• No results found

Monitor Agenda Vitaal Platteland vastgelegd : ontwerp en implementatie van een generieke beleidsmonitor

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Monitor Agenda Vitaal Platteland vastgelegd : ontwerp en implementatie van een generieke beleidsmonitor"

Copied!
110
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

252

werkdocumenten

WOt

Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu

Y. van Randen

H.L.E. de Groot

L.A.E. Vullings

Monitor Agenda Vitaal Platteland vastgelegd

Ontwerp en implementatie van een generieke beleidsmonitor

(2)
(3)
(4)

De reeks ‘Werkdocumenten’ bevat tussenresultaten van het onderzoek van de uitvoerende instellingen voor de unit Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu (WOT Natuur & Milieu). De reeks is een intern communicatiemedium en wordt niet buiten de context van de WOT Natuur & Milieu verspreid. De inhoud van dit document is vooral bedoeld als referentiemateriaal voor collega-onderzoekers die onderzoek uitvoeren in opdracht van de WOT Natuur & Milieu. Zodra eindresultaten zijn bereikt, worden deze ook buiten deze reeks gepubliceerd.

Dit werkdocument is gemaakt conform het Kwaliteitshandboek van de WOT Natuur & Milieu.

WOt-werkdocument 252 is het resultaat van een onderzoeksopdracht van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I).

(5)

W e r k d o c u m e n t 2 5 2

W e t t e l i j k e O n d e r z o e k s t a k e n N a t u u r & M i l i e u

W a g e n i n g e n , n o v e m b e r 2 0 1 1

Monitor Agenda Vitaal

Platteland vastgelegd

O n t w e r p e n i m p l e m e n t a t i e v a n e e n

g e n e r i e k e b e l e i d s m o n i t o r

Y . v a n R a n d e n

H . L . E . d e G r o o t

L . A . E . V u l l i n g s

(6)

4 WOt-werkdocument 252

Referaat

Randen, Y. van, H.L.E. de Groot & L.A.E. Vullings, 2011. Monitor Agenda Vitaal Platteland vastgelegd; Ontwerp en implementatie van een generieke beleidsmonitor. Wageningen, Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, WOt-werkdocument 252. 108 blz. 34 fig.; 11 tab.; 3 ref.

In april 2004 is de ‘Agenda voor een Vitaal Platteland’ (AVP) gepresenteerd als de gezamenlijke beleidsvisie van de toenmalige ministeries LNV (sinds eind 2010 opgegaan in het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I), VROM en V&W (sinds eind 2010 samengegaan in het ministerie van Infrastructuur & Milieu) om het platteland gereed te maken voor toekomstige veranderingen. De Monitor Agenda Vitaal Platteland is een ondersteunend instrument van het rijk voor de genoemde rapportages. Het zorgt voor de systematische inwinning, centrale opslag en presentatie van monitoringgegevens die nodig zijn om de effectiviteit en efficiency van het plattelandsbeleid zoals vastgelegd in AVP te kunnen evalueren. Dit document beschrijft de ontwerp en implementatie van de Monitor Agenda Vitaal Platteland. Het document is bedoeld als naslagwerk voor technici die met de monitor werken. Het doel van dit document is om de monitor AVP te documenteren, als kwaliteitsslag, maar is ook bedoeld voor buitenstaanders om na te gaan hoe het systeem in elkaar zit.

Trefwoorden: technische documentatie, beleidsmonitor, Monitor Agenda Vitaal Platteland

©2011 Alterra Wageningen UR

Postbus 47, 6700 AA Wageningen

Tel: (0317) 48 07 00; fax: (0317) 41 90 00; e-mail: info.alterra@wur.nl

De reeks WOt-werkdocumenten is een uitgave van de unit Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, onderdeel van Wageningen UR. Dit werkdocument is verkrijgbaar bij het secretariaat. Het document is ook te downloaden

via www.wotnatuurenmilieu.wur.nl.

Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, Postbus 47, 6700 AA Wageningen

Tel: (0317) 48 54 71; Fax: (0317) 41 90 00; e-mail: info.wnm@wur.nl; Internet: www.wotnatuurenmilieu.wur.nl

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.

(7)

Inhoud

Samenvatting 7

1 Inleiding 9

1.1 Aanleiding 9

1.2 Wat is de Monitor Agenda Vitaal Platteland? 9 1.3 Doelgroep Monitor Agenda Vitaal Platteland 10

1.4 Waarom monitoren 11

1.5 Organisatiestructuur 11

1.6 Technische documentatie 11

2 Introductie Monitor Agenda Vitaal Platteland 13

2.1 Algemeen 13

2.2 Modulestructuur Monitor AVP 14

2.3 Structuur gegevens 15

3 Processen binnen Monitor Agenda Vitaal Platteland 19

3.1 Invoeren van gegevens 19

3.2 Bekijken van gegevens via de Monitor AVP-website 20

3.3 Rapportages 20

4 Domeinmodel 21

4.1 Uitgangspunten 21

4.2 Partijen 21

4.3 Metadata-objecten (bestuurlijke documenten, factsheets) 23

4.4 Doelstelling 23 4.5 Indicatoren 25 4.6 Metingen 27 4.7 Waarden 27 4.8 Partijen 27 4.9 Uitzonderingen op standaard 28 4.9.1 Modelgrondprijs en UrenDLG 28

4.9.2 Realisatie ‘Reconstructie Zandgebieden’ 30 4.9.3 Realisatie ‘Synergieprojecten en Nota Groene Ruimte’ 32

4.10Aggregeren van meetwaarden 35

5 Architectuur Monitor Agenda Vitaal Platteland 41

5.1 Uitgangspunten 41

5.2 Applicaties voor het invoerproces 42

6 Database Monitor Agenda Vitaal Platteland 45

6.1 Enige handige Ids 45

6.2 Tabellen voor MAVP_Objecten 45

6.3 Bestuurlijke documenten en vastleggingen 47

6.4 Indicatoren 50 6.5 Metingen 51 6.6 Periodes 51 6.7 Partijen 52 6.8 Invoerproces 52 6.9 PL/SQL Functies 56 6.10Packages 58

(8)

6 WOt-werkdocument 252

7 Applicaties Monitor Agenda Vitaal Platteland 61

7.1 Interne configuratie website 61

7.2 Externe website 64

7.3 Invoermodule/Leesmodule <-> MAVPXMLPortal 64

7.4 MAVPXMLPortal applicatie 67

7.5 Requests voor uitzonderingen op de ‘standaard’ data 75

7.6 RCT Leesmodule 76

8 Configuraties Monitor Agenda Vitaal Platteland 77

8.1 Uitgangspunten 77

8.2 Wat te configureren 78

8.3 Configuratietabellen PEIL-format 80 8.4 Functies configuratie PEIL-format 87

8.5 Views configuratie PEIL-format 88

8.6 Configuraties voor de applicaties 88 8.7 Configuratie Reconstructie en Synergie 90

8.8 Voor PDF Creator/XLS Creator 92

8.9 Voor MAVP-website 96

8.10Uitzonderingen/probleemgevallen 98

9 Rapportages 99

10 Jaarlijkse onderhoudstaken 101

(9)

Samenvatting

In april 2004 is de ‘Agenda voor een Vitaal Platteland’ (AVP) gepresenteerd als de gezamenlijke beleidsvisie van de toenmalige ministeries LNV, VROM en V&W om het platteland gereed te maken voor toekomstige veranderingen. De agenda voor een Vitaal Platteland gaat uit van een integraal perspectief en richt zich op de economische, ecologische en sociaal-culturele aspecten van het platteland. Om de voortgang van het beleid te toetsen en de mate van realisatie van het ingezet beleid te verklaren is monitoring noodzakelijk. Uitgangspunt voor de beleidsuitvoering is het Meerjaren-programma AVP die in februari 2006 gereed is gekomen en de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG).

De Monitor Agenda Vitaal Platteland (MAVP) is een ondersteunend instrument van het rijk voor de genoemde rapportages. Het zorgt voor de systematische inwinning, centrale opslag en presentatie van monitoringgegevens die nodig zijn om de effectiviteit en efficiency van het plattelandsbeleid zoals vastgelegd in AVP te kunnen evalueren. Voor het systeem voor rapportage, verantwoording en evaluatie zijn gegevens nodig op het niveau van effecten, resultaten, prestaties en budgetten. De Monitor AVP treedt hierbij op als centrale gegevensbeheerder en heeft als taak de benodigde gegevenslogistiek te coördineren en organiseren, en te zorgen voor de centrale opslag van de gegevens (digitaal archief). Van daaruit kunnen rapportages en ook de presentatie van gegevens via een viewer of webportaal worden gegenereerd. De gegevens kunnen worden opgeroepen en bewerkt voor allerlei doeleinden, maar ze zijn bedoeld als input voor beleidsevaluaties.

Dit document beschrijft het ontwerp en de implementatie van de Monitor Agenda Vitaal Platteland. Het ontwerp is een generiek ontwerp en zou ook voor andere monitortypen ingezet kunnen worden. Het document is bedoeld als naslagwerk voor technici die met de monitor werken. Het doel van dit document is om de monitor AVP te documenteren, zodat ook voor buitenstaanders is na te gaan hoe het systeem in elkaar zit. Een betere documentatie van het systeem was een aanbeveling uit het kwaliteitsrapport (Schmidt en Vullings, 2010) en hieraan is door middel van dit werkdocument invulling gegeven.

(10)
(11)

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In april 2004 is de ‘Agenda voor een Vitaal Platteland’ (AVP) gepresenteerd als de gezamenlijke beleidsvisie van de toenmalige ministeries LNV, VROM en V&W om het platteland gereed te maken voor toekomstige veranderingen. De agenda voor een Vitaal Platteland gaat uit van een integraal perspectief en richt zich op de economische, ecologische en sociaal-culturele aspecten van het platteland. Om de voortgang van het beleid te toetsen en de mate van realisatie van het ingezet beleid te verklaren is monitoring noodzakelijk. Uitgangspunt voor de beleidsuitvoering is het Meerjaren-programma AVP welke in februari 2006 gereed is gekomen en de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG).

In het Meerjarenprogramma 2007-2013 (MJP2) zijn de doelstellingen van de Agenda Vitaal Platteland concreet uitgewerkt. Hierin zijn acht thema’s opgenomen: natuur, landbouw, recreatie, landschap, bodem, water, reconstructie van de zandgebieden en economische vitaliteit. Milieu komt binnen deze thema’s aan de orde. Voor elk thema is een algemene beleidsdoelstelling omschreven en uitgewerkt in één of meerdere operationele doelstellingen. Deze operationele doelstellingen zijn weer uitgewerkt in concrete prestaties die voor de realisatie van die doelen moeten worden verricht.

De uitvoering van de rijksdoelen wordt voor een belangrijk deel door provincies aangestuurd. Zij zijn de regisseur van de gebiedsprocessen die moeten leiden tot daadwerkelijke uitvoering van de plannen. Rijk en provincies maken afspraken over te leveren prestaties en de hoeveelheid geld die zij daarin investeren. Elke provincie sluit hiervoor een bestuursovereenkomst met het rijk voor perioden van zeven jaar. De eerste periode loopt van 2007 tot en met 2013. De rijksbijdrage komt ter beschikking via het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG).

Zoals gebruikelijk bij goede afspraken rapporteren partijen hun bevindingen. Elk jaar rapporteren de provincies daarom aan de overheid over de voortgang van de prestaties (prestatie indicatoren). Halverwege de uitvoeringsperiode, de Midterm Review (2010), rapporteren de provincies eveneens over de voortgang van de operationele doelen door middel van de resultaatindicatoren. Dat doen ze ook na zeven jaar bij de eind-verantwoording. In een beleidsevaluatie legt het rijk een verband tussen deze rapportages en de mate waarin de algemene beleidsdoelstellingen zijn gerealiseerd. Het rijk beoordeelt of de algemene beleidsdoelstelling wordt gehaald door te kijken of de gewenste maatschappelijke effecten (effect indicatoren) inderdaad optreden door de uitvoering van het beleid.

Rijk en provincies overleggen regelmatig met elkaar over de voortgang van de uitvoering en realisatie van de doelstellingen. Als de gebeurtenissen buiten daartoe aanleiding geven kan worden bekeken of de afspraken moeten worden herzien.

1.2 Wat is de Monitor Agenda Vitaal Platteland?

De Monitor Agenda Vitaal Platteland (MAVP) is een ondersteunend instrument van het rijk voor de genoemde rapportages. Het zorgt voor de systematische inwinning, centrale opslag en presentatie van monitoringgegevens die nodig zijn om de effectiviteit en efficiency van het plattelandsbeleid zoals vastgelegd in AVP te kunnen evalueren. Voor

(12)

10 WOt-werkdocument 252

het systeem voor rapportage, verantwoording en evaluatie zijn gegevens nodig op het niveau van effecten, resultaten, prestaties en budgetten. De Monitor AVP treedt hierbij op als centrale gegevensbeheerder en heeft als taak de benodigde gegevenslogistiek te coördineren en organiseren, en te zorgen voor de centrale opslag van de gegevens (digitaal archief). In het systeem zullen alleen het afgewogen resultaat van die metingen op basis van een vastgelegde meetstrategie worden opgenomen, niet de onderliggende meetgegevens. Van daaruit kunnen rapportages en ook de presentatie van gegevens via een viewer of webportaal worden gegenereerd. De gegevens kunnen worden opgeroepen en bewerkt voor allerlei doeleinden, maar ze zijn bedoeld als input voor beleidsevaluaties (Figuur 1).

Figuur 1: Relatie tussen doelstellingen en indicatoren

1.3 Doelgroep Monitor Agenda Vitaal Platteland

Primaire doelgroep voor de Monitor AVP zijn beleidsdirecties van de ministeries van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I), en Infrastructuur & Milieu (I&M) zodat zij verantwoording kunnen afleggen aan de Tweede Kamer en provincies. De centrale gegevensbasis wordt ingezet voor het opstellen van voortgangsrapportages die dienen als input voor overleg tussen rijk en provincies en als verantwoording naar de Tweede Kamer. De Monitor AVP stelt geen evaluaties op. Vanuit het rijk is dat de verantwoordelijkheid van de beleidsdirecties. Deze evaluerende rapportages zijn voor de beleidsdirecties de basis voor bijsturing beleid en programmering nieuw beleid (MJP3).

Maatschappelijke behoefte

Maatschappelijke behoefte

Beleidsinspanning

Beleidsinspanning

Algemene

beleidsdoelstelling

Algemene

beleidsdoelstelling

Operationele

beleidsdoelstelling

Operationele

beleidsdoelstelling

Prestaties

Prestaties

Effect indicator

Effect indicator

Resultaat indicator

Resultaat indicator

Prestatie indicator

Prestatie indicator

(13)

Monitoringgegevens kunnen op aanvraag na goedkeuring door directie Natuur, Landschap & Platteland (NLP) van EL&I (als bronhouder) beschikbaar worden gesteld aan derden. Ook worden de beschikbare monitoringgegevens (niet de financiële gegevens) via het webportaal Monitor Agenda Vitaal Platteland beschikbaar gesteld. Op die manier is het mogelijk om - samen met alle betrokkenen - op basis van eenduidige gegevens de discussie te voeren over de ontwikkeling van het platteland in Nederland.

1.4 Waarom monitoren

Monitoring heeft een signalerende functie: ontwikkelingen op het beleidsterrein die niet direct met de beleidsdoelstelling te maken hebben kunnen door het signaleren van effecten aanleiding zijn om ander beleid te ontwikkelen, beleid bij te sturen of te continueren. Daarnaast kan monitoring en evaluatie een essentiële bijdrage leveren aan het bevorderen van transparantie van beleid en aan de uitvoering, kennisontwikkeling, kennisverspreiding en legitimatie van het plattelandsbeleid.

Rijk en provincies willen weten of de prestaties worden geleverd en of ze ook daadwerkelijk bijdragen aan het realiseren van de doelen. Ze moeten zich steeds afvragen of de investeringen die ze doen nuttig zijn, of er ingehaakt moet worden op nieuwe ontwikkelingen en of er knelpunten moeten worden aangepakt. Over de uitvoering van het beleid wordt verantwoording afgelegd aan Provinciale Staten, de Tweede Kamer en andere volksvertegenwoordigers. Het verzamelen van gegevens over prestaties, budgetten, resultaten, effecten (m.a.w. het monitoren) en het evalueren van het gevoerde beleid is daarvoor essentieel.

1.5 Organisatiestructuur

Het beheer van de Monitor AVP wordt uitgevoerd door de Wettelijke Onderzoekstaken Natuur en Milieu (WOT N&M) van Wageningen University & Research centre (Wageningen UR). WOT N&M heeft ook een belangrijke taak gehad bij het realiseren van de Monitor AVP. Het programma Monitor Agenda Vitaal Platteland bestaat uit verschillende projecten. Jaarlijks wordt door de programmaleider een werkplan opgesteld in samenspraak met de contactpersoon bij EL&I. Afspraken over de beheertaken staan in het werkplan.

1.6 Technische documentatie

Dit document beschrijft de ontwerp en implementatie van de Monitor Agenda Vitaal Platteland. Het ontwerp is een generiek ontwerp en zou ook voor andere monitortypen ingezet kunnen worden. Het document is bedoeld als naslagwerk voor technici die met de monitor werken. Het doel van dit document is om de monitor AVP te documenteren, zodat ook voor buitenstaanders is na te gaan hoe het systeem in elkaar zit. Dit document beschrijft de monitor AVP zoals het is op 31-12-2010. Een betere documentatie van het systeem was een aanbeveling uit het kwaliteitsrapport (Schmidt en Vullings, 2010) en hieraan is door middel van dit werkdocument invulling gegeven.

(14)
(15)

2 Introductie Monitor Agenda Vitaal Platteland

2.1 Algemeen

Het centrale deel van de Monitor Agenda Vitaal Platteland bestaat uit een database. De structuur van de database bestaat uit een doelenboom en indicatoren. Elk niveau in de doelenboom heeft zijn eigen indicator. Het MJP2 bepaalt de inhoud van de doelenbomen en indicatoren. Om dit kernsysteem zijn verschillende modules gebouwd: ‘gegevens verzamelen’, ‘rapporteren’ en ‘gegevens delen’ (Figuur 2).

Figuur 2: Opzet van de Monitor Agenda Vitaal Platteland

Het kernsysteem bestaat uit een database en import- en exportmogelijkheden. De database moet alle gegevens bevatten van de drie niveaus (Tabel 1):

Niveau 1: Algemene beleidsdoelstelling

• Doelstelling;

• Effectindicator (streefwaarde, nulmeting, MTR en eindwaarde); • Factsheet;

• Bestuurlijke documenten waar eerder genoemde waarden in zijn vastgelegd.

Niveau 2: Operationele doelstelling

• Doelstelling;

• Resultaatindicator (taakstelling, nulmeting, MTR en eindwaarde); •Rollen en verantwoordelijkheden •Invoerformats en functionaliteit •Kwaliteitsborging •Rollen en verantwoordelijkheden •Invoerformats en functionaliteit •Kwaliteitsborging

•Gebruik door derden •Website

•Gebruik door derden •Website •Nulmeting •Voortgangsrapportage (jaarlijks) •Rapportage MTR (2010) •Eindrapportage (2013) •Incidentele rapportages •Nulmeting •Voortgangsrapportage (jaarlijks) •Rapportage MTR (2010) •Eindrapportage (2013) •Incidentele rapportages database

Rapporteren

Gegevens delen

Kernsysteem

Monitor-AVP

Beleids-

voor-bereiding Effecten Resultaten Prestaties Rijksacties

Gegevens verzamelen

Verantwoordelijk: NLP Beleidsdirecties Budgethouders LNV Provincies Ondersteuning van WOT

(16)

14 WOt-werkdocument 252

• Financiële overzichten (afspraak, jaarlijkse voortgangswaarden); • Factsheet (kwaliteit- en kwantiteiteisen);

• Eventuele beleidskaarten;

• Bestuurlijke documenten waar eerder genoemde waarden in zijn vastgelegd.

Niveau 3: Prestatie

• Prestaties;

• Prestatie-indicatoren (afspraak, jaarlijkse voortgangswaarden) volgens het PEIL-overzicht;

• Financiële overzichten (afspraak, jaarlijkse voortgangswaarden);

• Bestuurlijke documenten waar eerder genoemde waarden in zijn vastgelegd. Deze gegevens moeten ingevoerd en uitgeleverd kunnen worden.

Tabel 1: Vergelijking van begrippen gebruikt binnen MJP2 en EU

Begrippen MJP2 EU-termen Begrippen Monitoring

Algemene beleidsdoelstelling (maatschappelijk gebruik / behoud en ontwikkeling van waarden)

Impact (outcome) Effectindicatoren (+ streefwaarden) Operationele doelstelling

(inrichting / kwaliteit landelijk gebied)

Result Resultaatindicatoren (+ taakstelling)

Prestatie (te leveren inspanning

/ rijksactie) Output Prestatie-indicatoren Beschikbaar budget Input Besteed budget

2.2 Modulestructuur Monitor AVP

Module ‘gegevens verzamelen’

Bij de module ‘gegevens verzamelen’ gaat het om een beschrijving van rollen en verantwoordelijkheden van verschillende partijen bij het verzamelen van de input voor de Monitor AVP, het ontwikkelen van formats en functionaliteit voor de invoer van gegevens en kwaliteitsborging. Momenteel is daarvoor de invoermodule gerealiseerd. De gegevens van niveau 2 en 3 komen grotendeels van de provincies.

Hiervoor is een invoermodule ontwikkeld. Jaarlijks op 1 april moeten de provincies hun gegevens insturen via de invoermodule die overeenkomt met het PEIL-format (Excel bestand dat EL&I vaststelt in samenwerking met provincies). De gegevens komen dan in de database, maar mogen alleen zichtbaar zijn voor de betreffende provincie en het team ILG van EL&I Directie NLP. Pas als deze gegevens verstuurd zijn naar de Tweede Kamer mogen deze gegevens zichtbaar worden voor iedereen. Jaarlijks in september wordt door het team ILG van Directie NLP een nieuw PEIL-format opgeleverd waar de invoermodule dan aan aangepast moet worden.

Voor de effectindicatoren geldt dat deze alleen gemeten worden tijdens de nulmeting (2007), MTR (2010) en aan het eind (2014). Er zijn niet veel effectindicatoren en hiervoor is het niet nodig een invoermodule te maken.

Voor de resultaatindicatoren geldt dat een groot deel van de gegevens via de invoermodule van de prestatie-indicatoren kan worden vergaard, omdat het kwantitatieve deel van de resultaatindicatoren in veel gevallen overeenkomt met de prestaties (alleen dan is het een optelsom over een aantal jaar).

(17)

Module ‘rapporteren’

De module ‘rapporteren’ verzorgt de gegevensstroom voor de verschillende rapportages. Ieder jaar wordt er een rapportage ILG opgesteld voor de Tweede Kamer. De PEIL-tabellen worden automatisch gegenereerd in PDF. Het genereren van de figuren en tabellen die worden gebruikt in de reactie voor de Tweede Kamer wordt niet geautomatiseerd, omdat de voorkeur voor welke figuren en tabellen gebruikt worden afhangt van de cijfers en dus ieder jaar anders kan zijn. Dit geldt ook voor de figuren en tabellen die aangeleverd worden voor de rapportage over ‘EHS groot project’.

Module ‘gegevens delen’

De module ‘gegevens delen’ bestaat uit een ‘exportapplicatie’ die het mogelijk maakt dat derden gegevens uit de database kunnen oproepen voor eigen gebruik. De gegevens kunnen in PDF of Excel worden geëxporteerd. Daarnaast is er een website met de ‘Stand van het Platteland’. De website laat de prestatiecijfers (taakstelling, realisatie per jaar en cumulatief) en achtergrondinformatie (factsheets) zien.

2.3 Structuur gegevens

De gegevens die een rol spelen in de Agenda Vitaal Platteland moeten gestructureerd opgeslagen worden. De gegevens zijn van verschillende aard: Doelstellingen, Indicatoren en Metingen.

Doelstellingen

De doelstellingen zijn hiërarchisch georganiseerd in onderstaande rangorde: • Thema

• Algemene doelstelling • Operationele doelstelling • Prestatiedoelstelling

• (Sub)prestatiedoelstelling (etc.) Voorbeeld hiervan is:

• Thema: natuur

• Algemene doelstelling: behoud van biodiversiteit

• Operationele doelstelling: Kwaliteit van EHS (bijv in samenhang ontwikkeld) • Prestatiedoelstelling: verwerving nieuwe EHS

Indicatoren

De indicatoren zijn losse objecten en tussen indicatoren onderling bestaan geen relaties. We onderscheiden zes soorten indicatoren, maar er wordt niet voor elke indicator een aparte klasse gedefinieerd:

• Effectindicatoren • Resultaatindicatoren

• Prestatie-indicatoren (meten wat gebeurt is, in gang gezet etc)

• Financiële indicator rijk –uitputting/besteding van het budget van het rijk • Financiële indicator provincie –uitputting/besteding van het budget van de prov • Financiële indicator derden – andere financieringsbronnen

Aan een indicator ‘hangen’ meetwaarden. Welke meetwaarden dit zijn, is afhankelijk van de indicator en de periode. Bij financiële indicatoren hebben de metingen in het PEIL andere namen maar de via de volgende mapping kunnen de gegevens teruggevonden worden:

• Realisatie -> Besteed

• In uitvoering -> Juridisch vastgelegd • Cumulatief -> Cumulatief

(18)

16 WOt-werkdocument 252

• Correctie cumulatief -> Correctie cumulatief

• Streefwaarde -> Overeengekomen rijksbijdrage

Deze mapping is gedaan om het aantal metingen terug te brengen (Tabel 2+3).

Tabel 2: Metingtypen per indicator (1e sheet)

Streef Rea Inu Corr Cumu D2 D3 POP2

PrestatieIndicator J J J J J FinancieelRijk J J J J J FinancieelProv J J J

Financieelderden J J J

Tabel 3: Metingtypen synergie-indicatoren

Fasering Realisatie Streefwaarde Rijksbijdrage Totale

bijdrage

PrestatieIndicator

Synergie J J FinancieleIndicator

Synergie J J J

De uitzonderingen ModelGrond, UrenDLG, Synergieprestaties hebben elk een eigen set metingtypen. Reconstructieprojecten zijn te beschouwen als subprestaties en kennen dus dezelfde metingen als prestaties.

Bij ModelGrond onderscheiden de we de volgende metingen: • Nettoaankoopha • Totaalaankoopha • Totaalverworvenha • Verliesgebouwenha • Verschilkostenha • Volledigeschadeloosha

Bij UrenDLG onderscheiden we de volgende metingen: • Correctie_cum

• Cumulatief • Inuitvoering • Realisatie • Streefwaarde

De onderverdeling in indicatoren is gebaseerd op twee zaken: • Elke indicator kan een eigen eenheid hebben;

• De metingtypen per indicator kunnen variëren; • Elke indicator kan een eigen context hebben.

Hoewel alle indicatoren een eigen eenheid hebben, geldt dit niet voor de prestatie-indicator. Deze heeft geen eenheid (de eenheid is vastgelegd bij de prestatie). Deze iets afwijkende constructie staat ons toe te volstaan met één prestatie-indicator in plaats van een prestatie-indicator per prestatiedoelstelling (inclusief synergie ongeveer 600 indicatoren).

Metingen

Een meting is gekoppeld aan een periode, een partij (provincie), een doelstelling en een indicator. Om de historie te bewaren moet een meting een collectie meetwaarden kunnen hebben.

(19)

De meting voor de streefwaarde is gekoppeld aan de hele beleidsperiode, de andere vier (of minder) kunnen per jaar gemeten worden waarbij via het peil nog beperkingen (wel/niet invullen) in de frequentie kunnen worden vastgelegd. Hoewel cumulatief in principe af te leiden is uit de som van realisaties is toch gebleken dat in sommige gevallen de cumulatieve waarde apart ingevuld moet kunnen worden. De correctie op de cumulatieve waarde staat toe eventuele misverstanden (invoerfouten, meetfouten) uit het verleden te corrigeren.

Effectindicatoren zijn gekoppeld aan de algemene doelstellingen. Bij prestatie-doelstellingen wordt per indicator gemeten wat gerealiseerd is in het desbetreffende jaar (realisatie), wat al in gang gezet is of bestuurlijk vastgelegd is om in gang te zetten (in uitvoering), en eventueel wat de som van de realisaties van het desbetreffende jaar plus voorgaande jaren is (cumulatieve realisatie).

Voor de meeste prestaties geldt dat ze een onderdeel zijn van een operationele doelstelling, die weer een onderdeel is van een algemene doelstelling die op haar beurt weer een onderdeel is van een thema.

Naast deze standaardsituatie is er een aantal uitzonderingen: • ModelGrond

UrenDLG

Synergieprojecten

• Reconstructiezandgebieden • Resultaatindicatoren

Deze uitzonderingen zullen verderop worden toegelicht en daar zal ook worden aangeven hoe de implementatie van deze uitzonderingen gerealiseerd is.

De gegevens die ingevoerd worden, mogen nooit gewijzigd worden. Wel kan een gegeven opgevolgd worden door een nieuwe versie. Daarnaast moet van elk gegeven vastgelegd worden uit welk bestand het komt (bestuurlijke vastlegging).

Eenvoudig model

Een eenvoudig model ziet er dus als volgt uit (Figuur 3).

(20)

18 WOt-werkdocument 252

Een meting (ook streefwaardes/budgetten worden vastgelegd als meting) wordt gedaan voor een bepaalde doelstelling, een bepaalde indicator, een bepaalde periode (jaartal of beleidsperiode), een bepaalde partij (provincie/Nederland) en is van een bepaald type meting (realisatie, streefwaarde etc.). Een meting kan meerdere waardes hebben, correcties worden vastgelegd als een volgende waarde bij de meting. Hierdoor is de hele historie beschikbaar.

(21)

3 Processen binnen Monitor Agenda Vitaal Platteland

Binnen MAVP zijn drie soorten processen te onderscheiden 1. Invoeren van gegevens;

2. Bekijken van gegevens via de Monitor AVP-website; 3. Rapporteren.

De processen worden hier kort beschreven, verderop worden de processen uitgebreider beschreven.

3.1 Invoeren van gegevens

Het invoeren van gegevens op het niveau van de prestaties is anders georganiseerd dan op het niveau van de resultaten en effecten, omdat de frequentie van invoer bij prestaties hoger is (jaarlijks i.p.v. alleen 2007-2010-2014). Dit komt omdat er veel prestatie-indicatoren zijn en omdat deze aangeleverd worden door de provincies. Voor de resultaten geldt dat de kwantitatieve gegevens meestal een optelsom zijn van de prestaties over een aantal jaren en dus niet opnieuw ingevoerd hoeven te worden. Voor de effecten geldt dat dit er zo weinig zijn dat het met de hand ingevoerd wordt.

De provincies vullen jaarlijks de gegevens in (alleen realisaties, in uitvoering, correctie cumulatief, en cumulatief). Dit doen ze via de Flex-invoermodule (sinds 2010). Welke kolommen ze mogen invullen, wordt gedefinieerd in het PEIL-format en deze gegevens worden vastgelegd in de configuratietabellen (CFG*). De Flex-cliënt gebruikt MAVPXMLPortal als serverapplicatie. De communicatie tussen deze beide applicaties gaat via gedefinieerde XML-berichten.

De provincies kunnen via de Invoermodule een PDF opvragen, met een layout die zoveel mogelijk het PEIL nabootst. Wat en hoe zaken in deze PDF getoond worden wordt geconfigureerd via de CFG_PDF_* tabellen.

De ingevoerde gegevens worden vastgelegd in werkkopieën in aparte DB-tabellen met een status. Deze werkkopieën kunnen verschillende statussen hebben (Tabel 4).

Tabel 4: Werkkopieën, status en toegang

Status werkkopie Omschrijving Letter

Geen Nog niet naar Tweede Kamer gestuurd, toegankelijk

voor Provincie W

Concept Nog niet naar Tweede Kamer gestuurd, toegankelijk voor Provincie, programmateam ILG C Definitief concept Nog niet naar Tweede Kamer gestuurd, toegankelijk

voor Provincie, programmateam ILG D Vastgesteld Naar Tweede Kamer gestuurd en voor iedereen

toegankelijk V

De provincie kan op elk moment (zolang status niet vastgesteld) gegevens wijzigen. Als de handtekening van GS gescand is en ingevoerd wordt de status van de gegevens gewijzigd naar Vastgesteld.

Initieel worden de gegevens vastgelegd als werkkopieën (status=W), deze zijn alleen toegankelijk voor de desbetreffende provincies. Elke nieuwe versie wordt een nieuwe werkkopie. De gebruiker kan de status van zijn gegevens promoveren naar concept. Op dat moment zijn deze gegevens ook te bekijken door het programmateam ILG.

(22)

20 WOt-werkdocument 252

Op het moment dat de gegevens definitief worden, zijn deze nog niet beschikbaar via de standaard externe website, pas als de gegevens naar de Tweede Kamer zijn gestuurd en ze dus openbaar zijn, wordt het jaartal in de standaard MAVP-website geactiveerd. Alleen via een interne website kunnen nog wijzigingen worden aangebracht (zie ook Figuur 4).

Figuur 4: Flow diagram invoermodule

3.2 Bekijken van gegevens via de Monitor AVP-website

De website (http://mavp.cgi-systems.nl) staat een ieder toe de gegevens te bekijken. Alleen gegevens van actieve jaren (als in de tabel ‘periodes’ voor het desbetreffende gegeven wordt aangegeven dat het actief is). Dit om te voorkomen dat nog niet openbare gegevens worden getoond in de website. De website gebruikt naast de datatabellen ook de configuratietabellen uit de database om de gegevens van de juiste doelstellingen (algemeen, operationeel en prestaties) te tonen. In sommige gevallen worden in een bepaald jaar prestaties toegevoegd aan het PEIL.

3.3 Rapportages

Rapportages dienen alleen om een bestand te genereren waarmee later tabellen en/of grafieken gemaakt worden. Er zijn diverse rapportages uitgevoerd:

• EHS-Groot project-rapportage (jaarlijks); • Tweede Kamer-rapportage (jaarlijks); • MTR-rapportage (2010).

(23)

4 Domeinmodel

4.1 Uitgangspunten

Doel van MAVP is het kunnen vastleggen van waarden voor metingen met een link naar de bestuurlijke documenten waar die metingen uitkomen. (zie ook Figuur 3: Eenvoudig model Monitor AVP). We kunnen dus op hoofdniveau de volgende soorten objecten onderscheiden: • Doelstellingen • Indicatoren • Metingen • Partijen (provincies en NL) • Waarden • Documenten

In MAVP worden waarden vastgelegd. Deze waarden gelden voor een bepaalde periode, voor twee partijen, en zijn gekoppeld aan een bepaald metingtype en voor bepaalde doelstelling indicatorgroep. Een doelstelling indicatorgroep is een lijst combinaties van doelstellingen en indicatoren (Figuur 5).

Figuur 5: Basismodel Monitor AVP (teksten bij pijlen in figuur overlappen!)

Elke waarde die wordt aangeleverd (ongeacht bron) wordt vastgelegd in een apart IndicatorMetingWaarde object. Dit object is opgenomen in een lijst, waarvan een INDICATORMETING eigenaar is, waarbij elke waarde een toenemend volg nr. heeft en een datum (vastlegdatum). Deze methode stelt de database instaat de hele historie vast te leggen. De indicatormeting is gekoppeld aan een periode (jaartal of beleidsperiode 2007 - 2013), een metingtype (STREEFWAARDE etc.).

4.2 Partijen

Een indicatormeting-object is gekoppeld aan twee partijen. Een rapporterende partij en een opdrachtgevende partij; in het geval van een prestatie-indicator is de

(24)

22 WOt-werkdocument 252

rapporterende partij de provincie en de opdrachtgevende partij het Rijk. De termen informerende partij en geïnformeerde partij waren wellicht betere termen geweest. Deze twee partijen zijn initieel in het model opgenomen (Tabel 5).

Tabel 5: Partijen en periodes bij de diverse metingtypen (hier financiële indicator rijk bij prov. en derden andere metingtypen)

Er is gekozen voor een ontwerp met twee partijen zodat toekomstige uitbreidingen van MAVP met bijvoorbeeld meerdere partijen (financieringsbronnen) en/of indicatoren mogelijk is. Tijdens de implementatie echter is gebleken dat, conform het model, ook indicatoren een eigen type hebben (FinancieleIndicatorRijk, FinancieleIndicatorProvincie, FinancieleIndicator, UrenDLG, ModelGrond etc).

Doelstellingindicatorgroep

Deze groep is gemodelleerd omdat in de beginfase van het redesign (tweede helft 2008) naar voren kwam dat in sommige gevallen cijfers niet voor één combinatie van doelstelling en indicator gelden maar voor meerdere. In onderstaand voorbeeld (Figuur 6) wordt voor de overeengekomen rijksbijdrage voor de prestaties ‘Verwerving nieuwe EHS’ en ‘Verwerving nieuwe EHS lopende verplichtingen’ alleen bij de eerste prestatie ingevuld. Deze ingevulde waarde geldt voor beide prestaties, echter met de beperking dat het budget verdeeld wordt over beide prestaties. Deze verdeling doet de provincie.

Figuur 6: Doelstelling indicatorgroepen

In Figuur 6 is te zien dat gerealiseerde prestatie voor de eerste twee prestaties alleen bij de eerste mogen worden ingevuld (de scheidingslijn tussen de twee cellen voor realisatie ontbreekt). De invullende provincie doet dus de sommering. De doelstelling indicatorgroep in de database is echter alleen gekoppeld aan de eerste prestatie en diens prestatie-indicator. Dus de informatie dat dit cijfer voor twee prestaties geldt, is direct niet aanwezig in de database. Een reden hiervoor is dat het koppelen van het cijfer aan beide prestaties en hun indicatoren tot vreemde, ongewenste, resultaten zou kunnen leiden bij sommeren.

Deze groepen zijn in augustus 2010 uit het model verwijderd omdat ze alleen als 1 : 1 relaties gebruikt worden (zie ook uitleg over problematische sommaties bij n:m relaties in vorige paragraaf). Het feit dat een waarde de som van bv de realisaties voor meerdere prestaties is bij een bepaalde indicator is nu niet vastgelegd in het MAVP-model echter wel in de XLS-sheets.

Metingtype Periode Rapporterende Partij Geïnformeerde Partij

STREEFWAARDE 2007 – 2013 Nederland Provincie REALISATIE Jaartal Provincie Nederland INUITVOERING Jaartal Provincie Nederland CORRECTIE_CUM Jaartal Provincie Nederland CUMULATIEF Jaartal Provincie Nederland

(25)

4.3 Metadata-objecten (bestuurlijke documenten,

factsheets)

Bijna elk gegeven in MAVP komt uit een document. Bij elk object (ongeacht soort) wordt aangegeven uit welk document dit object komt (waar is het gedefinieerd). Daarnaast kan een object gekoppeld zijn aan een factsheet (een set name value paren), kan een object definities en toelichtingen hebben. Om dit generiek te kunnen realiseren, is de klasse MAVP Object geïntroduceerd (Figuur 7).

MAVP Object is de basis klasse waarvan alle andere klassen zijn afgeleid. Deze klasse biedt mogelijkheden voor:

• Koppelen van 0 of meer bestuurlijke vastleggingen (meerdere versies); • Koppelen van 0 of meer toelichtingen (meerdere versies);

• Koppelen van 0 of meer factsheets (==property set ) (meerdere versies); • Koppelen van 0 of meer definities.

Door alle klassen binnen MAVP af te leiden van de klasse MAVP Object zijn bovenstaande mogelijkheden dus geregeld voor elke klasse.

Bestuurlijk document

Een bestuurlijk document is een document dat aangeleverd is door een bepaalde partij. Aan het type van het document worden geen eisen gesteld.

Factsheet

Een factsheet geeft informatie over de totstandkoming van een meting, zodat de meting nogmaals geproduceerd kan worden. Dit om de metingen zo eenduidig mogelijk en traceerbaar te maken. De factsheet is het meest uitgewerkt voor de effectindicatoren. Hierin staat informatie over de meetmethode, bronmaterialen, contactpersonen (EL&I en DLO), eenheid etc.).

4.4 Doelstelling

Er is een hiërarchische onderverdeling in de doelstellingen. In deze paragraaf wordt per type doelstelling de betekenis en de link met de andere doelstellingen geschetst en worden alle type doelstellingen in een model geplaatst.

(26)

24 WOt-werkdocument 252

Thema

Hoewel een Thema geen echte doelstelling is (meer een groepering van algemene doelstellingen) wijkt een thema technisch gezien niet echt af van een doelstelling.

Algemene doelstelling

Een algemene doelstelling heeft operationele doelstellingen en effectindicatoren. Effectindicatoren zijn ‘standaard’ indicatoren met realisaties (landelijk) die gemeten worden op de drie standaard tijdstippen Nul, Midden en Eind.

Operationele doelstelling

Een operationele doelstelling is gekoppeld aan een algemene doelstelling en heeft een prestatiegroep en een resultaatgroep.

Prestatiedoelstelling

Prestatiedoelstellingen (ook wel Prestaties) zijn doelstellingen gekoppeld aan operationele doelstellingen. Prestaties zijn groepen indicatoren. De indicatoren gekoppeld aan prestaties zijn financiële (rijk, provincie en derden). De metingen voor deze indicatoren zijn gekoppeld aan een partij en een periode. Een prestatie kan een many-to-many relatie hebben met deze indicatoren.

Synergiedoelstelling

Synergiedoelstellingen zijn in het PEIL voor 2009 geïntroduceerd. Dit zijn doelstellingen op het niveau van prestatiedoelstelling, gedefinieerd per provincie en per jaar. Een synergiedoelstelling kan uit meerdere subdoelstellingen bestaan (zie Figuur 15: PEIL Format Sheet voor synergieprojecten).

Reconstructiedoelstelling

Reconstructiedoelstellingen zijn in het PEIL voor 2009 geïntroduceerd. Dit zijn doel-stellingen op prestatiedoelstellingniveau, gedefinieerd per provincie en per jaar. Reconstructiedoelstellingen zijn gekoppeld aan een prestatiedoelstelling bij operationele doelstelling Impuls Aandachtsgebieden. Deze prestatiedoelstellingen zijn :

• Terugdringen ammoniak lopende verplichtingen; • Duurzaam waterbeheer lopende verplichtingen; • Duurzame landbouw lopende verplichtingen; • Overige rijksdoelen lopende verplichtingen.

Basismodel doelstellingen

Nieuw in dit diagram is de abstracte doelstelling. Omdat doelstellingen op meerdere niveaus sub doelstellingen hebben is besloten deze functionaliteit te realiseren in de abstracte doelstelling. Modelmatig ziet dit er als volgt uit (Figuur 8).

(27)

4.5 Indicatoren

Indicatoren hebben een eenheid. Daarnaast kunnen voor elke indicator een aantal metingen worden vastgelegd. Welke dat zijn kan variëren tussen de diverse indicatortypen.

Prestatie-indicatoren

Bij een prestatie-indicator wordt gemeten wat de voortgang (en de te realiseren prestatie) is. Het feit dat indicatoren een eigen eenheid hebben, heeft ertoe geleid dat voor elke prestatie een eigen prestatie-indicator gedefinieerd is. Om het aantal indicatoren te reduceren is voor de prestatie-indicatoren gekozen om de eenheid vast te leggen bij de prestaties. Deze constructie laat toe dat het aantal prestatie-indicatoren enorm verminderd wordt.

Financiële indicatoren

Financiële indicatoren zijn er in meerdere varianten (Rijk, Provincie, Derden, PNB, Synergie). Deze zijn bewust niet als zelfstandige classes gemodelleerd. Alle financiële indicatoren hebben als eenheid k €.

Effectindicatoren

Een effectindicator is een indicator gekoppeld aan een algemene doelstelling. Een effectindicator heeft 1 of meer streefwaarden, 0 of meer in uitvoering en 0 of meer gerealiseerde waarden. Elk van deze metingen kan voor een andere periode en of een andere partij gelden. Alle metingen hebben een naam die aangeeft welke rol zij spelen.

Resultaatindicatoren

De resultaatindicatoren zijn momenteel nog niet geïmplementeerd. Resultaten zijn concrete indicatoren, gekoppeld aan operationele doelstellingen via een many-to-many relatie. Voor de rest geldt hetzelfde als bij de effectindicatoren. In 2008 is een resultaatindicator als voorbeeld uitgewerkt zoals te zien is in Figuur 10, pagina 26). Deze indicatoren zijn opgenomen in een groep om te voorkomen dat we één uitzondering krijgen. Een resultaatgroep heeft dus resultaten. Een resultaat bevat realisaties. Resultaten zijn gekoppeld aan effectindicatoren (zonder echt gekoppeld te zijn).

Basismodel indicatoren

Nieuw in het Basismodel indicatoren (Figuur 9) zijn Abstracte indicatoren, analoog aan Abstracte doelstellingen. Deze abstracte indicatoren implementeren het generieke deel dat alle Indicatoren hebben (Zie ook het Basismodel doelstellingen, Figuur 8).

(28)

Monitor Agenda Vitaal Platteland vastgelegd 26

(29)

4.6 Metingen

Zoals al eerder is aangegeven is een meting gekoppeld aan een rapporterende partij, een opdrachtgevende partij, een doelstelling (prestatie), een indicator, een periode en is van een bepaald type.

De begrippen opdrachtgevende partij en rapporterende partij kunnen verwarrend werken. Oorspronkelijk was het idee dat een meting een vorm van rapportage was (rijk informeert provincie over budget, provincie informeert rijk over voortgang, en over in gang gezette initiatieven. Bovendien speelde mee dat enige onduidelijkheid bestond over de financiële indicator derden.

De huidige structuur staat toe dat in de toekomst extra kolommen worden toegevoegd waarin bijvoorbeeld een externe partij als Staatsbosbeheer (SBB) een bijdrage levert. Een andere optie was geweest om voor elke partij een eigen indicator (financieel en/of prestatie) vast te leggen. Dat had echter meer aanpassingen in de software vereist dan de methode die nu is gevolgd.

Metingtypen

Een meting is gekoppeld aan een metingtype, bijvoorbeeld Realisatie, Taakstelling, Cumulatief. De metingtypen zijn dus afgeleid van de kolomheaders in de diverse Excel-sheets.

Meting varianten

Bij de meeste indicatoren worden simpel enkelvoudige getallen gemeten (gerapporteerd, vastgesteld etc.). In een beperkt aantal gevallen (EHS) worden per meting meerdere getallen gemeten (realisaties EHS). Elke meting levert dan per categorie per groep een getal op. Zie ook Figuur 10.

4.7 Waarden

Doel van het project is het vastleggen van de waarden. Waarden zullen nooit worden gewijzigd binnen MAVP. Nieuwe waarden zullen als aparte objecten worden toegevoegd aan de database maar op een dusdanige methode dat de hele historie beschikbaar blijft. Waarden zijn gekoppeld aan indicatormetingen en een indicatormeting kan dus meerdere waarden bevatten.

4.8 Partijen

Gegevens worden ingewonnen per provincie. Echter bij het presenteren moeten de gegevens soms gepresenteerd worden per provincie. We onderscheiden dus datapartijen en presentatiepartijen waarbij een presentatiepartij de gegevens van één of meer datapartijen toont (Figuur 11).

(30)

28 WOt-werkdocument 252

4.9 Uitzonderingen op standaard

De meeste verzamelde waarden (metingen) vallen binnen de structuren zoals die hierboven gedefinieerd zijn. Echter, er zijn een aantal gevallen die hier buiten vallen, zoals in paragraaf 2.3 al werd genoemd. Dit zijn:

• Modelgrondprijs en UrenDLG (zijn niet gekoppeld aan algemene doelstelling en thema);

• Reconstructie zandgebieden (financieel voldoet wel echter bij prestaties subprestaties);

• Synergieprojecten (andere metingen en onduidelijke subindelingen).

4.9.1 Modelgrondprijs en UrenDLG

De implementatie van de model grondprijs en de uren DLG in MAVP is eenvoudig. Beiden zijn gedefinieerd als operationele doelstelling zonder gekoppeld te zijn aan een algemene doelstelling. Deze constructie laat toe dat er vervolgens de juiste prestaties aan te koppelen zijn. Dit levert weer een ‘standaard’ datasituatie op.

Voor beide projecten zijn eigen prestaties en indicatoren gedefinieerd. Beide indicatoren hebben eigen metingtypen (Tabel 6+7).

Metingtypen Modelgrondindicator

In dit geval worden dus alle gegevens gerapporteerd door de provincie aan de rijksoverheid (zie ook Figuur 12).

Tabel 6: Metingtypen Financiële Indicatoren Modelgrond

Metingtype Periode Rapporterende

Partij Opdrachtgevende Partij

NETTOAANKOOPHA Jaartal Provincie Nederland TOTAALVERWORVENHA Jaartal Provincie Nederland VERSCHILKOSTENHA Jaartal Provincie Nederland VOLLEDIGESCHADELOOSHA Jaartal Provincie Nederland TOTAALAANKOOPHA Jaartal Provincie Nederland VERLIESGEBOUWENHA Jaartal Provincie Nederland Metingtypen UrenDLG Indicator

In dit geval worden dus alle gegevens gerapporteerd door de provincie aan de rijksoverheid (zie ook Figuur 12).

Tabel 7: Metingtypen Financiële Indicator UrenDLG

Metingtype Periode Rapporterende

Partij Opdrachtgevende partij_id

REALISATIE Jaartal Provincie Nederland INUITVOERING Jaartal Provincie Nederland CORRECTIE_CUM Jaartal Provincie Nederland CUMULATIEF Jaartal Provincie Nederland

(31)
(32)

30 WOt-werkdocument 252

4.9.2 Realisatie ‘Reconstructie Zandgebieden’

‘Reconstructie Zandgebieden’ is een uitzondering omdat deze projecten subprojecten zijn van prestaties. Daarnaast is dit geen landelijke lijst maar een provinciale lijst. Elke provincie kan dus eigen reconstructieprojecten hebben.

Elk reconstructieprojecten is gekoppeld aan een bepaalde prestatie die deel uitmaakt van ‘Impuls Aandachtgebieden’ (in 2009 nieuwe naam ‘Reconstructie Zandgebieden’). De prestatie waaronder de reconstructieprojecten hangen zijn:

• Terugdringen ammoniak lopende verplichtingen; • Duurzaam waterbeheer lopende verplichtingen; • Duurzame landbouw lopende verplichtingen; • Overige rijksdoelen lopende verplichtingen.

De financiële gegevens echter moeten worden ingevuld bij de eerste prestatie waar de reconstructieprojecten onder hangen (via de blauwe prestaties in Figuur 13). Dit blijkt ook uit het PEIL-format voor 2009 omdat bij alle prestaties de financiële velden per kolom gegroepeerd zijn tot cel. Enige uitzondering is de rijksbijdrage (streefwaarde). Omdat we bij reconstructieprojecten bij de prestaties standaard prestatie-indicator-metingen vastleggen is het niet nodig een nieuw indicatortype te maken.

Omdat de reconstructieprojecten niet meegeleverd worden in het request getdataopertionele doelstelling (naamcontrole) moet er een apart request komen dat deze gegevens wel levert. Voor het vastleggen is dit niet nodig (immers alles is een prestatiedoelstelling met een operationele doelstelling).

Implementatie reconstructieprojecten

Reconstructieprojecten zijn, in tegenstelling tot de standaardprestaties uit het PEIL-format, 100% provincie- en jaartalafhankelijk. Elk reconstructieproject komt dus maar bij één provincie voor. In het standaard PEIL-format zijn bepaalde prestaties die alleen bij één of meer provincies voorkomen; reconstructieprojecten komen slechts bij één provincie voor (zelfs al hebben ze dezelfde naam).

De reconstructieprojecten worden gedefinieerd als prestatiedoelstellingen; echter in de tabel prestatiedoelstellingen worden ze niet gekoppeld aan de operationele doelstelling ‘Impuls Aandachtgebieden’. Reden hiervoor is de MAVP-website. Deze toont in uitgebreide modus de gegevens van prestaties op basis van operationele doelstellingen. Wel komt er een aparte tabel reconstructieprojecten waarin elke reconstructieprestatie gekoppeld wordt aan een periode, partij en prestatiedoelstelling. Via de prestatie-doelstelling waar het reconstructieproject gekoppeld is aan een prestatieprestatie-doelstelling is de link te leggen met de operationele doelstelling.

Voor elk reconstructieproject worden de volgende objecten gedefinieerd: • Rij in mavp objects (levert id)

• Rij in doelstelling

• Rij in prestatiedoelstelling • Rij in reconstructiedoelstelling En:

• Rij in mavp objects (levert id)

• Rij in indicator (welk type : waarschijnlijk prestatie) • Rij in mavp objects (levert id)

• Rij in doelstelling_indicator_groepen • Rij in doelstelling_indicatoren • Rij in mavp objects (levert id)

• Rij in indicatormetingen met streefwaarde meting type • Rij in mavp objects (levert id)

• Rij voor net gedefinieerde meting met de juiste waarde Nu is het reconstructieproject klaar om gebruikt te worden.

(33)
(34)

32 WOt-werkdocument 252

In Figuur 13 zijn de blauwe regels onder prestaties de prestaties uit het PEIL. De niet blauwe regels volgend op de prestatie zijn de reconstructiedoelstellingen(projecten).

Figuur 14: Datamodel Implementatie Reconstructieprojecten

In Figuur 14 is de implementatie van reconstructieprojecten in de database weergeven. Een reconstructieproject is een bijzondere vorm van een prestatiedoelstelling, en is ook gekoppeld aan een prestatiedoelstelling. Tevens is een reconstructieproject gekoppeld aan exact één partij (provincie) en één periode (jaartal).

4.9.3 Realisatie ‘Synergieprojecten en Nota Groene Ruimte’

Synergieprojecten zijn projecten die per provincie per jaar kunnen wijzigen (dus net als reconstructieprojecten). Synergieprojecten zijn gekoppeld (parent -> child) aan of een prestatie of aan een synergieproject (zie Figuur 15: PEIL Format Sheet voor synergieprojecten). Synergieprojecten hebben een eigen indicatortype gekregen (FinancieleIndicatorSynergie id = 161400) omdat andere metingtypen gemeten worden.

De structuur is dus:

-> Operationele Doelstelling -> Prestatie

-> (Hoofd) Synergieproject -> (Sub) Synergieproject

Omdat nog enige onduidelijkheid bestond over wat in te vullen is na overleg met EL&I het volgende gekozen:

• Programma fasering -> meting

• Uitvoering prestaties -> standaard (s realisatie)

• Financiële voortgang (totale bijdrage, rijksbijdrage, realisatie) *

Dit levert dus een nieuwe indicator (SynergieIndicator) met twee nieuwe metingen op • Fasering (doordat de waarde hiervan enorm varieert per meting is besloten dat

provincies de fasering in het toelichtingen vak kunnen beschrijven; • Totale bijdrage numeriek.

(35)

Toelichting uit MAIL ---Original Message---

From: Berkel, drs. B.A.M. van (Bauke) Sent: maandag 25 januari 2010 10:48 To: Nouwens, C.H.M. (Rini); Vullings, Wies Cc: Theune, dr.ir. E.P. (Elmar)

Subject: RE: Check peil en was-wordttabel

Dan nog iets over de lijntjes (agregatieniveau) van het format synergie en NR-projecten. Vanuit provincies is wat kritiek geweest op het detailniveau. Afspraak is dat het format blijft gehandhaafd, maar volgens mij is het voldoende als de kolommen c, d, e, f, g, h worden opengesteld op projectniveau (was nl ook de bedoeling, zie de passage in de BO dat er op porjectniveau gerapporteerd wordt) en dus niet op maatregelniveau. Voorbeeld hiervan is kolom c (programmafasering).

Maatregelniveau (=prestaties) geldt alleen voor kolom e.

Voor NR-format is nog geen lijst met definities opgesteld. Hier moet eigenlijk nog even naar gekeken worden...

Let op: De kolomlabels c, d etc. refereren niet aan de kolomnamen maar aan de kolomnummers in Excel.

Tabel 8: Metingtypes bij Financiële Indicator Synergie

Metingtype Periode Rapporterende Partij Opdracht gevende

partij_id

TOTALEBIJDRAGE Jaartal Nederland Provincie RIJKSBIJDRAGE Jaartal Nederland Provincie REALISATIE Jaartal Provincie Nederland

Tabel 9: Metingtypen bij Prestatie Indicator Synergie

Metingtype Periode Rapporterende Partij Opdracht gevende

partij_id

CORRECTIE_CUM Jaartal Provincie Nederland CUMULATIEF Jaartal Provincie Nederland INUITVOERING Jaartal Provincie Nederland REALISATIE Jaartal Provincie Nederland

Hoewel alleen REALISATIE kan worden ingevuld zijn de andere metingtypen gedefinieerd om een betere aansluiting bij de rest te hebben.

Implementatie synergieprojecten

Elk Synergieproject wordt in de tabel Prestatiedoelstellingen gedefinieerd. In de tabel synergieprojecten wordt dit project gekoppeld aan of een prestatie of aan een ander synergieproject, aan een provincie en aan een periode. Via de koppeling aan een prestatiedoelstelling (of via het parent synergieproject dat gekoppeld is aan een prestatiedoelstelling) is het synergieproject gekoppeld aan een operationeledoelstelling. De projecten in de kolom synergieprojecten (de hoofdsynergieprojecten) worden aan de prestatiedoelstelling ‘Synergieprojecten water’ gekoppeld. De subsynergieprojecten worden aan een hoofdsynergieproject gekoppeld.

(36)

34 WOt-werkdocument 252

Sinds mei 2010 zitten alle hoofdsynergieprojecten in de tabel Synergieprojecten met als parent_prestatie_id=90336(== Syngerieproject zie lijst). De hoofdsynergieprojecten hebben een parent_prestatie_id, de sub synergieprojecten (de prestaties bij de hoofdsynergieprojecten) hebben een parent_synergie_id.

Vanwege tijdgebrek is de realisatie iets afwijkend uitgevoerd. De synergieprojecten zijn alleen gedefinieerd als prestaties echter zonder operationele doelstelling. Alle koppelingen tussen synergieprojecten onderling en de operationele doelstellingen worden gerealiseerd in de configuratietabellen (CFG_PRESTATIEDOELSTELLING en CFG_OPERATIONELEDOELSTELLING). De synergieprojecten zijn wel gedefinieerd in CFG_PRESTATIEDOELSTELLING echter de kolommen B en D (zie Excel sheet, Figuur 15) zijn op zelfde niveau opgenomen en via de sortering is gerealiseerd dat de volgorde correct is. Een andere oorzaak is dat de flex-invoermodule niet overweg kon met een hiërarchie.

Figuur 15: PEIL Format Sheet voor synergieprojecten

In Figuur 16 is de implementatie van synergieprojecten in de database weergeven. Een synergieproject is een bijzondere vorm van een prestatiedoelstelling, en is ook gekoppeld aan een prestatiedoelstelling of aan een ander synergieproject. Tevens is een synergieproject gekoppeld aan exact één partij (provincie) en één periode (jaartal).

(37)

Figuur 16: Datamodel implementatie Synergieprojecten

4.10 Aggregeren van meetwaarden

In een aantal gevallen moeten niet de enkelvoudige door de provincie gerapporteerde waarden getoond worden, maar moeten waarden geaggregeerd worden getoond. Een voorbeeld is de basis mode in de MAVP-website. Hierin worden bij een aantal operationele doelstelling (Realisatie EHS) vier rubrieken gedefinieerd (beheer, inrichtingen, verwerving, knelpunten) en wordt de waarde die voor een bepaalde rubriek wordt weergegeven bepaald door de waarden van een aantal prestaties te sommeren. Deze mogelijkheid is gerealiseerd door middel van de introductie van aggregaties (zie Figuur 17 + 18).

Aggregaties eerste versie

In 2008 zijn de aggregaties geïntroduceerd. Deze eerste versie van de aggregaties was gericht op het realiseren van de gewenste functionaliteit (rubrieken) van de website. In de zomer van 2009 bleek dat de gekozen oplossing ook prima te gebruiken is voor de toen gevraagde rapportages. Een aggregatie heeft een naam en bestaat uit een aantal combinaties van doelstelling en indicatoren.

Deze aggregaties zijn vastgelegd in een aantal database tabellen (nadere uitleg verderop). Deze tabellen zijn:

• GROEPSINDELINGEN • RAPPORTEN

• DOELSTELLINGAGGRETATIES • DOELSTELLINGINDAGGR_MEMBERS

Aggregaties tweede versie

In 2010 waren voor het aanmaken van de PDF en XLS ook aggregaties nodig. Echter met een aantal verschillen. In de website wordt voor elke kolom de geaggregeerde waarde op dezelfde manier berekend, terwijl in de PDF soms streefwaarde wel geaggregeerd moet worden maar realisatie niet. Daarnaast gelden niet alle aggregaties voor alle provincies. Dit komt omdat de PDF Creator alleen maar aggregaties gebruikt (voor elke prestatie is er dus een aggregatie met dezelfde naam). Dus dit vroeg om

(38)

36 WOt-werkdocument 252

configuratiemogelijkheden op meer detailniveau. Om de bestaande website en rapportagesprocessen niet te frustreren, is gekozen voor nieuwe tabellen met meer mogelijkheden. • CFG_AGGREGATIE_INDELINGEN • CFG_AGGREGATIE • CFG_AGGREGATIE_INDICATOR • CFG_AGGREGATIE_METINGTYPE • CFG_AGGREGATIE_METINGTYPE_DIG • CFG_AGGREGATIE_PROVINCIE

Aggregaties derde versie

Nieuw inzicht (juli 2010) leert dat de structuur van de PDF/XLS-rapporten in de tabel CFG_OPERATIONELEDOELSTELLING vastligt maar dat voor elke prestatie (inclusief synergie, reconstructie) configuratieinformatie moet worden opgenomen in de vier CFG_AGGREGATIE_* tabellen. Het volstaat dus om in de database vast te leggen hoe de waarde voor bijvoorbeeld ‘in uitvoering’ voor financiële indicator rijk bij een bepaalde prestatie gesommeerd moet worden. Bovendien is door de introductie van de tabel WERKKOPIEËN_WAARDEN het parsen van de XML-berichten ook niet meer nodig. Gebruik van de nieuwe MAVPGET*-functies levert op deze manier een enorme performance winst op. Tel daar bij de enorme reductie in de benodigde onderhoudstijd (weken per jaar). Het lijkt of deze tabellen exact dezelfde informatie bevatten als de CFG_* tabellen voor de invoermodule. Toch is dit niet zo (in sommige gevallen zijn volgnrs en/of kleuren anders).

Dit betekent dat alle CFG_AGGREGATIE*-tabellen dus niet nodig zijn en kunnen worden vervangen door één tabel CFG_PRESTATIE_METINGTYPE_DIG die de lay-out heeft van CFG_AGGREGATIE_METINGTYPE_DIG. Een bijkomend voordeel is dat we veel minder tijd nodig hebben om een nieuwe prestatie toe te voegen.

De aggregatietabellen voor de WEBSite en de rapportages blijven bestaan. Benodigde tabellen:

Standaard normale PEIL prestaties

Tabel Inhoud Kolommen

CFG_PDF_OPERATIONELEDOEL Operationeledoelstellingen

per jaar partij Id, volgnr, header needed, new parapraph , thema id, onderdelen

CFG_PDF_PRESTATIES Prestaties per jaar per periode per

operationeledoelstelling in de juiste volgorde

Partij_id, periode_id, prestatie_id, volgnr, kleur, operationeledoelstelling_id CFG_PDF_PRES_METING Per prestatie per periode

per indicator de metingtypen Periode_id, prestatie_id, indicator_type ind_volgnr, metingtype, meting_volgnr, kleur, lijnen

CFG_PDF_PRES_METING_DIG Per prestatie per periode per indicator per

metingtype de

doelsteling/indicatoren die gesommeerd moeten worden Periode_id, prestatie_id, indicator_type, metingtype, doelstelling_id, indicator_id

(39)

Reconstructieprojecten

De reconstructieprojecten worden in de PDF getoond na de prestaties waar zij aan gekoppeld zijn. Als een rapport per provincie wordt uitgedraaid dan werkt dat prima. Echter, als een rapport voor Nederland wordt uitgedraaid dan komt er een enorme (de totale) lijst reconstructieprojecten waarbij niet meer inzichtelijk is bij welke provincie het reconstructieproject hoort.

Reconstructieprojecten zijn te herkennen omdat ze • voorkomen in de tabel reconstructieprojecten; • geen operationele doelstelling hebben.

Het selecteren van de correcte reconstructieprojecten kan gebeuren via de tabel Reconstructieprojecten en CFG_PDF_Prestatiedoelstellingen. Als voor elke prestatie (en partij) de reconstructieprojecten worden opgehaald dan zal dat in veel gevallen een lege query leveren. Echter bij vier provincies zal een resultaat worden gevonden.

Synergieprojecten

De PDF Creator maakt voor de synergieprojecten een aparte tabel (en bij XLS een aparte sheet). Alle synergieprojecten zijn per periode per partij vastgelegd in SYNERGIEPROJECTEN. In deze tabel zijn de synergieprojecten ook gekoppeld aan elkaar of aan de prestatiedoelstelling.

Een data component kan Synergyprojecten selecteren door de tabellen Synergieprojecten te koppelen aan CFG_PDF_PRESTATIEDOELSTELLINGEN.

(40)

38 WOt-werkdocument 252

(41)
(42)
(43)

5 Architectuur Monitor Agenda Vitaal Platteland

5.1 Uitgangspunten

Als uiteindelijke architectuur is de volgende architectuur gekozen (gegroeid), zie Figuur 19.

Figuur 19 : Globale architectuur MAVP

In de architectuur van MAVP zitten de volgende componenten verwerkt.

Database

Alle gegevens worden vastgelegd in structuren in de database. De database bevat een autorisatiemechanisme wat er voor zorgt dat gebruikers alleen die gegevens zien die zij mogen zien.

Externe website

De externe website is een website die alleen bedoeld is om gegevens van de diverse provincies (en Nederland) te bekijken. Wat deze database toont, wordt geconfigureerd in de configuratietabellen.

(44)

42 WOt-werkdocument 252

Interne website

Deze is niet opgenomen in het diagram. In sommige gevallen komen in een laat stadium nog verzoeken tot wijziging binnen. Deze kunnen worden uitgevoerd via de Interne website. In tegenstelling tot de naam is deze website wel van buiten beschikbaar maar deze is beschermd via een username en password.

5.2 Applicaties voor het invoerproces

Het invoerproces gebruikt een aantal samenwerkende applicaties, die de invoer van de provincies faciliteren. Dit zijn de volgende applicaties

• Flex invoermodule; • Flex ILG leesapplicatie; • J2EE Web applicatie.

Flex is een omgeving waarmee RIA (Rich Internet Applications)-applicaties ontwikkeld kunnen worden. Deze flex-applicaties kunnen in een webbrowser runnen. Voordeel is dat er geen installatie nodig is en dat distributie van nieuwe versies eenvoudiger verloopt.

Invoermodule

De invoermodule is een flex-applicatie die samen werkt met een aantal webservices, aangeboden door MAVPXMLPortal. Provincies kunnen alleen hun eigen gegevens opvragen, bekijken en bewerken. Standaard worden alle gegevens vastgelegd als werkkopieën die NIET zichtbaar zijn in de standaard database. In de invoermodule worden gegevens op laagste niveau ingevoerd.

Programmateam ILG Leesapplicatie

Deze webapplicatie staat niet in het schema maar is een variant van de Invoermodule die het Programmateam ILG toestaat per provincie de meest recente documenten met status Concept te bekijken. Er kan dus niets gewijzigd worden.

PDF

De PDF Creator is een applicatie (web) die een PDF levert, volgens PEIL-format, met de door de provincie opgegeven cijfers. De gegevens die getoond worden in de PDF zijn niet de prestaties maar aggregaties (waarbij elke aggregatie afgeleid is van een prestatie). In sommige gevallen bestaat bv een realisatie van een prestatie uit de som van de realisaties van deze en andere prestaties.

Kleuren Wit ffffff Lichtgrijs c0c0c0 Donkergrijs 808080 Lichtgroen ffccff Lichtgeel ff9999 Lichtblauw ccffcc Paars ff99cc

Kleuren komen niet meer overeen, zijn aangepast of worden gewijzigd in Flex-applicatie.

(45)

Parameters :

Naam Type Verplicht Default

partij_id int J

periode_id Int J

synergie Char(1) N J

toelichting Char(1) N J

peil Char(1) N J

De eerste twee parameters bepalen voor welke periode en provincie de PDF gemaakt wordt. De laatste vier geven de onderdelen aan die gemaakt moeten worden. Deze parameters zijn in een later stadium toegevoegd en hebben daarom een defaultwaarde van J.

XLS

De XLS Creator is een variant van de PDF Creator die de gegevens alleen op een andere manier wegschrijft. De initiële versies van deze applicaties verschilden meer omdat uitgangspunt toen was dat de PDF Creator te allen tijde en voor alle partijen moest werken, de XLS Creator is er later aan toe gevoegd om het projectteam ILG en andere rapportage partijen in staat te stellen eenvoudiger gegevens af te leiden uit de tot op dat moment ingevoerde gegevens.

(46)
(47)

6 Database Monitor Agenda Vitaal Platteland

Aangezien elk object binnen MAVP een MAVP Object is , is de naam van elk object dus ook terug te vinden in de tabel MAVP Objecten. De id van elk object is uniek over de hele DB heen.

6.1 Enige handige Ids

Tabel 10 : Enige handige ids

Object Id

Financiele Indicator Rijk 64584

Financiele Indicator Provincie 64673

Financiele Indicator Derden 64762

FinancieleIndicatorSynergie id 161400 Financiele IndicatorPNB 64851 FinancieleIndicatorModelGrond 90344 FinancieleIndicatorUrenDLG 90304 PrestatieIndicator 300000 PrestatieIndicatorSynergie 300001 2007 141 2008 142 2009 143 etc. 2007 -2013 Periode 234 Friesland 152 Groningen 153 Drenthe 161 Overijssel 162 Flevoland 163 Gelderland 157 Utrecht 156 Noord Holland 159 Zuid Holland 160 Zeeland 155 Noord Brabant 158 Limburg 154 Nederland 164

6.2 Tabellen voor MAVP_Objecten

MAVP_Objects

Name Null? Type

--- --- --- MAVP_ID NOT NULL NUMBER

NAME VARCHAR2(128) OMSCHRIJVING VARCHAR2(2048) DEFINITIE VARCHAR2(4000) ACCESS_ID NUMBER

(48)

46 WOt-werkdocument 252

MAVP_OBJECT_TOELICHTING

Name Null? Type

--- --- --- MAVP_ID NOT NULL NUMBER

VOLGNR NOT NULL NUMBER

TOELICHTING NOT NULL VARCHAR2(4000) DATUM DATE

PARTIJ_ID NUMBER

December 2009, toevoeging periode id zodat de toelichtingen van de prestaties uit de invoermodule hier kunnen worden vastgelegd. Als de periode niet bekend is dan geldt de toelichting voor de hele projectduur.

MAVP_OBJECT_FACTSHEETS

Name Null? Type --- --- --- MAVP_ID NOT NULL NUMBER FACTSHEET_ID NOT NULL NUMBER VOLGNR NOT NULL NUMBER

Sommige mavp objecten worden gedefinieerd via factsheets. Een factsheet is niets anders dan een collectie name value paren die gebundeld zijn en daarmee als collectie een id hebben. Omdat factsheet_id uniek is, kan elke factsheet gekoppeld zijn aan maximaal 1 mavp object. Een MAVP object kan meerdere factsheets hebben waarbij volgnr bepaalt welke factsheet de meest recente is.

FACTSHEET_PROPERTIES

Name Null? Type

--- --- --- FACTSHEET_ID NOT NULL NUMBER

PROPERTY_NAME NOT NULL VARCHAR2(50) PROPERTY_VALUE NOT NULL VARCHAR2(4000) VOLGNR NUMBER

Een property bevat een name value pair en is gekoppeld aan een factsheet. De combinatie van factsheet id en name is uniek. Volgnr bepaalt de volgorde van properties binnen de factsheet.

V_FORMELE_STATUS

Deze VIEW levert informatie over de status van het document waar een waarde in is vastgelegd. De view bevat dus alleen gegevens van waarden (indicatormetingwaarden). De view dient alleen om de informatie eenvoudiger terug te kunnen vinden.

Name Null? Type

--- --- --- ID NOT NULL NUMBER

DOCUMENT_NAAM VARCHAR2(512) HASDOCUMENT VARCHAR2(5) DOCUMENT_ID NUMBER DATUM_VASTLEGGING VARCHAR2(11) PROVINCIE VARCHAR2(512) PERIODE VARCHAR2(512) METHODE VARCHAR2 NAAM VARCHAR2(1080) WAARDE VARCHAR2(4000)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

havengerelateerd' zijn tevens bedrijven toegestaan uit categorie 3 van de in Bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits het gaat om bedrijven met

Met een score van 111 punten zijn er twee andere evenementen die hoger scoren en schuift dit evenement door naar categorie 2 met een maximale subsidie van € 25.000,-.. Jazz

Al onze werkzaamheden worden verricht overeenkomstig de voorwaarden, vastgesteld door de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen (NVM).. Deze voorwaarden

ter plaatse van op de verbeelding aangegeven aanduiding 'kantoor' (Nijmegenstraat 27) zijn de gronden tevens bestemd voor een kantoor;. ter plaatse van op de verbeelding aangegeven

Huurders in La Fortezza zijn onder andere Bayer Medical Care, Flycatcher, Young Capital en Raad voor de Kinderbescherming... Metrage Circa 247 m² VVO kantoorruimte inclusief

Indien BTW niet in rekening kan worden bedrijventerrein Cornelisland is gelegen tegenover gebracht, geldt een nader te bepalen opslag op meubelboulevard Reijerwaard, direct aan

Ruime kantoorruimte voorzien van lift en pantry, Jaarlijks, voor het eerst één jaar na datum gelegen op de eerste verdieping van een huuringang, op basis van de wijziging van het

ter plaatse van op de verbeelding aangegeven aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf -3' zijn de gronden tevens bestemd voor mijnbouw in de vorm van gas- en aardolie exploratie en