• No results found

5. Bouwhistorie van de Halvemaanstraat

7.3 AutoCAD 2017

7.4.2 Muren

Na alle berekeningen is de volgende stap gezet, namelijk het creëren van het 3D-model met de lijnenplattegrond als basis. Het programma 3ds Max heeft een optie om met basisvormen te werken onder het create tabblad. Deze vormen kunnen vervolgens worden aangepast tot het gewenste object. Zo heeft het programma ook een basistool om muren te creëren, onder het tabblad AEC

Extended via het objecttype wall. Vervolgens zijn de juiste paramaters (de hoogte en breedte van de

muren) ingevoerd per huis. De afmetingen en de berekeningen hiervan zijn terug te vinden in bijlage 2 ‘Afmetingen muren’. Door de snap functie aan te zetten is de muur precies op de lijnenplattegrond geplaatst. Tijdens het maken van de muren is besloten om van de panden 40-42 een gebouw te maken, dit omdat in de literatuur steevast wordt gesproken over de panden als een geheel

Figuur 27 Screenshot van de plattegrond ingeladen in 3ds Max. Geel: Create tabblad, groen: AEC Extended, oranje: wall objecttype, paars: hoogte en breedte parameters, rood: snap functie.

49

(beschreven in hoofdstuk 5: ‘Bouwhistorie van de Halvemaanstraat’). Om alles overzichtelijk te houden zijn de muren genummerd naar de huisnummers van de panden. Zo is van huis 1 het muren bestand: Muur_1 genoemd etc. Na het creëren van de muren zijn de vloeren gemaakt met de line tool. Door opnieuw snap te gebruiken is de lijn precies op de hoeken van de muren geplaatst. Door de uiteinden van de lijnen op elkaar te plaatsen sluit de lijn. Vervolgens is via de modify tab de extrude tool gebruikt. Hierdoor ontstaat een gesloten vlak die vervolgens een dikte van 0,02 m. is gegeven. De benaming is opnieuw per huisnummer, voor de vloer van de begane grond van pand 1 is de benaming: Vloer_bg_1, de naam voor de vloer van de verdieping is: Vloer_ver_1 etc.

7.4.3 Ramen en deuren

De volgende stap is het creëren van de ramen. Hiervoor is een functie in 3ds Max. Onder het create panel staat de windows tool. Voor het model is een onderverdeling gemaakt in drie raamtypes: de normale ramen, deurramen en dakramen. Voor de eerste twee ramen is het type fixed window gekozen, het basisraam. Voor het dakraam is het awning window gebruikt. Dit raam heeft scharnieren waardoor het raam open kan. Hiervoor is gekozen omdat op de foto van pand 45 het dakraam open staat en dit een leuk detail is om ook mogelijk te maken in het model. De parameters zijn bepaald door middel van de berekende afmetingen, die terug zijn te vinden in bijlage 3 ‘Afmetingen ramen en deuren’. De andere details zoals de dikte van het glas en de kozijnen zijn ingeschat aan de hand van de archieffoto’s. Nadat de parameters zijn ingesteld is het raam via het modify panel veranderd naar een

edit poly. Door middel van deze tool is het raam zo aangepast dat het resultaat lijkt op het raam op de

archieffoto’s (figuur 28). Zo is voor het normale raam aan de noordzijde de bovenste plank tussen het

glas verbreed en met de extrude tool de dikte aangepast. Dezelfde stappen zijn gebruikt voor het onderste deel van het raam, de zogenaamde raamdorpel. Daarna zijn van de dorpel de voorste

vertexes naar beneden getrokken zodat deze schuin naar beneden loopt zoals te zien op de

archieffoto’s (bijlage I ‘Archieffoto’s’). Tenslotte zijn de overige planken dunner gemaakt. Op een dergelijke wijze zijn ook deurramen en dakramen aangepast.

Na de ramen zijn de deuren gebouwd. Net als voor het maken van de ramen en de muren heeft 3ds Max ook een speciale tool om de deuren te maken onder het create panel, doors. Voor de deuren is het objecttype pivot gebruikt. Dit is een deur met aan een zijde een scharnier waardoor de deur opengezet kan worden. Bij dit objecttype is het ook mogelijk een dubbele deur te maken, hetgeen geschikt is bij de garagedeur van garage Reesink (pand 40-42) en de deur van pand 65. In totaal zijn er 11 verschillende soorten deuren in de Halvemaanstraat en voor al deze deuren in het

pivot object als basis gebruikt (figuur 29). De parameters zijn opnieuw vastgesteld door de

50

berekeningen in de paragraaf hierboven en terug te vinden in bijlage 3. Vervolgens zijn dezelfde stappen aangehouden als bij het creëren van de ramen. De overige parameters zijn ingeschat door de archieffoto’s te analyseren vervolgens van het object een editable poly te maken en de rest van de details te creëren.

Na het afronden van de deuren zijn deze en de ramen op juiste locatie geplaatst in de muren. Een van de manieren om gaten te maken voor de ramen en deuren is de functie proboolean. Echter door slechte ervaringen met deze functie is een andere manier gevonden om de gaten te maken. Per huis zijn lijnen geplaatst door de edges te verbinden met de tool connect. Daarna zijn de lijnen verschoven totdat ze precies om de ramen en deuren passen. De gecreëerde polygonen in de muur zijn verwijderd waardoor de deuren en ramen zichtbaar worden. De laatste stap is het dichtmaken van de gaten rondom de deuren en ramen. Dit is gedaan door de edges te selecteren en vervolgens de tool bridge te gebruiken (figuur 30). Om de deuren realistischer te maken is een aantal details toegevoegd: deurdrempels, brievenbussen en deurstoepen. Al deze details zijn gemaakt vanuit een

box object en vervolgens als editable poly bewerkt.

7.4.4 Daken

Het creëren van de daken is iets ingewikkelder omdat er maar een paar foto’s zijn waar de daken ook nog slechts gedeeltelijk op staan. Daarnaast is van een aantal huizen helemaal geen foto’s gemaakt van de daken. De daken aan de noordzijde zijn van het daktype schilddak. Dit dak bestaat uit twee driehoekige dakschilden (aan de korte zijde) verbonden aan twee trapeziumvormige dakschilden aan de lange zijde.100 Omdat er geen foto’s zijn van het dak van de panden 54 t/m 72 is besloten ook voor

deze panden een schilddak te maken. Bij de overige huizen (40 t/m 52) gaat het om een plat dak met een knik. Omdat de huizen in blokken aan elkaar gebouwd zijn is gekozen om per huizenblok één passend dak te maken en deze niet verder op te delen. Zo is de volgende onderverdeling gemaakt: een

100 Joostdevree 2009: http://www.joostdevree.nl/shtmls/dakvormen.shtml#zadeldak

Figuur 30 Met rode lijnen zijn de edges aangegeven die door de tool bridge aan elkaar vast gemaakt zijn.

51

dak voor pand 1, panden 3 t/m 9, panden 33 t/m 41, panden 43 t/m 49, pand 51, panden 55 t/m 65 (noordzijde), panden 40 t/m 52, panden 54 t/m 62 en de panden 64 t/m 72 (zuidzijde). Om dit daktype te maken in 3ds Max is een box gebuikt. De hoogte van 2,90 m van het dak van de panden 55 t/m 65 is bekend door de beschikbare bouwtekeningen. Bij dit dak is echter een afwijking. Vanaf pand 65 loopt het dak scheef af naar een hoogte van de bovenkant van de begane grond (2,80 m.) Door van de box een editable poly te maken kan van de box van vorm veranderd worden naar een driehoek. Vervolgens is door het creëren van extra lijnen en met de vertexes te schuiven een schuin aflopend dak gemaakt. Op dit schuine dak is daarna een dakkapel gemaakt bestaande uit twee boxen.

Voor de rest van de daken is de hoogte niet bekend, daarom is een inschatting gemaakt aan de hand van de archieffoto’s. Zo is op de archieffoto van de panden 61 t/m 65 te zien dat het dak van pand 51 iets hoger is dan de panden 55 t/m 65. Op de archieffoto van pand 43 is te zien dat de punt van het dak van de panden 43 t/m 49 net onder de dakgoot van pand 51 komt en deze hoogte komt overeen met het dak van de panden 33 t/m 41. Deze hoogte is ook gebruikt voor de panden 3 t/m 9 en 54 t/m 72. Tenslotte gaat het bij het dak van de panden 40 t/m 52 om een plat dak met een knik naar beneden. Bij dit dak is ook de dikte geanalyseerd aan de hand van de archieffoto. Op een aantal van de daken is schoorstenen te zien. Bij de panden 33 t/m 49 gaat het om een smalle schoorsteen met een afdekplaat. Bij de schoorstenen van de panden 55 t/m 65 en 40 t/m 52 gaat het om een bijna vierkante vorm met schoorsteenpijpen. De schoorstenen en de afdekplaten zijn gecreëerd uit een box en van verdere details voorzien als editable poly. De schoorsteenpijpen zijn gemaakt van een cylinder.

7.4.5 Details

Tenslotte zijn verdere details toegevoegd aan de gebouwen. Allereerst is gekeken naar de details op de muren. Zo is bij elk pand een laag boven de ramen en deuren te zien waarbij een rij bakstenen verticaal lopen, genaamd een rollaag. Om deze te maken is een extra lijn toegevoegd boven iedere raam en deur. Tijdens het toepassen van texturen is in een later stadium de baksteenlaag toegevoegd. Vervolgens is er nog een aantal lijnen toegevoegd: een lijn voor een deurrooster onder de deuren, een lijn onder de ramen voor een betontextuur en voor de panden 1 en 51 een lijn aan de bovenkant van de muur waar een witte textuur op geplaatst is. Een ander detail bij deze twee panden is een soort sierlijn op het midden van de muur, een spekband. Deze band is gemaakt met de line tool. Allereerst is een lijn getekend op de muur in de vorm van een rechthoek. Daarna is van deze een editable poly gemaakt waardoor het mogelijk werd extra lijnen toe te voegen en zijn de gecreëerde polygonen met

extrude de juiste vorm gegeven. Daarna is ervoor gezorgd dat de band met move en rotate rond het

pand gaat en zijn de uiteinden aan elkaar geplakt door target weld. Bij pand 1 is nog een kleinere versie van de spekband aan de bovenkant van het pand gemaakt.

De volgende stap was het maken van muurankers, dakgoten en de gootklos. Al deze objecten zijn op dezelfde manier opgebouwd als de spekband. De eerste stap was het tekenen van de vorm van het object met de line tool en met de vertexes is de vorm verder aangepast. Daarna is van de line een editable poly gemaakt waardoor de lijn automatisch verandert in een dichte vorm. Tenslotte is met

extrude de breedte aangepast (figuur

31). Uiteindelijk zijn de geproduceerde muurankers per pand samengevoegd tot 1 object. Dit geldt ook voor de gootklossen maar die zijn aan de hand

52

Hierop volgde het maken van de regenpijp. In het geval van de noordzijde van de Halvemaanstraat zijn de regenpijpen in de muur geplaatst. Hiervoor is wederom een gat gemaakt in de muren op dezelfde manier als bij de deuren en ramen. De regenpijp is gemaakt uit de basisvorm tube. Van de tube is een editable poly gemaakt waarmee de vorm verandert tot deze overeen komt met de regenpijp op de archieffoto’s.

Vervolgens zijn de huisnummers gemaakt. Een klein maar belangrijk detail voor elk pand aan de Halvemaanstraat. Gecreëerd uit twee delen: een plane en een TextPlus. De plane is gemaakt om te fungeren als achtergrond van het huisnummer. Vervolgens is met de TextPlus tool het nummer gemaakt voor alle panden. Tenslotte zijn de plane en nummers samengevoegd door de collapse tool. Het resultaat hiervan is dat het nummer en de plane nu één object is, een editable mesh. Als editable mesh kunnen de cijfers worden geselecteerd als polygoon en kan de kleur worden veranderd.

Tenslotte zijn de laatste (grote) details toegevoegd die de

straat compleet gemaakt hebben: de aanbouw naast pand 40, de stoep en de weg. Deze eerste twee objecten zijn op ongeveer dezelfde manier opgebouwd. De basis van de stoep en de aanbouw zijn gecreëerd uit een box object omdat beide een hoogte hebben die te zien is op de archieffoto’s. Dit is niet het geval bij de weg en daarom is deze gemaakt van een plane. Omdat bij de weg en de aanbouw een aantal hoeken rond is, is van de box een editable mesh gemaakt. Vervolgens is de edge geselecteerd en door de tool chamfer rond gemaakt. Op de aanbouw is een soort hek geplaatst. Deze is in het model ontworpen met het objecttype railing (figuur 33).

7.5 Texturen

Tenslotte wordt hier de laatste stap van het modelleren beschreven, namelijk het aanbrengen van de texturen. Voor bijna alle objecten is gebruik gemaakt van afbeeldingen die zijn gevonden via internet. Deze zijn met vermelding van bron terug te vinden in bijlage 4 ‘Texturenlijst’. Een aantal van deze afbeeldingen is wel gebruikt maar aangepast door middel van het Adobe programma Photoshop, ook dit is aangegeven in bijlage 4. Daarnaast is een aantal afbeeldingen zelf gecreëerd zoals bijvoorbeeld de lijnen die zijn gebruikt op de panden 40 t/m 52. Tenslotte is voor een aantal objecten geen afbeeldingen gebruikt maar is hiervoor een kleur ingesteld.

Het gebruik van materialen en texturen zorgt voor een realistischer model. Deze materialen kunnen in 3ds Max op twee manieren worden toegepast, door middel van de compact material editor en de slate material editor. Er is gekozen voor gebruik van de tweede editor omdat deze meer opties

Figuur 32 De regenpijp.

53

heeft en het daardoor makkelijker en overzichtelijker is bij het gebruik van multi/sub-object materiaal. Met dit materiaal is het mogelijk meerdere texturen toe te passen op een enkel object en daarom is deze optie ingesteld voor de muren, deuren, ramen, daken en regenpijp. Door vervolgens het muurobject te selecteren kan voor elke polygoon van het object een material ID ingesteld worden die overeenkomt met de nummers van het multi/sub-object.

Na het toepassen van de texturen op de objecten werden deze nog niet op de juiste manier geprojecteerd. Om dit op te lossen is de tool UVW-map gebruikt. Vervolgens is bij de paramaters bij

mapping de optie box geselecteerd en zijn de overige opties aangepast tot deze overeenstemden met

de archieffoto’s. In het geval van het dak is er nog een tool toegepast: de unwrap UVW. Met deze optie is het mogelijk de UVW-coördinaten van een object aan te passen. In de UV-editor worden de delen van het dak los ‘geknipt’ en vervolgens los van elkaar geschaald, verplaatst en gedraaid (figuur 34).

Figuur 34Pand 1-1a, links: het pand en dak met de textures, rechts: het pand met de textures aangepast door middel van UVW map en unwrap UVW. Nog een voorbeeld van de aangepaste textures met UVW map en unwrap UVW.

54

Voor dit onderzoek is een enorme hoeveelheid informatie verzameld, onderzocht en uitgewerkt met het doel de in hoofdstuk één opgestelde onderzoeksvragen te beantwoorden. Voor het onderzoek zijn de deelvragen opgedeeld in verschillende niveaus: micro-, meso-, en macroniveau. In dit hoofdstuk worden de onderzoeksvragen op de verschillende niveaus beantwoord door middel van de onderzoeksresultaten en de daaruit gevormde conclusies. Beantwoording van de onderzoeksvragen leidt vervolgens tot antwoord op de hoofdvraag: Welke bouwhistorische/archeologische ontwikkelingen heeft de Halvemaanstraat uit Zutphen ondergaan vanaf de Middeleeuwen tot heden? Microniveau

Het microniveau bestaat uit drie deelvragen. In eerste instantie is gekeken wat er al bekend was over de Halvemaanstraat in de archeologische rapporten om de onderzoeksvraag te beantwoorden: Wat

zijn de resultaten van het archeologische onderzoek van de Halvemaanstraat? Er zijn twee

archeologische onderzoeken uitgevoerd aan de Halvemaanstraat een proefsleuvenonderzoek en een daaropvolgende opgraving in 2016. Waarbij de oudste vondst uit het Mesolithicum en de oudste sporen uit 1300-800 v.Chr. dateren. In de Midden IJzertijd werd het gebied gebruikt voor akkerbouw. Romeinse sporen zijn alleen aangetroffen aan de zuidzijde van de straat (vermoedelijk een inheems- Romeinse nederzetting). Aan het gevonden Pingsdorf-, Protosteengoed-, Paffrath-aardewerk en de aangetroffen sloten kan worden afgeleid dat het gebied in 12e/13e eeuw opnieuw werd gebruikt voor

landbouw. Dit is ook de periode waarin het stadsdeel Polsbroek/Spittaalstad is aangelegd met de eerste percelering van dit gebied. Een belangrijke vondst is de grote dikke muur gevormd uit 13e-

eeuwse kloostermoppen aan de noordzijde van de straat. De betreffende muur was aanwezig vanaf circa de 13e tot de 17e eeuw. Aan de zuidzijde werden sporen aangetroffen van een vermoedelijke

opslagschuur (tiendschuur) voor goederen van het Kapittel van Walburgis. Naast de schuur zijn drie visvijvers gegraven en is een vijfpalige hooiberg aangetroffen die wederom duidt op een agrarisch gebruik. In de 15e en 16e eeuw lijkt het terrein te zijn ingericht met tuinmuren en begon de

ontwikkeling van bebouwing op het perceel van herberg de Halvemaan. Gelet op de aangetroffen moestuinbedden wordt dit doorgezet in de 17e en 18e eeuw. De 19e eeuw definieert zich door de

enorme groei in het aantal woningen. Grotendeels waren dit kleine dicht op elkaar gebouwde arbeiderswoningen.

Vervolgens is geïnventariseerd welke afbeeldingen van de Halvemaanstraat bruikbaar waren voor het onderzoek om die specifieke deelvraag te kunnen beantwoorden: Welke afbeeldingen, foto’s

en/of kaarten zijn beschikbaar en bruikbaar om een 3D-model te creëren van de Halvemaanstraat? De

historische kaarten en archieffoto’s werden aangeleverd door de opdrachtgever. Ze zijn gebruikt om de ontwikkeling van Zutphen en de Halvemaanstraat te onderzoeken en de 19e-eeuwse huizen te

dateren en vormgeven. Het gaat hier om in totaal acht historische kaarten: (1) Kaart van Deventer 1560, (2) Braun en Hogenberg 1581, (3) Kaart van Blaeu 1649, (4) Kaart van de Wit 1698, (5) Kadasterkaart 1832, (6) Kaart van Etteger 1878, (7) Elektriciteit kaart 1914/1917 en tenslotte (8) de Rioolkaart 1950. Naast de kaarten zijn in totaal 35 archieffoto’s daterend uit 1964 gebruikt. De foto’s zijn terug te vinden in bijlage I ‘Archieffoto’s’. Verder is de bron van al deze foto’s gedocumenteerd in de literatuurlijst.

Daarna is de informatie die is verkregen uit de vorige onderzoeken gebruikt en verwerkt in het onderzoek naar de historische ontwikkelingen van de straat. Hiermee wordt antwoord gegeven op de deelvraag: Wat is de historische ontwikkeling van de Halvemaanstraat binnen de stad Zutphen? De Halvemaanstraat valt binnen het door de graaf gestichte stadsdeel Polsbroek/Spittaalstad ten oosten van de Oude Stad. De twee stadsdelen werden van elkaar gescheiden door de overgebleven stadsgracht (het restant van de omstreeks 1225-1250 verplaatste Berkel). Het betreffende gebied werd rond deze periode ingepolderd. In tegenstelling tot de andere twee stadsdelen kende de

55

Polsbroek/Spittaalstad geen snelle bevolkingsontwikkeling of bebouwing aangezien het gebied werd gebruikt voor agrarische doeleinden. Pas in de 14e eeuw ontwikkelde zich in de twee grotere en hoger

gelegen straten (Laarstraat en Spittaalstraat) enige bebouwing. De rest van het gebied bleef landelijk. Toch hebben in deze periode ook bouwwerken in de Halvemaanstraat gestaan, waaronder de tijdens de opgraving aangetroffen opslagschuur. In deze periode stond de Halvemaanstraat nog bekend als de Koolsteeg/Coolsteeg en was deze een stuk groter dan tegenwoordig. De straat ontsprong vanuit de Laarstraat en liep met een bocht in noordoostelijke richting naar de Melatensteeg. Het gebied bestond vooral uit tuinen en akkers. Begin 17e eeuw werd in het kader van stads- en landsverdediging buiten

de gracht twee bastions aangelegd met nog een gracht. Dit ging ten koste van een groot deel van de