RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE
EDUCATIE
peuterspeelzaal Benjamin
Plaats : Lunteren
LRKP nummer : 133981551
Onderzoeksnummer : 268524
Datum onderzoek : 11 november 2013 Datum vaststelling : 28 februari 2014
1 INLEIDING . . . 5
2 BEVINDINGEN . . . 7
3 CONCLUSIE. . . 12
BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 13
INHOUDSOPGAVE
Op 11 november 2013 heeft de inspectie peuterspeelzaal Benjamin, locatie De Wegwijzer onderzocht. Het onderzoek is gedaan vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). De inspectie monitort in 2013/2014 en 2014/2015 de kwaliteit van vve in de 37 grote gemeenten (G37). Vve is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.
Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:
• De voorwaarden voor vve
• De ouders
• De kwaliteit van de educatie
- Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden - Het pedagogisch klimaat
- Het educatief handelen
• De ontwikkeling, zorg en begeleiding
• De kwaliteitszorg
• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
• De resultaten van vve.
Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:
• Analyse van de door de locatie ingevulde digitale vragenlijst.
• Analyse van documenten en gegevens over de locatie die de inspectie voorafgaand aan het onderzoek heeft opgevraagd.
• Vve-locatiebezoek, waarbij:
◦ documenten, handelingsplannen en groepsplannen zijn bestudeerd;
◦ enkele groepsbezoeken zijn uitgevoerd. Deze vve-bezoeken vonden plaats in de groep; maandagochtend
◦ gesprekken met de leidinggevende, ouders, pedagogisch medewerkers zijn gevoerd.
1 INLEIDING
Onderzoeksopzet
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010. Dit document is te vinden op
www.onderwijsinspectie.nl.
In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte
indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Toezichtkader
Opbouw rapport
Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op een enkel punt na voor de aspecten kwaliteit van uitvoering (C), ontwikkeling, begeleiding en zorg (D), kwaliteitszorg (E) en de doorgaande lijn (F) op orde is.
Daarnaast zijn er verbeterpunten geconstateerd op de volgende aspecten:
condities (A) en ouders (B).
Totaalbeeld
Peuterspeelzaal Benjamin, locatie De Wegwijzer is opgericht in 1993 door het schoolbestuur van drie christelijke basisscholen in Lunteren (De Bron, De Wegwijzer en Nederwoud). Sinds 2005 is Benjamin een zelfstandige stichting:
Stichting Christelijke Peuterspeelzaal Benjamin. Vanaf 2011 is de
peuterspeelzaal een voorschool. Peuterspeelzaal Benjamin heeft vestigingen op twee locaties, bij CBS De Wegwijzer en De Bron. In totaal komen er 110 peuters naar Benjamin. Van die 110 peuters gaan er 40 naar De Wegwijzer. Daarvan zijn er 10 doelgroeppeuter.
De gemeente Ede heeft vve een duidelijke plaats in het achterstandenbeleid gegeven en de ambities zijn hoog. In de afgelopen periode is veel werk verzet en is beleid ontwikkeld en uitgevoerd om deze ambities te realiseren.
De toeleiding van de doelgroepkinderen blijft een punt van aandacht in de buitengebieden: regelmatig ‘ontglippen er nog doelgroepkinderen aan de aandacht’.
Toelichting
2.1 Condities
De condities op de peuterspeelzaal zijn grotendeels op orde.
De pedagogisch medewerkers zijn, conform de bestuursakkoorden, getoetst op hun mondelinge en schriftelijke vaardigheden. Het merendeel van de
pedagogisch medewerkers beheerst aantoonbaar het vereiste taal- en schrijfvaardigheidsniveau.
2 BEVINDINGEN
Eén pedagogisch medewerker heeft van het vve-programma alleen module één afgerond. Momenteel worden de overige modules niet aangeboden. Zodra deze weer aangeboden worden, zal de medewerker de opleiding afronden (indicator A5.4).
Eén van de vereisten om als voorschool erkend te worden is dat een doelgroep peuter vanaf 2,5 jaar minimaal 10 uur en/of vier dagdelen per week naar de peuterspeelzaal komt om vve te volgen. Hier voldoet Benjamin onvoldoende aan. Dit is een gevolg van de soms stagnerende toeleiding. Ook speelt mee dat er vve-geld is voor een totaal van 15 peuters op de beide locaties van Benjamin samen. Dit is een ontwikkelpunt (indicator A4.1).
2.2 Ouders
De ouders van de peuterspeelzaal waarmee de inspectie heeft gesproken, zijn tevreden over de contacten die zij hebben met de pedagogisch medewerkers.
Daarbij gaat het niet alleen om een educatief, maar ook om een pedagogisch partnerschap: de ouders kunnen met alle onderwijskundige èn opvoedkundige vragen bij de medewerkers terecht.
Benjamin heeft per speelzaal de ouderpopulatie in beeld gebracht. Deze informatie vormt de basis voor de verdere uitwerking van het ouderbeleid.
De peuterspeelzaal is bezig de laatste hand te leggen aan een gericht ouderbeleid. Tijdens het bezoek op 11 november 2013 was een uitgewerkt ouderbeleid echter nog niet voorhanden. Indicator B1 is daarom aangemerkt als verbeterpunt.
De speelzaal start binnenkort het werken met verteltassen, concrete materialen en richtvragen voor de ouders/verzorgers (passend bij het gekozen thema).
Bij elk thema van het vve-programma ontvangen de ouders een digitale themabrief. Per kwartaal krijgen de ouders een nieuwsbrief over het reilen en zeilen van de speelzaal. Vier keer per jaar is er een koffieochtend voor de ouders, waarbij ouders ook een kringactiviteit kunnen bijwonen.
De inspectie stelt echter vast dat peuterspeelzaal Benjamin een gerichter beleid kan voeren om te stimuleren dat ouders thuis daadwerkelijk
ontwikkelingsgerichte activiteiten met hun peuter gaan doen. Indicator B4 is een verbeterpunt. De ouders ontvangen weliswaar een themabrief met suggesties, maar deze biedt te weinig ondersteuning. Tevens is het van belang dat de pedagogisch medewerkers bij ouders navragen of de activiteiten thuis zijn uitgevoerd.
De ouders worden bij binnenkomst door de pedagogisch medewerkers gestimuleerd om met hun kind een activiteit uit te voeren, hier wordt nog onvoldoende bewust sturing aan gegeven. Met name bij de doelgroeppeuters is
uitbreiding nodig: medewerkers zouden bijvoorbeeld meer/vaker samen met ouders activiteiten uit kunnen voeren. Indicator B5 is een verbeterpunt .
2.3 Kwaliteit van de uitvoering van vve
Peuterspeelzaal Benjamin werkt met een integraal vve-programma. Er zijn al veel stappen gezet om tot een planmatige en cyclische manier van werken te komen. De planning van het aanbod en de bijbehorende doelen zijn uitgewerkt in groepsplannen. Er is een start gemaakt om aan de activiteiten inhoudelijke doelen te koppelen; in eerste instantie voor de ontwikkelingsgebieden taal en rekenen. Het verder ontwikkelen van de ingezette werkwijze is een
aandachtspunt.
Het pedagogisch klimaat op de peuterspeelzaal is prettig en het biedt ook voldoende structuur. Er zijn duidelijke regels en de pedagogisch medewerkers gaan op een respectvolle wijze met de kinderen om.
De binnenruimte vraagt aandacht: de speelleeromgeving zou uitdagender en interessanter te maken zijn. Allereerst is het thema te weinig herkenbaar in de hoeken uitgewerkt. Wel zijn de puzzels aangepast aan het thema en is er een thematafel. Daarnaast kan er meer diversiteit aangebracht worden in de hoeken, die overigens wel aansluiten bij de belevingswereld van kinderen. Tot slot is expliciete aandacht voor meertaligheid onvoldoende zichtbaar in de ruimte (indicator C 2.5).
In het educatief handelen is zichtbaar dat de pedagogisch medewerkers een responsieve houding naar de kinderen hebben. Zij benutten spontane voorvallen met/rond de kinderen om er een leermoment van te maken. Er zijn afspraken gemaakt over de taakverdeling van de medewerkers. Een punt van aandacht is dat de taakverdeling evenredig verdeeld blijft, zodat alle medewerkers
voldoende ontwikkelkansen krijgen.
2.4 Ontwikkeling, zorg en begeleiding.
Een vroegtijdige signalering vindt plaats aan de hand van een
observatieformulier van de Piramidemethode en de bijbehorende toetsen, Rekenen voor peuters en Taal voor peuters.
Aansluitend op deze signalering wordt er een vervolgstap genomen met een ontwikkelplan. De pedagogisch medewerkers schrijven een ontwikkelplan en houden bij hoe de ontwikkelingen verlopen. Qua formulering is hier nog een verdiepingsslag te maken.
De pedagogisch medewerkers weten welke zorg de peuters nodig hebben en wie in aanmerking komen voor nadere bespreking. Indien nodig kunnen de
medewerkers de externe experts van ‘Kijken en Doen’ inschakelen of maken zij gebruik van een Individueel Kind Begeleider. Er is structureel overleg met de externe zorgketen, en ook met de intern begeleider van de basisschool.
Daarmee is de zorg voldoende gewaarborgd.
2.5 Kwaliteitszorg
De leidinggevende van peuterspeelzaal Benjamin, draagt zorg voor de
kwaliteitszorg. Peuterspeelzaal Benjamin maakt de stap van een organisatie met veel vrijwilligers naar een professionele organisatie. De leidinggevende zit in de klankbordgroep van de gemeente Ede, en in het directieoverleg.
Eenmaal per zes weken zitten de coördinatoren van de scholen en de
peuterspeelzalen bij elkaar. Bij dit overleg worden onder andere de slo-doelen en leerlijnen besproken, of hoe de ouderbetrokkenheid vergroot kan worden.
Door dit regelmatige overleg is men naar elkaar toegegroeid en is er meer waardering voor elkaars werk ontstaan.
De inspectie constateert dat er veel in gang is gezet om de voorwaarden te realiseren voor een goede uitvoering van vve. Er zijn plannen in de maak en afspraken gemaakt om de kwaliteitscyclus verder te verbeteren. De vertaling op papier van deze plannen vraagt om een nadere uitwerking. Zo heeft de
peuterspeelzaal wel zicht op de resultaten van de voorschoolse educatie maar is er nog niets vastgelegd over de borging en/of de evaluatie van deze plannen op locatie- of groepsniveau. Op dit moment is indicator E3 een verbeterpunt. Dit geldt ook voor indicator E5. Het perspectief voor verbetering is gunstig gezien de grote ontwikkelsprong die de organisatie de afgelopen jaren doorlopen heeft.
2.6 Doorgaande lijn
Peuterspeelzaal Benjamin heeft met meerdere scholen contact, De Bron, De Wegwijzer en cbs Nederwoud. Een van de pedagogisch medewerkers werkt ook anderhalve dag op basisschool De Wegwijzer en Nederwoud. Zij begeleidt hier de vve-kinderen.
Dit is een mooi voorbeeld van hoe een doorgaande lijn van voor- naar
vroegschool in de praktijk tot stand kan komen. Tevens vindt er voor elk kind een warme overdracht plaats.
De samenwerking met eerdergenoemde scholen reikt verder dan deze
contacten, ook wordt er de visie op kinderen besproken en vindt er uitwisseling plaats over het werken aan taal- en rekendoelen.
De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op peuterspeelzaal Benjamin grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie per aspect slechts een beperkt aantal tekortkomingen kent.
Het onderzoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van afspraken.
3 CONCLUSIE
In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.
De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.
Legenda:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig
Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk
Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen
Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
BIJLAGE 1 OORDELEN
Stg. Chr. Peuterspeelzaal Benjamin, locatie De Wegwijzer
Condities 1 2 3 4
•
•
• Voldoende vve-tijd
• Kwaliteit pedagogisch medewerkers
•
•
•
• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar
A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Pedagogisch medewerker - kind ratio ("dubbele bezetting")
A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool
A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)
A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan
Ouders 1 2 3 4
•
•
• B1 Gericht vve-ouderbeleid
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd
B3 Intake
Ouders 1 2 3 4
•
•
•
• B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te
doen
B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind
B7 Rekening houden met thuistaal
Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4
Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
•
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
•
•
•
•
• C1.1 Een integraal vve-programma
C1.2 Werken met een doelgerichte planning
C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd
C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd
C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is respectvol
C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen
C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind
C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend
C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen
C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken
C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten
Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4 C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de •
activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
•
•
•
• Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
•
•
• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen
D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind
D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding
en zorg
D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de
ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4
•
•
•
•
•
• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool
E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig
E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-
verbetermaatregelen
E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie
E6 In de kwaliteitszorg van de vroegschool wordt ook specifiek naar vve gekeken
Doorgaande lijn 1 2 3 4
•
•
• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool
F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool
F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht
Doorgaande lijn 1 2 3 4
•
•
•
• F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar
afgestemd
F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd
F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd
F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd