( PAV Bulletin Vollegrondsgroenteteelt April 2000 4e j g . )
Onderzoeksmethodiek
toegepast in BSO
l u Q
4>
Doelen, thema's, maatstaven en streefwaarden
ing. A.J.G. Dekking en ir. W. Sukkel, PAV-LelystadAan het bedrijfssystemenonderzoek ligt een goed uitgewerkte onderzoeksmethode ten grondslag. Deel ervan is een presentatiemethode die op een gestructureerde manier alle facetten van het onderzoek belicht. Dit inleidende artikel behandelt de onderzoeksmethodiek. In het volgende artikel worden resultaten van het geïntegreerde prei-aardbei bedrijf weergegeven volgens de hier beschreven presentatiemethode.
M E T H O D I E K
De methodiek van het bedrijfssystemenonderzoek kan worden onderverdeeld in vier fasen zoals weergegeven in figuur 1. Als voorbeeld wordt de ontwerpfase behan-deld. Figuur 1. Fasen bedrijfssystemenonderzoek. analyse en diagnose testen en verbeteren • regionale bedrijfsstructuur • knelpunten • beleid en wetgeving • ontwikkeling • doelen • maatstaven, streefwaarden • bedrijfsmethoden • uitvoeringsplannen
keuze plaats en omvang
• gewenst <^> behaald • oorzaak tekort • verbeteren methode
ï
~ \ verspreiden en toepassen • introductie praktijk • samenwerking praktijk, voorlichting en onderzoek • tJemonstratie O N T W E R P F A S EDe ontwerpfase begint met het vaststellen van de sys-teemdoelen. Deze doelen zijn gebaseerd op de uitkom-sten van de voorgaande fase; analyse en diagnose. Voor elk doel (thema) is een set van maatstaven opgesteld om dit doel te kunnen kwantificeren. Maatstaven dienen zoveel mogelijk doelgericht te zijn en bij voorkeur relatief eenvoucyg te zijn vast te stellen. Daarnaast moet ook de te realiseren waarde van de maatstaf
beïnvloed-baar zijn door de beschikbare of nieuw te ontwikkelen
bedrijfsmethoden. Maatstaven dienen dus niet alleen beschrijvend te zijn maar moeten ook gestuurd kunnen worden. Voor elke maatstaf is een streefwaarde vastgesteld
gebaseerd op de voorgaande analyse en diagnose en
afgeleid van wetgeving, wetenschap of expertkennis. Het totaal van de streefwaarden geeft het streefbeeld voor het te ontwikkelen systeem.
Vervolgens wordt een theoretisch ontwerp gemaakt waarin deze streefwaarden bereikt kunnen worden. Het theoretisch ontwerp bestaat uit:
• de vruchtwisseling • het bemestingsplan
• de strategieën t.a.v. bestrijding van onkruiden, ziekten en plagen
• de teeltprogramma's per gewas
• een bedrijfsomvattend natuurplan.
De doelstellingen waaraan het theoretisch ontwerp (nieuw bedrijfssysteem) moet voldoen, zijn vertaald in een vijftal thema's (figuur 2).
Figuur 2. Thema's bedrijfssystemenonderzoek. Continuïteit bedrijf • arbeidsorganisatie en -inzet • bedrijfseconomische perspectieven Kwaliteitsproductie
• beheersen ziekten en plagen • voorziening nutriënten
Schoon milieu
• beperken uitspoeling nutriënten
• beperken gebruik, emissie en schade pesticiden
Duurzaam beheer productiemiddelen
• bodemgezondheid • bodemvruchtbaarheid • eindige grondstoffen
Aantrekkelijk landschap en gevarieerde natuur
• beschermen en versterken van aanwezige natuur • aansluiten op en versterken van regionale natuur
De resultaten van het bedrijfssystemenonderzoek
worden weergegeven in een cirkeldiagram (figuur 3) dat verdeeld is in een aantal segmenten. Ieder segment
maat-PAV Bulletin Vollegrondsgroenteteelt April 2000 4e jg. )
Figuur 3.
Weergave maatstaven, doel en realisatie.
D
streefwaarde^
staven die bij een bepaald thema horen weergegeven. Indien de streefwaarde behaald wordt is het segment gevuld. Indien alle streefwaarden behaald worden is de cirkel gevuld. Er ontstaat een allround bedrijf.
B
( PAV Bulletin VollegrondsgroenteteeLt April 2000 4e j g . ~ )
Resultaten geïntegreerde
prei-aardbeibedrijf '97-'99
ing. B.M.A. Kroonen-Backbier en ing. P.A.C. Koot PAV-Lelystad
\2WSH8
Bij de ontwikkeling van een duurzaam bedrijfssysteem worden binnen het onderzoek ambitieuze,
toe-komstgerichte doelen nagestreefd. Deze gaan vaak veel verder dan op dit moment via wet- en regelgeving van de praktijk verlangd wordt. De resultaten van drie jaar ontwikkeling van een geïntegreerd prei-aard-beibedrijf staan in één figuur weergegeven (figuur 1). De gestelde streefopbrengsten - volgens goede land-bouwpraktijk - worden voor ruim 90 % gerealiseerd. De kwaliteit blijft iets achter. De kwaliteitsproduc-tie geeft ook een indicakwaliteitsproduc-tie voor het netto- bedrijfsresultaat, die voor deze resultatenweergave nog niet bere-kend is. De strengste verliesnormen (MINAS) voor droge zandgronden worden in dit bedrijf gehaald.
Dit geldt ook voor de normen die genoemd staan in het MJPG-2000. Voor de onkruidbestrijding blij-ken daarvoor een beperkt aantal uren handwieden noodzakelijk. Een Nmin in november van 45 kg N per ha voor zandgrond als afgeleide van de EU-norm van 50 mg nitraat voor grondwater wordt echter
ver overschreden. De streefwaarden voor emissie van pesticiden naar milieu (BRI) en de schaderisico's van pesticiden (MBP) willen de risico's voor emissie en milieuschade zoveel mogelijk uitsluiten. Ook deze
worden nog niet gehaald.
De Pw ligt zeer hoog. Ondanks een negatief fosfaatoverschot daalt de Pw nauwelijks. De streef-Pw zal niet op korte termijn gerealiseerd kunnen worden. Het K-getal ligt in de buurt van het streef traject.
Wanneer de cirkel gevuld is, ontstaat een rendabel bedrijf met een zeer lage milieubelasting. Dit zal nog veel onderzoeksinspanning vragen.
I N L E I D I N G
H e t bedrijfssystemenonderzoek (BSO) voor de volle-gröndsgroente op P A V - Z O N locatie Meterik wordt in zijn huidige opzet sinds 1997 uitgevoerd. In het geïnte-greerde systeem zijn vijf voor het gebied (zandgronden in Zuidoost-Nederland) kenmerkende bedrijfstypen
Figuur 1.
Overzicht van de resultaten van het prei-aardbei bedrijf 1997-1999.
20
opgenomen (tabel 1). Er is uitgegaan van een driejarig teeltplan. Bij de ontwikkeling van een geïntegreerd bedrijfssysteem staat een vijftal hoofdthema's (doelen) centraal: voldoende continuïteit van het bedrijf, vol-doende hoge kwaliteitsproductie, een schoon milieu, duurzaam beheer van productiemiddelen en aandacht voor natuur en landschap. K o r t o m een bedrijfssysteem dat duurzaam is en waarin een goede balans bestaat tus-sen economische en milieudoelen. D e resultaten van het
continuïteit bedrijfVoering duurzaam beheer productie-middelen Tabel 1. 1 9 ^ É \ 18 M \ 1 7 r ^^= = : : : : : 5 ï : s :*ao 16 \ jf , Vv 15 \ / Ä \ \ 1 5 " ^ - ^ . - - ^ l l 14 13 12 natuur Vruchtwisseling BS O-Meterik kwaliteits-\ productie \ 0 \ c. ^ ^ ^ \ 3 1 5 1 6 7 s schoon /g9ba millieu / l O a XlOb 10c KW 1. 2. auieusproaucne Kwantiteit Kwaliteit Schoon milieu 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. j = niet getest • = behaald i, geïntegreerd systeem. N-min november N-uitspoeling N-overschot K-overschot P-overschot Inzet actieve stof
MilieuBelastingPunten BlootstellingRisicoIndex resultaat bedrijfstype jaar 1 2 3 prei knolvenkel aardbei B prei Ch.kool aardbei prei kropsla knolvenkel Natuur 11. Plantendoelsoortendiversiteit 12. Plantendoelsoortenverdeling 13. Bloemdichtheid
14. Oppervlakte Ecologische infrasctructuur
Duurzaam beheer/productiemiddelen
15. P-bodem reserve 16. K-bodemreserve 17. Organische Stof Balans
Continuïteit bedrijfsvoering
18. Netto bedrijfsresultaat 19. Benutting Eigen Arbeid
20. Uren handwieden D prei kropsla Ch.kool prei kropsla bospeen