• No results found

Conclusie

In document Hitler en Operatie Lüttich (pagina 39-45)

Hitler stuurde een uitgewerkt plan voor operatie Lüttich naar zijn generaals in Normandië. Hij vroeg niet om hun opvattingen of inmenging als gevolg van de bomaanslag op zijn leven van 20 juli 1944. Veel hooggeplaatste militairen als de veldmaarschalken Von Witzleben en Rommel, en de luitenant-kolonels Von Tresckow en Von Stauffenberg waren bij het complot

154 H. Höhne, Der orden unter dem Totenkopf, die Geschichte der SS. Band II (Hamburg 1966) pp. 457.

155 P. Lieb, Konventioneller Krieg oder NS-Weltanschauungskrieg?. Kriegsführing und Partisanenbekampfung in

Frankreich 1943/1944 (München 2007) pp. 417, 418.

156 Ibidem, pp. 418, 419. 157 Ibidem, pp. 420, 421.

betrokken. De steeds minder rationele Hitler zag door de aanslag in elke generaal een vijand die actief zijn plannen saboteerde. Hij had er geen vertrouwen meer in dat zijn generaals een effectief plan wilden opzetten, dus deed hij dat zelf. De gevolgen van die gedachtegang waren desastreus. Hitler was niet goed genoeg op de hoogte van de situatie in Normandië. Daarbij veranderde die situatie ook te snel om er adequaat op te reageren vanuit de

‘Wolfsschanze’ in Oost-Pruisen. Daardoor waren de bevelen van Hitler niet gebaseerd op de realiteit maar op verouderde kaarten en informatie. Het Duitse leger verloor de flexibiliteit die het nodig had om de geallieerden tegenstand te bieden. Met Hitler als opperbevelhebber was het Duitse leger in het nadeel.

Operatie Lüttich startte in de nacht van 6 op 7 augustus. De initiële aanval boekte enkele successen en rukte snel op. Met het daglicht verschenen echter de geallieerde

gevechtsvliegtuigen. Die richtten zoveel schade aan de Duitse tanks dat de aanval moest worden gestaakt. De snelle blitzkrieg waar Hitler op had gehoopt was daardoor al mislukt. De generaals wilde hun verliezen nemen en terugtrekken. Hitler wilde de aanval op 10 augustus echter voortzetten, wat een totale utopie was. De geallieerde verdediging was te sterk geworden voor een snelle overwinning. Het gevolg van het willen voortzetten van de aanval was dat het Duitse leger niet mocht terugtrekken uit het gebied rond Mortain. Daardoor konden de geallieerden het Duitse leger omsingelen en ontstond de ‘zak van Falaise’ waardoor het Duitse leger effectief werd uitgeschakeld in Franrkijk.

Hitler had een enorme impact op de planning van operatie Lüttich. Hij had de operatie zelf bedacht omdat hij na 20 juli niet meer geloofde dat zijn generaals de intentie hadden een operatie op te zetten die kans van slagen had. Maar ook zonder de bomaanslag had Hitler kunnen overgaan op een tegenaanval. Hij vond terugtrekken bijna nooit goed en koos altijd voor een snelle aanval omdat hij daar in het verleden zoveel succes mee had behaald. Het inmengen in militaire operaties door Hitler was eerder standaard dan uitzonderlijk. De bomaanslag zorgde er wel voor dat hij bijna volledig zelf het plan voor Lüttich had bedacht. De generaals moesten alleen zelf verzinnen welke divisies mee konden doen aan de aanval en hoe die vrijgemaakt konden worden van het front.

Ook had Hitler veel invloed op het verloop van operatie Lüttich. Hij gaf niet de individuele bevelen aan de divisies. Maar hij hield de generaals verantwoordelijk voor de aanval wel goed in de gaten door een vertrouweling te sturen. Daarnaast mocht er niet teruggetrokken worden waardoor de divisies in constant gevecht bleven tijdens de operatie. Ook hield Hitler de operatie veel te lang in leven. Zijn generaals zagen na de eerste dag al in dat de kans van slagen zeer gering was. Toch hield hij dagenlang vol aan de aanval. Daardoor werd die meerdere malen herstart zonder dat er enige vooruitgang werd geboekt.

De invloed die Hitler had op het verloop van operatie Lüttich werkte door op de gevolgen van de operatie. Doordat hij zolang vast bleef houden aan de operatie ging kostbare tijd verloren die gebruikt had kunnen worden om de terugtocht in te zetten. Dat gebeurde te laat waardoor het Duitse leger omsingeld en vrijwel vernietigd werd. De ‘zak van Falaise’ was een direct gevolg van operatie Lüttich en daardoor van Hitlers destructieve bevelen.

De invloed van Hitler op operatie Lüttich kan in twee onderdelen worden verdeeld. De invloed die hijzelf uitoefende op de operatie is in de vorige alinea behandeld. Daarnaast heeft Hitler invloed gehad op het opereren van zijn generaals en soldaten. De aanslag van 20 juli speelde daarin een rol. Generaals riskeerde hun leven als ze faalden Hitlers orders naar hun beste vermogen uit te voeren omdat, als ze dat niet deden, ze de kans hadden ervan verdacht te worden bij de samenzweerders van 20 juli te horen. Hitler zou het namelijk als sabotage kunnen zien.

Hitler veroorloofde zijn generaals na de bomaanslag van 20 juli 1944 nog minder vrijheden dan voorheen. Het effect daarvan op het opereren van de militaire top tijdens operatie Lüttich moet echter niet overdreven worden. De enige generaals die toonbaar anders opereerde tijdens de operatie waren Von Kluge en Von Schwerin. Bij alle andere generaals is er geen aantoonbaar verschil in hun opereren voor en tijdens Lüttich waar te nemen. Von Kluge wist niet van de bomaanslag af, maar wist wel dat er een samenzwering gaande was. Het feit dat hij veel in contact was geweest met Von Tresckow maakte hem verdacht en Von Kluge wist dat. Daardoor was Von Kluge erop gebrand de bevelen van Hitler goed op te volgen. Voor operatie Lüttich voerde hij echter ook vrijwel altijd goed zijn bevelen op. Het verschil is dus minimaal. Maar zelfs hij ging nog met Hitler in discussie als hij vond dat de bevelen van hem onuitvoerbaar waren. Dat deed hij aangaande de startdatum van de aanval. Hitler wilde op 10 augustus beginnen, Von Kluge op 6 augustus. Von Kluge kreeg zijn zin. Tijdens de operatie deed hij wel precies wat Hitler wilde en daardoor was terugtrekken geen optie. Het is echter zeer onwaarschijnlijk dat zonder de bomaanslag er wel zou zijn

teruggetrokken. Von Kluge was altijd gehoorzaam en deed nooit iets tegen Hitlers bevelen in. Hitler liet zijn generaals ook voor 20 juli nooit op tijd terugtrekken. Altijd moest tot de laatste man gevochten worden. Von Kluge had dankzij de bomaanslag een grotere drijfveer

gehoorzaam te blijven aan Hitlers steeds meer onrealistische orders. Maar ook zonder bomaanslag was het onwaarschijnlijk geweest dat Von Kluge had teruggetrokken zonder orders van Hitler, en Von Kluge had naar alle waarschijnlijkheid geen terugtrek orders gekregen.

Von Schwerin lijkt ook te zijn beïnvloed door de bomaanslag van 20 juli. Maar ook bij hem moet die invloed niet te zwaar gewogen worden. Hij behoorde tot de samenzwering omdat hij in de campagne aan het oostfront al inzag dat de oorlog niet gewonnen kon worden. Hij was uitgesproken defaitistisch en zag vrede sluiten als de enige optie. Hitler moest daarvoor uit de weg geruimd worden. Het is aannemelijk dat, toen de bomaanslag had gefaald, hij geen enkele optie zag die tot een redelijke vrede zou leiden. Het zou een goede reden zijn geweest voor zijn slechte optreden tijdens en na operatie Lüttich. Het is echter onmogelijk met zekerheid te zeggen dat het de gefaalde bomaanslag van 20 juli was die ervoor zorgde dat hij tijdens en na operatie Lüttich actief zijn orders saboteerde. Hij was aan het oostfront al een defaitist. Als er geen moordaanslag op Hitler was gepleegd had hij waarschijnlijk ook geen goede uitweg uit de oorlog meer gezien. Dat had ervoor kunnen zorgen dat hij ook zonder de bomaanslag tegen zijn orders zou zijn ingegaan. Wel is het aannemelijk dat de

gefaalde aanslag op Hitlers leven het defaitisme in Von Schwerin vergrootte. Er was daarna helemaal geen uitweg meer volgens Von Schwerin en dat zal invloed hebben gehad op zijn handelen. De bomaanslag verergerde de situatie voor Von Schwerin waardoor hij meer geneigd zou zijn geweest de bevelen van Hitler actief te saboteren.

De aanhoudende destructieve bevelen van Hitler waren een andere manier waarop hij zijn commandanten en troepen kan hebben beïnvloed tijdens operatie Lüttich. Hitlers beleid van niet terugtrekken zorgde aan het oostfront voor grote verliezen en in Normandië zette die trend zich voort. Het vertrouwen van de Duitse generaals in Hitler was daardoor sterk gedaald. Dat was, met grotere zekerheid te zeggen, wel een reden waarom Von Schwerin de operatie saboteerde. Zijn defaitisme kwam voort uit de slecht lopende oorlog. Hitler was een grote reden waarom die oorlog zo slecht verliep. Daarom heeft Hitler op die manier Von Schwerin beïnvloed tijdens operatie Lüttich.

De rest van de commandanten betrokken bij de operatie zagen ook in dat de oorlog moeilijk meer te winnen viel. Het bevel voor operatie Lüttich en het niet op tijd mogen terugtrekken zal het vertrouwen van Hitlers generaals in hem hebben verkleind. Naast Von Schwerin zijn er echter geen generaals te vinden die daardoor tijdens de operatie anders handelde dan zij normaal waren te doen. Operatie Lüttich had in hun ogen weinig kans van slagen. Die kans zou echter wel worden vergroot als ze de operatie naar vermogen zouden uitvoeren. Dat lijken de commandanten die betrokken waren bij de operatie, op Von Schwerin na, te hebben gedaan.

De troepen van de Wehrmacht en de Waffen-SS lijken te zijn beïnvloed door Hitlers aanhoudende slechte bevelen. De Waffen-SS, normaal een fanatieker onderdeel van het Duitse leger, vocht niet beter dan de Wehrmacht. Zij zagen in dat Hitler niet het grote

militaire genie was die hij zelf wel dacht te zijn. Hitlers besluit om een tweefronten oorlog te riskeren zorgde voor een materiaalslag die het Duitse leger niet kon winnen. Ook dat drukte sterk op het moreel van de soldaten in Normandië. Voornamelijk na Lüttich, vlak voor en tijdens de ‘zak van Falaise’ (het directe gevolg van Lüttich) daalde het moreel van de Waffen- SS en de Wehrmacht sterk. De Waffen-SS vocht nog nooit zo slecht. Zo had Hitler een negatieve invloed uitgeoefend op de wil om te vechten van zijn troepen.

7.1 Slotconclusie

Dit onderzoek heeft het geheel aan factoren onderzocht die ontstaan en verloop van operatie Lüttich hebben bepaald. Dit om de hoofdvraag te beantwoorden:

‘In hoeverre heeft de relatie van Hitler met de Duitse commandanten en troepen in Normandië planning, verloop en uitkomst van operatie Lüttich beïnvloed?’ Ook gaat dit onderzoek in op de militaire gevolgen van het mislukken van operatie Lüttich. De hoofdconclusie van het onderzoek is dat de relatie tussen Hitler en zijn commandanten en troepen een bepalende rol heeft gespeeld in het ontstaan en verloop van de operatie Lüttich en daardoor ook de (desastreuze) gevolgen van de operatie beïnvloed heeft.

De bomaanslag van 20 juli zorgde voor een verergering van een al bestaande situatie: Hitler liet gedurende de oorlog steeds minder bewegingsvrijheid aan zijn generaals en ging zelf steeds meer invloed uitoefenen op militaire operaties. Na 20 juli vroeg hij bij de planning van Lüttich niet eens meer om de mening van de generaals die de operatie zouden gaan

uitvoeren. De generaals tijdens Lüttich waren gereduceerd tot de uitvoering van Hitlers ideeën.

De bomaanslag maakte van Hitler een minder rationele actor. Het was onmogelijk een gedegen plan op te zetten vanuit Oost-Pruisen voor operaties aan het steeds veranderende front in Normandië. Dat deed hij echter wel omdat hij niet geloofde dat zij generaals die taak nog goed zouden uitvoeren. Het was rationeel geweest te luisteren naar zijn generaals die een beter overzicht hadden op de militaire situatie. Dat deed hij echter nog maar in kleine mate en dat zorgde voor destructieve bevelen die uitmondde in de ‘zak van Falaise’.

Daarbij kwam dat Hitler sterk de overtuiging had dat Duitsers kost wat kost door moesten vechten en dat er daardoor altijd kans van slagen zou zijn omdat de wilskracht van het Duitse volk sterker was. Het woord terugtrekken kwam niet in zijn vocabulaire voor. Dat zorgde gedurende de oorlog voor een daling in het moreel bij de soldaten van de Wehrmacht en Waffen-SS omdat die blootgesteld werden aan meer en destructiever geweld dan nodig was. De bevelhebbers durfde in wisselende mate niet tegen Hitler in te gaan. Von Kluge was bang voor hun eigen leven (na de gefaalde bomaanslag) en werkten mee aan de operatie waar hij voorheen (bij hoge uitzondering) tegen de wens van Hitler in zou zijn gegaan. Dit gegeven heeft het verloop van de operatie (en dus de gevolgen daarvan) negatief beïnvloed. Von Schwerin werkte niet mee en dat benadeelde operatie Lüttich, die toch al een zeer geringe kans van slagen had, nog eens extra. Dat deed hij doordat de oorlog steeds moeizamer verliep voor Duitsland. Hitler was daar de hoofdschuldige van. Hij begon een oorlog op twee fronten en liet zijn generaals niet de vrijheid die zij nodig hadden. Zo beïnvloedde Hitler Von Schwerins optreden in negatieve zin.

Het moreel van de strijdkrachten daalde mede door de aanhoudend irrationele bevelen van Hitler en de materiaalslag van een tweefronten oorlog en je ziet dat zelfs bij de Waffen-SS de weerstand tegen Hitler groeide.

In het verlengde van de conclusie dat de relatie tussen Hitler en zijn generaals operatie Lüttich heeft beïnvloed, is de conclusie ook dat het desastreuze militaire gevolg van operatie Lüttich beïnvloed is door die relatie. Het niet mogen terugtrekken veroorzaakte de ‘zak van Falaise’ en daardoor werd het Duitse leger verslagen in Normandië en daarmee in heel Frankrijk.

Literatuurlijst

Ian Baxter, SS: The Secret Archives. Western Front (Londen 2003)Anthony Beevor, The Second World War (Londen 2012)

Philip Michael Hett Bell, Twelve Turning Points of the Second World War (New Haven 2011)

Philipp Von Boeselager, Valkyrie. The plot to kill hitler. The memoirs of the conspiracy’s

last survivor (Londen 2009)

Carlo D’Este, Falaise: the trap not sprung, in: R. Cowley, No End Save Victory (New York 2001)

Hans Eberbach, Panzer Group Eberbach, in: D.C. Isby, Fighting The Breakout. The

German Army in Normandy from ‘Cobra’ to the Falaise Gap (Londen 2004)

 Walther P. Fellgiebel, Die Träger des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939–1945. Die Inhaber der höchsten Auszeichnung des Zweiten Weltkrieges aller

Wehrmachtsteile (Berlijn 2000)

Karl H. Frieser, Panzer Group Kleist and the Breakthrough in France, 1940 in, M.D. Krause en R.C. Phillips, Historical Perspectives of the Operational Art (Washington 2007)

Rudolf-Christoph von Gersdorff, The German Counterattack Against Avranches, in: D.C. Isby, Fighting The Breakout. The German Army in Normandy from ‘Cobra’ to the

Falaise Gap (Londen 2004)

Rudolf-Christoph von Gersdorff, The Battle of the Falaise – Argentan Pocket, in: D.C. Isby, Fighting The Breakout. The German Army in Normandy from ‘Cobra’ to the

Falaise Gap (Londen 2004)

Heinz Guderian, Panzer Leader (Cambridge 1996)

Max Hastings, Inferno. The World at War, 1939 – 1945 (New York 2011)

Paul Hausser, 13-18 August, in: D.C. Isby, Fighting The Breakout. The German Army in

Normandy from ‘Cobra’ to the Falaise Gap (Londen 2004)

Heinz Höhne, Der orden unter dem Totenkopf, die Geschichte der SS. Band II (Hamburg 1966)

David Alan Johnson, Righteous Deception. German Officers Against Hitler (Londen 2001)

John Keegan, Six Armies in Normandy. From D-Day to the Liberation of Paris (Londen 1992)

Ian Kershaw, Hitler. 1936-1945 Nemesis (Londen 2000)

Werner Kindler, Obedient Unto Death. A Panzer Grenadier of the Leibstandarte-SS

Adolf Hitler Reports (Yorkshire 2014)

 Peter Lieb, Konventioneller Krieg oder NS-Weltanschauungskrieg?. Kriegsführing und Partisanenbekampfung in Frankreich 1943/1944 (München 2007)

Evan Mawdsley, World War II. A new History (Cambridge 2009)Geoffrey P. Megargee, Inside Hitler’s High Command (Lawrence 2000)

Samuel W. Mitcham Jr., Retreat to the Reich. The German Defeat in France, 1944 (Londen 2000)

Samuel W. Mitcham Jr., Panzer Commanders of the Western Front. German Tank

Generals in WWII (Mechanicsburg 2008)

Samuel W. Mitcham Jr., Defenders of Fortress Europe. The Untold Story of the German

Officers During the Allied Invasion (Dulles 2009)

Samuel W. Mitcham Jr. en Gene Muller, Hitler’s Commanders. Officers of the

Wehrmacht, The Luftwaffe, The Kriegsmarine, and the Waffen SS (Plymouth 2012)

Mark J. Reardon, Victory at Mortain. Stopping Hitler’s Panzer Counteroffensive (Lawrence 2002)

Michael Reynolds, Steel Inferno. 1 SS Panzer Corps in Normandy (Gloucestershire 2007)

David Stone, Shattered Genius. The Decline and Fall of the German General Staff in

World War II (Havertown 2011)

John Strawson, Hitler as Military Commander (Barnsley 2003)

Dan Van der Vat, D-Day: The Greatest Invasion. A People's History (Londen 2003)Elizabeth-Anne Wheal en Stephen Pope, The Macmillan Dictionary of The Second

World War (Londen 1995)

Adrian Wheale, Army of Evil. A History of the SS (Londen 2010)

Internetbronnen

 http://nl.ww2awards.com/award/89

In document Hitler en Operatie Lüttich (pagina 39-45)

GERELATEERDE DOCUMENTEN