• No results found

Verkenning van de nationale route naar geluk: Een cross-culturele analyse van de samenhang tussen culturele waarden en de mate van gepercipieerd geluk bij Fransen en Nederlanders

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verkenning van de nationale route naar geluk: Een cross-culturele analyse van de samenhang tussen culturele waarden en de mate van gepercipieerd geluk bij Fransen en Nederlanders"

Copied!
42
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verkenning van de nationale route naar geluk

Een cross-culturele analyse van de samenhang tussen culturele waarden en de mate van gepercipieerd geluk bij Fransen en Nederlanders

Exploration of the national route to happiness

A cross-cultural analysis of the correlation between cultural values and the degree of perceived happiness for French and Dutch respondents

Door: Julia Verhoef Studentnummer: 4306678

Opleiding: Master Communicatie en Beïnvloeding Masterscriptie: Communicatie en Beïnvloeding Eerste lezer: Marieke Hoetjes

Tweede lezer: Marianne Starren Datum: 11-08-2018

(2)

2

Samenvatting

Deze studie onderzoekt de mogelijke samenhang tussen geluk en de culturele waarden machtsafstand en onzekerheidsvermijding onder Fransen en Nederlanders. Verwacht werd dat Fransen, in lijn met eerder onderzoek, ongelukkiger zouden scoren dan Nederlanders en dat zij een grotere voorkeur voor een relatief hoge machtsafstand en onzekerheidsvermijding zouden hebben. Dit blijkt echter niet het geval. Fransen zijn in de huidige studie niet ongelukkiger dan Nederlanders en zij scoren niet significant hoger op machtsafstand of onzekerheidsvermijding.

Er blijkt wel sprake te zijn van een samenhang tussen individuele cultuurvoorkeuren en geluk. Onzekerheidsvermijding correleerde namelijk negatief met geluk. Wanneer de respondenten een relatief hoge voorkeur hadden voor onzekerheidsvermijding waren ze ongelukkiger en andersom. Er is dus deels sprake van samenhang tussen cultuur en geluk, namelijk tussen onzekerheidsvermijding en geluk. Dit resultaat beantwoordt de volgende onderzoeksvraag:

In hoeverre is er samenhang tussen culturele waarden en gepercipieerd geluk?

De mate van geluk en de voorkeuren van de respondenten betreffende de culturele waarden machtsafstand en onzekerheidsvermijding zijn getoetst aan de hand van een survey. Onder geluk werd in de huidige studie een combinatie van life satisfaction en blijdschap verstaan. Aan het onderzoek deden na opschoning van de data in totaal 125 respondenten mee, waarvan 61 Fransen en 64 Nederlanders, waarvan in beide groepen de meerderheid vrouw was. Zowel de Franse als de Nederlandse respondenten waren hoofdzakelijk hoogopgeleid en de gemiddelde leeftijd lag voor beide groepen in de twintig.

Het afwezige effect van nationaliteit op geluk en de culturele waarden machtsafstand en onzekerheidsvermijding is niet in lijn met de verwachting en roept de vraag op of geluk en cultuur nou daadwerkelijk beïnvloed worden door nationaliteit. Daarnaast suggereren de uitkomsten dat geluk en cultuur misschien verklaard zouden kunnen worden aan de hand van vergelijkbare specifieke demografische kenmerken of de aanwezigheid van een globale cultuur door globalisering.

(3)

3

1. Inleiding

Gelukkig zijn is belangrijk voor veel mensen. Toch lijkt de vraag ‘wat is geluk?’ niet gemakkelijk te beantwoorden. In de literatuur staan meerdere termen die een aspect van geluk aanduiden. Zo wordt gesproken over welzijn, tevredenheid met het leven en blijdschap (Adamson, 2013; Bradshaw, Hoelscher & Ricardson 2006; Hudson & Kühner, 2016; Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014). Aangezien meerdere termen door elkaar gebruikt worden om geluk aan te duiden, lijkt het begrip lastig te verklaren. Toch vormt het begrip ‘geluk’ een bron voor onderzoek en worden groepen vergeleken op hun mate van ervaren geluk. Zo liet eerder onderzoek (Helliwell, Layard & Sachs, 2016, 2017, 2018) zien dat inwoners uit het ene land gelukkiger waren dan inwoners uit het andere land.

Een land dat relatief hoog scoort in studies op geluk is Nederland. Al uit meerdere studies (Adamson, 2013; Bradshaw et al., 2006; Helliwell et al., 2016, 2017, 2018; Hudson & Kühner, 2016; Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014) kwamen Nederlanders als één van de gelukkigsten naar voren vergeleken met inwoners van andere Europese landen. Fransen scoren in al deze studies lager op geluk dan Nederlanders. Peter Giesen (2018), een Nederlandse journalist woonachtig in Frankrijk, merkte ook een verschil op in gepercipieerd geluk bij Fransen en Nederlanders. Hij stelt: “Frankrijk is geen vrolijk land. Het leven ziet er lichter uit dan in Nederland, maar wordt zwaarder opgenomen”. De score van Fransen op mate van geluk is opvallend te noemen en is meerdere onderzoekers (Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014) dan ook niet ontgaan. Hoe kan het nou dat er zo een dergelijk verschil zit tussen het ervaren geluk van Fransen ten opzichte van Nederlanders?

Om het verschil tussen Fransen en Nederlanders in gepercipieerd geluk te verklaren moet eerst gekeken worden naar wat geluk beïnvloedt. Uit onderzoeken komen meerdere verklaringen naar voren voor verschillen in ervaren geluk per nationaliteit. Zo werd gekeken naar het effect van het bruto binnenlandsproduct op geluk (Di Tella, MacCulloch & Oswald, 2003) en het effect van genen op geluk (Proto & Oswald, 2017). Alhoewel er enig bewijs is voor het effect van bruto binnenlands product en het effect van genen op geluk, verklaren deze elementen het verschil niet volledig het verschil in geluk tussen Fransen en Nederlanders. Zo verschillen Fransen genetisch niet veel van Nederlanders (Proto & Oswald, 2017) en worden beide landen als rijk beschouwd (Adamson, 2013).

De vraag rijst dus of er een andere verklaring gegeven kan worden voor het verschil in gepercipieerd geluk tussen Fransen en Nederlanders. Enkele studies (Hofstede, Hofstede & Minkov, 2010; Senik, 2014) suggereren dat cultuur een rol zou kunnen spelen in de mate van

(4)

4

ervaren geluk per nationaliteit. Er is echter, voor zover bekend bij de onderzoeker van de huidige studie, nog geen onderzoek gedaan dat uitsluitsel kan geven over in hoeverre geluk samenhangt met cultuur gemeten per nationaliteit. Wel is al uit onderzoek naar voren gekomen dat Fransen en Nederlanders verschilden op meerdere culturele waarden, die een onderdeel vormen van het moeilijk zichtbare aspect van cultuur (Gerritsen & Claes, 2017). De huidige studie breidt de bestaande kennis in de wetenschap over geluk uit door diens samenhang te onderzoeken met cultuur, of te wel in deze studie, culturele waarden. De samenhang tussen geluk en culturele waarden wordt onderzocht aan de hand van de volgende onderzoeksvraag:

In hoeverre is er samenhang tussen culturele waarden en gepercipieerd geluk?

De mogelijke samenhang tussen culturele waarden en geluk is niet alleen belangrijke kennis voor de wetenschap maar ook voor de maatschappij. Zoals gesteld in de eerste alinea is geluk voor veel mensen belangrijk. Inzicht in de maakbaarheid van geluk en de mogelijke samenhang van geluk en culturele waarden zal daarom voor veel mensen relevant zal zijn. Deze kennis is daarnaast ook in het kader van persuasieve communicatie van belang. Een mogelijke samenhang tussen cultuur en geluk zou namelijk erop wijzen dat geluk niet 100% maakbaar is en dat geluksgevoel bij mensen dus ook tot op maar zekere hoogte te beïnvloeden valt door communicatie.

In deze scriptie zal allereerst de definitie van het construct geluk besproken worden. Vervolgens zal dieper worden ingegaan op mogelijke verklaringen voor het verschil in geluk tussen Fransen en Nederlanders. Ten slotte wordt nader gekeken naar cultuur en specifieke cultuurverschillen tussen Fransen en Nederlanders die mogelijk geluk beïnvloeden.

1.1 Zoektocht naar geluk

Zoals reeds hierboven gesteld bestaan er meerdere termen die in studies geluk aan moeten duiden. De termen die voorbij komen zijn: welzijn (Adamson, 2013; Bradshaw et al., 2006; Proto & Oswald, 2017), tevredenheid met het leven (Adamson, 2013; Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014) en blijdschap (Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014). Tevredenheid met het leven zal vanaf dit punt in de huidige studie worden aangeduid met de Engelse term life satisfaction.

De eerste term, welzijn, werd in voorgaande studies (Adamson, 2013; Bradshaw et al., 2006; Hudson & Kühner, 2016) opgesplitst in objectief welzijn en subjectief welzijn. Objectief welzijn gaf hierbij aan wat de leefomstandigheden waren van een individu. Zaken die bij

(5)

5

objectief welzijn werden meegenomen waren de materiële situatie, huisvesting, gezondheid, onderwijs en risico’s en veiligheid. Alhoewel deze zaken best een effect zouden kunnen hebben op de mate van ervaren geluk bij Fransen en Nederlanders, is ervoor gekozen om objectief welzijn niet mee te nemen in de huidige studie. In deze scriptie ligt de interesse meer op de gevoelsmatige kant van geluk, namelijk de eigen ervaren mate van geluk. Dit werd in de eerdergenoemde studies naar geluk (Adamson, 2013; Bradshaw et al., 2006; Hudson & Kühner, 2016) ook wel beschreven als subjectief welzijn.

Subjectief welzijn werd in de in de studies van Adamson (2013), Bradshaw en collega’s (2006) en Hudson en Kühner (2016) gemeten aan de hand van de score op life satisfaction. Subjectief welzijn en life satisfaction lijken dan ook overeen te komen qua betekenis. Aangezien de constructen subjectief welzijn en life satisfaction ook met vergelijkbare schalen gemeten werden (Adamson, 2013; Bradshaw et al., 2006; Hudson & Kühner, 2016; Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014) is ervoor gekozen in de huidige studie slechts een construct te hanteren, namelijk life satisfaction.

Alhoewel de twee overgebleven termen, life satisfaction en blijdschap, gezien hun voorkomen in geluk gerelateerde studies (Adamson, 2013; Bradshaw et al., 2006; Hudson & Kühner, 2016; Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014), verbonden lijken te zijn met geluk, worden er nauwelijks definities gegeven voor de twee termen. Het uitblijven van definities voor deze termen laat zien wat eerder ook al gesteld werd: het is lastig een definitie te geven voor geluk of in dit geval de elementen van geluk. Toch kan het huidige onderzoek de lezer meer duidelijkheid bieden in de betekenis van deze constructen door in te gaan op de manier waarop deze gemeten zijn in eerder onderzoek.

Bij eerdere studies naar life satisfaction (Adamson, 2013; Bradshaw et al., 2006; Hudson & Kühner, 2016; Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014) werd via een vragenlijst een persoonlijke inschatting gemaakt wat betreft de tevredenheid op meerdere momenten in het leven, bijvoorbeeld het heden of vijf jaar in de toekomst (Adamson, 2013; Hudson & Kühner, 2016; Proto & Oswald, 2017). Onder life satisfaction wordt dan ook de mate van tevredenheid met het leven als geheel op een specifiek moment verstaan.

Het andere construct, blijdschap, werd in meerdere studies niet gedefinieerd (Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014). Om er zeker van te zijn blijdschap in de huidige studie wel op een vergelijkbare manier gemeten zou worden als in de eerdere studies (Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014) werden de vragenlijsten van deze studies bekeken. In zowel het onderzoek van Proto en Oswald als van Senik werd aan de proefpersonen gevraagd om aan te geven in hoeverre zij zichzelf als verdrietig of blij zagen. Door in de huidige studie blijdschap op een vergelijkbare

(6)

6

manier te meten wordt toch gegarandeerd dat hetzelfde onder het construct verstaan wordt als bij de studies van Proto en Oswald (2017) en Senik (2014).

Nu meer duidelijkheid geschapen is in de betekenis van de constructen life satisfaction en blijdschap, is het van belang te kijken naar wat gepercipieerd geluk in deze studie betekent. Voor het definiëren van geluk wordt de definitie van Argyle (1987, geciteerd in John & Wright, 2006, pp. 48-49) voor subjectief welzijn als basis gebruikt. Zijn definitie is: “Subjective well-being is a thoughtful appraisal of quality of life as a whole, a judgement of satisfaction with life”. Omdat er bij meerdere studies (Argyle, 1989; Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014) ook sprake is van het meten van blijdschap bij de meting van geluk, is blijdschap aan de definitie toegevoegd. Geluk is in dit onderzoek: een bedachtzame afweging van de kwaliteit van het leven op basis van de mate van tevredenheid met het leven en de ervaren mate van blijdschap.

1.2 Verschil in geluk tussen Fransen en Nederlanders

In het huidige onderzoek wordt specifiek gekeken naar het verschil in gepercipieerd geluk tussen Fransen en Nederlanders. Deze nationaliteiten zijn onderzoekswaardig aangezien Nederland standaard hoog scoort op gepercipieerd geluk per nationaliteit in Europa, terwijl Frankrijk standaard een relatief lage positie inneemt (Adamson, 2013; Bradshaw et al., 2006; Helliwell et al., 2016, 2017, 2018; Hudson & Kühner, 2016; Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014).

De plek van Frankrijk op de ranglijsten is opvallend te noemen. Twee verklaringen die in de literatuur gegeven worden voor verschillen in gepercipieerd geluk zijn genen (Proto & Oswald, 2017) en het bruto binnenlands product (bbp) (Di Tella et al., 2003). Fransen verschillen genetisch echter relatief weinig van Nederlanders (Proto & Oswald, 2017), dus is het onwaarschijnlijk dat het verschil in gepercipieerd geluk door een verschil in genen wordt veroorzaakt. Ook is het niet te verwachten dat het verschil in mate van ervaren geluk door het bbp wordt verklaard. Zowel Frankrijk als Nederland worden namelijk gezien als rijke landen (Adamson, 2013), waardoor er geen groot verschil in de gepercipieerde mate van geluk te verwachten valt.

De onderzoeker Senik (2014) verwonderde zich ook over de relatief lage mate van gepercipieerd geluk bij Fransen ten opzichte van andere Europeanen. Zij ging, aangezien de verklaring van samenhang tussen gepercipieerd geluk en bbp volgens haar ontoereikend was, op zoek naar andere mogelijke verklaringen voor dit resultaat. In haar studie mat zij de mate van blijdschap en life satisfaction bij allochtone en autochtone inwoners van zeven landen. Zij

(7)

7

stelde dat, wanneer geluk afhankelijk was van externe omstandigheden, autochtone en allochtone inwoners van een land zichzelf als even gelukkig zouden moeten beoordelen. Mocht dit niet het geval zijn, dan zou dit verschil volgens haar kunnen liggen aan culturele verschillen (Senik, 2014).

Zowel Frankrijk als Nederland werden in het onderzoek van Senik (2014) meegenomen. In lijn met eerdere studies schatten Nederlanders (wonend in Nederland) zichzelf gelukkiger in dan Fransen (wonend in Frankrijk) dit deden. Immigranten in Frankrijk waren daarentegen wel ongeveer even gelukkig als immigranten uit andere Europese landen in de studie van Senik (2014). Dit resultaat laat zien dat de mate van gepercipieerd geluk bij inwoners in Frankrijk niet afhankelijk lijkt te zijn van externe omstandigheden.

Dat geluk niet afhankelijk zou zijn van externe omstandigheden mat Senik (2014) ook op een andere manier. Zij stelde dat, wanneer er werkelijk sprake zou zijn van een verschil in gepercipieerd geluk door culturele verschillen, Franse emigranten ook ongelukkiger zouden moeten zijn dan andere Europese emigranten. Het bleek inderdaad het geval dat Fransen wonend in het buitenland significant ongelukkiger waren. Zij scoorden namelijk lager op blijdschap dan de gemiddelde score van de emigranten uit de andere zes landen in de studie van Senik (2014).

Ondanks dat de resultaten laten zien dat Fransen, onafhankelijk van waar zij woonden, ongelukkiger bleken te zijn dan de andere nationaliteiten (Senik, 2014), kan woonplaats wel een rol spelen. Zo ontdekte Senik (2014) dat immigranten die langer dan tien jaar in Frankrijk woonden lager scoorden op blijdschap dan immigranten die voor een van de andere zes landen in de studie hadden gekozen. Het zou zo kunnen zijn dat de immigranten zich door hun lange verblijf in Frankrijk aan de Franse cultuur aanpasten en deze zelfs deels overnamen. Het lijkt dus belangrijk de woonplaats mee te nemen in het onderzoek en te controleren of de respondenten in de huidige studie niet langer dan tien jaar in het buitenland gewoond hebben.

1.3 Culturele waarden

Nu beargumenteerd is dat er reden is om dieper in te gaan op de samenhang van cultuur met geluk, moet worden vastgesteld wat onder cultuur verstaan wordt. Er bestaan meerdere definities voor cultuur. Voor de huidige studie is gekozen voor de definitie van Geertz (1973, geciteerd in Gerritsen & Claes, 2017, p. 14). Hij stelde dat cultuur was als “een systeem, waarin de leden dezelfde betekenis hechten aan woorden, communicatieve handelingen, symbolen, enzovoort.”

(8)

8

Cultuur kan weer onderverdeeld worden in zichtbare aspecten en moeilijk zichtbare aspecten (Gerritsen & Claes, 2017). In de huidige studie ligt de focus op deze moeilijk waarneembare aspecten, namelijk: culturele waarden. Culturele waarden liggen ten basis aan het gedrag van leden van een bepaalde cultuur. Waarden bepalen namelijk “wat goed en niet goed is, wat mag en niet mag” (Gerritsen & Claes, 2017, p. 23).

In de huidige studie wordt gekeken naar de culturele waarden uit de cultuurstudie van Hofstede (1984, 2011). Culturele waarden worden in deze studies (Hofstede, 1984, 2011) ingedeeld in dimensies van cultuur. Omdat de analyse in de huidige studie gericht is op Fransen en Nederlanders wordt er alleen gekeken naar culturele dimensies waarop Fransen en Nederlanders relatief veel verschillen (voor de score van Frankrijk en Nederland op de culturele dimensies zie Tabel 1). Daarnaast moet er een beargumenteerbare mogelijke relatie zijn tussen de culturele dimensie en gepercipieerd geluk. De dimensies die worden meegenomen zijn machtsafstand, onzekerheidsvermijding en hedonisme.

Tabel 1. Verschillen tussen Frankrijk en Nederland op culturele dimensies (op basis van Gerritsen & Claes, 2017)

Culturele dimensie Frankrijk Nederland

Machtsafstand Hoge machtsafstand Lage machtsafstand Onzekerheidsvermijding Hoge

onzekerheidsvermijding

Kleine voorkeur voor onzekerheidsvermijding Hedonisme Tussen hedonistisch en

sober in

Hedonistisch

1.3.1 Machtsafstand

Het ene land heeft meer ongelijkheid in de samenleving dan het andere. Volgens Hofstede toont deze ongelijkheid zich aan de hand van machtsafstand (Hofstede et al., 2010). De definitie die hij gebruikt voor machtsafstand is als volgt: “the extent to which the less powerful members of

institutions and organisations within a country expect and accept that power is distributed unequally.” (Hofstede Insights, z.j.). Machtsafstand is dus de mate dat mensen het normaal

vinden dat er hiërarchie is en dat de macht ongelijk verdeeld is. Frankrijk staat erom bekend een hoge machtsafstand te hebben (Gerritsen & Claes, 2017; Hofstede et al., 2010), Nederland scoort op machtsafstand echter relatief laag (Gerritsen & Claes, 2017; Hofstede Insights, z.j.).

(9)

9

Opvallend is dat meerdere landen die relatief vaak in de top staan met hun score op gepercipieerd geluk een relatief lage machtsafstand hebben. Enkele voorbeelden zijn Denemarken, IJsland en Nederland (Helliwell et al., 2016, 2017, 2018). Deze landen hebben een score van 18 (Denemarken), 30 (IJsland) en 38 (Nederland) op 100 op machtsafstand tegenover Frankrijk met een score van 68 op 100 (Hofstede Insights, z.j.).

Dat deze ‘gelukkige’ landen relatief laag scoren op machtsafstand zou kunnen duiden op een samenhang tussen machtsafstand en geluk. Daarbij komt dat de onderzoeker Adamson (2013) in zijn studie voor Unicef sprak over een mogelijk verband tussen machtsafstand (in de ouder-kindrelatie) en life satisfaction. Hij toonde aan dat Nederlandse kinderen de minste machtsafstand ervoeren in hun relatie met hun ouders ten opzichte van kinderen uit andere welvarende veelal Europese landen. Franse kinderen ervoeren daarentegen de meeste machtsafstand in de relatie met hun ouders. De mate van ervaren machtsafstand lag redelijk in lijn met de score op life satisfaction. Nederlandse kinderen scoorden van de 29 nationaliteiten het hoogst op de mate van life satisfaction en Franse kinderen scoorden wat lager dan de meeste kinderen met een 18de plek op de ranglijst.

Alhoewel er nog geen eenduidig bewijs is dat machtsafstand invloed heeft op geluk, zijn er wel wat aanwijzingen die duiden dat machtsafstand een effect op geluk zou kunnen hebben. Om duidelijker te krijgen of er een samenhang is tussen de culturele dimensie machtsafstand en geluk, wordt dan ook de huidige studie uitgevoerd.

1.3.2 Onzekerheidsvermijding

Een andere culturele dimensie die geluk zou kunnen beïnvloeden is onzekerheidsvermijding. Onzekerheidsvermijding werd door Hofstede (1984, p.83) gedefinieerd als: “the degree to

which the members of a society feel uncomfortable with uncertainty and ambiguity”. Mensen

die deel uitmaken van een cultuur met een hoge onzekerheidsvermijding houden niet van situaties waar ze geen controle over hebben (Hofstede et al., 2010). Een hoge mate van onzekerheidsvermijding lijkt een negatief effect te hebben op de emotionele gesteldheid van individuen uit een cultuur met hoge onzekerheidsvermijding. Zo ervaren mensen uit een cultuur met een hoge onzekerheidsvermijding meer stress (Gerritsen & Claes, 2017; Hofstede et al., 2010), en komen er in landen met een hoge onzekerheidsvermijding meer ongelukkige mensen voor dan in landen met een lage onzekerheidsvermijding (Hofstede et al., 2010).

In studies van Hofstede Insights (z.j.) komt een duidelijk verschil naar voren tussen Frankrijk en Nederland op onzekerheidsvermijding. Zo scoort Frankrijk relatief hoog op

(10)

10

onzekerheidsvermijding (86 punten van de 100) en scoort Nederland gemiddeld (53 van de 100 punten). Het zou kunnen dat het verschil tussen Fransen en Nederlanders op hun gepercipieerd geluk dus samenhangt met de mate van onzekerheidsvermijding.

1.3.3 Hedonisme

Het construct hedonisme zou volgens Hofstede en collega’s (2010) een verklaring kunnen bieden voor het verschijnsel dat het ene land meer gelukkige inwoners heeft dan het andere land. Hedonisme is de mate waarin mensen het zichzelf toestaan om van het leven te genieten en zich over te geven aan impulsen (Gerritsen & Claes, 2017). Hofstede definieerde dit construct ook wel als: “the extent to which people try to control their desires and impulses,

based on the way they were raised” (Hofstede Insights, z.j.). Hedonisme zou samen gaan met

optimisme en een positieve houding tegen het leven (Gerritsen & Claes, 2017), wat dus invloed zou kunnen hebben op zowel de mate van blijdschap als de mate van life satisfaction en dus op geluk.

De Nederlandse cultuur is volgens onderzoekers (Gerritsen & Claes, 2017; Hofstede Insights, z.j.) hedonistischer dan de Franse cultuur. Daarnaast zou de combinatie van de relatief hoge score van Frankrijk op onzekerheidsvermijding in combinatie met de vrij gemiddelde score op hedonisme er, volgens Hofstede (via Hofstede Insights, z.j.), voor kunnen zorgen dat Fransen zich relatief ongelukkig voelen. Nederland heeft naast een lagere score op onzekerheidsvermijding dan Frankrijk ook een hogere score op hedonisme. Het is daarom interessant om specifiek deze twee landen en hun inwoners met elkaar te vergelijken.

1.4 Hypotheses

Er is nu vastgesteld dat Fransen en Nederlanders relatief vaak verschilden in hun mate van gepercipieerd geluk. Fransen zouden over het algemeen ongelukkiger zijn dan Nederlanders. In de huidige studie wordt dan ook een direct effect van nationaliteit op geluk verwacht, waarbij Fransen lager scoren op gepercipieerd geluk dan Nederlanders.

Ten tweede is in deze scriptie onderbouwd waarom in huidig onderzoek gekozen is voor de culturele waarden machtsafstand, onzekerheidsvermijding en hedonisme. Verwacht wordt dat Fransen in deze studie hoger scoren dan Nederlanders op machtsafstand en onzekerheidsvermijding en dat zij lager zullen scoren op hedonisme.

(11)

11

De mogelijke samenhang tussen deze de gekozen culturele waarden machtsafstand, onzekerheidsvermijding en hedonisme met geluk zal gemeten worden aan de hand van de volgende onderzoeksvraag:

(12)

12

2. Methode

2.1 Onderzoeksontwerp

Het volgende conceptuele model is opgesteld voor de huidige studie (zie Figuur 1). Er wordt een direct effect van Nationaliteit op Geluk verwacht. Nederlanders worden verwacht blijer te zijn en tevredener met het leven dan Fransen, aangezien eerdere onderzoeken dit resultaat vonden (Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014).

Fransen worden verwacht hoger te scoren op voorkeur voor Machtsafstand en Onzekerheidsvermijding ten opzichte van Nederlanders en lager te scoren op Hedonisme, wat in lijn is met de eerder gerapporteerde scores van Nederlanders en Fransen (Gerritsen & Claes, 2017).

De mogelijke samenhang tussen de culturele waarden Machtsafstand,

Onzekerheidsvermijding en Hedonisme en Geluk is ten slotte gemeten aan de hand van de volgende onderzoeksvraag:

In hoeverre is er samenhang tussen culturele waarden en gepercipieerd geluk?

Blijdschap Life satisfaction

Geluk Culturele waarden Machtsafstand Onzekerheidsvermijding Nationaliteit (FR/NL) Hedonisme

Predictor variabele Afhankelijke variabelen

Figuur 1. Conceptueel model van huidig onderzoek naar de samenhang van culturele waarden de ervaren mate van geluk bij Fransen en Nederlanders

(13)

13

2.2 Instrumentatie

2.2.1 Keuze voor individuele meetinstrumenten voor cultuur

De vragenlijst die Hofstede en Minkov (2013b) gebruiken in hun laatste cultuurstudies, meet culturele dimensies met individuele vragen en aggregeert deze score naar landelijk niveau. Deze vragenlijsten bleken echter niet betrouwbaar op individueel niveau (Blodgett, Bakir en Rose, 2008; Hofstede, 1980; Yoo, Donthu & Lenartowicz, 2011). Om de analyses in de huidige studie te kunnen uitvoeren zijn dus betrouwbare schalen nodig die op individueel niveau cultuur meten. Inmiddels hebben meerdere onderzoekers en organisaties (ITAP, z.j.; Yoo et al., 2011) geprobeerd om betrouwbare individuele schalen op te stellen voor de culturele dimensies van Hofstede.

Aangezien de studies naar culturele waarden relatief recent zijn (ITAP, z.j.; Yoo et al., 2011, informatie uit e-mailwisseling met Geert Hofstede B.V., mei 2018), bestaat er nog geen vragenlijst die alle zes de dimensies meet. De laatste en zesde dimensie van cultuur is hedonisme (Hofstede & Minkov, 2013a). Deze culturele dimensie is ook meegenomen in de huidige studie. In de huidige studie werd geen individueel meetinstrument voor dit construct ontworpen. De huidige studie gaat namelijk meer inhoudelijk op de concepten in dan op de methodologie. Omdat er dus geen beter alternatief beschikbaar is om hedonisme te meten op individueel niveau, werd de schaal van Hofstede en Minkov (2013b) toch meegenomen in de analyses. Daarnaast werd nagegaan of de betrouwbaarheid van de schalen voor machtsafstand en onzekerheidsvermijding achteruitging, wanneer deze werden gemeten met de schalen van Hofstede en Minkov (2013b) ten opzichte van de schalen van Yoo en collega’s (2011).

2.2.2 Predictorvariabele

De predictorvariabele in de huidige studie is nationaliteit. Nationaliteit werd gemeten aan het begin van de vragenlijst en aan het einde van de vragenlijst via een controlevraag. Respondenten moesten aan het begin van de vragenlijst kiezen tussen de opties ´Nederlandse nationaliteit: klik hier’ of ‘Nationalité française: cliquez ici’. Wanneer de respondent op ‘Nationalité française: cliquez ici’ klikte werd hij of zij doorgelinkt naar de Franse vragenlijst voor de Franse nationaliteit en wanneer de respondent op de optie ‘Nederlandse nationaliteit: klik hier’ klikte werd hij of zij doorgelinkt naar de Nederlandse vragenlijst voor de Nederlandse Nationaliteit. De controlevraag voor nationaliteit was: ‘wat is uw nationaliteit?’ De antwoordopties waren: Frans, Nederlands en anders namelijk. Op deze manier werden de

(14)

14

respondenten gefilterd die wel Frans- of Nederlandstalig waren, maar niet de Franse of de Nederlandse nationaliteit hadden.

2.2.3 Geluk

In deze studie wordt onder Geluk een combinatie van Life satisfaction en Blijdschap verstaan. Life satisfaction en blijdschap zijn allereerst los van elkaar gemeten en later samengevoegd. Aan het begin van de studie waren er vier items die life satisfaction maten en was er één item dat blijdschap mat. Uiteindelijk bleven er drie items over die samen Geluk maten, namelijk twee items voor life satisfaction en één voor blijdschap.

Een factoranalyse (Principle Axis Factoring) toonde aan dat er geen sprake was van twee losse constructen, namelijk Life satisfaction en Blijdschap, maar slechts van een construct, Geluk. Tijdens uitvoering van de factoranalyse werden twee items verwijderd. Een item werd voorafgaand aan de factoranalyse verwijderd vanwege te lage respons. Een tweede item werd verwijderd vanwege een lage factorlading (<.40). De drie overgebleven items werden gemeten op een elfpuntsschaal en de schaal bleek betrouwbaar met een Cronbach’s alpha van α=.86. Deze drie items vormde samen het construct Geluk. De precieze items die samen Geluk vormen worden hieronder besproken bij de kopjes Life satisfaction en Blijdschap.

2.2.3.1 Life satisfaction

Life satisfaction is een onderdeel van Geluk en werd gemeten aan de hand van vier items

waarvan er uiteindelijk twee overbleven. Drie items werden gemeten aan de hand van de

self-anchoring ladder (Kilpatrick & Cantril, 1960, zie figuur 1 in de bijlage). Respondenten

moesten bij de schaal van Kilpatrick en Cantril (1960) eerst inbeelden wat voor hen de ideale versie van hun leven zou zijn. Daarna moesten zij inbeelden wat voor hen de ergste versie van hun leven zou zijn. Vervolgens moesten zij een inschatting maken van hun positie op de ladder in het heden, vijf jaar in het verleden en vijf jaar in de toekomst.

De bijbehorende vragen waren: ‘Beeld u in dat u op een ladder staat, de onderkant van de ladder (0) representeert de slechtst mogelijke versie van uw leven en de top (10) representeert de best mogelijke versie van uw leven. Op welke trede van de ladder zou u zeggen dat u nu staat?, - Op welke trede verwacht u vijf jaar in de toekomst te staan?’, – “Op welke trede zou u zeggen dat u vijf jaar geleden stond?”. Doordat aan de respondent gevraagd werd om hun tevredenheid met het leven op drie momenten te beoordelen was er niet slechts sprake van één momentopname.

(15)

15

Het vierde item dat Life satisfaction mat was afkomstig van de onderzoekers Andrews en Whitey (geciteerd in Argyle, 1987, p. 9) en mat de mate van life satisfaction aan de hand van gezichten. Er werd aan de respondenten gevraagd om aan de hand van zeven gezichten, die emoties toonden van erg blij tot erg verdrietig, aan te geven hoe ze zich voelden over hun leven als geheel (voor uitwerking vraag zie figuur 2). Het item is uiteindelijk niet bij verdere analyses meegenomen, omdat de vraag door te weinig respondenten was ingevuld (54 respondenten van de 125).

De betrouwbaarheid van de schaal voor Life satisfaction met de overige drie items was in eerste instantie matig (α =.62). Na verwijdering van het item ‘Ladder Verleden’ was de betrouwbaarheid van de schaal goed (α=.81). Dit item is daarom weggelaten in verdere analyses. De items die van Life satisfaction in het construct worden meegenomen zijn dus ‘Ladder Heden’ en ‘Ladder Toekomst’, waarbij respondenten aan de hand van de ladder van Kilpatrick en Cantril (1960, zie figuur 1 in de bijlage) aangaven hoe tevreden ze waren met hun leven in het heden en hoe tevreden ze vijf jaar in de toekomst dachten te zijn.

2.2.3.2 Blijdschap

Het construct blijdschap werd gemeten aan de hand van de schaal van Senik (2014). Op een schaal van nul tot tien moesten respondenten aangeven hoe blij ze waren. Het cijfer nul stond in dit geval voor extreem verdrietig en het cijfer tien stond voor extreem blij. De bijbehorende vraag was: “wanneer u alles in beschouwing neemt, hoe blij zou u dan zelf zeggen dat u bent?”

Er is gekozen voor een single itemschaal voor blijdschap omdat uit onderzoek naar voren kwam dat deze schaal betrouwbaar was ten opzichte van andere schalen die blijdschap meten (Abdel-Khalek, 2006). De single itemschaal uit het onderzoek van Abdel-Khalek (2006) bleek te correleren met twee andere gebruikte schalen van in totaal 34 items.

Figuur 2. Schaal Life satisfaction (naar Andrews en Whitey, 1976, geciteerd in Argyle, 1987, p. 9)

(16)

16

Daarnaast had de single-itemschaal van Abdel Khalek (2006) een negatieve correlatie met negatieve gevoelens zoals onder andere ‘angst en pessimisme’. De schaal had een positieve correlatie met gevoelens zoals: ‘optimisme en hoop’. Naar aanleiding van dit onderzoek (Abdel-Khalek, 2006) werd de single itemschaal voor blijdschap in het huidige onderzoek dus als voldoende betrouwbaar bevonden.

Het item is dus, na uitvoering van een betrouwbaarheidsanalyse met de overgebleven twee items van Life satisfaction, opgenomen in de schaal Geluk.

2.2.4 Culturele dimensies

In deze sectie wordt besproken welke schalen gebruikt werden om de constructen Machtsafstand, Onzekerheidsvermijding en Hedonisme te meten. Aangezien Hofstede en Minkov aangeven dat de schalen ontwikkeld zijn om landen te vergelijken en niet individuen (naar aanleiding van e-mailwisseling met Geert Hofstede B.V., 2018; Hofstede & Minkov, 2013a), is er in huidig onderzoek voor gekozen om de naast de schalen van Hofstede en Minkov (2013b) ook het individuele meetinstrument van Yoo en collega’s te hanteren (2011), welke al voor individuen betrouwbaar bleek. Alle schalen zijn vanuit het Engels vertaald naar het Nederlands en vanuit het Engels naar het Frans. De door de onderzoeker vertaalde Franse schalen zijn nagekeken door twee moedertaalsprekers van het Frans. De volledige lijst van items en de bijbehorende schalen staan in de bijlage.

2.2.4.1 Machtsafstand

Machtsafstand is zowel gemeten met de schaal van Hofstede en Minkov (2013b) als aan de hand van de schaal van Yoo en collega’s (2011). Het meetinstrument van Hofstede en Minkov (2013b) bestond uit vier items op een vijfpuntsschaal. Een voorbeeld van één van de items was: ‘Een baas hebben (directe leidinggevende) die u kan respecteren.’, waarvan een was ‘Bijna niet of onbelangrijk en vijf was ‘Uiterst belangrijk’. Aangezien deze schaal niet zoals bij de studies van Hofstede en Minkov geaggregeerd werd naar een landelijke meting, moet de betrouwbaarheid van de schaal op individueel niveau gemeten worden. De schaal bleek in lijn met de verwachting een te lage betrouwbaarheid te hebben op individueel niveau (α = .18) en niet voldoende te worden na verwijdering van een of meerdere items. De schaal van Hofstede en Minkov (2013b) is wegens te lage betrouwbaarheid niet meegenomen in verdere analyses.

Ook de schaal voor Machtafstand van Yoo et al. (2011) werd geanalyseerd op betrouwbaarheid. Deze schaal bevatte vijf items die gemeten werden aan de hand van een

(17)

17

vijfpuntsschaal, waarbij een was 'Helemaal mee oneens' en vijf was 'Helemaal mee eens'. Een voorbeeld van één van de items was: ‘Mensen met een lagere hiërarchische positie horen beslissingen die genomen zijn door mensen in een hogere hiërarchische positie niet in twijfel te trekken.’ De Cronbach's alpha (α = .68) voor de individuele machtsafstand was redelijk en werd niet hoger bij verwijdering van een of meerdere items. Daarom is de schaal meegenomen in de analyses.

2.2.4.2 Onzekerheidsvermijding

Ook Onzekerheidsvermijding werd zowel gemeten met de schaal van Hofstede en Minkov (2013b) als met de schaal van Yoo en collega’s (2011). De schaal van Hofstede en Minkov (2013b) bestond oorspronkelijk uit vier items die bevraagd werden op een vijfpuntsschaal. Een voorbeeld van een item uit de onzekerheidsvermijdingschaal was: “Hoe vaak voelt u zich nerveus of gespannen?” waarvan een was ‘Nooit’ en vijf was ‘Altijd’.

In huidig onderzoek zijn echter niet alle vier de items meegenomen, maar zijn er slechts drie items meegenomen. Het volgende item is verwijderd: "Alles in beschouwing genomen, hoe zou u uw gezondheid op het moment beschrijven?". De inschatting van de eigen gezondheid kan inderdaad een teken zijn voor onzekerheidsvermijding. Zo stelden onderzoekers (Hofstede et al., 2010) dat mensen in lage onzekerheidsvermijdingculturen zich gezonder zouden voelen dan mensen in een hoge onzekerheidsvermijdingcultuur.

Toch is ervoor gekozen om dit item niet mee te nemen in het huidige onderzoek. Er wordt namelijk verder geen onderzoek gedaan naar de daadwerkelijke gezondheid van respondenten, dus het is moeilijk om in te schatten wie zijn gezondheid naar werkelijkheid inschat en wie zijn kans om ziek te worden of te zijn over- of onderschat. De betrouwbaarheid van de schaal van Hofstede en Minkov (2013b) voor onzekerheidsvermijding bleek zwak (α= -.19) en niet voldoende te worden bij verwijdering van een of meerdere items. De schaal is daarom niet in verdere analyses meegenomen.

Ook de schaal van Yoo en collega’s (2011) voor Onzekerheidsvermijding is geanalyseerd op betrouwbaarheid. In deze schaal werden vijf items op een vijfpuntsschaal gemeten, waarbij een was 'helemaal mee oneens' en vijf was 'helemaal mee eens'. Een voorbeeld van een van de items was: "Het is voor mij belangrijk om instructies tot in detail uitgewerkt te krijgen, zodat ik altijd weet wat er van mij verwacht wordt.". Uit een betrouwbaarheidsanalyse bleek dat de Cronbach's alpha adequaat was en niet hoger werd na verwijdering van een of meer items (α = .75). De schaal is dus meegenomen in verdere analyses.

(18)

18

2.2.4.3 Hedonisme

Voor Hedonisme was er slechts één schaal beschikbaar. Aangezien Hedonisme het laatste toegevoegde item is aan de schalen van Hofstede en Minkov (2013a), werd dit item nog niet eerder meegenomen in studies naar alternatieve individuele meetinstrumenten voor de dimensies van Hofstede (naar aanleiding van een e-mailwisseling met Geert Hofstede B.V., 2018). Vanwege gebrek aan een alternatief is er in de huidige studie dus slechts gebruik gemaakt van de schaal van Hofstede en Minkov (2013b).

De schaal voor Hedonisme (Hofstede en Minkov, 2013b) bevatte vier items die gemeten werden op een vijf-puntsschaal. Een voorbeeld van een van de items was: "Tijd overhebben voor plezier." Bij dit item stond 1 voor 'Bijna niet of onbelangrijk' en stond 5 voor 'Uiterst belangrijk'. De schaal bleek niet betrouwbaar als individueel meetinstrument vanwege een te lage Cronbach’s alpha, α = -.10. De betrouwbaarheid werd daarnaast niet voldoende bij verwijdering van een of meerdere items. De schaal is dus niet meegenomen in verdere analyses.

2.3 Respondenten

In totaal hebben er 81 Nederlanders en 88 Fransen meegedaan aan het onderzoek. Bij dertig enquêtes was er sprake van non-respons. Deze niet, of onvolledig ingevulde enquêtes werden verwijderd. Daarnaast werden twaalf enquêtes verwijderd omdat de respondenten langer dan tien jaar in het buitenland hadden gewoon. Een verblijf van langer dan tien jaar in het buitenland zou, volgens de resultaten van het onderzoek van Senik (2014), invloed hebben op de gerapporteerde mate van gepercipieerd geluk.

Aangezien nog niet duidelijk is in welke mate culturele waarden samenhangen met gepercipieerd geluk, moest worden voorkomen dat er een verschil in gerapporteerd geluk optreedt door een lang verblijf in het buitenland. Antwoorden van respondenten die langer dan tien jaar in het buitenland gewoond hadden werden dus verwijderd. Ten slotte werd één enquête verwijderd vanwege de nationaliteit. Deze respondent was Belgisch en niet Nederlands of Frans. Dubbele nationaliteiten werden alleen in het onderzoek opgenomen mits ze niet langer dan tien jaar buiten Frankrijk of Nederland hadden gewoond. Drie respondenten hadden een dubbele nationaliteit.

Na opschoning van het databestand bleven er 125 respondenten over, waaronder 61 Fransen en 64 Nederlanders. Het onderzoek werd in totaal door 85 vrouwen en door 40 mannen ingevuld. Ondanks de overrepresentatie van vrouwen, was het percentage vrouwen en mannen

(19)

19

over de twee nationaliteiten wel ongeveer gelijk verdeeld (Franse nationaliteit= 67.21% vrouw, Nederlandse nationaliteit= 68.75% vrouw), (χ2(1) =.03, p=.854).

Eerdere studies (Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014) gaven geen aanleiding om leeftijd mee te nemen in de huidige studie. In de huidige studie is dan ook niet gekozen voor een leeftijdsbegrenzing. Na uitvoering van een t-toets van nationaliteit op leeftijd bleek er een significant verschil te zijn tussen de groepen Fransen en Nederlanders en hun leeftijd. Vanwege een schending van de assumptie van gelijke variantie (door een significante Levene’s Test), worden aangepaste waarden gerapporteerd (t (107.22) = 2.57, p = .012). Franse respondenten bleken gemiddeld ouder (M = 26.11, SD = 7.03) dan de Nederlandse respondenten (M = 23.31,

SD = 4.95). Alhoewel de groepen significant verschilden op leeftijd, was het verschil relatief

klein. Het wordt dus niet verwacht dat leeftijd een grote rol speelt op de resultaten van de afhankelijke variabelen.

Opleidingsniveau is lastig in Frankrijk en Nederland gelijk te stellen. Zo bestaat er in Frankrijk geen verschil tussen HBO en WO-niveau en is de middelbare school onderverdeeld in een Collège (vier jaar) en Lycée (drie jaar) (Nuffic, 2016). Daarnaast wordt het toegekende niveau van de opleiding in Frankrijk bepaald door de kwaliteit van het onderwijs op de betreffende universiteit (Nuffic, 2016). Omdat het opleidingsniveau moeilijk eenduidig gelijk te stellen valt, volgt een beschrijving van het opleidingsniveau onder de respondenten van de huidige studie.

Onder de Nederlandse respondenten was 92 % hoger opgeleid (HBO, WO) ten opzichte van 95 % van de Franse respondenten (Bac+2, Bac+3, Bac+4, Bac+5). Onder de Nederlandse respondenten gaf 3% aan dat hun huidige of hoogst behaalde opleidingsniveau Havo was en gaf 5 % aan dat hun huidige of hoogst behaalde opleidingsniveau Vwo was. Onder de Franse respondenten gaf 3% aan dat hun hoogst behaalde diploma het Baccaulauréat was, een diploma

ongeveer vergelijkbaar met een vwo-diploma (Ambassade de France à La Haye, 2017; Nuffic, 2016). Ten slotte gaf 2% aan een ‘Brevet d’enseignement professionnel’ of een ‘Certificat d’aptitude professionnelle’ te bezitten, een diploma vergelijkbaar met mbo-niveau (Ambassade de France à La Haye, 2017).

2.4 Procedure

De survey werd elektronisch afgenomen via Qualtrics van 30 mei tot en met 11 juni 2018. De respondenten werden door middel van e-mail, WhatsApp, Facebook en LinkedIn benaderd. De respondenten werden, afhankelijk van hun nationaliteit, doorverwezen naar de Franse of de

(20)

20

Nederlandse versie van de vragenlijst. Aan het begin van de survey werden de respondenten geïnformeerd dat hun deelname anoniem was en dat hun gegevens niet aan derden zouden worden verstrekt. Daarnaast werd benadrukt dat hun deelname vrijwillig was en dat er geen foute of goede antwoorden waren. De respondenten werden vooraf en achteraf bedankt voor hun deelname. Deelnemers die op de hoogte gehouden wouden worden van de resultaten van het onderzoek konden op vrijwillige basis hun e-mailadres achterlaten. Dit e-mailadres werd in SPSS losgekoppeld van de gegeven antwoorden.

2.5 Statistische toetsing

Voor de analyses is gebruik gemaakt van Statistical Package for Social Sciences (SPSS). Er zijn meerdere t-toetsen uitgevoerd. Zo werden drie t-toetsen uitgevoerd, één met Nationaliteit op Geluk en twee met Nationaliteit op de culturele waarden Machtsafstand en

Onzekerheidsvermijding. Daarnaast werd de samenhang tussen de culturele waarden

Machtsafstand en Onzekerheidsvermijding met Geluk getest door middel van een correlatie. Ten slotte werd gebruikt gemaakt van een regressieanalyse met de variabelen leeftijd,

geslacht, Nationaliteit, Machtsafstand en Onzekerheidsvermijding op Geluk om de gevonden samenhang tussen Onzekerheidsvermijding en Geluk te interpreteren.

(21)

21

3. Resultaten

3.1 De invloed van Nationaliteit op de mate van Geluk

Uit een t-toets van Nationaliteit op mate van Geluk bleek er geen significant verschil te zijn tussen respondenten met de Franse en de Nederlandse nationaliteit (t (123) = .31, p = .76) wat betreft de mate van Geluk. De gemiddeldes en standaardafwijkingen van de mate van Geluk in functie van Nationaliteit staan in Tabel 2.

Tabel 2. De gemiddeldes en standaardafwijkingen (tussen haakjes) van de mate van

gepercipieerd geluk in functie van nationaliteit (Frans of Nederlands). Geluk is gemeten op een elfpuntsschaal, waarbij nul de laagste score was en tien de hoogste.

3.2 De invloed van Nationaliteit op Machtsafstand en

Onzekerheidsvermijding

Twee t-toetsen werden uitgevoerd op Nationaliteit en Machtsafstand en Onzekerheidsvermijding. Uit de t-toets van Nationaliteit op Machtsafstand bleek geen significant effect (t (123) = 1.42, p =.159). Er was dus geen significant verschil tussen Fransen en Nederlanders op hun score op machtsafstand. Ook de t-toets van Nationaliteit op Onzekerheidsvermijding bleek geen significant effect te hebben (t (123) = 1.95, p= .054). Er was dus ook geen sprake van een significant verschil in de score van Onzekerheidsvermijding tussen Fransen en Nederlanders. De gemiddeldes en de standaardafwijkingen van de culturele waardes (machtsafstand en onzekerheidsvermijding) staan in Tabel 3.

Nationaliteit

Frans

n = 61

Nederlands

n = 64

Mate van gepercipieerd Geluk

(22)

22

Tabel 3. De gemiddeldes en standaardafwijkingen (tussen haakjes) van Machtsafstand en Onzekerheidsvermijding in functie van nationaliteit (Frans of Nederlands). Zowel

Machtsafstand als Onzekerheidsvermijding zijn gemeten op een vijfpunts-Likertschaal, waarvan een de laagste score was en vijf de hoogste.

3.3 Samenhang tussen culturele waarden en gepercipieerd geluk

Er zijn twee correlaties uitgevoerd. Een voor Machtafstand en Geluk en een andere voor Onzekerheidsvermijding en Geluk. Uit een correlatie voor Machtsafstand en Geluk kwam geen significant verband naar voren (r (125) = -.14, p = .112). De tweede correlatie, voor Onzekerheidsvermijding en Geluk, toonde wel een significant negatief verband aan (r (125) = -.18, p = .044). Wanneer de respondenten hoger scoorden op Onzekerheidsvermijding, scoorden zij lager op Geluk en andersom.

Om de samenhang tussen Onzekerheidsvermijding en Geluk te interpreteren in een multiple regressieanalyse uitgevoerd. Aan de hand van deze analyse werd onderzocht in hoeverre de culturele waarden Onzekerheidsvermijding en Machtsafstand voorspellers waren voor Geluk. Hieruit bleek dat de ingebrachte variabelen Nationaliteit, Leeftijd, Geslacht, Machtsafstand en Onzekerheidsvermijding niet significant de mate van Geluk verklaarden (F (5, 119) = 1.64, p = .154).

Nationaliteit (β = -.07, p =.458), Leeftijd (β = -.12, p = .212), Geslacht (β = .01, p =.95) en Machtsafstand (β = -.12, p = .204) en onzekerheidsvermijding (β = -.17, p = .063) bleken geen significante voorspellers voor Geluk. In Tabel 4 vallen de resultaten van de regressieanalyse af te lezen. Nationaliteit Frans n = 61 Nederlands n = 64 Machtsafstand 1.73 (.51) 1.85 (.48) Onzekerheidsvermijding 3.68 (.60) 3.46 (.64)

(23)

23

Tabel 4. Regressieanalyse voor Nationaliteit, Leeftijd, Geslacht, Machtsafstand en Onzekerheidsvermijding als voorspellers van Geluk (N = 125)

Variabele B SE B Β Intercept 11.22 1.18 Nationaliteit -.20 .26 -.07 Leeftijd -.03 .02 -.12 Geslacht .02 .27 .01 Machtsafstand -.33 .26 -.12 Onzekerheidsvermijding -.39 .21 -.17 R2 .3 F 1.64 * p < .050

(24)

24

4. Conclusie

In de huidige studie werd verwacht dat Fransen ongelukkiger zouden zijn dan Nederlanders. Dit bleek echter niet het geval. Zowel de Fransen als de Nederlanders bleken relatief gelukkig en de ene nationaliteit bleek niet ongelukkiger dan de andere. Dit resultaat was niet in lijn met eerdere studies naar geluk tussen Fransen en Nederlanders (Adamson, 2013; Bradshaw et al., 2006; Helliwell et al., 2016, 2017, 2018; Hudson & Kühner, 2016; Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014). Dat Fransen en Nederlanders in de huidige studie even gelukkig waren zou de resultaten van de huidige studie kunnen hebben beïnvloed. De huidige studie onderzocht namelijk samenhang tussen cultuur en geluk. Het zou zo kunnen zijn dat, omdat de ene groep niet gelukkiger dan de andere bleek, er ook minder verschillen in culturele waarden naar voren kwamen tussen de Fransen en Nederlanders.

De samenhang tussen cultuur en geluk werd in de huidige studie onderzocht omdat nog onduidelijk was waarom Fransen in eerdere studies (Helliwell et al., 2016, 2017, 2018; Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014) ongelukkiger waren dan Nederlanders. Senik (2014) opperde dat Fransen misschien ongelukkiger waren dan andere Europeanen door hun cultuur. Om haar bewering te toetsen is in de huidige studie de samenhang van cultuur met geluk onderzocht. Er werden drie culturele waarden gekozen waarin Fransen en Nederlanders verschilden qua voorkeur namelijk machtsafstand, onzekerheidsvermijding en hedonisme (Gerritsen & Claes, 2017).

De culturele waarde machtsafstand meet de voorkeur van inwoners van een land voor een hiërarchisch ongelijk verdeelde samenleving (Hofstede Insights, z.j.). Fransen zouden een ongelijk verdeelde hiërarchische samenleving als normaler opvatten dan Nederlanders (Gerritsen & Claes, 2017). Naast een voorkeur voor machtsafstand, hebben Fransen een voorkeur voor onzekerheidsvermijding ten opzichte van Nederlanders. Fransen zouden meer moeite hebben met situaties waar ze geen controle over hebben dan Nederlanders (Gerritsen & Claes, 2017; Hofstede et al., 2010). Ten slotte zouden Nederlanders het zichzelf meer toestaan om van het leven te genieten en zich over te geven aan impulsen dan Fransen (Gerritsen & Claes, 2017), wat een grotere voorkeur voor hedonisme suggereert.

Tegenstrijdig met eerdere studies (Hofstede, 1984, 2011) leken de Franse en Nederlandse respondenten in de huidige studie op elkaar wat betreft hun gerapporteerde voorkeuren voor machtsafstand en onzekerheidsvermijding. Beide nationaliteiten hadden een voorkeur voor een relatief lage machtsafstand en een relatief hoge onzekerheidsvermijding. Voor hedonisme vallen er geen conclusies te trekken wat betreft de invloed van nationaliteit op het construct,

(25)

25

aangezien deze culturele waarde vanwege te lage betrouwbaarheid van het meetinstrument niet meegenomen is in de analyses.

Omdat de Franse en de Nederlandse respondenten niet significant verschilden in de mate van gerapporteerde Machtsafstand en Onzekerheidsvermijding, is er ook gekeken naar de samenhang van de culturele waarden Machtsafstand en Onzekerheidsvermijding met Geluk los van nationaliteit. Deze analyses moesten antwoord geven op de volgende onderzoeksvraag:

In hoeverre is er samenhang tussen culturele waarden en gepercipieerd geluk?

Machtsafstand en Geluk bleken in deze studie niet met elkaar te correleren. Wel werd er een negatieve associatie gevonden tussen Onzekerheidsvermijding en Geluk. Er is dus deels sprake van samenhang tussen culturele waarden en geluk. Wanneer de respondenten een hoge voorkeur voor onzekerheidsvermijding hadden waren zij minder gelukkig en andersom. Machtsafstand en Onzekerheidsvermijding bleken ten slotte beide geen voorspellers voor Geluk.

(26)

26

5. Discussie

5.1 Verklaringen voor het ontbreken van een effect van Nationaliteit

Voorafgaand aan de huidige studie werd verwacht dat Fransen ongelukkiger zouden zijn dan Nederlanders. Daarnaast werd er een verschil verwacht tussen Fransen en Nederlanders in hun gerapporteerde voorkeur voor machtsafstand en onzekerheidsvermijding. Deze verwachtingen liggen namelijk in lijn met eerder onderzoek (Adamson, 2013; Bradshaw et al., 2006; Gerritsen & Claes, 2017; Helliwell et al., 2018; Hudson & Kühner, 2016; Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014). De huidige studie wijkt af van deze verwachtingen, aangezien Fransen niet ongelukkiger bleken dan Nederlanders en beide groepen vergelijkbare voorkeuren voor machtsafstand en onzekerheidsvermijding hadden. Er zijn meerdere verklaringen te bedenken voor de afwezigheid van deze effecten in de huidige studie.

Een eerste verklaring, die zowel ten grondslag kan liggen aan het afwezige effect van Nationaliteit op Machtsafstand en op Onzekerheidsvermijding als op Geluk, is globalisering. Onder globalisering wordt “a social process in which the constraints of geography on social

and cultural arrangements recede and in which people become increasingly aware that they are receding” verstaan (Giddens, 1995, geciteerd in Rantanen, 2005, p.7).

Globalisering zou, mede door toegang tot media, samengaan met een vermindering van ruimtelijk besef (Baniyassen, 2017; Baron, 2010). Doordat individuen op elk moment en op elk tijdstip bereikbaar kunnen zijn verdwijnt het gevoel van afstand tussen hen. Ze leven hun leven samen, ondanks dat ze gescheiden zijn (Baniyassen, 2017; Baron, 2010). De onderzoekers Bird en Stevens (2003) gaan nog een stap verder en stellen dat er door globalisering zelfs sprake is van een opkomende ‘globale cultuur’. In deze globale cultuur delen mensen vergelijkbare normen en waarden, attitudes, taal en gedrag, ondanks dat ze mogelijk geen moedertaal, woonplek of religie delen. Mogelijk heeft deze globale cultuur invloed op hoe gelukkig individuen zich voelen en wat hun voorkeuren in machtsafstand en onzekerheidsvermijding zijn.

Eén van de kenmerken die Bird en Stevens noemen als typerend voor leden van een globale cultuur is een hoog opleidingsniveau. In de huidige studie kwam het relatief hoge opleidingsniveau duidelijk naar voren onder de respondenten. Mogelijk is er ook bij de respondenten van de huidige studie sprake van een globale cultuur die de kijk op machtsafstand, onzekerheidsvermijding en geluk beïnvloedt.

(27)

27

Naast een globale cultuur, zou een verklaring kunnen liggen in de demografische kenmerken van de respondenten. De Fransen en Nederlanders leken in de huidige studie op elkaar qua geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Mogelijk zijn specifiek hoogopgeleide vrouwen van in de twintig relatief gelukkig en hebben zij vergelijkbare overtuigingen wat betreft de ideale mate van machtsafstand en onzekerheidsvermijding.

De op elkaar lijkende demografische kenmerken van de respondenten worden waarschijnlijk veroorzaakt door de manier waarop de respondenten geworven zijn. De respondenten zijn namelijk verzameld via de sneeuwbalmethode. Dit wil zeggen dat de onderzoeker de enquête via haar netwerk heeft verspreid. Aan elke respondent werd gevraagd de enquête te delen met hun vrienden en kennissen. Eén van de mogelijke nadelen aan op deze manier respondenten werven is dat er kans bestaat dat de respondenten op elkaar lijken qua demografische kenmerken (Treadwell, 2017). Dit is in de huidige studie ook het geval.

Dat kenmerken zoals opleidingsniveau invloed zou kunnen hebben op geluk valt ook te zien in eerdere studies naar geluk (Adamson, 2013; Bradshaw et al., 2006; Hudson & Kühner, 2016). Hier werd naast gepercipieerd geluk ook materieel geluk meegenomen, oftewel objectief welzijn. Eén van de zaken waarop objectief welzijn in deze studies onderzocht werd was onderwijs. Het zou zo kunnen zijn dat hoogopgeleide mensen gelukkiger zijn dan lager opgeleiden. In vervolgonderzoek is een grotere spreiding qua opleidingsniveau nodig bij de respondenten om een effect van opleidingsniveau op gepercipieerd geluk te vermijden.

Een laatste verklaring voor de afwezige effecten van nationaliteit op ervaren geluk en machtsafstand en onzekerheidsvermijding zou ten slotte de omvang van de steekproef kunnen zijn. Er is meer kans om significante resultaten te vinden met een groter aantal respondenten dan de 125 in de huidige studie. Wel moet daarbij vermeld worden dat, aangezien de gemiddelde scores van Fransen en Nederlanders in deze studie op Machtsafstand en Geluk relatief weinig verschillen, een significant effect bij een grotere steekproef misschien van slechts beperkt belang is. Op onzekerheidsvermijding verschillen de groepen gemiddeld iets meer dan bij machtsafstand en geluk. Mogelijk komt hier bij een grotere doelgroep nog wel een significant effect van betekenis naar voren.

5.2 Samenhang van cultuur en geluk

Zoals al eerder gesteld lijken de Franse en Nederlandse respondenten op elkaar qua gerapporteerde voorkeuren voor culturele waarden en hun ervaren geluk. Los van nationaliteit zouden individuele voorkeuren voor een bepaalde mate van onzekerheidsvermijding of

(28)

28

machtsafstand wel kunnen samenhangen met gepercipieerd geluk. De verwachting was dat de ‘Franse’ voorkeuren voor een hoge onzekerheidsvermijding en een hoge machtsafstand samen zouden hangen met een lagere mate van gepercipieerd geluk. Dit blijkt inderdaad het geval voor onzekerheidsvermijding. Bij een hoge mate van onzekerheidsvermijding voelt de respondent zich minder gelukkig en andersom. Voor machtsafstand is er geen associatie gevonden met geluk.

Uit de literatuur bleek er aanleiding te zijn om een samenhang tussen onzekerheidsvermijding en geluk te verwachten. Zo kwam naar voren dat onzekerheidsvermijding samen zou gaan met gevoelens van stress (Claes & Gerritsen, 2017, Hofstede et al., 2010) en zouden landen met een relatief hoge onzekerheidsvermijding meer ongelukkige mensen huisvesten (Hofstede et al., 2010). De verwachting van een samenhang tussen onzekerheidsvermijding en geluk wordt met de huidige studie inderdaad bevestigd. Mogelijk zijn er naast onzekerheidsvermijding nog meer culturele waarden die samenhangen met gepercipieerd geluk. Vervolgonderzoek zou de samenhang van andere culturele waarden met geluk kunnen onderzoeken.

Om de samenhang tussen onzekerheidsvermijding en geluk beter te kunnen interpreteren is nagegaan of onzekerheidsvermijding ook een voorspeller was van geluk. Dit bleek niet het geval. Er kan dus niet gesteld worden dat geluk deels verklaard kan worden aan de hand van onzekerheidsvermijding. Ook machtsafstand bleek geen voorspeller te zijn voor geluk. Er kan aan de hand van de resultaten van de huidige studie alleen gesproken worden van een samenhang tussen onzekerheidsvermijding en geluk.

5.3 Beperkingen

Tijdens de huidige studie kwamen er enkele beperkingen aan het licht die belangrijk zijn voor de interpretatie van de resultaten. Allereerst konden niet alle gekozen culturele waarden worden onderzocht door gebrek aan een betrouwbaar individueel meetinstrument voor Hedonisme. Het meetinstrument voor Hedonisme van Hofstede en Minkov (2013b) bleek, naar verwachting, niet betrouwbaar voor individuele metingen. Hieruit blijkt dat de schalen van Hofstede en Minkov (2013b), zoals onderzoekers (Blodgett et al., 2008; Hofstede & Minkov, 2013a; Yoo et al., 2011) al stelden, niet als individueel meetinstrument gehanteerd kunnen worden.

Een andere beperking is de manier waarop de respondenten zijn geworven. Door hantering van de sneeuwbalmethode bij de verzameling van de respondenten is er sprake van een groep respondenten met vergelijkbare demografische kenmerken. Zoals al eerder

(29)

29

uiteengezet heeft dit de resultaten mogelijk beïnvloed. Zo zou er door het relatief hoge opleidingsniveau sprake kunnen zijn van een globale cultuur (Bird & Stevens, 2003). Ook zou het zo kunnen zijn dat hoogopgeleide vrouwen van in de twintig gelukkiger zijn dan groepen met andere demografische kenmerken.

Of de steekproef van de huidige studie de resultaten voor geluk beïnvloed heeft valt deels na te gaan door de steekproefsamenstelling met die van eerdere studies te vergelijken (Adamson, 2013; Bradshaw et al., 2006; Helliwell et al., 2016, 2017, 2018; Hudson & Kühner, 2016; Proto & Oswald, 2017; Senik, 2014). Zo had de studie van Senik (2014) een grotere spreiding qua leeftijd, maar werd opleidingsniveau niet meegenomen. Proto en Oswald (2017) en Helliwell en collega’s (2016, 2017, 2018) aggregeerde de scores op landsniveau en spreken dus niet over demografische kenmerken, waardoor de steekproef van deze studies niet te vergelijken valt. De studies van Adamson (2013), Bradshaw en collega’s (2006) en Hudson en Kühner (2016) keken naar het geluk bij kinderen van verschillende nationaliteiten tussen de nul en de zeventien jaar. Zij namen onderwijs mee in de studie als onderdeel van materieel geluk, oftewel objectief welzijn. Aan de huidige studie deden geen Fransen en Nederlanders van onder de achttien mee, waardoor ook deze steekproefsamenstelling dus niet te vergelijken valt. De specifieke groep van voornamelijk hoogopgeleide vrouwen in de twintig lijkt dus nog niet onderzocht op ervaren geluk. Mogelijk spelen demografische kenmerken een grotere rol in de mate van geluk dan nationaliteit.

Een laatste kanttekening is dat er bij de huidige studie vanuit is gegaan dat cultuur gebonden is aan landsgrenzen. Het hanteren van landsgrenzen als cultuurgrenzen is riskant, aangezien mensen op basis van hun afkomst bepaalde gedragingen krijgen toebedeeld. Dit is een generalisatie die niet zonder risico is en die de diversiteit binnen de verschillende groepen over het hoofd ziet. Sommige onderzoekers, bijvoorbeeld McSweeney (2002), zijn dan ook van mening dat landsgrenzen niet met cultuurgrenzen gelijkgesteld kunnen worden.

De studie van Senik (2014) was voor de huidige studie echter doorslaggevend om toch uit te gaan van landelijke cultuurgrenzen. Zij toonde namelijk aan dat immigranten die langer dan tien jaar in Frankrijk woonden ongelukkiger waren dan immigranten die langdurig woonachtig waren in één van de andere landen in de studie. Daarnaast waren Fransen die geëmigreerd waren ongelukkiger dan de autochtone inwoners van het land in kwestie. Senik (2014) stelde dat dit resultaat suggereerde dat er sprake was van een cultuur per nationaliteit en dat cultuur dus mogelijk samenhing met ervaren geluk. Dit neemt niet weg dat er voorzichtig moet worden omgegaan met de resultaten van het huidige onderzoek, gelet op de diversiteit onder de inwoners van een land.

(30)

30

5.4 Vervolgonderzoek

Alhoewel er weinig significante resultaten zijn in het huidige onderzoek, biedt het onderzoek wel perspectief. Een niet-significant resultaat is immers ook een resultaat. Er is meer onderzoek nodig om uit te zoeken in hoeverre culturele waarden samenhangen met Geluk. Er is al een significante negatieve samenhang gevonden tussen Onzekerheidsvermijding en Geluk, wat wijst op samenhang tussen culturele waarden en geluk. Mogelijk zijn er meer culturele waarden die samenhangen met geluk.

Vervolgonderzoek zou kunnen uitwijzen welke andere culturele waarden correleren met geluk en waar de correlatie door wordt veroorzaakt. Ook zou de samenhang tussen Hedonisme en Geluk alsnog in een vervolgstudie gemeten kunnen worden. Dit construct viel in deze studie niet te meten door het ontbreken van een valide meetinstrument. Een vervolgstudie zou dit kunnen oplossen door een betrouwbare schaal met individuele items voor Hedonisme te ontwerpen en diens samenhang met Geluk te onderzoeken.

Een ander interessant onderwerp voor onderzoek zijn globalisering en de effecten hiervan op de Franse en de Nederlandse cultuur. In de huidige studie heeft globalisering mogelijk het effect van nationaliteit op cultuur beïnvloed. Om het mogelijke effect van globalisering op het vervagen van culturele verschillen vast te stellen, is er behoefte aan vervolgonderzoek. In dit vervolgonderzoek moet globalisering als controlevariabele in de statistische toetsing worden meegenomen.

Volgens Bird en Stevens (2003) is lidmaatschap van de globale cultuur niet vanzelfsprekend, maar afhankelijk van persoonlijke kenmerken. Hieruit volgt dat er verschillende groepen binnen de samenleving bestaan: zij die sterk worden beïnvloed door de globale cultuur en zij die minder sterk worden beïnvloed. Aan de hand van de door Bird en Stevens (2003) genoemde kenmerken zou een vragenlijst kunnen worden opgesteld om deze groepen in te delen.

Om vast te stellen of deze globale cultuur ook daadwerkelijk het handelen van Fransen en Nederlanders beïnvloedt, zouden beide groepen ook getest moeten worden op hun voorkeur voor culturele waarden. Wanneer er bij beide nationaliteiten sprake is van één groep met ‘globale’ cultuurkenmerken en één zonder ‘globale’ cultuurkenmerken kan gekeken worden of de scores op culturele waarden verschillen tussen de groepen en wat het effect is van nationaliteit.

Ten slotte kan vervolgonderzoek uitwijzen of er wel effecten gevonden worden van Nationaliteit op Machtsafstand, Onzekerheidsvermijding en Geluk wanneer de steekproef een

(31)

31

representatieve weerspiegeling is van de populatie van Frankrijk en Nederland. Aan de huidige studie deden voornamelijk hoogopgeleide vrouwen in de twintig mee, wat geen representatief beeld geeft van de Franse en de Nederlandse populatie. Senik (2014) vond met een bredere spreiding in leeftijd wel dat Fransen ongelukkiger waren dan Nederlanders. Mogelijk wordt er in vervolgonderzoek wel een effect gevonden van Nationaliteit op Geluk en cultuur met een steekproef met een grotere spreiding qua leeftijd, geslacht en opleidingsniveau.

De huidige studie zette een eerste stap in het onderzoeken van mogelijke samenhang tussen cultuur en geluk. Dit was, voor zover bekend bij de onderzoeker, nog niet eerder gedaan. Het vertrekpunt van de studie was het bestuderen van het verschil in gerapporteerd geluk tussen Fransen en Nederlanders en de rol van cultuur op geluk. Fransen bleken in de huidige studie echter niet ongelukkiger dan Nederlanders. Dat beide nationaliteiten in deze studie even gelukkig waren suggereert dat globalisering of demografische kenmerken een rol spelen in de mate van ervaren geluk.

De gevonden samenhang tussen onzekerheidsvermijding en geluk laat daarnaast zien dat een deel van geluk misschien niet maakbaar is, maar samenhangt met cultuur. Deze informatie draagt bij aan wetenschappelijke kennis, door meer duidelijkheid te scheppen in de samenhang tussen geluk en cultuur, maar is ook relevant voor de maatschappij. Gelukkig zijn, iets wat vele mensen nastreven, is volgens deze studie niet volledig maakbaar. Dit gegeven kan mensen meer inzicht geven en daarom ook helpen in hun zoektocht naar geluk. Daarnaast is samenhang tussen cultuur en geluk in het kader van communicatie een belangrijk gegeven, omdat dit suggereert dat het geluk van mensen mogelijk maar tot op zekere hoogte van buitenaf door communicatie te beïnvloeden valt.

(32)

32

Literatuur

Abdel-Khalek, A. M. (2006). Measuring happiness with a single-item scale. Social Behavior

and Personality: an international journal, 34(2), 139-150.

Adamson, P. (2013). Child well-being in rich countries: A comparative overview (Innocenti Report Card 11). Florence, Italië: UNICEF Office of Research.

Ambassade de France à La Haye. (2017). Reconnaissance des diplômes [nl].Gevonden op https://nl.ambafrance.org/Reconnaissance-des-diplomes-2465 op 28 mei 2018. Argyle, M. (1989). The psychology of happiness. London, Engeland: Routledge.

Baniyassen, S. O. A. (2017). Media Globalization. MAGNT Research report, 4(2), 88-90. Baron, N. S. (2010). Always On: Language in an Online and Mobile World. Oxford: Oxford

University Press.

Bird, A., & Stevens, M. J. (2003). Toward an emergent global culture and the effects of globalization on obsolescing national cultures. Journal of International Management,

9(4), 395-407.

Blodgett, J. G., Bakir, A., & Rose, G. M. (2008). A test of the validity of Hofstede's cultural framework. Journal of consumer marketing, 25(6), 339-349.

https://doi.org/10.1108/07363760810902477

Bradshaw, J., Hoelscher, P., & Richardson, D. (2006). An index of child well-being in the European Union. Social Indicators Research, 80(1), 133-177.

Di Tella, R., MacCulloch, R. J., & Oswald, A. J. (2003). The macroeconomics of happiness. Review of Economics and Statistics, 85(4), 809-827.

Gerritsen, M., & Claes, M. (2017). Culturele waarden en communicatie in internationaal

perspectief. Bussum, Nederland: Coutinho.

Giesen, P. (2018, 8 juni).Peter Giesen is na vijf jaar terug uit Parijs en weet een ding zeker: ‘Ik ben geen Fransman’. de Volkskrant. Geraadpleegd van https://www.volkskrant.nl/ op 25 juli 2018.

Helliwell, J. F., Layard, R., & Sachs, J. D. (2016). World Happiness Report 2016. Gevonden op https://s3.amazonaws.com/happiness-report/2016/HR-V1_web.pdf op 5 juli 2018. Helliwell, J. F., Layard, R., & Sachs, J. D. (2017). World Happiness Report 2017. Gevonden

op https://s3.amazonaws.com/happiness-report/2017/HR17.pdf op 5 juli 2018.

Helliwell, J. F., Layard, R., & Sachs, J. D. (2018). World Happiness Report 2018. Gevonden op https://s3.amazonaws.com/happiness-report/2018/WHR_web.pdf op 3 april 2018.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daar is in dit boek nog geen aandacht aan besteed, maar dat het moet en dat er vooraf goed over moet worden nagedacht, staat voor mij vast.. Het is jammer, dat

We could demonstrate, for the first time, that mortality more than doubles in patients with a poor quality adherence as compared to patients with good quality adherence (5.2 vs 12.2%)

In this first nationwide Western cohort of DCC, median OS for patients with resected, unresected nonmetastatic, and metastatic tumors was 21.9, 6.7 and 3.6 months,

In a previous study, curvature and speed derived from force plate recordings were identified to be suitable measures of balance performance in real-time, because a) they

• Vijf O’s: Ondernemers, overheid, onderzoek, onderwijs, omgeving • Lessen trekken van Lochemse aanpak 2006-20146. • Lochem als landelijk succesvoorbeeld van

Interestingly, in a review done by Scott and Binns (1999) of literature identifying factors associated with the initiation and duration of breastfeeding among Western

The significant difference in height between the cross-shaped structures and the pat- terned film by more than a factor of 3 is caused by the geometry of the mold: the mold with

To understand the effect of drug release kinetics on the pharmacokinetic profile of the nanomedicines, the small molecular weight drug DMS was derivatised with