Inspectierapport
Peuteropvang Alfonsus (KDV) Pastoor Geertmanstraat 17 7535BZ ENSCHEDE
Registratienummer 948860881
Toezichthouder: GGD Twente
In opdracht van gemeente: Enschede
Datum inspectie: 29-03-2016
Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek
Status: Definitief
Datum vaststelling inspectierapport: 08-04-2016
Inhoudsopgave
Het onderzoek ... 3
Observaties en bevindingen ... 4
Pedagogisch klimaat ... 4
Personeel en groepen ... 6
Inspectie-items ... 7
Gegevens voorziening ... 9
Gegevens toezicht ... 9
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.
In dit inspectierapport zijn niet alle inspectie-items beoordeeld, omdat er sprake is van risico gestuurd toezicht (RGT). De inspectie-items die bij deze inspectie worden getoetst richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk.
Beschouwing
Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij het risicogestuurde onderzoek en de aanvraag van wijziging kindplaatsen. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt.
Feiten over kindercentrum
Kinderdagverblijf Alfonsus (peuteropvang) staat vanaf 01-08-2013 geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen met 14 kindplaatsen. De opvang vindt plaats in één stamgroep.
Het kinderdagverblijf Alfonsus is gevestigd in activiteitencentrum de Roef en maakt deel uit van kinderopvangorganisatie Hebbes.
De openingstijden zijn: maandag t/m donderdag van 8.30- 11.30 uur en van 11.55-13.55 uur.
Inspectiegeschiedenis:
Januari 2014: Onderzoek na registratie: Handhaven op; pedagogisch klimaat, personeel en groepen en ouderrecht;
Maart 2014: Nader onderzoek: De houder voldoet aan de getoetste kwaliteitseisen. De tekortkomingen zijn opgelost;
Oktober 2014: Jaarlijkse inspectie: De houder voldoet aan de getoetste kwaliteitseisen.
April 2015: Jaarlijkse inspectie: De houder voldoet aan de getoetste kwaliteitseisen.
Bevindingen op hoofdlijnen:
Tijdens dit onderzoek is gebleken dat de houder voldoet aan de getoetste kwaliteitseisen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Binnen dit domein worden de inspectiebevindingen belicht over het domein pedagogisch klimaat.
Per aspect wordt eerst de praktijkobservatie beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria.
Geobserveerd is of de beroepskrachten in de praktijk van de opvang handelen naar de pedagogische basisdoelen in het algemeen en het pedagogisch beleidsplan specifiek.
Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basisdoelen vanuit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen;
Pedagogische praktijk
Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument pedagogische praktijk 0-4 jaar (januari 2015).
Daarin staan beschrijvingen van de specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. De betreffende indicator uit dit Veldinstrument is in de tekst hierna cursief weergegeven.
Ter illustratie van het oordeel worden door de toezichthouder de basisdoelen toegelicht met een voorbeeld.
Emotionele veiligheid
Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep.
De kinderen zijn ontspannen bezig. Ze laten zien dat ze zich op hun gemak voelen. Zij tonen emoties die passen bij de situatie.
Er is een kind dat voor de tweede keer de opvang bezoekt en nog moet wennen. Af en toe heeft hij het even moeilijk. De beroepskrachten zien dat en geven gepaste aandacht.
De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen
De beroepskrachten reageren op een warme manier op kinderen.
Voorbeeld: Een kind geeft een pop en een flesje aan de beroepskracht. Beroepskracht: "wil je dat ik de pop de fles geef?". Kind beaamt dit. Na een tijdje vraagt de beroepskracht of ze het kind(pop) in bed mag leggen. "Kijk de fles is leeg en ze is moe".
Er is informatieoverdracht en -uitwisseling tussen ouders en beroepskrachten
De beroepskrachten spreken ouders actief aan over de actuele situatie. Zo wordt er tijdens de inspectie een ouder gebeld wiens kind ziek is met de vraag of de ouder het kind op wil/kan halen.
Op het moment dat de ouder het kind ophaalt draagt de beroepskracht informatie over. Ze vertelt hoe de ochtend tot dan is verlopen.
Persoonlijke competentie
Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen.
Op het moment van inspectie zijn de kinderen vrij aan het spelen. Ze zijn o.a aan het kleien, maken puzzels, spelen met ontwikkelingsmateriaal. Een beroepskracht leest een boekje voor. In de groepsruimte staat een zand/watertafel. Deze is gevuld met o.a. mais. Daarnaast liggen er
trechters, pijpen pvc, en lepels in. De kinderen vullen een lepel met mais en laten het door bijvoorbeeld de trechter of door de pvc pijp lopen. Ze hebben zichtbaar plezier in deze bezigheid.
Sociale competentie
De kinderen zijn deel van de groep
De beroepskrachten activeren de betrokkenheid en deelname van kinderen aan het
groepsgebeuren. Op het moment van inspectie zijn twee kinderen samen in de huishoek aan het spelen waar ze helemaal opgaan in hun rollenspel.
Een kind wil graag met een bepaalde vormenplank spelen. Maar er speelt al een ander kind mee.
X:"blijf jij er maar mee spelen hoor, dan pak ik wel de andere".
Normen en waarden
Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen.
Voorbeeld: eerst opruimen waar je mee gespeeld hebt, voor je wat anders pakt. Handen wassen na het toiletgebruik.
Conclusie
De voorwaarden behorende bij de pedagogische praktijk worden voldoende gewaarborgd.
Voorschoolse educatie
Er wordt bij peuterspeelzaal Alfonsus (KDV) gewerkt met het VVE- programma Piramide.
VVE- geïndiceerde kinderen worden op woensdag en vrijdagmorgen in een VVE groep opgevangen. Daarnaast krijgen zij nog 2 keer per week gerichte activiteiten aangeboden, individueel en in een groepsverband.
De beroepskrachten zijn VVE gecertificeerd.
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op waarin tot uitdrukking komt op welke wijze de kennis en vaardigheden van de beroepskrachten voorschoolse educatie worden onderhouden.
Conclusie:
Er wordt voldaan aan de wettelijke vereisten aangaande de basisvoorwaarden VVE.
Gebruikte bronnen:
• Interview anderen (Beroepskrachten)
• Observaties
• VVE-certificaten
• Opleidingsplan voorschoolse educatie
Personeel en groepen
Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein ‘personeel en groepen’. Per aspect worden eerst de gegevens beschreven van het kindercentrum gevolgd door een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Binnen dit domein zijn de volgende aspecten beoordeeld:
• Beroepskwalificaties en verklaringen omtrent het gedrag;
• Beroepskracht-kindratio;
• Opvang in groepen.
Verklaring omtrent het gedrag
De inspecteur heeft de verklaring omtrent het gedrag van een nieuwe beroepskracht ingezien.
Deze voldoet aan de gestelde voorwaarden.
De verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten werden reeds bij de vorige inspectie beoordeeld en akkoord bevonden.
Passende beroepskwalificatie
De inspecteur heeft het diploma van een nieuwe beroepskracht ingezien. Dit diploma voldoet aan de gestelde voorwaarden.
De diploma's van de beroepskrachten werden reeds bij de vorige inspectie beoordeeld en akkoord bevonden.
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in 4 groepen van elk maximaal 14 kinderen.
Groep 1 – maandagmiddag en woensdagochtend Groep 2 – dinsdagochtend en donderdagmiddag Groep 3 – dinsdagmiddag en donderdagochtend VVE groep – maandagochtend en woensdagmiddag
Conclusie
Er wordt voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot opvang in groepen.
Beroepskracht-kindratio
Op het moment van inspectie zijn er 12 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten.
Conclusie
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie
De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.
OF
Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.
OF
De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.
(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : Peuteropvang Alfonsus
Aantal kindplaatsen : 14
Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder
Naam houder : KOV Hebbes
Adres houder : Haaksbergerstraat 501
Postcode en plaats : 7545PH ENSCHEDE
Website : www.kov-hebbes.nl
KvK nummer : 08157895
Aansluiting geschillencommissie : Ja
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Twente
Adres : Postbus 1400
Postcode en plaats : 7500BK ENSCHEDE
Telefoonnummer : 053-4876700
Onderzoek uitgevoerd door : Joke Kempers Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : Enschede
Adres : Postbus 20
Postcode en plaats : 7500AA ENSCHEDE
Planning
Datum inspectie : 29-03-2016
Opstellen concept inspectierapport : 31-03-2016
Zienswijze houder : Niet van toepassing
Vaststelling inspectierapport : 08-04-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 11-04-2016 Verzenden inspectierapport naar
gemeente
: 11-04-2016 Openbaar maken inspectierapport : 29-04-2016
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.