Hendrik Tollens, Gezamenlijke dichtwerken X-XII · dbnl
Hele tekst
GERELATEERDE DOCUMENTEN
het begint nu al vry wat te verkeeren; en ik geloof dat sy schandig in haer voornemen bedrogen zijn; want de Witten zijn nu al van kant; De verraderijen beginnen te minderen, en
Het zal ons graf niet delven Aan 't uiterst eind' der aard', Maar tegen 't ondier zelven.. Beproeven wij
Daar had de Prins voor moeten zorgen, En maken, dat 'er 't noodig kwam, - Mits hij het niet van 't onze nam - Al had hij 't dan ook moeten borgen!. Robert Hendrik Arntzenius,
Eenmaal is dat teeder hoofd Vader WILLEMS kroon beloofdT. Hendrik Tollens, Bij de geboorte van den
Voor zulk een regt, voor dat bezit, Durft Neêrland, dat in 't wapen bidt, Uw hulpe, God des
Hendrik Tollens, Lierzang bij de verheffing van Zijne Koninklijke Hoogheid Willem Frederik, Prins van Oranje en Nassau, op den troon der Nederlanden.!. Mijn lier is maagd van
Gij ziet geen trouwer onderzaat, Gij vindt geen braver koning;.. Gij voert geen blijder feestdag aan Dan die voor Neêrland op
Hendrik Tollens, Vaderlandsche wapenkreet in maart, 1815.!.