• No results found

Hitler en Operatie Lüttich

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hitler en Operatie Lüttich"

Copied!
46
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hitler en Operatie Lüttich

Hoe beïnvloedde Hitler operatie Lüttich?

Masterscriptie Militaire Geschiedenis Niels Koemans

(2)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave………..1

1.Inleiding……….………2

2. Voorafgaand aan operatie Lüttich………..………..6

2.1 Het 20 juli complot……….6

2.2 De situatie in Normandië………..9

2.3 De planning van operatie Lüttich……….12

3. Operatie Lüttich………16

4. Het gevolg van operatie Lüttich………24

5. Hitler en zijn generaals voorafgaand aan en tijdens operatie Lüttich………26

5.1 Hitler……….26 5.2 Von Kluge………30 5.3 Hausser……….………..31 5.4 Von Funck……….……….32 5.5 Von Schwerin……….….33 5.6 Von Luttwitz……….35 5.7 Wisch en Baum………..36 6. De Werhmacht en de Waffen-SS……….36

6.1 De commandanten van de Waffen-SS………37

6.2 Soldaten van de Waffen-SS en de Wehrmacht………38

7. Conclusie………39

7.1 slotconclusie………42

Bronvermelding……….44

(3)

1. Inleiding

De slag om Normandië, die begon met operatie Overlord op 6 juni 1944, is een veel

besproken en beschreven onderdeel van de Tweede Wereldoorlog. In het Westen wordt ze gezien als de campagne die het einde van de Duitse overheersing over West-Europa inluidde. Er gaat daarbij veel aandacht uit naar D-Day en de slag bij Caen. Veel minder aandacht is er voor de wekenlange en zeer bloedige strijd in het relatief kleine bruggenhoofd. De Duitsers boden hevige tegenstand en een lange tijd leek het alsof er een statische oorlog zou ontstaan zoals aan het westfront van de Eerste Wereldoorlog. Vele aanvallen en tegenaanvallen werden geplaatst, met vele doden als gevolg. Vaak leverden deze geen doorbraak en weinig terreinwinst op. Operatie Goodwood van generaal Bernard Law Montgomery, commandant van de grondtroepen in Frankrijk, die op 18 juli 1944 van start ging, is daar een voorbeeld van.1 Ten zuiden van Caen wilde hij door de Duitse verdedigingslinie breken. De aanval was

echter slecht voorbereid. Een aantal dagen daarvoor hadden de geallieerden zelf een

mijnenveld aangelegd dat nu weer geruimd moest worden. Bovendien begon het te regenen waardoor de tanks vast kwamen te zitten. De operatie werd daarna gestaakt en 200 tanks gingen verloren.2

Ook aan Duitse zijde werden fouten gemaakt. Hitler wilde elke militaire operatie persoonlijk goedkeuren en het was niet zijn gewoonte terugtrekken goed te keuren. Volgens de in Normandië gestationeerde generaal Leo Geyr von Schweppenburg, commandant van het vijfde pantserleger, was het noodzakelijk een flexibele verdediging te hanteren.3 Dat hield in dat

terugtrekken soms nodig was en dat er niet star aan een vaste verdedigingslinie moest worden

vastgehouden. Hitler wilde juist elk stuk land dat nog onder Duitse controle stond behouden. Dat hield mede in dat als er land werd verloren, dat weer moest worden terugveroverd (zeker als het strategische waarde had). Eén van die tegenaanvallen was de zogenaamde operatie Lüttich, die plaatsvond van 6 augustus tot 11 augustus.4 De operatie was vernoemd

naar de stad Luik waar generaal E. Ludendorf in de Eerste Wereldoorlog succes boekte.5 Tot die

tegenaanval werd overgegaan nadat de

verdedigingslinie bij Avranches was gebroken en het

geallieerde Derde Leger daar was doorgebroken. Hitler wilde met zoveel mogelijk

1 E. Wheal en S. Pope, The Macmillan Dictionary of The Second World War (Londen 1995) pp. 313. 2 A. Beevor, The Second World War (Londen 2012) pp. 664, 665.

3 Ibidem, pp. 660.

4 M. Reynolds, Steel Inferno. 1 SS Panzr Corps in Normandy (Gloucestershire 2007) pp. 213 – 223. 5 S.W. Mitcham, Jr., Retreat to the Reich. The German Defeat in France, 1944 (Londen 2000) pp. 112.

Figuur 1. Operatie Lüttich en de 'zak van Falaise'

(4)

tankdivisies aanvallen om het stadje weer terug te veroveren. Daarmee zou het Derde leger van de geallieerden worden afgesneden van hun aanvoerlijnen en opgesloten komen te zitten in Bretagne.6 Volgens de in Normandië gestationeerde generaals was de kans van

slagen nihil. Bijna alle Duitse divisies in Normandië waren in hevig gevecht met geallieerde troepen. Hoe die vrij gemaakt moesten worden van de frontlinie en worden ingezet voor operatie Lüttich, dat moesten de generaals zelf plannen. Geen enkele betrokken generaal was het eens met het bevel van Hitler om over te gaan op operatie Lüttich. Toch werd het plan uitgevoerd want het was immers een bevel van de Führer.7

Het was al gevaarlijk een militaire order van Hitler te negeren, in het geval van operatie Lüttich was het nog eens extra gevaarlijk. 16 dagen eerder, op 20 juli, ontplofte een bom in de bunker van Hitler, genaamd de ‘Wolfsschanze’. De bom miste zijn doel: Hitler bleef in leven. De aanslag was beraamd door een aantal hoge officieren en kreeg steun van een aanzienlijk deel van de militaire top. Hitler wantrouwde zijn generale staf altijd al. Hij dacht, niet geheel onterecht, dat een groot gedeelte van de adellijke militaire top hem zag als een omhooggevallen figuur. Na de bomaanslag veranderde dat wantrouwen in haat. De chef van de generale staf van dat moment, Heinz Guderian, omschreef het als volgt in zijn memoires:

‘The deep distrust Hitler already felt for mankind in general and for General Staff Corps officers and generals in particular, now became profound hatred….

What had been hardness became cruelty, while a tendency to bluff became plain dishonesty. He often lied without hesitation and assumed that others lied to him. He believed no one anymore. It had already been difficult enough dealing with him; it now became a torture that

grew steadily worse month to month.’8

Het effect van de verandering van Hitlers gedrag werd als eerste getest tijdens operatie Lüttich, de eerste relatief grote operatie na de bomaanslag. Duidelijk was dat het nu levensgevaarlijk was op eigen initiatief verandering in plannen van Hitler aan te brengen of Hitlers orders te negeren. De Gestapo joeg op iedereen die met de bomaanslag te maken had gehad en dat maakte elke militaire misstap verdacht. Veldmaarschalk Hans Gunther von Kluge had de leiding over operatie Lüttich en was op de hoogte van de samenzwering tegen Hitlers leven geweest. Hij realiseerde zich dat ook hij onder verdenking stond. Het maakte de planning en de uitvoering van operatie Lüttich uiterst moeilijk.

Het hiervoor beschreven complex aan factoren maakt operatie Lüttich tot een intrigerend onderwerp. De planning en uitvoering van de operatie werden niet alleen beïnvloed door de militaire situatie in Normandië en de bekwaamheid van de Duitse generaals. Ook

persoonlijke motieven van Adolf Hitler speelden een belangrijke rol voor, tijdens en na de operatie. De relatie tussen Hitler en zijn generaals was al geruime tijd gespannen door de

6 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 112.

7 S. W. Mitcham Jr. en G. Muller, Hitler’s Commanders. Officers of the Werhmacht, the Luftwaffe, the

Kriegsmarine, and the Waffen SS (Plymouth 2012) pp. 279.

8 H. Guderian, Panzer Leader (Cambridge 1996) pp. 342.

(5)

slecht lopende oorlog. Hitler wantrouwde zijn generaals. De generaals waren

gedesillusioneerd over het optreden van Hitler. Door het 20 juli complot verslechterde de relatie tussen Hitler en de legerleiding verder. Het effect van de bomaanslag was bij elke deelnemende generaal aan operatie Lüttich verschillend. Het kan de generaals hebben verdeeld en dat kan weer effect hebben gehad op de operatie. Daarom analyseer ik de reacties van de verschillende generaals .

Een aanwijzing dat de relatie tussen de generaals en Hitler van invloed is geweest kan zijn dat de generaals tijdens operatie Lüttich anders opereerden dan zij normaal deden. Daarvoor onderzoek ik hoe die generaals vóór de operatie gewoonlijk opereerden. Zo kan hun

optreden vóór en tijden de operatie Lüttich met elkaar worden vergeleken en aannemelijk worden gemaakt of de verandering in hun gedrag door hun relatie met Hitler kwam. Zaken die invloed kunnen hebben gehad waren het 20 juli complot en voorgaande bevelen van Hitler waar zijn generaals het niet mee eens waren geweest.

Om te kunnen onderzoeken wat het effect van de relatie tussen Hitler en zijn generaals en troepen was, moeten ook andere zaken worden onderzocht die eveneens invloed op de planning, verloop en uitkomst van operatie Lüttich kunnen hebben gehad. Zo kun je voorkomen dat elk facet van de operatie op het conto van de relatie tussen Hitler en zijn generaals en troepen wordt geschoven. De militaire situatie in Normandië is bijvoorbeeld een andere belangrijke factor die invloed kan hebben gehad op de operatie. Daarom betrek ik in dit onderzoek ook de militaire situatie voor, tijdens en na de operatie Lüttich .

Een andere factor van belang kan zijn het effect van het slechte oorlogsverloop op de troepen. Ook dat word in dit paper onderzocht.

Daarnaast onderzoekt dit paper de houding en instelling van de Waffen-SS en Wehrmacht divisies. Deze waren ook bij operatie Lüttich betrokken. De Waffen-SS was een

nationaalsocialistisch initiatief en daardoor een grotere aanhanger van Hitler dan de Wehrmacht. Het is nuttig te onderzoeken of dat ook tijdens operatie Lüttich het geval was. Het 20 juli complot kan de Waffen-SS en Wehrmacht bijvoorbeeld meer hebben verdeeld omdat bij de Wehrmacht steeds meer weerstand ontstond tegen Hitler, terwijl de Waffen-SS Hitler onveranderd bleven steunen. Het kan ook zijn dat de slecht lopende oorlog het moreel van de Waffen-SS heeft aangetast en er ook bij hen weerstand groeide tegen Hitler. Dergelijk factoren zullen invloed hebben gehad op het verloop en de gevolgen van de operatie Lüttich. De hiervoor beschreven zaken brengen mij tot de volgende hoofd- en deelvragen.

‘In hoeverre heeft de relatie van Hitler met de Duitse commandanten en troepen in Normandië planning, verloop en gevolgen van operatie Lüttich beïnvloed?’

Om de bovenstaande zaken te kunnen onderzoeken gebruik ik een zestal deelvragen:  Welke factoren hadden invloed op de relatie tussen Hitler en zijn generaals?

(6)

 Hoe is operatie Lüttich tot stand gekomen?  Hoe is operatie Lüttich verlopen?

 Wat waren de militaire gevolgen van operatie Lüttich?

 Is er verschil te merken in het optreden van commandanten voor en tijdens operatie Lüttich, en zo ja, hoe is dat verschil te verklaren?

 Is er verschil te merken in optreden van de Waffen-SS en Wehrmacht eenheden voor en tijdens operatie Lüttich, en zo ja, hoe is dat te verklaren? Het onderzoeken van operatie Lüttich heeft meerwaarde ten opzichte van de huidige kennis over de operatie. Het systematisch onderzoeken van het effect van de relatie tussen Hitler en zijn generaals (en het 20 juli complot in het bijzonder) op Duitse militaire operaties heeft in de bestaande literatuur nog geen plek gekregen. Historici hebben geschreven over het 20 juli complot en over operatie Lüttich. In de bestaande literatuur is nooit diepgaand ingegaan op de relatie tussen die twee gebeurtenissen. Dit paper doet dat wel. Daarnaast is in de

bestaande literatuur geen waardeoordeel te vinden over Hitlers inmenging in de operatie. In overzichtswerken zoals The Second World War van Anthony Beevor wordt in één zin vermeld dat het idee van Hitler om operatie Lüttich te starten waanzinnig was. Waarom dat precies zo zou zijn geweest wordt vervolgens alleen in een korte alinea uitgelegd. Andere studies zoals

Inferno van Max Hastings doen hetzelfde als Beevor. Dit paper heeft over dat onderwerp

meer diepgang en zet een vollediger waardeoordeel over Hitlers opereren tijdens Lüttich uiteen.

De bestaande literatuur is niet eenduidig. De overzichtswerken besteden enkele zinnen aan de redenen waarom de operatie faalde. Zij zijn hierin niet uitputtend. Daardoor krijgt de lezer een onvolledig beeld. Dit paper vergelijkt de overzichtswerken en analyseert op basis van bronnen welke historici de meest aannemelijke, belangrijkste, redenen noemen voor het falen van de operatie. Ook historici die dieper ingaan op operatie Lüttich zoals Samuel Mitcham in Retreat to the Reich en Mark Reardon in Victory at Mortain dragen verschillende redenen aan als oorzaken voor het falen van de operatie. De situatie tijdens Lüttich was complex en er zijn velen zaken die invloed hadden op de operatie. Dit paper zet de meningen van historici naast elkaar en beargumenteerd welke historici logischere conclusies trekken uit de beschikbare informatie.

Daarnaast biedt dit onderzoek inzicht in de relatie tussen de politieke top en het militaire apparaat. Als de leidende politieke entiteit haar relatie tot de militaire top verandert, dan heeft dat grote gevolgen. Het hoeft niet zo te zijn dat die militaire top blindelings die

verandering in de politieke top volgt. Er kan tegenstand ontstaan die invloed kan hebben op het opereren van de militaire top. Ook kan blinde gehoorzaamheid aan de politieke top een grote invloed hebben op het opereren van het militaire apparaat. Dit onderzoek verschaft een dieper inzicht in de relatie tussen de politieke macht en de militaire macht.

In dit onderzoek maak ik onderscheid tussen de Wehrmacht en de Waffen-SS omdat het een dieper inzicht verschaft in de overeenkomsten en verschillen tussen beide organisaties. Dat inzicht biedt de huidige literatuur nog onvoldoende. De nadruk ligt op de vraag of de

(7)

Waffen-SS daadwerkelijk Hitler als de grote leider zag en hem wilde volgen tot de dood erop volgde of dat de Waffen-SS, in deze fase van de oorlog, meer op de Wehrmacht lijkt. Daar waren de Nazi invloeden en excessen doorgaans minder merkbaar.

Voor de scriptie heb ik een breed scala aan secondaire bronnen gebruikt. Om een duidelijk overzicht te krijgen, zijn er werken die het verloop van de Tweede Wereldoorlog weergeven beschikbaar. Voorbeelden daarvan zijn Anthony Beevors The Second World War, Inferno van Max Hastings en Evan Mawdsleys World War II. Die bronnen zijn tevens bruikbaar om een beeld van de situatie in Normandië te verkrijgen. De overzichtswerken wijden echter vaak maar een paar alinea’s of, bij hoge uitzondering, bladzijden aan operatie Lüttich. Naast die boeken heb ik daarom werken gebruikt die dieper op de operatie zelf ingaan. Voorbeelden daarvan zijn Mark Reardons Victory at Mortain en Retreat to the Reich van Samuel Mitcham. Reardon concludeert dat Lüttich een goed doordacht plan was dat door pech en slecht leiderschap faalde. Mitcham legt meer nadruk op Hitler, die het plan verzon, en zijn generaals die erop tegen waren. Beide zetten ze uiteen hoe de operatie in grote lijnen verliep.

Daarnaast zijn verslagen van verschillende generaals bruikbaar. Zo heb ik een verzamelwerk uit 2004 gebruikt met terugblikken op operatie Lüttich van verscheidene generaals die meevochten in de operatie, zoals Von Gersdorff, Hauser, Von Luttwitz en Eberbach. Het werk is samengesteld op basis van relevantie voor het onderwerp, namelijk de gevechten in Normandië omstreeks de maand augustus.

Als laatste heb ik biografieën en artikelen geraadpleegd over Hitler en generaals als Von Kluge. Voorbeelden daarvan zijn de biografie over Hitler door Ian Kershaw en Hitler as

military commander van John Strawson. Die boeken geven inzicht in de personen die centraal

staan in de hoofdvraag. Die inzichten zijn van belang om hun ideeën over commandovoering en hun mede bevelhebbers te analyseren, wat van belang is voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag.

2. Voorafgaand aan operatie Lüttich

Om het verloop van operatie Lüttich goed te begrijpen is het belangrijk eerst te kijken hoe de operatie tot stand kwam en onder welke omstandigheden. Eerst wordt er gekeken naar het 20 juli complot en de gevolgen daarvan. Vervolgens moet de militaire situatie zoals die was vanaf D-Day tot het begin van Lüttich worden geschetst. Vervolgens komt de planning van de operatie zelf aan bod.

2.1 Het 20 juli complot

Op 20 Juli 1944 ging een bom af in de bunker van Hitler. De bomaanslag was het resultaat van een steeds groter wordende afkeer onder de militaire legertop tegen Hitler. Uit die afkeer ontstond een samenzwering die Hitler om het leven wilde brengen en een tijdelijk militair regime wilde opzetten. Dat regime zou vervolgens de oorlog aan het westfront beëindigen. Gedurende Hitlers dictatuur werden er vele aanslagen beraamd op zijn leven.

(8)

Vanuit de legertop werden die plannen pas een reële optie toen de overwinningen in de Sovjet-Unie verleden tijd waren, aangezien er anders niet genoeg steun te vinden viel in het militaire apparaat.9 De aanjager van de samenzwering was luitenant-kolonel Henning von

Tresckow, stafofficier van Legergroep Midden. Na de gruweldaden van de SS in de Sovjet-Unie, zoals door het ‘Commissaris bevel’ (dat hield in dat elke communistische commissaris moest worden geëxecuteerd) was Von Tresckow ervan overtuigd dat het

nationaalsocialistische regime moest worden beëindigd, en dat kon alleen door het vermoorden van Hitler. 10 Hij rekruteerde verscheidene hooggeplaatste militairen zoals

generaal buiten dienst Ludwig Beck, stafofficier generaal-majoor baron Rudolf-Christoph von Gersdorff, kolonel van de cavalerie Georg von Boeselager en zijn broer en persoonlijk

assistent van Von Kluge, luitenant Philipp von Boeselager.11

De staf van Legergroep Midden aan het oostfront onder leiding van veldmaarschalk Hans Gunther von Kluge was het middelpunt van de samenzwering. Von Kluge zelf was op de hoogte gesteld van de samenzwering en zou deze steunen zodra Hitler was vermoord. De veldmaarschalk was gedesillusioneerd geraakt door het optreden van Hitler. Daarnaast was hij geschokt over de behandeling van Joden en zigeuners aan het oostfront.12 Op 13 Maart

1943 presenteerde zich de eerste kans voor de militaire samenzweerders toen Hitler naar het hoofdkwartier van Legergroep Midden was gevlogen. Het plan was Hitler tijdens de lunch van dichtbij neer te schieten. Toen Von Kluge echter te horen kreeg dat Himmler er niet bij was verbood hij een aanslag. Hij vreesde voor een burgeroorlog tussen de SS en de

Wehrmacht.13 Von Tresckow en zijn medesamenzweerders wilde de kans echter niet voorbij

laten gaan. Philipp von Boeselager was een explosievenexpert en zijn expertise kon gebruikt worden om een bom te fabriceren die in het vliegtuig van Hitler geplaatst kon worden. De bom ging echter niet af toen Hitler weer terugvloog naar Berlijn.14 In dezelfde maand werd

er een derde poging gedaan Hitler om het leven te brengen. Von Gersdorff zou tijdens een museumbezoek op 20 maart 1943 in Berlijn dichtbij Hitler, Göring en Goebbels komen. Von Gersdorff zou zichzelf, samen met de Nazi kopstukken, opblazen. Hitler haastte zich echter door het museum heen en Von Gersdorff kreeg niet de tijd de bom te laten ontploffen.15 De

samenzwering kreeg een extra impuls toen luitenant-kolonel Clauss von Stauffenberg zich in de zomer van 1943 aansloot bij de samenzwering. Hij wilde terug naar een natie die

gebouwd was op christelijke waarden. Het barbarisme van de Nazi-partij ging daar tegenin en dat was zijn belangrijkste drijfveer om Hitler en zijn handlangers af te zetten. Nadat Von Stauffenberg in 1942 in Noord-Afrika zwaar gewond was geraakt (hij verloor een hand en een oog), werd hij toegevoegd aan de generale staf van het vervangende leger. Het vervangende leger had de taak nieuwe soldaten te rekruteren en te trainen. Daarnaast konden divisies die moegestreden waren aan het front worden vervangen met divisies uit het vervangende leger.

9 Beevor, The Second World War, pp. 666. 10 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 41. 11 Boeselager, Valkyrie, pp. 80 – 88.

12 P. Von Boeselager, Valkyrie. The plot to kill hitler (Londen 2009) pp.66, 67, 88. 13 Ibidem, pp. 102.

14 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, 43. 15 Boeselager, Valkyrie, pp. 105.

(9)

Die benoeming bracht hem dichtbij de politieke macht en Hitler. Toen duidelijk was dat hij regelmatig werd uitgenodigd voor militaire besprekingen werd door de samenzweerders besloten dat Von Stauffenberg degene zou zijn die Hitler moest vermoorden. 16

Het vermoorden van Hitler zou het begin moeten zijn van operatie ‘Walkure’. Dat plan was gecreëerd door generaal Friedrich Olbricht, commandant van het vervangende leger. Het moest oorspronkelijk in werking worden gesteld bij een eventuele opstand van de miljoenen buitenlandse dwangarbeiders die in Duitsland werkzaam waren. Zo’n opstand kon worden neergeslagen door het vervangende leger dat in Duitsland gestationeerd was. Olbricht was echter ook één van de samenzweerders en paste het plan aan om na de dood van Hitler het vervangende leger te gebruiken om de macht in Duitsland te grijpen.17

Naast de machtsovername in Duitsland moest er over Frankrijk nagedacht worden. Daar waren legers gestationeerd die een bedreiging konden vormen als ze loyaal bleven aan het Nazi-regime. Veldmaarschalk Erwin Rommel was gestationeerd in het westen als

bevelhebber van Legergroep B en was al een geruime tijd gedesillusioneerd over het optreden van Hitler. De situatie in het westen was zeer zorgelijk na de invasie van 6 juni. Rommel zag een vrede als de beste optie en dacht niet dat Hitler dat zou toelaten. Daardoor liet Rommel weten ter beschikking te staan van de samenzweerders als Hitler dood was. Hij was een zeer geliefd legerleider en zijn leger zou hem volgen. Rommel wist belangrijke andere commandanten aan zijn zijde te krijgen zoals SS Generaal Sepp Dietrich en de militaire gouverneur van Parijs Generaal Karl-Heinrich von Stulpnagel. 18 Op 17 Juli, drie

dagen voor de bomaanslag, werd Rommels auto aangevallen door een geallieerd

gevechtsvliegtuig en hij raakte daarbij ernstig gewond. Hij werd vervangen door Von Kluge maar die wilde geen toezeggingen doen aan de samenzweerders. De samenzweerders namen de gok aangezien ze wel verwachtten dat Von Kluge hun zou steunen als Hitler zou zijn vermoord. Von Kluge kende de meeste samenzweerders immers goed en hij had ze in het verleden ook zijn toezegging gedaan.19

Op 20 juli riep Hitler een aantal generaals bijeen voor een vergadering in zijn bunker in Rastenburg in Oost-Pruisen. Ook Von Stauffenberg was aanwezig en bracht een bomkoffer mee de bunker in. Hij verliet de bunker enige tijd voordat de bom af zou gaan en vloog terug naar Berlijn waar hij de leiding zou nemen over ‘Walkure’. De bom vermoordde Hitler echter niet. Von Stauffenberg wist dat niet en begon ‘Walkure’ in werking te zetten. Enige tijd bleef het voor de buitenwereld onduidelijk of Hitler de aanslag had overleefd. Zekerheid kwam toen Hitler in de avond van 20 juli het volk toesprak en sprak van een criminele daad zoals die nog nooit gezien was in de Duitse historie. Hij beloofde wraak te nemen op elke Duitse officier die te maken had gehad met de aanslag. Beck en Rommel werden tot zelfmoord gedwongen. Von Tresckow pleegde ook zelfmoord. Von Stauffenberg werd geëxecuteerd.20

16 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 49. 17 Beevor, The Second World War, pp 666. 18 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 52, 53. 19 Ibidem, pp. 53.

(10)

De aanslag vond 16 dagen voor operatie Lüttich plaats en beïnvloedde de relatie tussen Hitler en zijn generaals. Hitler vertrouwde de intenties van zijn generaals niet meer en zag in elke generaal een potentiële samenzweerder. Daardoor trok hij steeds meer besluitvorming naar zichzelf toe en nam de bewegingsvrijheid van generaals af.

2.2 De situatie in Normandië

Om te begrijpen hoe operatie Lüttich tot stand kwam moet de situatie in Normandië voorafgaand aan de operatie uiteengezet worden.

Op 6 juni 1944, na maanden van intensieve planning, begon de grootste amfibische landing ooit, operatie Overlord. Op vijf stranden landden Amerikaanse, Britse en Canadese legers die een bruggenhoofd wisten te creëren.21 De Duitse

verdediging op de stranden was van een lage kwaliteit omdat er onenigheid bestond onder de militaire top over de opstelling van de

verdedigende troepen. De opperbevelhebber in het westen, veldmaarschalk Gerd von Rundstedt wilde de sterkste divisies dieper het land in plaatsen om daarmee tegenaanvallen uit te voeren die de geallieerden weer de zee in zouden

drijven. Veldmaarschalk Erwin Rommel, de bevelhebber van legergroep B, wilde de

geallieerden op de stranden al tegenhouden. Hij dacht dat het Duitse leger niet sterk genoeg was om met succes tegenaanvallen te plaatsen als de geallieerden de kans hadden gekregen hun troepenmacht op de stranden uit te breiden. De geallieerden hadden een absolute overmacht in de lucht. Rommel had zelf in Afrika gezien welk groot effect dat had op de mobiliteit van het Duitse leger. Hitler besloot tot een compromisoplossing. Hij zette infanteriedivisies op de stranden maar hield de tankdivisies verder het land in onder zijn eigen bevel. Het was een compromis waar niemand tevreden over was. Door Hitlers besluit was de verdediging op de stranden niet sterk genoeg om de geallieerden tegen te houden. Daarnaast waren de troepen niet sterk genoeg voor een tegenaanval. Het zorgde ervoor dat de geallieerden in de beginfase van de oorlog in Normandië steeds tegen kleinere Duitse eenheden moesten vechten, in plaats van een grote, geconcentreerde macht.22

Een andere oorzaak voor de zwakkere verdediging op de Normandische kust was het geallieerde plan ‘Fortitude’. Het plan moest de Duitsers doen geloven dat de invasie zou plaatsvinden bij Pas de Calais. Daarvoor werd een groot nepleger in Engeland bij Het Kanaal gestationeerd. Er werden gefingeerde orders over de radio doorgestuurd waarvan de Engelse politieke en militaire top wist dat ze door Duitsland zouden worden opgepikt. George Patton, de door de Duitsers meest gevreesde Amerikaanse generaal, werd aan het hoofd van de

21 P.M.H. Bell, Twelve Turning Points of the Second World War (New Haven 2011) pp. 166. 22 E. Mawdsley, World War II. A new History (Cambridge 2009) pp. 366.

9 Figuur 2. D-Day

(11)

zogenaamde invasie gezet. Het plan werkte. Het gehele 15e leger werd bij Pas de Calais

gehouden tijdens de invasie. Het plan werkte zo goed dat tot ver na D-Day door Hitler en een groot gedeelte van de militaire top werd gedacht dat de echte invasie bij Pas de Calais zou plaatsvinden. Daardoor werden pas in begin augustus de divisies die gestationeerd stonden bij Pas de Calais vrijgegeven om ingezet te worden in Normandië. Het speelde dus gedurende de gehele campagne een grote rol in het voordeel van de geallieerden. 23 Belangrijk voor

‘Fortitude’ waren de praktijken van kolonel Alexis von Rönne van de Abwehr, de inlichtingentak van het Duitse leger. Von Rönne was één van de samenzweerders en vermoedde dat ‘Fortitude’ een misleiding was. In plaats van dat door te geven aan Hitler vergrootte hij de misleiding door rapporten op te stellen die de kracht van het nog

gestationeerde leger in Engeland overdreef. Ook fabriceerde hij aanwijzingen die voor een invasie bij Pas de Calais spraken.24 Von Rönne was een officier die door Hitlers oorlogszucht

(hij dacht dat een oorlog op de schaal die Hitler voor ogen had nooit te winnen was) het verzet in was gegaan.25 Gesteld kan worden dat de slechte relatie tussen Hitler en zijn

officiers indirect invloed heeft gehad op het slagen van ‘Fortitude’.

‘Fortitude’ voedde een tunnelvisie bij Hitler en de militaire top. De geallieerde wisten dat het voeden van die tunnelvisie met valse informatie, soms doorgesluisd via Von Rönne, de tunnelvisie alleen maar zou versterken.26 Volgens Strawson echter zou Hitler intuïtief hebben

aangevoeld dat de invasie in Normandië zou plaatsvinden. Strawson stelde dat Hitler dat op niets baseerde en zich daarom zonder al te veel moeite zou hebben laten overtuigen door de militaire top dat de invasie bij Pas de Calais zou plaatsvinden.27 Dat lijkt mij onwaarschijnlijk

aangezien Hitler heilig in zichzelf geloofde. Het lijkt mij onlogisch dat Hitler zo rigoureus van zijn intuïtie af zou zijn gestapt dat hij tot bijna twee maanden na D-Day nog geloofde dat de echte invasie bij Pas de Calais zou plaatsvinden. Logischer is dat ook Hitler gevangen zat in zijn eigen idee en dat mede daarom ‘Fortitude’ zo succesvol kon zijn.

Zoals vermeld was de geallieerde planning voor D-Day van een hoog niveau en tot in de kleinste detail uitgewerkt. De planning voor na D-Day was echter niet goed genoeg om het campagneplan te realiseren. Volgens dat plan moest Caen op de eerste dag veroverd worden. Vervolgens moest Caen de scharnier worden van waaruit het geallieerde leger als een draaideur het Duitse leger tegen de Seine aan zou moeten drukken.28 Caen werd echter

pas op 18 juli in bezit genomen waardoor het originele plan niet werkte. Daarnaast was er een aantal zaken waar de geallieerden geen rekening mee hadden gehouden. Allereerst was er het haaglandschap van Normandië. Het platteland stond vol heggen bovenop

aardeheuveltjes waar gemotoriseerde voertuigen niet doorheen konden rijden. Daardoor moesten tanks en andere voertuigen zich altijd over de smalle wegen voortbewegen. De heggen waren ideale verdedigingsplekken om achter te schuilen en voorbijrijdende voertuigen te beschieten. Het zorgde ervoor dat de aanvallende partij vijf a zes soldaten

23 M. Hastings, Inferno. The World at War, 1939-1945 (New York 2011) pp. 519.

24 D.A. Johnson, Righteous Deception. German Officers Against Hitler (Westport 2001) pp. 173-175. 25 Ibidem, pp. 82, 83.

26 Bell, Twelve Turning Points, pp. 172.

27 J. Strawson, Hitler as Military Commander (Barnsley 2003) pp. 195.

(12)

nodig had voor elke verdedigende soldaat en dat was in het voordeel van de Duitsers.29 Ook

qua wapens was Duitsland in het voordeel. De Panter- en Tijger-tanks waren superieur aan de geallieerde Cromwells, Churchills en Shermans. Ook het Duitse anti-tank wapen, de Faust, was beter dan zijn geallieerde tegenhanger. Het zorgde voor een laag moreel bij de

geallieerde tankdivisies die bang waren voor een treffen met Duitse tankdivisies.30 De

geallieerden hadden wel een volledig overwicht in de lucht aangezien de Luftwaffe geheel was uitgeput door de aanvallen boven Duitsland. Daarnaast waren de vliegtuigen van de geallieerden superieur. De kleine hoeveelheden vliegtuigen die de Luftwaffe nog wel kon inzetten, konden gemakkelijk onschadelijk worden gemaakt.31 Gedurende de

Normandië-campagne was het weer echter vaak te slecht voor vliegtuigen om op te stijgen of om secuur te bombarderen. Daardoor was de overmacht in de lucht van de geallieerden minder

doorslaggevend dan het had kunnen zijn. De ontstane situatie resulteerde in bloedige gevechten zonder veel winst voor beide kanten. In midden juli hadden de geallieerden 100.000 slachtoffers geleden en de Duitsers 113.00.32 Het zorgde ervoor dat

luitenant-generaal Omar Bradley, commandant van de Amerikaanse grondtroepen in Frankrijk, uitsprak dat hij bang was voor een ‘Eerste Wereldoorlog Patstelling’.3334

De doorbraak kwam voor de geallieerden dankzij operatie Cobra die op 25 juli begon. De frontlinie is op figuur 2 aangeven met de rode stippellijn. Cobra was bedacht door Bradley en had als doel een gat in de verdedigingslinie te slaan tussen Perrier en St. Lo om vervolgens een snelle uitbraak door dat gat te realiseren. De operatie begon met een enorm luchtbombardement, 2.500 bombardementsvliegtuigen bombardeerden een oppervlakte van ongeveer 6.400m2. Nog nooit

was zo’n klein gebied door zo veel vliegtuigen tegelijkertijd gebombardeerd. Na het

luchtbombardement volgde het artilleriebombardement. De geallieerden vuurden met 1.000 stukken artillerie op de tegenstander.35 Daarna rukten de tankdivisies op die, voor het eerst in

de campagne, geen last meer hadden van het haaglandschap. De tanks waren uitgerust met de zogenaamde ‘rhino’s’ bedacht door sergeant Curtis. Het waren grote, metalen punten aan

29 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 77. 30 Hastings, Inferno, pp. 521-524.

31 Bell, Twelve Turning Points, pp. 173. 32 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 78. 33 D’Este, Falaise: the trap not sprung, pp. 461. 34 Wheal en Pope, The Macmillan Dictionary, pp. 66. 35 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 84.

11 Figuur 3. Operatie Cobra

(13)

de voorkant van een tank die door de heggen heen konden ploegen.36 De Duitse troepen die

gestationeerd waren op het gebombardeerde oppervlakte, waaronder de Panzer Lehr divisie, waren niet meer inzetbaar dankzij het enorme geweld. Generaal-majoor Collins van het VII korps besefte zich dat en marcheerde snel op om het gat vrij te maken. De opperbevelhebber West, Von Kluge, had te laat door dat Cobra de hoofdaanval was en dacht dat het een

afleidingsmanoeuvre was. Dankzij operatie Goodwood van generaal Montgomery dacht Von Kluge dat de hoofdaanval daar, op de weg naar Falaise, zou plaatsvinden.37 Goodwood vond

van 18-20 Juli bij Vimont, zuidwest van Caen, plaats. Het doel van de operatie was, naast doorbreken in zuidelijke richting, om zoveel mogelijk Duitse divisies bezig te houden. Daardoor was er minder Duitse weerstand in het gebied waar operatie Cobra moest

plaatsvinden.38 Door Goodwood reageerde Von Kluge pas na drie dagen adequaat en dat was

te laat om het gat nog met een tegenaanval te dichten. Doordat de geallieerden achter de Duitse verdedigingslinie konden komen viel de linie niet meer te houden en de gehele westflank werd naar het zuiden gedrukt. Generaal Patton was inmiddels in Frankrijk en was commandant van het Amerikaanse Derde Leger geworden. Daarmee baande hij zich een weg naar het zuiden. Op 30 juli nam hij Avranches in. Von Kluge zag Avranches als essentieel om de geallieerden nog op het Cotentin schiereiland te houden. Als Avranches verloren bleef, konden de geallieerden definitief doorbreken en dat moest voorkomen worden. Daarom plaatste hij een tegenaanval op Avranches van 30 tot 31 juli. De aanval werd in het daglicht neergeslagen door gevechtsvliegtuigen. Tussen die tegenaanval en operatie Lüttich, die op 6 augustus begon, marcheerde Patton zijn gehele Derde Leger naar Bretagne om daar onder andere Rennes in te nemen.39

Tegen de achtergrond van een gebroken verdedigingslinie bij Avranches, het Derde Leger in Bretagne, betere landwapens voor de Duitsers, totale luchtoverwicht van de geallieerden en nog steeds velen Duitse divisies bij Pas de Calais werd operatie Lüttich in het leven geroepen.

2.3 De planning van operatie Lüttich

Op 2 augustus 1944 vloog generaal Walter Warlimont, de vice chef staf van de Wehrmacht, van Oost-Pruisen naar het hoofdkwartier van Von Kluge met orders van Hitler. Von Kluge moest bij Avranches, via Mortain een tegenaanval plaatsen met als doel de verdedigingslinie te herstellen en het Derde Leger van Patton af te sluiten van de rest van het geallieerde leger.40 De aanval moest aan drie eisen voldoen: Von Kluge moest erin geloven, hij moest

genoeg tanks kunnen vrijmaken van het front voor de aanval en hij moest verrassing realiseren.41 Generaal Blumentritt, chef staf van Von Kluge, omschreef het als volgt:

‘The plan came to us in the most minute detail. It set out the specific divisions that were to be used….The sector in which the attack was to take place was specifically identified and the

36 Ibidem, pp. 85.

37 Beevor, Second World War, pp. 664, 665.

38 http://militaryhistory.about.com/od/WWIIEurope/p/World-War-Ii-Battle-Of-Caen.htm 39 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 106.

40 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 111, 112.

(14)

very roads and villages through which the forces were to advance were all included. All this planning had been done from large-scale maps and the advice of the generals in France was

not asked for, nor was it encouraged.’42

Door het sturen van Warlimont met een plan dat alleen nog uitgevoerd diende te worden liet Hitler zien dat hij niet geloofde dat zijn generaals nog in staat waren zelf een plan te maken dat een kans van slagen had. Na 20 juli zag hij in elke generaal een potentiele

samenzweerder. Hij kon er niet zeker van zijn dat de generaals in Frankrijk zich voor zijn doelen nog wilde inzetten en daarom maakte hij het plan zelf.

Warlimont was niet alleen naar Von Kluge gestuurd om het plan te overhandigen, hij was ook gestuurd om ervoor te zorgen dat Von Kluge het plan van Hitler zou uitvoeren. Generaal Warlimont was één van de generaals die in Hitlers bunker was toen de bom afging op 20 juli, maar zelfs hij werd niet meer volledig door Hitler vertrouwd. Nadat hij het vliegtuig was ingestapt zei Hitler tegen generaal Alfred Jodl, Hitlers chef van operaties, dat Warlimont een nieuwe aanslag op zijn leven zou gaan beramen samen met Von Kluge.43 Daar was echter

geen sprake van. Het laat zien dat de aanslag van 20 juli Hitler tot paranoïde gedachtes dreef.44

De generaals gestationeerd in Normandië waren allen geschokt over het plan van Hitler. Zij hoopten te mogen terugtrekken tot achter de Seine waar het terrein beter te verdedigen was. In plaats daarvan moest het Duitse leger een beweging de andere kant op maken. SS generaal Sepp Dietrich, commandant van het 1e SS pantserkorps en voormalig bodyguard van

Hitler, schreeuwde naar Warlimont dat ze in een val zouden lopen. Von Kluge probeerde later nog halfslachtig Hitler zover te krijgen toch te mogen terugtrekken, maar die aanvraag werd afgewezen. Tegen zijn ondergeschikten zei hij alleen dat het Hitlers orders waren en dat die dus uitgevoerd dienden te worden.45 Daaruit kan worden opgemaakt dat Von Kluge dacht het

zich na 20 juli niet kon veroorloven teveel tegen Hitler in te gaan. Het zou het vermoeden van Hitler dat hij had meegedaan aan de bomaanslag kunnen vergroten.46

Mark Reardon schrijft in zijn boek Victory at Mortain dat het Von Kluges eigen plan was om Avranches aan te vallen. Von Kluge zou hebben gedacht dat het de enige manier was om over te kunnen gaan op de aanval in Normandië en daarmee alsnog te overwinnen.47 Die

opvatting is onjuist. Von Kluge heeft een kleine tegenaanval geplaatst op Avranches vlak nadat de stad werd ingenomen. Dat deed hij omdat hij het front wilde stabiliseren. Toen Hitler het bevel gaf voor Lüttich (en dus niet Von Kluge), was door de veranderde situatie aan het front een dergelijke tegenaanval zeer riskant en grensde zelfs aan het onmogelijke. Von Kluge wist dat en kan dus onmogelijk de persoon zijn geweest die operatie Lüttich heeft verzonnen.

42 Strawson, Hitler as Military Commander, pp. 204. 43 Wheal en Pope, The Macmillan Dictionary, pp. 251. 44 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 112.

45 Ibidem , pp. 113.

46 J. Keegan, Six Armies in Normandy (Londen 1992) pp. 244.

47 M. J., Reardon, Victory at Mortain. Stopping Hitler’s Panzer Counteroffensive (Lawrence 2002) pp. 287. 13

(15)

In de literatuur zijn ook andere interpretaties over het besluit over te gaan op operatie Lüttich te vinden. Bell vond het een logisch plan. De aanvallende divisies hoefden geen grote afstanden te overbruggen en konden dus wellicht hun operaties in het donker uitvoeren en niet aangevallen worden door vijandelijke vliegtuigen. Daarnaast waren de aanvoerlijnen van het Amerikaanse leger rondom Avranches zwak en dus rijp voor een tegenaanval.48 Ook

generaal Von Gersdorff, die als chef staf van het Zevende Leger betrokken was bij de operatie, vond Avranches een ideale plek voor een tegenaanval. De Amerikanen waren er nog zwak en het terrein was ideaal voor een snelle, gemotoriseerde aanval doordat het haaglandschap, dat zo tekenend was voor Normandië, in het gebied van de aanval niet aanwezig was. Hij had echter de voorkeur gegeven aan een strategische terugtocht, aangezien de operatie wel riskant was.49

De reden dat de meeste generaals niet geloofden in de tegenaanval, kwam niet zozeer door de sterkte van de Amerikanen bij Avranches of omdat zij het terrein niet gunstig vonden om een aanval op te plaatsen. Zij waren voornamelijk bezorgd over hoe zij genoeg tankdivisies konden verzamelen voor een aanval van grote omvang terwijl vrijwel al die divisies al in gevecht waren. Blumentritt overdreef enigszins toen hij zei dat het plan voor operatie Lüttich al volledig klaar was toen het aan Von Kluges staf werd voorgelegd. Hitler wilde acht

tankdivisies gebruiken voor de operatie. Dat waren de 1e SS tankdivisie, 2e SS tankdivisie, 9e

SS tankdivisie, 10e SS tankdivisie, de 2e tankdivisie, 9e tankdivisie, 11e tankdivisie en de 116e

tankdivisie.50 Daarnaast moesten er 1.000 vliegtuigen van de Luftwaffe meedoen. Hoe die

tankdivisies losgemaakt moesten worden van het front elders en hoe die vliegtuigen aan moesten komen terwijl de geallieerden een absolute overmacht in de lucht hadden, moesten de generaals zelf bedenken. 51 Deze manier van werken was symptomatisch voor Hitlers

opereren sinds het gefaalde zomeroffensief van 1942 aan het oostfront. Hitler stelde doelen, zaken die moesten gebeuren, maar gaf niet aan hoe die doelen gerealiseerd moesten

worden. Operatie Lüttich is een goed voorbeeld van die manier van bevelvoering. Tot in detail werden de doelen uitgestippeld, maar hoe die doelen moesten worden bereikt moesten zijn commandanten bedenken. Vaak waren die doelen onrealistisch en waren de middelen om het doel te realiseren niet aanwezig. Als het gevolg een gefaalde operatie was kregen de commandanten te schuld omdat ze Hitlers doelen niet wisten te realiseren.52

Al snel bleek dat het inderdaad onmogelijk was het aantal divisies te verzamelen dat Hitler voor ogen had. De aanval moest zo snel mogelijk van start gaan omdat de geallieerden anders de tijd kregen Avranches te versterken en omdat het Derde Leger anders te lang vrij spel kreeg in Bretagne. Het was onmogelijk om acht tankdivisies vrij te maken van het strijdfront. Als het wel mogelijk was geweest had het te lang geduurd. De 9e en 10e SS

tankdivisies waren in hevig gevecht met Canadese en Britse troepen bij Caumont. De 9e en

11e tankdivisies waren elders nodig om de aftocht van Legergroep G te beschermen. Von

48 Bell, Twelve Turning Points, pp. 186.

49 R.C. Gersdorff, The German Counterattack Against Avranches, in: D.C. Isby, Fighting The Breakout. The

German Army in Normandy from ‘Cobra’ to the Falaise Gap (Londen 2004) pp. 125.

50 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 114. 51 Ibidem, pp. 113.

(16)

Kluge wilde op 6 augustus aanvallen en kon in de vier dagen die hij had vier tankdivisies vinden die gebruikt konden worden voor een tegenaanval. Hitler, die kennelijk de realiteit toch nog niet helemaal uit het oog was verloren, ging akkoord met Von Kluge.53

De vier divisies die konden worden vrijgemaakt waren de 1e en 2e SS tankdivisies onder

leiding van respectievelijk generaal-majoor Wisch en kolonel Baum. Daarnaast konden de 2e

tankdivisie en 116e tankdivisie van respectievelijk luitenant-generaal Von Luttwitz en

luitenant-generaal Von Schwerin worden vrijgemaakt. De 1e tankdivisie miste een tank

grenadierregiment en een tankbataljon.54 Bij elkaar bezaten de divisies ongeveer 300 tanks.

De generaals waren er allerminst gerust op dat dat genoeg zou zijn, omdat tijdens daglicht de tanks zich niet zouden kunnen verdedigen tegen vijandelijke vliegtuigen. De leiding over de algehele operatie kwam in de handen van generaal Von Funck, de commandant van het XXXXVII tankkorps. De tankdivisies konden worden losgemaakt van het front doordat zij vervangen konden worden door de divisies die tot dan toe nog steeds bij het Pas de Calais stonden gestationeerd. Die werden gebruikt om de aftocht van de vier divisies die meededen aan operatie Lüttich te dekken.55

De 1.000 vliegtuigen die Hitler wilde gebruiken bleken eveneens onhaalbaar. Er konden 300 vliegtuigen worden vrijgemaakt voor de operatie en die moesten vanaf Parijs opstijgen.56

Von Funck kreeg de taak het aanvalsplan te ontwerpen. Hij moest alleen de divisies in het al door Hitler gemaakte plan invullen. Hij liet over een front van 32 km lengte zijn vier divisies oprukken. De 116e tankdivisie bezette de meest noordelijke positie, de 2e tankdivisie en de 1e

SS tankdivisie de middelste en de 2e SS tankdivisie had de meeste zuidelijke positie.57 De

aanval moest tijdens de nacht van start gaan zodat de tanks konden oprukken zonder gebombardeerd te worden door de geallieerde luchtmacht (de 300 Luftwaffe vliegtuigen zouden niet genoeg zijn de geallieerde vliegtuigen bij de tanks vandaan te houden). Tevens moest er volledige radiostilte worden ingelast zodat de geallieerden geen kans kregen informatie over operatie Lüttich te vergaren door de Duitsers af te luisteren.

In de nacht van 6 op 7 augustus ging operatie Lüttich van start. Het initiële tactische doel was halverwege Avranches te geraken voordat het licht werd. Dat zou betekenen dat de divisies ongeveer 16 kilometer moesten zijn opgerukt. 58

3. Operatie Lüttich

Volgens Reardon waren de geallieerden niet op de hoogte van operatie Lüttich.59 Dat is

onjuist. De Duitse radiostilte werd in de avond van 6 augustus gebroken en de geallieerden vingen de berichten over Lüttich direct op. De Britse ULTRA

53 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 114.

54 Gersdorff, The German Counterattack Against Avranches, pp. 125. 55 Johnson, Righteous Deception, pp. 202, 203.

56 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 120. 57 Ibidem, pp. 118, 119.

58 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 118. 59 Reardon, Victory at Mortain, pp. 291.

15 Figuur 4. Globaal overzicht van het gebied tussen Mortain en Avranches en operatie Lüttich

(17)

organisatie, gestationeerd in Bletchley Park, decodeerde de berichten en raakte daardoor op de hoogte van een aanval gericht op Avranches. Het nieuws werd meteen naar generaal Bradley doorgezonden. Hij kreeg het nieuws echter pas vier uur voordat de aanval zou beginnen. Dat was alleen genoeg om een waarschuwing te sturen naar de eenheden gestationeerd in de Avranches sector. Die eenheden kregen echter vaker waarschuwingen binnen zonder dat er daadwerkelijk wat gebeurde. Ze waren dus niet meer op hun hoede dan ze normaal al waren.60

De verdediging van de Avranches sector was de taak van luitenant-generaal Collins’ korps. Het bestond uit de 30e, 1e, 9e en 4e infanteriedivisies en enkele elementen van de 2e en 3e

tankdivisies. Bradley liet verder drie divisies bij St. Hillaire achter voor het geval er crisis zou onstaan. St. Hillaire lag net zuidelijk van de route tussen Mortain en Avranches.61 Bradley had

zijn verdediging beter op orde dan het Duitse leger vermoedde, maar het stond ook dusdanig verspreid dat een snelle en geconcentreerde tankaanval nog steeds serieuze schade kon aanrichten.

Het concentreren van de Duitse divisies die de aanval zouden beginnen ging moeizaam. Op de plekken waar de divisies zich moesten verzamelen kwamen zij in contact met de

tegenstander. Het zorgde ervoor dat er geen duidelijke scheidslijn tussen voor en tijdens operatie Lüttich bestond. Geen moment van rust en een gehaaste voorbereiding waren niet in het voordeel van het Duitse leger.62 Het is waarschijnlijk dat als er was gewacht tot 10

augustus om de aanval te laten beginnen zoals Hitler oorspronkelijk wilde dat de geallieerde hun opmars richting het zuiden hadden doorgezet en de startpositie rondom Mortain niet meer in handen van het Duitse leger was geweest. Von Kluge deed er dus goed aan Hitler zover te krijgen de operatie in de nacht van 6 augustus te doen beginnen.

De aanval begon om 24:00u en behaalde in korte tijd enkele successen. De 2e tankdivisie

wist enkele kleine plaatsjes ten oosten van Juvigny-le-tetre in te nemen waarna de 1e SS

tankdivisie doormarcheerde naar Juvigny-le-tetre. De 2e SS tankdivisie wist Mortain te

omsingelen en grotendeels in te nemen.63 Ten

westen van Mortain lag heuvel 317, waar een bataljon van de 30e infanteriedivisie van het

Amerikaanse leger gestationeerd was. Dat bataljon wist de aanvallen van onderdelen van de 2e SS tankdivisie keer op keer af te slaan. De

heuvel viel gedurende de hele operatie niet.64

De 116e tankdivisie onder leiding van Von

Schwerin werkte niet mee aan het plan van Von

60 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 116, 117. 61 Ibidem, pp. 117.

62 Gersdorff, The German Counterattack Against Avranches, pp. 126. 63 Gersdorff, The German Counterattack Against Avranches, pp. 128. 64 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 119.

(18)

Funck. Von Schwerin was nadat het Duitse leger in de verdediging was gedrukt aan het oostfront een uitgesproken defaitist geworden. Dat had invloed op zijn opereren. Zijn divisie was versterkingen belooft, maar die bleven uit. Hij gebruikte dat als excuus om te laat vanaf zijn verzamelpunt te vertrekken. Het was een uitzonderlijk incident in het Duitse leger, waar de militaire cultuur van gehoorzaamheid aan je meerdere er bij de veelal Pruisische

commandanten hoog in het vaandel stond.65 Von Funck kreeg door dat Von Schwerin aan het

tijdrekken was en wilde hem rond 04:00u uit zijn functie ontheffen. Generaal Hausser van het Zevende Leger sympathiseerde met Von Funck maar vond het niet verstandig vlak voor de 116e tankdivisie zijn aanval moest beginnen de commandant te ontslaan.66

Toen het licht begon te worden bleek 7 augustus een heldere en zonnige dag te zijn. Het was ideaal vliegweer. De 300 gevechtsvliegtuigen die vanaf Parijs moesten opstijgen kwamen al snel in hevige luchtgevechten met de geallieerden terecht. Aangezien de geallieerden meer en betere vliegtuigen hadden waren de Duitse gevechtsvliegtuigen in korte tijd verslagen. Geen enkel Duits vliegtuig haalde de frontlinie van operatie Lüttich.67

De geallieerde gevechtsvliegtuigen konden vrij van tegenstand de Duitse tankdivisies aanvallen. Drie uur lang werden de tanks door honderden vliegtuigen aangevallen. Een SS soldaat van de 1e SS tankdivisie schreef later:

‘It looked to me as though there were about 200 aircraft. One for each of our vehicles. We baled out quickly inside the roadside ditch. Sand gnashed our teeth as we watched our

column being taken apart. It was a dreadful jumble.’68

Toen de aanval voorbij was waren 81 van de 300 Duitse tanks vernietigd, 54 beschadigd en 26 waren verlaten.69 De 1e SS tankdivisie was Juvigny-le-tetre om 13:00u tot twee kilometer

genaderd, toen de aanval stopgezet moest worden door de zware verliezen aan de kant van de Duitsers. De aanval kon pas voortgezet worden als het donker werd en de geallieerden gevechtsvliegtuigen hun precisie bombardement niet meer konden uitvoeren.70

Hitler begon zijn belofte met 1.000 vliegtuigen en moest dat terugbrengen naar 300. Ook dat bleek onhaalbaar en kon voorafgaand aan de operatie worden voorzien doordat de geallieerden een grote overmacht tegenover de 300 luftwaffe toestellen kon zetten. Het laat zien dat Hitler meer aan het doel dacht en minder aan de wijze waarop dat doel te bereiken. Zoiets leidde tot valse beloftes en verwachtingen bij de start van operaties . Daardoor hadden die operaties minder kans van slagen, zoals dat ook bij operatie Lüttich het geval was.

65 S. W. Mitcham Jr., Defenders of Fortress Europe. The Untold Story of the German Officers During the Allied

Invasion. (Dulles 2009) pp. 137 en D. Stone, Shattered Genius. The Decline and Fall of the German General Staff in World War II (Havertown 2011) pp. 290.

66 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 118.

67 Gersdorff, The German Counterattack Against Avranches, pp. 128.

68 W. Kindler, Obedient Unto Death. A Panzer Grenadier of the Leibstandarte-SS Adolf Hitler Reports (Yorkshire 2014) pp. 145, 146.

69 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 120.

70 Gersdorff, The German Counterattack Against Avranches, pp. 128, 129.

(19)

Doordat het Duitse leger enkele uren niet kon doorstoten konden de geallieerden hun verdediging versterken. Het zou de verdere aanval sterk bemoeilijken. Bovendien konden de geallieerden tegenaanvallen plaatsen. De voorste speerpunten van de 1e SS tankdivisie

werden in de flanken aangevallen en de flank van de 2e tankdivisie was kwetsbaar doordat de

116e tankdivisie zijn aanval had gestaakt en achterbleef. De frontlinie werd op andere

plaatsen ook hevig aangevallen door de geallieerden en het was onzeker of het front stand zou houden. Ondanks de verliezen en de druk op het front wilde Hausser operatie Lüttich toch voortzetten. Hij was tegen het starten van de operatie geweest, maar het kwaad was al geschied. Volgens hem was de operatie voortzetten de enige manier om de druk elders te verminderen.71

Ook Hitler berichtte Von Kluge dat er geen sprake kon zijn van opgeven. Er moest roekeloos naar de zee worden doorgestoten, iedereen moest geloven in de overwinning en moed en kunde tonen. De enorme verliezen die waren geleden tijdens de geallieerde luchtaanval waren bij Hitler niet doorgedrongen.72 De orders van Hitler zaten vol bombastisch

taalgebruik. Het leek erop dat hij dacht dat passie, hartstocht en moed genoeg waren voor de overwinning. Daarmee verloor Hitler de realiteit uit het oog. Volgens Hitler had elke aanval, ongeacht de rationele kans van slagen, een kans tot succes omdat het Duitse leger in zijn ogen meer moed en hartstocht bezat. Daarbij kwam dat de deugden die Hitler de Duitse soldaat toebedeelde, alleen reëel waren als het moreel hoog was.73 Na de grote verliezen van

de Tweede Wereldoorlog en het recentelijk falen van de aanval op Avranches was het Duitse moreel sterk afgebrokkeld.74

De Duitsers hervatten de aanval om 22:00u op 7 augustus. Er werd op die dag door geen van de vier tankdivisies noemenswaardige overwinningen geboekt. Tegen het einde van de dag waren alle divisies in de verdediging gedrukt door hernieuwde Lucht- en artillerie aanvallen. Bovendien hadden de geallieerden hun verdediging versterkt wat verder

oprukken van het Duitse leger bemoeilijkte.75

Om 21:15 op dezelfde dag kreeg het Zevende Leger een order binnen van Von Kluge waarin stond dat de aanval werd gestaakt. Lüttich zou volgens Von Kluge later nog wel hervat

worden. Deze beslissing werd niet alleen genomen omdat de aanval vast was komen te zitten, maar ook omdat het geen versterkingen kon krijgen aangezien de geallieerden een

71 Ibidem, pp. 129.

72 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 121. 73 Megargee, Inside Hitler’s, pp. 208, 209.

74 H. Eberbach, Panzer Group Eberbach, in: D.C. Isby, Fighting The Breakout. The German Army in Normandy

from ‘Cobra’ to the Falaise Gap (Londen 2004) pp. 141.

75 Gersdorff, The German Counterattack Against Avranches, pp. 132.

(20)

sterke nieuwe aanval hadden geplaatst onder Caen. Daar waren versterkingen harder nodig dan voor operatie Lüttich.76

Op 8 augustus werd luitenant-generaal Von Schwerin uit zijn functie ontheven. Hij leek niet zijn best te doen zijn 116e tankdivisie te gebruiken zoals dat volgens de orders van Von Funck

had gemoeten. Op 6 augustus had hij al te lang gewacht met aanvallen en gedurende de aanval bleef hij vertragen. Waarschijnlijk hield hij zelfs orders achter of was hij opzettelijk traag omdat hij niet meer in de overwinning geloofde. Die claim wordt versterkt doordat Von Schwerin een actieve samenzweerder was en wist van de bomaanslag van 20 juli.77 Hij werd

vervangen door kolonel Muller. Het ontslaan van Von Schwerin bracht echter ook

moeilijkheden met zich mee, aangezien Von Schwerins manschappen de orders van Muller niet wilden opvolgen.78

De hervatting van operatie Lüttich stond gepland voor 10 augustus. Tussen 8 en 10 augustus lagen de tankdivisies voortdurend onder vuur. Artillerie en luchtaanvallen waren hevig en daarbij werd er regelmatig een tegenaanval geplaatst door de geallieerden. De tegenaanvallen die op 9 augustus plaats vonden konden worden afgeslagen, maar het verzwakte de divisies en daarmee de kans voor de herstart van de operatie. Gedurende 9 augustus werden de 116e tankdivisie en 1e SS tankdivisie uit de fontlinie teruggetrokken en

vervangen door andere divisies. Zo kwamen de tankdivisies in posities waar ze minder snel aangevallen zouden worden en dus meer tanks zouden overhouden voor een hernieuwde aanval. Daarnaast werden enkele andere divisies vrijgemaakt om op 10 augustus ingezet te kunnen worden.79 Ook werd op 9 augustus Von Funck door Hitler uit zijn functie als

bevelhebber van de operatie ontheven. Het falen van de eerste aanval werd hem aangerekend. Hij werd vervangen door generaal Eberbach, bevelhebber van het 5e

pantserleger. Eberbach, die nog wel vertrouwen had in Von Schwerin, herstelde hem in zijn positie als commandant van de 116e tankdivisie.80

Operatie Lüttich moest op 10 augustus weer van start gaan. De orders die Hitler vanuit Oost-Pruisen doorstuurde waren de volgende:

‘The attack is to be launched with all available forces, after a thorough preparation, taking advantage of the enemy situation, which is in our favour. LXXXI inf. Corps is to participate in this attack. After reaching Avranches, the main body of the forces is to be turned off toward the nordeast, regardless of the enemy forces which have broken through towards the south, and the Allied invasion front is to be rolled up by a simultaneous frontal attack by Seventh

and Fifth Panzer Armies.’’81

76 Ibidem, pp. 134.

77 S. W. Mitcham Jr., Defenders of Fortress Europe. The Untold Story of the German Officers During the Allied

Invasion. (Dulles 2009) pp. 137.

78 Mitcham Jr., Retreat to the Reich, pp. 121.

79 Gersdorff, The German Counterattack Against Avranches, pp. 135. 80 Eberbach, Panzer Group Eberbach, pp. 140.

81 Gersdorff, The German Counterattack Against Avranches, pp. 136.

(21)

Volgens Von Gersdorff was dat bevel een totale fantasie, opgetekend vanaf mappen duizenden kilometers van het front vandaan. Hitler hield geen rekening met de geallieerde luchtmacht noch met de situatie in Bretagne waar het Derde Leger nog steeds lag en grotendeels vrij spel had. Het laat volgens Von Gersdorff zien wat er gebeurt als de militaire top (lees: Hitler) denkt het front te kunnen inschatten vanuit een positie ver daarvandaan.82

Dit voorval laat wederom zien dat Hitler niet dacht dat zijn generaals dezelfde doelen nastreefde als hij, anders waren zij zelf ook tot dezelfde conclusie gekomen dat Lüttich herstart moest worden. Zelf maakte hij beslissingen zonder goed geïnformeerd te zijn en dat leidde tot irreële orders, waarvan het bevel tot hervatting van de operatie Lüttich een goed voorbeeld is.

Op 10 augustus veranderde de situatie in Normandië. Het Derde Leger onder leiding van generaal Patton rukte op in een noordoostelijke richting. Die stap, tezamen met de aanval onder Caen, maakte de intentie van het geallieerde leger duidelijk: een omsingeling van het Duitse leger in Normandië. Er moest een snelle beslissing genomen worden. De aanval op Avranches kon worden doorgezet en als die zou slagen dan kon het Duitse leger via

Avranches aan de omsingeling ontsnappen. Of het Duitse leger moest in oostelijke richting terugtrekken. De eerste optie was zeer gewaagd aangezien de eerste aanval van operatie Lüttich liet zien dat de kans van slagen gering was. Wilde een aanval enige kans van slagen hebben, moest volgens generaal Hausser van het Zevende Leger aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Vereisten waren het neutraliseren van de vijandelijke luchtmacht en veel versterkingen voor het front zodat het Duitse leger stand kon houden. Hausser wist dat aan die punten niet kon worden voldaan en hoopte op die manier de bevelhebbers ervan te overtuigen dat er teruggetrokken moest worden. Tot ontsteltenis van Hausser gaf Von Kluge geen toestemming terug te trekken en moest de aanval doorgaan, terwijl aan geen enkele voorwaarde voor de aanval was voldaan .83 Von Kluge wist dat hij, zo vlak na de duidelijke

orders van Hitler, persoonlijk teveel risico zou lopen als hij die orders niet zou opvolgen en in plaats daarvan terug zou trekken. Opnieuw een voorbeeld waaruit kan worden opgemaakt wat de invloed van Hitler was op het verloop van operatie Lüttich.

Gedurende 10 augustus werd het duidelijk dat een aanval die dag niet uitgevoerd kon worden omdat vrijwel alle divisies in hevige gevechten vast zaten. De divisies die Bradley had achtergelaten in St. Hilaire vielen de linkerflank van de 1e en 2e SS tankdivisies aan. De

aanvallen konden worden afgeslagen maar de verliezen waren hoog. Ook de 116e tankdivisie

werd aangevallen maar die kon de aanval afslaan. De twee tankdivisies die vrij gemaakt moesten worden voor de tweede aanval op Lüttich, de 9e tankdivisie en de 10e SS tankdivisie,

waren ook niet in staat aan te vallen. De 10e SS tankdivisie lag gestationeerd bij Barenton,

zo’n 9 kilometer ten oosten van Mortain, en moest voortdurend verdedigen tegen de geallieerde divisies die aanvielen vanaf St. Hilaire. De 9e tankdivisie lag ten noorden van Le

mans, zo’n 75 kilometer ten oosten van Mortain. Daar raakte het in gevecht met onderdelen

82 Ibidem, pp. 136, 137.

(22)

van het Derde Leger. Na hevige gevechten moest de divisie uiteindelijk in noordelijke richting terugtrekken.84

In de avond van 10 augustus vroeg het Zevende Leger nogmaals aan Von Kluge of het mocht terugtrekken. Een aanval was schier onmogelijk geworden en hoe langer het Duitse leger in Normandië bleef, hoe groter de kans werd dat ze werden omsingeld. Von Kluge besloot in de ochtend van 11 augustus Hausser en Eberbach bij zich te roepen om een definitief besluit te nemen.85

Op 11 augustus werd het duidelijk dat een aanval op Avranches onmogelijk uitgevoerd kon worden. De geallieerden braken op een aantal plekken door de verdedigingslinie van de Duitsers. Op die plekken moesten verscheidene divisies, waaronder ook de divisies die oorspronkelijk voor operatie Lüttich waren bestemd, de gaten dichten. In het zuiden wist het Derde Leger steeds verder op te rukken naar Aleçon dat 76 kilometer ten oosten van Mortain ligt. De omsingeling van het Duitse leger werd een steeds groter gevaar, terwijl er geen enkele vordering gemaakt was in de aanval op Avranches. Von Kluge besloot gedeeltelijk terug te trekken naar een beter verdedigbare linie en de divisies die oorspronkelijk voor Lüttich waren bedoeld in te zetten tegen het Derde Leger bij Aleçon. Volledig terugtrekken deed hij niet omdat Hitler, die akkoord was gegaan met terugtrekken om te hergroeperen, nog vast bleef houden aan het idee Avranches aan te vallen. Dat betekende dat de

uitvalsbasis voor de aanval, gestationeerd tussen Sourdeval, Mortain en Domfort in Duitse handen moest blijven.86 Dat besluit maakte het onmogelijk de best verdedigbare linie aan te

houden of om met terugtrekken een omsingeling te voorkomen. Doordat de gevechten bij Aleçon hevig waren en alle vier de tankdivisies daar gestationeerd werden, was een voortgang van operatie Lüttich ondenkbaar.87

Gesteld kan worden dat de aanval feitelijk al op 6 augustus, nadat het zijn momentum verloor, had gefaald. De geallieerde luchtmacht bleek een niet te nemen obstakel. Ze zorgde ervoor dat het Duitse leger zijn opmars moest staken. Daarnaast waren de geallieerden gewaarschuwd en verstevigden hun verdediging. Het was onmogelijk voor het Duitse leger de aanval te versterken. Dat kwam doordat de geallieerden overal aanvallen uitvoerden die tegengehouden moesten worden. Er was geen divisie die niet al in gebruik was. De tweede aanval was daardoor gedoemd te falen. Het blijven volhouden aan een tweede aanval door Hitler, terwijl het duidelijk was dat de geallieerden het Duitse leger aan het omsingelen waren, was een idee dat totaal voorbij ging aan de militaire realiteit in Normandië. Het zorgde ervoor dat het Duitse leger in onverdedigbare situaties terecht kwam. Na 8 augustus was terugtrekken nog de enige reële optie. Door dat te verbieden verloor het Duitse leger kostbare tijd die het had kunnen gebruiken om de omsingeling te ontlopen.

Veel historici denken dat het Engelse ULTRA de belangrijkste reden voor het falen van operatie Lüttich was. Het pikte op dat er een aanval op Avranches aanstaande was waardoor

84 Ibidem, pp. 138, 139. 85 Ibidem, pp. 140.

86 Gersdorff, The German Counterattack Against Avranches, pp. 142.

87 R.C. Gersdorff, The Battle of the Falaise – Argentan Pocket, in: D.C. Isby, Fighting The Breakout. The German

Army in Normandy from ‘Cobra’ to the Falaise Gap (Londen 2004) pp. 197.

(23)

de geallieerden zich konden voorbereiden. Hastings beargumenteert bijvoorbeeld dat daardoor de geallieerde vliegtuigen al klaarstonden om de Duitse tegenaanval vanuit de lucht aan te vallen.88 Ook Bell en Mawdsley zien ULTRA als belangrijkste factor omdat

daardoor Bradley en de verdedigende divisies gewaarschuwd waren.89 Het meest

waarschijnlijke is dat het effect van ULTRA op de eerste aanval niet doorslaggevend groot was. De waarschuwing van ULTRA kwam pas vier uur voordat de aanval van start ging. Dat is niet genoeg om de verdediging substantieel te verbeteren. Daarnaast zal de geallieerde luchtmacht ook zonder waarschuwing vooraf op tijd zijn geweest om de Duitse tanks aan te vallen. De afstand die zij af moesten leggen was niet groot en daarom zal de extra 4 uur die ze kregen niet doorslaggevend geweest zijn.90

Reardon gelooft dat het de verdediging van voornamelijk de 30e infanteriedivisie van de

Amerikanen was waardoor de operatie faalde. Deze hield moedig stand op heuvel 317 waardoor de aanval niet op gang kwam en kregen de geallieerden daardoor de tijd meer divisies te sturen en hun luchtmacht in stelling te brengen.91 Reardon hecht teveel waarde

aan die verdediging. Het was zonder twijfel een onderdeel van het falen van de operatie, maar niet de doorslaggevende. De 30e infanteriedivisie hield alleen de 1e SS tankdivisie bezig

en niet de andere drie divisies. Daarnaast kwam het niet door de sterke verdediging dat de geallieerde luchtmacht op tijd kwam. Vanaf het moment dat het licht was geworden en de geallieerden wisten van de aanval (door in contact te zijn gekomen met de vijand en dankzij ULTRA) konden de vliegtuigen in stelling worden gebracht. Daar was het oponthoud, waar voornamelijk de 1e SS tankdivisie mee te maken kreeg dankzij de sterke verdediging, geen

grote factor in. Zonder die verdediging was de geallieerde luchtmacht ook op tijd geweest. De meest doorslaggevende factor voor het falen van de eerste aanval was de geallieerde luchtmacht. Het was hoogstwaarschijnlijk ook zonder ULTRA op tijd gekomen om de eerste aanval af te slaan. Het directe gevolg van de geallieerde luchtmacht was het stopzetten van de operatie op 6 augustus waarmee het elke vorm van verassing en momentum verloor. Daarnaast speelde de onverwacht sterke verdediging een rol. Het feit dat het Duitse leger niet precies wist hoe sterk de divisies waren waarmee ze in gevecht zouden komen, laat zien dat er te weinig informatie was om een goed aanvalsplan te maken. Ook dat speelde een rol in het falen van de eerste aanval tijdens Lüttich. De laatste belangrijke factor waardoor de aanval faalde was dat het moeilijk was troepen uit de frontlinie te halen. Dat kwam mede doordat Hitler te lang bleef vasthouden aan het idee dat de echte invasie bij Pas de Calais kwam. Als hij eerder van dat idee was afgestapt kon het Vijftiende Leger gestationeerd bij Pas de Calais eerder in Normandië worden ingezet en konden de Duitse divisies makkelijker en in grotere getale worden ingezet voor operatie Lüttich.92 De divisies die uiteindelijk werden

gebruikt bleven voorafgaand aan de aanval niet vrij van contact met de tegenstander. Zij waren op hun startpositie voor de aanval nog steeds in gevecht en kregen dus geen moment

88 Hastings, Inferno, pp. 536.

89 Bell, Twelve Turning Points, pp. 186 en Mawdsley, World War II, pp. 373. 90 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 117.

91 Reardon, Victory at Mortain, pp. 288, 289. 92 Johnson, Righteous Deception, pp. 194-197.

(24)

rust. Het zorgde ervoor dat de divisies zich niet optimaal konden voorbereiden op de operatie.93

De keuze de operatie voort te zetten en daarmee de situatie te verergeren kwam van Hitler en had mede te maken met de argwaan die hij jegens zijn generaals en in het bijzonder tegen Von Kluge had. . Volgens hem had de operatie gefaald omdat Von Kluge wilde dat deze zou falen.94

4. De militaire gevolgen van operatie Lüttich

Door Hitlers aanhoudende bevelen dat operatie Lüttich voortgezet moest worden, was kostbare tijd verloren gegaan. Het Derde Leger, dat onder Patton zeer snel oprukte naar Alecon, zorgde ervoor dat terugtrekken een vereiste was geworden om niet alle 21 divisies gestationeerd in Normandië aan een omsingeling te verliezen. Op 12 augustus had generaal Patton Aleçon en Argentan ingenomen. Generaal Montgomery’s aanval

ten zuiden van Caen verliep moeizaam. Toch wist hij op 10 augustus halverwege de route naar Falaise te geraken. 95 Als Montgomery en Patton elkaar zouden bereiken zou het Duitse

leger opgesloten zitten rond Falaise en Argentan en dan zou de slag om Normandië voorbij zijn. Pas op 14 augustus had ook Hitler het idee van een aanval op Avranches laten vallen ten faveure van een tegenaanval op Aleçon.96

Als de aanval op Aleçon succesvol was en de route naar het oosten daardoor weer open lag, zou een hernieuwde aanval op Avranches weer mogelijk worden, zo redeneerde Hitler.

93 Reardon, Victory at Mortain, pp. 289, 290, 292. 94 Mitcham, Jr., Retreat to the Reich, pp. 131. 95 Hastings, Inferno, pp. 536, 537.

96 P. Hausser, 13-18 August, in: D.C. Isby, Fighting The Breakout. The German Army in Normandy from ‘Cobra’

to the Falaise Gap (Londen 2004) pp. 231.

23 Figuur 7. Overzicht van het gebied waar operatie Lüttich en de 'zak van Falaise' plaatsvonden

Referenties

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN

te doen verdwijnen. Een der middelen daartoe is ten aanzien van de werkloosheid de uitreiking van den steun door de vakcentrales. Kan die steun niet door de

'Het schuldgevoel dat (Grass) toch maar heeft meegedaan, voedde zijn razernij, zijn enorme schrijfwoede, zijn bulderende autoriteit', aldus Herwig. Vandaag raken opnieuw jongeren in

Meestal wordt de eerste controle na één tot twee weken afgesproken; met name om te kijken of de blaas leeg is.

[r]

Naar aanleiding van de ramp deden de Verenigde Naties een internationale oproep om hulp te leveren aan de getroffen bevolking in Nicaragua en Honduras.. Hieraan gaven onder andere

Kort voor dat gesprek kreeg Vredeling te horen dat ‘Clump- kens er overwegende bezwaren tegen had om zijn plannen tot diensttijd - verkorting te realiseren, op de wijze die

Op dat moment kan men meestal volstaan met het leegzuigen van de slijmbeurs, waarna een drukverband wordt aangelegd.. Anders is het, wanneer de slijmbeurs herhaaldelijk

Zij stelt u een aantal vragen die voor uw operatie en uw opname in het ziekenhuis nodig zijn.. Verder krijgt u informatie over de leefregels na