• No results found

Weinig effect pulsatie-instelling op speenzwelling

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Weinig effect pulsatie-instelling op speenzwelling"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● 26 Praktijkonderzoek 2000-3

Tijdens het melkproces zorgt de beweging van de tepelvoering afwisselend voor de afvoer van melk en rust voor de speen. Door de zuig-rust-verhouding van de pulsator te wijzigen, kan de tijdsduur van melkafvoer en rust voor de speen worden gewijzigd. Het PR heeft dit onderzocht en heeft tevens gekeken naar de invloed op de melkafgifte van de koe.

Onderzoek

Van negen pulsatieverhoudingen is het effect op de speenzwelling en melkafgifteparameters bepaald. Iedere pulsatieverhouding voldoet aan de geldende normen. Door het variëren van lengtes van de pulsatiefasen verandert ook het aantal pulsatieslagen. In tabel 1 zijn de gebruik-te insgebruik-tellingen vermeld.

Voor iedere combinatie is de speenzwelling bepaald. Met ultrasone metingen kan een speen inwendig worden bekeken. Normaal gesproken zal iedere speen door het melken enigszins zwellen waarbij de speenwand in dikte toe-neemt. De mate van zwellen geeft informatie over het effect van een bepaalde manier van melken op de speen. Sterke zwelling kan leiden tot speenbeschadiging en een verminderde afweer tegen mastitisverwekkers.

Naast speenzwelling is ook gekeken naar de melkafgifte. Een pulsatie-instelling die de speen minimaal belast hoeft niet de instelling te zijn waarbij vlot wordt gemolken. Uiteindelijk gaat het om die verhouding tussen b- en d-fase waar-bij een optimaal compromis is gevonden tussen speenzwelling en melkafgifte.

Resultaten

Tussen de verschillende combinaties van lengtes van b- en d-fase werden geen verschillen gevonden in speenzwelling. De holte van de speen nam in alle gevallen af met zo’n 17 %. De wand daarentegen nam toe met bijna 22 %. De melkafgifte verschilde echter wel tussen de verschillende instellingen.

In figuur 2 staat de gemiddelde en maximale

Weinig effect pulsatie-instelling op

speenzwelling

Gerben Klungel en Judith Minderman

Bij het melken van een koe gaat het erom de aanwezige melk vlot af te voeren, waarbij de speen niet te zwaar belast mag worden. Om aan beide doelen tegemoet te komen zijn eisen gesteld aan de lengte van de zuig- en rustfase in een pulsatiecyclus. Een pulsatie-instelling waarbij snel wordt gemolken, hoeft niet te leiden tot extra speenzwelling.

Pulsator belangrijk

Een pulsator zorgt door aan- en afvoer van buitenlucht voor het openen en sluiten van de tepelvoering. De gehele cyclus bestaat uit vier fasen (zie figuur 1). Tijdens de over-gangsfasen a en c wordt respectievelijk lucht af- en aangevoerd naar de pulsatieruimte. Gedurende de b-fase is de voering open en kan melk worden afgevoerd. Onder de speen heerst nu vacuüm, waardoor vocht kan opho-pen in de speen, met zwelling als gevolg. De voering is in de d-fase gesloten en de speen kan enigszins herstellen omdat de vochtstu-wing min of meer opgehouden wordt. Om de speen voldoende te laten herstellen, moet de d-fase een bepaalde lengte hebben. Een te korte d-fase betekent extra speenzwel-ling. Een te lange d-fase zal resulteren in overmatige klemdruk op de speen, wat zich kan uiten in platte spenen.

De huidige normen schrijven een b-fase voor van 300 tot 550 ms (milliseconde) en een d-fase tussen 150 en 300 ms. In de praktijk komt een grote variatie voor in de opbouw van pulsatiecurves, afhankelijk van onder andere vacuümniveau en tepelvoering. Het is niet geheel duidelijk wat het precieze effect is van de lengte van de b- en d-fase op de speenzwelling. De gedachte is dat ruime b/d-verhoudingen de spenen zwaarder belasten.

Figuur 1 Pulsatiekarakteristiek a b c d tijd Vacuüm 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 4 kPa 4 kPa

(2)

27

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

Praktijkonderzoek 2000-3

melksnelheid bij verschillende lengtes van b- en d-fase.

De maximale melksnelheid neemt toe naarmate de d-fase afneemt en de b-fase toeneemt. Dit is het gevolg van een verruiming van de zuig-rust-verhouding. Het streven is een zo kort mogelij-ke machinemelktijd om speenbelasting te beper-ken. Dit wordt bereikt met een b-fase van 550 en een d-fase van 150ms.

Optimale pulsatie-instelling per bedrijf

De onderzochte b/d-verhoudingen lieten in dit onderzoek geen verschillen zien in speenzwel-ling. Vlot melkende instellingen hoeven daarom geen negatieve effecten te hebben op de

speen-zwelling. Afhankelijk van het type tepelvoering en de specifieke eigenschappen, kan de speen-zwelling en melkafgifte anders zijn dan gevon-den in dit onderzoek.

In de praktijk zal een bepaalde pulsatie-instel-ling beoordeeld worden aan de hand van melk-snelheid, mate van uitmelken en de speencondi-tie. Liggen deze op een gewenst niveau, dan zal de veehouder deze instelling gedurende lange tijd handhaven. Verslechtert de speenconditie van veel koeien, dan is dit aanleiding om onder andere de pulsatie-instelling kritisch te beoorde-len. Aanpassing van de lengte van de b- en d-fase hoeft niet altijd de oplossing te zijn. Ook de druk van de tepelvoering rondom de speen-punt en de vacuümhoogte kan een oorzaak zijn. De conditie van de spenen en eventuele vereel-ting van de speenpunten geven een goed beeld van de gebruikte melkmachine-instellingen en tepelvoering. Het streven moet altijd gericht zijn op minimale speenbeschadigingen en een goede conditie van de speen.

Figuur 2 Gemiddelde en maximale

melk-snelheid bij verschillende pulsatie-instellingen 150 225 300 D-fase 4,5 4,0 3,5 3,0 2,6 2,4 2,2 2,0

Maximale melksnelheid (kg/min)

Gemiddelde melksnelheid (kg/min)

150 225 300

D-fase

350 450 550

B-fase

Tabel 1 Cyclustijd (ms) en aantal pulsaties (slagen/min.)bij combinaties van verschillende lengtes van d- en b-fase

Lengte b-fase (ms)

350 450 550

Lengte d-fase (ms) Cyclustijd Pulsaties Cyclustijd Pulsaties Cyclustijd Pulsaties

150 875 69 975 62 1075 56

225 950 63 1050 57 1150 52

300 1025 59 1125 53 1225 49

Doorsnede van een speen met behulp van ultrasoon meting.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten

Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen.

Tot slot associëren de organisaties persoonsvolgende bekostiging in hoge mate met meer transparantie voor medewerkers. Het inzichtelijk maken van de kosten van

Indien het niet mogelijk blijkt met andere partijen een groot regeer- akkoord te sluiten, zullen de drie christelijke partijen niettemin moeten trachten vóór de

Tabel 7-2 Gemiddelde (op basis van twee metingen) vrachten in influent en effluent per jaar per gemeten werkzame stof en gemiddeld verwijderingspercentage van de RWZI Eindhoven (Gr

Om conflictsituaties te vermijden, wordt er vaak voor geopteerd om in de eigen algemene voor- waarden te bepalen dat de tegenpartij door de aanvaarding van deze algemene

Want indien de erfenis uit de wet is, zo is zij niet meer uit de beloftenis; maar God heeft ze Abraham door de beloftenis genadiglijk gegeven, (Gal. Israel kon zichzelf niet

• MBO en entree 18+ al ingeburgerd en 18- isk met diploma (na hobbel is toch extra taalondersteuning nodig! Geen