Repertoriumnummer
21/
Griffienummer
21/
Rolnummer
17/5196/A
Datum van uitspraak
13 februari 2018
Familiedossier nummer:
230101-17-02892
Niet aan te bieden aan de ontvangerUitgifte
Afgeleverd aan Afgeleverd aan
Referentie bestelling CD nummer RD nummer
bedrag: EUR datum:
Referentie bestelling CD nummer RD nummer
bedrag: EUR datum:
rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen
sectie familie- en jeugdrechtbank
vonnis
Kamer AF9
Aangeboden op te ANTWERPEN
Niet te registreren De e.a. inspecteur
Rechtsmiddelen
VERZET aangetekend op:
AR-nr.:
HOGER BEROEP/CASSATIE aangetekend op:
Rolnummer hof:
Betekend bij exploot van Gdw.:
te
dd°
Uittreksel afgeleverd op Aan BS
Inzake:
M.P.
Belgische, geboren te [plaats] (Polen) op [datum] en wonende te [adres, BELGIË] , woonstkeuze bij Mr. [naam],
eisende partij,
- persoonlijk aanwezig en bijgestaan door Meester
[naam] te [adres]
TEGEN:
A.S.
Marokkaan, geboren te [plaats] (Marokko) op [datum] en wonende te [adres, BELGIË], verwerende partij
- vertegenwoordigd ter zitting door Mr. [naam] te [adres].
* * * * *
Gezien de stukken in het dossier der rechtspleging, zoals ze voorkomen op de inventaris ervan;
Gelet op de Wet van 15/6/1935 op het gebruik van talen in gerechtszaken.
Gehoord partijen in hun middelen en gezegden ter zitting van 30 januari 2018 , in raadkamer.
Eisende partij vordert :
-de echtscheiding tussen partijen uit te spreken op grond van onherstelbare ontwrichting overeenkomstig artikel 229 § 2 van het Burgerlijk Wetboek
-de aanstelling van een notaris in het kader van de vereffening-verdeling.
Vermits beide partijen hun gewone verblijfplaats in België hebben is deze rechtbank overeenkomstig art. 3 van de Verordening (EU) nr. 2201/2003 (Brussel IIbis-Verordening) internationaal bevoegd om van het echtscheidingsgeding kennis te nemen.
Overeenkomstig art. 8 van de Verordening (EU) nr. 1259/2010 (Rome III Verordening) kan het Belgische recht worden toegepast.
De territoriale bevoegdheid van deze rechtbank staat niet ter discussie.
Ontvankelijkheid
De vorderingen werden regelmatig ingesteld en zijn ontvankelijk.
Beoordeling
de vordering tot echtscheiding
Op de zitting van 30 januari 2018 verklaarde verwerende partij zich akkoord met de vordering tot echtscheiding zodat overeenkomstig art. 1255 §3 Gerechtelijk Wetboek de termijnen van art. 1255 §1 van toepassing zijn.
Uit de neergelegde stukken blijkt dat partijen feitelijk gescheiden leven sedert 8 april 2017.
Gelet op het feit dat er meer dan zes maanden verstreken zijn sinds de feitelijke scheiding staat de onherstelbare ontwrichting van het huwelijk vast.
De voorwaarden zijn aldus vervuld om de echtscheiding uit te spreken overeenkomstig artikel 229 § 2 van het Burgerlijk Wetboek.
De vordering tot vereffening en verdeling:
Gezien bij huidig vonnis de echtscheiding wordt uitgesproken, is de vordering tot vereffening en verdeling gegrond.
In deze zaak worden de partijen, bij gebreke aan akkoord, verwezen naar de in het beschikkend gedeelte genoemde notaris.
De gerechtskosten
Overeenkomstig art. 1258 Gerechtelijk Wetboek en bij gebreke aan andersluidende overeenkomst worden de kosten in gelijke delen over partijen verdeeld.
De echtscheiding wordt schuldloos uitgesproken. Er is geen in het ongelijk gestelde partij. De rechtsplegingsvergoedingen worden omgeslagen.
Inzake echtscheidingen is geen voorlopige tenuitvoerlegging mogelijk.
Beslissing
De rechtspleging verliep in overeenstemming met de Wet van 15 juni 1935 op het gebruik van de taal in gerechtszaken.
Rechtsprekend op tegenspraak en in eerste aanleg, verklaart de vorderingen ontvankelijk.
Verklaart de vorderingen gegrond als volgt : SPREEKT DE ECHTSCHEIDING UIT TUSSEN :
M.P.
Belgische, geboren te [plaats] (Polen) op [datum]
EN:
A.S.
Marokkaan, geboren te [plaats] (Marokko) op [datum]
gehuwd te Antwerpen district Antwerpen op achtentwintig december tweeduizend en vier bij toepassing van artikel 229 §2 van het Burgerlijk Wetboek
Beveelt dat, na voltrekking der echtscheiding, door het ambt van notaris [naam], met standplaats te [stad], zal worden overgegaan tot de vereffening en verdeling van het gemeenschappelijk vermogen of de onverdeeldheden, bestaan hebbende tussen partijen als echtgenoten, en tot de vereffening der wederzijdse vergoedingen/rekeningen.
Legt de kosten van de vereffening en verdeling ten laste van de boedel.
De rechtbank wijst de partijen erop dat zij de mogelijkheid hebben om bij de opening van de werkzaamheden met de notaris-vereffenaar geheel of gedeeltelijk het tijdschema voor het verdere verloop van de gerechtelijke verdeling overeen te komen (artikel 1217 van het Gerechtelijk Wetboek). Indien geen akkoord wordt bereikt over een tijdschema, gelden de termijnen voorzien in artikel 1218 van het Gerechtelijk Wetboek, behalve in het geval van afwijking, het akkoord van alle partijen en van de notaris-vereffenaar;
De rechtbank vestigt tevens de aandacht op artikel 1220 §1 van het Gerechtelijk Wetboek, dat luidt als volgt :
“Behoudens akkoord van alle partijen of ontdekking van nieuwe feiten of nieuwe stukken van overwegend belang houdt de notaris-vereffenaar geen rekening met aanspraken, opmerkingen en stukken die na het verstrijken van de met toepassing van artikel 1217 overeengekomen termijnen of de in artikel 1218, §1 en §2 bepaalde termijnen zijn aangebracht.”
Zegt voor recht dat inzake echtscheiding huidig vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad is.
Zegt dat er wederzijds geen rechtsplegingsvergoedingen verschuldigd zijn en dat elke partij de helft van de kosten van het geding dient te dragen, in hoofde van partijen niet vereffend bij gebreke aan opgave.
De bijdrage aan het Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand, gestort door eisende partij, is definitief verworven voor het Fonds.
Dit vonnis werd uitgesproken op dertien februari tweeduizend achttien in openbare zitting van de Kamer AF9, die samengesteld was uit:
, familierechter , griffier
, griffier , familierechter