• No results found

De derde dimensie van de Halvemaanstraat te Zutphen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De derde dimensie van de Halvemaanstraat te Zutphen"

Copied!
88
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DE HALVEMAANSTRAAT

De derde dimensie van

- Door Esther A. de Graaf -

te Zutphen

Een afstudeeronderzoek naar de historische ontwikkeling en 3D-visualisatie

(2)
(3)

2

Saxion University of Applied Sciences

Bachelorscriptie HBO Archeologie

Esther A. de Graaf (406453)

Tweede versie, September 2019

Begeleider Saxion: Walter Laan

Opdrachtgever: Gemeente Zutphen

Begeleider gemeente Zutphen: Jos van Dalfsen

DE

De derde dimensie van

HALVEMAANSTRAAT

te Zutphen

Een afstudeeronderzoek naar de historische ontwikkeling en 3D-visualisatie

(4)

3

“Cultural heritage

is our legacy from the past, what we live with

today, and what

we pass on to future generations”, UNESCO.

(5)
(6)

5

Al zo lang ik me kan herinneren heb ik een fascinatie gehad voor geschiedenis en historie. Ik ben altijd nieuwsgierig geweest naar de verschillende volkeren, oude culturen en de ontstaansgeschiedenis daarvan in de verschillende tijdsperioden. Op de basisschool en het middelbaaronderwijs was het vak geschiedenis dan ook mijn favoriete leervak. Naast mijn fascinatie voor het verleden staat mijn interesse voor techniek en toekomst. Het werken en gebruiken van digitale apparaten, computers en (technische) programma’s is iets wat ik erg interessant, leuk en zinvol vind en waar ik ook nog een natuurlijke feeling mee heb. Gedurende de opleiding archeologie ontwikkelde zich bij mij steeds meer de overtuiging dat de archeologie en de verslaglegging daarvan perfect kan worden weergegeven in een moderne vorm zoals digitale archeologie. Het 3D-visulisatie vakgebied heb ik perfect kunnen gebruiken voor dit onderzoek.

Deze scriptie “De derde dimensie van de Halvemaanstraat te Zutphen, een onderzoek naar de historische ontwikkeling en 3D-visualisatie” en het resulterende 3D-model van de 19e-eeuwse

arbeidershuisjes is tot stand gekomen als afstudeeronderzoek en afronding van de opleiding HBO Archeologie aan de hogeschool Saxion te Deventer. De opdracht is gecreëerd door en uitgevoerd voor de archeologische dienst van de gemeente Zutphen. Mijn dank gaat dan ook uit naar de gemeente Zutphen voor het gestelde vertrouwen in mij. Tevens bedank ik mijn begeleider vanuit Zutphen, Jos van Dalfsen, voor de begeleiding, ondersteuning en hulp die hij mij heeft geboden gedurende het realiseren van dit onderzoek. Ook wil ik aan hem en Diederik Rijs (werkend bij de archeologische dienst van de gemeente Zutphen als archiverings-, documentatie- en historisch bronnenonderzoeker) dank uitspreken voor de hulp gedurende het archiefonderzoek en het verstrekken van de benodigde literatuur, historische kaarten, opgravingsverslagen en archiefmateriaal.

Walter Laan, begeleider vanuit het Saxion, bedankt voor je hulp, geduld, bereikbaar zijn, beantwoording van mijn vragen en het leveren van behulpzame feedback gedurende dit onderzoek. En tenslotte; bedankt Rein, heit en mem voor het vertrouwen en de constante aanmoediging om door te gaan, vooral op die momenten waarin een pas-op-plaats-knuffel meer effect heeft dan een duw in de goed bedoelde richting.

Ik wens u veel leesplezier, Esther A. de Graaf

Deventer, 23 september 2019.

Voorwoord

(7)

6

Gedurende de periode van september 2018 tot juni 2019 is in het kader van het afstuderen aan de opleiding Archeologie bij de hogeschool Saxion te Deventer een onderzoek uitgevoerd naar de historische ontwikkeling van de Halvemaanstraat te Zutphen resulterend in een 3D-model van de 19e

-eeuwse situatie. Het idee voor dit onderzoek is gebaseerd op de gegevens van de twee archeologische onderzoeken en uitgevoerd in opdracht van de archeologische dienst van de gemeente Zutphen.

Naast het onderzoek naar de Halvemaanstraat is gekeken naar de historische ontwikkeling van de stad Zutphen, het gebruik van 3D-visualisatie, de daarbij behorende voor- en nadelen en wat wordt verstaan onder een archeologisch/wetenschappelijk verantwoord 3D-model. Het onderzoek is uitgevoerd in een inventariserende vorm. Zo is door middel van literatuurstudie, archiefonderzoek en het verzamelen van de beschikbare afbeeldingen zoals foto’s en historische kaarten, informatie verzameld om de deelvragen te kunnen beantwoorden. Met deze methoden zijn alle benodigde gegevens verzameld, gedocumenteerd en uitgewerkt in de verschillende hoofdstukken van deze scriptie.

Het uiteindelijke hoofddoel van het onderzoek was om met behulp van een drietal 3D-modellen reconstrueren van de archeologisch meest interessante tijdsperioden van de Halvemaanstraat. Echter ingevolge een groot kwantitatief verschil tussen beschikbare en benodigde tijd, is ervoor gekozen om louter de 19e-eeuwse situatie van de Halvemaanstraat te vertalen naar een

archeologisch verantwoord 3D-model. Door gebruikmaking van de richtlijnen uit de London Charter en Principles of Seville is er verder voor gezorgd dat het onderzoek is uitgevoerd op een wetenschappelijk verantwoorde manier.

Omdat het gebruik van 3D-modellen een duidelijk, accuraat en visueel aantrekkelijk beeld geeft van historische situaties is het een zeer goed hulpmiddel voor het archeologisch werkveld. Het gebruik van 3D-visualisatie heeft vele voordelen: de mogelijkheid om objecten en gebouwen op alle mogelijke manieren in beeld te brengen, het verschaffen van meer informatie, de mogelijkheid om gegevens te vergelijken en de mogelijkheid om 3D te koppelen met databases. Echter zijn er geen richtlijnen of protocollen voor reconstructies opgenomen in de KNA. Om 3D-modellen te kunnen verantwoorden en van de gewenste kwaliteit te voorzien is het aan te raden protocollen op te stellen en toe te voegen aan de KNA. Deze richtlijnen kunnen worden afgeleid van de al opgestelde London Charter en Principles of Seville.

(8)

7 Voorwoord ... 5 Samenvatting ... 6 Inhoudsopgave ... 7 1. Inleiding ... 10 1.1 Onderzoekskader ... 11 1.2 Probleem- en doelstelling ... 11 1.3 Leeswijzer ... 13 2. Methoden en verantwoording ... 14 2.1 Onderzoeksmethoden ... 14 2.1.1 Literatuuronderzoek ... 14 2.1.2 Archiefonderzoek ... 14

2.2 Methodiek per deelvraag ... 15

3. Historisch onderzoek ... 17

3.1 Voorgeschiedenis van Zutphen ... 17

3.1.1 Prehistorie... 17

3.1.2 Romeinse tijd ... 18

3.1.3 Vroege Middeleeuwen... 18

3.2 Ontstaan en ontwikkeling van Zutphen ... 19

3.3 Polsbroek/Spittaalstad ... 20 4. Archeologisch onderzoek ... 26 4.1 Achtergrond ... 26 4.2 Resultaten ... 27 4.2.1 Proefsleuvenonderzoek 2012 ... 27 4.2.2 Opgraving 2016 ... 27

5. Bouwhistorie van de Halvemaanstraat ... 30

5.1 Historische ontwikkeling ... 30

5.2 De ontwikkeling gedurende de 19e eeuw ... 32

5.2.1 Noordzijde Halvemaanstraat ... 32 5.2.2 Zuidzijde Halvemaanstraat ... 34 6. 3D-Modelleren ... 36 6.1 3D-visualisatie ... 36 6.1.1 Voordelen 3D ... 36

Inhoudsopgave

(9)

8

6.1.2 Nadelen 3D ... 37

6.1.3 Deelconclusie ... 37

6.2 Methoden voor 3D-visualisatie ... 37

6.2.1 3D-scannen ... 37

6.2.2 Fotogrammetrie ... 38

6.2.3 3D-modelleren ... 39

6.2.4 Deelconclusie ... 40

6.3 Archeologisch en wetenschappelijk verantwoord 3D-model ... 40

6.3.1 London charter ... 40

6.3.2 Principles of Seville ... 41

6.3.3 Deelconclusie ... 43

7. 3D-model van de Halvemaanstraat ... 44

7.1 Basis ... 44

7.2 ArcGIS 10.4.1 ... 44

7.3 AutoCAD 2017 ... 44

7.4 3ds Max 2017... 45

7.4.1 Berekenen hoogtes en breedtes ... 45

7.4.2 Muren ... 48 7.4.3 Ramen en deuren ... 49 7.4.4 Daken ... 50 7.4.5 Details ... 51 7.5 Texturen ... 52 8. Conclusie ... 54 9. Discussie ... 57 10. Aanbevelingen ... 59 11. Literatuurlijst... 61 11.1 Literatuur ... 61 11.2 Internetbronnen ... 63 11.3 Archiefstukken ... 63 11.4 Beeldmateriaal ... 64 11.4.1 Afbeeldingen en kaarten ... 64 11.4.2 Archieffoto’s ... 65 Bijlage I Archieffoto’s ... 67

I.I Noordzijde Halvemaanstraat ... 67

I.II Zuidzijde Halvemaanstraat ... 70

(10)

9

Bijlage II Afmetingen muren ... 73

II.I Noordzijde Halvemaanstraat ... 73

II.I.I Hoogtes muren ... 73

II.I.II Breedtes muren... 73

II.II Zuidzijde Halvemaanstraat ... 74

II.II.I Hoogtes muren... 74

II.II.II Breedtes muren ... 74

Bijlage III Afmetingen ramen en deuren ... 75

III.I Noordzijde Halvemaanstraat ... 75

III.I.I Afmetingen huizen 1-1a t/m 51-51a ... 75

III.I.II Afmetingen huizen 55-53 t/m 65 ... 75

III.II Zuidzijde Halvemaanstraat ... 76

III.II.I Afmetingen huizen 40-42 ... 76

III.II.II Afmetingen huizen 44 t/m 52 ... 76

III.III.III Afmetingen huizen 54 t/m 72 ... 76

Bijlage IV Texturenlijst ... 77

(11)

10

De Halvemaanstraat te Zutphen (figuur 1 en 2), gelegen in het middeleeuwse stadsdeel Polsbroek/Spittaalstad ten oosten van de Oude Stad, is een straat met een zeer rijke geschiedenis. De straat is in de loop der tijd in verval geraakt. De overgebleven krotten en uitgewoonde panden werden gesloopt en wat over bleef was een braakliggend terrein. Het overwoekerde terrein verhult de levendige geschiedenis die deze straat binnen de stad Zutphen heeft gekend. Een aantal jaar geleden werd het gebied geselecteerd door een projectontwikkelaar voor de bouw van een appartementencomplex en een aantal huizen. Voorafgaand aan de bouw werden archeologische onderzoeken uitgevoerd door de

gemeentelijk archeologen van Zutphen. De resultaten van de archeologische veldonderzoeken zijn uitgeschreven en gedocumenteerd in rapporten. Deze archeologische rapporten staan vol met moeilijke vaktermen en worden daarom louter gelezen door (een deel van) de archeologen. Om de geschiedenis van de straat nu opnieuw tot leven te wekken worden de resultaten uit onder andere het opgravingsverslag vertaald naar een ander communicatiemiddel: 3D. Het digitaliseren door middel van een 3D-model is een zeer krachtige tool om historische kennis over te brengen naar een groter publiek. Deze nieuwe 3D-technieken zijn zeer geschikt voor het presenteren van onderzoeksgegevens en werken drempelverlagend bij het publiek waardoor voor veel mensen de ‘saaie’ geschiedenis visueel toch

aantrekkelijk en interessant wordt gemaakt. Daarnaast kunnen deze modellen ook zeer behulpzaam zijn voor het oplossen van vraagstukken over lastige constructies.1 Het combineren van archeologische

en bouwhistorische gegevens kan op die manier leiden tot belangrijke nieuwe inzichten en conclusies. De bovenstaande gedachtegang leidde tot het ontstaan van een onderzoek naar de historische ontwikkeling van de Halvemaanstraat en de vertaling van deze informatie naar een archeologisch verantwoord 3D-model. Dit onderzoek is in het kader van de afstudeerstage van de opleiding HBO Archeologie uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de archeologische dienst Zutphen en is relevant omdat op deze manier de geschiedenis van deze straat opnieuw tot leven wordt gewekt. Daarnaast is het onderzoek van belang voor persoonlijke ontwikkelingen. Er wordt ervaring opgedaan met het maken van archeologisch verantwoorde 3D-modellen. Tenslotte wordt met het doen van een effectief archiefonderzoek kennis opgedaan over de historische ontwikkeling van Zutphen en de Halvemaanstraat. Het onderzoek is begeleid vanuit Zutphen door Jos van Dalfsen, senior gemeentearcheoloog, projectleider en veldarcheoloog. De begeleiding vanuit het Saxion werd verzorgd door Walter Laan, GIS-specialist bij Archol.

1 Erfgoed Utrecht 2015: https://erfgoed.utrecht.nl/utrecht-in-3d/

Figuur 1 De stad Zutphen aangegeven op de kaart van Nederland.

1. Inleiding

(12)

11

1.1 Onderzoekskader

Reconstructies van het verleden is van alle tijden, denk maar aan de vele schilderijen, tekeningen en etsen die scenes van historische periodes verbeelden. De komst van de computer in het cybertijdperk heeft het maken van archeologische reconstructies en de vele mogelijkheden die deze techniek met zich meebrengt in een stoomversnelling gebracht. Vakmensen maken nu al veelvuldig gebruik van digitale technieken om de onderzoeksresultaten van archeologische opgravingen uit te werken. Maar door deze resultaten te combineren met nieuwe digitale technieken zoals 3D-reconstructies is het mogelijk nieuwe inzichten en conclusies te genereren. De vele mogelijkheden van 3D hebben dan ook de interesse gewekt van de archeologische dienst van de gemeente Zutphen. Dit leidde tot het verzoek om een 3D-reconstructie toe te passen op de recente (grote) opgraving aan de Halvemaanstraat. Zo ontstond een onderzoek naar de historische ontwikkeling van de Halvemaanstraat met mijn afstudeerscriptie als resultaat. Tijdens de voorbereiding van dit onderzoek zijn in het plan van aanpak de kaders bepaald. Het inkaderen van het onderzoek is noodzakelijk om meerdere redenen, waarbij de belangrijkste redenen zijn: het uitvoerbaar houden van het onderzoek en het duidelijk en helder houden van het onderzoeksonderwerp.

1.2 Probleem- en doelstelling

Tijdens het onderzoek naar de ontwikkeling van de Halvemaanstraat is de probleemstelling de basis van het onderzoek. De probleemstelling van het onderzoek is onderverdeeld in twee delen: de hoofdvraag en deelvragen. Door middel van het onderzoek wordt antwoord gegeven op de deelvragen, die vervolgens de hoofdvraag beantwoorden. Ook worden het onderzoek en de deelvragen onderverdeeld op verschillende niveaus: micro-, meso-, en macroniveau. Het microniveau richt zich op de benodigde basisinformatie voor het onderzoek. De historische ontwikkeling van de Halvemaanstraat, de resultaten uit de archeologische onderzoeken en de inventarisatie van de beschikbare afbeeldingen van de Halvemaanstraat. Gedurende het mesoniveau wordt een stukje uitgezoomd. De informatie uit het vorige niveau wordt gebruikt en vervolgens in een bredere context geplaatst. Op macroniveau is onderzocht wat wordt verstaan onder een archeologisch verantwoord 3D-model en wat de voor- en nadelen hiervan zijn. Vervolgens is de informatie van de verschillende niveaus geïmplementeerd in het 3D-model.

(13)

12 Hoofdvraag:

Welke bouwhistorische/archeologische ontwikkelingen heeft de Halvemaanstraat te Zutphen ondergaan vanaf de Middeleeuwen tot heden?

Met deze vraag wil ik onderzoeken of er significante momenten in de geschiedenis zijn geweest waarin de Halvemaanstraat daadwerkelijk veranderd is op wat voor manier dan ook. Een antwoord op deze vraag wordt gegeven door de uitwerking van de volgende deelvragen:

Deelvragen: Microniveau

1. Wat zijn de resultaten van het archeologisch onderzoek van de Halvemaanstraat? 2. Welke afbeeldingen, foto’s en kaarten zijn beschikbaar en bruikbaar om een 3D-model te

creëren van de Halvemaanstraat?

3. Wat is de historische ontwikkeling van de Halvemaanstraat binnen de stad Zutphen? Mesoniveau

4. Hoe heeft de stad Zutphen zich ontwikkeld?

5. Hoe past de ontwikkeling van de Halvemaanstraat in de stedenbouwkundige ontwikkeling van Zutphen?

Macroniveau

6. Wat wordt verstaan onder een archeologisch verantwoord 3D-model? 7. Wat zijn de voor- en nadelen van 3D-modellen?

De probleemstelling van dit onderzoek is van grote relevantie voor de beroepspraktijk. Het verslag heeft alle onderzoeksresultaten van voorgaande onderzoeken samengevoegd resulterend in een 3D-model, samen geven deze resultaten een duidelijker (visueel) beeld van de historische ontwikkeling van de Halvemaanstraat. Het onderzoek kan als basis gebruikt worden voor archeologische vervolgonderzoeken door de gemeente Zutphen. Daarnaast kan het 3D-model gebruikt worden voor publieksbereik maar kan de visualisatie ook worden ingezet om moeilijke constructies te onderzoeken. Gedurende het onderzoek is onderzocht hoe de Halvemaanstraat is ontwikkeld. Het doel van dit verslag is het combineren van voorgaande archeologische onderzoeken met de resultaten uit dit onderzoek resulterend in een duidelijk archeologisch en bouwhistorisch verantwoord 3D-model. Gelet op een aantal interessante historische en archeologische aspecten is in overleg met de opdrachtgever (gemeente Zutphen) gekozen voor de tijdsperiode van de 19e eeuw. Tevens zijn van deze periode

genoeg details bekend om een archeologisch verantwoord 3D-model te kunnen reconstrueren. Met behulp van de archeologische gegevens, historische bronnen, archiefmateriaal en literatuur worden de gegevens getoetst en aangevuld met de nieuwe informatie. Het onderzoek bestaat uit een literatuur- en archiefonderzoek naar de ontwikkeling van de stad Zutphen en de Halvemaanstraat met daarnaast een onderzoek naar wat wordt verstaan onder een archeologisch verantwoord 3D-model. Dit resulteerde in een verslag bestaande uit het onderzoek naar de historische ontwikkeling van Zutphen met nadruk op het stadsdeel Polsbroek/Spittaalstad inclusief uitwerking en verantwoording van deze informatie naar een 3D-model. Het model zal voldoen aan de eisen van de London Charter en Sevilla Principles.2 Deze twee richtlijnen zijn opgesteld om ervoor te zorgen dat digitale producten,

zoals 3D-modellen, voldoen aan internationaal erkende principes voor het gebruik van computer-based visualisatie door onderzoekers, docenten en culturele erfgoedorganisaties.

(14)

13

1.3 Leeswijzer

Deze scriptie is als volgt ingedeeld. In het eerstvolgende hoofdstuk ‘Methode en verantwoording’ wordt een beschrijving gegeven van de verschillende toegepaste onderzoeksmethoden die zijn gebruikt bij het onderzoek en voor het 3D-model. Er wordt een beschrijving gegeven van de methodiek per deelvraag, inclusief een verantwoording voor de gemaakte keuzes. In het volgende hoofdstuk ‘Historisch onderzoek’ wordt de algemene geschiedenis en ontwikkeling van de stad Zutphen besproken. Vervolgens zijn in het daaropvolgende hoofdstuk ‘Archeologisch onderzoek’ de resultaten van de verschillende onderzoeken die zijn uitgevoerd aan de Halvemaanstraat opgesomd en uitgewerkt. Daarna volgt het hoofdstuk ‘Bouwhistorie van de Halvemaanstraat’ waarin de (bouw)historische ontwikkeling van de verschillende tijdsperiodes van de Halvemaanstraat worden besproken. In het daaropvolgende hoofdstuk ‘3D-modelleren’ wordt besproken wat 3D-visualisatie is, de voor- en nadelen hiervan, de methoden om een 3D-model te maken en de richtlijnen daarvoor. Daarna wordt in het hoofdstuk ‘3D-model van de Halvemaanstraat’ een uitgebreide omschrijving gegeven van het 19e-eeuwse 3D-model. In het hoofdstuk ‘Conclusie’ wordt door middel van de

onderzoeksresultaten antwoord gegeven op de vooraf opgestelde deelvragen en hoofdvraag. Vervolgens worden in hoofdstuk ‘Discussie’ de problemen besproken die gedurende het onderzoek zijn ontstaan en hoe hiermee is omgegaan. In het hoofdstuk ‘Aanbevelingen’ worden enkele aanbevelingen gedaan voor eventuele vervolgonderzoeken op basis van dit onderzoek en de conclusies in het vorige hoofdstuk. Hierna volgt de verantwoording van het onderzoek in het hoofdstuk ‘Literatuurlijst’. Alle literatuurstukken, archiefbronnen, internetbronnen etc. worden daarin opgesomd. En tenslotte de bijlagen. In de eerste bijlage ‘Archieffoto’s’ zijn alle archieffoto’s van de Halvemaanstraat geplaatst en onderverdeeld in noord- en zuidzijde van de straat. In de tweede bijlage ‘Afmetingen muren’ staat de verantwoording beschreven voor de berekende hoogtes en breedtes van de huizen. De verantwoording voor de deuren en ramen staan in de bijlage ‘Afmetingen ramen en deuren’. In bijlage vier ‘Texturenlijst’ zijn alle in het model gebruikte texturen gedocumenteerd met bronvermelding. Tenslotte zijn in de laatste bijlage gerenderde foto’s van het 3D-model geplaatst.

(15)

14

Het doel van dit onderzoek is om de vragen uit het vorige hoofdstuk te beantwoorden met gebruikmaking van een archeologisch verantwoord 3D-model van de 19e-eeuwse arbeidershuisjes aan

de Halvemaanstraat. Hiervoor is onderzocht hoe Zutphen en de Halvemaanstraat historisch ontwikkeld zijn met daarnaast een onderzoek naar wat wordt verstaan onder een archeologisch verantwoord 3D-model. Om dit 3D-model te kunnen maken en vervolgens te kunnen verantwoorden is veel informatie nodig. In dit hoofdstuk worden de gebruikte onderzoeksmethoden beschreven en vervolgens is per deelvraag aangegeven welke methodes zijn gebruikt om de vragen te kunnen beantwoorden.

2.1 Onderzoeksmethoden

2.1.1 Literatuuronderzoek

Om het model te kunnen creëren is het hoofddoel van het literatuuronderzoek het vergaren van belangrijke informatie over de Halvemaanstraat. Deze methode is van groot belang voor het onderzoek en het uiteindelijke resultaat en wordt voor alle onderzoeksvragen gebruikt. Binnen de literatuur is gezocht naar informatie over de historische ontwikkeling van Zutphen, de geschiedenis, de ontwikkeling en bouwhistorie van de Halvemaanstraat naar wat wordt verstaan onder een archeologisch verantwoord 3D-model, de daarbij behorende methoden en de voor- en nadelen van 3D. De Halvemaanstraat en het nabije stadsdeel Polsbroek/Spittaalstad worden in zowel hedendaagse publicaties als oudere literatuur beschreven. Deze literatuur is verkregen via contactpersonen, zoekmachines op internet en bibliotheken.

De door de gemeente Zutphen aangeleverde informatie bestond uit archeologische verslagen van de Halvemaanstraat: het Plan van Aanpak, Programma van Eisen, vooronderzoek, publicatie proefsleuvenonderzoek en het evaluatie- en selectierapport. De informatie uit deze verslagen is besproken, uitgewerkt en vervolgens uitgeschreven in hoofdstuk 4 ‘Archeologisch onderzoek’. Daarnaast is de informatie gebruikt voor hoofdstuk 3 ‘Historische ontwikkeling’ en hoofdstuk 5 ‘Bouwhistorie van de Halvemaanstraat’. Naast de genoemde archeologische verslagen over de Halvemaanstraat is gebruik gemaakt van verslagen die zijn verkregen via de online databank DANS Easy. In deze databank is de volledige thematische collectie gearchiveerde publicaties van de gemeente Zutphen gepubliceerd. Vervolgens is gezocht naar publicaties vanuit een historisch en/of bouwkundig perspectief. Alle verslagen die zijn gebruikt tijdens dit onderzoek zijn vermeld in de literatuurlijst.

2.1.2 Archiefonderzoek

Naast het literatuuronderzoek is tevens archiefonderzoek uitgevoerd. Deze methode is eveneens van groot belang omdat het opnieuw zorgt voor veel benodigde informatie over Zutphen en de Halvemaanstraat. Deze methode is vooral gebruikt om deelvragen 2, 3, 4 en 5 te kunnen beantwoorden. Er is gebruik gemaakt van zowel analoge archieven (Atheneumbibliotheek te Deventer en Regionaal Archief Zutphen) als digitale archieven (erfgoedcentrumzutphen.nl).

De Athenaeumbibliotheek bestaat uit twee instellingen: de bibliotheek uit 1560 die sinds 2016 onderdeel uitmaakt van de openbare bibliotheek Deventer en het Stadsarchief (Historische Centrum Overijssel).3 Allereerst is in de onlinecatalogus onderzocht wat er precies beschikbaar is en welke

archiefstukken van belang zouden kunnen zijn voor dit onderzoek. Vervolgens is van deze stukken de benodigde informatie genoteerd (titel, auteur, plaatsing) en zijn ze opgevraagd in de bibliotheek. Dezelfde manier van handelen is gebruikt bij het andere archief. Het Regionaal Archief Zutphen (RAZ) is een openbaar archief die de historische informatie voor gemeentes Zutphen, Brummen, en Lochem

3 Bibliotheek Deventer 2017: https://www.bibliotheekdeventer.nl/artikelen-ab/1842-welkom-bij-de-athenaeumbibliotheek

(16)

15

opslaat en bewaart. Doordat het een openbaar archief is, is alle informatie voor iedereen beschikbaar.4 Ook dit archief heeft een digitale catalogus die geraadpleegd kan worden om te zien wat

er allemaal beschikbaar is aan informatie. Daarnaast heeft het archief een grootdeel van haar informatie gedigitaliseerd waardoor die informatie ook online beschikbaar is (erfgoedcentrumzutphen.nl). Voor dit onderzoek zijn meerdere archiefstukken gevonden en verwerkt in de hoofdstukken 3, 5 en 6. De informatie was voornamelijk van belang voor hoofdstuk 5 en 6. In deze hoofdstukken wordt namelijk de bouwgeschiedenis van de straat uitgeschreven. Een andere zeer belangrijke vondst uit de archieven waren foto’s van de huizen. Met gebruikmaking van deze foto’s is het mogelijk een realistisch 3D-model te reconstrueren. Alle gevonden afbeeldingen zijn in een tabel geplaatst in bijlage I ‘Archieffoto’s’. Daarnaast worden alle gebruikte archiefbronnen in een aparte alinea geplaatst in de literatuurlijst.

2.2 Methodiek per deelvraag

Per deelvraag zijn de gehanteerde onderzoeksmethoden genoteerd. Vervolgens is een opsomming gegeven van de geraadpleegde bronnen die zijn gebruikt voor de specifieke deelvraag.

Vraag 1: Wat zijn de resultaten van het archeologisch onderzoek van de Halvemaanstraat?

De volgende onderzoeksmethoden zijn gebruikt: • Literatuuronderzoek

- Archeologische rapporten over Halvemaanstraat: o Vooronderzoek

o Programma van Eisen o Plan van Aanpak

o Archeologische publicatie proefsleuvenonderzoek o Evaluatierapport

o Allesporenkaarten

Vraag 2: Welke afbeeldingen, foto’s en kaarten zijn beschikbaar en bruikbaar om een 3D-model te creëren van de Halvemaanstraat?

De volgende onderzoeksmethoden zijn gebruikt:

• Archiefonderzoek

- Regionaal archief Zutphen - Online databanken

Vraag 3: Wat is de historische ontwikkeling van de Halvemaanstraat binnen de stad Zutphen?

De volgende onderzoeksmethoden zijn gebruikt: • Literatuuronderzoek

• Archiefonderzoek

- Archeologische rapporten over Halvemaanstraat: o Vooronderzoek

o Programma van Eisen o Plan van Aanpak

o Archeologische publicatie proefsleuvenonderzoek o Evaluatierapport

- DANS Easy

- Athenaeumbibliotheek Deventer - Google Scholar

(17)

16

Vraag 4: Hoe heeft de stad Zutphen zich ontwikkeld?

De volgende onderzoeksmethoden zijn gebruikt: • Literatuuronderzoek

• Archiefonderzoek

- Archeologische rapporten over Halvemaanstraat: o Vooronderzoek

o Programma van Eisen o Plan van Aanpak

o Archeologische publicatie proefsleuvenonderzoek o Evaluatierapport

- DANS Easy

- Athenaeumbibliotheek Deventer - Het Regionaal Archief Zutphen - Google Scholar

Vraag 5: Hoe past de ontwikkeling van de Halvemaanstraat in de stedenbouwkundige ontwikkeling van Zutphen?

De volgende onderzoeksmethoden zijn gebruikt: • Literatuuronderzoek

• Archiefonderzoek

- Archeologische rapporten over Halvemaanstraat: o Vooronderzoek

o Programma van Eisen o Plan van Aanpak

o Archeologische publicatie proefsleuvenonderzoek o Evaluatierapport

- DANS Easy

- Athenaeumbibliotheek Deventer - Het Regionaal Archief Zutphen - Google Scholar

Vraag 6: Wat wordt verstaan onder een archeologisch verantwoord 3D-model?

De volgende onderzoeksmethoden zijn gebruikt: • Literatuuronderzoek

- Online databanken

Vraag 7: Wat zijn de voor- en nadelen van 3D-modellen?

De volgende onderzoeksmethoden zijn gebruikt: • Literatuuronderzoek

(18)

17

De stad Zutphen is een van de oudste steden van heel Nederland en heeft veel ontwikkelingen doorgemaakt. De nederzetting zelf is ontstaan in de Romeinse tijd op een rivierduinencomplex en werd vanaf deze periode constant bewoond. Het gebied waar Zutphen uiteindelijk is ontstaan voor deze periode werd ook al gebruikt door de jagers-verzamelaars.5 Door middel van literatuurstudie en

archiefonderzoek zijn de historische ontwikkelingen van de stad onderzocht. Daarnaast is informatie aangedragen door de opdrachtgever, de gemeente Zutphen. De resultaten van deze onderzoeken zijn in dit hoofdstuk verwerkt en uitgeschreven.

3.1 Voorgeschiedenis van Zutphen

3.1.1 Prehistorie

Het gebied waar later de stad Zutphen is gevestigd werd al gebruikt sinds de tijd van de jager-verzamelaars zo’n 10.000 jaar geleden.6 Dankzij de temperatuurstijging in het Mesolithicum

(8800-4900 v.C.) ontstonden diverse stromen smeltwater zoals beken en rivieren en nam de flora en fauna toe. Tussen de wateren in lagen gebieden die regelmatig droog waren, de zogenoemde rivierduinen. Daar ontstonden tijdelijke kampen van de jager-verzamelaars.7 Het landschap tijdens deze periode

kenmerkte zich vooral door grasvlakten met bebossing, planten en kruiden. Zutphen werd uiteindelijk ook op één van deze zandruggen gebouwd.8

Net als in de rest van Nederland ging ook het gebied van Zutphen van het jager-verzamelaars bestaan geleidelijk over naar de landbouw. Dit hield in dat de mobiele jager-verzamelaars die leefden in verschillende tijdelijke kampen en een groot gebied exploiteerden, kleinere permanente nederzetting aannamen.9 Dit gebeurde zo’n 5500 jaar geleden tijdens de overgang van het

Mesolithicum naar het Neolithicum. Gedurende deze periode is het gebied in en rondom Zutphen slechts dunbevolkt.10 Over deze periode is verder weinig bekend.

Dit gebrek aan informatie geldt niet voor de Bronstijd (2000-800 v.C.) en IJzertijd (800-12 v.C.). In deze perioden werd het gebied gebruikt voor agrarische doeleinden. Nagenoeg over het hele gebied zijn restanten van boerennederzettingen terug te vinden in de bodem. De grondsporen bestaan uit woonstalhuizen van ongeveer 12 tot 25 meter lang, bijgebouwen zoals schuren en hooimijten, waterputten, voorraadkuilen en afvalkuilen. Om de grond vruchtbaar te houden en te behoeden voor uitputting hadden de families toentertijd ongeveer een gebied van zes hectare grond met verschillende akkertjes nodig. De erven van verschillende families lagen verspreid over de zandgronden op de verschillende enken (figuur 3).11 Bronstijdnederzettingen zijn teruggevonden op

de Leestense Enk, de Looërenk, de Warnsveldse Enk, de Wolfelerenk, en de Revelhorst. Nederzettingen uit de IJzertijd zijn aangetroffen op de Leestense Enk, de Looërenk, de Warnsveldse Enk, de Wolfelerenk, de Revelhorst en in de binnenstad van Zutphen.12

5Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 5.

6 Bitter 1989, 42; Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 6. 7 Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 6-7. 8 Bitter 1989, 42. 9 Van Gijn/Kooijmans 2005, 338. 10 Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 8. 11 Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 8. 12 Beek 2009, 204.

3. Historisch onderzoek

(19)

18

3.1.2 Romeinse tijd

Vanaf de Romeinse tijd werd het gebied van Zutphen constant bewoond. De stam die net voor het begin van de jaartelling in Zutphen en omgeving woonde was vermoedelijk een Keltisch/Germaanse stam genaamd de Eburonen.13 Dit volk kwam uit het noordelijke deel van Gallië (Oost-België en

Zuid-Nederland) en werd door Julius Caesar Germani cisrhenani genoemd wat letterlijk ‘Germanen aan deze kant van de Rijn’ betekent.14 Deze stam werd uitgeroeid door de Romeinse legers en opgevolgd

door de Usipeten en/of Bructeren. Naast de veranderende bewoningsgroepen hadden ook de verschillende waterhuishoudens een grote invloed op de ontwikkeling van Zutphen. Zo ontstond in deze periode de IJssel als zijtak van de Rijn. Dit gebeurde doordat de rivierduinen bij Doesburg en Zutphen steeds verder werden geëgaliseerd door de hoogwaterpieken van de Rijn. Na een aantal kleine en grote overstromingen werd een steeds grotere geul gecreëerd die uiteindelijk permanent watervoerend is geworden. De groei van de IJssel van geul tot grote rivier heeft uiteindelijk eeuwen geduurd.15 Een gevolg van de toename aan water en de vernatting was een verschuiving van het

nederzettingspatroon. De nederzettingen verplaatsten naar de hoogste delen van de rivierduinen. Zo ontstond op de rivierduin aan de westzijde van het tegenwoordige ’s Gravenhof ook een nederzetting die waarschijnlijk al werd versterkt door middel van een omwalling. Deze plaats is de kiem van de latere stad Zutphen en werd in de daaropvolgende eeuwen continu bewoond.16

3.1.3 Vroege Middeleeuwen

Het gebied van het latere Zutphen was vanaf de 9e eeuw bekend onder de naam Hamaland. Deze

naam kan worden afgeleid van de Frankische stam Chamavi of Hamalanders. Het gebied bestond verder uit de IJsselvallei, Veluwe, Montferland, Achterhoek, alsmede een deel van Duitsland en grensde rond het jaar 750 aan de noordzijde van het Frankische rijk van Koning Karel de Grote.17 In

deze periode veroverde Karel de Grote steeds meer gebieden. Zo werd ook de nederzetting in Zutphen in het tweede deel van de 8e eeuw onderdeel van het Karolingische rijk. Om alle gebieden

goed te kunnen besturen werd naast de indeling in bisdommen het gebied opgedeeld in graafschappen. De stad viel onder het gezag van een graaf die namens de Frankische koning het bestuurlijk ambt overnam. Zutphen werd het bestuurlijk middelpunt van het graafschap aan de

13Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 10.

14 Historiek 2008: https://historiek.net/ambiorix/3032/; Giel 2016: http://romeinen.info/de-opstand-der-eburonen/ 15 Cohen/Toonen/Weerts 2016, 26.

16 Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 10-11. 17 Wirtz-Henningen 1971, 16-31; Groothedde 2011, 61.

(20)

19

IJssel.18 De nederzetting op het ’s Gravenhof bestond uit een markante houten zaal die gebruikt werd

door de graaf als ontvangstlocatie voor zijn gasten, een stenen kerkje en een aantal huizen/hutten.19

Zutphen en Deventer werden in 882 door Vikingen aangevallen, kaalgeplukt en verwoest. Blijkbaar was Zutphen belangrijk genoeg om opnieuw opgebouwd te worden. Eén van de gevolgen van de aanval was dat de nederzetting met een omwalling flink werd versterkt en vervangen door een ringwalburg van tien hectare groot. Deze nieuwe verdediging bestond uit een aarden wal met daaromheen een diepe gracht die de blauwdruk voor het ontstaan van middeleeuws Zutphen vormde (figuur 4). Ook werd de volledig gesloopte houten zaal herbouwd tot een tweeschepige-zaal met afmetingen van 28,6 bij 9,7 meter. De locatie van deze nieuwe zaal was echter niet meer op het plein ’s Gravenhof maar meer in zuidelijke richting zodat er een grote open plek ontstond waar de latere palts wordt gebouwd.20

3.2 Ontstaan en ontwikkeling van Zutphen

Rond het jaar 1050 kreeg de locatie waar tot nu toe over is geschreven de naam Zutphen. Hiervoor moet het gebied ook een naam hebben gehad maar deze is nog steeds niet ontdekt in historische bronnen. De naam Zutphen komt hoogstwaarschijnlijk van ‘Zuidveen’ of is een verbastering van ‘Zuid-Fenne’ en verwijst naar de landschappelijke situatie die nat en drassig was in deze periode.21 Deze

naam lijkt goed te passen aangezien de afzetting en invloed van de IJssel na 1100 steeds groter wordt. Dit had een groot voordeel voor de handel in Zutphen en de andere IJsselsteden. Nadelig waren de steeds hoger wordende waterstand en de ontwikkeling van meanders ten noorden en zuiden van de stad. Als reactie hierop werden forse grondophogingen (terpen) aangelegd.22 Ondanks deze

ophogingen werd omstreeks 1350 aan de zuidzijde van de stad een deel van de stadsmuur en een aantal percelen weggespoeld. Daarom werd de loop van de IJssel verplaatst. Hiermee nam de dreiging van de IJssel af maar dit zorgde ervoor dat de IJssel zich te ver van de stad verlegde. Daarom werd de IJssel nogmaals verplaatst. Deze verplaatsing werd begin 15e eeuw voltooid.23

In de 11e eeuw werd de houten zaal vervangen door een groot tufstenen paleis (palts) van 53

bij 12,5 meter (figuur 5). Er bestaat een historische discussie of het hier om een grafelijke palts of een koningspalts zou gaan.24 Uit gevonden literatuur wordt duidelijk dat het begrip ‘grafelijke Palts’ niet

zou bestaan omdat deze niet gebouwd werden door lagere adel of graven. Toch is het niet bekend of

18 Fermin/Groothedde 2006, 42-43; Fermin/Groothedde 2008, 6.

19 Fermin/Groothedde 2006, 43, 22; Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 12-13. 20 Groothedde 2011, 55-56; Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 13.

21 Bitter 1989, 43; Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 13. 22 Bitter 1989, 47; Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 16. 23 Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 17; Dalfsen 2018, 9-10. 24 Groothedde 2013, 99-108; Jongbloed 2013, 74-83.

(21)

20

de Duitse vorst een palts had in Zutphen en of hij deze überhaupt ooit bezocht zou hebben. Ondanks deze discussie is wel met zekerheid te zeggen dat de palts van ongeveer 1050 tot 1120 werd bestuurd door ‘de graven van Zutphen’ namens de bisschop. Omdat de graven al snel in aanvaring kwamen met de bisschop besloten ze om rond het paltscomplex en het kapittelgebied een nieuwe verdedigingswal en gracht aan te leggen. Vanaf de 12e eeuw was het gebied onder het gezag van de Gelders-Zutphense

graaf Hendrik I en ontwikkelde de nederzetting zich tot de eerste Gelderse stad.25

Vanaf de 12e eeuw

werd Zutphen een bloeiende handelsstad die al tot ver buiten de grenzen van de ringwalburg was gegroeid. Zutphen begon op een echte stad te lijken en dit in een periode dat morfologisch ‘volwassen’ steden in dit gebied schaars waren.26

Tussen 1191 en 1196 kreeg de stad Zutphen haar stadsrecht van graaf Otto I van Gelre en Zutphen. Dit hield in dat de stad recht had op zelfbestuur,

tolvrijheden, een eigen rechtspraak, marktrechten (jaar- en weekmarkten) en nog een aantal privileges.27 De stad trok hierdoor veel kooplieden aan en begon steeds groter te groeien (13e eeuw).

De oude versterkingen van de stad kwamen in verval en werden uiteindelijk geslecht. Er ontstonden grote markten op de plaats van de noordelijke wallen en grachten. Ook werd gebouwd aan de eerste bakstenen huizen voor de rijke kooplieden en adellijke families. Verder werd begonnen met de bouw van een bakstenen stadsmuur, die werd afgerond eind 13e eeuw (figuur 6). In 1225 werd een

gestuwde molenbeek aangelegd naast deze stadsmuur voor de aandrijving van een groot watermolencomplex. Om het watermolencomplex van kracht te voorzien werd de Berkelmonding verlegd van het oosten naar het noorden van de Oude Stad.

Halverwege de 13e eeuw werd ten noorden van het molencomplex een zelfstandige

nederzetting met een eigen bestuur en parochie gesticht: de Nieuwstad (figuur 6 en 7). Deze opdracht kwam van graaf Otto II en had als doel de positie van Gelre op economisch en strategisch gebied te vergroten ten opzichte van het Sticht Utrecht. De Nieuwstad werd systematisch aangelegd door middel van haaks op elkaar kruisende straten die uitkwamen op de aarden stadsomwalling en de verdedigingstorens. De aarden omwalling werd begin 14e eeuw vervangen door een stadsmuur (figuur

6). Graaf Reinald I besloot in 1312 de grafelijke Nieuwstad samen te voegen met de vrije stad Zutphen. De twee steden werden verbonden door middel van waterpoorten en de stadsmuur werd voltooid.28

3.3 Polsbroek/Spittaalstad

De graaf besloot om nog een stadsdeel te stichten aan de oostkant van de Oude Stad genaamd Polsbroek of Spittaalstad (figuur 7). Dit gebied was tot de Late Middeleeuwen een nat gebied met een aantal hogere ruggen. Omdat het gebied niet meer werd gedomineerd door de Berkel na de verlegging naar het noorden kon het gebied halverwege de 13e eeuw worden ingepolderd. De eerste

stap was het plaatsen van een dijk rondom het lage gebied genaamd de Ruwersdijk. Op de hogere delen van de oeverwallen was bewoning mogelijk (de Laarstraat, Spittaalstraat en Melatensteeg). De

25 Fermin/Groothedde 2006, 63; Ehlers 2007, 18; Groothedde 2013, 14. 26 Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 15.

27 Fermin/Groothedde 2006, 66.

28 Bitter 1989, 47; Fermin/Groothedde 2009b, 19, 37.

(22)

21

natte gebieden tussen en om de straten heen (de Polsbroek) lagen te laag voor bewoning maar werden gebruikt voor veeteelt en tuinbouw.29 Gezien de richting van de huidige perceleringen werd

begonnen met ontginningen uitgevoerd vanaf de straat Polsbroek. Naast agrarisch gebruik had de Polsboek ook een economische functie. In de vroege 13e eeuw ontstond een grafelijke markt in de

Laarstraat. Parallel aan de Ruwersdijk werd een gracht gegraven om het gebied te ontwateren.30

29 Fermin 2009, 5; Fermin 2012b, 11. 30 Fermin/Groothedde 2009a, 14.

(23)

22

Dit nieuwe stadsdeel was te bereiken vanuit de Oude Stad via twee poorten, de Binnen Laarpoort (gelegen aan het einde van de Beukerstraat) en Binnen Spittaalpoort (gelegen aan het begin van de Spittaalstraat). Deze poorten sloten aan op twee straten die later werden vernoemd naar deze poorten: de Laarstraat en Spittaalstraat. Het stadsdeel was te verlaten via de Buiten Spittaalpoort (gelegen aan het einde van de Spittaalstraat) en de Buiten Laarpoort (gelegen aan het einde van de Laarstraat).31 Naast beveiliging en toezicht op binnenkomende en uitgaande personen/goederen

waren deze poorten bedoeld om tol te heffen. Op veel plaatsen rondom de stad werden dergelijke tolpoorten geplaatst maar geen van deze poorten was zo lucratief als de Binnen Spittaalpoort. Volgens 14e-eeuwse bronnen bracht deze poort meer op dan alle andere poorten bij elkaar.32 Toen het

stadsdeel rond het jaar 1390 werd toegevoegd aan de stad Zutphen werden de Buiten Laarpoort en Buiten Spittaalpoort vervangen door bakstenenpoorten. Daarnaast werd ook dit gebied versterkt door middel van een stadsmuur. De bouw hiervan begon in de 15e eeuw maar werd pas voltooid in de 16e

eeuw (figuur 6).33

Het begin van de 16e eeuw stond in het teken van de Gelderse Oorlogen (1502-1543), een

reeks conflicten als direct gevolg van de Gelderse onafhankelijkheidsoorlog waarbij Gelre de onafhankelijkheid had teruggewonnen. Ditmaal was er strijd tussen hertog Karel van Gelre (gesteund door de Franse koning) en de Habsburgse Karel V. Dit zorgde voor een gezagscrisis en een stijgende ontevredenheid onder de bevolking van Zutphen. Om de bevolking in het gareel te houden liet de hertog in 1532/1533 een ‘blokhuis’ (dwangburcht) bouwen voor de Saltpoort. Daarnaast werden halvemaanvormige rondelen aangelegd voor de Kruittoren, Nieuwstadspoort en Marspoort. In 1538 kwam er toch een opstand tegen het stadsbestuur en werd het blokhuis gesloopt. Het Verdrag van Venlo betekende het einde van de Gelderse Oorlogen en het autonome hertogdom Gelre. Hertog

31 Doornink-Hoogenraad/Rothfusz 1983, 21; Fermin/Groothedde 2009a, 14-15. 32 Doornink-Hoogenraad/Rothfusz 1983, 13.

33 Fermin 2009, 5; Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 19.

(24)

23

Willem de Rijke van Kleef en Gulik moest Gelre en Zutphen afstaan aan de Habsburgse keizer Karel V. Hierop werden de versterkingen van de stad vernieuwd. De oostkant van de Spittaalstad werd versterkt door middel van twee bastions en een rondeel.34 In de jaren erna werd er volop gevochten.

Zutphen werd wisselend belegerd en bezet door Spaanse en Staatse machthebbers die vervolgens een enorme ravage achterlieten. Gedurende de oorlogen werd er bijna geen handel meer gevoerd, waren de lasten van de oorlog zeer hoog en werd de stad meerdere malen vernield en geplunderd. Op 30 mei 1591 heroverde graaf Maurits Zutphen uit Spaanse handen. Er was niet veel over van de stad. De huizen, kerken en kappelen waren verwoest, vervallen of leeg en de bevolking was gehalveerd.35

De inname van Maurits bracht een periode van herstel met zich mee. Ondanks dat de handel op internationaal niveau verloren was gegaan, begon de economische invloed van de jaarmarkten opnieuw op te bloeien. Zutphen werd weer belangrijk. Zo werd het de hoofdstad van het kwartier Zutphen, onderdeel van het Gewest

Gelre en Zutphen. Zutphen werd een van de vestingsteden die de grens van de Republiek moest beschermen, een frontierstad. Ook de vesting van een groot garnizoen zorgde voor een positieve impuls. Als gevolg van deze belangrijke functie werden de verdedigingswerken rondom de stad gemoderniseerd en kreeg de stad kanonnen met een grotere reikwijdte. De oude rondelen werden vervangen door een reeks bastions en ravelijnen met een grote gracht rondom de Oude Stad en Nieuwstad. Dit ging wel ten koste

van delen van de

Polsbroek/Spittaalstad, aangezien deze vanaf 1615 door twee bastions werd gescheiden van de stad (figuur 8).36 Helaas voor Zutphen volgde in

1672 het tweede rampjaar. Engeland (alleen op zee), Frankrijk en de prinsbisschoppen van Munster en Keulen verklaarden de oorlog aan de Republiek. Zutphen moest zich op 25 juni 1672 gewonnen geven aan Frankrijk. Deze verovering duurde tot 1674 en dankzij de gunstige

voorwaarden tijdens de bezetting van de Fransen bleef Zutphen een hoop bespaard.37

In de 18e eeuw werd voor het eerst sinds lange tijd weer aandacht besteed aan de

verdedigingswerken rondom Zutphen. De grootste reden hiervoor was de uitbraak van de Spaanse Successieoorlog (1701-1713). De vesting werd aangepast naar het principe van het Nieuw-Nederlands Vestingstelsel van Menno van Coehoorn. Ten noorden van de Nieuwstad werd een linie van vier lunetten (driehoekige bastions) toegevoegd ter vervanging van de 17e-eeuwse hoornwerken, de Linie

van Coehoorn.38 In 1707 werden de bastions tussen de Oude Stad en de Polsbroek/Spittaalstad

34 Keverling Buisman et al. 1993, 247; Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 24. 35 Frijhoff 1989, 86.

36 Manen 2001, 241; Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 28-29. 37 Manen 2001, 241; Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 34-35. 38 Fermin/Groothedde 2007, 7.

Figuur 8 De vesting van Zutphen inclusief alle grachten, bolwerken en linies. De Halvemaanstraat wordt in rood aangegeven.

(25)

24

geslecht omdat deze geen functie meer hadden na de aanleg van de nieuwe linies. Op deze plaats werden de Paardenwal en de Boompjeswal aangelegd. Aan het eind van de 18e eeuw, van 1796 tot

1799, werden nog twee linies toegevoegd: de Linie van Lambuis en de Linie van Hooff onder leiding van Herman van Hooff. Dit naar aanleiding van de Vierde Engelse Zeeoorlog. Deze drie linies zorgden voor een gesloten verdedigingsgordel om de gehele stad heen (figuur 8).39

Begin 19e eeuw was Zutphen deel van het Franse keizerrijk. In 1813 werd de stad bevrijd van

het Franse regiem en werd het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden uitgeroepen.40 De bevolking

begon flink toe te nemen waardoor de vesting steeds voller raakte. Het probleem van overbevolking was echter niet zo nijpend als in sommige andere steden omdat in Zutphen de Polsbroek/Spittaalstad nog lang niet was volgebouwd. Door onder andere immigratie vanaf het platteland groeide de bevolking van ongeveer 7500 personen begin 19e eeuw naar ruim 16.000 rond 1875. Dit zorgde voor

steeds meer vraag naar woongelegenheden. Er werden rijen goedkope huurhuizen gebouwd in de Polsbroek/Spittaalstad en Nieuwstad.41 Een van de positieve gevolgen van de bevolkingsgroei was een

grotere investering in de infrastructuur, zoals in wegen en spoorwegen. Echter moest de spoorlijn binnen de vesting liggen en om dit te kunnen realiseren diende onder andere een deel van de Linie van Coehoorn te worden verplaatst. Boven het spoor werden nieuwe verdedigingswerken toegevoegd: drie bastions en een ravelijn met gracht. Op 18 april 1874 werd de Vestingwet of Wet tot regeling en voltooiing van het vestingstelsel ingevoerd. Hierin werd onder andere vastgesteld welke vestingen overbodig waren geworden. Ook de vesting Zutphen werd officieel opgeheven. De vestingen moesten vervolgens worden ontmanteld binnen drie jaar, wat een voordeel was voor deze steden omdat ze na de ontmanteling konden uitbreiden. Vooruitlopend op deze wet werden al veel overbodig geworden muren en poorten gesloopt zoals de Binnen Spittaalpoort in 1823 en de Binnen Laarpoort in 1852-53.42 Overal in de stad werd volop gebruik gemaakt van de ruimte die vrij was

gekomen door de slechting van de vestingwerken. Er werd gebouwd voor publieke doeleinden zoals scholen, ziekenhuizen en een gerechtsgebouw. Daarnaast werden parken aangelegd voor de gegoede burgerij.43

De bevolking blijft doorgroeien en dientengevolge ook de vraag naar en realisatie van de bouw van kleine woningen. Op de kaart van Etteger uit 1878 (figuur 9) worden de kleine huizen afgebeeld. Dit is de periode waarin de arbeidershuizen aan de Halvemaanstraat zijn gebouwd die zijn gedigitaliseerd middels het 3D-model. Vanaf het begin van de Nieuwe Tijd werd de armste bevolking geholpen door kerkelijke instellingen door ze te huisvesten in hofjes maar vanaf het einde van de 18e

eeuw begon een groep gegoede middenstanders de lucratieve kant hiervan in te zien. Ze bouwden kleine, goedkope huisjes als investering om ze vervolgens veel te duur te verhuren. Deze huisjes

39 Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 29, 36-37.

40 Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 29, 42.

41 Ruitenbeek 1983, 69; Looper 1989, 139. 42 Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 29, 44-47. 43 Frijhoff/Groothedde/te Strakke 2011, 29, 49.

(26)

25

werden op tuingrond, braakliggend terrein of achter hun eigen huis in rijtjes van drie tot zes geplaatst.44 De omstandigheden van deze huizen waren slecht en de explosieve groei van de

bevolkingsdichtheid zorgde voor een steeds slechtere hygiënische toestand. Het resultaat van deze omstandigheden zorgde voor ziektes zoals tyfus en cholera. Daarom werden maatregelen getroffen om de toestanden van de huizen te verbeteren door middel van Zutphense bouwverordeningen in 1857 en 1867 (tabel 1). Echter was de bouwverordening slechts richtlijn, waarop een bouwproject kon worden afgekeurd, want wanneer een vergunning werd aangevraagd kon ontheffing worden verleend op bepaalde delen van de verordening.45

Nadat in de 19e eeuw krotten werden vervangen door arbeiderswoningen (de nieuwe norm),

werden deze in de 20e eeuw gezien als niet langer acceptabel. Door het slechte onderhoud waren de

huizen volledig afgetakeld en klaar om gesloopt te worden. De gemeente vond de arbeiderswoningen beeld verstorend en niet langer geschikt om als woning te fungeren. Aangezien de prijs voor renovatie te hoog was, werd rond 1960 het plan geopperd om de huizen op te kopen en vervolgens te slopen.

44 Frijhoff 1989, 124.

45 Bouman-Slegtenhorst/van der Meer-Hendriks/van Huffelen 1988, 93-104. 46 Bouman-Slegtenhorst/van der Meer-Hendriks/van Huffelen 1988, 97, 99.

Tabel 1 Bouwverordening Zutphen 1857 en 1867

Verordening Belangrijkste eisen

1857 - Voorschriften voor het hoogtepeil minimaal 8,75 m. van de afgewerkte vloer op de begane grond. - Voldoende licht en lucht vanuit raamopeningen (afhangend van aantal m²).

- Vloer van hout of steen en een secreet.

- Huizen niet aan de openbare weg moeten via open plaatsen genoeg licht en lucht hebben. 1867 - Houten voor-, achter- en zijgevels zijn niet meer toegestaan.

- Een vertrek moet minimaal 12 m2 groot. - Hoogte minimaal 2,80 m voor woonverdieping.46

(27)

26

De Halvemaanstraat heeft een omvangrijke onderzoeksgeschiedenis. Bij en rondom deze straat zijn door de jaren heen meerdere onderzoeken uitgevoerd. Zo werd in 2012 een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd waaruit bleek dat het terrein een hoge archeologische verwachting heeft. Daardoor werd door de gemeente Zutphen in een selectiebesluit vastgesteld dat het terrein moest worden opgegraven voorafgaande aan de nieuwbouw. In 2016 werd begonnen met het definitieve onderzoek in de vorm van een opgraving.47

4.1 Achtergrond

Het eerste onderzoek uitgevoerd aan de Halvemaanstraat was een proefsleuvenonderzoek in 2012. Het te onderzoeken gebied bedroeg een zeer groot terrein van 5000 m² met een ‘hoge archeologische waarde’ op de gemeentelijke archeologische waardenkaart. Tot dan toe is er zeer weinig onderzoek uitgevoerd in het stadsdeel de Polsbroek/Spittaalstad zodat er veel vragen zijn over de oorsprong van de bewoning. Het terrein van de Halvemaanstraat is, in tegenstelling tot veel andere terreinen in dit stadsdeel, nog niet vergraven en dus archeologisch niet of nauwelijks verstoord waardoor onderzoek goed mogelijk is. Door een dergelijk onderzoek werd de archeologische verwachting van eventuele aanwezigheid van archeologische resten getoetst. Daarnaast moest de aard, gaafheid en de datering van de vindplaats worden vastgesteld.48

Hiervoor werden in totaal 13 sleuven gegraven en 12 boringen gezet. Twee van deze sleuven waren specifiek voor het archeologisch onderzoek aangelegd om inzicht te geven in de bodemopbouw en de ligging van muurwerk en gracht. Een van deze sleuven werd aan de zuidkant haaks op de straat gegraven en de andere aan de noordkant parallel aan de straat. De overige 11 sleuven waren asbestinspectiesleuven en gaven veel extra informatie over aan- of afwezigheid van muurresten. Van

47 Dalfsen/Fermin/Rijs 2019, 2. 48 Fermin 2012a, 4.

Figuur 10 Het plangebied met de ligging van de proefsleuven en boring 9.

4. Archeologisch onderzoek

(28)

27

de boringen werd er één (boring 9) ten noordoosten van de straat geplaatst, de rest werd in de sleuven gezet (figuur 10).49

Het terrein van de Halvemaanstraat heeft vele jaren braak gelegen. Tot in 2016 werd begonnen met de bouw van twee appartementen inclusief ondergrondse parkeergarage en een aantal rijtjeshuizen in opdracht van Hegeman Bouwgroep Almelo. Doordat in 2012 tijdens het proefsleuvenonderzoek al werd aangetoond dat het gebied een hoge archeologische waarde heeft werd er eerst een archeologisch onderzoek uitgevoerd in de vorm van een opgraving. Dit onderzoek werd in twee fasen uitgevoerd: fase 1 de noordzijde van de straat van 22 juni 2016 tot 18 oktober 2016 en fase 2 de zuidzijde van de straat van 8 mei 2017 tot 4 oktober 2017. Op het terrein zijn uiteindelijk 8 werkputten aangelegd en verdiept door middel van 2 tot 5 vlakken (figuur 11 en 12).50

4.2 Resultaten

4.2.1 Proefsleuvenonderzoek 2012

Zoals in het vorige hoofdstuk benoemd bestaat de ondergrond van het gebied uit afzettingen van de Berkel. Dit kwam ook naar voren tijdens het proefsleuvenonderzoek. De ondergrond is zeer geaccidenteerd met schoonzandhoogtes tussen de 6,20 m + NAP en 6,85 m + NAP. Toch is dit veel lager in vergelijking met de andere delen van Zutphen zoals de Oude Stad en de Nieuwstad waar de hoogtes gemiddeld tussen de 7,50 en 8,50 m + NAP liggen. Bij de aanleg van de Halvemaanstraat is geen rekening gehouden met de verschillende hoogtes. Dit blijkt uit de aangetroffen zandrug die de straat diagonaal kruist. Deze zandrug is aan de noordzijde weg geërodeerd door de Berkel. De uiteindelijke ligging van de straat werd bepaald door de positie van de Laarstraat.51

Verder is tijdens het onderzoek gebleken dat in het westelijke deel van de straat het restant van de 17e-eeuwse gracht nog in de ondergrond aanwezig is. In het westen van werkput tien wordt

deze ‘Binnengracht’ doorsneden. Hiervan is de exacte begrenzing in kaart gebracht inclusief de diepte en de vier dempingsfasen (in ca. 1700, ca. 1800, tweede helft 19e eeuw en ca. 1960).52 Qua

bebouwing werden resten van onder andere muren en straatjes gevonden in vier van de sleuven (10, 11, 12, 14).53 De bebouwing van de noordoostzijde van de straat gaat terug tot na 1880 waarmee deze

kant dus jonger is dan de zuidwestzijde die teruggaat tot de 18e eeuw. Op basis van het onderzoek kan

worden geconcludeerd dat de kwaliteit en gaafheid van de in het plangebied gevonden archeologische resten hoog is, waardoor werd geadviseerd het gebied verder te onderzoeken door middel van een opgraving voorafgaande aan de bouw.54

4.2.2 Opgraving 2016

De opgraving is uitgevoerd door de archeologische dienst van Zutphen en ingenieursbureau Land met als hoofddoel het ex-situ behouden van de archeologische resten uit het plangebied. Zoals eerder al werd benoemd is het stadsdeel Polsbroek/Spittaalstad in de 13e eeuw buiten de middeleeuwse

stadsmuur en gracht aangelegd. Door onderzoek zou zelfs kunnen worden aangetoond dat het terrein al veel langer in gebruik is geweest. De opgraving is uitgevoerd in twee delen: de noordzijde en de zuidzijde van de Halvemaanstraat. Aan de noordzijde dateren de oudste aangetroffen vondsten uit het Mesolithicum en de oudste sporen uit 1300-800 v.Chr. (de Midden- en Late Bronstijd), namelijk een klein grafveld met urn. Dit grafveld heeft later plaatsgemaakt om het terrein te gebruiken voor akkerbouw in de Midden IJzertijd (ca. 500-250 v.Chr.).55 In het plangebied zijn geen vondsten gedaan

die dateren uit de Romeinse tijd of Vroege Middeleeuwen. Het bedrijven van landbouw gebeurde ook in 12e en 13e eeuw. Dit kan worden afgeleid aan het gevonden Pingsdorf-, Protosteengoed-, en

Paffrath-aardewerk. Een andere vondst die hierop duidt is het gevonden waterwerk daterend uit de

49 Fermin 2012b, 9. 50 Dalfsen/Fermin/Rijs 2019, 2. 51 Fermin 2012b, 17. 52 Fermin 2012b, 25-31. 53 Fermin 2012b, 19. 54 Fermin 2012b, 41. 55 Dalfsen 2017, 5.

(29)

28

13e eeuw bestaande uit een sloot om het akkerareaal. Haaks op deze sloot was nog een sloot die het

water afvoerde richting de Berkel. In de eerste sloot is een plank aangetroffen die waarschijnlijk heeft gefunctioneerd als onderdeel van een stuw om de waterspiegel te beïnvloeden. Dit is tevens de periode waarin de Molenbeek is gebouwd en de Berkelloop werd verlegd, daarom heeft de gevonden plank waarschijnlijk ook een waterkerende functie gehad. Vervolgens is de wijk Polsbroek/Spittaalstad aangelegd met een eigen omwalling en gracht. Een andere ontwikkeling tijdens deze periode is het ontstaan van de eerste percelering van dit gebied. Er werden drie lange percelen gevormd die aansloten op de grenzen van de Laarstraat. De scheiding van het oostelijke perceel met het midden perceel werd gevormd door smalle slootjes die uiteindelijk werden vervangen door een grotere en bredere sloot met palen. Een opvallende vondst is een dikke muur gebouwd met kloostermoppen daterend uit de 13e eeuw, die de oostgrens van het eerste perceel (gezien vanaf de David

Evekinkstraat) vormt. Dat deze muur heeft gestaan van de 13e tot de 17e eeuw werd afgeleid aan de

grondsporen waarbij de sleuf van de muur de insteek van de gracht kruiste.56

Alle bebouwing die ooit aanwezig is geweest aan de Halvemaanstraat is voor het begin van de opgraving gesloopt en de resten hiervan zijn direct onder het maaiveld teruggevonden. Grotendeels waren dit kleine, dicht op elkaar gebouwde arbeiderswoningen die bestonden uit een kelder, begane grond en zolder. Sommige huizen hadden een tuin die als moestuin werd gebruikt. Aan de noordzijde van de straat hebben van ongeveer 1880 tot 1965/70 in totaal 26 woningen gestaan. Rond 1970 hebben deze panden gefungeerd als onderdeel van de David Evekinkschool waarna de huizen gesloopt zijn.57

Aan de zuidzijde heeft een soortgelijke ontwikkeling plaatsgevonden. De oudste sporen dateren uit de prehistorie maar in tegenstelling tot de noordzijde zijn hier wel sporen uit de Romeinse tijd gevonden. Het zou gaan om een inheems-Romeinse nederzetting. Deze heeft plaatsgemaakt voor eerst een middeleeuwse akkerlaag en later een schuur (tiendschuur) waarin vermoedelijk handelswaar werd opgeslagen voor het Kapittel van Walburgis. Naast deze schuur zijn drie visvijvers aangelegd gevuld met water uit de sloot van het noordelijke deel van de straat. In dit gebied waren ook perceelsgrenzen aanwezig naast deze vijvers. De vondst van een vijfpalige hooiberg duidt op een agrarische functie die van de Late

Middeleeuwen tot de Nieuwe Tijd heeft geduurd. Het hele terrein lijkt eind Late Middeleeuwen en aan het begin van de Nieuwe Tijd te zijn ingericht met tuinmuren en er ontstaat bebouwing op het perceel van herberg de Halvemaan. Op dit perceel worden veel structuren teruggevonden zoals: waterputten, een beerput, gootjes, muren en een waterkleder. Op de rest van het terrein zijn moestuinbedden gevonden daterend uit de 17e en

18e eeuw.58 De 19e eeuw kenmerkt

zich door de bouw van veel arbeiderswoningen. Zo zijn aan de zuidzijde onder andere vijf dubbele woningen gebouwd met bedstedes. In 1967 werden deze

56 Dalfsen 2017, 6. 57 Dalfsen 2017, 7. 58Dalfsen 2017, 10.

(30)

29

gebouwen gesloopt. Alleen de huizen die nog fungeerden als autogarage (garage Schoolderman Halvemaanstraat 40-42-44 WP8) bleven bestaan tot voor de opgraving.59

Figuur 12 De werkputten van de opgraving met alle aangetroffen sporen.

(31)

30

Naast de hoofdstraten zoals met name de Laarstraat en de Spittaalstraat waren er ook secundaire straten in Polsbroek/Spittaalstad die zich niet kenmerkten door de ontwikkeling van bebouwing. Eén van deze straten was de Halvemaanstraat. De Halvemaanstraat heeft gedurende verschillende tijdsperioden veel ontwikkelingen doorgemaakt. In hoofdstuk drie ‘Historisch onderzoek’ is de historische ontwikkeling van de stad Zutphen en het stadsdeel Polsbroek/Spittaalstad uitgeschreven. Vervolgens zijn in hoofdstuk vier ‘Archeologisch onderzoek’ de resultaten van de verschillende onderzoeken besproken. In dit hoofdstuk wordt verder ingezoomd op de ontwikkeling van de Halvemaanstraat binnen het stadsdeel en Zutphen. Hiervoor is de informatie uit de vorige hoofdstukken gecombineerd met de nieuwe gegevens uit het archiefonderzoek.

5.1 Historische ontwikkeling

Zoals reeds eerder is aangegeven bevindt de Halvemaanstraat zich binnen het middeleeuwse stadsdeel Polsbroek/Spittaalstad (figuur 6 en 7). Dit stadsdeel werd gesticht door de graaf van Gelre en Zutphen en is gesitueerd ten oosten van de Oude Stad. De stadsdelen werden van elkaar gescheiden door de overgebleven stadsgracht (het restant van de omstreeks 1225-1250 verplaatste Berkel). Deze gracht was naar verwachting bedijkt aan de Polsbroekzijde omdat het water anders zou zijn weggevloeid via de laaggelegen Polsbroek. Vervolgens is de rest van het gebied ook omdijkt. In tegenstelling tot het andere door de graaf gestichte stadsdeel de Nieuwstad, heeft de Polsbroek geen snelle bevolkingsontwikkeling en bebouwing gekend maar werd het gebied veelal gebruikt voor landbouwdoeleinden. Vermoedelijk is het gebied in het tweede kwart van de 14e eeuw ontgonnen en

ingedeeld in percelen. In een bron uit 1332 wordt een stuk land benoemd buiten de Laarpoort bij de nieuwe weg iuxta novam viam.60 Deze weg wordt door Archeologie Zutphen geïnterpreteerd als de

ontginningsweg genaamd Polsbroek en liep vanaf het begin van de Laarstraat naar het einde van de Spittaalstraat.61 De bebouwing in dit gebied ontwikkelde zich vanaf de 14e eeuw in de twee ‘grotere’

en hoger gelegen straten van dit gebied, namelijk de Laarstraat en de Spittaalstraat. Buiten een aantal huizen aan deze straten was de rest van gebied over het algemeen ‘landelijk’. Dit wordt bevestigd in een oorkonde uit 1307. Hierin wordt gesproken over een stuk land buiten de Binnen-Laarpoort ‘tussen

akkers die aan beide zijden van de weg uitgestrekt liggen’.62

Ondanks het landelijke karakter van het gebied hebben er toch gebouwen gestaan aan de Halvemaanstraat in deze periode. Een voorbeeld hiervan is de tijdens de opgraving aangetroffen grote opslagschuur (tiendschuur) aan de zuidzijde van de straat. Deze schuur wordt ook meerde malen benoemd in archiefbronnen, waarbij wordt gesproken over een Horreum. Een Horreum werd gebruikt voor het verzamelen en opslaan van de oogst. In het archief is een vermelding uit 1467 gevonden over het perceel waar de schuur is aangetroffen. Hierin werd vermeld dat ene Henrik de Vriese dit terrein in bezit had maar het in de eerste helft van de 15e eeuw heeft gedoneerd aan de Kerk van

Warnsveld.63 Desondanks was het gebied in de Late Middeleeuwen en vroege Nieuwe Tijd dunbevolkt.

Het gebied bestond vooral uit tuinen en akkers. In deze periode stond de Halvemaanstraat nog bekend als de Koolsteeg/Coolsteeg en had een aanzienlijk grotere lengte dan de huidige Halvemaanstraat. De straat ontsprong vanuit de Laarstraat en liep met een bocht in noordoostelijke richting naar de Melatensteeg (figuur 13). Het vroegste spoor van aanwezigheid van tuinen is een tuinafscheiding. Deze bestond uit de gevonden 13e-eeuwse of vroeg 14e-eeuwse muur bestaande uit

de 13e-eeuwse kloostermoppen (besproken in het hoofdstuk hiervoor) en heeft vermoedelijk deel

60 NL-ZuRAZ, archiefnummer 0463, inventarisnummer 64. 61 Fermin 2012b, 11.

62 NL-ZuRAZ, archiefnummer 0465, inventarisnummer 4. 63 NL-ZuRAZ, archiefnummer 0062, inventarisnummer 291.

(32)

31

uitgemaakt van het hof van Het Spittaal (figuur 13). Dit vrouwenconvent is voortgekomen uit het ‘hospitaal van de broederschap van de Heilige Geest’ en werd opgericht halverwege de 13e eeuw.64

Een deel van het terrein werd uiteindelijk verkocht aan Johan en Anna van Lummen in 1536, het andere deel volgde vier jaar later.65 Naast het Spittaal bezat het Oude Gasthuis ook een hof aan de

Koolsteeg (Hof van het Oude Gasthuis, figuur 13).

De oudste gevonden cartografische informatie van de Halvemaanstraat is de kaart van Jacob van Deventer uit ca. 1562. Op deze kaart wordt aaneengesloten bebouwing aan zowel de noord als de zuidzijde van de Halvemaanstraat afgebeeld (figuur 14). Op de kaart van Braun en Hogenberg uit 1572-1581 wordt gesuggereerd dat de bebouwing een paar jaar later flink is uitgedund (figuur 14). Begin 17e eeuw waren de middeleeuwse stadsmuur en gracht tussen de Oude Stad en

Polsbroek/Spittaalstad nog aanwezig. In het kader van landsverdediging werden in 1615-1616 buiten deze gracht twee bastions aangelegd inclusief een gracht de ‘Binnengracht’. Dit ging ten koste van een groot deel van de Halvemaanstraat waaronder de tuinen, het Hof van het Oude Gasthuis en het Hof van het Spittaal (figuur 15). Eigenaren kregen een vergoeding voor het verlies van hun land.66

64 NL-ZuRAZ, archiefnummer 0354.

65 NL-ZuRAZ, Historisch Kadaster Zutphen, versie september 2007. 66 NL-ZuRAZ, archiefnummer 0001, inventarisnummer 1986.

Figuur 13 De oude situatie van de Koolsteeg (later de Halvemaanstraat) met in het rood het plangebied.

Figuur 14 Kaart van Van Deventer ca. 1562 (links) Kaart van Braun en Hogenberg 1572-1581 (rechts). Op beide kaarten is met een blauwe lijn de Halvemaanstraat aangegeven.

(33)

32

In de vroege 17e eeuw was er sprake van leegloop, zoals te zien op kaarten daterend uit deze periode.

Op de kaart van Blaeu uit 1649 is slechts één pand afgebeeld die op de kaart van De Witt (1698) is verdwenen. De straat lijkt vanaf dan volledig onbebouwd. Pas in de 18e eeuw neemt de bewoning

weer toe. De eerste bebouwing is te zien op de kaart van Van den Heuvel uit 1769 in de vorm van een huizenblok aan de zuidzijde van de straat (figuur 15). Pas in de 18e eeuw neemt de bewoning weer

toe.

5.2 De ontwikkeling gedurende de 19

e

eeuw

Vanaf de 19e eeuw wordt de Halvemaanstraat in hoog tempo volgebouwd. Van deze periode is veel

bekend door beschikbare informatie in de vorm van kaarten, historische bronnen, opgravingsresultaten, archiefgegevens en -foto’s. Vooral de archieffoto’s van bijna elk 19e-eeuwse

pand aan de straat is van belang. Dit is de voornaamste reden waarom in overleg met de opdrachtgever voor deze periode is gekozen als basis voor het 3D-model. Hieronder wordt alle gevonden informatie onderverdeeld in twee delen: de noordzijde en de zuidzijde van de Halvemaanstraat.

5.2.1 Noordzijde Halvemaanstraat

Huizen 1 t/m 9 zijn vijf gebouwen naast elkaar en liggen het meest westelijk aan de noordzijde van de Halvemaanstraat. Ten oosten van dit huizenblok liggen huizen 33 t/m 51a. Dit zijn in totaal tien huizen waarvan vijf aan de straatzijde en vijf huizen direct daar achter met de achterkanten tegen elkaar aan gebouwd. De huizen aan de achterzijde waren te bereiken via een steegje tussen de huizen 9 en 43. Volgens de kadastrale kaart uit 1832 werden de panden gebouwd op de zuidwestzijde van het perceel Figuur 16 Kaart van Blaeu 1649 (links), Kaart van De Witt 1698 (midden), Kaart van Van den Heuvel 1769

(rechts). Op alle kaarten is met een blauwe lijn de Halvemaanstraat aangegeven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de eerste plaats moet het vaccin ervoor zorgen dat de dieren niet meer ziek worden, legt Bianchi uit, maar ook moet duidelijk worden of het virus zich via de ge

Ook voor andere personen worden deze gegevens in de RNI bijgehouden, het is echter niet altijd duidelijk waar deze wijzigingen doorgegeven kunnen worden.. Oplossingen met

Een derde van de gemeenten heeft naast een collectief opleidingsbudget voor de gehele raad ook een persoonlijk opleidingsbudget (waarop individuele raadsleden aanspraak kunnen

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

pleistocene streken: voor 1950 bij Breda, Ootmarsum en Venlo pleistocene zandgronden en ja, maar onbekend welke soorten Z-Limburg Waddeneilanden Terschelling, Zeeland

La nouvelle chapelle date du XIIe siècle; l'état primitif, de pur style roman mosan, se présente comme suit (fig. 5, b) : la nef centrale est :fianquée de deux

A microgrid is an electric power system consisting of distributed energy resources (DER), which may include control systems, distributed generation (DG) and/or distributed

Die filosofies- opvoedkundige mandaat (grondslag) van die Pretorius-kommissie was tweërlei van aard: dat “die Christelike beginsel in onderwys en op- voeding erken, openbaar en