• No results found

Bijlage I Economische kerngebieden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage I Economische kerngebieden"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Bijlage I

Economische kerngebieden

De dertien economische kerngebieden in Nederland:

• Randstad Holland. Binnen dit nationaal stedelijk netwerk liggen drie economische kerngebieden: de Noordvleugel, de Zuidvleugel en de regio Utrecht. Een belangrijke rol is weggelegd voor de twee mainports Schiphol en de Rotterdamse haven;

• Brabantstad, met de drie economische kerngebieden Zuidoost-Brabant (Brainport), de A2-zone in Noord-Brabant met het economisch

kerngebied Tilburg en de A16-A4-zone in West-Brabant. Het economische kerngebied Venlo heeft een nauwe relatie met Brabantstad en

met het Duitse Rijn/Roergebied;

• Zuid-Limburg (nationaal stedelijk netwerk en deels economisch kerngebied); • Twente (nationaal stedelijk netwerk en economisch kerngebied);

• Arnhem-Nijmegen (nationaal stedelijk netwerk en deels economisch kerngebied). Het economische kerngebied Wageningen-Ede-Rhenen- Veenendaal is hiermee nauw verbonden;

• Groningen-Assen (nationaal stedelijk netwerk en deels economisch kerngebied);

(3)

Bijlage II Vragenlijst expertinterview

Voor de ondervraging van de retailexperts is de volgende vragenlijst gebruikt, gebaseerd op vier onderwerpen, te weten: overheidsbeleid, locatiebeleid, consumentengedrag en

detailhandelsstructuur. Overheid

o De liberalisering van de wet ruimtelijke ordening biedt supermarkten nu ook kansen buiten de stad. De verantwoordelijkheid voor de ruimtelijke ordening ligt nu bij provincies en gemeenten. Denkt u dat de Nederlandse provincies en gemeenten klaar zijn voor een regisserende rol op dit gebied, en zo ja/nee, waarom?

o Volgens Gorter e.a. (2000) moet de overheid twee doelen nastreven, te weten: • Voor sectorale groei en verandering zorgen;

• de ‘shopping function’ van de binnenstad handhaven.

Hoe kunnen deze twee doelen volgens u het beste in de praktijk worden bewerkstelligd?

Locatiebeleid

o Diverse winkelformules zullen zich zowel in de binnenstad als in de periferie vestigen; een zogenaamd tweesporen beleid (Winkelmarktspecial 2005). Voor deze organisaties is het van belang gedifferentieerde formules te ontwikkelen die op de specifieke marktsituatie kunnen inspelen. Welk type differentiatie voor welke markt (binnenstad of periferie) is volgens u het meest geschikt?

o Stel dat een superstore zich in de periferie vestigt binnen een zogenaamde ‘retail cluster’ (bijvoorbeeld een shopping mall), wat is dan de meest ideale locatie voor deze superstore binnen het geheel?

o Wat is volgens u de meest geschikte locatie voor een superstore in de Nederlandse detailhandelsstructuur?

o Kenners van de winkelmarkt geven aan dat superstores die zich in de periferie vestigen zich op run-shoppers moeten richten (om de binnenstad vitaal te houden). Aan de andere kant komt er steeds meer vraag naar grote supermarkten die inspelen op de ‘verleiding’ van de consument (o.a. met behulp van animaties en demonstraties), wat naar fun-shoppen neigt! Hoe kan hier in de toekomst efficiënt door superstores invulling aan worden gegeven?

o In hoeverre kunnen de Nederlandse binnensteden voldoen aan de vraag van

superstores, met betrekking tot het gevraagde vloeroppervlak, de grondprijs en een goede distributieplanologische positie?

Consumentengedrag

(4)

o Volgens de hedendaagse consument dient het assortiment zowel breed als diep te zijn. Op welke assortimentscategorieën moet de superstore zich vooral richten om

onderscheidend te zijn en te blijven van de concurrentie?

o Kunt u aangeven welk van de volgende aspecten het meest belangrijk is/worden voor een superstore: value for money, de aanwezige parkeerplaatsen, servicegraad,

prijsniveau, atmosfeer in (en rondom) de winkel en het aanwezige assortiment. Waarom?

Detailhandelsstructuur

o In hoeverre spelen buitenlandse retailers straks een rol in het toekomstige

retaillandschap? En met welke formats (bijvoorbeeld hypermarkt, grote discounter, etc.) zullen deze retailers de Nederlandse markt betreden?

o Welke prijsstrategie is voor een superstore het meest geschikt?

o Één van de kenmerken van de Nederlandse detailhandelsstructuur tegenwoordig is schaalvergroting. Op dit moment zijn er in Nederland ongeveer honderd

megasupermarkten/superstores. Waar ligt volgens u het plafond van het aantal megasupermarkten/superstores?

o De snel voortschrijdende schaalvergroting in de detailhandel leidt tot een behoefte vanuit de markt aan grootschalige formules op goed bereikbare, liefst gemakkelijk te ontwikkelen locaties. Dit neigt naar perifere locaties, maar in hoeverre zou de

(5)

Bijlage III

Vragenlijst consumentenonderzoek

Onderstaande vragenlijst is gebruikt voor het consumentenonderzoek.

Mijn naam is Arjan Pit en deze enquête is onderdeel van mijn scriptie. Ik doe de masteropleiding Marketing Management aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dit is een belangrijk onderdeel van mijn onderzoek naar de factoren die de keuze voor een bepaald type supermarkt bepalen. Het invullen van deze enquête neemt slechts enkele minuten van uw tijd in beslag. Alvast bedankt voor uw medewerking!

In onderstaande vragenlijst wordt onderscheid gemaakt tussen de drie volgende typen supermarkt, te weten:

 Kleine lokale supermarkt (buurtsuper). Een kleine lokale supermarkt is een winkel met een smal assortiment, en voert hogere prijzen dan een conventionele supermarkt.  Conventionele supermarkt. Een conventionele supermarkt heeft een breed assortiment

aan versproducten, en slechts een beperkt aantal andere artikelen. Supermarkten hanteren doorgaans hogere prijzen dan een discounter (bijvoorbeeld Aldi, Lidl), de servicegraad is vaak ook hoger (denk aan een Albert Heyn, C1000, etc.).

 Superstores. Superstores zijn de grotere supermarkten (dus ook een breed assortiment), met een uitgebreidere service, bakkerij, etc., en meerdere non-food artikelen (bijvoorbeeld een Albert Heyn XL).

Persoonsgegevens

Wat is uw leeftijd? ……jaar Wat is uw woonplaats? ……….

Wat is uw geslacht? Man/Vrouw* (*doorhalen wat niet van toepassing is) Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden? …..personen

1) Hoeveel geld besteedt u gemiddeld in één week tijd aan boodschappen in de supermarkt?....Euro

2) Hoe vaak per week gaat u naar de supermarkt voor de aankoop van deze producten/boodschappen?...keer per week

3) Hoe vaak per maand bezoekt u elk van onderstaande supermarkten voor de aankoop van de meeste producten (met de meeste wordt bedoeld, de aankoop van een

significant groot aantal goederen, dus niet een snel bezoek aan de supermarkt voor een paar (snelle) aankopen).

Aantal keer/maand bezocht

Kleine lokale supermarkt …….

Conventionele supermarkt …….

Superstore …….

Anders, nl. …… …….

(6)

Kl. lokale

supermakt Conv. supermarkt Superstore Anders, nl. ….. Verkrijgbaarheid producten

Value for money Parkeerplaatsen Kwaliteit van de service

5) Geef voor de verschillende winkeltypen met rangnummers aan welk aspect u het belangrijkst vindt (1=belangrijkst, 7=minst belangrijk).

Kl. lokale

supermarkt supermarkt Conv. Superstore Anders, nl…. Contact met personeel

Presentatie producten in de winkel De kwaliteit van de producten Atmosfeer in de winkel De locatie van de winkel Het prijsniveau

Het aanwezige assortiment

6) Geef hieronder aan in hoeverre u tevreden bent over het type supermarkt waar u de laatste tijd de meeste aankopen heeft gedaan. Doe dit door een rapportcijfer te geven van 1 (zeer ontevreden) tot 10 (zeer tevreden).

Rapportcijfer (1-10) Kl. lokale supermarkt

Conventionele supermarkt Superstore

Anders, nl…..

7) Geef hieronder voor de volgende aspecten op een vijfpunts-schaal (1= heel erg ontevreden, 5= heel erg tevreden) aan in hoeverre u tevreden bent over het type supermarkt.

Kl. lokale

supermarkt supermarkt Conv. Superstore Anders, nl…. Het gemak waarmee de

(7)

De ruimte om te kunnen winkelen

De manier waarop de producten worden gepresenteerd De animaties en demonstraties in de winkel De bereikbaarheid van de winkel De beschikbare parkeergelegenheden

De afstand tussen de winkel en de parkeergelegenheden Het aantal verschillende soorten producten/ totaal productaanbod De grootte van het assortiment binnen elke productsoort De kwaliteit van het assortiment De merken die de winkel voert De versheid van zuivel, vlees, groenten en fruit

Het prijsniveau van de producten t.o.v. de kwaliteit De uitstraling van kwaliteit in de winkel

De vriendelijkheid van het personeel

De behulpzaamheid van het personeel

De wachttijd bij de kassa voordat u aan de beurt bent De openingstijden van de winkel

8) Als u de verschillende supermarkten vergelijkt, wat is uw mening ten aanzien van het algehele prijsniveau van de verschillende supermarkt(en)?

Kleine lokale supermarkt

(8)

zeer goedkoop goedkoop neutraal duur zeer duur Superstore

zeer goedkoop goedkoop neutraal duur zeer duur Anders, nl….

zeer goedkoop goedkoop neutraal duur zeer duur

9) Als u de verschillende supermarkten vergelijkt, wat is uw mening ten aanzien van de kwaliteit van de producten van de verschillende supermarkten?

Kleine lokale supermarkt

zeer goed goed neutraal slecht zeer slecht Conventionele supermarket

zeer goed goed neutraal slecht zeer slecht Superstore

zeer goed goed neutraal slecht zeer slecht Anders, nl…

zeer goed goed neutraal slecht zeer slecht

10) Ik winkel het liefst in (doorhalen wat niet van toepassing is)

Kleine lokale supermarkt/ Conventionele supermarkt/ Superstore/ Anders, nl…

Geef op basis van de hierboven gegeven voorkeur aan in hoeverre u het eens bent met de onderstaande stellingen

11) Ik heb het er voor over om 5 minuten (of meer) om te rijden, zodat ik mijn boodschappen bij deze supermarkt kan blijven doen

(9)

12) Wanneer een dergelijke supermarkt een groter assortiment aan producten voert, ben ik bereid daarvoor verder te reizen.

zeer mee oneens mee oneens neutraal mee eens zeer mee eens

13) Als ik zie dat een product in een andere supermarkt een stuk goedkoper is, zou ik het daar beslist kopen.

zeer mee oneens mee oneens neutraal mee eens zeer mee eens

14) Of ik hier, of bij een andere supermarkt mijn boodschappen doe, maakt me niet uit.

zeer mee oneens mee oneens neutraal mee eens zeer mee eens

15) Ik blijf de meeste aankopen doen bij de supermarkt waar ik dat nu ook doe en ik zie geen enkele reden om in de toekomst van supermarkt te veranderen

zeer mee oneens mee oneens neutraal mee eens zeer mee eens

16) De meeste aankopen doe ik niet in een superstore, en heb ook niet de behoefte om mijn aankopen in een superstore in de toekomst uit te breiden.

zeer mee oneens mee oneens neutraal mee eens zeer mee eens

Hartelijk dank voor uw medewerking!

(10)

Bijlage IV

Uitvoer SPSS-analyses

Tabel 24 One way ANOVA

ANOVA 70,876 2 35,438 65,340 ,000 64,000 118 ,542 134,876 120 37,789 2 18,894 29,498 ,000 70,459 110 ,641 108,248 112 26,760 2 13,380 9,945 ,000 156,063 116 1,345 182,824 118 ,535 2 ,267 ,285 ,753 111,834 119 ,940 112,369 121 Between Groups Within Groups Total Between Groups Within Groups Total Between Groups Within Groups Total Between Groups Within Groups Total verkrijgbaarheid

value for money

parkeerplaatsen

kwaliteit service

Sum of

(11)
(12)

Tabel 26 Vergelijking gemiddelden one way ANOVA Report 2,64 2,61 2,77 3,43 36 33 35 37 ,899 1,059 1,497 1,303 3,87 3,78 3,46 3,58 52 50 52 52 ,658 ,679 ,999 ,776 4,64 4,00 4,03 3,58 33 30 32 33 ,653 ,643 ,967 ,792 3,71 3,50 3,41 3,53 121 113 119 122 1,060 ,983 1,245 ,964 Mean N Std. Deviation Mean N Std. Deviation Mean N Std. Deviation Mean N Std. Deviation betrekking op welk type

format

kleine lokale supermarkt

(13)
(14)

Tabel 28 Prijsniveau kleine lokale supermarkt

mening resp. algehele prijsniveau buurtsuper

4 11,5 -7,5 9 11,5 -2,5 28 11,5 16,5 5 11,5 -6,5 46 goedkoop neutraal duur zeer duur Total

Observed N Expected N Residual

Tabel 29 Prijsniveau conventionele supermarkt

mening resp. algehele prijsniveau conventionele supermarkt

7 13,5 -6,5 33 13,5 19,5 13 13,5 -,5 1 13,5 -12,5 54 goedkoop neutraal duur zeer duur Total

Observed N Expected N Residual

Tabel 30 Prijsniveau superstore

mening resp. algehele prijsniveau superstore

1 10,0 -9,0 8 10,0 -2,0 20 10,0 10,0 11 10,0 1,0 40 zeer goedkoop goedkoop neutraal duur Total

Observed N Expected N Residual

Tabel 31 Kwaliteitsniveau kleine lokale supermarkt

mening resp. algehele kwal.niveau buurtsuper

8 11,5 -3,5 25 11,5 13,5 12 11,5 ,5 1 11,5 -10,5 46 goed neutraal slecht zeer slecht Total

Observed N Expected N Residual

Tabel 32 Kwaliteitsniveau conventionele supermarkt

mening resp. algehele kwal.niveau conventionele super

2 13,5 -11,5 18 13,5 4,5 24 13,5 10,5 10 13,5 -3,5 54 zeer goed goed neutraal slecht Total

(15)

Tabel 33 Kwaliteitsniveau superstore

mening resp. algehele kwal.niveau superstore

6 9,5 -3,5 14 9,5 4,5 12 9,5 2,5 6 9,5 -3,5 38 zeer goed goed neutraal slecht Total

Observed N Expected N Residual

Tabel 34 Winkelvoorkeur

4 7,3 7,3 7,3

36 65,5 65,5 72,7

15 27,3 27,3 100,0

55 100,0 100,0 kleine lokale supermarkt

conventionele supermarkt superstore

Total Valid

Frequency Percent Valid Percent

Cumulative Percent

Tabel 35 Respondent heeft het er voor over om 5 minuten (of meer) om te rijden om supermarkttrouw te blijven 8 13,8 -5,8 9 13,8 -4,8 30 13,8 16,3 8 13,8 -5,8 55 mee oneens neutraal mee eens zeer mee eens Total

Observed N Expected N Residual

Tabel 36 Respondent wil verder reizen wanneer een andere supermarkt een groter assortiment producten

voert. supermarkt 12 13,8 -1,8 12 13,8 -1,8 23 13,8 9,3 8 13,8 -5,8 55 mee oneens neutraal mee eens zeer mee eens Total

Observed N Expected N Residual

Tabel 37 Wanneer product in andere supermarkt goedkoper is, zal de respondent het daar beslist kopen

1 11,0 -10,0 14 11,0 3,0 13 11,0 2,0 20 11,0 9,0 7 11,0 -4,0 55 zeer mee oneens

mee oneens neutraal mee eens zeer mee eens Total

(16)

Tabel 38 Aankopen bij de ene of de andere supermarkt maakt de respondent niet uit 2 11,0 -9,0 18 11,0 7,0 10 11,0 -1,0 16 11,0 5,0 9 11,0 -2,0 55 zeer mee oneens

mee oneens neutraal mee eens zeer mee eens Total

Observed N Expected N Residual

Tabel 39 resp. ziet geen reden in toekomst van format te veranderenRespondent ziet geen reden om in de toekomst van supermarkt te veranderen.

1 11,0 -10,0 9 11,0 -2,0 7 11,0 -4,0 26 11,0 15,0 12 11,0 1,0 55 zeer mee oneens

mee oneens neutraal mee eens zeer mee eens Total

Observed N Expected N Residual

Tabel 40 Respondent heeft geen behoefte om aankopen in een superstore in de toekomst uit te breiden.

1 11,0 -10,0 14 11,0 3,0 8 11,0 -3,0 23 11,0 12,0 9 11,0 -2,0 55 zeer mee oneens

mee oneens neutraal mee eens zeer mee eens Total

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat openbare aspect, maar vooral het pakket van eisen, waar waarschijnlijk maar één instituut aan zou kunnen voldoen, zou ik nog wel eens willen toetsen.. De upgrading van

Wilt u aangeven of u al over deze indicatoren rapporteert, of u de gegevens kan verkrijgen uit uw interne systeem en hoe belangrijk u de volgende indicatoren acht voor uw

De volgende punten heeft Zwolle geformuleerd: het aantal in de stad geregistreerde volwassen en jeugdige veelplegers wordt jaarlijks geactualiseerd; iedere veelpleger wordt

Geen scorepunt toekennen als ‚nee‘ ontbreekt, als het citaat ontbreekt, als ‚nee‘ wordt geantwoord met het verkeerde citaat, als ‚ja‘ wordt geantwoord met het juiste citaat

De kern van een goed antwoord bestaat uit de volgende drie elementen: − De gangen (zijn) niet (te) breed / (worden) niet erg breed (gemaakt). − (Er zijn) stickers/afbeeldingen (op

Kijk samen in de kast wat voor eten er in huis is, dat van de boerderij afkomstig kan zijn.. Neem boerderijfiguren of plaatjes van boerderijdieren (eventueel samen tekenen) en

4) Het is interessant wat u zegt, want in het Copernicus Charter – dat is ondertekend in 1993 door Leiden –, wordt heel erg aangedrongen op het feit, dat onder alle studenten,

Een hedendaagse trend, de stijging van het aantal van perifeer gelegen supermarkten met een groter verzorgingsgebied zal mogelijk ook de aankomende jaren zo blijven, maar er zijn vele