• No results found

Boek ‘Agrarisch natuurbeheer in Nederland’

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Boek ‘Agrarisch natuurbeheer in Nederland’"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

202 Landschap 33(4) G.R. de Snoo, Th.C.P. Melman, F.M. Brouwer,

W.J. van der Weijden & H.A. Udo de Haas (red), 2016. Wageningen Academic Publis-hers, 384 pagina’s, €37,50. ISBN 978-90-8686-281-8

Dit boek is een gezamenlijk werk van 45 auteurs onder leiding van een vijfkop-pige redactie met lange ervaring in agra-risch natuurbeheer in Nederland. Het is een mooi uitgevoerd boek, systematisch met heldere kaders en een aanwinst voor iedereen die zich wil verdiepen in agra-risch natuurbeheer. Voor de mensen met minder tijd is het heel prettig, dat ieder hoofdstuk eindigt met een sectie ‘van de redactie’ waarin een samenvatting van de belangrijkste punten wordt gegeven inclusief enkele kritische kanttekenin-gen.

Het boek bestaat uit vier delen, waarbij qua aantal pagina’s de ecologische aspec-ten het meeste accent krijgen samen met het historische en beleidsmatige over-zicht. Er zijn ook uitkijkjes naar historie en toekomst via de invulling van het Gemeen-schappelijk Landbouwbeleid. Deze beslaan samen tweehonderdvijftig pagina’s, terwijl delen drie en vier, de sociale en economi-sche aspecten en het perspectief, het met

zevenenzestig pagina’s moeten stellen. Het boek laat goed zien hoe complex agrarisch natuurbeheer geworden is onder invloed van de vele wensen en eisen van zowel het landbouwbeleid en de landbouwpraktijk als het natuurbeleid. De relatie natuur en landbouw in Nederland gedurende de laat-ste anderhalve eeuw komt aan bod met de nadruk op ontwikkelingen in de laat-ste vijftig jaar. Ook de ontwikkeling in het landbouwbeleid krijgt ruime aandacht. Wa-ter- bodem- en klimaatbeleid worden aan-gestipt, evenals de te verwachten grenzen van de intensivering van de landbouw door de Europese kaders zoals die van de Kader-richtlijn Water en het Europese klimaat-beleid. Daarbij laat het boek zien dat het agrarisch natuurbeheer, hoewel begonnen als aangelegenheid van individuele boeren en regionale organisaties, nu sterk wordt geregisseerd vanuit de overheid. Interes-sant is het korte maar heldere hoofdstuk over de opkomende rol van agrarische na-tuurverenigingen en collectieven die zich ontwikkeld hebben van vrijwilligersorga-nisaties tot de nieuwe, sinds kort officiële, contractpartner van de Nederlandse over-heid en de Europese Unie. Terecht merkt de redactie op: “Nu de collectieven een belangrijk deel van de uitvoeringstaak van de overheid overnemen (…) kan dit

span-ning opleveren met de oorsprong van agra-rische natuurverenigingen als bottom-up initiatief.”

Een lang en goed gedocumenteerd onder-deel vormen de zeven ecologische hoofd-stukken. Ze zijn zeer informatief en geven de lezer een goed beeld van de trends in soorten en landschap van het agrarisch gebied met allerlei positieve en negatieve aspecten. Er zijn successen en missers te vinden. Heel duidelijk is dat de ganzen ge-lukkig zijn met intensief bemest grasland, maar dat de soortenrijke weide nog ver weg is in Nederland. Een van de aspecten die niet uitgebreid worden belicht is hoe al die trends nu gemeten worden en hoe de resultaten met de eigenaren, organisaties

Agrarisch Natuurbeheer in Nederland

(2)

203 Landschap 2016/4

Boek

en overheid worden gedeeld. Het is heel goed, dat er ook aandacht is in dit boek voor het blauwe netwerk, sloten en sloot-kanten, waar nog veel te winnen valt. Daar-bij mis ik echter de beken en beekdalen in pleistoceen Nederland, die juist door hun formaat en vorm uiterst kwetsbaar zijn, maar wel essentieel voor de biodiversiteit in het gebied waar nitraatdruk het grootst is. Geconstateerd wordt dat monitoring vanaf 2016 systematisch gaat worden op-gepakt, en de auteurs vragen zich af of dit zo gebeurt dat daarmee de resultaten van beheer geëvalueerd kunnen worden. Blijk-baar is dat nu nog niet het geval, maar het is wel belangrijk voor toekomstig beheer en om continuïteit te waarborgen. Boven-dien moet men zich ook afvragen wat er gemeten moet gaan worden en hoe dat zo kosteneffectief mogelijk kan. Daar is in dit boek nog geen aandacht aan besteed, maar dat het moet en dat er vooraf goed over moet worden nagedacht, staat voor mij vast.

Het is jammer, dat sociaaleconomische as-pecten en de bedrijfsvoering maar in twee hoofdstukken worden behandeld, respec-tievelijk over natuurbeheer in de bedrijfs-voering en verbrede landbouw. In het hoofdstuk perspectieven wordt er relatief

weinig over gezegd. Mogelijk heeft dit te maken met het feit dat bedrijfsgegevens niet openbaar zijn, maar het is wel belang-rijk na te denken of en hoe natuurbeheer en multifunctioneel landgebruik in de be-drijfsvoering kunnen worden opgenomen. Er worden echter wel interessante dingen over gezegd. Zo staat op pagina 282: “ (…) bedrijven met agrarisch natuurbeheer heb-ben over het geheel genomen een lagere intensiteit, maar anders dan vaak gedacht een beter inkomen en een beter toekomst-perspectief dan bedrijven zonder agrarisch natuurbeheer.” Vervolgens wordt op pagina 296 geschreven: “Bij andere verbredings-activiteiten is het vaak de vrouw die deze ontwikkelt en uitvoert.” Ik lees daaruit dat opbrengstmaximalisatie niet meer de enige doelstelling is en dat andere sociaalecono-misch ideeën en doelen kunnen meespelen. Beide uitspraken maken mij in ieder geval nieuwsgierig.

De redactie stelt aan het eind van hoofd-stuk 5 dat zal moeten blijken in hoeverre het huidige beheer via collectieven in de toekomst meerwaarde biedt. Bij mij riep dat de vraag op hoe men dit in andere lan-den in Europa doet. Je ziet daar vergelijk-bare ontwikkelingen. Landen als Zwitser-land, Oostenrijk, Denemarken en Duitsland

doen ook van alles met agrarisch natuur-beheer en landschapsherstel. Er is een Eu-ropese koepelorganisatie voor organische landbouw. Bestaat er ook een dergelijke or-ganisatie voor agrarisch natuurbeheer? En hoe werken ze dan in die landen, kunnen we er wat van leren? Helaas komt kennis delen en halen in Europa in het hoofdstuk over perspectieven niet aan de orde, maar het zou wel een mooi thema kunnen zijn voor een Europees project en een vervolg op dit waardevolle Nederlandse boek.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor zover de aanvragen voor een omgevingsvergunning betrekking hebben op een bouwactiviteit, kunnen deze worden voorgelegd aan de commissie Stedelijk Schoon Velsen.

Burgemeester en Wethouders van Velsen maken met inachtneming van artikel 139 Gemeentewet bekend dat de raad van Velsen in zijn vergadering van 9 september 2010 heeft besloten:. -

En geld is nu eenmaal nodig voor een Stadsschouwburg, die niet alleen een goed gerund be- drijf dient te zijn maar tevens dienst moet doen als culture-. le tempel en

De Koninklijke Nederlandse Bil- jart Bond (KNBB), vereniging Carambole, zoals dat met in- gang van 1 januari officieel heet, heeft besloten om voor het eerst met deze

Burgemeester en Wethouders van Velsen maken met inachtneming van artikel 139 Gemeentewet bekend dat de raad van Velsen in zijn vergadering van 9 september 2010 heeft besloten:. -

beelden hierin zijn niet verkeerd, echter de heilsweg waarin het veelal wordt uitgelegd, dus wel. Ik zal u trachten uit te leggen waarom. Hoevele malen is Gods’ Woord toch niet

Het college kiest er niet voor om in Eelde één gebouw in te zetten als cultuurhuis.. Dat doet afbreuk aan de

’t is het deel dat nog door niemand is gehoord. Ik kijk uit naar het deel dat nog nooit is verwoord, naar gouden straten waarvan ik heb gehoord. Ik weet dat ik de rest van ’t