DIRECTEURSBRIEF Directie RMW
l lllllllllllllllttllllltlllllllllltllllltlllllllli Zaaknummer verwljsnummer
11115897
Afdelingshoofd datum
LZ//<,
paraaf/i,
/ IBesluit
Brief verzenden met advies aan de gemeente voor
een bijdrage in de omgevmgsvergunnmg
Fin. Toets datum paraaf
Jur. toets datum paraaf
Directeur datum paraaf
Aantal te paraferen bijlagen:
Behandeld door
naam afdeling doorkiesnummer datum
Emiel de Smidt MHY (0118) 63 19 86 27-10-2011
geadresseerde
bericht op brief van
adressering
Het college van Burgemeester en Wethouders
kenmerk geadresseerde van de gemeente Borsele
Postbus 1
4450 AA Heinkenszand
bijlage(n)
onderwerp
aanwljzlngen
verwerkt registratuur paraaf uiterste verzenddatum
28-10-2011
..>fekstvervìrF
q,.x'r
ihg011
paraaf verzenddatum brief paraafopm. verzending
'/I i rparaaf
collationeren paraaf
terug naar ambtenaar J/N paraaf
NEE
Naar TVC gekopieerd.d.d documentnaarn
2710-2011 advies borsele dmg
verzenden afschriften aan
['x,,
nummers bijlagen1. H. Sastroredjo
2.
3.
4.
5.
6.
indien meer afschriften; adreslijst toevoeqen
27 oktober 2011
\zeeland.nl\ds\users\eds\mijn documenten\l procedures\l
vergunningen (art. 8.1 en 8.4 wm)kadviezen\advies vlissingen ksg.docArchief exemplaar
Directie Ruimte, Milieu
enWater Provincie Zeeland
bericht op brief van: Het college van burgemeester en wethouders
van de gemeente Borsele
uw kenmerk: t.a.v, de heer Loos
ons kenmerk: 11115897 Postbus 1
4450 AA HEINKENSZAND
afdeling: Milieuhygiëne
bijlage(n): 1
behandeld door: Emiel de Smidt
doorklesnummer: 0118-631986
onderwerp: Advies inzake aanvraag omgevmgs-
vergunning Delta Milieu Groencompost
verzonden: 3 ] 0KT. 2011 M,dde,bùrg, 28 oktober 2011
Geachte heer Loos,
Per e-mail van 13 september 2011 heeft u ons verzocht om advies inzake een aanvraag om omgevlngsver-
gunnmg van Delta Milieu Groencompost
voor
diverse operationele wijzigingen. Onderhavige aanvraag heeft betrekking op de onderdelen bouwen en milieu.Aan deze brief is een bijlage toegevoegd welke dient als bijdrage aan de omgevmgsvergunnmg voor wat betreft het onderdeel milieu. Separaat aan deze brief zal een e-mail verzonden worden met onze bijdrage in Word-format.
Voor nadere vragen kunt u contact opnemen met de behandeld ambtenaar.
Hoogachtend,
King -I.Jansen,
d Afdeling Milieuhygiëne
Het Groene Woud 1; Middelburg T: [0118] - 631700 www,zeeland.nl
Postbus 165 F: [0118] - 634756
4330 AD Middelburg
Archiefexemplaar
BIJLAGE
11. IN
WERKING
HEBBEN VAN EEN INRICHTING1.1.
Inleiding
De aanvraag heeft mede betrekking op het veranderen of veranderen van de werking van een inrichting of mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, lid 1
aanhef
enonder
e Wabo. De Wabo omschrijft in artikel 2.14 het milieuhygiënische toetsingskader van de aanvraag.Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden.
1.2.
Toetsing milieuneutraal of -vriendelijke verandering
De Wabo bepaalt in artikel 2.14, lid 5 dat een omgevlngsvergunning
voor
een milieuvriendelijke of milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, lid 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleendindien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of ver- andering van de werkwijze binnen de inrichting:
niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de gel- dende vergunning zun toegestaan;
niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan
waarvoor
vergunning is ver-leend; en
niet m.e.r.-plichtig is.
De aanvraag heeft betrekking op een bestaande composteringsinrichting waarbij de huidige activiteiten te omschrijven zÜn als het innemen, opslaan en bewerken van groenafvalstoffen
t.b.v, het
eindproduct
compost. Tevens wordt houtafval ontvangen met als doel deze te herge- bruiken of in te zetten als biomassa elders.De aanvraag ts beoordeeld voor het aanpassen van een aantal
operationele
wijzigrngen.de opslag
compost
verschuift naar de watertanks;de
groenaanvoer
verschuift naar het compostvak;in het oude
groenaanvoer
vak zal biomassa worden opgeslagen;de tijdelijke opslag hooi;
het gebruik van het rangeerterrein voor het stallen van vrachtwagens en;
de productie van biomassa materiaal.
Gezien de aard van de verandering binnen de inrichting concluderen wij dat deze wijzigingen
geen milieugevolgen hebben.