• No results found

Venc == L2Lg3 4 Mathematiseren.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Venc == L2Lg3 4 Mathematiseren."

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 Mathematiseren 2013@Vervoort Boeken Antwoorden R-vragen versie 2014

4 Mathematiseren.

R1 Als 2L

L

3g 1

1 = enV =

c en er wordt 2 L water bijgevoegd dan L

5g , L 1 4

g L 6

4 2

2 = enc = =

V

Men noemt dit een massabalans omdat c ∙ V = m

De massa van de opgeloste stof verandert niet door verdunnen.

R2

Als je begint met 100 mL moet je 300 mL toevoegen.

Als je 3× zoveel toevoegt heb je totaal 4 × zoveel.

R3

stof opgeloste g

18 betekent L

3g van L 6

m V c× =

R4 Als je 1000 × gaat verdunnen moet je 1 deel stockoplossing nemen op 999 delen water. Je hebt dan totaal 1000 delen.

R5 Als je x × gaat verdunnen moet je 1 deel stockoplossing nemen op (x - 1) delen water.

Als je 10 × gaat verdunnen moet je 1 deel stockoplossing nemen op (10 – 1 = 9) delen water.

R6 De vergelijking 240A = 6,28·10-2 + 0,01 is van hetzelfde type als 2A = 2 + 4

De vergelijking 5,38·10-3x -2 = 8,04·10-1 is van hetzelfde type als 2x−2=4

4.1

4.2

(2)

2 Mathematiseren 2013@Vervoort Boeken R7

! 0 5 , 0 :

7 , 3

9 , 2

9 , 2 7 , 3 9 , 2 7

, 3 2

4 9 , 0 3 , 0

) 1 2 ( 2 ) 3 , 0 ( 3 , 3 0

, 0

) 1 2 ( 3 2

, 0

) 1 2 3 ( , 0 ) 2 1 2 1 ( 2

3 , 0 3

, 0

2 1 2

3 , 0

2 2

2

of aan zijn gelijk niet mag x op Let

x

x x

x x

x x x

x x x

x x x x x

x x x x

x x x x x

x

=

=

=

= +

= +

− →

= ⋅ +

×

=

− ×

→ +

− = +

R8 Als je 100 g zout oplost in 1000 gram (1 L) water krijg je 1100 g oplossing.

Dus kg

9 g , oplossing 90 k

1,100

zout g

100 =

g

Bij het oplossen van het zout zal het volume veranderen en dus weet je niet het exacte volume.

R9 Bij het mengen van twee zoutoplossingen blijft de massa van de zoutdeeltjes hetzelfde omdat het aantal niet veranderd.

Het totale volume zal wel veranderen te gevolge van contractie.

R10 De soortelijke warmte is de hoeveelheid warmte die je moet toevoeren aan 1 kg van een stof om de temperatuur 1 0C te laten toenemen, of de hoeveelheid warmte die je moet onttrekken aan 1 kg van een stof om de temperatuur 1 0C te laten afnemen.

R11 Als je Q(opgenomen) = Q(afgestaan) invult voor het mengen van koud en warm water krijg je de volgende vergelijking:

) 50 ( 4180 3 ) 10 ( 4180

2× × x− = × × −x

) 10 ( 4180

2× × x− is de warmte die je moet toevoeren aan 2 kg water om de temperatuur te laten toenemen van 10 tot x 0C.

x

×

×4180 (50

3 ) is de warmte die je moet onttrekken aan 3 kg water om de temperatuur te laten afnemen van 50 tot x 0C.

R12 De massa van het blok gelijk aan de massa van het water omdat het blok een opwaartse kracht ondervindt die gelijk is aan het gewicht van het verplaatste water.

water verpl blok

water verpl

blok g m g m m

m ⋅ = . ⋅ → = .

Als het blok voor de helft boven het water uitsteekt is de dichtheid van het hout de helft van die van water.

water blok

water verpl blok

water verpl blok

V V

m m

ρ ρ = ×

×

=

=

2 2 . 1

.

4.4

4.5

4.1 4.3

(3)

3 Mathematiseren 2013@Vervoort Boeken Hoe groot is de dichtheid van het hout als het blok blijft zweven?

water blok

water verpl blok

water verpl blok

V V

m m

ρ ρ =

=

=

. .

Bepaal met behulp van de applet op de site van 3.1 de dichtheid van eikenhout, balsahout en ethanol.

3 .

.

m 750kg 8 1000

6

8 6 6

8

=

×

=

×

=

×

=

=

blok

water blok

water verpl blok

water verpl blok

V V

m m

ρ

ρ ρ

R13 De massa van de verplaatste vloeistof moet gelijk zijn aan 1,000 kg omdat deze even groot is als massa van het blok.

R14 Je krijgt dus een vergelijking.

Het volume van de verplaatste vloeistof is :

3 3

3

3

cm g ) 10 ( 10 10

) 10 (

g 1000 cm

) 10 ( cm 100 : g

cm ) 10 ( 10 10

x x

x Dus

x V

= −

=

=

×

×

=

ρ ρ

ρ 4.6

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op grond van artikel 4, eerste lid, van de Regeling is de leverancier verplicht om verbruikers een financiële compensatie uit te keren bij storingen (niet zijnde

Maar als je warmte aan een voorwerp toevoegt, stijgt de temperatuur Warmte verplaatst zich van hoge naar lage temperatuur.. Energie kan van de ene in de andere

Bereken de totale hoeveelheid warmte die nodig is om de minerale olie op temperatuur te brengen en de hoeveelheid stoom die hiervoor benodigd is.. Gegeven is

Temperatuur is de gemiddelde bewegingsenergie van de moleculen Warmte is de totale hoeveelheid bewegingsenergie van de moleculen. Veel moleculen van dezelfde temperatuur is

15 De lucht in de ballon koelt af en de deeltjes gaan hierdoor minder snel bewegen en dus ook minder snel botsen tegen de ballon.. De ballon komt hierdoor minder onder spanning

Als een bepaalde kamer wordt verwarmd, stijgt de temperatuur eerst snel en daarna minder snel totdat er een eindtemperatuur wordt bereikt.. Deze kamer is voorzien van

De gemiddelde afstand tussen de moleculen is in de vloeibare fase groter dan in de vaste fase.. Voor het vergroten van die afstand is

In ruimte C zit een andere hoeveelheid gas bij dezelfde temperatuur, maar nu is de druk hoger.. Het volume van ruimte A is gelijk aan het volume van