• No results found

Zie zo Spelling blok 1 - blok 4

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Zie zo Spelling blok 1 - blok 4"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

56

Woordslang

Schrijf een woord van de week op.

Neem de laatste letter van het woord.

Dat is de eerste letter van het volgende woord.

Maak zo een woordslang.

Rebuswoorden

Kies een woord van de week.

Teken het woord.

Verander de letters van het woord met +, -, =.

Maak zo rebuswoorden.

Laat een klasgenoot jouw rebus oplossen.

Rijmwoorden

Schrijf een woord van de week op.

Schrijf er drie rijmwoorden naast.

Doe dat met nog meer woorden.

Je kunt ook een rijmpje of een gedicht maken.

1

2

3

Ben je klaar met de les?

Hier zijn de extra opdrachten.

Maak ze op een blad of in een schrift.

Je mag zelf kiezen welke opdrachten je maakt.

Zie zo Spelling blok 1 - blok 4

Neem de laatste letter van het woordrdrrrrrrr .

Dat is de eerste letter van hehh t volgende woord.

Maak zo een woordslang.

s p a r e n n a c h t t r e i n n a g e l l i n k s s t e m p e l l

i e v e r

.

- sp n = k

ik

k = b s = w

bouw

- sp n = k

i

ik

k = b s = w

klaar - schaar - maar - waar - vaar - haar - zwaar - blaar - gebaar

(2)

57

Woorden tekenen

Kies een woord van de week.

Maak een kleine tekening van het woord.

Laat een klasgenoot dat woord opschrijven.

Teken nog meer woorden.

Je klasgenoot schrijft het woord telkens op.

Geheimschrift

Schrijf woorden uit de les in geheimschrift.

Zet een punt na iedere letter.

Wie kan jouw woorden opschrijven?

Gekke zinnen

Maak gekke zinnen met woorden uit de les.

Misschien mag je de zinnen ook voorlezen…

4

5

6

vlinder

23.13.10.15.5.6.19 schapen

20.4.9.2.17.6.15 a

2

b

3 c

4

d

5 e

6 f

7 g

8

h

9 i

10 j 11

k

12 l

13 m 14

n

15 o

16 p 17

q 18

r 19

s 20 t

21

u

22 v

23 w 24

x 25

ij 26

z 27

Onze ijsbeer kan goed stofzuigen.

Mijn hond leest elke dag de krant.

(3)

58

Zie zo Spelling blok 1 - blok 4

Zinnen met tekeningen

Bedenk een zin met woorden van de week.

Maak van één of twee woorden een tekening.

Wie kan de zin opschrijven?

Woordraadsels maken Kies een woord van de week.

Vertel in een paar zinnen iets over het woord.

Zeg het woord niet.

Wie kan jouw woord raden en opschrijven?

Steeds langer

Schrijf een woord van de week op.

Schrijf daaronder steeds een woord met een letter meer.

Hoe lang wordt jouw lijst?

7

8

9

We gingen

g.

Ik schoot de in het

De andere jongens stonden te

er het woord.

?

Het is een dier.

Hij heeft strepen.

Hij is gevaarlijk.

Hij heeft vier poten.

jas ei trui les

broek kist voeten stuur

spiegel hoepel struiken slangen

(4)

59

Nieuwe woorden maken Kies twee woorden van de week.

Schrijf alle letters van die woorden op.

Maak er nieuwe woorden mee.

Hoeveel woorden kun je maken?

Samenstellingen maken Kies een woord uit de les.

Bedenk samenstellingen met dat woord.

Hoeveel kun jij er maken?

Beginlettertekst

Schrijf de letters van een woord van de week onder elkaar.

Schrijf zinnen over dat woord.

Alfabetwoorden

Bovenaan de les staat het thema (onderwerp), bijvoorbeeld natuur.

Bedenk woorden over dat onderwerp.

Zorg ervoor dat ieder woord met een andereletter begint.

Hoeveel woorden kun jij bedenken? Meer dan vijftien?

10

11

12

13

is spier

leg slang

spin spel lans

lens lig

gil lege

egel gans

langs

ren lieg

gang gesp

gel ging s p i e g e l + l a n g e r

ijsbaan ijswinkel likijs ijsmuts ijsprijs ijskast softijs roomijs ijsneus

Beginlettertekst

Schrijf de letters van een woord van de week onder elkaar.

Schrijf zinnen over dat woord.

12

S oms wil ik nog niet slapen, als ik naar bed moet . L ang opblijven mag ik alleen in het weekend.

A ls er een fees t is, ga ik ook laat naar bed.

P inkie, mijn poes , slaapt vaak bij me.

E r ligg en veel knuff els in mijn bed.

N a vijf minuten val ik in slaap.

at het thema (onderwerp), er dat onderwerp.

r woord met een andereletter begint.

aap eikel heide boterbloem fazant insect duif gans jakhals

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

gemeenteraad groenteman hagedis hoogtepunt hoogtevrees Koninginnedag maneschijn nachtegaal papegaai platteland reuzeleuk rijstepap rodekool ruggespraak ruimtevaart

het eerste woord naar iets of iemand verwijst waar er maar één van is (Koninginnedag, maneschijn, zonnebank,

Emma's Eva's Hanna's Hugo's Jessica's Julia's Laura's Leo's mama's Maria's Nora's oma's opa's Otto's papa's Rita's Sara's Selma's

Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting

De regressiecoëfficiënten bi geven hierbij een kwantitatieve schatting van de (onafhankelijke) bijdrage die elk van de determinanten aan de ziektekans levert. De

• Kan het kind enkele begrippen toepassen als kort – korter – kortst – (even) lang – langer – langst – klein – kleiner – kleinst – (even) groot – groter – grootst –

[r]

M Je oefent hoe je met een schaallijntje of met 1 : xx een lengte op schaal omrekent naar een lengte in het echt