STAAT VAN DE INSTELLING
Stichting TCI, exameninstelling te Schoonrewoerd
December 2013
BRIN: 27RA Onderzoeksnummer:
Kenmerk: 258862
4219830 Onderzoek uitgevoerd in: oktober 2013 Conceptrapport verzonden op: 12 november 2013 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 4 december 2013
Inhoudsopgave
1 Inleiding ... 1
2 Conclusie en vervolgtoezicht ... 3
2.1 Conclusie ... 3
2.2 Vervolgtoezicht ... 3
3 Toelichting op de beoordeling ... 5
3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau... 5
3.2 Risico’s op relevante indicatoren ... 6
3.3 Toelichting Kapper ... 7
3.3 Toelichting Schoonheidsverzorging ... 9
Bijlagen ... 11
Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden ... 11
Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed ... 12 Bijlage IIIa Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Kapper, crebo 91182,
1 Inleiding
De Inspectie van het Onderwijs voerde in oktober 2013 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij de exameninstelling TCI.
Het onderzoek heeft tot doel het bepalen van de stand van de kwaliteitsborging en, om risico’s voor de examenkwaliteit in te schatten, de kwaliteit waaraan de
examinering en diplomering moeten voldoen. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens en een
kwaliteitsonderzoek bij de exameninstelling.
Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met leden van de examencommissies waaronder enkele docenten, het bestuur en
examenmedewerkers van het kantoor TCI. Ook zijn aanvullend documenten onderzocht. Ook maakte een gesprek met de directie deel uit van het onderzoek.
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport.
In hoofdstuk 2 leest u de conclusies waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de examinering en diplomering en de wettelijke vereisten vindt u in hoofdstuk 3.
Rapport Staat van de instelling mbo – Stichting TCI, exameninstelling pagina 2 van 14
2 Conclusie en vervolgtoezicht
In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, het onderzoek naar examinering en diplomering en het onderzoek naar wettelijke vereisten.
In het onderzoek geven wij een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven wij aan in welke mate er risico’s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico’s, enkele risico’s of veel risico’s.
In hoofdstuk 3 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen.
2.1 Conclusie
Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling komen wij tot de conclusie dat de kwaliteitsborging bij TCI voldoende is. Voorts
concluderen we dat er geen risico’s zijn in de zin van het toezichtkader voor wat betreft de examenkwaliteit.
Het oordeel dat de kwaliteitsborging voldoende is, gecombineerd met de
constatering dat er geen risico’s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, leidt er toe dat we geen aanvullend vervolgtoezicht zullen uitvoeren.
Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we twee opleidingen onderzocht. Deze opleidingen hebben we met een voldoende beoordeeld.
2.2 Vervolgtoezicht
Het oordeel leidt niet tot vervolgtoezicht.
Rapport Staat van de instelling mbo – Stichting TCI, exameninstelling pagina 4 van 14
3 Toelichting op de beoordeling
In dit hoofdstuk geven we een toelichting op de beoordeling. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico’s zijn bij de instelling.
3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau
Het onderzoek naar kwaliteitsborging bij TCI, heeft geleid tot de volgende oordelen:
Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvol-
doende Slecht
4. Kwaliteitsborging •
Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied
kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage II. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen.
Gebied 4: Kwaliteitsborging
Aspect Voldoende Onvoldoende
4.1 Sturing * •
4.2 Beoordeling * •
4.3 Verbetering en verankering * •
4.4 Dialoog en verantwoording •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied.
Beschouwing
TCI is een organisatie die examens produceert en afneemt voor verschillende opleidingen en branches, waaronder opleidingen op het gebied van
schoonheidsverzorging en kapper. De examens worden geleverd aan en afgenomen bij meer dan 30 bekostigde en niet-bekostigde instellingen, waarbij TCI optreedt als exameninstelling in de zin van de Wet educatie en beroepsonderwijs.
Een sterk punt van de organisatie is de constante en consequente aandacht voor de kwaliteit van de examinering en voor de borging van die kwaliteit. Er is een
handboek en er zijn degelijke procedureomschrijvingen waarin precies staat aangegeven wanneer en wat er in het kader van de integrale kwaliteitszorg moet gebeuren. De instelling hanteert deze documenten aantoonbaar. Vanuit het management wordt hier constant op gecontroleerd en (bij-) gestuurd. De
betrokkenen zijn goed geïnformeerd en hebben voldoende sturingsinformatie om hun werk naar behoren te kunnen verrichten.
Het gegeven dat ook het bestuur zich ter plekke vergewist van een goed verloop van de examens en naleving van de procedures mag hier niet onvermeld blijven.
Gezien de verwevenheid met de onderscheiden branches is een dergelijke sturing niet alleen nuttig en goed, maar ook noodzakelijk voor de continuïteit van de organisatie.
Periodiek wordt de voortgang van processen en verbeteracties door TCI
gemonitord. Daarvan wordt verslag gemaakt (het evaluatieverslag) waarin ook verantwoording wordt afgelegd, onder andere naar het bestuur en de
brancheorganisaties. Regelmatig wordt de tevredenheid van betrokkenen gemeten en geëvalueerd. Ook dit proces is vastgelegd en ook hierover legt TCI
verantwoording af. Op elk moment is duidelijk waartoe de uitkomsten van de monitoring en de evaluaties hebben geleid en welke verbeteracties zijn ingezet. TCI
Rapport Staat van de instelling mbo – Stichting TCI, exameninstelling pagina 6 van 14
werkt daarbij cyclisch en volgens een vast stramien, zodat de processen voldoende geborgd zijn. TCI houdt op allerlei processen audits en ondergaat zelf eveneens audits, geleid door externen (bijv. KIWA), met als doel een oordeel te geven over de kwaliteit van de examinering. De oordelen worden afgezet tegen vooraf gestelde normen.
De organisatie heeft zijn positie bepaald en werpt door middel van een
meerjarenplan, aangevuld met een actiepuntenlijst 2013-2014, een blik op de toekomst. Hoewel de organisatie betrekkelijk klein is, zien wij geen aanwijzingen die de continuïteit van TCI in gevaar brengen. Ook zien wij dat veel aandacht wordt besteed aan interne scholing betreffende de werkwijze en de procedures van TCI, naast periodieke scholing op het gebied van toetstechniek, bijvoorbeeld voor assessoren.
De in- en externe verantwoording van en door TCI zijn zowel geborgd binnen de eigen organisatie als daarbuiten: de externe stakeholders zijn in hoge mate betrokken bij de interne gang van zaken en hebben vaak tevens een belangrijke interngerichte rol. Daarmee worden zij als het ware tevens interne stakeholder. De in- en externe verantwoording lopen daardoor door elkaar heen en dat komt de borging van de kwaliteit van de inhoud van de examens en de interne
examenprocessen ten goede.
De kwaliteitsborging beoordelen wij op instellingsniveau als voldoende. Dat oordeel geldt ook voor de kwaliteitsborging op opleidingsniveau
3.2 Risico’s op relevante indicatoren
Bij het bepalen van de risico’s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van de examinering, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers en de stabiliteit van organisatie en management
Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling:
Geen Enkele Veel
Mate van risico's •
- Kwaliteit examinering.
De examinering is van voldoende kwaliteit. Het exameninstrumentarium voldoet en de afname van de examens is omgeven door werkende kwaliteitswaarborgen. Voor wat betreft de verantwoordelijkheden van de examencommissies oordelen wij positief, zij het met een aandachtspunt. Wij vinden namelijk dat beslissingen van de examencommissies omtrent
diplomering breder door de desbetreffende commissies moeten worden gedragen dan nu het geval is. Na een administratieve controle van de
examenbescheiden en een groen licht vanuit de examenorganisatie, zijn het de examencommissies die uiteindelijk de knoop moeten doorhakken over al dan niet diplomeren. Wij vinden die betrokkenheid nu weliswaar voldoende, maar aan de magere kant
- Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers.
Regelmatig wordt tevredenheid van betrokkenen gemeten en worden, nadat de verworven gegevens zijn geanalyseerd, verbeteractiviteiten geformuleerd en uitgevoerd. Het gehele proces kent een controlemechanisme vanuit de TCI-
organisatie aan de hand waarvan kan worden vastgesteld of de ingezette activiteiten effect hebben.
- Stabiliteit organisatie en management.
Voor zover wij dit kunnen overzien, zijn er geen aanwijzingen dat de stabiliteit van de organisatie enig gevaar loopt. Net als andere exameninstellingen is er sprake van onderlinge concurrentie wanneer men elkaars niche betreedt.
Daardoor kan de stabiliteit van de organisatie in gevaar komen. Maar vooralsnog hebben wij daar geen aanwijzingen voor. TCI is op verschillende niveaus gelieerd aan brancheorganisaties (niet-mbo) waarvan
vertegenwoordigers sterk betrokken zijn bij de inhoud en uitvoering van de examens en bij de beoordeling van de kwaliteit van TCI. Deze betrokkenheid leidt er wat ons betreft toe dat wij ook op dit gebied geen risico’s zien.
Samenvattend zien wij een stabiele organisatie die procedures degelijk in kaart heeft gebracht en op de vastgestelde wijze met deze procedureomschrijvingen werkt. Een organisatie met voldoende kennis in huis op het gebied van
examinering. Wij zien derhalve geen risico’s bij de onderzochte exameninstelling
3.3 Toelichting Kapper
Het kwaliteitsonderzoek bij Kapper, crebo 91182, niveau 3, heeft geleid tot de volgende oordelen:
Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvol-
doende Slecht
2. Examinering en diplomering •
4. Kwaliteitsborging •
Voldoet Voldoet niet
5.Naleving wettelijke vereisten •
Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot het oordeel voldoende voor de onderzochte kwaliteitsgebieden. Dat betekent dat de inspectie geen aanleiding heeft
vervolgtoezicht uit te voeren of afspraken met de directie te maken voor deze opleiding.
Oordeel per aspect
Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de drie kwaliteitsgebieden weer. In bijlage II is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebieden opgenomen.
Kwaliteitsgebied Aspect
Voldoende Onvoldoende
Gebied 2: Examinering en diplomering
2.1 Exameninstrumentarium* •
2.2 Afname en beoordeling* •
2.3 Diplomering* •
Gebied 4: Kwaliteitsborging
4.1 Sturing* •
4.2 Beoordeling* •
4.3 Verbetering en verankering* • 4.4 Dialoog en verantwoording •
Rapport Staat van de instelling mbo – Stichting TCI, exameninstelling pagina 8 van 14 Kwaliteitsgebied
Aspect
Voldoende Onvoldoende
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1 Naleving wettelijke vereisten •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen
De examinering van de opleiding Kapper voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
Er vindt momenteel een transitie plaats van eindtermgerichte toetsing naar beroepsgerichte toetsing. We hebben het toetsmateriaal van de beroepsgerichte opleiding bekeken en beoordeeld. Voor wat betreft afname van examens en de betrouwbaarheid ervan, hebben wij gekeken naar de wijze waarop actuele examens worden afgenomen en beoordeeld.
Examinering en diplomering
Het exameninstrumentarium is van voldoende kwaliteit. De dekking voldoet en de beoordelingswijze is goed-gedocumenteerd en eenduidig. Ook de cesuur voldoet maar daarbij past een aandachtspunt. In de verschillende documenten wordt aandacht besteed aan de cesuur. Dat kan verwarring opleveren, temeer wanneer ogenschijnlijk de cesuur soms anders is weergegeven. Maar nogmaals: de cesuur, die bij sommige toetsen tot stand komt in samenwerking met Cito, beoordelen wij met een voldoende.
Dit aandachtspunt raakt ook de transparantie. Wij vinden dat betrokkenen – studenten en examinatoren – zich door middel van de ter beschikking staande documenten een voorstelling kunnen maken over wat hun te wachten staat en achten dit punt dan ook voldoende. Maar ook hier geldt dat de transparantie minder wordt naarmate er meer documenten over hetzelfde onderwerp gaan. Daar staat dan weer tegenover dat elke examinator (assessor) door TCI wordt getraind en dat alle examinandi voorafgaand aan het examen door de voorzitter worden ingelicht over de gang van zaken.
TCI zorgt voor een afname van examens die zoveel mogelijk de daadwerkelijke beroepspraktijk benadert. TCI heeft hierin een strakke regie zodat haar rol als exameninstelling – en dus enige verantwoordelijke op het gebied van examinering – op adequate wijze wordt ingevuld.
De wijze waarop TCI de betrouwbaarheid van afname en beoordelingen wil borgen is deugdelijk omschreven. De uitvoering is navenant: daar is vanuit TCI controle op in het kader van de integrale kwaliteitszorg. Die controle leidt in voorkomende gevallen tot aanpassing van de procedures.
Wij hebben ons er van kunnen vergewissen dat de besluitvorming omtrent diplomering zorgvuldig geschiedt; wij oordelen hierover met een voldoende. De examencommissie van de kappers neemt hierin haar verantwoordelijkheid, maar – en dat is een aandachtspunt – dat moet scherper. Momenteel is een deel van de examencommissie betrokken bij die besluitvorming terwijl dit soort besluiten de betrokkenheid van de gehele examencommissie behoeft.
De verantwoording betreffende LB wordt via de afnemende onderwijsinstelling geregeld. Examinering van talen wordt door TCI ingekocht bij ICE.
Kwaliteitsborging
Voor het oordeel over kwaliteitsborging verwijzen wij naar hoofdstuk 3.1.
Wettelijke vereisten
De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen.
3.3 Toelichting Schoonheidsverzorging
Het kwaliteitsonderzoek bij Allround Schoonheidsspecialist, crebo 95745, niveau 4, heeft geleid tot de volgende oordelen:
Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvol-
doende Slecht
2. Examinering en diplomering •
4. Kwaliteitsborging •
Voldoet Voldoet niet
5.Naleving wettelijke vereisten •
Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot het oordeel voldoende voor de onderzochte kwaliteitsgebieden. Dat betekent dat de inspectie geen aanleiding heeft
vervolgtoezicht uit te voeren of afspraken met de directie te maken voor deze opleiding.
Oordeel per aspect
Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de drie kwaliteitsgebieden weer. In bijlage II is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebieden opgenomen.
Kwaliteitsgebied Aspect
Voldoende Onvoldoende
Gebied 2: Examinering en diplomering
2.1 Exameninstrumentarium* •
2.2 Afname en beoordeling* •
2.3 Diplomering* •
Gebied 4: Kwaliteitsborging
4.1 Sturing* •
4.2 Beoordeling* •
4.3 Verbetering en verankering* • 4.4 Dialoog en verantwoording • Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1 Naleving wettelijke vereisten •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen
De examinering van de opleiding Allround Schoonheidsspecialist voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De examinering betreft uitsluitend de beroepsgerichte kwalificatie.
Examinering en diplomering
Het exameninstrumentarium is van goede kwaliteit. De dekking voldoet en de beoordelingswijze is goed-gedocumenteerd en eenduidig. De cesuur is voldoende.
Voor sommige toetsen geldt dat de cesuur in samenwerking met Cito tot stand komt. Dat betekent dat de voorgenomen cesuur onder invloed van een toets- en itemanalyse aan de kwaliteit van de toets kan worden aangepast. Bij onze beoordeling van de cesuurbepaling gelden twee aandachtspunten. In de eerste
Rapport Staat van de instelling mbo – Stichting TCI, exameninstelling pagina 10 van 14
plaats wordt de cesuur in verschillende documenten genoemd. Dat kan verwarring opleveren, temeer wanneer ogenschijnlijk de cesuur soms anders is weergegeven.
In de tweede plaats ligt de cesuur met 70 procent wat aan de hoge kant. Dat brengt het risico met zich mee dat studenten die geschikt zijn voor het vak, ten onrechte geen diploma krijgen. Dit laatste aandachtspunt is voor ons wat moeilijk te overzien; we geven dit ter overweging mee.
Wij vinden dat betrokkenen – studenten en examinatoren – zich door middel van de ter beschikking staande documenten een goede voorstelling moeten kunnen maken over wat hun te wachten staat. En ook hier geldt dat de transparantie minder wordt naarmate er meer documenten over hetzelfde onderwerp gaan. Toch kunnen wij ook de transparantie met een voldoende beoordelen, temeer omdat elke examinator (assessor) door TCI wordt getraind en omdat alle examinandi voorafgaand aan het examen door de voorzitter worden ingelicht over de gang van zaken rond het examen.
TCI zorgt voor een afname van examens die zoveel mogelijk de daadwerkelijke beroepspraktijk benadert. TCI heeft hierin een strakke regie zodat haar rol als exameninstelling – en dus enige verantwoordelijke op het gebied van examinering – op adequate wijze wordt ingevuld.
De wijze waarop TCI de betrouwbaarheid van afname en beoordelingen wil borgen is deugdelijk omschreven. De uitvoering is navenant: daar is vanuit TCI controle op in het kader van de integrale kwaliteitszorg. Die controle leidt in voorkomende gevallen tot aanpassing van de procedures.
Wij hebben ons er van kunnen vergewissen dat de besluitvorming omtrent diplomering zorgvuldig geschiedt. De examencommissie neemt hierin haar verantwoordelijkheid, maar – en dat is een aandachtspunt – dat moet scherper.
Momenteel is een deel van de examencommissie betrokken bij die besluitvorming terwijl dit soort besluiten de betrokkenheid van de gehele examencommissie behoeft.
De verantwoording betreffende LB wordt via de afnemende onderwijsinstelling geregeld. Examinering van talen wordt door TCI ingekocht bij ICE.
Kwaliteitsborging
Voor het oordeel over kwaliteitsborging verwijzen wij naar hoofdstuk 3.1.
Wettelijke vereisten
De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen.
Bijlagen
Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen
Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit:
1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator?
Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties.
2. Een normering per aspect.
3. Een normering per kwaliteitsgebied.
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven.
Normering Examinering en diplomering
Goed Aan alle standaarden is voldaan.
De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende Aan alle standaarden is voldaan.
Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende Aan één standaard is niet voldaan.
Slecht Aan twee of drie standaarden is niet voldaan.
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de
kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering dient voldoende te zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen.
Normering Kwaliteitsborging
Goed Aan alle aspecten is voldaan.
Aan alle indicatoren is voldaan.
De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende Aan alle kernaspecten is voldaan.
Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan.
Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende Aan twee aspecten is niet voldaan.
Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan Slecht Aan drie of vier aspecten is niet voldaan.
Normering van het gebied Naleving wettelijke vereisten: de instelling of
opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort.
Rapport Staat van de instelling mbo – Stichting TCI, exameninstelling pagina 12 van 14
Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed
Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvol-
doende
Aspecten Indicatoren
4.1 Sturing * 4.1.1 Plannen •
4.1.2 Informatie •
4.1.3 Continuïteit •
4.2 Beoordeling * 4.2.1 Monitoring •
4.2.2 Evaluatie •
4.3 Verbeteringen 4.3.1 Verbeteraanpak •
verankering * 4.3.2 Deskundigheids-
bevordering •
4.3.3 Verankering •
4.4 Dialoog en 4.4.1 Intern •
verantwoording 4.4.2 Extern •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied
Bijlage IIIa Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Kapper, crebo 91182, niveau 3
Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvol- doende
Aspecten Indicatoren
2.1 Examen-
instrumentarium* 2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2 Dekking van het
kwalificatiedossier •
2.1.3 Cesuur •
2.1.4 Beoordelingswijze •
2.1.5 Transparantie •
2.2 Afname en 2.2.1 Authentieke afname •
beoordeling* 2.2.2 Betrouwbaarheid •
2.3 Diplomering* 2.3.1 Besluitvorming
diplomering •
2.3.2 Verantwoordelijkheid
examencommissie •
Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvol-
doende
Aspecten Indicatoren
4.1 Sturing * 4.1.1 Plannen •
4.1.2 Informatie •
4.1.3 Continuïteit •
4.2 Beoordeling * 4.2.1 Monitoring •
4.2.2 Evaluatie •
4.3 Verbeteringen 4.3.1 Verbeteraanpak •
verankering * 4.3.2 Deskundigheids-
bevordering •
4.3.3 Verankering •
4.4 Dialoog en 4.4.1 Intern •
verantwoording 4.4.2 Extern •
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet
Aspecten Indicatoren
5.1 Naleving wettelijke
vereisten 5.1.1 Naleving wettelijke
vereisten •
Rapport Staat van de instelling mbo – Stichting TCI, exameninstelling pagina 14 van 14
Bijlage IIIb Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Allround Schoonheidsspecialist, crebo 95745, niveau 4
Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvol- doende
Aspecten Indicatoren
2.1 Examenin-
strumentarium* 2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2 Dekking van het
kwalificatiedossier •
2.1.3 Cesuur •
2.1.4 Beoordelingswijze •
2.1.5 Transparantie •
2.2 Afname en 2.2.1 Authentieke afname •
beoordeling* 2.2.2 Betrouwbaarheid •
2.3 Diplomering* 2.3.1 Besluitvorming
diplomering •
2.3.2 Verantwoordelijkheid
examencommissie •
Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvol-
doende
Aspecten Indicatoren
4.1 Sturing * 4.1.1 Plannen •
4.1.2 Informatie •
4.1.3 Continuïteit •
4.2 Beoordeling * 4.2.1 Monitoring •
4.2.2 Evaluatie •
4.3 Verbeteringen 4.3.1 Verbeteraanpak •
verankering * 4.3.2 Deskundigheids-
bevordering •
4.3.3 Verankering •
4.4 Dialoog en 4.4.1 Intern •
verantwoording 4.4.2 Extern •
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet
Aspecten Indicatoren
5.1 Naleving wettelijke
vereisten 5.1.1 Naleving wettelijke
vereisten •