• No results found

Selectieproeven met Calceolaria's 1951-1952

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Selectieproeven met Calceolaria's 1951-1952"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

P r o e f s t a t i o n voor de Groenten- en F r u i t t e e l t onder /*las t a 2'aaldwijk.

S3L3CTI3KKCTT32T IUT CALC^OLASIA IÎT 1951 - 1952.

Doel.

evenals voorgaande jaren is het doel van da proof om door doelbe-wuste kruising een ras te kweken dat sich, goed leent voor da teelt in druiveserre's en voldoet aan de eisen, welke in varia and met blo ei rijk-dom, bladvorn, kleur van het blad en bouw van de plaçât gesteld v/orden.

Verloop van de proef.,

Van de in 195'"! uitgevoerde kruisingen werd op 20 juli het zaad uitgezaaid. Door onvoldoende zaadvorming vielen enige groepen uit. 3ind augustus werden de zaadplanten verspeond en in de bak verder ge-kweekt. Tussen 1 5 - 2 5 september werden de jonge planten opgepot in potmaat 18 en omstreeks eind november overgepot in potmaat 14. Tegelij-kertijd werden de planten naar de kas overgebracht en ingekuild. Gedu-rende de winter werden zij regelmatig omgezet.

De volgende selecties werden opgekweekt: 3roep I 9 5 I - I 9 5 2 G p.m. ' G 1 x G 2 D.E. x G p.m. D.H. x G 1 D.E. x G 2 D.H. x G 3 D.S. x G 4 O.H.T.p.m.1 C E . T . p . m . 4 E.p.m. E.O.p.m. K l e u r v / d z a a d p l a n t e n g e e l g e e l o r a n j e o r a n j e o r a n j e o r a n j e o r a n j e o r a n j e - r o o d getijgerd o r a n j e - r o o d getijgerd rood r o o d - o r a n j e w i j z e van b e s t u i v i n g k r u i s b e s t u i v i n g •• Groep I95O-I95I G 2 p.m. G 2 p.m. D.E. x G D.E. x G D.E. x G D.E. x G D.S. x G O.S.T.1 x C.E.T. O.E.T.5 x O.E.T. E 2 x E "1 E.O.p.m. 2 6

Beschrijving van de n-roeTxen.

G.p.m. De planten bezaten donkergroen, zwak behaard blad. ïïaast de hoofdbloeistengel ontwikkelde! zich gemiddeld 3 zijstengels die bij •_+ 60jb van de planten gelijk met de hoofdstengel bloeiden. Euim 95/^ V £n

(2)

Of.jB.1 x Q«f Van dese groep werden sleohts 16 planten opgekweekt* Se bladkleur was groen e» 4« beharing va» net blad Heat» 5 ^ Van 4« plan-ten droegen gele, 50$ geel-getijgera© bloemen.

Pjt.lt x 0»p»it» Het blad was groen en de beharing lieht» De groei «ra« Tan alle planten voldoende» iet aantal sij-blosastsngsls bedroeg gemiddeld 5 dl© voor +_ 45^ gelijk set da hoofdbloemstengel bloeiden» fan de plant»» gaven + 55^ oranje. + 23^ gele en +, 17$ T®&Ê bloemen»

StB» x O a.1 '•-. let bladkleur van alle groepen was groen, de be-lil« I S a g : haring awak ©n de glans matig tot »wak» Het

aaa-B»S*. ..x 0 f 3 tal sijetengele bedroeg bij de groepen 1 en 4

§•-£!»i<i x 0 a. 4 , taiddeld vijf, bij groep 2 vier en bij groep 3 trie»

Ia groep 3 bloeiden bij de &eeste planten "de sijblo#i8t#agels gelijk »et ie koofastengel n«l» bij 61 va» de 70 planten« Ia groep 1 W M dit het geval bij 36 va» de 58 planten» ia groep 2 bij 22 vas de ê$ plan-ten ®a in groep 4 bij 23 van da 40 planplan-ten* Ba uiteplitaing in verschil-lende bioemkl®»»» was aoale dese verwacht ward* In groep 1 gaf 46»Q£ van de planten ©ra» je getint«. 29* ß^ rood getinte en 22*lf» gaal getinte bloea-sn* Bij greep 2 waa dit reep. 60» 20,8 ea 17»6$i bij groep 3 reep« 55*6» 16 ®n 28,2$ en bij groep 4 m a p . 65» 19,1 «n 11,13»* Verder kwaaie« in ieders groep nog enige planten voor met afwijkende bloedkleur*

B.I* s. .1 Be bladkleur was liehtgroen, de beharing en de glans «wak» Be gro&t was voldoende» Qeoiddeld ontwikkeld«! sieh 5 aijblcsa-stengels* les« bloeidenvoor iet« »eer dan de helft gelijk »et de hoofi-etengel* Be hloerakleur was als volgtt 21#4f» donkerrood, 21 »4l» oranje-rood, 23,6^ oranje. Ook planten aet geel getinte bloemen kwamen voor n*l* +, 15$* Ir kwam in dese partij dus een vrij sterke uitsplitsing in de bloesikleur voor., ,

beharing

B».B.t g.1 B l a d k l e u r , e n glans w a s als b i j de vorige groep» Q e m i d d e l d ontwikkelt© sieh é é n sijbloematengel m e e r . l e t percentage planten w a a r b i j à« bloeatrtengels g e l i j k bloeid«iw»i o n g e v e e r even g r o o t . B e s l o s a k i survsrde ling w a s a l s v o l g t 1 5,6$ d o n k e r r o o d , 14» £ $ r o o d , 2 5 $ o r a n j e -r o o d , 3 2 , 2 $ o-ranje e n ± 2 0 ^ ge si«

I . y,»a.» I n dese u i t 12 planten b e i t a « n â e g r o e p g a v e n alle p l a n t e n gele bloemen« B a a r d e ouders rods b l o e m e n besäten lijkt h e t « l e t u i t g e sloten d a t h i e r w s r w i s s s l i n g v a n naad o f jonge plasten h e e f t plaat« g e -vonden*

1*0» p.»a» B l a d k l e u r w a s g r o e n , g l a n s e n d , onb«haard* I e groei w m s g o e d , e r ontwikkelde sich 4 b l o s m s t e n g s l s p e r p l a a t , l e t percentage planten w a a r b i j alle bloeastengels g e l i j k bloeidenwae let» » i m i e r d a n de h e l f t * Be b l o s m k l e u r w a s ale volgtt r o o d 2 3 $ , o r a n j e r o o d 77$*

(3)

3.

O.R.T. p.m. De groei van de groep was zeer matig. Kenmerkend bij deze groep was de sterke bladbeharing. Slechts ïjp gaf de gewenste kleur te

zien n.1. oranje-rood getijgerd. Vsrder was deze groep sterk uitgesplitst, de bloemkleurverdeling v/as als volgt: rood 22^, rood getijgerd 33,7/Jj oranje getijgerd ifj. Het percentage waarbij de zijbloemstengels gelijk bloeiden met de hoofdstengels was iets minder dan de helft.

O.R.T. p.m.2 Van deze uit 5 planten bestaande groep bloeidenalle planten met rode bloemen. Waarschijnlijk is bij daze partij verwisseling met een. ander ras opgetreden.

Resultaten.

In tabel I is de kleurverhouding in de groepen zowel in aantal planten als in het percentage van het totaal uitgedrukt opgetekend. Cok is in deze tabel de kleur der zaadplanten, waarvan werd uitgegaan ver-meld.

Tabel 2 geeft een beschrijving van de bladkleur, mate van beharing en de glans, terwijl ook de groei in deze tabal wordt aangegeven.

Tabel 3 geeft een omschrijving van de zaadplanten.

In 1952 uitgevoerde kruisingen.

Uit enkele groepen werden de beste planten uitgekozen en voor de zaadwinning bestemd. De volgende methoden werden toegepast:

1. Positieve massaselectie (hierbij werd niet gecastreerd) 2. Kruisbestuiving v/aarbij werd gecastreerd.

3. Zelfbestuiving.

<a. Positieve massaselectie.

Uit de groep G p.m. werden 5 planten genomen dia alle met zuiver gele bloemen bloeiden. Nadat deze met alkaar zijn bestoven, werd van iedere plant zaad gewonnen. Eet aantal zijassen bedroeg resp. 5J &I 7J 8, 8. Bij alle planten bloeiden de zijasaen gelijk met de hoofdas. Eet blad was eirond, dofgroen en matig behaard. Kenmerk 1952-'53 G p.m.

2.0.5.T. p.m. Uit de groep werden 4 planten genomen. Se bloemkleur was bij alle 4 p2.S-H.ten oranje rood getijgerd. Eet aantal zijassen bedroeg resp. 5» 5} 5) £• Ook deze planten zijn weer onderling bestoven. Van elke plant werd zaad gewonnen. De bloei van de zij stengels en de hoofdstengel viel gelijk. Het blad was schild-vormig, groen, matig behaard.

Kenmerk 1552-'53 C.3.T. p.m.

3.B.C. p.n. Uit deze groep werden 5 planten gekozen die alle bloeiden met oranje-rode bloemen. Ook deze werden onderling net elkaar bestovsn. Van elke plant Y/srd zaad gewonnen. Eet aantal zijassen was bij elke plant

(4)

generatie is deze groep totaal uitgesplist. Da moederplant is gekozen in dj kleur donkerrood, ds vaderplant gaal. Hat aantal zijassan bedroeg bij beide plantan 6, daze bloeiden gelijk nat da hoofdas. Eat blad van beide planten was toegespitst eivormig, lichtgroen en matig behaard. De bedoeling is on v/eer oen ras ta verkrijgen nat oranjekleurige bloemen. Kenmerk 1952-'p3 D.H. x G x.

2» D.S. x G 2. Ook uit deze groap warden 2 planten gekozen, waarbij

nu da gealbloeiende tot moederplant, da donï:erroda tot vaderplant bestemd. Eet aantal sijassen bedroeg 5 'bij ieder, deze bloeiden gelijk net de

hoofdas. Eet blad van beide planten was eivormig, dofgroen en vrij sterk behaard. Kenmerk 1952-'53 G x D.H. x.

Zelf bes tui ving.

D.E. :: G 1. Uit deze groep werden 3 planten genoman, n.1. aan do ril: er-rood bloeiende, een oranje kleurige en een goal bloeiende plant. Deze planten zullen worden zelfbestoven. Dit om na zelfbestuiving de wijze van uitsplitsing te kunnen beoordelen.

De donkerrood bloeiende plant had 8 zij assen welke gelijk met de hoofd-as bloeiden. Eet blad van deze plant whoofd-as eivormig, dofgroen, matig be-haard.

Kenmerk D.H. z 1.

Da oranje bloeiende plant bezat 7 sijassen die gelijk bloeiden met de -hoofdas. Eet blad was schildvornig, lichtgroen, matig behaard. Kenmerk 0 z 1.

•De geel bloeiende plant bloeide met 8 zijassen gelijk nat da hoofdas. Eet blad '.ras schildvortnig, lichtgroen, matig behaard.

Kenmerk 1952-'53 G z 1.

D.5. x G 3. Uit deze groep werden eveneens 3 planten gekozen welke resp. bloeidenin de kleuren: donkerrood, oranje en geel. Ook in dit ge-val was het doel na zelfbastuiving de wijze van uitsplitsing te kunnen beoordelen. De donkerrode plant bloeide met 7 zijassen gelijk met da lp of das. Eet '.vas toegespitst eivormig, lichtgroen en matig behaard.

De plant met oranje kleurige bloemen bloeide met 7 zijstengels gelijk met eivormig

de hoofdas. Eet blad was toegespitst, lichtgroen en matig behaard. Kenmerk 1952~'53 C. s 2.

(5)

5.

Eet "blad was toegespitst eivormig, groan, matig behaard. Kenmerk 1952-'53 G z 2.

D.E. :•: G 4» Ook uit daze groep werden 3 planten gekozen met als doel zelfbestuiving toe te passen en daarna de wijze van uitsplitsen te beoordelen. De bloedkleuren der planten v/aren als volgt: oranje rood,

oranje

oranje en geel. De donkerrood bloeiende plant gaf 8 zijstengels die ge-lijk bloeiden net de hoofdas. Eet blad was toegespitst eivormig, dof-groen en weinig behaard.

Kenmerk 1952-'53 D.E. z

3-Do plant raet oranje kleurige bloemen bracht 6 zijstengels voort die ook gelijk bloeiden niet de hoofdas. Eet blad was toegespitst, eivormig met weinig beharing.

Kenmerk l952-'53 C.z 3.

De geel bloeiende plant gaf slechts 5 zij stengels die ongelijk bloeiden met de hoofdas. Eet blad was toegespitst eivormig, lichtgroen raet weinig beharing.

Kenmerk IS52-'53 G z 3.

Q.5.T. p.m.2 Uit deze groep werden 2 planten gekozen, n.1. één welke bloeide net rood getijgerde bloemen en éé"n raet oranje rood

ge-tijgerde bloemen. Eet doel is -zelfbestuiving toe te passen. Ze bloei-den resp. net 7 sn 6 sijstengels die gelijk bloeibloei-den net de hoofdassen. Eet blad van eerstgenoemde plant was schildvornig, groen en natig be-haard.

Kenmerk 1952—*53 H. get. z.

De oranjerood getijgerde plant had eivormig, groen en ook matig'be-haarde bladeren.

Kenmerk 1952~'53 O.E. get. z.

D.H. x G. Uit deze groep werd 1 plant gekozen, die oranje kleurig bloeide. De 7 sijassen bloeiden gelijk met de hoofdas. Eet blad v/as eivormig, lichtgroen en matig behaard.

Kenmerk l952-*53 C.z f. • • .

D.H. 7. G 1. In deze groep kwamen enkele geel getijgerde planten voor die uitmuntten in vorm en kleur. Eiervan werd een plant bestemd voor zelfbestuiving. De plant bloeide net 7 zijassen gelijk met de hoofdas. Eet blad was eivormig, green en matig behaard.

Kenmerk 1952-'53 G.T.z 1.

D.E. x G 2. Ook hierin kwamen enkele geel getijgerde planten voor, v/aarvan 1. môoi exemplaar werd bestemd voor zelfbestuiving. De plant

(6)

De proefnemer, A.G.A. van der Iles

okt.'58

T TTr

(7)

IQeur beschrijving van de C a l c e o l a r i a ' s 1951 - 1952.

Tahel I .

U • P • Ui • G1 x G2 DE x G p.m. T*T> ^ fll

DS x G2

DS x G 3

DS x G4

CS? p.m.1

CET p.m.2

2. PoHl.

EO p.a.

DE z 1

DE z 2

do nice r-rood

aan-tal

-8

17

3

8

4

8

-6

3

per- cen-tage

-9.1

13.1

3.3

6.1

.6.4

5.6

-_

21.4 5.6 ' rood

e.an-tal

-6

9

15.

13

7

22

4

-20

-8

per- cen-tage

-4

6.8

9.6

16.5

9-9

11.1 15.5

100

-23.0

-U.S.

rood

ge-tijgerd

aan-tal

-1

2

1

-1

55

-

per-

cen-tage

-1.1

2.1

1.0

-1.6

33.7

-0 ran rood

as.n-tal

-21

25

15

20

15

4

-67

6

8

je- psr- cen-tage

-23-9 26.6 I6.5 15.3 23.8

2.8

-77.0 21.4 14.8 oranje

aan-tal

-23

11

34

40

16

11

-8

12'

per- cen-tage

-26.1 11.7 37.5 30.5 25.4

7.8

-28.6 22.2 oranje rood

aan-tal

-4

2

1

1

5

25

-—

-5

getij-gerd per- cen-tage

-4.5

2.1

1.0

0.8

7.9

I7.6

-9.3

oran; tijgs

aan-tal

-4

6

5

12

5

10

-1

3

e ga-rd per- cen-tage

-4-5

6.4

5.5

9.1

7.9

7.0

-3.6

5-5

oranje -geel

aan-tal

-1

-3

per- cen-tage

-1.1

-5.3

geel

aan-tal

-14

15

11

23

r O

-4

8

per- cen-tage

-15.9 15.9 12.1 17.5

9-5

-4.3

I 14.8

oran;

aan-tal

-1

1

-3

-e g-e-el gerd per- cen-tage

-1.1

1.0

-4.8

-geel tijg3

aan-tal

-0 0

6

6

5

14

1

7

-3

4

g e -rd per- cen-tage

-5O.O

S.9

6.4

5-5

10.7

1.6

4.9

-10.7

7.4

zuiver geel

aan-tal

171

8

-12

- per-totaal aantal een- plant tage 99.5 5O.O

-100.c

-172

16

88

94

91

131

63

142

5

' 12

87

28

54

Kleur der zaadplanten geel geel oranje oranje oranje oranje oranje oranje-rood getijgerd oranje-rood getijgerd rood rood oranje donkerrood donkerrood

(8)

Beschrijving van het tlad en beoordeling van de groei. G*-p.m. G1 x G2 BH x G p.m. DS x G1 33 x G2 3X3 x G3 DE x G4 OST p.m.1 OST p.m.2 E p. m. EO p.m. DS z1 DS z2 Kleur donkergroen groen groen groen groän lichtgroen groen lichtgroen lichtgroen donkergroen groen lichtgroen lichtgroen Behaard zwak licht licht licht licht licht licht * sterk licht-behaard bijnaglad licht licht Glans erg zwak zwak zwak zwak zwak matig tot zwak -zwak zeer zwak zwak zwak glanzend zwak matig Groei matig matig tot goed goed goed matig tot matig tot matig tot matig tot matig tot matig tot goed goed . goed goed slecht slecht goed goed —.

(9)

Beschrijving zaadplanten 1952 - 1953 Tabel 3. Groepsmerk I 9 5 I - I 9 5 2 G2 p . m . f 02T

p.m.1

J

l

SO p . m . • 22 x Gl z 22 x G2 z 2 2 x G1 z 22 x G3 z DS x G4 z OST p.ra. 2 { 22 x G 2 3 x G1 z S 2 x G 2 z l'To. p l a n i 1 2 3 4

5

1 2 3. 4 1 2 3 4 5 1 2 1 2 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 1 1 1 k l e u r g e e l tt it • u tt o r a n j e r o o d g e t i j -g e r d tt f o r a n j e v r o o d tt tt tt it d o n k e r -r o o d moe-Nd e r g e e l v a d g e e l mo: d< d o n k e r re vac d o n k e r r o c o r a n j e g e e l d o n k e r r c o r a n j e g e e l ^ o r a n j e vr o o d o r a n j e g e e l h o o g t e i n cm 19 17 20 18 21 17 20 22 24 26 25 23 27 24 2- 24 e r 25 3 - 22 3od za? 3d*21 22 24 )od23 28 26 21 24 24 ^ r o o d g e - ? n H i j g e r d ^ora.nj3-roocLn o r a n j e | 20 „ g a e l ge-st i j g e r d n _ 22 27 a a n t a l z i j a s s e n 6 8 5 8 7 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 6 5 i d p l a n t ~e 8 7 8 7 7 7 8 6 5 7 6 7 7 7 "blad g e l i j k met h o o f d a s g e l i j k tt tt it tt n tt tt tt 11 tt ti it tt n tt tt g g e v a l l e n g e l i j k tt tt it 11 tt tt u n e e n g e l i j k tt tt u tt "breedte bloem 3 3 3 3

2 t

3

3

3

3ir

4 4 4 4 4 3 3 3

3i

3 3

2i

2i

3

. 3 * 3 3 3 3 3 * b l a d v o r m e i r o n d tt tt tt tt s c h i l d v o r m i g tt tt e i v o r m i g tt it tt tt /t o e g e s p i t s t Ne i v o r m i g e i v o r m i g e i v o r m i g d s c h i l v o r m i g tt / t o e g e s p i t s t ^ e i v o r m i g tt tt ^ t o e g e s p i t s t ^ e i v o r m i g tt tt s c h i l d v o r m i S e i v o r m i g tt 11 tt " b l a d k l e u r d o f g r o e n » tt tt tt g r o e n tt tt tt g r o e n rt tt it tt l i c h t g r o e n tt ; d o f g r o e n \ d o f g r o e n ; l i c h t g r o e n tt ; l i c h t g r o e n » g r o e n ' d o f g r o e n l i c h t g r o e n tt ! g r o e n tt l i c h t g r o e n ; g r o e n 1 l i c h t g r o e n b e h a r i n g m a t i g 11 tt tt it m a t i g • r e i n i g 11 tt tt tt m a t i g » v r i j s t e r k m a t i g tt tt tt tt u tt v,Teinig . tt m a t i g tt tt tt tt g r o o t t e i n cm. 14 15 14 13 13 12 11 17 13 14 H 13 15 15 15 14 14 14 14 14 13 14 13 14 13 12 14 13 13 13 16 b r e e d t e 1.1 9 10 10 10 11 7 14 10 11 11 11 12 11 8 8 9 7 10 Q 8 0 0 8 6 7 7 11 8 10 9 10 Gr0 e p sk e nn e r k I 9 5 2 - I 9 5 3 G p.m. 02T p . m . HO p . m . 22 x G x G x 2 2 x 22 z 1 0 z 1 G z 1 22 z 2 0 z 2 G z 2 22 z 3 0 z 3 G z 3 S g e t . z 02 g e t . z ' 0 z 4 GT z 1 GT z 2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gelukkig boeken we ook successen. We zijn trots dat een aantal kwetsbare soorten in Noord-Holland is teruggekeerd of hun populatie weer groeit, zoals de slechtvalk, lepelaar,

Daarvoor zou een veel grotere krijgsmacht (bijv. In het rapport worden de mogelijkheden van gewapende conflic- ten op grotere schaal en die van een massaal

projectontwikkelaars en eindafnemers. Hierdoor kunnen eindafnemers een structurele en aantoonbare bijdrage leveren aan de energietransitie in Nederland..

Ook kwam naar voren dat er op dit moment al wordt gewerkt met jaarplannen, maar dat het niet voor alle afdelingen duidelijk is hoe er mee gewerkt moet worden. Het is daarom aan

Tot nu toe was er in ons land maar één medicijn beschikbaar op basis van cannabis: Sativex, een spray voor mensen met multiple sclerose die zij onder strenge voorwaarden

CD&amp;V kreeg de steun van het cdH, N-VA en Vlaams Belang om - nog voor de bespreking van start ging - adviezen in te winnen bij de Raad van State. Daardoor zijn de bespreking

Het Franse parlement heeft woensdagavond het licht op groen gezet voor de levensbeëindiging

De actieve stervensbegeleiding kan enkel indien de patiënt nog hoogstens zes maanden te leven heeft, wat bevestigd