Besluit
Kenmerk: 800331/802434
Betreft: Televisie-urenbesluit 2020
Besluit van het Commissariaat voor de Media inzake toewijzing aantal televisie-uren op de algemene programmakanalen van de landelijke publieke mediadienst als bedoeld in de artikelen 6.1, eerste lid, en 6.5, eerste lid, van de Mediawet 2008, alsmede een aantal extra televisie-uren als bedoeld in artikel 6.7, tweede lid, van de Mediawet 2008.
___________________________________________________________________________
A.
Gevolgde procedure
1. Met brief van 19 juni 2019, kenmerk 4073760, heeft de minister van Algemene Zaken verzocht om het aantal radio- en televisie-uren voor overheidsvoorlichting in het jaar 2020 voort te zetten.
2. Met brief van 17 oktober 2019, kenmerk 726480/730126, heeft het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (hierna: de minister) geadviseerd voor het jaar 2020 de totale hoeveelheid uren vast te stellen die op de algemene programmakanalen van de landelijke publieke mediadienst beschikbaar zijn voor politieke partijen en de overheid.
3. Met brief van 9 december 2019, kenmerk 17831884, heeft de minister deze totale hoeveelheid uren, op grond van artikel 6.7, eerste lid van de Mediawet 2008, vastgesteld.
B.
Relevante bepalingen
4. Artikel 6.1, eerste lid, van de Mediawet 2008
Het Commissariaat wijst jaarlijks een aantal uren op de algemene programmakanalen van de landelijke publieke mediadienst toe aan politieke partijen die bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Tweede of Eerste Kamer der Staten-Generaal een of meer zetels hebben verworven.
Artikel 6.5, eerste lid, van de Mediawet 2008
Het Commissariaat wijst jaarlijks op aanvraag van Onze Minister-President, Minister van
Algemene Zaken, een aantal uren op de algemene programmakanalen van de landelijke publieke mediadienst toe ten behoeve van overheidsvoorlichting.
Artikel 6.7, tweede lid, van de Mediawet 2008
Het Commissariaat kan in bijzondere gevallen of voor bijzondere doelen meer uren vaststellen.
C.
Overwegingen Commissariaat
5. Het Commissariaat overweegt het verzoek van de minister van Algemene Zaken te honoreren om het aantal radio- en televisie-uren voor overheidsvoorlichting in het jaar 2020 te continueren.
6. Het Commissariaat heeft kennisgenomen van de vaststelling door de minister van de totale hoeveelheid televisie-uren voor 2020 op de algemene programmakanalen van de landelijke publieke mediadienst voor politieke partijen op 9 uur en 45 minuten en voor de overheid ten behoeve van overheidsvoorlichting op 30 uur.
7. Het Commissariaat overweegt deze televisie-uren voor het jaar 2020 toe te wijzen aan respectievelijk de politieke partijen die bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal een of meer zetels hebben verworven en aan de minister van Algemene Zaken ten behoeve van overheidsvoorlichting.
8. Het Commissariaat overweegt voor het jaar 2020 de politieke partijen boven de in randnummer 7 bedoelde zendtijd in totaal 11 uur en 42 minuten extra zendtijd toe te wijzen ten behoeve van dagtelevisie.
9. Het Commissariaat overweegt dat de politieke partijen voor de toegewezen uren in aanmerking komen tot de dag waarop de Kiesraad de uitslag van de eerstvolgende verkiezing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, als voorgeschreven in artikel P 23, eerste lid, van de Kieswet, zal hebben bekendgemaakt. De toewijzing van verkiezingszendtijd schort de met dit besluit aan de politieke partijen toegewezen uren op. Daarbij zal de Praktijkhandreiking toekennen zendtijd politieke partijen worden gevolgd. Tijdens het zomerreces vinden geen uitzendingen van politieke partijen plaats.
D.
Openbaarmaking
10. Het Commissariaat zal de volledige tekst van het besluit, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar maken door publicatie op zijn website. De publicatie vindt plaats veertien dagen nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.1 Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.
E.
Besluit
11. Op grond van het voorgaande besluit het Commissariaat als volgt:
I. het Commissariaat besluit voor het jaar 2020 de hoeveelheid televisie-uren bedoeld in de artikelen 6.1, eerste lid, en 6.5, eerste lid, van de Mediawet 2008, als volgt toe te wijzen:
a. aan de politieke partijen, op grond van artikel 6.1, eerste lid, van de Mediawet 2008, 9 uur en 45 minuten;
b. aan de minister van Algemene Zaken, op grond van artikel 6.5, eerste lid, van de Mediawet 2008, 30 uur.
1 dat wil zeggen door toezending aan de belanghebbende.
II. het Commissariaat besluit voor het jaar 2020, op grond van artikel 6.7, tweede lid, van de Mediawet 2008, boven het totaal aantal beschikbare uren voor televisie zoals hierboven bedoeld onder I., onder a. en b., in totaal 11 uur en 42 minuten toe te wijzen aan de politieke partijen.
III. het Commissariaat maakt de volledige tekst van dit besluit, veertien dagen na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar door publicatie op zijn website.
Hilversum, 17 december 2019
Namens,
COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
drs. Renate Litjens Jan Buné CBM
voorzitter commissaris
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.