2019003557*
RAADSVOORSTEL
BIJ ZAAKNUMMER: 2019003555
Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering
van:
Agenda- nummer:
p.h.:
Kadernota 2020 Belastingsamenwerking Oost-
Brabant (BSOB) -4- 16 april 2019 19.04.08 HM
de raad
van de gemeente Asten
Samenvatting
Het Algemeen Bestuur van BSOB legt de kadernota 2020 voor aan de
gemeenten als opmaat naar de Programmabegroting 2020-2022 met het verzoek dit document aan de gemeenteraad voor te leggen. De gemeenteraad krijgt zo de gelegenheid om haar standpunt over de kadernota kenbaar te maken aan het Dagelijks Bestuur van BSOB.
Beslispunten
1. Kennis te nemen van de kadernota 2020 van Belastingsamenwerking Oost-Brabant.
2. Het standpunt van de raad toe te sturen aan BSOB.
Inleiding
Conform de Wet Gemeenschappelijke Regelingen is het bestuur van BSOB verplicht om ieder jaar de ontwerpbegroting, de jaarrekening en de kadernota voor 15 april van het jaar waarvoor de begroting dient, toe te zenden aan de raden van de deelnemende gemeenten.
In het kader van dit traject is de kadernota 2020 van de BSOB aangeboden aan de raad.
Wat willen we bereiken Meerjarenperspectief
BSOB heeft na een groei een meerjarenperspectief geboden dat gericht is op operational excellence, namelijk het waarderen, heffen en innen van de gemeentelijke en
waterschapsbelastingen op professionele wijze uitgevoerd. Dat betekent dat de
belastingtaakuitvoering in één keer goed gebeurd en daardoor de aanslagoplegging actueel en volledig is.
Vervolgens wordt binnen het werkgebied Oost-Brabant gericht gestuurd om verder te groeien in het aantal deelnemers met schaalvergroting en/of in taakuitbreiding.
BSOB is opgericht om de kwaliteit van de dienstverlening en continuïteit van de waardering, heffing en inning van gemeentelijke- en waterschapsbelastingen te garanderen. En wel tegen zo laag mogelijke kosten.
2/4 Wat gaan we daarvoor doen
Ontwikkelingen
Er doen zich de komende jaren ontwikkelingen voor die invloed hebben op de bedrijfsvoering van BSOB voor de jaren 2020 en verder. Hierbij is onderscheid te maken in de volgende categorieën:
• Landelijke ontwikkelingen (wettelijke regelingen)
• Ontwikkelingen in de bedrijfsvoering
• Aanpassingen werkprocessen Indexering
Kostenverdeelmethode
De deelnemers hebben aangegeven behoefte te hebben aan een eventuele herijking van de bestaande kostenverdeelmethode.
Er is behoefte aan
- een meer recht evenredige verdeling van de uitvoeringskosten over de processen: waarderen, heffen en innen. Op basis van procesaantallen per deelnemer de kosten te verdelen.
- meer rechtmatige verdeling van de invorderingsopbrengsten;
De invorderingsopbrengsten (o.a. aanmanings- en dwangbevelkosten) toe laten komen aan de deelnemers die het betreft;
- te voldoen aan de Rijksbelastingdienst (in het kader van de VBP plicht) dat de wijze zoals BSOB die voorstaat de enig juiste wijze is om de invorderingsopbrengsten en de kosten per deelnemer te verdelen.
In de vergadering van 27 september heeft het Algemeen Bestuur de nieuwe kostenverdeelmethode vastgesteld. De gevolgen voor de begroting en de bijdragen per individuele deelnemer zijn
uitgewerkt in de aangepaste begroting 2019 (in het AB van december 2018).
Dit heeft als gevolg dat in eerste instantie de bijdragen van de individuele deelnemers verhoogd zullen gaan worden. Er zal op 3 momenten aandacht zijn voor de uitkomsten van de
kostenverdeelmethode.
Als voorbeeld hoe de begroting en bijbehorende bijdragen per deelnemer voor 2019 vastgesteld worden;
•2e vergadercyclus 2018: vaststellen begroting 2019 op basis van alle productieaantallen en berekening proces waardering van 2017
•1e vergadercyclus 2019: 1e begrotingswijziging 2019 aanpassen naar aanleiding van de dan bekende productieaantallen 2018 en berekening proces waarderen over 2018
•1e vergadercyclus 2020: vaststellen jaarrekening 2019 op basis van de werkelijke productie aantallen en kosten van het proces waarderen over 2019
Dat betekent dat er 3 verschillende deelnemersbijdragen zullen ontstaan. Een voorlopige voor de begroting van alle deelnemers, een tweede naar aanpassing van de nieuwe productieaantallen (2018) en een derde naar aanleiding van de definitieve productieaantallen (2019), de definitieve (jaarrekening).
Algemene reserve/weerstandsvermogen
Als BSOB zich verder blijft ontwikkelen tot een robuuste, efficiënte organisatie die tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten werkt, willen er mogelijk meer deelnemers mee doen. De toetreding van een nieuwe deelnemer vraagt een investering. Een reserve die hiervoor kan worden ingezet, maakt het mogelijk om potentiële toetreders eerder over de streep te trekken. In het Algemeen Bestuur 28 juni 2018 is vastgesteld dat er een bestemmingsreserve mag worden ingericht, met als enige en unieke doel, het bijdragen in de transitiekosten van een potentiële nieuwe deelnemer. Dat betekent dat jaarlijs zal worden bepaald welk bedrag zal kunnen worden toegevoegd aan deze bestemmingsreserve en ook incidenteel zal worden gekeken welk gedeelte
3/4 voor welke nieuwe potentiële deelnemer mag worden ingezet. De bevoegdheid hiervoor is
gedelegeerd aan het Dagelijks Bestuur.
Mogelijke alternatieven Niet van toepassing.
Risico’s
De risico’s zijn, voor zover van toepassing, verwoord in de kadernota.
Communicatie
Het standpunt van de raad zal door middel van een brief kenbaar worden gemaakt aan BSOB.
Wat mag het kosten
De indexering van de bijdrage zal meegenomen worden bij het opstellen van de begroting 2020.
Bijlage(n)/ter inzage (incl. AST-nr) 2019003554 Kadernota 2020 BSOB 2019009970 Brief aan BSOB
j.peerlings@asten.nl
RAADSBESLUIT
Onderwerp: Dagtekening: Agendanummer:
Kadernota 2020 Belastingsamenwerking Oost-Brabant 16 april 2019 19.04.08
De raad van de gemeente Asten;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 februari 2019 met zaaknummer 2019003555;
gehoord het advies van de commissie Algemene zaken en Control van 28 maart 2019;
besluit:
1. kennis te nemen van de kadernota 2020 van Belastingsamenwerking Oost-Brabant.
2. het standpunt van de raad toe te sturen aan BSOB.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten van 16 april 2019.
De raad voornoemd,
griffier, voorzitter,
mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans mr. H.G. Vos