• No results found

AZC, weg ermee! : een experimenteel onderzoek naar de invloed van nieuwsframes op de attitudes tegenover asielzoekers in Nederland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "AZC, weg ermee! : een experimenteel onderzoek naar de invloed van nieuwsframes op de attitudes tegenover asielzoekers in Nederland"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

“And I believe that good journalism can make our world a better place” - Christiane Amanpour

AZC, WEG ERMEE!

Een experimenteel onderzoek naar de invloed van nieuwsframes op de attitudes tegenover asielzoe-kers in Nederland Auteur: N. Zwolsman Studentnummer: 10663487 Aantal woorden: 6.248 Bachelorscriptie Opleiding: Communicatiewetenschap Organisatie: Universiteit van Amsterdam Begeleider: J. Van de Pol

Afstudeerperiode: september 2016 tot en met januari 2017 Amsterdam, 16 januari 2017

(2)

2 Abstract

Onderzoeken naar framing-effecten zijn traditioneel voornamelijk gericht op de cognitie. Echter, recent onderzoek toont aan dat emoties ook kunnen functioneren als mediatoren van framing-effecten op de attitudes. In een experimenteel design (n = 103) is in dit onderzoek de

in-vloed van een slachtoffer frame en een dader frame op de attitudes tegenover asielzoekers onderzocht, gemedieerd door de emoties afkeer, compassie en verdriet. De resultaten tonen dat een

slachtoffer frame resulteert in positievere attitudes tegenover asielzoekers dan een dader frame. Daarbij werd gevonden dat afkeer en compassie functioneren als mediatoren van deze framing-effecten. Verdriet bleek geen mediator van framing-effecten maar had wel een negatief effect op de

attitudes tegenover asielzoekers. Deze bevindingen dragen bij aan meer begrip over de invloed van verschillende frames op de attitudes tegenover asielzoekers, en de rol van emoties in deze

(3)

3 Inleiding

‘Asielzoeker pleegt zelfmoord: hij was de wanhoop nabij’(Algemeen Dagblad, 2016). ‘Agressieve asielzoekers worden voortaan uit azc gezet’ (NOS, 2016). Dit zijn slechts twee van de vele nieuwsberichten in Nederland over asielzoekers. Echter, tevens twee compleet verschillende perspectieven. Het benadrukken van bepaalde aspecten van het nieuws en het tegelijkertijd verwaar-lozen van anderen wordt framing genoemd. Door deze selectieve functie suggereren nieuwsframes bepaalde interpretaties, oordelen en beslissingen met betrekking tot het gepresenteerde nieuws (Le-cheler, Bos & Vliegenthart, 2015; Le(Le-cheler, Schuck & de Vreese, 2013). Dit effect wordt ook wel het framing-effect genoemd en treedt op bij de informatieverwerking van het nieuws door de ont-vanger (Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015). Zo bepalen nieuwsberichten niet alleen de publieke agenda, zoals wat het publiek beschouwd als belangrijk, maar schrijven nieuwsberichten ook voor hoe de ontvanger over de inhoud van het nieuws moet denken (Igartua & Cheng, 2009). Nieuwsver-slaggeving is zo verre van een objectief verslag van feiten (Iyer et al., 2014).

Een prominent en actueel thema in het nieuws en op politieke agenda’s is de asielzoekers-kwestie, waarbij een belangrijk debat is of de grenzen gesloten moeten worden voor asielzoekers (Verkuyten, 2004; Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015).

Politici gebruiken de media om emotioneel geladen boodschappen uit te dragen, om zo steun te krijgen voor hun standpunten (Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015). Het nieuws is op deze manier verre van objectief en emotioneel neutraal (Van Gorp, 2005; Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015).

Eerder onderzoek naar framing-effecten op attitudes en emoties is vooral gericht op de rich-ting van de frames, waarbij bijvoorbeeld een negatief frame leidt tot een negatieve attitude. Echter, de inhoud van een frame, zoals het benadrukken van bepaalde consequenties of actoren, kan ook invloed uitoefenen op attitudes en emoties (Gross, 2008; Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015). Het dader frame en het slachtoffer frame zijn hier een goed voorbeeld van. In het dader frame worden asielzoekers afgebeeld als risico voor het land, in het slachtoffer frame worden mensen geportret-teerd in een situatie die buiten hun eigen acties en verantwoordelijkheden ligt. In Europa zijn dit bovendien de meest frequent voorkomende frames in nieuwsberichtgeving over asielzoekers (Van Gorp, 2005).

Het slachtoffer frame en het dader frame hebben vermoedelijk een verschillend effect op emoties en attitudes tegenover asielzoekers, aangezien deze frames iets anders voor de ontvanger representeren. Zo leidt het slachtoffer frame vermoedelijk tot compassie, omdat het het leed van beschreven actoren beschrijft in een situatie die buiten hun controle ligt, en compassie leidt vervol-gens tot positievere attitudes tegenover asielzoekers dan het dader frame (Lecheler, Bos &

(4)

Vlie-4 genthart, 2015). Het dader frame leidt vermoedelijk tot boosheid, omdat het het intentioneel slecht handelen van een actor representeert, wat resulteert in negatievere attitudes dan het slachtoffer fra-me (Igartua, Moral-Toranzo, & Fernandez, 2012).

Ondanks deze verwachtingen is er nog weinig onderzoek gedaan naar de invloed van emo-ties als mediatoren van framing-effecten op attitudes (Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015). Zo is mediaonderzoek naar de invloed van frames traditioneel vooral gericht op de cognitie (Kühne & Schemer, 2015; Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015). Huidig onderzoek is dan ook een waardevolle aanvulling op onderzoeken naar cognitieve framing-effecten op attitudes, en draagt bij aan meer kennis over welke frames de attitudes tegenover asielzoekers beïnvloeden en waarom. Deze kennis kan tevens nieuwsmakers of journalisten helpen in het besluit om wel of niet een bepaald perspec-tief te belichten in het nieuws.

Samengevat is er nog weinig kennis over (a) de invloed van verschillende frames op attitu-des, (b) of emotionele reacties verschillen per type frame en (c) in hoeverre emoties framing-effecten op attitudes medieren. Om deze punten te toetsen wordt er een survey experiment uitge-voerd in Nederland, waarbij participanten worden blootgesteld aan een van de twee meest frequent voorkomende frames over asielzoekers in Europa: het slachtoffer frame of het dader frame (Van Gorp, 2005). In de huidige studie worden drie emoties gemeten, die in eerder framingonderzoek zijn bestudeerd (afkeer, compassie en verdriet; Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015; Kühne & Schemer, 2015; Igartua, Moral-Toranzo en Fernandez, 2012), evenals de attitudes tegenover zoekers en in hoeverre emoties de effecten van de verschillende frames op attitudes tegenover asiel-zoekers medieren.

In huidig onderzoek is de volgende hoofdvraag is opgesteld:

Wat is de invloed van nieuwsframes op de attitudes tegenover asielzoekers in Nederland, en in hoe-verre medieren emoties deze framing-effecten?

Conceptueel model

Framing en attitudes

Uit onderzoek blijkt dat de manier waarop asielzoekers afgebeeld worden in het nieuws be-invloedt hoe de ontvanger het nieuws interpreteert, en daardoor invloed uitoefent op de attitudes tegenover asielzoekers (Van Gorp, 2005; Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015; Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2013; Brader, Valentino & Suhay, 2008; Igartua & Cheng, 2009; De Vreese, Boom-gaarden & Semetko, 2011).

(5)

5 tot extreem positief (Bos, & Vliegenthart, 2015). Zo stelt Gross (2004) als verklaring van framing-effecten dat individuen niet een vaststaande attitude bezitten, maar een reeks tegengestelde overtui-gingen over issues, die geactiveerd kunnen worden door nieuwsframes. Wanneer een bepaald frame in een nieuwsbericht overheerst, verschuiven sommige overtuigingen van een individu naar de voorgrond en andere naar de achtergrond. Deze overtuigingen beïnvloeden vervolgens de attitudes (Van Gorp, 2005; De Vreese, Boomgaarden & Semetko, 2011). Zo vonden Cho et al. (2006) dat het lezen van een nieuwsbericht waarin Arabieren werden afgebeeld als asielzoekers en extremisten, associaties stimuleerde van negatieve visies op Arabieren en de afkeuring van immigratie.

Een andere verklaring voor framing-effecten op attitudes is dat frames juist nieuwe overtui-gingen suggereren aan een invididu. Hierdoor zou zouden individuen zich bewust worden van be-paalde associaties, waar ze eerder nog niet over nagedacht hadden (De Vreese, Boomgaarden & Semetko, 2011).

Kortom: de manier waarop asielzoekers worden geframed lijkt van groot belang te zijn voor de attiudes tegenover asielzoekers (Igartua, Moral-Toranzo & Fernández, 2012). Hierin is de inhoud van het frame van belang, naast de richting van het frame (Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015). Zo toont eerder onderzoek dat een slachtoffer frame resulteert in positievere attitudes tegenover de be-schreven situatie of actor dan een dader frame (Iyer et al., 2014). Daarentegen resulteert een dader frame, waarin de verantwoordelijkheid voor een negatieve situatie wordt toegeschreven aan een beschreven actor en waarbij de focus ligt op het gedrag van die actor, in negatievere attitudes te-genover de beschreven situatie of actor dan het slachtoffer frame (Igartua & Cheng, 2009; Van Gorp, 2005; Kuhne & Schemer, 2015; Verkuyten, 2004). Zo vonden Igartua en Cheng (2009) dat een frame waarin asielzoekers in verband werden gebracht met criminaliteit resulteerde in negatie-vere attitudes tegenover asielzoekers en in een toegenomen overtuiging van asielzoekers als pro-bleem.

Gebaseerd op zojuist geciteerd onderzoek is de verwachting in huidig onderzoek dat het type frame invloed heeft op de attitudes tegenover asielzoekers: een slachtoffer frame in nieuwsbe-richtgeving leidt tot positievere attitudes tegenover asielzoekers dan een dader frame (Igartua & Cheng, 2009; Van Gorp, 2005).

Om deze verwachting te toetsen is de volgende hypothese opgesteld:

H1: Het type frame beïnvloedt de attitude tegenover asielzoekers. Zo resulteert een slacht-offer frame in een positievere attitude tegenover asielzoekers dan een dader frame.

(6)

6 Traditioneel mediaonderzoek naar de invloed van frames op attitudes is voornamelijk ge-richt op cognitieve mechanismen (Kühne & Schemer, 2015; Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015). Er is echter een aantal recente studies die de invloed van emoties op framing-effecten heeft onder-zocht (Aarøe, 2011; Gross & D’Ambrosio, 2004; Nabi, 2003; Schuck & de Vreese, 2012; Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015). Een emotie kan hierbij gedefinieerd worden als een interne mentale staat, die een evaluatieve reactie representeert op een gebeurtenis of een object, en die varieert in intensiteit. Een emotie is over het algemeen kortdurend, intens en gericht op externe stimuli (Leche-ler, Bos & Vliegenthart, 2015).

Externe stimuli kunnen bijvoorbeeld negatieve nieuwsberichten over criminele asielzoekers zijn, die vervolgens emoties kunnen oproepen die gerelateerd zijn aan afwijzing (boosheid, irritatie, wal-ging, minachting en angst; Igartua, Moral-Toranzo & Fernández, 2012). Zo blijkt uit onderzoek blijkt dat mensen de neiging hebben geïrriteerd en vijandig te reageren wanneer zij het idee hebben dat anderen persoonlijk verantwoordelijk zijn voor veroorzaakte problemen (Verkuyten, 2004). Dit wordt bevestigd door het bevindingen van Igartua, Moral-Toranzo en Fernandez (2012), die tonen dat participanten die een nieuwsbericht lazen die asielzoekers in verband bracht met delinquentie, en dus als verantwoordelijk voor veroorzaakte problemen, leidde tot meer negatieve emoties van walging, boosheid en minachting, in vergelijking met wanneer asielzoekers in verband werden ge-bracht met economische bijdrage voor het land.

Om deze framing-effecten op emoties te verklaren is is een veelgebruikte theorie de apprai-sal theorie (Kühne, 2012). Deze stelt dat emoties het resultaat zijn van individuele en subjectieve evaluaties van een situatie. Hierdoor is een emotionele reactie het resultaat van cognitieve beoorde-ling (Gross, 2008; Kühne, 2012). Met andere woorden: de emoties die gestimuleerd worden door een frame hangen af van wat het frame voor de individu representeert (Lecheler, Bos, & Vliegent-hart, 2015). Zo stellen Iyer et al. (2014) dat het niet aannemelijk is dat een slachtoffer frame emo-ties als angst en boosheid stimuleert, aangezien er een grote nadruk is op leed, in plaats van de ver-oorzaker van dit leed. Zij deden onderzoek naar de invloed van nieuwsframes over de bomaansla-gen in Londen in 2005 op emotionele reacties, en vonden dat een nieuwsbericht waarin de terroris-ten van de aanslagen werden uitgelicht onder de participanterroris-ten leidde tot een beoordeling van de situatie als onrechtvaardig, wat resulteerde in boosheid. Daarentegen leidde een nieuwsbericht waarin slachtoffers werden beschreven, tot een beoordeling van het leed van slachtoffers, wat resul-teerde in compassie.

Gebaseerd op zojuist geciteerd onderzoek is de verwachting dat een slachtoffer frame resul-teert in minder afkeer dan een dader frame (Igartua, Moral-Toranzo & Fernández, 2012; Nabi, 2003; Kuhne & Schemer, 2015; Iyer et al., 2014; Figuur 1). Om deze verwachting te toetsen is de

(7)

7 volgende hypothese opgesteld:

H2a: Een slachtoffer frame in een nieuwsverhaal resulteert in minder afkeer dan een dader frame

Zoals eerder genoemd hangt de emotie die gestimuleerd wordt door een nieuwsframe af van wat het frame voor het individu representeert (Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015). Zo kan bloot-stelling aan het leed van anderen, door bijvoorbeeld een slachtoffer frame, gevoelens van compassie stimuleren, in het bijzonder wanneer het leed als onrechtmatig wordt geïnterpreteerd (Aaroe et al., 2011; Iyer et al., 2014; Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015). Compassie kan hierbij geconceptuali-seerd worden als een prosociale emotie met een verlangen om hen te helpen die lijden (Iyer et al., 2014).

Zo vonden Lecheler, Bos en Vliegenthart (2015) dat een slachtoffer frame, waarin asielzoekers in verband werden gebracht met ongelijkheid of verlies, resulteerde in compassie en dat compassie een positieve invloed had op de attitude tegenover asielzoekers.

Gebaseerd op eerder geciteerd onderzoek is de verwachting in huidig onderzoek dat een slachtoffer frame resulteert in meer compassie tegenover asielzoekers dan een dader frame (Leche-ler, Bos & Vliegenthart, 2015; Iyer et al., 2014; Aaroe, 2011; Figuur 2). Om deze verwachting te toetsen is de volgende hypothese opgesteld:

H2b: Een slachtoffer frame in een nieuwsverhaal resulteert in meer compassie tegenover asielzoe-kers dan een dader frame

Naast afkeer en compassie toont onderzoek aan dat frames ook kunnen resulteren in verdriet (Iyer et al., 2014; Kuhne & Schemer, 2015). Hierbij kan verdriet geconceptualiseerd worden als een gevoel van onherroepelijk verlies van zichzelf of een ander. Iemand kan bijvoorbeeld verdrietig zijn over het verliezen van een vriend of omdat zij een artikel lezen over het leed van slachtoffers (Kuhne & Schemer, 2015). Zo vonden Kuhne en Schemer (2015) dat de invloed van een verdriet frame in een nieuwsbericht over een dodelijk ongeval met een kind, waarin het slachtoffer werd uitgelicht en geïmpliceerd werd dat de chauffeur onschuldig was, leidde tot meer verdriet dan een dader frame. Bij het laatste frame werd geïmpliceerd dat de chauffeur schuld heeft aan de dood door het rijden onder invloed, en dit perspectief riep meer boosheid op.

Nabi (2003) verklaart deze framing-effecten op verdriet door te stellen dat verdriet het gevolg is van een situatie die door de ontvanger als zeer negatief en oncontroleerbaar wordt beoordeeld, waarbij er geen verantwoordelijkheid toegewezen wordt aan iemand, en waarbij de focus ligt op de

(8)

indivi-8 duen die negatieve consequenties van de situatie ervaren.

Gebaseerd op zojuist geciteerd onderzoek is de verwachting dat een slachtoffer frame resul-teert in meer verdriet dan een dader frame (Kuhne & Schemer; Nabi, 2003; Iyer et al., 2014; Figuur 3) Om deze verwachting te toetsen is de volgende hypothese opgesteld:

H2c: Een slachtoffer frame in een nieuwsverhaal resulteert in meer verdriet dan een dader frame.

Emotie als mediator voor framing effecten op attitude

Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat de blootstelling aan nieuwsframes speci-fieke emotionele reacties stimuleert, en dat deze emoties functioneren als mediatoren van de framing-effecten op bijvoorbeeld attitudes (Lecheler, Bos, & Vliegenthart, 2015; Gross & D’Ambrosio, 2004; Nabi, 2003; Gross, 2008, Lecheler, Schuck & de Vreese, 2013; Kuhne & Schemer, 2015). Zo vond Verkuyten (2004) dat in hoeverre compassie of boosheid gerelateerd was aan een positieve of negatieve attitude tegenover steun voor immigratie, afhing van de manier waarop asielzoekers in zijn onderzoek geframed werden.

Hoewel dus aangenomen kan worden dat emoties optreden als mediatoren van framing-effecten, weten we nog weinig over in hoeverre emoties van elkaar verschillen in deze effecten (Lecheler, Schuck & de Vreese, 2013). Zoals eerder genoemd stelt de appraisal theorie dat emoties het resultaat zijn van individuele beoordelingen van een situatie. Hierom is het aannemelijk dat ver-schillende frames, welke uiteenlopende beoordelingen suggereren, verver-schillende emoties stimule-ren, welke vervolgens invloed hebben op de attitude (Nabi, 2003; Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015). Zo representeert het slachtoffer frame voor de ontvanger het leed van slachtoffers, en stimu-leert het daarom de emoties compassie en verdriet (Igartua, Moral-Toranzo & Fernández, 2012; Nabi, 2007; Verkuyten, 2004). Een dader frame daarentegen, toont het intentioneel slecht handelen van een actor en stimuleert daarom boosheid. Boosheid heeft vervolgens een negatief effect op atti-tudes, waar compassie en verdriet een positief effect hebben (Kuhne & Schemer, 2015; Verkuyten, 2004; Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015).

Zo vonden Kim en Cameron (2011) dat participanten die een nieuwsbericht lazen over een ongeluk met een geëxplodeerde telefoon, meer boosheid voelden in het boosheid frame, waarbij het incident werd beschreven als een intentionele fout van het bedrijf, dan in het verdriet frame, waarbij de fo-cus lag op het leed van slachtoffers. Meer boosheid leidde vervolgens tot een negatievere attitude tegenover het bedrijf dan verdriet. Verkuyten (2004) vond dat een slachtoffer frame in nieuwsbe-richtgeving over asielzoekers, die impliceerde dat asielzoekers geen andere keus hadden dan asiel aan te vragen, meer compassie opriep dan het dader frame, waarbij de asielzoekers werden afge-beeld als “gelukzoekers”. Meer compassie resulteerde vervolgens in positievere attitudes tegenover

(9)

9 het asielzoekersbeleid.

Gebaseerd op zojuist geciteerde onderzoek is de verwachting in huidig onderzoek dat het slachtoffer frame resulteert in meer compassie en verdriet, en minder afkeer dan het dader frame, wat vervolgens resulteert in positievere attitudes tegenover asielzoekers (Kim & Cameron, 2011; Nabi, 2007; Verkuyten, 2004; Iyer et al., 2014; Figuur 1, Figuur 2 en Figuur 3). Om deze verwach-ting te toetsen zijn de volgende hypotheses opgesteld:

H3a: Afkeer medieert het positieve verband van type frame op de attitude tegenover asielzoekers. Zo resulteert het slachtoffer frame in minder afkeer dan het dader frame, en minder afkeer leidt tot positievere attitudes tegenover asielzoekers.

H3b: Compassie medieert het positieve verband van type frame op de attitude tegenover asielzoe-kers. Zo resulteert het slachtoffer frame in meer compassie dan het dader frame, en leidt meer com-passie tot positievere attitudes tegenover asielzoekers.

H3c: Verdriet medieert het positieve verband van type frame op de attitude tegenover asielzoekers. Zo resulteert het slachtoffer frame in meer verdriet dan het dader frame, en leidt meer verdriet tot positievere attitudes tegenover asielzoekers.

(10)

10 Methode

Design

Om de framing-effecten op attitudes tegenover asielzoekers, en de rol van emoties als medi-atoren van deze effecten te onderzoeken, is een kwantitatief online experiment uitgevoerd. De keu-ze voor een experimenteel design is gebaseerd op het feit dat Lecheler, Bos en Vliegenthart (2015) stellen dat een experiment de beste manier om framing-effecten te meten, gezien de onderliggende en complexe psychologische mechanismen van framing-effecten. Tevens zijn experimenten ge-schikt om emoties te meten, welke intens, kort en stimulusgerelateerd zijn (Lecheler, Bos en Vlie-genthart, 2015). Daarbij geeft een experiment de mogelijkheid tot het aantonen van een causale relatie tussen twee variabelen, wat gunstig is voor de interne validiteit. De interne validiteit is in huidig onderzoek tevens geprobeerd te verbeteren door te benadrukken dat het onderzoek anoniem is, om zo sociaal wenselijke antwoorden zoveel mogelijk te voorkomen. Echter, een mogelijke be-dreiging voor de interne validiteit van huidig onderzoek is dat er een online experiment is uitge-voerd. Zo konden participanten het onderzoek doen in hun eigen omgeving. Hierdoor had ik als onderzoeker geen invloed op mogelijk storende variabelen in de omgeving. Dit kan een bedreiging zijn voor de interne validiteit.

Naast de interne validiteit is ook de externe validiteit in huidig onderzoek geprobeerd te verbeteren. Zo is om de generaliseerbaarheid te verhogen een nieuwsbericht opgesteld die zoveel mogelijk overeenkomt met de praktijk, om participanten zo in hun ‘natuurlijke’rol van nieuwslezer te plaat-sen. Tevens zijn de twee meest dominante nieuwsframes over asielzoekers in Europa gebruikt (slachtoffer frame, dader frame; Van Gorp, 2005). Hierdoor komen de nieuwsberichten overeen met waar participanten in de praktijk ook mee in aanraking kunnen komen. Ook dit is een gunstig aspect voor de externe validiteit van huidig onderzoek.

(11)

11 Er is in dit onderzoek gekozen voor een single-factor, posttest-only, experimenteel design, met als onafhankelijke variabele type nieuwsframe (slachtoffer frame/dader frame).

Procedure

De participanten zijn persoonlijk benaderd via sociale media. Na instemming met het onder-zoek kregen zij de link naar het experiment toegestuurd via e-mail. De participanten werd verteld dat zij deelnamen in een onderzoek over asielzoekers. Om vertekening in de resultaten door sociaal wenselijke antwoorden zo veel mogelijk te beperken werd benadrukt dat de resultaten anoniem wa-ren. Vervolgens werden zij op basis van toeval toegewezen aan één van de twee condities (slachtof-fer frame/dader frame).

Na de blootstelling aan een van de frames werden allereerst emoties gemeten. Vervolgens werden stellingen voorgelegd die de attitudes tegenover asielzoekers meten. Tot slot werd een aantal demo-grafische vragen gesteld en werd er een manipulatiecheck uitgevoerd, om er zeker van te zijn dat de frames daadwerkelijk geïnterpreteerd werden als ‘agressief’of ‘verdrietig’.

Na het beantwoorden van alle vragen, werd medegedeeld dat de nieuwsberichten fictief waren, en dus niet werkelijk afkomstig van die NU.nl.

Het invullen van de totale vragenlijst nam ongeveer vijf tot tien minuten in beslag.

Onderzoekseenheden

Uit de populatie ‘Nederlanders’is in huidig onderzoek alleen een selectie gemaakt op leef-tijd. Zo mochten uitsluitend mensen van achttien jaar en ouder mee doen, uit ethische overwegin-gen: het stimulusmateriaal over asielzoekers voor mensen jonger dan 18 jaar kon als schokkend ervaren worden.

Aan huidig onderzoek hebben 103 participanten deelgenomen, op vrijwillige basis. De ge-middelde leeftijd van de participanten is 32,80 (SD = 13,82), waarvan de grote meerderheid in de leeftijdscategorie 20-27 jaar valt (55 %), en 45 % in de leeftijd 28 jaar en ouder. 71 % is vrouw en 84 % universitair of HBO-opgeleid.

Tabel 1

(12)

12

Eigenschappen respondenten N %

Leeftijd M (SD) 32,80 13,82

Geslacht Vrouw 73 71

Opleiding MBO of lager 16 16

HBO 32 31

WO 55 53

Stimulusmateriaal

Het stimulusmateriaal bestond uit twee gemanipuleerde nieuwsberichten met het slachtoffer frame of het dader frame. Beide frames waren negatief en belichtten een bepaalde gebeurtenis: een hulpbehoevende situatie met asielzoekers in asielzoekerscentra in Nederland. Echter, afgeleid van de appraisal theorie, werden asielzoekers in het dader frame in verband gebracht met criminaliteit en agressie, en geportretteerd als oorzaak van ongeregeldheden. In het slachtoffer frame werden asielzoekers in verband gebracht met psychisch leed, en geportretteerd als slachtoffer van een situa-tie die buiten hun macht ligt (Nabi, 2003). Het slachtoffer frame bevatte dus elementen die volgens de appraisal theorie moesten leiden tot compassie en verdriet, waar het dader frame elementen be-vatte die volgens de appraisal theorie afkeer moesten stimuleren (Kuhne & Schemer, 2015; Nabi, 2003).

Allebei de frames waren geschreven in een Nederlandse journalistieke stijl. Tevens waren de nieuwsberichten opgemaakt in het format van een NU.nl nieuwsbericht, om de indruk bij de parti-cipant te wekken dat het nieuwsbericht afkomstig is van deze nieuwssite, en op deze manier het bericht zoveel mogelijk overeen te laten komen met de praktijk. Dit is gunstig voor de externe vali-diteit van het onderzoek: de resultaten zijn beter generaliseerbaar.

Uiteindelijk zijn in totaal 53 % van de participanten blootgesteld aan het dader frame. Afhankelijke variabelen

Nadat participanten waren blootgesteld aan het stimulusmateriaal werden de attitudes tegen-over asielzoekers gemeten. De attitudes tegentegen-over asielzoekers is gemeten op basis van de vragen-lijst van Voci en Hewstone (2003), welke aan de hand van zes items de outgroup evaluatie meet. Hierbij is gebruik gemaakt van een 7-punt Likertschaal met twee tegengestelde begrippen. De ant-woordopties waren als volgt: 1 = Koud / 7 = Warm, 1 = Positief / 7 = Negatief (gehercodeerd), 1 = Vijandig / 7 = Vriendelijk, 1 = Wantrouwend / 7 = Vertrouwend, 1 = Respectvol / 7 = Minachtend

(13)

13 (gehercodeerd), 1 = Afschuw / 7 = Bewondering.

Hierbij duidde een lagere score op een negatievere attitude tegenover asielzoekers.

Een principale-componenten-factoranalyse met varimax rotatie toonde dat de zes items samen een eendimensionale schaal vormen (componentladingen tussen de 0.832 en 0.885). Er is maar 1 com-ponent met een eigenvalue boven de 1 (eigenvalue is 4,35). Tevens is er in het scree plot slechts 1 component boven de knik te zien. Alle zes de items hangen positief samen met het eerste compo-nent.

Een betrouwbaarheidsanalyse toont bovendien dat de schaal betrouwbaar is (α= 0.924).

Medierende variabelen

Nadat de blootstelling aan het stimulusmateriaal werden de emoties gemeten. Er zijn in to-taal 8 emoties gemeten, die eerder zijn bestudeerd in framingonderzoek of die in eerdere onder-zoeken naar framing-effecten hebben getoond van belang te zijn (Lecheler, Schuck & de Vreese, 2013; Brader et al., 2008; Kuhne & Schemer, 2015; Igartua, Moral-Toranzo en Fernandez, 2012). Participanten werd de volgende vraag gesteld: ’In hoeverre ervoer je de volgende emoties tijdens het lezen van het artikel?’ De opties waren: ‘compassie’, ‘treurigheid’, ‘minachting’, ‘walging’, ‘verdriet’, ‘irritatie’, ‘boosheid’ en ‘angst’. De emoties werden gemeten op een 7-punt Likertschaal, variërend van ‘helemaal mee oneens’tot ‘helemaal mee eens’.

Een principale-componenten-factoranalyse met varimax rotatie toonde twee componenten met een eigenvalue boven de 1. De scree plot toonde tevens twee componenten boven de knik.

De eerste component bestaat uit ‘minachting’, ‘walging’, ‘boosheid’, ‘irritatie’ en ‘angst’ en ‘com-passie’(componentladingen tussen 0.691 en 0.825; eigenvalue is 3,508). Echter, kijkend naar de componentladingen hangt compassie tussen component 1 (componentlading is -0.584) en compo-nent 2 (compocompo-nentlading is 0.592) in. Om theoretische redenen is besloten deze variabele apart te analyseren. Compassie wordt namelijk geconceptualiseerd als een prosociale emotie met een ver-langen om hen te helpen die lijden. Hierin onderscheid compassie zich van de andere emoties (Iyer et al., 2014).

Het samenvoegen van de emoties ‘minachting’, ‘walging’, ‘boosheid, ‘irritatie’en ‘angst’ tot een schaal genaamd ‘afkeer’blijkt betrouwbaar (α= 0.816).

De tweede component bestaat uit ‘verdriet’(componentlading is 0.870) en ‘treurigheid’ (compo-nentlading is 0,829), met een eigenvalue van 1,81. Het samenvoegen van deze concepten tot ‘ver-driet’blijkt betrouwbaar (α= 0.762).

(14)

14 Manipulatiecheck

Om te controleren of participanten de frames daadwerkelijk interpreteren zoals deze bedoeld waren: het verdriet (slachtoffer frame) en de agressie (dader frame) van asielzoekers, zijn aan de participanten de volgende stellingen voorgelegd:‘Waarmee werden asielzoekers in het nieuwsbe-richt mee in verband gebracht? 1 = Tevredenheid / 2 = Verdriet / 3 = Agressie / 4 = Vermoeidheid / 5 = Behulpzaamheid.

De manipulatiecheck is uitgevoerd door middel van een kruistabel, waarbij gekeken is of de partici-panten de juiste emoties koppelden aan het frame. In Tabel 2 is te zien dat 5 participartici-panten de mani-pulatiecheck niet goed hebben doorstaan. Zo antwoordde twee participanten die het nieuwsbericht met het dader frame dat het nieuwsbericht ging over het verdriet van asielzoekers. De andere 3 par-ticipanten werden blootgesteld aan het slachtoffer frame en gaven aan dat het nieuwsbericht ging over de agressie van asielzoekers (Tabel 2). Er is besloten deze participanten wel mee te nemen in de analyse, aangezien het goed mogelijk is dat zij per ongeluk een verkeerd antwoord hebben gege-ven.

Aangezien in totaal slechts 95 % van het sample de manipulatiecheck correct heeft doorstaan, kan de conclusie getrokken worden dat de manipulatie geslaagd is.

Tabel 2

Manipulatiecheck

Conditie

Manipulatiecheck Dader frame Slachtoffer frame Totaal

Verdriet 2 45 47

Agressie 53 3 56

Totaal 55 48 103

Randomisatiecheck

Vervolgens is een randomisatiecheck uitgevoerd voor geslacht, opleiding en leeftijd met een chikwadraattoets. Er bleek geen significant verschil in leeftijd (X² (1) = 1.04, p = 0.309), geslacht (X² (1) = 1.68, p = 0.195) en opleiding (X² (2) = 0.42, p = 0.812) tussen de twee condities (slachtof-fer/dader). De randomisatie is geslaagd. Hierdoor mogen we concluderen dat mogelijke verschillen tussen de twee condities het resultaat zijn van blootstelling aan een van de twee frames. Hierdoor mogen we de conclusie trekken dat mogelijke verschillen tussen de condities toe te wijzen zijn aan de blootstelling aan de stimulus. Dit is gunstig voor de interne validiteit.

(15)

15 Analyseplan

Allereerst zijn twee hoofdeffecten gemeten: het directe effect van type frame (dader frame of slachtoffer frame) op attitudes (H1), en het directe effect van type frame (dader frame of slacht-offer frame) op de emoties afkeer, compassie en verdriet (H2). Tot slot wordt getoetst in hoeverre afkeer, compassie en verdriet functioneren als mediatoren van framing-effecten (H3).Aangezien ‘leeftijd’en ‘geslacht’als covariaten zijn meegenomen, en tegelijk getoetst worden met het effect van ‘conditie’op ‘attitudes’, is voor het directe effect van type frame op attitudes (H1) een multi-pele regressieanalyse uitgevoerd.

Gezien het feit dat de afhankelijke variabele ‘attitude’op intervalniveau gemeten is en de medie-rende variabelen ‘compassie’, ‘afkeer’, ‘verdriet’tevens op intervalniveau worden gemeten, worden H1 en H2 getoetst met drie multipele regressieanalyses met de PROCESS macro voor SPSS. Deze macro biedt zowel directe (framing) effecten, als indirecte coëfficiënten via elke mediator (Hayes, 2012). Tevens biedt PROCESS de Sobel test, welke meet of het indirecte effect van een variabele significant afwijkt van nul. Met andere woorden: de Sobel test toont in hoeverre er sprake is van effectieve mediatie.

Voordat de regressie-analyses zijn uitgevoerd, is gecheckt op de assumpties voor regressie van ‘af-keer’, ‘compassie’, ‘verdriet’en ‘attitude’. De normaliteit van de verdeling, multicollineariteit, au-tocorrelatie, normaliteit van de residuen, homoscedasticiteit en lineariteit waren allemaal in orde. Aan de assumpties voor regressie is voldaan en de regressie-analyses voor de directe effecten en de mediatie-effecten mogen uitgevoerd worden.

Bij alledrie de regressie-analyses zijn de variabelen leeftijd en geslacht meegenomen als covariaten. Resultaten

De resultaten van de multipele regressieanalyse voor het directe effect van type frame op attitudes, gecontroleerd voor geslacht en leeftijd, tonen een significant positief effect van het type frame op attitude tegenover asielzoekers (Tabel 2). Op een schaal van 1 tot 7 hadden participanten die het slachtoffer frame hadden gelezen een 0.52 punt positievere attitude tegenover asielzoekers dan participanten die het dader frame hadden gelezen. H1 wordt bevestigd.

De multipele regressieanalyse voor het directe effect van type frame op afkeer, gecontro-leerd voor geslacht en leeftijd, toont een significant negatief effect van type frame op afkeer (Tabel 3). Zo voelden participanten die waren blootgesteld aan het slachtoffer frame gemiddeld 1.27 punt minder afkeer op een schaal van 1 tot 7, in vergelijking met participanten die het dader frame had-den gelezen. H2a wordt bevestigd.

(16)

16 Afkeer had vervolgens een significant negatief effect op de attitude tegenover asielzoekers. Wan-neer participanten 1 punt minder afkeer voelden, hadden zij een 0.28 positievere attitude tegenover asielzoekers (Tabel 4).

De Sobel test, welke meet of het indirecte effect van een variabele significant afwijkt van nul, bleek significant voor afkeer (Sobel Z = 2,43, p = 0.02). Tevens vermindert het hoofdeffect van type fra-me op attitude, en wordt het effect niet-significant, wanneer afkeer wordt toegevoegd als fra-mediator (Figuur 4). Dit bevestigt het negatieve mediatie-effect van afkeer op het positieve effect van type frame op attitude. Zo leidt het slachtoffer frame tot minder afkeer dan het dader frame, en minder afkeer resulteert in een positievere attitude tegenover asielzoekers. H3a wordt bevestigd.

De resultaten van de multipele regressieanalyse voor het directe effect van type frame op compassie, gecontroleerd voor geslacht en leeftijd, tonen een significant positief effect van type frame op compassie (Tabel 4). Zo toont Figuur 5 dat participanten die het slachtoffer frame lazen 1.87 punt meer compassie voelden op een schaal van 1 tot 7 dan participanten die het dader frame hadden gelezen. H2b wordt bevestigd.

Compassie had vervolgens een significant positief effect op attitude. Zo hadden participanten die 1 punt meer compassie voelden een 0.39 positievere attitude tegenover asielzoekers, op een schaal van 1 tot 7 (Tabel 6).

De Sobel test bleek tevens significant voor compassie (Sobel Z = 4.20, p < 0.001). Daarbij vermin-dert het hoofdeffect van type frame op attitude, en wordt het effect niet-significant, wanneer com-passie wordt toegevoegd als mediator (Figuur 5). Dit bevestigt comcom-passie als positieve mediator van het positieve effect van frame op attitude. Zo leidt het slachtoffer frame tot meer compassie dan het dader frame, en meer compassie resulteert in een positievere attitude tegenover asielzoekers. H3b wordt bevestigd.

De resultaten van de multipele regressie analyse voor het directe effect van type frame op verdriet, gecontroleerd voor geslacht en leeftijd, tonen geen significant effect van type frame op verdriet (Tabel 4). Participanten die blootgesteld werden aan het slachtoffer frame voelden niet sig-nificant meer verdriet dan participanten in het dader frame. H2c wordt niet bevestigd.

Verdriet had echter wel een significant positief effect op de attitude tegenover asielzoekers. Wan-neer participanten 1 punt meer verdriet voelden, hadden zij een 0.42 positievere attitude tegenover asielzoekers op een schaal van 1 tot 7 (Figuur 6). H3c wordt niet bevestigd.

In Tabel 3 is te zien dat geslacht een significant effect had op de attitude. Zo hadden vrou-wen gemiddeld een 0.93 punt positievere attitude tegenover asielzoekers dan mannen, op een schaal van 1 tot 7. Leeftijd had tevens een significant maar klein effect op attitude: Wanneer leeftijd steeg

(17)

17 met 1 jaar, werd de attitude tegenover asielzoekers 0.02 positiever op een schaal van 1 tot 7 (Tabel 3).

Tabel 3:

Direct effect van conditie op attitude

Attitude

b se

Constant 1.12 .62

Type frame (verdriet) .52* .24*

Geslacht (vrouw) .93** .27** Leeftijd (+1) .02** .01** R2 .21 F 8.80*** Noot. *P<0.05; **p<0.01; ***p<0.001 Tabel 4:

Direct effect van conditie op afkeer, compassie en verdriet

Afkeer Compassie Verdriet Variable b se b se b se Constant 6.33*** .59*** -.06 .83 2.86*** .69*** Type frame (slachtoffer) -1.27*** .23*** 1.87*** .32*** .47 .27 Geslacht (vrouw) -.09 .25 .79* .35* .48 .29 Leeftijd (+1) -.02 .01 .02 .01 .01 .01

R2 .29*** .31*** .07

F 13.63*** 15.12*** 2.69

(18)

18 Tabel 5:

Mediatie-analyse van afkeer

Afkeer Attitude

Variabele b se b se

Constant 6.33*** .67*** 2.96*** 89***

Type frame (slachtoffer) -1.27*** .23*** -0.12 0.27

Afkeer -.28** .10** Geslacht (vrouw) -.09 .25 .91*** .26*** Leeftijd (+1) -.02 .01 .02* .09* R2 .29*** .27*** F 12.63*** 8.94*** Noot. *P<0.05; **p<0.01; ***p<0.001 Tabel 6:

Mediatie-analyse van compassie

Compassie Attitude

Variabele b se b s

Constant -.06 .83 1.19 .53

Type frame (slachtoffer) 1.87*** .32*** -.23 .24

Compassie .39*** .06*** Geslacht (vrouw) .79* .35* .62* .23* Leeftijd (+1) .02 .01 .02* .01* R2 .31*** .43*** F 15.12*** 18.62*** Noot. *P<0.05; **p<0.01; ***p<0.001 Tabel 7:

(19)

19 Mediatie-analyse van verdriet

Verdriet Attitude

Variabele b se b s

Constant 2.86*** .69*** -.03 .60

Type frame (slachtoffer) .47 .27 .32 .22

Verdriet .42*** .08*** Geslacht (vrouw) .48 .29 .73** .24** Leeftijd (+1) .01 .01 .02* .01* R2 .07 .38*** F 2.69 15.07*** Noot. *P<0.05; **p<0.01; ***p<0.001

(20)

20 Discussie

Recent onderzoek toont aan dat dat de manier waarop asielzoekers worden afgebeeld in het nieuws

beïnvloedt hoe de lezer het nieuws interpreteert, en daardoor invloed uitoefent op de attitudes te-genover asielzoekers (Van Gorp, 2005; Lecheler, Bos, & Vliegenthart, 2015; Lecheler, Schuck & de Vreese, 2013; Brader, Valentino & Suhay, 2008; Igartua & Cheng, 2009). Mijn resultaten beves-tigen dat het type frame de attitude tegenover asielzoekers beïnvloedt. Zo resulteerde een slachtof-fer frame in huidig onderzoek in een positievere attitude tegenover asielzoekers dan een dader fra-me.

Daarbij tonen steeds meer onderzoeken dat de invloed van nieuwsframes op attitudes af-hangt van de emotionele reacties die deze frames stimuleren (Igartua & Cheng, 2009; Van Gorp, 2005; Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015). Mijn resultaten bevestigen dat het type frames

(21)

beïn-21 vloedt welke emoties gestimuleerd worden, en dat compassie en afkeer functioneren als mediatoren van framing-effecten. Zo stimuleert een slachtoffer frame meer compassie dan een dader frame en leidt meer compassie tot positievere attitudes tegenover asielzoekers. Het dader frame roept meer afkeer op, wat leidt tot negatievere attitudes tegenover asielzoekers. De frames hadden geen ver-schillend effect op verdriet, hoewel meer verdriet wel resulteerde in positievere attitudes. Verder bleek dat vrouwen een positievere attitude hadden tegenover asielzoekers dan mannen. Implicaties

Het huidige onderzoek draagt op verschillende manieren bij aan de kennis over framing-effecten op attitudes.

Allereerst tonen mijn resultaten dat niet de alleen de richting maar ook de inhoud van nieuwsframes invloed kan uitoefenen op attitudes tegenover asielzoekers. Zo waren in huidig on-derzoek zowel het slachtoffer frame, als het dader frame negatief qua richting, maar had de inhoud van het nieuwsbericht toch een verschillend effect op de attitudes: het slachtoffer frame resulteerde in een positievere attitude dan het dader frame. Deze resultaten spreken de bevindingen van van Bos, Lecheler, Mewafi en Vliegenthart (2016) tegen, waarin een slachtoffer frame juist leidt tot negatievere attitudes tegenover asielzoekers. De verklaring die zij hiervoor geven is dat een slacht-offer frame minder effect zou hebben op mensen die zich sterk identificeren met de ingroup. Ver-volgonderzoek is nodig om te bepalen welke cognitieve mechanismen, tegelijk met emotionele me-chanismen, een rol spelen in framing-effecten op attitudes.

Ten tweede bieden mijn resultaten meer inzicht in emoties als mediatoren van framing-effecten op attitudes tegenover asielzoekers, en de verschillende invloed van emoties op deze effec-ten. Hoewel meerdere onderzoeken hebben aangetoond dat frames over asielzoekers de attitudes tegenover deze minderheidsgroep beïnvloeden, is er nog maar weinig kennis over de invloed van emoties op deze framing-effecten (Verkuyten, 2004; Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015; Brader, Valentino & Suhay, 2008; Igartua & Cheng, 2009). Mijn resultaten zijn hierop een waardevolle aanvulling. Zo werd in het huidig onderzoek gevonden dat het slachtoffer frame meer compassie stimuleert dan het dader frame, en dat compassie resulteert in positievere attitudes tegenover asiel-zoekers. Het dader frame riep meer afkeer op dan het slachtoffer frame, wat resulteerde in negatie-vere attitudes tegenover asielzoekers. Echter, verdriet functioneerde niet als mediator van framing-effecten. Dit benadrukt het belang van het bestuderen van verschillende emoties in framing-effecten op attitudes, aangezien framing-effecten per emotie kunnen verschillen. Voor vervolgonderzoek is het dan ook interessant te toetsen onder welke omstandigheden verdriet wel optreedt als mediator van framing-effecten op attitudes.

(22)

22 Vliegenthart (2015) naar de invloed van een positieve emotie als mediator van framing-effecten. Mijn bevindingen tonen dat frames een positieve emotie als compassie zowel stimuleren als af-zwakken. Het slachtoffer frame stimuleert bijvoorbeeld de positieve emotie compassie, wat resul-teert in positievere attitudes tegenover asielzoekers. Het dader frame zwakt deze positieve emotie af, waardoor dit leidt tot negatievere attitudes tegenover asielzoekers.

In de meeste onderzoeken naar emotionele framing-effecten op attitudes tegenover asielzoekers wordt de focus gelegd op negatieve emoties. Hiermee wordt een positieve emotie zoals compassie verwaarloosd (Verkuyten, 2004; Brader, Valentino & Suhay 2008). Dit terwijl onderzoek aantoont dat positieve emoties ook een belangrijke rol kunnen spelen in de attitudes tegenover asielzoekers (Lecheler, Bos, & Vliegenthart, 2015).

De vijfde en laatste implicatie van huidig onderzoek is van praktische aard. De resultaten uit huidig onderzoek dragen bij aan kennis over de invloed van specifieke frames op emoties en attitu-des van het publiek. Deze kennis kan nieuwsmakers en journalisten bijvoorbeeld helpen in het be-sluit over het wel of niet gebruiken van bepaalde perspectieven in het nieuws.

Ik heb in het huidige onderzoek zoveel mogelijk getracht de externe validiteit te verhogen. Zo zijn in het experiment de twee meest dominante frames in Europese berichtgeving over asiel-zoekers getest, en is gebruik gemaakt van een realistisch NU.nl nieuwsbericht format (Van Gorp, 2005).

Limitaties

Er is een aantal limitaties in het huidige onderzoek. De eerste limitatie is dat het dader fra-me, naast het beschrijven van agressieve asielzoekers, ook het leed van de medewerkers van de asielzoekerscentra aankaartte. Dit aspect kan geleid hebben tot meer verdriet onder de participanten van het dader frame, aangezien de medewerkers mogelijk gezien werden als slachtoffer van om-standigheden, wat volgens de appraisal theorie verdriet voorspelt (Igartua, Moral-Toranzo & Fernández, 2012; Nabi, 2007; Verkuyten, 2004). Hierdoor is er in huidig onderzoek mogelijk geen verschil in verdriet tussen het dader frame en het slachtoffer frame. Vervolgonderzoek naar de in-vloed van slachtoffer frames en dader frames doet er goed aan slechts 1 groep uit te lichten in de nieuwsberichten: de slachtoffers of de daders, om zo de kans te vergroten dat de frames ook daad-werkelijk de verwachte emoties stimuleren.

De tweede limitatie is dat in deze studie alleen het effect van framing op korte termijn attitudes is gemeten. Hierdoor is niet te bepalen hoe lang de attitudes als gevolg van de frames standhouden. Vervolgonderzoek kan toetsen in hoeverre framing-effecten invloed hebben op de lange termijn attitudes tegenover asielzoekers. Hierbij is het interessant gelijktijdig met emoties de rol van cognities te onderzoeken, zoals bijvoorbeeld de invloed van informatieverwerking op de

(23)

23 lange termijn attitude. Dit brengt mij bij de derde limitatie.

De derde limitatie is dat in deze studie uitsluitend emotionele mediatoren van framing-effecten op de attitude zijn onderzocht. Hierdoor is er geen conclusie te trekken over de mogelijke invloed van cognitieve mediatoren op emoties, zoals de invloed van selectieve informatieverwer-king. Zo vonden Iyer en Oldmeadow (2006) dat het effect van nieuwsframing op emoties afhangt van persoonlijkheidskenmerken of politieke ideologieën.

Vervolgonderzoek doet er goed aan de invloed van framing te onderzoeken vanuit een cognitieve en een emotionele benadering tegelijkertijd.

De vierde limitatie in huidig onderzoek is dat er maar 1 positieve emotie is onderzocht. Hierdoor is er maar in beperkte mate een conclusie te trekken over de invloed van positieve emoties als mediator van framing-effecten. Aangezien de resultaten uit zowel huidig onderzoek als uit eer-der oneer-derzoek aantonen dat positieve emoties de attitudes positief kunnen beïnvloeden, is het voor vervogonderzoek interessant om de invloed van meerdere positieve emoties als mediatoren van framing-effecten te onderzoeken. Hierbij kan gedacht worden aan emoties als hoop of geluk (Le-cheler, Bos & Vliegenthart, 2015).

De vijfde en laatste limitatie betreft het sample in het huidige onderzoek, dat voor het me-rendeel bestaat uit hoogopgeleide vrouwen. Hierdoor is het sample geen goede afspiegeling van de populatie en zijn de resultaten niet goed generaliseerbaar. Dit heeft is negatief voor de externe vali-diteit van het onderzoek. Vervolgonderzoek doet er goed aan een representatiever sample samen te stellen.

Samengevat biedt mijn onderzoek meer begrip in het effect van verschillende nieuwsframes op de attitudes tegenover asielzoekers, en de rol van bepaalde emoties als mediatoren van deze framing-effecten. Zo tonen mijn bevindingen dat compassie en afkeer, maar niet verdriet, optreden als mediatoren van framing-effecten op attitudes tegenover asielzoekers.

Meer begrip in de invloed van nieuwsframes is van groot belang: de asielzoekerskwestie is een ac-tueel en hot topic in Nederland, wat grote publieke debatten en emotioneel geladen nieuwsberichten met zich meebrengt (Lecheler, Bos & Vliegenthart, 2015). De gevonden invloed van frames op atti-tudes suggereert dat frames in elk geval een deel van onze cultuur en samenleving vormen (Van Gorp, 2005). Het onderscheid tussen het gebruik van begrippen als “echte vluchtelingen”en “ge-lukzoekers”kan zo grote gevolgen hebben (Verkuyten, 2004). Hierdoor zijn mijn bevindingen over de invloed van framing waardevol voor elk lid van de samenleving. Van journalist tot onderzoeker, en van burger tot politicus. Of zoals de Britse televisieverslaggever Christiane Amanpour ooit zei: “I believe that good journalism can make our world a better place”.

(24)

24 Literatuurlijst

Andriessen, H. P. (2016, August 20). Het noodlottige verblijf van asielzoeker Hussein Amer in Ne-derland. Retrieved November 5, 2016, from http://www.ad.nl/dossier-alphen-aan-den-rijn/het-noodlottige-verblijf-van-asielzoeker-hussein-amer-in-nederland~aedbaa12/

(25)

25 Agressieve asielzoekers worden voortaan uit azc gezet. (2016, August 18). Retrieved November 6, 2016, from

http://nos.nl/artikel/2126712-agressieve-asielzoekers-worden-voortaan-uit-azc-gezet.html

Aarøe, L. (2011). Investigating frame strength: The case of episodic and thematic frames. Political Communication, 28(2), 207-226.

Balzarotti, S., & Ciceri, M. R. (2014). News Reports of Catastrophes and Viewers' Fear: Threat Appraisal of Positively Versus Negatively Framed Events. Media Psychology, 17(4), 357-377.

Bos, L., Lecheler, S., Mewafi, M., & Vliegenthart, R. (2016). It's the frame that matters: Immigrant integration and media framing effects in the Netherlands. International Journal of Intercultural Relations, 55, 97-108.

Brantner, C., Lobinger, K., & Wetzstein, I. (2011). Effects of visual framing on emotional respons-es and evaluations of news storirespons-es about the Gaza conflict 2009. Journalism & Mass Communica-tion Quarterly, 88(3), 523-540.

Brader, T., Valentino, N. A., & Suhay, E. (2008). What triggers public opposition to immigration? Anxiety, group cues, and immigration threat. American Journal of Political Science, 52(4), 959– 978.

Bucy, E. P. (2003). Emotion, Presidential Communication, and Traumatic News Processing the World Trade Center Attacks. The International Journal of Press/Politics, 8(4), 76-96.

Bukowski, M., Dragon, P., & Kossowska, M. (2014). The impact of incidental fear and anger on in-and outgroup attitudes. Polish Psychological Bulletin, 45(3), 312-317.

Cho, J., Gil de Zuniga, H., Shah, D. V., & McLeod, D. M. (2006). Cue convergence: associative effects on social intolerance. Communication Research, 33(3), 136–154.

de Vreese, C. H., Boomgaarden, H. G., & Semetko, H. A. (2011). (In) direct framing effects: The effects of news media framing on public support for Turkish membership in the European Union.

(26)

26 Communication Research, 38(2), 179-205.

Gross, K., & D’Ambrosio, L. (2004). Framing emotional response. Political Psychology, 25(1), 1-29.

Gross, K. (2008). Framing persuasive appeals: Episodic and thematic framing, emotional response, and policy opinion. Political Psychology, 29(2), 169-192.

Hayes, A. F. (2012). PROCESS: A versatile computational tool for observed variable media- tion, moderation, and conditional process modeling [White paper]. Retrieved from http://

www.afhayes.com/public/process.pdf

Igartua, J. J., & Cheng, L. (2009). Moderating effect of group cue while processing news on immi-gration: Is the framing effect a heuristic process? Journal of Communication, 59, 726- 749.

doi:10.1111/j.1460-2466.2009.01454.x

Iyer, A., Webster, J., Hornsey, M. J., & Vanman, E. J. (2014). Understanding the power of the pic-ture: the effect of image content on emotional and political responses to terrorism. Journal of Ap-plied Social Psychology, 44(7), 511-521.

Iyer, A., & Oldmeadow, J. (2006). Picture this: Emotional and political responses to photographs of the Kenneth Bigley kidnapping. European Journal of Social Psychology, 36(5), 635-647.

Kim, H. J., & Cameron, G. T. (2011). Emotions matter in crisis: The role of anger and sadness in the publics' response to crisis news framing and corporate crisis response. Communication Re-search, 0093650210385813.

Hutcherson, C. A., & Gross, J. J. (2011). The moral emotions: A social–functionalist account of anger, disgust, and contempt. Journal of personality and social psychology, 100(4), 719.

Kühne, R., & Schemer, C. (2015). The emotional effects of news frames on information processing and opinion formation. Communication Research, 42(3), 387-407.

Kühne, R., Weber, P., & Sommer, K. (2015). Beyond cognitive framing processes: Anger mediates the effects of responsibility framing on the preference for punitive measures. Journal of Communi-cation, 65(2), 259-279.

(27)

27 Kühne, R. (2012, May 24-28). Political news, emotions, and opinion formation: Toward a model of emotional framing effects. Paper presented at the Annual Conference of the International Commu-nication Association (ICA), Phoenix, AZ.

Lecheler, S., Schuck, A. R., & de Vreese, C. H. (2013). Dealing with feelings: Positive and negative discrete emotions as mediators of news framing effects.

Lecheler, S., Bos, L., & Vliegenthart, R. (2015). The Mediating Role of Emotions News Framing Effects on Opinions About Immigration. Journalism & Mass Communication Quarterly, 92(4), 812-838.

Nabi, R. L. (2003). Exploring the framing effects of emotion: Do discrete emotions differ- ently influence information accessibility, information seeking, and policy preference. Communication Research, 30, 224-247.

Nabi, R. L. (2007). Emotion and persuasion: A social-cognitive perspective. In D. R. Roskos- Ewoldsen & J. L. Monahan (Eds.), Communication and social cognition. Theories and methods (pp. 377-398). Mahwah, NJ: Lawrence Erlbaum.

Igartua, J. J., Moral-Toranzo, F., & Fernández, I. (2012). Cognitive, attitudinal, and emotional ef-fects of news frame and group cues, on processing news about immigration. Journal of Media Psy-chology.

Igartua, J. J., Moral-Toranzo, F., & Fernández, I. (2012). Cognitive, attitudinal, and emotional ef-fects of news frame and group cues, on processing news about immigration. Journal of Media Psy-chology.

Iyer, A., & Oldmeadow, J. (2006). Picture this: Emotional and political responses to photographs of the Kenneth Bigley kidnapping. European Journal of Social Psychology, 36(5), 635-647.

Iyer, A., Webster, J., Hornsey, M. J., & Vanman, E. J. (2014). Understanding the power of the pic-ture: the effect of image content on emotional and political responses to terrorism. Journal of Ap-plied Social Psychology, 44(7), 511-521.

(28)

28 University of Chicago Press.

Noll, J. V. D., Poppe, E., & Verkuyten, M. (2010). Political tolerance and prejudice: Differential reactions toward Muslims in the Netherlands. Basic and Applied Social Psychology, 32(1), 46-56.

Otieno, C., Spada, H., & Renkl, A. (2013). Effects of news frames on perceived risk, emotions, and learning. PloS one, 8(11), e79696.

Powell, T. E., Boomgaarden, H. G., De Swert, K., & de Vreese, C. H. (2015). A clearer picture: The contribution of visuals and text to framing effects. Journal of Communication, 65(6), 997-1017.

Reniers, R. L., Corcoran, R., Drake, R., Shryane, N. M., & Völlm, B. A. (2011). The QCAE: A questionnaire of cognitive and affective empathy. Journal of personality assessment, 93(1), 84-95.

Silvia, P. J. (2009). Looking past pleasure: Anger, confusion, disgust, pride, surprise, and other un-usual aesthetic emotions. Psychology of Aesthetics, Creativity, and the Arts, 3(1), 48.

Trapnell, P. D., & Wiggins, J. S. (1990). Extension of the Interpersonal Adjective Scales to include the Big Five dimensions of personality. Journal of Personality and Social Psychology, 59(4), 781.

Van Gorp, B. (2005). Where is the frame? Victims and intruders in the Belgian press cov- erage of the asylum issue. European Journal of Communication, 20, 484-507.

doi:10.1177/0267323105058253

Verkuyten, M. (2004). Emotional reactions to and support for immigrant policies: Attributed re-sponsibilities to categories of asylum seekers. Social Justice Research, 17, 293-314.

doi:10.1023/B:SORE.0000041295.83611.dc

Yu, H., Si, J., & Cho, J. (2015). Effects of emotional exemplars in responsibility attribution-framed news reports on perception and evaluations of social issues. Asian Journal of Communication, 25(5), 525-545.

(29)

29 Bijlage 1: Onderzoeksinstrument

Vragenlijst

Emotionele respons (gebaseerd op Lecheler 2015)

In hoeverre ervoer je de volgende emoties tijdens het lezen van het artikel? (7punts Likertschaal van ‘1’ Helemaal niet tot ‘7’ helemaal wel)

(30)

30 Compassie Treurigheid Minachting Walging Verdriet Irritatie Boosheid Angst

Attitude asielzoekers (Voci & Hewstone)

Hoe voel je je als je aan asielzoekers denkt? (7punts Likertschaal met drie tegengestelde begrippen) 1 = Koud / 7 = Warm

1 = Positief / 7 = Negatief (omgepoold) 1 = Vijandig / 7 = Vriendelijk (omgepoold) 1 = Wantrouwend / 7 = Vertrouwend

1 = Respectvol / 7 = Minachtend (omgepoold) 1 = Afschuw / 7 = Bewondering

Lagere score duidt op negatiever attitude.

Demografische gegevens/mogelijk modererende variabelen 1.Wat is je geslacht? (man, vrouw)

2.Wat is je leeftijd? (..)

3.Wat is je hoogst genoten opleiding? (basisonderwijs, VMBO, HAVO/VWO, MBO, HBO/WO, anders)

Manipulatiecheck

‘Waarmee werden asielzoekers in het nieuwsbericht mee in verband gebracht? 1 = Tevredenheid / 2 = Verdriet / 3 = Agressie / 4 = Vermoeidheid / 5 = Behulpzaamheid.

(31)

31 Slachtoffer frame

(32)

32 Dader frame

(33)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Figuur 13 Afvoer vanuit buffer.. De keuze van het DCV-systeem is gebaseerd op een aantal voorwaarden. Het systeem moet individuele opslag mogelijk maken. Elk afzonderlijk

The ‘good’ was an extrinsic property for Qohelet and he denied the reality of intrinsic and instrumental goodness that could constitute any absolute value. The metaphysics

Het Milieu- en Natuurplanbureau gebruikt deze kennis in de voorspellings- modellen die worden ingezet voor evaluaties en verkenningen.. Hotspots zijn gedefinieerd als locaties met

In aanvulling op deze 'traditionele' monitoring wil het ministerie de Tweede Kamer informeren over hoe de betrokken partijen vinden dat het proces richting een duurzame landbouw

Aankoop Consumptie ervaring Verwachte consumptie ervaring Bereidings- wijze Fysieke intrinsieke eigenschappen Mate van tevredenheid Fysieke extrinsieke eigenschappen

intacte fossiele keelplaat met een breedte van iets meer.. dan

Some of the positive effects associated with multiple identity in the intergroup context, such as intergroup bias reduction, have been found to only take place among minority groups

Bijlage 3.3: Samenvatting van generalized linear mixed effects model van het effect van de behandelingen op aantal detritivore Diptera, met weglating van twee extreme outliers