100% _ P P = U1 P =n 

96V1 Opgave 1 Snijden met licht

4

p 1  Het aantal fotonen per seconde is de hoeveelheid lichtenergie in 1 seconde gedeeld door de energie van één foton:

U P 1

= n

f licht

. Hierin is:

 P_licht=25 W

 =2,798 10 ^J

710 10 2,998 10 6,626 10

c = h

= ³⁴ ₉^{8 19}

f 



 



 U

Dus: =8,935 10 =8,9 10

2,798 10

= 25

n ₁₉  ¹⁹  ¹⁹

 .

3:

p 2  _100%

Pel licht

= P

 . Hierin is Plicht=25 W

 Pel=VelIel=38013=4,94010³ W

Dus: 100%=5,061 10 ^100%=0,51%

4,940 10

= 25 ₃  ³

  .

4

p 3   De dikte van de plaat. Hoe dikker de plaat hoe kleiner de snelheid.

 Het soort metaal waarvan de plaat gemaakt is.

Hoe groter de soortelijke warmte, hoe kleiner de snelheid.

 Het soort metaal waarvan de plaat gemaakt is.

Hoe hoger het smeltpunt ligt, hoe kleiner de snelheid is.

 Het soort metaal waarvan de plaat gemaakt is.

Hoe groter het geleidingsvermogen hoe kleiner de snelheid.

96V1 Opgave 2 Thomson

3

p 4  Er geldt: V=Ex. Hierin is: E=2,5₁₀⁴_Vm¹



 1,2 x = cm = 1,2  10

m

Dus: V=2,510⁴1,210²=3,010²V. 4.

p 5  De elektrische kracht is naar boven. Dus de lorentzkracht moet naar beneden zijn. Een negatieve lading naar rechts vertegenwoordigt een stroom naar linksEen vuist- regel geeft dan aan dat het magneetveld het papier in gericht is.

4

p 6  De twee krachten heffen elkaar op: F_el=F_;dus:

v

= E B Bqv

=

qE  . Hierin

is:

 E=2,5₁₀⁴ _Vm¹

 v=2,6₁₀⁷ _ms¹

Dus: =9,6 10 ^T

2,6 10 2,5 10

=

B ₇⁴  ⁴



 .

5:

p 7  De verblijftijd in de condensator is =1,154 10 ^s 2,6 10

3,0 10 v=

= l

t ₇²  ⁹



 

96V1 Opgave 3 Snelheidsmeting

3

p 8  Uit s=vt volgt dat t

= s

v . Hierin is: ^{s=15,0+1026,4=279,0m}

 ^{t=9,5 s}

Dus: =2,937 10 =29ms¹ 9,5

279,0

=

v  ⁺¹ .

4

p 9 

v v f v

=

tr g

g naderen tr

f en

+v v f v

=

tr g

g n tr

verwijdere

f Voor de verhouding

fverwijderen naderen

f geldt

enerzijds: ^=1,198

1,06 10 1,27 10

f = ³

3

n verwijdere

naderen



 f

en anderzijds:

-v v

+v

= v

f g tr

tr g

n verwijdere

naderen

f .

Dus:

30,9ms v =

+v 343

=

) tr tr ¹

tr 

v

1,198(343 .

4

p 10  I =I(0) 10

I logI 10

= 120

= ₁ ¹²

0 1 1

P  

L Op een zelfde wijze: I2=I(0)₁₀⁸ Dus: =10

I

4 + 2

I1

r

= r I 1²

22 2

I1 _

m 200 10 =

=r1 ²

2 

r

(vt) ) = (vt r +

= ₁^{2 2 2}

22

r

30ms 10 = 2,985 6,7 =

= 200 t

1

2  1

= r

v .

2

p 11 De gemeten tijd is te lang, want het geluid heeft enige tijd nodig om de

waarnemers te bereiken. De snelheid is dus berekend met een te lange tijd en is dus te klein.96V1 Opgave 4 Overheadprojector

3

p 12 

3

p 13 methode 1: Voor de hoek α waarover de straal omhoog moet, geldt:

42 0,42

groter; dan moet de voorwerpsafstand kleiner worden zoals met de lenzenformule is in te zien.De kop van de overheadprojector moet dus omlaag geschoven worden.

4

p 15 sheet: PQ=0,510^2m  ^{N1= P}_PQ^Q

scherm: ^PQ=?

 ^{N2= P}_P^_Q^Q_^{= b}_v ^{PQ= v}_b^{PQ}

netvlies: PQ=2010⁵m;b=1710³m;^{v=8,2 m}

Dus 2,0 10 =9,648 10 ^m

3 17

= 8,2 Q

P   ⁵  ³

 



en ^=1,93=1,9

0,5 10 9,648 10

= ₂³

1 

N  .

96V1 Opgave 5 Hometrainer

3

p 16 

v =  r = 2  r f

52 f

=19 r f

= r

f voor ^{voor achter}

achter achter

voor  

f

Hz 4,46 2 =

= 28

= 2^achter

achter   

f

Hz 1,6

= 1,63

= 4,46 0,362

= 52 4,46

=19

voor  

f .

4

p 17 

P

=U

t . Hierin is: ₂^{1mv = m( r)}2⁼21 ^{39 (28 0,25)2=9,555 102J} 21

= 2

U     

 P=120 W

dus =7,96=8,0s

120 9,9555 10

=

t  ²

.

3

p 18 

v

=P v F

=F t

s

W W

W  

= F t

=W t

=U P

7,28ms

= 0,26 28

r =

= _buiten ¹

buiten  

=v v

Dus: ^FW= _7,28^{120 =16,48=16 N}. 4

p 19 

4 F 1 d = F d F = d

=F

d s

W s s W W W s

s   

F In de figuur de lengte van Fs opmeten:

8,0 cm.

Voor FW dus 2,0 cm nemen.

2

2

p 21 Het is een stuursysteem, want er is wel een actuator maar géén terugkoppeling.

4

p 22 Een van de mogelijkheden is:

96V1 Opgave 6 Lithium

3

p 23 De golflengte van het gebruikte licht is: ^{=436 nm} 6,88 10

2,998 10 f =

= c ₁₄⁸



  ;

dat is dus korter dan de grensgolflengte; dus er kunnen elektronen worden vrijgemaakt.

4

p 24 

mv

= h

 . Hierin is: h=6,62610³⁴ Js

 m=9,10910³¹kg

 v=1,43₁₀⁶ _ms¹

Dus =5,087 10 ^m

1,43 10 9,109 10

6,626 10

= ₃₁ ³⁴ ₆  ¹⁰







 

10 m 1,62

=

= r 2

= r

2   ¹⁰



 

 .

4

p 25  m=m_voor m_na

= m( atoom Be )8 m(2 atoom He )4 )4

He kern m(2 )8 Be kern m(

=

4,002603u 2

8,0053054u

= 

10 kg 1,651 =

kg 







 10 u = 9,940 10 1,661 10 9,940

=

mc

= v²  ²

₂^1m

2 ^

1,484 10

= 10 ) (2,998 1,651 10

v = 1,661 10

4,002603

2¹₂   ^{27 2}  ³¹  ^{8 2}  ¹⁴

ms¹ 1,5 10

10 = 1,494

=

v  ⁶  ⁶ .

4

p 26  N stelt het totaal aantal Li-atomen voor; N₃(t)stelt het aantal Li-3-atomen voor;

er geldt: N₃(0)=0,15N



 



 2 N 1 0,15

= (t)

t/t 3

12

N

10 N 1,925 2 =

N 1 0,15

=

(t) ^-2

0,844 / 2,5

3  



 



 N

10 N 1,925

=  ²

2,2%

10 = 2,215 N=

0,86925 N 0,01925 N=

0,85 + N (t)

(t) ₂

3

3 

N .