• No results found

Archeologisch en wetenschappelijk verantwoord 3D-model

5. Bouwhistorie van de Halvemaanstraat

6.3 Archeologisch en wetenschappelijk verantwoord 3D-model

De groei van toepassing van digitale visualisatie op het gebied van cultureel erfgoed is een wereldwijde trend. Door het gebruik van de modellen werd het potentieel aangetoond maar ook de defecten en onsamenhangendheid. Hierdoor ontstond behoefte aan standaarden en basisprincipes voor het creëren van 3D-modellen. Deze standaarden moeten ervoor zorgen dat alle gecreëerde modellen van dezelfde kwaliteit zijn. Om hieraan te voldoen zijn twee standaarden gecreëerd, namelijk de London Charter en de Principles of Seville. De doelstellingen en principes van beide standaarden worden hieronder onderzocht en uitgeschreven.

6.3.1 London charter

De London Charter is geschreven in 2006 en dient als handleiding voor de digitale visualisatie van het cultureel erfgoed. Het is ontworpen om de kwaliteit van digitale visualisatie (zoals 3D-modellen) te waarborgen, als hulpmiddel om het cultureel erfgoed te onderzoeken en dit bij het publiek over te brengen. Door te overleggen met de betrokken deskundigen uit de verschillende werkvelden en de eisen van hen te verwerken in de opgestelde doelstellingen heeft de London Charter succes gehad met internationale instemming over de principes. De Charter wordt algemeen erkend als basis waaraan de resultaten van de visualisatie moeten voldoen.91

De doelstellingen:

• Het verstrekken van criteria die algemene erkenning hebben bij de belanghebbenden. • Het bevorderen van intellectueel en technische striktheid in digitale erfgoedvisualisatie. • Ervoor zorgen dat computer gebaseerde visualiseringsprocessen en uitkomsten goed worden

begrepen en geëvalueerd door gebruikers.

• Het mogelijk maken voor computer gebaseerde visualiseringen om een bijdrage te leveren aan het onderzoek, interpretatie, en management van cultureel erfgoed.

• Ervoor zorgen dat toegangs- en duurzaamheidsstrategieën worden bepaald en toegepast. • Een robuust fundament bieden waarop gemeenschappen in de praktijk gedetailleerde London

Charter richtlijnen kunnen opstellen.92

Het doel van het opstellen van de London Charter is dus het bijdragen en het garanderen van de kwaliteit van de 3D-modellen en/of 3D-scans. Naast de doelstellingen die hierboven zijn genoemd, zijn er ook richtlijnen gecreëerd om dit te waarborgen. Deze zijn in eerste instantie bedoeld om vast te stellen wanneer er überhaupt gebruik gemaakt kan worden van een 3D-model of 3D-scan voor een onderzoek.93

91 Beacham, R./H. Denard/F. Niccolucci 2009: http://www.londoncharter.org/introduction.html 92 Denard 2009, 4.

41 De richtlijnen:

• Implementatie: de principes van de London Charter zijn overal geldig waar 3D-modellen worden toegepast op het onderzoek of de verspreiding van cultureel erfgoed.

• Doelstellingen en methoden: een 3D-model zou normaal gesproken alleen moeten worden gebruikt als dit de meest geschikte en beschikbare methode voor dat doel is.

• Onderzoeksbronnen: om de intellectuele integriteit van 3D-modellen en resultaten te waarborgen, moeten relevante onderzoeksbronnen op een gestructureerde en gedocumenteerde manier worden geïdentificeerd en geëvalueerd.

• Documenteren: er moet voldoende informatie worden gedocumenteerd en verspreid om methoden en resultaten te kunnen begrijpen en evalueren in relatie tot de contexten en doelen waarvoor ze worden gebruikt.

• Duurzaamheid: er moeten strategieën worden gepland en geïmplementeerd om de

duurzaamheid van 3D-modellen en documentatie op het gebied van cultureel erfgoed op de lange termijn te waarborgen om te voorkomen dat dit groeiende deel van menselijk

intellectueel, sociaal, economisch en cultureel erfgoed verloren gaat.

• Toegang: de creatie en verspreiding van 3D-modellen moet zodanig worden gepland dat maximale voordelen worden behaald bij het bestuderen, begrijpen, interpreteren, behouden en beheren van cultureel erfgoed.94

6.3.2 Principles of Seville

De Principles of Seville vormen een specificatie van de London Charter. Hoewel de Charter een reeks aanbevelingen bevat die van toepassing zijn op cultureel erfgoed in het algemeen, richten de Principles of Seville zich uitsluitend op het archeologisch erfgoed als een specifiek onderdeel van cultureel erfgoed. De doelstellingen die hieronder worden opgesomd zijn bedoeld om de voorwaarden opgesteld in de London Charter (specifiek voor de archeologie) te verbeteren, te vereenvoudigen en daarbij nieuwe aanbevelingen op te stellen. Over het algemeen zijn de opgestelde doelstellingen van de Principles of Seville vergelijkbaar met die van de Charter.95

De doelstellingen:

• Generen van duidelijke en toepasbare criteria voor de hele gemeenschap van deskundigen, waaronder computerdeskundigen, archeologen, architecten, ingenieurs, algemeen managers of specialisten in het veld.

• Het opstellen van richtlijnen om het publiek een beter begrip en een betere waardering te geven voor archeologie.

• Het opstellen van criteria voor het meten van de kwaliteit van projecten die worden uitgevoerd op het gebied van virtuele archeologie.

• Het bevorderen van het verantwoordelijk gebruik van nieuwe technologieën voor het beheer van archeologisch erfgoed.

• Het verbeteren van het huidige onderzoek, de instandhouding en de verspreiding van archeologisch erfgoed met behulp van nieuwe technologieën.

• Het creëren van nieuwe toepassingen van digitale methoden en technieken in archeologisch onderzoek, conservering en verspreiding.

94 Denard 2009, 5-11. 95 López-Menchero 2011, 2.

42

• Aandacht creëren voor de internationale wetenschappelijke gemeenschap en gezamenlijke inspanningen leveren op het groeiende gebied van virtuele archeologie.96

De richtlijnen:

• Interdisciplinariteit: elk project dat gebruik maakt van nieuwe technologieën, gekoppeld aan 3D-modellen op het gebied van archeologisch erfgoed, of het nu voor onderzoek,

documentatie, bewaring of verspreiding is, moet worden ondersteund door een team van professionals uit verschillende takken van kennis.

• Doelstelling: voorafgaand aan de ontwikkeling van 3D-modellen moet het uiteindelijke doel van het werk altijd volledig duidelijk zijn. Daarom kunnen verschillende detailniveaus, resoluties en nauwkeurigheden nodig zijn.

• Complementariteit: de toepassing van 3D-modellen voor het uitgebreide beheer van archeologisch erfgoed moet worden behandeld als een aanvullend en geen alternatief hulpmiddel voor andere meer traditionele, maar even doeltreffende beheersinstrumenten. • Echtheid: 3D-modellen reconstrueren normaal gesproken historische gebouwen, artefacten

en omgevingen zoals we denken dat ze in het verleden waren. Om die reden moet het altijd mogelijk zijn om te onderscheiden wat echt is, wat authentiek is en wat niet. In die zin moet authenticiteit een permanent operationeel concept zijn in elk virtueel archeologieproject. • Historische nauwkeurigheid: om een optimale mate van historische nauwkeurigheid te

bereiken, moet elke vorm van 3D-modellen van het verleden worden ondersteund door solide onderzoek, en historische en archeologische documentatie.

• Efficiëntie: het concept van efficiëntie toegepast op het gebied van virtuele archeologie is onlosmakelijk afhankelijk van het bereiken van passende economische en technologische duurzaamheid. Het gebruik van minder middelen om gestaag meer en betere resultaten te bereiken, is de sleutel tot efficiëntie.

• Wetenschappelijke transparantie: alle 3D-modellen moeten transparant zijn, d.w.z. de testbaarheid door andere onderzoekers of professionals, aangezien de geldigheid, en dus de reikwijdte, van de conclusies die door een dergelijke visualisatie worden geproduceerd, grotendeels zal afhangen van het vermogen van anderen om de verkregen resultaten te bevestigen of te weerleggen.

• Training en evaluatie: virtuele archeologie is een wetenschappelijke discipline met betrekking tot het uitgebreide beheer van archeologisch erfgoed met zijn eigen specifieke taal en technieken. Zoals elke andere academische discipline vereist het specifieke opleidings- en evaluatieprogramma’s.97

Het verschil van deze doelstellingen en richtlijnen ten opzichte van de Charter is de benadrukte noodzaak van een interdisciplinair onderzoek als er gebruik wordt gemaakt van een 3D-model of 3D- scan. Ook moet voorafgaande aan het creëren van een 3D-model het uiteindelijke doel hiervan duidelijk zijn. Dit is belangrijk voor het vaststellen van het benodigde detailniveau van het model. Daarnaast moet volgens deze richtlijnen het model worden gezien als aanvulling van het archeologisch onderzoek en niet als vervanging worden gebruikt voor de traditionele documentatie. Tenslotte is een belangrijk verschil dat het belangrijk wordt geacht om in het model duidelijk aan te geven welke delen authentiek zijn en welke delen een interpretatie zijn van de maker.

96 López-Menchero 2011, 4. 97 López-Menchero 2011, 5-9.

43

6.3.3 Deelconclusie

Voor het maken van het 3D-model van de Halvemaanstraat worden zo veel mogelijk beide standaarden aangehouden echter met een meerderheid van de Principles of Seville. De reden hiervoor is dat in principe de Principles of Seville de doelstellingen van de Charter heeft overgenomen. Zoals hiervoor al is benoemd zijn die doelstellingen en richtlijnen overgenomen uit de Charter en vervolgens gesimplificeerd en gespecificeerd voor het gebruik binnen het cultureel erfgoed en de archeologie. Daarom en omdat het voor dit onderzoek gaat om een 3D-model van archeologische objecten is deze standaard het meest geschikt en van toepassing. Een aantal richtlijnen die gedurende het onderzoek is toegepast zijn hier opgesomd. In overleg met de opdrachtgever (gemeente Zutphen) is voorafgaand aan het onderzoek het doel en het detailniveau voor het 3D-model vastgesteld. Daarnaast is voor het model voldoende onderzoek gedaan om ieder gecreëerd onderdeel te kunnen onderbouwen en verantwoorden zodat de historische nauwkeurigheid kan worden gegarandeerd. Deze informatie is vervolgens voorzien van een duidelijke bronvermelding die op een gestructureerde en gedocumenteerde manier is vastgelegd. Deze bronnen zijn gedocumenteerd in het hoofdstuk ‘literatuurlijst’ en de bijlage ‘Texturenlijst’. Verder is gezorgd voor een samenwerking tussen verschillende takken van kennis, in dit geval de koppeling tussen de vakgebieden archeologie en bouwhistorie.

44

Het 3D-model is gemaakt op basis van informatie vergaard uit verschillende archief-, archeologische-, en bouwhistorische bronnen. Alle informatie is verzameld en uitgewerkt in de vorige hoofdstukken en vervolgens gebruikt om een archeologisch en bouwhistorisch verantwoord 3D-model te maken. Samen met de opdrachtgever is besloten de visueel meest interessante fase van de Halvemaanstraat te kiezen en deze in het 3D-model te verwerken. De gekozen periode is de 19e eeuw die bestaat uit de

arbeiderswoningen. De ontwikkeling van de straat is in hoofdstuk vijf ‘Bouwhistorie van de Halvemaanstraat’ uitgeschreven met daarin voldoende informatie voor de bouw van en model. In dit hoofdstuk is in stappen uitgeschreven hoe het model is gebouwd. Zo worden eerst alle programma’s genoemd die zijn gebruikt en vervolgens wordt uitgelegd hoe het model daadwerkelijk is gemaakt.