Vraag nr. 82 van 4 februari 2005
van de heer STEFAAN SINTOBIN
"Stadsgroen Marionetten" Kortrijk – Bezoe-kerspaviljoen
Buurtbewoners van de Bosstraat in Kortrijk heb-ben onlangs geprotesteerd tegen het plaatsen van een reuzenlibel op het hoogste punt van het natuur-gebied-in-aanmaak Stadsgroen Marionetten. Ze vinden de educatieve constructie te duur (300.000 euro !) en een vloek in het landschap. Het bouwwerk, dat midden in natuurgebied wordt neergepoot, zal dienen als tentoonstellingsruimte en uitkijkpost.
Tweederde is blijkbaar ten laste van de Vlaamse Gemeenschap.
Ik had van de minister graag vernomen of een der-gelijk project zomaar kan worden neergepoot in natuurgebied ?
N.B. Een vraag terzake m.b.t. het aspect "finan-ciering" werd gesteld aan minister Bourgeois (vraag nr. 79).
Antwoord
De bewonersgroepering die tegen betrokken plannen ageert, heeft mij terzake rechtstreeks aangeschreven. In die optiek is deze problematiek mij bekend.
In tegenstelling tot wat de Vlaamse volksver-tegenwoordiger in zijn vraagstelling poneert, is de desbetreffende locatie, volgens het vigerend gewestplan Kortrijk, niet in een "natuurgebied" gesitueerd, maar in een "bosgebied". Bosgebieden zijn bestemd voor het bosbedrijf. In dergelijke gebieden zijn, volgens de vigerende bestemmings-voorschriften, énkel gebouwen noodzakelijk voor de exploitatie van en het toezicht op de bossen, evenals jagers- en yissershutten toegelaten op voor-waarde dat deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.
Teneinde de realisatie van het bezoekerscentrum mogelijk te maken en te sturen, heeft de stad Kortrijk een bijzonder plan van aanleg opgemaakt. Dit aanlegplan nr. 85 "Groen Lint Zuid" maakt
momenteel het voorwerp uit van een lopende proce-dure. Het openbaar onderzoek liep van 1 augustus 2004 tot 30 augustus 2004; het plan werd definitief aanvaard door de gemeenteraad op 13 december 2004 en ligt sinds 17 januari 2005 ter adviesgeving voor bij de afdeling Ruimtelijke Planning van mijn administratie.
Gelet op het feit dat bedoeld plan van aanleg momenteel het voorwerp uitmaakt van een lopende procedure en ik zodoende bij dit dossier (nog) niet betrokken ben, kan terzake door mij heden onmo-gelijk een standpunt worden bepaald.
In casu werd er dus met andere woorden, tot op heden, noch een aanpassing qua gebiedsbestem-ming doorgevoerd, noch een stedenbouwkundige vergunning verleend.