KAMPIOEN!
STAP 1
1. Vergelijk Annemieke & Rozemieke met elkaar. Doe hetzelfde met Jansens & Jan-sens. Schrijf voor elk drie zinnen op waarin je ze met elkaar vergelijkt.
2. Probeer naast elk van de volgende paren ook zo’n zin te schrijven.
Ferrari - Lamborghini : Zuidpool - Noordpool : snookeren - biljarten :
tijger - leeuw :
3. Vergelijk Jerom & Lambik met elkaar. Schrijf voor elk drie zinnen op waarin je ze met elkaar vergelijkt.
4. Probeer naast elk van de volgende paren ook zo’n zin te schrijven.
Mercedes - Lada : Afrika - Noordpool : rugby - biljarten :
heks - prinses :
5. Wat kan je over Averell zeggen in vergelijking met de andere Daltons?
6. Maak eveneens een vergelijking. Je mag echter slechts één van de drie gebruiken.
Lamborgini - Mercedes - Lada Europa - Afrika - Noordpool schaken - rugby - biljarten fee - heks - prinses
STAP 2
1. Een kwis
• Wie is de snelste zwemmer?
• Wie kan het diepst duiken?
Mens - pinguïn - zeehond - potvis.
• Een mens loopt op z’n hardst 36,5 km per uur. Lopen de volgende dieren sneller of trager?
Paard - konijn - struisvogel - ringslang. • Welk dier loopt het snelst?
Giraf - jachtluipaard - hyena. • Welk dier loopt het traagst?
Slak - schildpad - luiaard.
• Welk dier legt de grootste eieren (ze wegen ongeveer 1,5 kg)? Kip - gans - struisvogel - pinguïn.
• Wie kan verder springen dan de mens? Kikker - kangoeroe - sprinkhaan.
• Het wereldrecord hoogspringen is bijna 2,50 meter. Welk dier springt hoger? Sprinkhaan - springbok - poema.
• Waar groeit de hoogste boom (hij is 110 meter hoog)? In Amerika - in Europa - in Australië.
Samengevat
STAP 3
1. Wanneer gebruikt men veel de vergrotende en overtreffende trap?
2. Doorblader een tijdschrift en ga op zoek naar trappen van vergelijking. Waar vind je ze vooral?
3. Je kunt ze ook grappiger maken door er enkele te verknippen. Probeer het maar. 4. We leven in een wereld van reclameslogans. Ken je deze?
De minste rimpel vaag je zo weg
EEN beter
e HUID
100 % zuiver. Meer kan niet.
De beste wijntjes
De meest logische oplossing!
5. Hoe vorm je hier de trappen van vergelijking?
6. Wat valt je aan elke reclameboodschap op?
7. Waarom is dat zo? Ken je nog van die slogans?
8. Kijk naar de vorm van de woorden. Wat hebben ze met elkaar gemeen?
9. Probeer ze in een andere vorm te plaatsen. Klinkt de boodschap nog goed?
Samengevat
Oefening
1. In de volgende tekst ontbreken woorden. Vooraf geven we je een aantal mogelijk-heden. Je moet ze wel in de goede vorm gieten.
snel - licht - gemakkelijk - weinig - goed
De verschillen in huidskleur zijn er gekomen als gevolg van aanpassingen aan het kli-maat. De zon is goed voor ons lichaam. Iedereen heeft immers vitamine D nodig. Die krijgt hij . . . als er veel zon is. Maar te veel is te veel. Een donkere huid
beschermt je lichaam . . . tegen felle zon. In streken met . . . zon daarentegen hebben de mensen een . . . huid,
die ook kleine beetje zon doorlaat. Ook de lichaamsgrootte heeft waarschijnlijk veel te maken met aanpassing aan het klimaat en het milieu. Kleine mensen hebben het
. . . koud doordat de oppervlakte van hun huid groot is, vergeleken
met de inhoud van hun lichaam.
(Marita De Sterck, Een vijf met negen nullen)
2. Elke kolom begint met een zelfstandig naamwoord. Schrijf er bijvoeglijke naam-woorden onder die erbij passen.
Papier Sneeuw Appel Meloen Jerommeke Rambo
3. Omcirkel de bijvoeglijke naamwoorden die in meer kolommen voorkomen.
4. Kies een omcirkeld woord uit en gebruik het om beide zelfstandige naamwoorden met elkaar te vergelijken.