• No results found

Groenplan Antwerpen PROCESNOTA

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Groenplan Antwerpen PROCESNOTA"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Groenplan Antwerpen

PROCESNOTA

(2)

Stadsontwikkeling | Omgeving | Ruimtelijke Planning Smits Filip regisseur stadsprojecten Rooman Karina projectleider groenplannen De Langhe Koen ontwerpend onderzoek Steurs Koen ontwerpend onderzoek

(3)

INHOUDSTAFEL

Huidig groenaraal 4 Publiek groen 4 Privaat groen 6

Bomen 7

Synthese bestaande groenstructuur 8 Groene thema’s 10 Historisch 10 Gebruik 10 Ecologie 10 Klimaat 11 Beleidscontext 12 Bestuursakkoord district Antwerpen 12 Groene projecten 13 Planproces 14 Procesnota 14 Analysenota 14 Visienota 15 Groenplan 15 Communicatie en participatie 16 Moment 1: participatie 16 Moment 2: informatie 16 Moment 3: participatie 16 Moment 4: informatie 16 Moment 5: participatie 16 Momenten 6 en 7: informatie & groenste week 16 Projectorganisatie 17

(4)

Huidig groenareaal

Publiek groen

Het district Antwerpen heeft een oppervlakte van 3856,6 ha en is daarmee het grootste district van de stad.

Circa 1406,6 ha of 36,5% van de districtsoppervlakte bestaat uit publieke open ruimte. Daarvan is 611,2 ha gebruiksgroen of m.a.w. groengebied dat specifiek ingericht werd om te recreëren. Dit is 15,8% van de oppervlakte. Een blik op de kaart toont onmiddellijk dat dit gebruiksgroen heel ongelijkmatig in het district verspreid ligt. Het merendeel ervan bevindt zich in de districtsdelen Linkeroever en Middelheim. Alleen daar zijn nog grotere aaneengesloten groene landschappen aanwezig. In alle andere districtsdelen is er in verhouding heel weinig gebruiksgroen. De open ruimte is er, naast enkele geïsoleerde parken zoals het Stadspark, vaak beperkt tot pocketparkjes of louter gebruikspleinen (1,4%).

Daarnaast is er in het district Antwerpen ook een klein aandeel wachtgroen. Dit is open ruimte die op korte termijn ontwikkeld zal worden en zal verdwijnen. Het betreft o.a. projecten zoals Blue Gate en Nieuw Zuid die 78,8 ha of 2% districtsoppervlakte innemen.

Rond de R1 ligt ongeveer 268,6 ha structuurgroen of 7,0% grondoppervlak. Dit is groengebied dat door de infrastructuren gedomineerd wordt.

Tenslotte is er met 393 ha of 10,2% grondoppervlak in district Antwerpen een aanzienlijk aandeel natuurlijk groen. Dat bevindt ook vooral op Linkeroever en een klein stukje van de Hobokense Polder op rechteroever.

Het zijn allemaal waardevolle natuurgebieden, waarvan de meeste op één of andere manier een link met de Schelde hebben.

(5)

Scheldepark

De grotere groengebieden op Linkeroever zijn in het stadsbreed groenplan ‘Levendig Landschap’ een deel van het Scheldepark, één van de vijf superparken in de stad. Het Scheldepark doorkruist Antwerpen van zuid naar noord en is daardoor de natuurlijke ruggegraat van de stad en het district.

Het Scheldepark bestaat uit twee landschappen: het Scheldeland en de Zandvlakte Linkeroever.

Het Scheldeland omvat de Schelde-oevers, Blokkersdijk, Galgenweel, Burchtseweel en de Hobokense Polder. Bijna het volledige Scheldeland behoort tot het Natura2000–

netwerk en is op Europees niveau beschermd als Vogel- of Habitatrichtlijngebied. Dit is m.a.w. echte topnatuur, vlakbij het stadscentrum.

De Zandvlakte Linkeroever bestaat uit St-Annabos, het Rot, Middenvijver, Vlietbos en het Zand. Dit was oorspronkelijk poldergebied, dat eind 19e eeuw met zand opgehoogd werd. Dat zorgde voor een grondige landschappelijke transformatie. Geleidelijk kwam er ook in dit landschap natuur met grote ecologische waarde.

Centraalpark

De groengebieden rond de R1 en het Nachtegalenpark

zijn in het stadsbreed groenplan de basis voor het Centraalpark, een tweede superpark in Antwerpen.

Ook het Centraalpark bestaat uit twee landschappen: de Kasteelparken en de Groene Bedding. De oorsprong van beide landschappen ligt minder in een natuurlijke basis, maar eerder in historische stedelijke structuren. De Groene bedding is geënt op de contour van de oude Brialmont- omwalling, terwijl de Kasteelparken restanten zijn van de parkdomeinen van vroegere lusthoven die hier als sinds de 16e eeuw aanwezig waren.

Die culturele achtergrond is vooral in de Kasteelparken vandaag nog steeds aanwezig. Zo is het Middelheim nu een gerenommeerd beeldenpark en Den Brandt het decor van het jaarlijkse festival Jazz Middelheim.

(6)

Privaat groen

Het publieke groenareaal van het district Antwerpen wordt aangevuld met groen dat zich in private tuinen en voortuinen bevindt. Dat is nog eens 218,1 ha of 5,6% van de districtsoppervlakte. Het meeste van dit groen bevindt zich in tuinen: het omvat 201,8 ha of 5,2% van de districtsoppervlakte. In voortuinen is 16,3 ha groen te vinden of 0,4% van het grondgebied.

Het privaat groen volgt min of meer hetzelfde patroon als het publieke groen. In de districtsdelen Linkeroever en Middelheim is er opvallend meer privaat groen dan elders in het district.

Daarnaast zijn er ook in Markgrave, Harmonie en de Tentoonstellingswijk redelijk veel groene (voor)tuinen.

Het privaat groen lijkt zich vanuit deze zuidelijke districtsdelen naar de stadskern toe te verspreiden.

Het vormt er een diffuse groene nevel.

In sommige districtsdelen is er echter ook nauwelijks privaat groen. Het Zuid, zones rond de Meir en rond het Centraal Station en ook het Eilandje vormen grote grijze gaten waar amper groene oppervlakte te vinden is. Het privaat groen kan hier het gebrek aan publiek groen niet compenseren.

(7)

7

Bomen

Complementair aan de oppervlakte publiek en privaat groen, wordt de groenstructuur ook gedefinieerd door het bomenpatroon. Het district Antwerpen telt meer dan 73.000 bomen, die zowel in de groengebieden, private (voor)tuinen als in straten en pleinen terug te vinden zijn.

Het merendeel van de bomen (62,8%) bevindt zich in groengebieden en pleinen. Daarmee onderschrijven zij ook het patroon waabij het zwaartepunt van groen in de districtsdelen Linkeroever en Middelheim ligt.

In de private (voor)tuinen bevindt zich 12,5% van het bomenareaal.

Het bomenaandeel in straten bedraagt 24,7%. Dat is nog niet het dubbele van het aandeel in tuinen. Toch kunnen deze bomen in sommige districtsdelen een aanzienlijk verschil maken. Zowel op het Zuid als het Eilandje zijn het de enige aanwezige groenelementen en dragen ze bij aan de identiteit van deze districtsdelen. Vooral op het Zuid is het orthogonale bomenrijke stratenpatroon dominant aanwezig. Ook in de Tentoonstellingswijk versterken bomenrijke straten het groengehalte van het districtsdeel en vormen ze groene verbindingen tussen het Nachtgalenpark, de Mastvest en het Kielpark.

(8)

Synthese bestaande groenstructuur

1

2

3

4

1 2

3

4

5 6

7

8

9 10

11 12

13

Scheldeboorden Linkeroever

Sint-Annabos

Middenvijver

Beatrijslaan

(9)

9

De bomen, het publiek en privaat groen vormen samen de huidige groenstructuur van het district Antwerpen.

De gevarieerde landschappen dringen op Linkeroever helemaal in het woonweefsel door en vormen er een groen schiereiland.

Daartegenover staat op rechteroever de fijnmazige binnenstad waar slechts enkele kleine groene oases het grijze weefsel opfrissen. Rondom de 19e eeuwse wijken, die door een groene nevel van tuinen en bomen verlevendigd worden. Het Stadspark, de Zoo, het Albertpark, Hertoghepark, Hof van Leysen en Spoor Noord liggen er als groene eilanden ingebed.

Aan de zuidkant snijdt de groene Ringbedding het Kiel, Middelheim en de Tentoonstellingswijk van de kern- stad af. Deze 20e eeuwse wijken zijn via een netwerk van groene tuinen en straten met de Kasteelparken verbonden.

Aan de noordkant wordt Luchtbal ook van de kernstad afgezonderd, maar hier gebeurt dat door een stenige woestenij van infrastructuren. Luchtbal zelf vormt een mix van tuinwijk- en campuspatronen, allebei op hun eigen manier dooraderd met publiek en privaat groen.

5 6 7

8

9

11 10 12 13

Luchtbal Liverpoollaan Park Spoor Noord

Stadspark Sint-Paulusplaats

Kleine Koraalberg Middelheimpark

Vlaamse Kunstlaan Tolstraat

(10)

Groene thema’s

De morfologie en het huidige groenareaal van district Antwerpen hebben enkele specifieke kenmerken die de aandachtpunten voor dit district beïnvloeden.

Historisch

Meer dan in andere districten, heeft de geschiedenis van de stad in het district Antwerpen een sterke impact gehad op het groenareaal. De natuurlijke structuur is er bijna volledig uitgegomd door de verschillende ontwikkelingsfasen die dit stadsdeel doormaakte.

Waar de grote landschappen in de andere districten nog duidelijk gekenmerkt worden door de fysische basis (bodemsamenstelling, beekvalleien,...), is dat in Antwerpen niet het geval. En dat geldt ook voor alle weefsel ertussen. Ingrijpende menselijke interventies hebben de fysische basis laten verdwijnen waardoor aanknopingspunten voor de natuurlijke structuur er nauwelijks nog te vinden zijn.

Daardoor speelt de morfologie van het weefsel in district Antwerpen een belangrijke rol om het huidige groenareaal op een zinvolle manier te versterken.

De verschillende districtsdelen zijn het resultaat van meerdere opeenvolgende ontwerpperiodes en heb- ben elk hun eigen typologische kenmerken waarin het groenareaal op een specifieke manier verweven zit.

Het weinige aanwezige groen heeft vaak een grote historische waarde omdat het zeldzame getuigen zijn van zowel het groenbeleid als van het dagelijkse leven van weleer. Ook omvatten deze groengebieden soms groenelementen met een hoge leeftijd (veteraan- bomen,...) en leveren ze daardoor een onschatbare bijdrage aan de leefkwaliteit in Antwerpen.

Gebruik

Groen biedt ruimte om te ontspannen en draagt daardoor bij aan de gezondheid van de stadsbewoners. Het district Antwerpen telt 193.885 inwoners.

Voor elke inwoner is er gemiddeld 69,1 m² open ruimte. Als enkel het gebruiksgroen wordt gerekend, daalt dit cijfer tot gemiddeld 31,5 m² per inwoner. Daarmee ligt het net boven de Vlaamse richtlijn (30 m²/inw). Het gemiddelde groenaandeel verbergt grote verschillen tussen districts- delen onderling.

Uit de bestaande groenstructuur valt al duidelijk af te lezen dat er niet overal evenveel open ruimte of gebruiksgroen aanwezig is. Districtsdelen met een lage bevolkingsdichtheid beschikken over het meeste groen, terwijl er in districtsdelen met hoge bevolkingsdichtheid net weinig groen te vinden is. Ook zijn er delen van het district waar er helemaal geen groen te vinden is en m.a.w. er groentekortzones zijn. De focus voor het districtsgroenplan Antwerpen ligt bij het maximaal bereikbaar maken van het bestaande groen en waar nodig het invullen van de tekorten. Hierbij kan het project Over de Ring mee bepalend zijn.

Ecologie

In de grote landschappen in het district Antwerpen komen meerdere ecologische kerngebieden voor:

- Nachtegalenpark - Hobokense Polder - Burchtse Weel - Galgenweel - Vlietbos - Het Rot - Blokkersdijk - Sint Annabos

- Linkeroever slikken en schorren - Schelde en Margueriedokje

De Ringbermen vormen een ecologische connector rond de stadskern.

Buiten de Ringbermen en het Nachtegalen- park hebben al deze gebieden een relatie met de Schelde. Binnen het stadsweefsel zelf zijn er geen geïsoleerde kerngebieden.

Versterking van de biodiversiteit, al dan niet via een groen netwerk, is dan ook een relevant aandachtspunt in dit district.

1700

(11)

11

Klimaat

Van de totale oppervlakte van het district is 40,4% open ruimte en 13,6% water. M.a.w.

is 46,0% districtsoppervlakte verzegeld door gebouwen of verhardingen. En bijgevolg ook gevoelig voor opwarming.

Groen en water kunnen verkoelend werken als ze voldoende omvang hebben. De grote landschappen warmen aanzienlijk minder op dan het stedelijk weefsel en zouden als natuurlijke airco’s kunnen fungeren. In het district Antwerpen zijn ze echter t.o.v. het bouwweefsel minder gunstig gesitueerd.

Daardoor komt de focus van het districts- groenplan Antwerpen vooral op ontharding en vergroening in het weefsel zelf te liggen.

Dit betekent o.a. bestaande en nieuwe open ruimte inzetten als koelteplekken waar de bewoners bij hittedagen verkoeling kunnen vinden en daarnaast ook zorgen voor aangename koele trage trajecten naar deze plekken.

I.f.v. verkoeling kunnen zowel het publieke als private groen een rol spelen om de opwarming van het weefsel te beperken.

De sterke verzegeling in district Antwerpen is niet alleen i.f.v. opwarming een aandachtspunt, maar heeft ook impact op de lokale waterhuishouding.

Antwerpen ligt weliswaar in de natuurlijke vallei van de Schelde, maar is ontstaan op een hogere zandrug. Daardoor is een groot deel van het district minder gevoelig voor overstromingsrisico.

In het noordelijk deel van het district is er wel een groot risico voor wateroverlast. Dit gebied maakte ooit deel uit van de Schijn- vallei en is daardoor een verzamelpunt voor water. Ook het zuidelijke stuk van de stadskern is watergevoelig. Hier hangt de problematiek meer samen met het rioleringsstelsel, dat bij hevige regenval het hemelwater niet kan verwerken. Door teveel verzegeling is er meer af te voeren regenwater. Dit kan niet meer in de bodem infiltreren en moet daardoor via de riolering afgevoerd worden.

Teveel water zorgt op sommige plekken niet alleen voor wateroverlast, het leidt er ook toe dat de grondwatertafel onvoldoende gevoed wordt.

Teveel water is niet het enige probleem waarmee delen van het district Antwerpen geconfronteerd worden. De afgelopen jaren kwam ook verdroging bovenaan op de beleidsagenda te staan. De lege vijver van het Stadspark haalde meermaals het nieuws. Zowel de kernstad als de zuidelijke districtsdelen blijken ietwat gevoelig voor verdroging. Dat heeft impact op de stand- plaatscondities en overlevingskansen van huidig en toekomstig groen.

°C

(12)

Beleidscontext

In het bestuursakkoord 2019-2024 van de stad Antwerpen voorzag het college in de verderzetting van de opmaak van groenplannen op niveau van de districten:

80. We zetten volop in op meer groen en water in het publiek domein door het opstellen van een vergroeningsplan voor de stad.

Na de voltooiing van het stadsbreed groenplan

‘Levendig Landschap’ in 2017, kwam eerst het district Deurne aan de beurt. District Antwerpen is het tweede district waarvoor een groenplan opgesteld wordt.

Op stadsbreed niveau vormt ook het Waterplan (2019) een kader waarom het districtsgroenplan Antwerpen zal verderbouwen.

Bestuursakkoord district Antwerpen

Stadsmakers

Stadsmakers geeft met een ondersteunings- pakket voor de aanleg van geveltuinen, onderhoud van buurtbomen en buurt- contracten (vaak vergroeningsinitiatieven).

extra armslag aan groenvoorziening.

Publiek domein

Bij de heraanleg van openbaar domein staat ecologische duurzaamheid voorop via vergroening, verblauwing en ontharding.

Groen

Het groen vervult veel functies. Parken zijn groene longen waar sport, spel en recreatie hun plek hebben. Het voorziet mens en dier van voedsel en geeft vele dieren onderdak.

Daarenboven kan met groen en ruimte voor water ingezet worden op klimaatadaptatie.

- Een omvattend plan geeft het Stadspark zijn oude luister terug.

- Aan de actuele beheerplannen van parken wordt een investeringsplan gekoppeld.

- Een groene ruimte - inventaris zorgt voor ontsluiting en opties voor horeca.

- Een educatief hoogteparcours in één van de grote parken is een meerwaarde.

- Een groenweefselplan zorgt tegen 2024 voor toegankelijk openbaar groen op 400m voor elke Antwerpenaar.

Het bestuursakkoord van het district omvat enkele doelstellingen die specifiek op het groen in het district betrekking hebben. Antwerpen wil sterk inzetten op een doordacht integraal groenbeleid waarbij ontharden van het openbaar domein en uitbreiden van het stedelijk groen de uitgangspunten worden.

- Grondgebonden groen heeft de voorkeur.

- Aanleg van openbaar domein integreert klimaatadaptatie. Project ‘Klimaatrobuust Sint-Andries’ toont hoe een wijk samen met inwoners aangepakt wordt.

- ‘Operatie Steenbreek’ sensibiliseert om voor- en achtertuinen te vergroenen.

- Het aantal bomen en groen in openbaar domein wordt systematisch uitgebreid.

- Een eenvoudig systeem identificeert het groen in de straat, geeft achtergrondinfo mee en kan educatief ingezet worden.

- In een kerstbomenweide kunnen inwoners hun boom kunnen laten overzomeren.

- Samentuinen werken verbindend en educatief en leveren lokale groenten op.

- De aanplanting van een ‘tiny foodforest’

heeft aandacht voor eetbaar groen. Fruit- bomen in tuinen zijn goed voor bestuivers, leerrijk voor kinderen en nog lekker ook.

- Een grotere biodiversiteit maakt het groen minder kwetsbaar en ondersteunt bijen, bestuivers, tuin- en parkvogels en zelfs kleine zoogdieren.

- Het volume heesters en struiken wordt opgedreven, met voorkeur voor bloeiende en vruchtdragende soorten.

- Een stadsplan met alle (verborgen) grote en kleine groene parels en verbindingen.

Er zijn er meer dan de bewoners beseffen.

(13)

13

Groene projecten

In het district Antwerpen wordt al werk gemaakt van meer en beter groen in een aantal projecten:

1 Fransenplaats 2 Damplein 3 Pachtstraat 4 Wilgenstraat 5 Vinkenpark 6 Stadspark 7 Over de Ring 8 Blue Gate

9 Scheldeboorden-LO 10 Lange Ridderstraat 11 Regentstraat ABU) 12 Verschansingstraat (ABU) 13 Stuivenberg

14 KMSKA 15 Den Bell

16 Spoorpark 17 Mediaplein 18 Slachthuis 19 Zuiderdokken 20 Scheldekaaien 21 Kempenstraat 22 Bogaardeplein (ABU) 23 Joannasteeg (ABU)

24 Paleisstraat-Miraeusstraat (ABU) 25 Plein Kerkstraat (ABU)

26 Sint-Jobstraat (ABU) 27 Groenplaats

28 Paardenmarkt 29 Brusselstraat

Voor het groenplan zijn ook de speelweefselplannen van belang. In Antwerpen zijn intussen 6 plannen goedgekeurd en eentje in opmaak:

A Kiel B St-Andries C Brederode D Linkeroever

E Noord F Luchtbal G Stadspark (i.o.)

Daarnaast zijn er voor Brederode en de Universiteitsbuurt (H) ook zilveren linten uitgetekend en werd er voor de Universiteitsbuurt een beweegscan opgemaakt.

Tenslotte bestaan voor de meeste parken in het district beheerplannen (Nachtegalenpark, Stadspark, Spoor Noord, Albertpark, Kielpark,...).

(14)

Planproces

Het planproces voor de opmaak van het Groenplan Antwerpen omvat 4 stappen.

PROCESNOTA

De procesnota omvat een beschrijving van het huidige groenareaal in het district, aangevuld met lopende en/of geplande projecten die op het groen betrekking hebben.

De procesnota legt ook het traject van het Groenplan Antwerpen vast. Het traject geeft aan welke stappen genomen zullen worden om het groenplan uit te werken, wanneer er mijlpalen plaatsvinden en wanneer erover gecommuniceerd zal worden.

De procesnota wordt ter goedkeuring aan het stads- college en ter kennisneming aan het districtscollege voorgelegd.

ANALYSENOTA

De analysenota bestudeert het groenareaal i.f.v.

knelpunten en potenties. Dit gebeurt met een thematische methodiek (historiek, gebruik, ecologie en klimaat). Deze analyse gebeurt niet alleen via desktop-werk, maar wordt tevens aangevuld met bevindingen uit de bevraging van de bewoners.

De thematische analyse wordt uitgebreid met de resultaten van het gebruikersonderzoek, dat inzicht geeft in gebruik en beleving van het groen door de bezoekers.

De analysenota maakt de werkpunten in de huidige groenstructuur zichtbaar. Ze wordt ter goedkeuring aan het stadscollege en ter kennisneming aan het districtscollege voorgelegd.

PROCESNOTA stadscollege

districtscollege

goedkeuring kennisname

ANALYSENOTA participatie

stadscollege districtscollege

goedkeuring

kennisname

informatie VISIENOTA

districtsraad districtscollege

goedkeuring (LB) + advies (BB)

goedkeuring (BB)

informatie GROENPLAN

districtsraad

stadscollege goedkeuring (BB)

informatie groenste week kennisname

stadscollege

districtscollege kennisname

goedkeuring (LB) + advies (BB) participatie

participatie

(15)

15

VISIENOTA

De visienota reikt a.d.h.v. de thema’s mogelijke scenario’s voor de verdere ontwikkeling van het groen in Antwerpen aan. D.m.v. een aantal concepten maakt de visienota een synthese van de thematische scenario’s. Deze bepaalt de ambitie van Groenplan Antwerpen. Aan elk concept worden onderzoeks- locaties gekoppeld. Deze bieden een antwoord op de werkpunten in de huidige groenstructuur.

De visienota wordt ter goedkeuring aan zowel het stadscollege als de districtsraad voorgelegd.

GROENPLAN

In het groenplan wordt de gewenste groenstructuur voor Antwerpen uitgewerkt. Via ontwerpend onderzoek worden voor enkele locaties concrete voorstellen uitgetekend, waaruit ook richtlijnen voor gelijkaardige situaties in Antwerpen gedistilleerd worden. Deze richtlijnen vormen samen een toolbox.

Daarbij wordt afstemming gemaakt met de tool- box van groenplannen uit andere districten, waar- in ook al toepasbare tools opgenomen werden. De toolbox Antwerpen wordt aangevuld met een aantal relevante referentievoorbeelden, zowel vanuit de stad zelf als vanuit binnen- en buitenland.

De gewenste groenstructuur en ontwerpvoorstellen worden verder in fiches op niveau van districtdelen doorvertaald. Deze fiches tonen alle opportuniteiten om de groenstructuur efficiënt te versterken. Voor elk voorstel is er een concrete omschrijving. Per districts- deel worden de opportuniteiten ook in een indicatieve tijdlijn gezet, die een logische volgorde aangeeft.

Het groenplan wordt ter goedkeuring aan het stadscollege en de districtsraad voorgelegd. Het document omvat:

- een gewenste groenstructuur voor heel het district - een toolbox met richtlijnen en referenties

- per districtsdeel één of enkele opportuniteitenfiches Na de goedkeuring van het groenplan wordt breed gecommuniceerd en tevens een eerste stap in activering van het groenplan gezet door de organisatie van een ‘groenste week’.

°C

VISIE

AMBITIE

(16)

Communicatie en participatie

Gedurende het planproces worden 7 momenten voorzien waarop met de bewoners van Antwerpen en eventuele andere stakeholders over het Groenplan Antwerpen in interactie wordt gegaan. Dit gebeurt op verschillende manieren, afhankelijk van de planfase en de doelstellingen die bereikt moeten worden.

Moment 1: participatie

Tijdens de analysefase wordt een participatiemoment voorzien. Dit moment wordt aangewend om de bewoners informatie en tips te laten geven over het huidige groenareaal, o.a. waar er volgens hen knelpunten en opportuniteiten zijn. Deze input vult de desktop-analyse aan en heeft later ook impact op de verdere uitwerking van de gewenste groenstructuur.

Er wordt gepeild naar het belang dat de bewoners aan bepaalde groenelementen hechten en waarom. Dit laat toe de focus van de ambitie te bepalen.

De input van dit participatiemoment wordt rechtstreeks verwerkt in de analysenota en latere fasen.

Moment 2: informatie

Na de goedkeuring van de analysenota wordt een feedbackmoment voorzien waarop de conclusies van de nota en hoe de input uit het participatiemoment erin werd verwerkt worden teruggekoppeld.

Moment 3: participatie

Tijdens de visiefase wordt een participatiemoment ingericht waarop de bewoners kunnen reageren op een eerste schets van de gewenste groenstructuur op niveau van heel het district. Hierbij worden de thematische scenario’s voorgesteld. Het moment wordt tevens benut om bewoners te informeren over de verschillende criteria die de keuzes in de scenario’s motiveren.

Moment 4: informatie

Na de opmaak van de visienota wordt opnieuw een informatiemoment ingelast, waarop de conclusies van de nota en hoe de input uit het participatiemoment erin werd verwerkt worden teruggekoppeld.

Moment 5: participatie

Tijdens de opmaak van het definitief groenplan wordt een laatste participatiemoment ingericht waarop de inspiratiebeelden per wijk, die een verfijning van de gewenste groenstructuur vormen, worden voorgesteld en bewoners hierop kunnen reageren.

Momenten 6 en 7: informatie en groenste week Na de definitieve goedkeuring van het Groenplan Antwerpen door district en college worden de bewoners geïnformeerd over de beslissing.

Om de inhoud van het groenplan op laagdrempelige manier bij de bewoners te brengen, en hen tevens te activeren om mee het groenplan te realiseren, wordt een ‘groenste week’ georganiseerd. Deze geeft informatie over het Groenplan Antwerpen zelf en over alle groene initiatieven die reeds in het district lopen of nog kunnen opgestart worden. De bewoners worden uitgenodigd om ook zelf aan de slag te gaan.

De methodiek van elk moment zal in de betreffende planfase bepaald en afzonderlijk ter goedkeuring voorgelegd worden.

(17)

17

Projectorganisatie

De werkingsstructuur van stad en district is complex.

Niettemin is een interne communicatie noodzakelijk om voldoende draagvlak te creëren. Op ambtelijk en bestuurlijk niveau worden daarom overlegorganen opgestart.

KLANKBORD

Het klankbord voor het Groenplan Antwerpen bestaat uit medewerkers die zowel op stads- als districtsniveau actief kunnen zijn. Concreet omvat het klankbord vertegenwoordigers van:

AN/Districtswerking SW/Ruimtelijke planning SW/Publieke Ruimte

SW/Energie & Milieu Antwerpen SB/Groendienst

TV/Jeugddienst TV/Sportdienst AG Vespa

MV/Sociale Planning MV/ Buurtregie

Het klankbord komt in elke fase minimaal één maal integraal samen. Indien wenselijk of nodig in een bepaalde fase kunnen er extra klankborden georganiseerd worden.

WERKGROEPEN

Rond bepaalde sleutelkweties, thema’s of locaties worden aparte werkgroepen georganiseerd. Deze bestaan uit specifieke leden van het klankbord die i.f.v. het onderwerp relevant zijn. Per fase kunnen meerdere werkgroepen georganiseerd worden.

PROJECTTEAM

De goedkeuring van de analysenota, visienota, en definitief groenplan wordt voorbereid door het projectteam. Dit bestaat uit:

AN/districtsschepen groenbeleid AN/districtsburgemeester AN/bestuurscoördinator

KW/kabinetsadviseur groenbeleid SW/hoofd Ruimtelijke Planning

Op regelmatige basis wordt tevens een terugkoppeling van de voortgang van het plan aan het projectteam voorzien.

KLANKBORD

WERKGROEP THEMA X

WERKGROEP LOCATIE X

WERKGROEP KWESTIE X

PROJECTTEAM

(18)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit leverde een totaal op van 904 manuele waarnemingen en 2022 automatische vleermuizenopnamen, van minimum acht soorten vleermuizen: Gewone, Ruige en Kleine

Het  onderscheid  tussen  de  verschillende  Dwergvleermuissoorten  is  met  detector  het  eenvoudigst  door  het  bepalen  van  de  piekfrequentie.  Bij  de 

Slechts drie uitheemse soorten staan op de lijst van invasieve exoten: Bezemkruiskruid, Valse wingerd en Zwart tandzaad.. Vlinderstruik werd in 2015 waargenomen, maar is in 2018

Een soort is Bijna in gevaar wanneer het getoetst werd aan de criteria A-E, maar momenteel niet voldoet aan de criteria voor Ernstig bedreigd, Bedreigd of Kwetsbaar, maar er wel

Schijnaardbei is een soort die bijna uitsluitend in habitats voorkomt die zeer gevoelig zijn aan verstoring (bosbodems) waardoor bestrijding bijna steeds meer schadelijke

Het  onderscheid  tussen  de  verschillende  Dwergvleermuissoorten  is  met  detector  het  eenvoudigst  door  het  bepalen  van  de  piekfrequentie.  Bij  de 

Het Kasteel Klaverblad is een van de laatste hoven van plaisantie in Wilrijk. Er zijn heel wat dreven waarvan de  Klaverbladdreef  ten  noordoosten  van 

Beheer:  Japanse  duizendknoop  behoort  tot  de  meest  problematische  invasieve  soorten  en  betekent