• No results found

Inspectierapport De Ukkenburcht (KDV) Scheer KN Emmeloord Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport De Ukkenburcht (KDV) Scheer KN Emmeloord Registratienummer"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

De Ukkenburcht (KDV) Scheer 1

8303KN Emmeloord

Registratienummer 179798042

Toezichthouder: GGD Flevoland

In opdracht van gemeente: Noordoostpolder

Datum inspectie: 18-05-2017

Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 04-07-2017

(2)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ... 2

 

Het onderzoek... 3

 

Observaties en bevindingen ... 4

 

Overzicht getoetste inspectie-items ... 7

 

Gegevens voorziening ... 9

 

Gegevens toezicht ... 9

 

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10

 

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld. De inspectie-activiteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties, of indien hier een andere aanleiding toe is.

Beschouwing Harmonisatie

De gemeente Noordoostpolder ging onlangs akkoord met een volledige harmonisatie per 1 januari 2017. Hiermee zijn alle 16 bestaande Peuterspeelzalen (PSZ) omgezet van peuteropvang naar kinderdagverblijf. Deze harmonisatie is onderdeel van het landelijk beleid 'harmonisatie peuterspeelwerk'.

Alle 16 PSZ'en zijn per 1 januari 2017 in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) geregistreerd als Kinderdagverblijf (KDV). Vanaf 1 januari 2017 functioneren alle

vestigingen als KDV en voert de GGD de jaarlijkse inspecties van deze 16 vestigingen volgens de voorwaarden als KDV uit.

Deze 16 vestigingen blijven onderdeel van de SPN, er vindt geen naamswijziging plaats.

Algemeen

Elke locatie heeft haar eigen identiteit met een eigen pedagogisch werkplan die past bij die locatie.

KDV De Ukkenburcht bevindt zich in basisschool De Lichtboei en heeft de beschikking over een eigen ruimte.

Voorschoolse educatie

KDV De Ukkenburcht biedt voorschoolse educatie.

Dit komt overeen met de registratie in het LRKP.

Inspectiegeschiedenis

De afgelopen vier jaar, 2013 t/m 2016, heeft De Ukkenburcht voldaan aan alle voorwaarden vanuit de Wet kinderopvang.

Inspectie 2017

Op 18 mei 2017 heeft een onaangekondigd jaarlijks inspectiebezoek plaatsgevonden bij KDV De Ukkenburcht, waarbij de dagelijkse praktijk en de inrichting van de locatie voor het eerst als KDV zijn beoordeeld.

Tijdens het inspectiebezoek waren de volgende personen aanwezig: 2 beroepskrachten.

De toezichthouder heeft gesproken met beide beroepskrachten.

Bevindingen

Tijdens dit inspectiebezoek werden geen tekortkomingen geconstateerd.

Conclusie

KDV De Ukkenburcht voldoet aan de voorwaarden vanuit de Wet kinderopvang met betrekking tot de dagelijkse praktijk en de inrichting van de locatie.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Onder de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gelden eisen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. In de praktijk dienen voorwaarden te worden vervuld voor het

waarborgen van de emotionele veiligheid van kinderen, de ontwikkeling van de persoonlijke en de sociale competentie van kinderen en de overdracht van normen en waarden.

Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het

"Veldinstrument observatie pedagogische praktijk" van december 2014. Daarin staan de specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Hieruit citeert de toezichthouder enkele zinnen, die

betrekking hebben op het geobserveerde pedagogisch handelen en illustreert deze met voorbeelden uit de praktijk.

De illustraties zijn bedoeld als beknopte voorbeelden en pretenderen niet een volledig beeld van de praktijksituatie te geven. De toezichthouder stoelt haar inzicht en mening op de gegeven

voorbeelden en op tijdens de observatie opgedane overige signalen.

Pedagogische praktijk

De observatie van de pedagogische praktijk vond plaats op een donderdagochtend op de stamgroep. Er waren 11 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten.

Bij binnenkomst van de toezichthouder zijn alle kinderen net klaar met vrij spelen, onder begeleiding van de beroepskrachten bereiden de kinderen zich voor op de kring.

Emotionele veiligheid

"De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen".

Observatie: beide beroepskrachten laten merken dat zij de kinderen accepteren zoals zij zijn.

Beide beroepskrachten geven alle kinderen complimentjes, zij maken grapjes met de kinderen en knuffelen de kinderen die dit op prijs stellen.

"Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep".

Observatie: er is een dagschema met dagelijkse routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Dit dagschema biedt houvast voor de kinderen. De kinderen zijn bekend met het dagschema; in het lokaal hangen plaatjes die de beroepskrachten gebruiken om de kinderen te laten zien wat de volgorde van de activiteiten zijn: 'spelen, kring, drinken en fruit eten, buiten spelen, opgehaald worden'.

Persoonlijke competentie

"Kinderen hebben de mogelijkheid om leerervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting".

Observatie: in het dagprogramma zijn altijd activiteiten opgenomen die gericht zijn op en/of aanzetten tot taalverrijking. De kleuren van de kleding van de kinderen worden duidelijk benoemd door de beroepskrachten, waarbij zij de kinderen de kleuren laten herhalen. Tijdens de liedjes zingen in de kring worden de kleuren van de verschillende auto's duidelijk benoemd en nogmaals herhaald.

(5)

Sociale competentie

"De kinderen zijn deel van de groep".

De beroepskrachten moedigen gesprekjes tussen henzelf en de kinderen door zowel luisteren als praten.

Observatie: op tafel staat een mand met voorwerpen. De beroepskracht vraagt aan één van de kinderen: 'S. wil jij een liedje zoeken uit de mand?' S. pakt een auto. 'Hoe heet dat liedje?', vraagt de beroepskracht aan S.. 'Rood autootje', antwoordt S. Onder begeleiding van een gitaar, bespeeld door de beroepskracht, zingen alle kinderen het liedje 'rood autootje'. Om de beurt mogen alle aanwezige kinderen een voorwerp kiezen en hiermee maken zij de keuze voor het te zingen liedje.

"De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie".

De beroepskrachten begeleiden de positieve interacties tussen de kinderen.

Observatie: één van de kinderen vraagt: 'Waarom heeft S. altijd een bril op?' De beroepskracht geeft aan het kind met bril (T.) aan dat S. een vraag heeft. S. herhaalt haar vraag voor T..

T. beantwoordt de vraag van S.. S. gaat tevreden met het antwoord weer zitten in de kring.

Normen en waarden

"Beroepskrachten vervullen een voorbeeldfunctie in spreken en handelen."

Observaties:

- alle aanwezigen in het lokaal krijgen eenzelfde hoeveelheid aandacht. De beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen: de beroepskrachten zijn vriendelijk, zij luisteren en leven mee en werken samen. De beroepskrachten zijn consequent in wat zij uitdragen en hoe zij zelf handelen.

- één van de kinderen vraagt aan de beroepskracht 'hoe heet die mevrouw' (doelend op de aanwezigheid van de toezichthouder). 'Zeg maar hoe het moet', geeft de beroepskracht aan het kind aan. Het kind loopt naar de toezichthouder toe en zegt: 'ik heet S., hoe heet u?' S. lacht als de toezichthouder dezelfde naam noemt als één van de beroepskrachten. 'Twee E's!', roepen de kinderen.

Conclusie

De pedagogische praktijk voldoet aan de voorwaarden.

Voorschoolse educatie

KDV De Ukkenburcht heeft 1 groep van maximaal 16 kinderen en wordt begeleid door 2 vaste beroepskrachten gedurende 7 dagdelen. Op alle dagdelen wordt voorschoolse educatie (VVE) aangeboden. Op maan-, woens- en vrijdagmiddag is KDV De Ukkenburcht gesloten.

De SPN werkt met het programma van Startblokken. Startblokken is een methodiek waarmee pedagogisch medewerkers en leerkrachten peuters en jonge kleuters kunnen stimuleren in hun ontwikkeling.

De VVE-certificaten hebben een onbeperkte geldigheidsduur. Jaarlijks worden de beroepskrachten bijgeschoold d.m.v. een centrale themabijeenkomst omtrent Startblokken of wordt er per locatie gerichte ondersteuning geboden. Voor deze bijeenkomsten worden geen bijscholingscertificaten afgegeven.

De kwaliteitscoach van de SPN heeft een certificaat Startblokken behaald, waarbij zij leidsters kan ondersteunen in de praktijk.

Beide aanwezige beroepskrachten zijn in het bezit van een certificaat Startblokken.

De SPN heeft een opleidingsplan vastgesteld, dit vindt plaats per schooljaar.

Conclusie

Er wordt voldaan aan de eisen van VVE.

Gebruikte bronnen:

 Interview (beroepskrachten)

 Observaties (pedagogische praktijk)

 VVE-certificaten (beroepskrachten en kwaliteitscoach)

 Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar, versie datum december 2014

(6)

Personeel en groepen

Onder de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gelden eisen voor verklaringen omtrent het gedrag. Ook gelden normen voor opvang in groepen en beroepskracht-kindratio.

Verklaring omtrent het gedrag

Beide aanwezige beroepskrachten beschikken over een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG).

Conclusie

Deze VOG's voldoen aan de voorwaarden.

Passende beroepskwalificatie

Beide aanwezige beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de CAO Kinderopvang.

Conclusie

Deze diploma's voldoen aan de voorwaarden.

Opvang in groepen

Bij KDV De Ukkenburcht worden per dagdeel maximaal 16 kinderen opgevangen in 1 stamgroep.

Het betreft een groep van kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar.

Conclusie

De opvang in stamgroepen voldoet aan de voorwaarden.

Beroepskracht-kindratio

Tijdens het inspectiebezoek waren er 11 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten.

Conclusie

Er werd aan de beroepskracht-kindratio voldaan.

Aanvullende informatie:

Beide aanwezige beroepskrachten zijn al meerdere jaren vast werkzaam op deze vestiging.

Gebruikte bronnen:

 Interview (beroepskrachten)

 Verklaringen omtrent het gedrag (beroepskrachten)

 Diploma's beroepskrachten

(7)

Overzicht getoetste inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Voorschoolse educatie

De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

OF

Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.

OF

De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

(8)

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : De Ukkenburcht

Website : http://www.psz-nop.nl

Aantal kindplaatsen : 16

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder

Naam houder : Stichting Peuterspeelzalen Noordoostpolder

Adres houder : Duit 3P

Postcode en plaats : 8305BB Emmeloord

Website : www.psz-nop.nl

KvK nummer : 39089223

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Flevoland

Adres : Postbus 1120

Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD

Telefoonnummer : 088-0029910

Onderzoek uitgevoerd door : E. Kerkenaar Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Noordoostpolder

Adres : Postbus 155

Postcode en plaats : 8300AD EMMELOORD

Planning

Datum inspectie : 18-05-2017

Opstellen concept inspectierapport : 27-06-2017

Zienswijze houder : 03-07-2017

Vaststelling inspectierapport : 04-07-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 04-07-2017 Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 04-07-2017

Openbaar maken inspectierapport :

(10)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Digitaal ontvangen d.d. 3 juli 2017:

Beste toezichthouder

Vanuit de SPN zijn er geen aanvullingen/opmerkingen omtrent het toegestuurde GGD concept inspectierapport van onze locatie de Ukkenburcht te Emmeloord.

Met vriendelijke groet,

Angelique Hoeks Kwaliteitscoach SPN

06 20777585

werkdagen: maandag t/m donderdag

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

1. Een buitenschoolse opvang, een kinderdagverblijf, een gastouder- bureau of een voorziening voor gastouderopvang wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek door de

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1