermeld voertuig.

°3: 350 euro voor alle andere voertuigen, per in de akte van de vergunning vermeld voertuig.

§2. De bedragen , vermeld in artikel 5§1, worden jaarlijks aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar

voorafgaand aan het retributiejaar te delen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van het hierboven vermeld decreet.

§3. De bedragen vermeld in artikel 5§1 worden voor het jaar 2021 verminderd met 6/12den.

STANDPLAATSTAXI

Artikel 6. – Retributieplichtige

§ 1. De exploitanten die machtigingen voor de taxistandplaatsen op de openbare weg door het stadsbestuur uitgereikt krijgen, zijn een retributie per vermeld voertuig in de machtiging verschuldigd.

(7)

§ 2. De retributie is jaarlijks en ondeelbaar verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de houder is van de machtiging, onafhankelijk van het moment waarop de machtiging wordt afgegeven.

§3. De houder van een machtiging is de eerste jaarlijkse retributie verschuldigd op het ogenblik van de afgifte van de machtiging en nadien telkens op 1 januari van het kalenderjaar.

§4. De vermindering van het aantal voertuigen of de opschorting van de exploitatie met een of meer voertuigen tijdens het kalenderjaar geeft geen aanleiding tot een retributieteruggave. Dit geldt eveneens voor de schorsing of de intrekking van een vergunning individueel bezoldigd personenvervoer of van een machtiging of het buiten werking stellen van een of meer voertuigen om welke reden dan ook.

Artikel 7. Tarief en belastbare grondslag

§ 1. De houders van de machtiging van de taxistandplaatsen op de openbare weg, zijn een jaarlijkse retributie verschuldigd dat het volgende bedrag bedraagt:

°1: tot 1 januari 2030: 250 euro voor zero-emissievoertuigen, per in de akte van de machtiging vermeld voertuig.

°2: tot 1 januari 2025: 250 euro voor voertuigen

- met vijf zitplaatsen en met een ecoscore van minstens 74,

- met meer dan vijf zitplaatsen en met een ecoscore van minstens 71,

- met meer dan vijf zitplaatsen die voldoen aan de definitie van een minibus (vermeld in artikel 1

§2, 48, van het Koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens en hun veiligheidstoebehoren) en met een ecoscore van minstens 61,

per in de akte van de machtiging vermeld voertuig.

°3: 350 euro voor alle andere voertuigen, per in de akte van de machtiging vermeld voertuig.

§2. Het bedrag , vermeld in artikel 7§1, wordt jaarlijks aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het retributiejaar te delen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van het hierboven vermeld decreet.

§3. De bedragen vermeld in artikel 7§1 worden voor het jaar 2021 verminderd met 6/12den.

BESTUURDERSPAS

Artikel 8. – Retributieplichtige

De aanvrager van een bestuurderspas is een retributie verschuldigd conform de bepalingen van het decreet of uitvoeringsbesluit.

Artikel 9. Tarief en belastbare grondslag

§1. Het basisbedrag van deze retributie is vastgesteld op 20 euro per uitgereikte bestuurderspas.

§2. Deze retributie wordt op 1 januari van elk jaar aangepast volgens de schommelingen van het

(8)

wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar te delen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van het hierboven vermeld besluit.

INVORDERING, KLACHTEN EN BETWISTINGEN

Artikel 10. – Invordering

§1. De vergunninghouder, de houder van een machtiging en de bestuurder betaalt via een

betalingsuitnodiging de verschuldigde retributie onmiddellijk op het ogenblik van de afgifte van de vergunning, machtiging en/of bestuurderspas.

§2. Nadien betaalt de vergunninghouder en de houder van een machtiging telkens op 1 januari van het kalenderjaar voor de vergunningen en/of machtiging binnen de 30 dagen na het ontvangen van de betalingsuitnodiging.

§3. Bij niet betaling binnen de 30 dagen wordt een herinnering verstuurd met het verzoek te betalen binnen de 14 dagen na datum van de herinnering.

§4. Bij niet-betaling binnen de 14 dagen na het versturen van de herinnering wordt een laatste waarschuwing aangetekend verstuurd met het verzoek te betalen binnen de 8 dagen na datum van opmaak van deze laatste waarschuwing. De kosten voor de aangetekende zending en een

administratiekost van 10 euro per dossier vallen ten laste van de retributieplichtige.

§5. Bij niet betaling van de laatste waarschuwing wordt het verschuldigd retributiebedrag voor invordering aan de gerechtsdeurwaarder overgemaakt. De kosten hiervoor vallen integraal ten laste van de retributieplichtige.

§6. Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur is toepasselijk op de invordering van retributies.

Met het oog op de invordering van niet-betwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen kan de financieel beheerder een dwangbevel uitvaardigen. Het College van Burgemeester en Schepenen viseert het dwangbevel en verklaart het uitvoerbaar. Het dwangbevel wordt betekend bij

gerechtsdeurwaardersexploot.

Artikel 11. – Klachten en betwistingen

§1. Klachten of betwistingen moeten binnen een termijn van 60 dagen volgend op de datum van de betalingsuitnodiging schriftelijk aan het College van Burgemeester en Schepenen, Burg 12 te 8000 Brugge, gericht worden.

§2. Indien het College van Burgemeester en Schepenen de klacht of betwisting ongegrond acht, is de retributie verschuldigd en wordt de retributie ingevorderd conform de bepalingen van artikel 10 van onderhavig retributiereglement. De gewone burgerlijke rechtbanken zijn bevoegd.

§3. Indien de klacht of betwisting gegrond is, beslist het College van Burgemeester en Schepenen dat de retributie niet verschuldigd is.

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 12. - Overgangsbepalingen

De jaarlijkse retributie is niet verschuldigd wanneer een vergunning voor een taxidienst werkt afgegeven conform het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het

personenvervoer over de weg.

Artikel 13.

(9)

De toezichthoudende overheid wordt van de bekendmaking van dit besluit op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.

Artikel 14.

Dit retributiereglement treedt in werking op 1 januari 2020.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze gratis vergunning geeft recht tot doorgang binnen het woonerf. Met deze vergunning kan niet geparkeerd worden. Deze vergunning wordt afgeleverd indien er wordt aangetoond

mevrouw Marleen Van Hauteghem, gemeenteraadslid; mevrouw Mariette Voogd, gemeenteraadslid; de heer Danny Van Hove, gemeenteraadslid; de heer Ronny Hiel, gemeenteraadslid; mevrouw

We merken dat banken niet zo happig meer zijn om leningen op 30 jaar aan te bieden, daarom kijken we in de praktijk voor onze grote projecten naar leningen op 25 jaar.

De contantbelasting vermeld, is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de ondergrondse containers opgesteld met het oog op inzameling bij diens woning van gft. De

Invoeren mondmaskerplicht in taxi’s en ander individueel bezoldigd personenvervoer Het federale niveau legt via het Koninklijk Besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige

• In artikel 4, §2 van de Pandemiewet en artikel 25 van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde

Deze belasting is niet alleen verschuldigd door degene die opdracht gaf voor de druk of de productie van het reclamedrukwerk of gelijkgestelde producten maar ook door

• Beleidsdoelstelling: BD000007 Stad Genk versterkt zijn stedelijke aantrekkingskracht, met speciale aandacht voor het stadscentrum. • Actieplan AP000024: Het