• No results found

Op zoek naar een verloren tijd in een donker zuidelijk land. De bewondering en teleurstelling voor het Romantische Spanje van Théophile Gautier in de reisliteratuur van Louis Couperus en Felix Rutten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Op zoek naar een verloren tijd in een donker zuidelijk land. De bewondering en teleurstelling voor het Romantische Spanje van Théophile Gautier in de reisliteratuur van Louis Couperus en Felix Rutten"

Copied!
82
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Op zoek naar een verloren tijd in

een donker Zuidelijk land

De bewondering en teleurstelling voor het Romantische Spanje van Théophile Gautier

in de reisliteratuur van Louis Couperus en Felix Rutten

Scriptie Europese Studies (MA) Universiteit van Amsterdam

Matthias Schipper

Studentnummer: 0416029

Eerste lezer: Mw. dr. Yolanda Rodríguez Pérez Tweede Lezer: Mw. dr. Krisztina Lajosi

(2)

Inhoudsopgave

Inleiding 3

1. Reisliteratuur 9

Romantisch Spanje 20

Escaping Europe

Romantisch Spanje ontkracht 31

Belated Travellers

Unromantic Spain

Het schilderachtige Spanje van Couperus en Rutten 43

Lieux de mémoire

(3)

3

Inleiding

Spanje is bij uitstek het land waar belangrijke kunstenaars en schrijvers van de Romantische stroming naar toe reizen voor inspiratie in de eerste helft van de 19e eeuw.1 Zij

vinden hier de eigenschappen die ten tijde van de Romantiek als inspirerend worden ervaren. Ook is er een toenemende interesse voor het Spaanse volk dat in opstand is gekomen tegen de Franse overheersing van Napoleon. Iconische werken van de eerste pioniers zoals Alhambra (1832) van Washington Irving en Voyage en Espagne (1840) van Theophile Gautier spreken enorm tot de verbeelding voor een hele generatie intellectuelen. Met de beschreven beelden van het romantische Spanje ondernemen veel reizigers in de loop van de 19e eeuw een reis naar het

‘herontdekte’ Spanje.2 Na een lange periode tot de periferie van Europa te hebben behoord,

krijgt de Europese intelligentsia weer belangstelling voor dit in hun ogen ongerepte land.3

Romantische schrijvers roemen de heldhaftige houding van de Spaanse bevolking in hun strijd tegen de Franse bezetter.4

Reizigers uit de gegoede milieus willen met eigen ogen zien wat er waar is van de authenticiteit waar het land toen bekend om kwam te staan. Zij leggen niet alleen hun observaties vast in reisverslagen, maar lezen ook wat andere reizigers voor hen hebben

geconstateerd. Er ontstaat een zogenaamde cult of the exotic en Spanje wordt net als veel andere Mediterrane landen gezien als een exotische bestemming: nog weinig geïndustrialiseerd en met een onbedorven bevolking.5 Door deze cult wordt het genre travel writing een steeds vaker

gebezigde activiteit van de vele reizende schrijvers. Wat er in reisliteratuur naar voren komt is het product van een confrontatie met een andere cultuur. Carl Thompson beschrijft dit in zijn boek Travel Writing als volgt:

“to begin any journey or, indeed, simply to set foot beyond one’s own front door, is quickly to encounter difference and otherness. All journeys are in this way a

confrontation with, or more optimistically a negotiation of, what is sometimes termed alterity.”6

1 Saglia, D., ‘Imag(in)ing Iberia: Landscape Annuals and Multimedia Narratives of the Spanish Journey in British Romanticism’, in: Journal of Iberian and Latin American Studies, nr. 2-3 (2006), p. 123.

2 Claire, L., ‘Introduction: Travelling Texts in Spain and Spanish America’, in: Journal of Iberian and Latin American Studies, nr. 2-3 (2006),p. 102.

3 Phillips, P., ‘Street Scenes: Foreign Travelers in Madrid (1825-1850)’, in: Hispanic Review, nr. 3 (2004), p. 424. 4 Coenen, A.J.L., The image of Spain in Dutch travel writing (1860-1960), ’s-Hertogenbosch: Uitgeverij BOXPress 2013, p. 29.

5 Colmeiro, J.F., ‘Exorcising Exotism: “Carmen” and the Construction of Oriental Spain’, in: Comparative Literature, nr. 2 (2002), p. 128.

(4)

4

Het beeld dat door een auteur wordt gecreëerd is dus niet alleen de subjectieve beschrijving van zijn ervaringen, maar zegt ook veel over de auteur zelf en kan niet los worden gezien van de context.

In deze scriptie dienen twee reisverslagen van Nederlandse auteurs die omstreeks dezelfde periode een bezoek brengen aan Spanje als basis om het Nederlandse beeld van begin 20e eeuws Spanje te analyseren. Gedurende de eerste helft van de 20e eeuw maken de beroemde

Nederlandse schrijver Louis Couperus en de minder bekende schrijver Felix Rutten een reis naar Spanje. Couperus’ verhaal over Spanje dateert van 1915 en wordt zodoende tijdens de Eerste Wereldoorlog uitgegeven. Hij had de reis echter al twee jaar eerder gemaakt, in het voorjaar van 1913 toen de oorlog nog niet uitgebroken was.7 Het verhaal van Rutten’s reis naar Spanje wordt

in 1924 gepubliceerd. Deze tegenwoordig onbekende dichter en reisjournalist uit Limburg genoot enige tijd nationale bekendheid en zijn reis door Spanje maakte hij op het toppunt van zijn roem begin jaren ’20 van de 20e eeuw.8 Beide schrijvers reisden veelvuldig en maakten van

die reizen verslagen voor het thuisfront, Couperus als feuilletist en Rutten als reisjournalist. Het reisverslag Spaansch Toerisme I en II van Couperus maakt deel uit van de reeks Van en over alles

en iedereen (1915), waarin hij ook zijn observaties van andere reizen beschrijft. Naast het

reisverslag Spaansch Toerisme schrijft Couperus ook een roman naar aanleiding van zijn reis door Spanje, getiteld De ongelukkige (1915), over de laatste Moorse heerser in Spanje.9

Een vergelijking van deze twee auteurs wat betreft de traditie waarin zij schrijven zal duidelijk maken in hoeverre de verlate bewondering van het literaire gezelschap ‘de Tachtigers’ voor Spanje heeft doorgewerkt in de Nederlandse literatuur van begin 20e eeuw. De Tachtigers

raakten in navolging van Romantische schrijvers als Washington Irving en Theophile Gautier in de eerste helft van de 19e eeuw geïnteresseerd in Spanje als pittoreske en sublieme bestemming

en namen hun discours over.10 Couperus en met name Rutten schrijven in een periode dat deze

verlate interesse voor Spanje alweer over het hoogtepunt heen lijkt te zijn. Bijkomend

interessant aspect is dat slechts een aantal jaar na de verschijning van Rutten’s reisverhaal een boek uitkomt van Mario Praz genaamd De mythe van Romantisch Spanje. De oorspronkelijk Italiaanse en meer neutrale titel luidt Penisola Pentagonale en wordt in 1928 uitgegeven. Een jaar later verschijnt de Engelse editie van het boek onder de veelzeggende titel Unromantic

Spain. Hierin wordt met de woorden van Praz de mythe van het (schilderachtige) romantische

Spanje van met name Gautier ontrafeld en bevestigd dat Italië niet voor niets eeuwen lang de

7 Coenen, The image of Spain in Dutch travel writing, p. 87.

8 Schulpen, P. en L. Spronck, eds., Felix Rutten: Terugblik 1880-1930, Sittard: Prof. dr. Timmersstichting & Stadsarchief 2003, p. 10.

9 Couperus, L., De ongelukkige, Amsterdam: Uitgeverij L.J. Veen 1994, p. 259.

10 Willems, N., Het Beeld van Spanje in de Reisliteratuur van de Tachtigers, Amsterdam: Universiteit van Amsterdam 2012, p. 6.

(5)

5

eindbestemming was van de ‘Grand Tour’ voor de opgroeiende Europese elite.11 Door het

schrijven van dit boek, hoeft Praz als Italiaans literatuur- en kunsthistoricus zich niet meer te verantwoorden voor het buiten beschouwing laten van Spanje in zijn academische oeuvre. Hij kan zich hierna concentreren op de Zwarte Romantiek in de Italiaanse en West-Europese literatuur zonder zich schuldig te voelen over het buiten beschouwing laten van Spanje als cultuurgebied.12 Praz wordt in 1930 beroemd met het boek The Romantic Agony, waarin hij

uitweidt over de voorliefde van Romantische kunstenaars voor het sublieme, een soort

samensmelting tussen genot en lijden. Deze auteur drukt met zijn werk een belangrijk stempel op de academische kijk op de Romantiek en Spanje als romantische bestemming. Deze scriptie analyseert de twee werken van Rutten en Couperus in het licht van de ontwikkeling van het gedachtegoed dat afrekent met de mythe van het romantische Spanje. De vraag is of er in het werk van Rutten en Couperus al sporen zijn te vinden van Praz’ kritische houding tegenover Spanje. Is zijn afrekening deel van een breder Europees discours?

Couperus en Rutten zijn representatief voor een vergelijking, omdat zij beide omstreeks dezelfde periode naar Spanje reizen. Couperus bezoekt het land aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog en Rutten reist vlak na deze roerige periode uit de Europese geschiedenis. De periode waarin zij hun reisverhalen over Spanje publiceren wordt beschouwd als “the heyday of travel writing”.13 Reisliteratuur bevindt zich op een hoogtepunt door enorme

toegenomen mobiliteit als gevolg van de verbeterde infrastructuur in Europa. Reizen wordt niet meer gezien als noodzakelijk kwaad, maar wordt in toenemende mate een toeristische activiteit. Doordat er enige tijd tussen de reis van beide auteurs zit, heeft Rutten wel de mogelijkheid gehad om Couperus reisverhaal te lezen over Spanje. Rutten verwijst expliciet naar Couperus in zijn reisverhaal en heeft als auteur een enorme intertekstuele traditie waarin hij zijn verhaal plaatst.14 Intertekstualiteit is de manier waarop gebruik wordt gemaakt van eerder geschreven

bronnen die de kijk van de auteur op het nationale karakter van een volk beïnvloeden.15

Ondanks de relatieve onbekendheid van Rutten maakt de intertekstualiteit zijn verhaal uitermate interessant voor een vergelijking met Couperus. Gebruikt Couperus bijvoorbeeld dezelfde werken als Rutten voor zijn achtergrondinformatie over Spanje?

11 Praz, M.L., De Mythe van Romantisch Spanje, Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar 1992, p. 253.

De Grand Tour staat voor een reis op het Europese Continent, die met name jonge Engelse aristocraten ondernamen vanaf halverwege de 17e eeuw tot aan het begin van de 19e eeuw om persoonlijke groei te bevorderen aan het eind van de studietijd (Coenen, The image of Spain in Dutch travel writing, p. 7).

12 Ibidem, p. 252.

13 Meier, A., ‘Travel Writing’, in: M. Beller en J. Leerssen eds., Imagology. The cultural construction and literary representation of national characters, Amsterdam: Rodopi 2007, p. 447.

14 Coenen, The image of Spain in Dutch travel writing, p. 153.

15 Leerssen, J., ‘History and Method’, in: M. Beller en J. Leerssen eds., Imagology. The cultural construction and literary representation of national characters, Amsterdam: Rodopi 2007, p. 26.

(6)

6

Nog een overeenkomst tussen Couperus en Rutten is Italië als referentie voor hun reis naar Spanje. Met de verwachting een soortgelijk Mediterraan land aan te treffen als Italië, is het voor beide auteurs wel even een andere realiteit die wordt aangetroffen in het Spanje van begin 20e eeuw. Het is niet voor niets dat Italië eeuwenlang de bestemming is geweest voor jonge

welgestelde Europeanen die tijdens hun ‘Grand Tour’ dit land bezochten. Ook voor Mario Praz is Italië het ijkpunt voor zijn beoordeling van Spanje als cultureel historische land.

De route die beide auteurs in Spanje volgen verschilt van elkaar, terwijl ze veelal dezelfde plaatsen bezoeken. Couperus begint zijn reis in het noorden van Spanje en ziet Barcelona als eerste Spaanse stad. Vervolgens zakt hij langzaam af naar het ‘romantische’ zuiden. Op die manier ervaart hij de culturele overgang naar het exotische Spanje gelijkmatig. Rutten begint zijn reis echter in het zuiden na een overtocht per boot vanuit Noord-Afrika. Dit zorgt ervoor dat hij rechtstreeks in het exotische en Moorse zuiden van Spanje aankomt en de overgang vrij abrupt is. Dit beschrijft Rutten in zijn verhaal als een pluspunt om meteen het ware Spanje te kunnen ervaren zonder de geleidelijke overgang vanaf het Europese continent.16

Nog een boeiend aspect voor de vergelijking tussen deze twee auteurs is de achtergrond van beide auteurs. Rutten kan met zijn Katholieke en Limburgse achtergrond heel andere

aspecten waarnemen dan Couperus die uit het stedelijke Westen van Nederland komt. Niet alleen de centrum-periferie dynamiek kan zo worden geanalyseerd, maar ook de religieuze grondslag van beide regio’s. Het Katholieke zuiden biedt een andere religieuze context dan de voornamelijk Protestante noordelijke helft van Nederland. Dit zou van invloed kunnen zijn op het verschil in beleving van een Katholiek land als Spanje. Al deze verschillende aspecten bieden genoeg stof ter vergelijking van de reisverhalen van deze twee auteurs. Door bewust te zijn van dit soort contextuele verschillen zal een vergelijkende analyse extra waarde krijgen in

imagologisch opzicht.

De academische belangstelling omtrent het genre reisliteratuur zal kort worden aangestipt om de verhalen van Couperus en Rutten beter te kunnen duiden in dit genre. Bieden deze inzichten handvatten voor de analyse van de werken van de twee auteurs? Vervolgens zal er aan de hand van enkele begrippen uit de Imagologie, the study of representing the Other,17

inzicht worden verschaft in de manier waarop er in reisverslagen een beeld wordt gecreëerd van de ander, in dit geval van Spanje. Imagologie biedt als academische specialisatie namelijk de mogelijkheid om een beter begrip te krijgen van het discours of representation18 in literatuur.

16 Rutten, F., Spanje, Amsterdam: Van Munster’s uitgevers-maatschappij 1937, p. 1.

17 , Yearbook of the Institute for Social Sciences and Humanities of the Romanian Academy, nr. 10 (2007), p. 7.

(7)

7

Na dit theoretische hoofdstuk zal worden ingegaan op de herkomst van het beeld dat

Spanje als romantische bestemming heeft getypeerd. Hoe kan het zo zijn dat het oude beeld

van de Verlichting over Spanje als achtergebleven land in de periferie van Europa weer een bestemming van belang werd bij de Westerse intelligentsia? Het beeld dat van Spanje werd geschapen door Romantici als Washington Irving en Theophile Gautier paste uitstekend bij idealen die in de Romantische beweging zo werden gewaardeerd.19 Schrijvers creëerden in hun

literatuur een nieuw beeld van Spanje waardoor de lezer op een nieuwe manier tegen dit land ging aankijken. Literatuur is bij uitstek een genre dat zich leent om stereotypen te verspreiden door de suspension of disbelieve, een literaire manier om de lezer de fictie (even) voor waar te laten aannemen.20 Het nationale karakter van Spanje is een voorbeeld van een nationale

stereotypering dat enorm aan schommelingen onderhevig is.21 In dit hoofdstuk zal worden

ingegaan op de kanteling van het beeld in het begin van de 19e eeuw waardoor er een beeld (of

mythe in de woorden van Praz) ontstond van Spanje als Romantische bestemming.

Vervolgens zal worden ingegaan op de ontwikkeling die het beeld van Spanje in de Nederlandse literatuur heeft ondergaan. In de Gouden Eeuw was Spanje de grote vijand van de Republiek waaraan men zich uiteindelijk wist te ontworstelen. Dit vijandbeeld uitte zich ook in literaire werken van grote Nederlandse schrijvers zoals Vondel en Bredero. In Nederland kwam de interesse voor Spanje als Romantische bestemming later op gang dan in de landen om ons heen en de eerste reizigers die met eigen ogen gingen aanschouwen wat er klopte van het beeld dat door de Romantici naar voren was gebracht, reisden pas in de 2e helft van de 19e eeuw naar

het zuiden af.22 De twee reisverhalen die in deze scriptie centraal staan zijn geschreven na deze

periode van hernieuwde interesse voor Spanje. Met enige afstand van de eerste romantici uit het begin van de 19e eeuw en tevens met afstand tot het enthousiasme voor Spanje in de

Nederlandse literatuur van de Tachtigers is het de vraag of er meer ruimte is voor een genuanceerder beeld van Spanje.

Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden zal in hoofdstuk 3 worden gekeken wanneer de eerste breuken ontstaan in het romantische beeld van Spanje. De Romantische literaire stroming gaat op een gegeven moment ook weer over in nieuwe literaire stromingen, alhoewel per land enorme verschillen zijn wanneer dit gebeurt. Als de Romantiek in Engeland en

Duitsland over het hoogtepunt heen is, staat in Frankrijk de Romantiek nog in de startblokken. Op een gegeven moment is de Romantiek echt verdwenen als belangrijkste literaire stroming en dit heeft ook invloed op het beeld van Spanje in het buitenland. In 1913 verschijnt een

19 Coenen, The image of Spain in Dutch travel writing, p. 26. 20 Leerssen, History and Method, p. 26.

21 Ibidem, p. 21.

(8)

8

toonaangevend werk van de Spanjaard Juderias waarin een beschouwing wordt gegeven van de hardnekkige stereotyperingen van Spanje in buitenlandse ogen.23 De verschijning van dit werk

duidt er des te meer op dat de positieve waardering van Spanje over het hoogtepunt heen is, alhoewel zijn werk het idee verdedigt dat Spanje sinds de vroegmoderne tijd systematisch slachtoffer is geweest van zeer negatieve Europese stereotypering. Met het werk van Mario Praz wordt voorgoed afgerekend met het romantische Spanje.

Met deze context is het mogelijk om in hoofdstuk 4 de daadwerkelijke analyse van de twee reisverslagen van Couperus en Rutten te maken. Na een korte inleiding van hun leven en de historische context waarin zij schrijven zal een vergelijking worden gemaakt aan de hand van enkele imagologische begrippen, die uitgelegd zijn in het eerste theoretische hoofdstuk. Om het romantische gehalte in beide reisverhalen te kunnen bepalen zullen enkele karakteristieken worden gebruikt die representatief zijn voor de Romantische stroming. Te denken valt aan de kijk van de auteurs op Gotische kathedralen, hun beschrijving van het Spaanse landschap en de kenmerken die zij geven aan de Spaanse bevolking. Ook zullen bepaalde sleutelplaatsen voor het Spaanse beeld worden behandeld, zoals het bezoek van de auteurs aan de Alhambra en het Escorial. Zo moet uiteindelijk een oordeel kunnen worden geveld over de plaats van beide reisverhalen tussen de Romantiek van Gautier en de ontrafeling van het Romantische Spanje door Praz.

(9)

9

1. Reisliteratuur

In dit hoofdstuk wordt nader onderzocht wat reisliteratuur precies is en of reisverhalen een bijdrage kunnen leveren aan het reconstrueren van nationale beelden. Tevens worden begrippen uit Imagology: the cultural construction and literary representation of national

characters behandeld die helpen bij het analyseren van de bronteksten van Couperus en Rutten.

Literatuur en in dit geval reisverhalen zijn een zeer effectieve manier om nationale stereotypen te verspreiden en zelfs te vereeuwigen.24 Door middel van Imagologie is het mogelijk om een

bepaald discours nader te bestuderen en te begrijpen: “to understand a discourse of representation”25, in dit geval het discours van het Nederlandse beeld van Spanje.

Om de reisverhalen van Couperus en Rutten te kunnen bestuderen is het noodzakelijk om eerst het begrip reisliteratuur of travel writing nader te beschouwen. Travel writing is namelijk een verzamelplaats van allerlei soorten verhalen die zijn opgeschreven tijdens of na een gemaakte reis en het genre is even breed als het begrip cultuur of taal. In de afgelopen decennia is er een toenemende academische belangstelling ontstaan voor dit genre.26 Niet

alleen de geschiedenis van het genre wordt onder de loep genomen, maar er worden ook theorieën ontwikkeld om meer vat te krijgen op het onderwerp. Daarmee kan worden gezegd dat travel writing is uitgegroeid tot een aparte academische discipline die meerdere vakgebieden overlapt.

Definiëren van een genre

Een van de eersten die het voorheen relatief onbelangrijke genre travel writing nauwer heeft proberen te conceptualiseren is Paul Fussell.27 Zijn werk begin jaren ’80 heeft de

academische discussie op het gebied van reizen en reisverhalen een enorme stimulans gegeven. Zijn eerste toonaangevende werk op het gebied van travel writing is: Abroad: British Literary

Travelling Between the wars uit 1980. Daarna verscheen ook van zijn hand Norton Anthology of Travel (1987) en dit werk legde een belangrijke basis voor de latere academische werken over

het genre travel writing. Fussell beschouwde het zogenaamde reisboek, ook wel travelogue genoemd, als enige echte vorm van travel writing. Als definitie voor het reisboek heeft Fussell het over: “the first-person, ostensibly non-fictional narrative of travel.”28 Het subjectieve

karakter van de veelal literaire tekst moet volgens Fussell duidelijk naar voren komen en geeft op die manier een goed beeld van de eigen ervaringen van de reiziger. Het in 2011

24 Leerssen, History and Method, p. 26. 25 Ibidem, p. 27.

26 , An introduction to Travel and Travel Writing, p. 7. 27 Thompson, Travel Writing. p. 13.

(10)

10

gepubliceerde werk Travel Writing, the new critical idiom van Carl Thompson bespreekt uitvoerig de basis die Fussell heeft gelegd voor het genre travel writing. Thompson noemt de vorm van Fussell voor travelogue ook wel the modern or literary travel book.29

Latere academici hebben Fussell’s concept van travel writing nader uitgewerkt. De definitie van Fussell is zogezegd een vrij nauwe benadering van reisverhalen en biedt weinig ruimte voor met name teksten van voor de 19e eeuw die wel degelijk als travel writing kunnen

worden bestempeld. Hoe zou bijvoorbeeld moeten worden aangekeken tegen het in 1721 gepubliceerde Lettres Persanes, waarin door Montesquieu een briefwisseling van twee Perzische reizigers naar het Frankrijk van hun tijd wordt nagebootst. Deze fictieve reis roept interessante beelden op van zowel de stereotypering van de Perzische reizigers als hun zogenaamde kijk op de Franse maatschappij.30

De auteur Jan Borm probeert in zijn toonaangevende werk Defining Travel: On the

Travel Book, Travel Writing and Terminology (2004) een onderscheid aan te brengen tussen travel writing en travel book.31 Allereerst laat hij de claim van Fussell vallen dat een travel book

literair moet zijn. Daarnaast ziet hij het travel book los van travel writing in het algemeen waardoor de mogelijkheid ontstaat om meerdere vormen van reisverhalen te scharen onder dit genre. Zowel fictie als non-fictie met als onderwerp ‘reizen’ vallen wat hem betreft onder travel

writing:

“Any narrative characterized by a non-fiction dominant that relates (almost always) in the first person a journey or journeys that the reader supposes to have taken place in reality while assuming or presupposing that author, narrator and principle character are but one or identical.”32

Door deze verruiming van het genre wordt het echter ook lastig om nog echt te spreken van een op zichzelf staand vakgebied. Claire Lindsay, een specialist op het gebied van Spaanse

reisliteratuur, schrijft hierover het volgende: “Jan Borm claims that to consider travel writing a genre at all is highly problematic.”33 De Franse post-structuralist Michel de Certeau gaat zelfs zo

ver dat hij elk verhaal ziet als een reisverhaal, omdat “the act of writing is itself, fundamentally

29 Thompson, Travel Writing, p. 17.

30 Nanquette, L., ‘Imagology as a Reading Practice for French and Persian Contemporary Prose Texts’, in: Comparative Literature nr. 2:1 (2011), p. 23.

31 Thompson, Travel Writing, p. 23.

32 Borm, J., ‘Defining Travel: On the Travel Book. Travel Writing and Terminology’, in: G. Hooper en T. Youngs eds., Perspectives on Travel Writing, Studies in European Cultural Transition, Aldershot: Ashgate 2004, p.13.

33 Lindsay, C., ‘Introduction: Travelling Texts in Spain and Spanish America’, in: Journal of Iberian and Latin American Studies, nr. 2-3 (2006), p. 102.

(11)

11

and intrinsically, a form of travel”.34 Uit dit alles blijkt dat de interpretaties over wat

reisliteratuur is vrij veel van elkaar kunnen verschillen.

Volgens een ander belangrijk auteur op het gebied van travel writing Mary B. Campbell, gespecialiseerd in exotic european travel writing tussen 400 en 1600, sluit de heterogene vorm van het genre niet uit dat kan worden gesproken over een specifiek en op zichzelf staand genre. Dit ondanks de veelzijdigheid aan interpretaties op het gebied van travel writing. Bovendien heeft het uit andere genres bestaande travel writing de basis gelegd voor het ontstaan van de moderne roman in de 19e eeuw en de opleving van het genre van de autobiografie.35 Daarnaast

legt Campbell de nadruk op de ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog zoals het losmaken van de koloniën van hun voormalige Europese overheersers. Deze historische ontwikkelingen maakten het nodig om de postkoloniale wereld opnieuw in kaart te brengen, omdat de oude reisverhalen naar deze delen van de wereld niet meer voldeden aan de nieuwe geopolitieke realiteit. In deze periode kwamen nieuwe manieren van het analyseren van reisverhalen op, die ervoor zorgden dat de teksten van auteurs met meer wantrouwen werden bekeken. Een mijlpaal in deze periode was het werk van Hayden White, Tropics of Discourse: Essays in Cultural Criticism uit 1984. De verschillende discoursen van de beelden die naar voren komen in non-fictie worden in dit werk duidelijk geconceptualiseerd.36 Daarmee werd een stap gezet voor het beter duiden

van reisverhalen uit het ogenschijnlijk brede genre travel writing.

In het toonaangevende boek Imagology: the cultural construction and literary

representation of national characters wordt nader ingegaan op het begrip travel writing en wat

precies de functie van reisverhalen is in het beeld dat naar voren wordt gebracht van

bijvoorbeeld een ander volk of land. Albert Meier zegt in het handboek Imagology het volgende hierover: “Travel writing always organizes differences (‘familiar’ vs. ‘unfamiliar’) and highlights either the agreement or the divergence between the familiar and the alien, as this case may be (‘domestication’ vs. ‘alienation’ or ‘exotification’)”37

Het academische debat dat is ontstaan over travel writing wordt hoofdzakelijk gedomineerd door de Engelssprekende (Anglofone) academische wereld.38 Zoals hierboven

beschreven is er geen eenduidige academische consensus te vinden over de grenzen van het ‘genre’ travel writing sinds de drie decennia dat er veelvuldig over wordt geschreven door

34 Thompson, Travel Writing, p. 24.

35 Campbell, M., The Witness and the Other World: Exotic European Travel Writing 400-1600, Ithaca: Cornell University Press 2002, p. 6.

36 Campbell, M., ‘Travel writing and its theory’, in: P. Hulme en T. Youngs eds., The Cambridge Companion to Travel Writing, Cambridge, Cambridge University Press 2002, p. 262.

37 Meier, Travel Writing, p. 446.

38 Hooper, G. en Youngs, T. ‘Introduction’, in: G. Hooper en T. Youngs eds., Perspectives on Travel Writing, Studies in European Cultural Transition, nr. 19 (2004), p. 5.

(12)

12

academici: “Travel writing feeds from and back into other forms of literature. To try to identify boundaries between various forms would be impossible and I would be deeply suspicious of any attempt at the task.”39 Aldus Tim Youngs die hier wordt geciteerd door Jan Borm in zijn poging travel writing te definiëren. Ook Thompson benadrukt de vage grenzen van het genre travel writing: “The boundaries of the travel writing genre are fuzzy.”40 Voor de vergelijking die zal

worden gemaakt tussen Couperus en Rutten in hoofdstuk 4 is het dus niet de vraag of deze twee teksten onder het genre travel writing vallen. Wel is duidelijk dat beide werken kunnen worden aangeduid met de term reisboek volgens zowel de nauwere definitie van Fussel als de ruimere definitie van Borm. Beide verhalen zijn in de eerste persoon geschreven en zijn ogenschijnlijk niet fictief, omdat de reis echt heeft plaatsgevonden. Tevens zijn beide auteurs bekend van ander literair werk waardoor het literaire gehalte van beide teksten niet ter discussie hoeft te staan.

Imagologie

Wat van belang is voor de vergelijking van Couperus Spaansch Toerisme met Ruttens

Spanje is het beeld van Spanje dat in beide werken wordt gepresenteerd en geconstrueerd. “The

way the author is constructing the image or the representation of the Other” ligt aan de basis van

travel writing.41 Imagologie, “the study of the representation of the Other”42, is bij uitstek het

vakgebied waar dieper wordt ingegaan op deze essentie en daarmee vormt travel writing een dankbaar studieobject van deze discipline. Concepten als trope, auto-heterobeeld, noord-zuid polariteit, centrum-periferie en hybriditeit van cultuur zal ik de revue laten passeren in de analyse van de reisverhalen van Couperus en Rutten. Deze Imagologische begrippen zullen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk worden toegelicht.

Othering

Het opmerken van verschillen en overeenkomsten met het eigen referentiekader, een proces van differentiatie, wordt ook wel othering genoemd.43 Op die manier kan een reisverhaal

bijdragen aan begrip voor ‘het andere’, maar kan het verhaal ook worden ingezet om te polariseren. Reisliteratuur kan door het benadrukken van culturele verschillen worden gezien als een belangrijk medium om nationale stereotypen te vormen en door te geven aan volgende generaties. Door reisliteratuur te analyseren kan de rol die de auteur speelt in dit geheel duidelijker naar voren worden gebracht. Het reisverslag geeft niet alleen een beeld van de

mental map van de auteur zelf, maar is ook een weergave van de kijk van een bepaalde cultuur

39 Youngs, T., Travellers in Africa: British Travelogues, 1850-1900, Manchester: Manchester University Press 1994, p. 8. 40 Thompson, Travel Writing, p. 26.

41 , An introduction to Travel and Travel Writing, p. 7. 42 Ibidem

43 Leerssen, J., ‘Exoticism’, in: M. Beller en J. Leerssen eds., Imagology. The cultural construction and literary representation of national characters, Amsterdam: Rodopi 2007, p. 325.

(13)

13

op de rest van de wereld: “Thus travel accounts often illuminate the mental maps that individuals and cultures have of the world and its inhabitants, and the larger matrix of prejudices, fantasies and assumptions that they bring to bear on any encounter with, or description of, the Other.”44

Als de vreemde aspecten van ‘het andere’ worden gewaardeerd dan is er ook wel sprake van exotisme.45 Dit begrip is bij uitstek van toepassing op Spanje in de 19e eeuw, omdat

vanwege de eigenheid en vreemdheid van het land ten opzichte van de rest van Europa, de interesse wordt gewekt door diverse toonaangevende reizigers uit verschillende Europese landen.46 De eigenheid van Spanje als exotische bestemming dankt het land vooral aan de

Moorse elementen die deel uit maken van de Spaanse geschiedenis. Dit verleden van een strijd tegen deze overheerser is nog duidelijk zichtbaar in de vorm van gebouwen uit die tijd, zoals het welbekende Alhambra in Granada. Vooral in het zuiden van Spanje zijn deze elementen

zichtbaar door de langere Moorse aanwezigheid en met name deze gebouwen trokken de aandacht van de eerste Romantische reizigers. Ook Couperus en Rutten bezoeken deze lieux de

memoire47 en doen hiervan verslag in hun werk. Het paradoxale van deze Moorse gebouwen is

dat voor buitenlandse reizigers dit symbolen zijn van Spain’s difference,48 terwijl voor

Spanjaarden deze gebouwen stonden voor een overwonnen vijand na een periode van

onderdrukking. De appreciatie van buitenlandse reizigers voor bepaalde Spaanse elementen is een goed voorbeeld van exotisme. De herontdekking49 van Spanje als exotische en romantische

bestemming zal verder ter sprake komen in hoofdstuk 2 (Herkomst mythe van Romantisch Spanje).

Beelden

Het beeld dat uiteindelijk ontstaat door het proces van othering kan zogezegd enorm verschillen van het beeld van de eigen bevolking. Leerssen definieert het beeld als “The mental or discursive representation or reputation of a person, group, ethnicity or nation”.50 Het gaat bij

de bestudering van beelden niet om de feitelijke controleerbaarheid van het beschrevene, maar juist de verbeelding staat voorop. Het mag duidelijk zijn dat de verbeelding enorm samenhangt met het perspectief van waaruit wordt geschreven. Leerssen zegt dit als volgt: “Images do not

44 Thompson, Travel Writing, p. 136. 45 Leerssen, Exoticism, p. 325.

46 Lopez de Abiada, J.M., ‘Spaniards’, in: M. Beller en J. Leerssen eds., Imagology. The cultural construction and literary representation of national characters, Amsterdam: Rodopi 2007, p. 246.

47 Leerssen, J., ‘Identity/alterity/hybridity’, in: M. Beller en J. Leerssen eds., Imagology. The cultural construction and literary representation of national characters, Amsterdam: Rodopi 2007, p. 336.

48 Fuchs, B., Exotic Nation. Maurophilia and the Construction of Early Modern Spain, Philadelphia: University of Pennsylvania Press 2009, p. 58.

49 Saglia, D., Imag(in)ing Iberia, p. 123.

50 Leerssen, J., ‘Image’, in: M. Beller en J. Leerssen eds., Imagology. The cultural construction and literary representation of national characters, Amsterdam: Rodopi 2007, p. 342.

(14)

14

reflect identities, but constitute possible identifications.”51 Met andere woorden, het

belangrijkste bij het lezen van een bron is om na te gaan met welke bepaalde groep de auteur zich identificeert. Zo wordt bij het lezen van Couperus al snel duidelijk dat hij zichzelf schaart onder de welgestelde burgerij. Maar zo blijkt ook dat de Nederlandse achtergrond van de auteur even belangrijk is als het beeld van Spanje dat wordt neergezet.

Binnen de Imagologie wordt een belangrijk onderscheid gemaakt tussen het auto-image en het hetero-image om het perspectief van het beeld beter te kunnen duiden.52 Het eerste

begrip auto-image betreft het zelfbeeld van een groep en verwijst naar het gemeenschappelijk beeld dat een bepaalde groep of natie van zichzelf heeft. Dit zelfbeeld wordt onderscheiden van het heterobeeld, hetgeen verwijst naar het beeld dat anderen hebben over het vermeende karakter van een groep. Bij het analyseren van reisverhalen is het heel belangrijk om dit imagologische onderscheid in acht te nemen. Op die manier kan het gecreëerde beeld worden geduid in een breder discours en kunnen bepaalde stereotyperingen worden doorzien. Vaak zijn beelden namelijk een versimpelde weergave van complexe historische gebeurtenissen en leiden deze beelden tot het ontstaan van stereotypes: “ Since images tend to invoke generally current commonplaces and reduce the complexity to the invariance of ingrained topoi and clichés, they are often considered a form of stereotypes” 53

Naast het imagologische onderscheid tussen auto- en heterobeeld bestaat er ook een

wisselwerking tussen deze twee begrippen in de zin dat ze elkaar kunnen beïnvloeden. Zo kan

een bepaald heterobeeld dat bestaat over een land worden overgenomen door de inwoners van het land waarover dit beeld bestaat en verworden tot het autobeeld van dit specifieke land. Omgekeerd vindt dit proces ook plaats en dit kan deels worden toegeschreven aan bestaande machtsverhoudingen tussen landen.54 De Zwarte Legende waarin Spanje wordt afgeschilderd als

onbetrouwbaar en bloeddorstig is een voorbeeld van een heterobeeld dat is ontstaan in een periode dat machtsverhoudingen tussen Spanje en Nederland aan het veranderen waren. Het ontstaan van dit heterobeeld kan worden gezien als een propagandamiddel van de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën tegen de Spaanse vijand.55 In het geval van Couperus en Rutten

betreffen het heterobeelden die zij in hun werk verwerken van Nederlanders over Spanje. Het Spaanse zelfbeeld kan afwijken van dit beeld, maar het kan ook zijn beïnvloed door

heterobeelden van andere naties over Spanje. Het Nederlandse heterobeeld van Spanje staat aan

51 Leerssen, History and Method, p. 27. 52 Leerssen, Image, p. 342.

53 Ibidem, p. 343. 54 Ibidem.

55 Steenmeijer, M., Het Spanje-Verlangen. Nederlandse schrijvers over Spanje, Amsterdam: Wereldbibliotheek (1992), p. 163.

(15)

15

de basis voor de analyse die zal worden gemaakt in hoofdstuk 4 van het beeld van Spanje in de boeken van Couperus en Rutten.

Trope

De nationale karakterisering van Spanje geschiedt niet op basis van empirische bevindingen, maar deze karakterisering vindt plaats in een lange traditie van tropes,

gemeenplaatsen, van waaruit wordt gerefereerd aan een intertekstuele traditie.56 Tropes zijn

manieren van denken die in de literatuur worden gebruikt in de vorm van metaforen en clichés, om een nationaal beeld te schetsen.57 Het is belangrijk om in gedachten te houden dat het in de

Imagologie niet draait om het begrijpen van een natie of samenleving. Het belang van deze benadering is juist om bepaalde discoursen van waaruit wordt geschreven verder uit te diepen en in de juiste intertekst te plaatsen.58 Afhankelijk van de intertekst kan worden bepaald of een

bron representatief is voor bepaalde ontwikkelingen bij een specifieke natie of groep. Bij de analyse in deze scriptie is het dus de vraag in welke literaire traditie Couperus en Rutten schrijven aan de hand van het vaststellen van de dominante trope. Schrijven de auteurs in de trope van Gautier van het schilderachtige Spanje? Of kunnen er in de tekst al signalen worden opgepikt die duiden op de trope van Praz, namelijk de ontkrachting van de mythe van dit schilderachtige Spanje.

Als de trope eenmaal duidelijk is verwoord, dan dient de vraag te worden gesteld hoe deze trope past in een systeem van transnationale relaties.59 Dit zal worden gedaan door in te

zoomen op de ontwikkeling van het Spaanse heterobeeld in de loop van de 19e eeuw in de

landen rondom Nederland in hoofdstuk 3. De bestudering van het nationale beeld van een land of volk is een vergelijkende onderneming op zich en tevens een multinationaal fenomeen.60 Door

het beeld van een land te vergelijken in de literatuur van diverse landen, kunnen er patronen worden ontdekt in het ontstane nationale karakter van een land. Het nationale karakter bevat vaak een combinatie van generic moral polarities.61 De waardetoekenning van bijvoorbeeld het

woord sensueel voor het Zuiden kan zo worden gereduceerd tot een beeld dat in het hoofd van mensen is verbeeld. Imagologie helpt om deze gemeenplaatsen beter te begrijpen en werkt toe naar een typologie van zo’n gemeenplaats.

56 Leerssen, History and Method, p. 26.

57 Beller, M., ‘Topos’, in: M. Beller en J. Leerssen eds., Imagology. The cultural construction and literary representation of national characters, Amsterdam: Rodopi 2007, p. 442.

58 Leerssen, History and Method, p. 27. 59 Ibidem, p. 29.

60 Ibidem. 61 Ibidem.

(16)

16

Noord/Zuid polariteit

Imagologen hebben diverse modellen ontwikkeld om de mechanismen, die achter nationale stereotypes ten grondslag liggen te verklaren. De functional-structural approach bestaat uit tegenstellingen, zoals bij het Noord-Zuid model.62 Deze polariteit is een belangrijke

factor voor de ontwikkeling van culturele identiteiten in de Europese geschiedenis. De schijnbare tegenstelling tussen het rationele Noorden en het sensuele Zuiden is een van de langst bestaande divergenties in de Europese cultuurgeschiedenis.63 Vooral in het

verlichtingsdenken van de 18e eeuw wordt door de behoefte aan zelfreflectie van de mens

onderscheid aangebracht in de aard van volken. Belangrijke voorbeelden van deze zoektocht naar verschillen tussen Noordelijke en Zuidelijke volken in Europa zijn de werken van Montesquieu (De l’esprit des lois, 1748) en van Madame de Stael (De la litterature ,1800 en De

l’Allemagne, 1810).64 Hun cultuurrelativisme gebaseerd op onder andere het klimaat laat zien

dat in de tweede helft van de 18e eeuw sprake is van een verschuivend paradigma in de

Europese ideeëngeschiedenis.6566 Deze verschuiving is in gang gezet door het besef dat de

geschiedenis geen statisch gegeven is maar er juist sprake is van vooruitgang. Vanuit het

humanistische perspectief dat tot die tijd overheersend was geweest, stond het Zuiden voor een ontwikkelde en geciviliseerde regio in tegenstelling tot het Noorden dat juist als achterlijk werd bestempeld. Door de paradigmaverschuiving tijdens de Verlichting wordt het Noorden, dat volgens Astrid Arndt Duitsland, Nederland, Scandinavië en Groot-Brittannië omvat, meer bewust van de culturele eigenheid en komt in opstand tegen de culturele suprematie van het Zuiden. Het Noorden is niet meer slechts bezig met het imiteren van de grote meesters uit het Zuiden, maar grijpt terug naar een eigen geschiedenis die duidelijk afwijkt van de Klassieke oorsprong van Zuidelijke landen. Vooral de Noorse mythologie en de Christelijke Middeleeuwen dienden als belangrijke inspiratiebron in de zoektocht naar een eigen culturele identiteit.67 Deze twee

bronnen van inspiratie voor het zelfbewustzijn van het Noorden spelen een belangrijke rol tijdens de Romantiek. Na eeuwen van het bestuderen van de Klassieke oudheid en het teruggrijpen hierop, wordt er in deze culturele stroming gekeken naar de specifieke ontwikkeling van het Noorden. Deze Romantische periode, waarin de zoektocht naar de oorsprong van het Noordelijke cultuurgebied van Europa zich ontwikkelde, gaat ook gepaard met een polariteit met het Zuidelijke deel van Europa. In het volgende hoofdstuk (H2. Herkomst

62 William L. Chew III, ‘What's in a National Stereotype? An Introduction to Imagology at the Threshold of the 21st Century’, in: Language and Intercultural Communication, nr. 3-4 (2006), p. 184.

63 Arndt, A., ‘North/South’, in: M. Beller en J. Leerssen eds., Imagology. The cultural construction and literary representation of national characters, Amsterdam: Rodopi 2007, p. 388.

64 Leerssen, J., ‘Outer and inner others: The auto-image of French identity from Mme de Stael to Eugene Sue’, in: Yearbook of European Studies, nr. 2 (1989), p. 36.

65 Arndt, North/South, p. 388.

66 Leerssen, Outer and inner others, p. 36. 67 Arndt, North/South, p. 388.

(17)

17

mythe van Romantisch Spanje) zal worden ingegaan op de eigenschappen die in de Romantiek centraal stonden en die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de natievorming in Noord-Europa in het bijzonder.68 Niet alleen het verschil in klimaat was een belangrijke factor voor dit

onderscheid, ook het verschil in godsdienst tussen Noord en Zuid is een belangrijke

polariserende factor. Al deze verschillen zorgden voor een onderscheid waarin het Zuiden werd gekenmerkt door: “a worldly-wise, a-moral, sensuous and collectivist South” tegenover een “youthful, open-minded, moralistic, cerebral and individualist North.”69

In reisliteratuur wordt dankbaar gebruik gemaakt van de noord-zuid polariteit. De zoektocht naar verschillen (othering) tussen de bestemming en het thuisland levert een scala aan eigenschappen op die duidelijk het verschil in kaart brengen tussen regio’s en landen. Couperus is zo’n auteur die in zijn oeuvre veelvuldig gebruik maakt van de noord-zuid

tegenstelling door bijvoorbeeld personages uit beide gebieden met elkaar te confronteren.70 Hoe

hij dit precies doet in zijn verslag van zijn Spaanse reis zal uitvoerig worden besproken in de analyse van dit boek in Hoofdstuk 4.

Niet alleen tussen de Romaanse en Germaanse cultuurgebieden is er sprake van een noord-zuid tegenstelling. Ook binnen landen of regio’s zelf kan deze dichotomie worden teruggevonden. Op die manier worden eigenschappen, die ook worden gebruikt bij de bekende tweedeling tussen Noord- en Zuid-Europa, toegepast om verschil aan te brengen tussen twee gebieden.71 “As result, any given point on the European map can be contradictorily constructed

as “northern” or “southern”; any given country, region, or nation can be juxtaposed either with a northern or a southern counterpart and can accordingly be invested with contradictory sets of characteristics.”72 Bij de bestudering van het beeld van Spanje dient dus niet alleen te worden

gelet op het verschil met Noord-Europa, maar ook wat de auteurs zeggen over de verschillende regio’s in Spanje zelf. Hoe verhoudt de ‘noordelijke’ stad Barcelona zich tegenover de ‘zuidelijke’ stad Cordoba bijvoorbeeld. En waarom ervaart Rutten zijn reis vanaf de zuidkust achteraf als goede keuze, terwijl Couperus de traditionele route, de via communis, vanaf de Pyreneeën volgt. Op de eerste bladzijde van zijn boek benoemt Rutten dat het Zuiden van Spanje beter bij het beeld past dat hij van Spanje heeft dan het Noorden, waar de overgang vanaf het Continent geleidelijk begint:

“Maar al wie er heengaat, zou ik willen raden, te doen als ik toevallig deed, -- terwijl het tegenovergestelde voor de hand ligt. Neen, volg de via communis niet, n.l. de reisroute

68 Arndt, North/South, p. 388. 69 Ibidem.

70 Kemperdink, M.G., Het verloren paradijs, de literatuur en de cultuur van het Nederlandse fin de siècle, Amsterdam: Amsterdam University Press 2001.

71 Leerssen, J., ‘The Rhetoric of National Character: A programmic survey’, in: Poetics Today, nr. 2 (2000), p. 276. 72 Ibidem.

(18)

18

Parijs-Madrid. Daal niet in Spanje af langs deze zijde, maar duik er van onderen in op. Al begint voor oor en oog ook Spanje al bij den eersten grenspaal, toch is de overgang van Frankrijk erheen een geleidelijke: de poort der Pyreneeën opent er niet op een plotseling nieuw verschiet, en ’t is er zeker al aanstonds zoo heel Spaansch niet, als ’t land pas later, zoo veel dieper-in, zal blijken.”73

Uit bovenstaande blijkt duidelijk dat Rutten een perceptie van Spanje heeft dat aansluit bij wat hij ziet bij zijn aankomst in het Zuiden. Dit zal verder uitvoerig worden besproken in de analyse met Couperus’ werk. Ruttens perceptie van het Zuiden is voor een belangrijk deel gebaseerd op bronnen die hij heeft gelezen voorafgaand aan zijn reis. De vraag is of zijn gebruik van het woord Spaansch, aansluit bij bijvoorbeeld het Romantische beeld van Spanje in de 19e

eeuw. Tijdens de Romantiek groeit het Zuiden van Spanje namelijk uit tot een icoon van “Spaansheid” zodat er sprake is van regionale Noord-Zuid polariteit binnen Spanje zelf.74 In de

analyse van hoofdstuk 4 zal worden belicht hoe Couperus en Rutten met deze regionale polariteit omgaan, naast de al eerder genoemde polariteit tussen Romaanse en Germaanse culturen binnen Europa.

Centrum/Periferie

De verscheidenheid aan manieren waarop er onderscheid wordt gemaakt tussen Noord en Zuid in de Europese cultuurhistorie, kan ook worden gevonden bij de tegenstelling

Centrum-Periferie. In het geval van Spanje is er sprake van een staat met een long sovereign-institutional

tradition75 met Madrid als centrum, zowel geometrisch als qua macht. De machtsrelatie tussen

centrum en periferie is de basis voor de analyse die kan worden gemaakt van deze tweedeling. De tegenstelling Centrum-Periferie kan op verschillende schaalniveaus plaatsvinden,

bijvoorbeeld op nationaal niveau, maar ook op internationaal of mondiaal niveau. Onafhankelijk van de positieve of negatieve waardering voor het centrum of de periferie, blijkt er altijd sprake te zijn van een discours waarbij het centrum als dynamische wordt getypeerd tegenover een statische en onveranderlijke periferie.76 Ten tijde van de Romantische interesse voor Spanje valt

vooral de periferie in gratie van de reizigers, blijkend uit iconische werken als Alhambra van Irving. De waardering voor het perifere en zuidelijke Andalusië is niet vanzelfsprekend en bij de analyse van de twee werken van Rutten en Couperus zal ook worden belicht hoe deze auteurs de tegenstelling tussen Centrum-Periferie beschrijven. Op die manier kunnen verschillen en

73 Rutten, Spanje, p. 1.

74 Lopez de Abiada, Spaniards, p. 246.

75 Leerssen, J. (2007), Centre/Periphery. in Imagology. The cultural construction and literary representation of national characters, eds. M. Beller and J. Leerssen, 278-281. Amsterdam: Rodopi, p. 278

76 Leerssen, J., ‘Centre/Periphery’, in: M. Beller en J. Leerssen eds., Imagology. The cultural construction and literary representation of national characters, Amsterdam: Rodopi 2007, p. 280.

(19)

19

overeenkomsten met bijvoorbeeld de Romantici worden belicht, zodat uiteindelijk het beantwoorden van de hoofdvraag een stukje dichterbij zal komen.

Hybriditeit

Het laatste concept uit de Imagologie dat in dit hoofdstuk zal worden aangestipt is

hybriditeit van cultuur. Voor de vergelijking van de werken van Rutten en Couperus is dit

concept van belang, gezien de complexe geschiedenis van Spanje met bijvoorbeeld de Moren en de omgang met andere culturen en godsdiensten in de eeuwen die volgden. De Spaanse

Inquisitie heeft een belangrijk stempel gedrukt op het heterobeeld dat van Spanje is ontstaan als natie, die probeert een homogeen geheel te worden: “the fictive nation was imagined as a pure, contained space.”77 Barbara Fuchs heeft de complexe en hybride geschiedenis met de Moren

onderzocht in haar boek Exotic Nation. Zij wijst erop dat de hybride Spaanse cultuur aanleiding is geweest voor West-Europa om Spanje te bestempelen als oriëntaals: “to undermine its triumphant self-construction as a Catholic nation from 1492 on.”78

Het begrip hybriditeit is geworteld in de 19e eeuw toen rassenonderzoek een belangrijke

rol begon te spelen bij de zoektocht naar de wortels van naties.79 Hybriditeit komt in die tijd

lijnrecht tegenover puurheid te staan. Bij de zoektocht naar de identiteit van naties en volken is ook othering een belangrijk element. Wat Spanje betreft is zijn de Moorse elementen aan de ene kant een manier om de andersheid van het land te laten zien, terwijl die elementen ook

bijdragen aan het culturele erfgoed van dit land. Bij de vergelijking van Couperus en Rutten moet goed worden gelet op hun waardering van de culturele diversiteit van Spanje. Welke elementen zien zij als puur Spaans en welke elementen plaatsen zij juist buiten de Spaanse geschiedenis?

77 Fuchs, Exotic Nation, p. 3. 78 Ibidem.

(20)

20

2. Romantisch Spanje

In dit hoofdstuk zal nader worden ingegaan op de ontwikkeling van Spanje als

romantische bestemming voor reizigers in de eerste helft van de 19e eeuw. “It is well known that

Spain was a privileged space for the romantic imagination.”80 De vraag is hoe Spanje van een

land dat door Grand Tourists werd overgeslagen, een reisdoel voor vele Romantische reizigers wordt. Om hier een antwoord op te kunnen formuleren zal allereerst vanuit de Imagologie worden bekeken hoe nationale karakteristieken onderhevig kunnen zijn aan verandering. Vervolgens zal worden ingegaan op wat de Romantische idealen precies omhelzen en waarom Spanje als reisdoel uitstekend in dit plaatje paste. Tevens zullen enkele toonaangevende werken van auteurs worden besproken die een belangrijk stempel hebben gedrukt op het beeld van Spanje in de loop van de 19e eeuw die misschien zelfs tot de huidige tijd doorwerken. Het betreft

het boek Alhambra (1832) van Washington Irving en Voyage en Espagne (1840) van Theophile Gautier. Deze twee schrijvers die tot de Romantische stroming gerekend kunnen worden zijn een belangrijke inspiratiebron geweest voor Couperus en Rutten. Als laatste zal nog worden ingezoomd op de invloed van het Moorse verleden op het ontstaan van het Romantische Spanje. Deze geschiedenis met de Moren maakt Spanje uniek in West-Europa vanwege de eeuwenlange blootstelling aan Islamitische invloeden.

Van Zwarte Legende naar Romantische bestemming

Het beeld dat door de eeuwen heen van Spanje is gecreëerd, is enorm onderhevig geweest aan verandering.81 Een belangrijk moment voor het Spaanse heterobeeld is de fase

waarin Spanje militaire hegemonie bereikte in Europa en grote delen van de wereld in de 16e

eeuw.82 In dit rijk waar de zon nooit onder ging was sprake van een gouden tijd die in andere

Europese landen niet onopgemerkt was gebleven. In deze omstandigheden ontstond een negatieve reputatie van Spanje met verschillende hardnekkige stereotypes die later bekend zullen worden als de Zwarte Legende.83 Vooral de rol van de Nederlanden die in strijd raakten

met deze vijand, droeg bij aan de afschildering van de Spaanse vorst Filips II als een tirannieke dictator.84 De vorming van het stereotype van de fanatieke en katholieke Spanjaarden die de

Protestante Nederlanders onderdrukten komt tot uiting in het uit 1581 daterende politieke pamflet De Apologie van Willem van Oranje. Hij beschuldigt de Spanjaarden van “murder, arrogance, avarice, excessive territorial ambition, fanaticism, cruelty, brutality and lack of

80 Colmeiro, Exorcising Exotism, p. 130. 81 Leerssen, History and Method, p. 21. 82 Lopez de Abiada, Spaniards, p. 243. 83 Ibidem.

(21)

21

education.”85 In het boek Exotic Nation. Maurophilia and the Construction of Early Modern Spain

(2009) toont Barbara Fuchs aan dat het beeld dat wordt gecreëerd van het vroegmoderne Spanje een duidelijk voorbeeld is van “the constructedness of Spain’s exoticism”.86 Anti-Spaanse

propaganda maakte dankbaar gebruik van de andersheid van Spanje als hybride natie en werd zorgvuldig bedacht. Naast de Protestante propaganda noemt Fuchs ook de jaloezie van de rivaliserende grootmachten Engeland en Nederland die gebaat waren bij het afschilderen van Spanje als exotisch en Moors, in hun strijd om de macht.87

De Zwarte Legende van het boosaardige Spanje zou wat betreft de meest kenmerkende eigenschappen van de Spanjaarden tot het begin van de 19e eeuw niet meer veranderen.88 In de

eeuwen na de Spaanse hegemonie van de 16e eeuw raakt Spanje als wereldrijk langzaam in

verval en valt het rijk ten prooi aan imperial overstretch en decadentie.89 Beetje bij beetje

verliest Spanje delen van het zorgvuldig opgebouwde wereldrijk. In de 19e eeuw is dit proces

nog steeds in gang, met het verlies van de Zuid-Amerikaanse koloniën en de Filippijnen in Zuidoost-Azië. Daarbij komt dat Spanje in die periode net als veel andere landen in Europa lijdt onder de Napoleontische bezetting. Dit wekt bewondering bij Romantische intellectuelen die ook teleurgesteld zijn in de idealen van de Franse Revolutie die uitmondde in een Franse

overheersing door een absolute monarch die kon tippen aan Lodewijk XIV. De vrijheidsstrijd van het Spaanse volk tegen de gemeenschappelijke Franse vijand heeft ook in belangrijke mate bijgedragen aan het feit dat Spanje weer in beeld kwam bij de Europese intelligentsia.90

Hernieuwde interesse in Spanje

Nadat Spanje aldus niet meer als gevaarlijke koloniale rivaal werd gezien en tevens een nieuw imago kreeg als onderdrukte natie, wordt uiteindelijk de interesse gewekt door

Romantische reizigers. Deze reizigers beschouwden Spanje, anders dan de Grand Tourists uit de 18e eeuw, als een van de laatste authentieke plekken in Europa die niet was bedorven door de

opgekomen industrialisatie.91 Premoderne samenlevingen werden door schrijvers van de

Romantische stroming geïdealiseerd en Spanje paste mooi in dit plaatje van een land waar de moderniteit nog niet was langsgekomen. Voor het gemak werd Spanje geschaard onder de Oriënt, een aanduiding voor exotische landen in de Maghreb, en het nabije, midden- en verre oosten. Richard Ford, een Engelse schrijver die naar Spanje reisde in de eerste helft van de 19e

85 Lopez de Abiada, Spaniards, p. 244. 86 Fuchs, Exotic Nation, p. 9.

87 Ibidem, p. 144.

88 Lopez de Abiada, Spaniards, p. 244.

89 Porch, D. (2006), ‘Writing History in the “End of History” Era—Reflections on Historians and the GWOT’, in: The Journal of Military History, nr. 4 (2006), p. 1074.

90 Saglia, D., Poetic Castles in Spain: British Romanticism and Figurations of Iberia, Atlanta-Amsterdam: Rudopi 2000, p. 19.

(22)

22

eeuw, noemde het volgende over het land dat hij anderen van harte aanbeval: “All that has been lost and forgotten elsewhere was flourishing in Spain.”92 Er was in het begin van die 19e eeuw

een ware cult of the exotic ontstaan en Spanje vormde binnen Europa de laatste plek met een exotisch karakter.93 Spanjaarden werden gezien als een exotic internal others94 en zodoende

werd dit volk met een combinatie van angst en bewondering aanschouwd. Aan de ene kant leefde het beeld van de Zwarte legende nog door in de beeldvorming over Spanje, aan de andere kant ontstonden er nieuwe positievere kenmerken voor Spanje die aansloten bij de Romantische ideologie.95

Coenen noemt drie kenmerken van romantic travel writing die de hernieuwde interesse in Spanje in een breder perspectief plaatsen. Allereerst wordt het ondernemen van een reis en het vastleggen hiervan op papier gezien als een symbolische handeling die dient als manier om jezelf te ontdekken. Tijdens de Grand Tour was hier nog geen sprake van en werd het vastleggen van de reis vooral als manier gezien om geografische en antropologische informatie over te dragen aan de lezer.96 In de tweede plaats is de fascinatie voor culturele verschillen een

duidelijke aanleiding om reizen te ondernemen. Tijdens de Romantiek wordt deze fascinatie gevoed door het opkomende nationale bewustzijn. Het nationale zelfbewustzijn van reizigers wordt verstrekt op het moment dat de confrontatie met andere culturen wordt aangegaan. Het laatste typische kenmerk van Romantic Travel Writing is de wil om te ontsnappen aan de sleur van het bestaan.97 De zoektocht naar een sublieme ervaring wordt een leidraad tijdens de

Romantiek en reizigers proberen deze sublimiteit te vinden in de natuur en in nieuwe ongewone bestemmingen. Zo past Spanje uiteindelijk goed in het plaatje van bestemming voor Romantici die op een nieuwe manier hun reis vormgeven. Om de Romantici beter te begrijpen zal in de volgende paragraaf uitvoeriger worden stilgestaan bij de idealen van de Romantische stroming aan het begin van de 19e eeuw.

Schilderachtig Spanje

Wat waren precies de idealen van de Romantische stroming, die zo duidelijk naar voren kwamen in het schilderachtige Spanje en uiteindelijk de stad Granada tot het Mekka van de Romantiek maakte? De Romantische stroming zelf ging nagenoeg voorbij aan Spanje, maar desalniettemin was dit land wel de bakermat van de Romantiek en een belangrijke bestemming voor Romantici uit heel Europa.98 Om te begrijpen hoe de idealen van de Romantiek zo goed

92 Phillips, Foreign Travelers in Madrid, p. 425. 93 Colmeiro, Exorcising Exotism, p. 128. 94 Ibidem, p. 127.

95 Coenen, The image of Spain in Dutch travel writing, p. 27. 96 Ibidem, p. 8.

97 Ibidem, p. 9.

(23)

23

aansloten bij Spanje, dient eerst kort de achtergrond van het ontstaan van de Romantische stroming te worden beschreven.

Het is moeilijk om een precies begin en einde van de Romantiek te noemen vanwege de verschillende ontwikkelingen van de stroming in diverse Europese landen. Over het algemeen kan worden gezegd dat de Romantiek opkwam ten tijde van de Franse Revolutie en een reactie vormde op het 18e eeuwse Verlichtingsdenken.99 In het Verenigd Koninkrijk en Duitsland zijn

de eerste kenmerken van Romantisch denken waar te nemen met als beroemd ijkpunt de verschijning van Lyrical Ballads (1798) van Wordsworth en Coleridge.100 Toch is de bewering

dat de Romantiek haaks op het Verlichtingsdenken staat te nuanceren: “It is important to recognize that the most frequent target of Romantic criticism was not reason (Enlightment red.) but a limited and limiting conception of the human person.”101 Romantici hadden met name oog

voor de complexiteit van de menselijke aard en de rede werd volgens hen iets teveel verheerlijkt door Verlichtingsdenkers.

Ondanks de verscheidenheid waar de stroming door werd gekenmerkt, wordt de

Romantiek gezien als een belangrijke omslag in het Westerse denken. Tevens kan de Romantiek als een culturele revolutie worden gezien op het gebied van kunst, muziek en literatuur.102 De

hedendaagse kijk op de rol van de kunstenaar, onze kijk op de natuur en ideeën over

persoonlijke identiteit zijn allemaal uitgedacht tijdens de Romantiek. Een belangrijke vraag is de spanning die bestaat tussen de belangen van het individu en de maatschappij. Het Romantisch denken zit vol met dergelijke tegenstellingen.

Het kernwoord van de Romantiek is imagination, verbeelding, dat in contrast staat met de rede die centraal stond in het Verlichtingsdenken. Ondanks dat er ten tijde van de Romantiek enorme maatschappelijke veranderingen plaatsvinden zoals de Franse Revolutie en de opkomst van het nationalisme en het moeilijk is om de stroming eenduidig te vatten, wordt de periode Romantisch genoemd vanwege een aantal dominante en overkoepelende thema’s. Er zijn drie fundamentele eigenschappen te noemen die alle pluriformiteit in die tijd verenigen: “a

commitment to self-expression, a desire to unite the liberated individual with a greater whole, and a dynamic style of thought.”103

In de Romantiek is er sprake van zowel progressieve als conservatieve stromingen. Aan de ene kant zijn er in de Romantiek progressieve ideeën wat betreft het vrijheidsdenken en de rol van de kunstenaar. Deze denkbeelden hebben tot de dag van vandaag invloed op de manier

99 McGann, J., ‘Rethinking Romanticism’, in: ELH, nr. 3 (1992), p. 741. 100 Day, A., Romanticism, Routledge New York 1996, p. 2.

101 Breckman, W. European Romanticism, Boston-New York: Bedford/St. Martin’s, p. 8. 102 Ibidem, p. 1.

(24)

24

waarop de mens tegen deze zaken aankijkt. Aan de andere kant zijn er conservatieve aspecten waar te nemen in de Romantiek zoals het ontstaan van het historische bewustzijn en de ontwikkeling van het nationale besef. Deze aspecten grijpen terug op gebeurtenissen in het verleden om bijvoorbeeld te verklaren hoe de Duitse natie is ontstaan. Zo wordt in de Romantiek het vooruitgangsdenken een belangrijk idee, maar er wordt ook teruggegrepen op het verleden om het heden te begrijpen. Deze mix maakt de Romantiek een buitengewoon complexe literaire en artistieke stroming in de Westerse wereld.

Toch zijn er naast het ruime en vage tijdsbestek voor de Romantiek, die tot de Revoluties rond het jaar 1848 104 duurde, idealen te formuleren die de Romantiek een op zichzelf staande

stroming maakt in de Westerse cultuurgeschiedenis. Deze idealen sluiten naadloos aan bij de kenmerken die reizigers in het begin van de 19e eeuw aan Spanje toedichtten. Coenen

formuleert de volgende Romantische idealen die ook voor Spanje als romantische bestemming golden: “The country and its people offer unspoiled nature, sublimity, authenticity, exotism, diversity, the picturesque, adventure and strong emotions.”105 Tevens wijst Coenen erop dat de

oude karakteristieken voor het Spaanse volk die de eeuwen ervoor de Zwarte Legende vormden, nu werden omgebogen naar positievere eigenschappen. De Legende werd niet vervangen, maar er werden nieuwe perspectieven op bepaalde eigenschappen geplakt die voorheen als negatief bestempeld werden.106 Als voorbeeld hiervan noemt Coenen de eigenschap dat Spanjaarden als

lui werden bestempeld. In het Romantische vocabulaire veranderde deze eigenschap naar een aangeboren antimaterialistische houding.107 Op deze manier wordt het vat met nationale

karakteristieken van een bepaald volk aangevuld en kan afhankelijk van de tijdsgeest de gekozen karaktereigenschap uit het vat worden gehaald en positief of negatief bestempeld worden.108

Escaping Europe: Romantische schrijvers over Spanje

Invloedrijke schrijvers die het nieuwe beeld van Spanje uitdroegen door middel van hun werk zijn onder andere Washington Irving, Richard Ford en Theophile Gautier. Deze Romantici werden naar Spanje getrokken vanwege “escaping Europe and entering a sphere of exotic difference.”109 Zij vonden in Spanje eigenschappen zoals een rijk cultureel verleden, een

premoderne samenleving, schilderachtigheid en een heldhaftig verleden, die samen bijdroegen aan de romantic construction of Spain.110 Het werk van deze schrijvers is lange tijd een

104 Breckman, European Romanticism, p. 1.

105 Coenen, The image of Spain in Dutch travel writing, p. 27. 106 Ibidem.

107 Ibidem.

108 Leerssen, History and Method, p. 29.

109 Calderwood, E., ‘The invention of al-Andalus: discovering the past and creating the present in Granada's Islamic tourism sites’, in: The Journal of North African Studies, nr. 1 (2014), p. 31.

(25)

25

belangrijke inspiratiebron geweest voor reizigers die na hen Spanje bezochten, zoals ook

Couperus en Rutten deze schrijvers hebben gelezen. Zo laten beide auteurs duidelijk merken dat ze Irving hebben gelezen door het Duizend-en-een-nacht vocabulaire te gebruiken bij de

beschrijving van bijvoorbeeld het Alhambra. Ook dient Irving als inspiratiebron bij de beschrijving van de laatste Moorse vorst Boabdil.

De eerst genoemde Amerikaans essayist en historicus Irving maakte in 1829 zijn reis naar Spanje en hij belicht met name het beeld van Spanje als land dat lange tijd onder Moorse invloed heeft gestaan. De overblijfselen van deze periode beschrijft Irving in zijn beroemde werk

Tales of the Alhambra (1832).111 Met het nieuwe kernwoord van de Romantici, namelijk de

verbeelding, weet Irving een beeld van het Alhambra te scheppen voor zijn lezers, dat een nieuwe blik werpt op de omgang met het Moorse verleden van Spanje. Irving is namelijk niet de eerste schrijver die over het Alhambra schrijft en dit Moorse paleis heeft al enige bekendheid in de rest van Europa.112 Het belangrijke verschil met deze voorgangers zoals bijvoorbeeld

Swinburne’s Travels through Spain (1779) is dat Irving zichzelf zichtbaar in het verbeelde Alhambra plaatst:

“Thus, when Washington Irving enters the Alhambra’s Patio de la Alberca for the first time, he moves across both space and time: ‘We crossed the threshold and were at once transported, as if by magic wand, into other times and an oriental realm, and were treading the scenes of Arabian story’ “(758)113

Romantici plaatsen op die manier het verleden, in dit geval het Moorse Spanje, in de

contemporaine tijd en zo komt het besef op dat het verleden een afgesloten periode is die niet meer terugkomt, slechts door middel van verbeelding.114 Door deze kijk op het verleden zou

kunnen worden beweerd dat de Romantici in zekere zin Spanje en in dit geval het zuiden van Spanje, al-Andalus, hebben ontdekt en verzonnen om de woorden van Eric Calderwood te gebruiken.115

Naast Washington Irving schrijven ook Ford en Gautier toonaangevende werken over Spanje die het beeld van reizigers nog lange tijd zullen beïnvloeden.116

zijn Voyage en Espagne (1840) en Richard Ford met A Hand-book for Travellers in Spain (1845) droegen het Romantische beeld van Spanje uit, zowel in Frankrijk en Engeland waar zij vandaan kwamen, als daarbuiten. Aangetrokken door de authenticiteit van dit land wisten deze

111 Coenen, The image of Spain in Dutch travel writing, p. 28. 112 Calderwood, The invention of al-Andalus, p. 28.

113 Ibidem, p. 31.

114 Breckman, European Romanticism, p. 37. 115 Calderwood, The invention of al-Andalus, p. 31.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hij had ze eerst geweigerd; zij waren wel zeven van die verwijfde kerels om hun reus van een Archigal heen, maar zij hadden honger, hadden zij hem gezegd, en dorst, na een heelen

Want zij zijn, op de tinnen van de Alhambra, de oude, eens onttroonde maar weêr zetelende vorst, Muley-Aben-Hassan en zijn broeder, dien zij noemen EL Z AGAL , want bij is de

Tot Herakles niet meer aarzelde, maar de roode Runderen in de zwarte nacht met zijn knots dwong naar het Oosten toe, door de dáar lagere golven, naar de landengte tusschen de

Telkens wendde Alexandros, werktuigelijk, een bezorgden blik om naar de toch niet te onderscheiden achterhoede des legers, waarin mede kwamen de vorstelijke Vrouwen: Sisygambis,

En nu hij daar zat, gemakkelijk, eenvoudig, aangenaam, en toch met iets van gezag, dat al te groote jovialiteit in zichzelven niet duldde, nu hij met zijne lieve stem sprak over

Wij tuften naar Mustapha-Supérieur, de villa-wijk der blanke stad, die nu in den blauwen nacht lag aangetinteld van duizende lichtjes, en op mijn balkon zag ik, dat ik zonder

En één windvlaag - en het woei steeds door - kon al die brooze schoonheid in één dag verstuiven en misschien zoû de wind dat wel niet doen vóór de Prins van Wales ze zoû komen

Ziek van zijn denken, walgend van zijne eigen verwikkelingen, dreef hij dat alles van zijne oogen weg, want eene afmatting sloop over hem; zijne wildheid stilde zich, omdat zijn