• No results found

Icoon aan de mass

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Icoon aan de mass"

Copied!
92
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Esther van Hinsberg Maastricht, januari 2007

(2)
(3)
(4)
(5)

Een stad is iets bijzonders. Het is een samenkomst van mensen, voorwerpen, gebouwen, ideeën, culturen, geuren, kleuren en geluiden. Deze zaken vormen een fysieke stad, maar zorgen tevens voor de ‘ziel’ van een stad. Ik ben van mening dat de bezieling van een stad ook voor een deel ontstaat door jezelf als individu. Het is een beeld dat je voor jezelf creëert in je hoofd. Je vormt een bepaalde mening over een stad. Mijn bezieling van de stad Maastricht is al van kleins af aan langzaam ontstaan. Uitstapjes naar ‘opa en oma Maastricht’, wandelingen maken op Slavante, terrasje pikken aan het Vrijthof, rondslenteren op TEFAF, kaarsje opsteken in de Onze Lieve Vrouwe kerk, trouwerij meemaken in het Stadhuis, het Bonnefanten museum bezoeken, etcetera. Verschillende herinneringen hebben ervoor gezorgd dat er een bepaalde emotionele band met de stad Maastricht is ontstaan. Deze band is verder versterkt nu ik er sinds kort woon. Bij het bedenken van mijn scriptie onderwerp kwam ik dan ook al vrij snel bij Maastricht terecht. Ik wilde meer te weten komen over de stad en de reden van de aantrekking die Maastricht op mij, en velen met mij, heeft. Hoe komt het nu dat een stad een mens zo in vervoering kan laten geraken. Het onderzoeken, uitpluizen en in kaart brengen van dit fenomeen heeft geleid tot een kijkje achter de schermen van deze Limburgse stad met Europese sterallures. Het heeft me doen inzien dat er ook minder mooie kanten aan het verhaal zitten en dat niet alles is zoals het lijkt. Hopelijk is het me gelukt om deze ervaringen met u als lezer te kunnen delen.

(6)
(7)

Een stad is iets bijzonders. Ondanks dat het een verzameling van gebouwen betreft, zorgen de mensen die er wonen voor de betekenis van het geheel. De cultuur van de bevolking en de geschiedenis zijn de factoren die de mensen binden. Een stad kan grote aantrekkingskracht hebben, mede door de aanwezige iconen die een stad rijk is. Iconen kunnen van alles zijn: personen, gebouwen of zelfs de stad zelf. Maastricht is een middelgrote provinciestad in Zuid-Limburg. Een stad die hard op weg is om Europees stericoon te worden. De vraag die centraal staat in deze scriptie is: “Wat maakt de stad Maastricht nu eigenlijk tot icoon”?

Maastricht is ooit begonnen als klein dorpje aan een doorwaadbare plaats in de Maas. Van hieruit is het langzaam uitgegroeid tot de stad van vandaag de dag. Haar rijke historie en de verschillende rollen die de stad heeft gehad, hebben geleid tot een verscheidenheid aan aantrekkelijke iconen. Veel van deze iconen zijn voor de hand liggend, zoals de mooie historische binnenstad. Andere iconen zijn misschien minder opvallend, maar zeker zo belangrijk voor de uitstraling van Maastricht.

Er is één icoon dat eruit springt in Maastricht, namelijk The European Fine Art Fair. Deze kunstbeurs is de belangrijkste kunst- en antiekbeurs ter wereld. Dat dit evenement in eerste instantie in Maastricht werd gehuisvest, is niet zo bijzonder, aangezien de oprichter ervan een

Maastrichtenaar was. Dat TEFAF heden ten dagen nog steeds in Maastricht te zien is, is wél opmerkelijk. Maastricht heeft dus blijkbaar een bepaald imago opgebouwd dat goed bij TEFAF past. Ook de noodzakelijke capaciteit en infrastructuur is aanwezig om dit evenement te kunnen houden. Natuurlijk zijn er meerdere steden die mooier, groter of een betere naam hebben dan Maastricht. Opvallend is daarom dat TEFAF nog steeds kiest voor de Maasstad. Blijkbaar zijn de beide iconen met elkaar verbonden en vormen ze samen voor een evenement van wereldklasse. Wat die chemie nu precies veroorzaakt zal waarschijnlijk nooit achterhaald kunnen worden.

Ondanks de vele iconen die Maastricht als stad tot icoon hebben doen verheffen, zal Maastricht zeker niet op haar lauweren kunnen rusten. Dit is het ook zeker niet van plan om te gaan doen. De citymarketeers hebben een

(8)
(9)

beleid opgesteld dat het ‘merk’ Maastricht tot Europese hoogte zal moeten laten stijgen. Ambitieuze plannen zijn gemaakt om de uitstraling van de stad te versterken, zoals bijvoorbeeld de aanleg van één van de grootste stedelijke ontwikkelingsprojecten in Nederland (Belvédère) en de ondertunneling van de A2. Echter, bij haar weg naar de top wordt vaak de indruk gewekt dat er met oogkleppen op vanachter een bureau te werk wordt gegaan. De directe omgeving van de stad (Heerlen, Sittard/Geleen (Tripool)) wordt vaak over het hoofd gezien, terwijl een goed

ontwikkelde regio ook ten goede komt aan de uitstraling van een stad. Maastricht lijkt dit te onderschatten en dat kan haar in de loop van de tijd wel eens duur komen te staan.

Als huzarenstuk in haar race naar de Europese top, wil Maastricht zich hoogstwaarschijnlijk kandidaat gaan stellen als culturele hoofdstad van Europa in 2012. Dit zal dan in samenwerking zijn met Euregio partner Luik. Mocht deze samenwerking niet van de grond komen dan wil Maastricht in 2018 een tweede poging wagen, maar dan alleen. Momenteel wordt er druk bekeken of het allemaal haalbaar is en of ze dit wel moeten doen. Ook hierbij is duidelijk te zien dat Maastricht zich niet echt verbonden voelt met de rest van Limburg, maar liever met het buitenland geassocieerd wil worden.

Als Maastricht in de toekomst culturele hoofdstad van Europa wordt, dan zal dat ongetwijfeld betekenen dat Maastricht weer een stap dichterbij is waar het zo van droomt: Europees stericoon zijn.

(10)
(11)

Inleiding Hoofdstuk 1

Imago van Maastricht door de jaren heen 1.1 De evolutie van Maastricht

Hoofdstuk 2

Huidige imago van Maastricht Hoofdstuk 3

TEFAF als stericoon Hoofdstuk 4

De stedelijke identiteitsvorming van Maastricht 1.1 Stedelijke identiteitsvorming

1.2 Het merk Maastricht 1.3 Mensen maken Maastricht Hoofdstuk 5

Culturele hoofdstad in de toekomst? Conclusie Bronnenlijst

Inhoudsopgave

13 17 17 29 47 57 59 61 69 75 81 83

(12)
(13)

Een stad laat zich analyseren als een verzameling van dingen (de stenen stad), als een verzameling van mensen bijeenlevend op een bepaald territorium (de levende stad), of als een communicatieve structuur (de stad als verhaal en als (audiovisuele) cultuur). De stenen stad bestaat uit allerlei verschillende bouwwerken, zoals woonhuizen, kantoren, fabrieken, bruggen, parkjes, stoepen en straten. Al deze onderdelen samen zorgen ervoor dat een stad aanwezig is, maar zonder de mensen die er wonen (levende stad), is het niet meer dan een verzameling van voorwerpen. Juist de mensen die er wonen geven de betekenis aan al deze voorwerpen. De mensen zorgen ervoor dat een gebouw wordt gezien als een woning of als een kantoor. Om de verzameling voorwerpen en mensen tot een stad te laten worden, is er op de laatste plaats een structuur nodig die alles met elkaar verbindt (cultuur). De geschiedenis van een stad zorgt voor een bepaalde houvast en kan de mensen die er wonen één laten worden. Het geeft de stad betekenis en dit is net zo belangrijk als de gebouwen waaruit de stad bestaat en de mensen die de stad in leven houden.

Om een stad zijn betekenis te laten behouden, worden er door mensen iconen in het leven geroepen. Volgens Aaron Betsky worden iconen juist opgericht om de continue veranderingen in de wereld het hoofd te bieden. Iconen worden volgens hem gezien als iets om je aan vast te houden in deze tumultueuze wereld. Iconen blijven voortbestaan als magneten van betekenis waarop we onze herinneringen, onze hoop, en onszelf kunnen projecteren, ook als alles eromheen is veranderd of verdwenen. Een icoon kan daarom ook van alles zijn: een persoon, een gebouw, en zelfs een volledige stad. Maastricht is een stad die beschouwd kan en mag worden als icoon. De stad zelf bevat ook weer talloze iconen die zorgen voor een bepaalde uitstraling naar buiten toe. Deze uitstraling zorgt ervoor dat mensen naar zo’n stad toe komen of zich er willen vestigen. Maastricht is echter niet meteen een icoon geworden, maar heeft daar zeer veel moeite voor moeten doen. Een belangrijke stap in het vergaren van de icoonstatus was het binnenhalen van TEFAF in Maastricht. Dit evenement zorgt er jaarlijks voor dat mensen vanuit de hele wereld naar Maastricht komen. Om een icoon te blijven moet er veel gebeuren en zal Maastricht zeker niet op de reeds

(14)
(15)

behaalde successen kunnen teren. Op allerlei gebieden, van cultureel, economisch tot ruimtelijk en sociaal zal gewerkt moeten worden om het imago hoog te houden. De gemeente Maastricht voert hiervoor een bepaald beleid die de stad naar een Europese icoonstatus moet brengen. Het frappante hieraan is dat Maastricht hiertoe als een merk wordt gezien en zo ook behandeld wordt, met een volledige citymarketing die het merk Maastricht groot moet maken.

Deze scriptie is bedoeld om een beeld te geven van hoe Maastricht zich in de loop der jaren ontwikkeld heeft tot icoon. De hoofdvraag die gedurende het verhaal centraal staat is: “Wat maakt de stad Maastricht nu tot icoon?”. Hier komen een aantal zaken bij kijken, namelijk bepaalde factoren die hebben bijgedragen aan het huidige imago van Maastricht. Er is hierbij één evenement dat zeer belangrijk is geweest voor de ontwikkeling van het imago van de stad, namelijk TEFAF Maastricht, die om die reden apart wordt belicht. Verder zal de identiteitsvorming van de stad worden bekeken. Hierbij worden de plannen die er zijn voor de toekomst besproken, alsmede het huidige beleid van de stad. Tot slot zal worden uitgewijd over het streven van Maastricht om ‘culturele hoofdstad’ van Europa te worden.

(16)
(17)

Maastricht is in de loop der jaren enorm veranderd. Het heeft zich ontwikkeld van kleine vestiging aan een doorwaadbare plaats in de Maas tot de Europees georiënteerde stad van vandaag de dag.

Aan deze veranderingen liggen meerdere zaken ten grondslag. Een zeer belangrijk onderdeel hiervan zijn bepaalde iconen die de stad hebben doen opbloeien. Uiteraard is het haast onmogelijk om alles aan te halen, vandaar dat in deze scriptie alleen de belangrijkste iconen en de belangrijkste gevolgen hiervan zullen worden besproken. Het gaat dan voornamelijk om de ontwikkelingen van de laatste 25 tot 30 jaar. Dit hoofdstuk zal allereerst een betere kijk geven op de vorming van het huidige Maastricht door de jaren heen. Maastricht heeft namelijk veel verschillende uitstralingen gehad, die sterk correleerden met de culturele en economische status van de stad.

Maastricht is vanaf het moment van stichting een aantal stadia van stadstypes gepasseerd. Het eerste ‘soort stad’ dat Maastricht is geweest, staat zelfs tot vandaag de dag in de actualiteit. Het is namelijk de oudste stad van Nederland. Dit blijft nog steeds een gevoelig en omstreden onderwerp. Over de eerste duizend jaar van de stadsgeschiedenis zijn namelijk geen geschreven bronnen gevonden. Waar komt dan de legitimatie vandaan van Maastricht als ‘oud(st)e’ stad? Veel, dikwijls spectaculair, onderzoek is uitgevoerd in het Maastrichtse bodemarchief. De archeologie is de verbindende schakel, die de continuïteit van de laat antieke oudheid naar de vroege middeleeuwen heeft aangetoond. De archeologen hebben het besef van die continuïteit een plek gegeven in ons collectief geheugen, in onze actuele alledaagse beleving van de stad. Wat wel duidelijk is geworden is dat Maastricht is ontstaan als Romeinse nederzetting. Dat was te danken aan de geografische situatie: een Romeinse weg komt hier aan bij een doorwaadbare plek in de rivier en dat maakte de bouw van een brug mogelijk. Dit is een belangrijk aspect uit de biografie van de stad, want vanaf dat moment tot op de dag van vandaag heerst er een bewoningscontinuüm in Maastricht.

Hoofdstuk 1

Imago van Maastricht door de jaren heen

(18)
(19)

Een zeldzaam verschijnsel in Nederland. De brug werd de spil van de stadsgeschiedenis. De vroeg Romeinse stichting, de laat Romeinse versterking en de vroeg christelijke geschiedenis worden gedomineerd door Sint Servatius, die als bisschop van Tongeren naar de stad komt. Hij werd de patroonheilige van de stad. De stad Maastricht laat zich graag voorstaan op haar rijke en lange historie. Er kan gepocht worden op een Romeins verleden en nog veel verder terug op de sporen van de eerste menselijke activiteit op Nederlandse bodem (maar liefst 250.000 jaar oud).

Vestingstad

Al in de Romeinse tijd was het centrum van het toenmalige Trajectum ad Mosam (doorwaadbare plaats in de Maas) ommuurd. Door haar strategische ligging was Maastricht eeuwenlang één van de belangrijkste vesting- en

garnizoensteden van Noordwest Europa. De forten, de restanten van de vestingwerken en de stadsmuren zijn nog steeds tastbare getuigen van de militair strategische functie van Maastricht. Eeuwenlang maakten de aanwezige Spaanse en Franse soldaten ongeveer een kwart van de bevolking uit. De stedelijke economie was na 1600 tot circa 1830 geheel gericht op de aanwezigheid van het garnizoen in de stad. Sporen van de eeuwenlange militaire aanwezigheid leven nog voort in verhalen, militaire kaarten, rituelen en uitdrukkingen. Op 29 mei 1867 werd de vesting Maastricht opgeheven. Op de Oostelijke oever werden alle vestingwerken gesloopt, op de westelijke oever bleven enkele forten bewaard. Sociaal-economisch en cultureel moderniseerde Maastricht zich als vestingstad. Getuigen daarvan zijn de opkomst van het Stokstraatkwartier als havenwijk, het imposante stadhuis en de verandering van het aanzien van de stad door het proces van ‘verstening’. De middeleeuwse vakwerkbouw was passé, maar het middeleeuwse stratenpatroon bleef behouden. Bedevaartsoord

Maastricht was in de middeleeuwen een religieuze

‘toeristenplaats’, een trekpleister voor pelgrims naar het graf van Sint Servaas. De stedelijke economie en samenleving waren grotendeels gericht op die religieuze functie. Torens van de vele en zeer verschillende kloosters, kapellen, basilieken en parochiekerken domineerden in de middeleeuwen het

(20)
(21)

monumentale silhouet van de stad. Nog steeds treft men in Maastricht veelkleurige tastbare uitingen aan van kerkelijke cultuur. Er zijn nog tal van plekken en kerkelijke gebouwen die de oorspronkelijke middeleeuwse religieuze atmosfeer hebben bewaard. Veel gerestaureerde kerkelijke gebouwen staan weliswaar geregistreerd als monument, maar zijn niet tot museum geworden; ze hebben hun religieuze functies behouden. Bovendien bezitten de Maastrichtse kerken nog dikwijls hun altaren, beeldhouwwerken, fresco’s en schilderijen, religieus vaatwerk en kerkelijk meubilair. Ook het religieus cultureel erfgoed is in Maastricht nog niet in het museum terecht gekomen.

Echter, wat Maastricht gedurende en na de periode van de vestingstad tot bedevaartsoord transformeerde was de opbloei van de zevenjaarlijkse heiligdomsvaart. Vroeger was het de gewoonte om relieken te tonen op de verjaardag van de kerkwijding, de consecratie en toewijzing van een heilige aan een kerkgebouw. Dit tonen van relieken noemde men toen ook wel ‘kerkmis’. Langzamerhand kregen de vermakelijkheden die zich rond een dergelijke reliekenkerkmis afspeelden de naam ‘kermis’. Van die reliekenkermissen ontwikkelden zich vele in de loop der tijd tot heiligdomsvaarten, een naam die is ontstaan uit de combinatie van heiligdomskermis en het woord roomsche vaart (pelgrimstocht). De Maastrichtse heiligdomsvaart groeide in de middeleeuwen, ook en vooral omdat het om de verering van een heilige ging, uit tot een uitzonderlijk evenement. In de 16de eeuw begint de

neergang van de heiligdomsvaart. De moeilijkheden die de godsdiensttijd en de politieke verwikkelingen veroorzaakten èn de verandering van mentaliteit waren er de oorzaak van dat de vertoning nog slechts in de kerk plaats had. In de periode die hierop volgde werden de relieken zelfs zorgvuldig verborgen gehouden. Pas in 1829 werd de vertoning binnen de kerk na enige eeuwen weer hervat. Dit was weer een schuchter begin van het herstel van de oude glorieuze heiligdomsvaart, die langzamerhand steeds meer van haar oude vorm zou terugvinden. Ook de relieken werden op den duur weer buiten de kerk gebracht in de vorm van een processie waarin de relieken worden meegedragen. De heiligdomsvaart

ontwikkelde zich weer tot een groots religieus gebeuren omdat naast de reliekentoning ook het element ‘ommegangen’, de religieuze stoeten, volop tot ontwikkeling kwam. Het profane

(22)
(23)

deel, vroeger was dat de kermis met al haar vermakelijkheden, kreeg een culturele tegenhanger, tentoonstellingen en openluchtspelen. Zo herkreeg dit feest na eeuwen weer een gemeenschapskarakter. Een feest voor heel de Maastrichtse gemeenschap en voor iedereen die hier als gast tijdens deze dagen in deze gemeenschap wilde verblijven.

Industriestad

In de 19de eeuw begon de ontwikkeling van Maastricht tot

een industriestad. Maastricht staat te boek als de oudste arbeiders- en industriestad van Nederland. Met de vestiging van verschillende grote industrieën vanaf circa 1830 nam de geschiedenis van de oude vestingstad een nieuwe wending. Voordien waren al voorwaarden gecreëerd voor de vroege industrialisatie. De infrastructuur was verbeterd, de Zuid-Willemsvaart (1817-1824) was aangelegd die het Luikse industriebekken via Maastricht en ’s Hertogenbosch verbond met de Hollandse zeehavens. Tevens was ook het Bassin als binnenhaven voltooid (1826). Rond het Bassin en de Bosschstraat verrezen de eerste pakhuizen, werkplaatsen, vemen (opslagplaatsen) en koffiehuizen. Petrus Regout (1801 – 1878) opende in 1836 een aardewerkfabriek aan de Bosschstraat, de latere Sphinx-fabriek. Later volgde de oprichting van Societé Céramique (1863) op de oostelijke oever en de papierfabriek ten noorden van het Bassin, het huidige Sappi. In 1883 startte Louis Regout een porseleinfabriek, die als Mosa bekend werd. Tussen 1880 en 1930 was Maastricht één van de grootste exporteurs ter wereld. De snelle industrialisatie had ook zijn keerzijde: fabrieksarbeiders die in erbarmelijke omstandigheden leefden, kinderen die gedwongen werden in de fabrieken te werken en het uitbreken van besmettelijke ziektes. Na 1930 en vooral na 1945 verloren de traditionele industrieën – aardewerk, glas, cement en papier – snel terrein.

In andere arbeiderssteden zijn de sporen van de vroege industrialisatie uitgewist. Maastricht heeft tot op heden zijn vroeg industrieel karakter weten te behouden, zelfs goed weten te combineren met andere stadsidentiteiten. Veel industrieel erfgoed is door behoud en hergebruik bewaard gebleven en beschermd.

(24)
(25)

Bourgondische stad

Na de tweede wereldoorlog begint Maastricht aan een periode van herstel en wederopbouw. Langzaamaan vervaagt het sobere imago van de arme arbeidersstad en uit Maastricht zich steeds meer als een gezellige, rustige en Bourgondische provinciestad. Bourgondisch wordt gebruikt om aan te geven dat er genoten wordt van het leven. Deze term is afgeleid van de hertogen van Bourgondië, die omstreeks 1400 in het Noordoosten van het tegenwoordige Frankrijk een machtig rijk opbouwde, dat ook een groot deel van de Nederlanden omvatte. De inwoners van de Zuid-Nederlandse provincies Noord-Brabant en Limburg en met name de Belgen worden vaak ‘Bourgondisch’ genoemd, omdat ze graag de tijd nemen om van een hapje en een drankje te genieten. Deze Bourgondische leefstijl komt op verschillende vlakken tot uiting in Maastricht. Denk hier bijvoorbeeld aan de grote hoeveelheid cafés die er in Maastricht zijn te vinden (meeste cafés van heel Nederland) en het grote aanbod van top restaurants in en om Maastricht. In de tijd dat in de rest van Nederland de gastronomie nog in de kinderschoenen stond, was Maastricht al gezegend met een aantal goede restaurants. Dat had te maken met het feit dat Maastricht qua cultuur meer Belgisch dan Nederlands was en bij de zuiderburen is de gastronomie al veel langer een goed ontwikkelde branche. In feite is de gastronomie via Maastricht het land binnengekomen en van daaruit langzaam verder naar het noorden opgerukt. Een ander element dat aan de Maasstad is verbonden is natuurlijk het carnavalsfeest. Al in de middeleeuwen werd op vrolijke wijze ‘vastenavond’, de laatste dag voor de vasten, gevierd. Dit feest is in Limburg beter bekend als ‘vastelaovend’. Gedurende deze drie dolle dagen, die voor sommigen al een aantal maanden duren (vanaf 11 november) is Maastricht het toppunt van alles wat Bourgondisch is. Europese stad met allure

Tegenwoordig probeert Maastricht zich steeds meer als een chique, Europese stad te profileren. Hierbij wordt het Bourgondische karakter dat de stad bezit niet de rug toegekeerd, maar men wil niet louter met dit imago verbonden worden. Sinds het organiseren van de twee Eurotops in 1981 en 1991 wordt het Europese streven meer zichtbaar. Het Verdrag van Maastricht (officieel het Verdrag betreffende

(26)
(27)

de Europese Unie) werd ondertekend op 7 februari 1992 en diende ter oprichting van de Europese Unie. Deze gebeurtenis heeft veel bijgedragen tot de naamsbekendheid binnen Europa en kan dan ook gezien worden als de bakermat van het huidige imago van Maastricht.

(28)
(29)

Het meest opvallende dat uit een enquête onder

Maastrichtenaren, naar mijn mening, naar voren kwam is dat Maastrichtenaren zich niet de vraag stellen óf Maastricht een stad is, maar of er nog andere steden zijn die zó mooi zijn. Dit voorbeeld geeft al aan dat Maastrichtenaren enorm trots zijn op hun stad en dat schuiven ze ook niet onder stoelen of banken. Begrippen die ook vaak met Maastricht(enaren) worden geassocieerd, zijn chauvinisme en arrogantie. Veelal negatieve termen die worden geopperd over deze stad en haar inwoners, en toch is Maastricht, op Amsterdam na, het meest in trek bij toeristen. Dit betekent dat er toch ook aspecten aan de stad verbonden zijn die mensen juist aantrekken.

Deze zogenaamde iconen, zoals in het vorige hoofdstuk al is aangegeven, zijn in de loop der jaren ontstaan en bepalen voor een groot deel het imago dat Maastricht momenteel uitstraalt. Het zijn vaak zaken die als eerste bij je opkomen als je aan Maastricht denkt, zoals het Vrijthof, het Verdrag van Maastricht en natuurlijk TEFAF. In hoofdstuk 1 zagen we al hoe de stad haar ontwikkeling door heeft gemaakt. Deze ontwikkeling heeft voor vele iconen in de stad gezorgd, maar heeft zeer zeker ook geleid tot de stad als icoon. Dit hoofdstuk zal daarom een korte beschrijving van de belangrijkste iconen in de stad geven als ook de betekenis van deze iconen voor het imago van de stad Maastricht.

Historisch centrum

De kracht van Maastricht zit volgens velen in het historisch centrum, dat de stad een buitenlands allure geeft. Het geluk dat Maastricht heeft gehad is dat ze na de oorlogen zó arm waren, dat ze niet zoals andere binnensteden alles gesloopt hebben. Dit is dan ook een belangrijke oorzaak van de rijkdom aan gebouwen in het centrum. Het gevolg is dat er een Franse uitstraling in de stad heerst. Een voorbeeld hiervan zijn de daken op de huizen. Die staan er op de Franse wijze op, niet op de Nederlandse wijze. Er wordt ook veel gewerkt in de Maaslandse bouwstijl met materialen die uit het gebied komen. Hierdoor wordt het een buitenlandse stad in Nederland, en het wordt ook als zodanig beleefd. Bijkomend aspect is dat de historische gebouwen ook nog op korte afstand van elkaar

Hoofdstuk 2

(30)
(31)

in een compact, beloopbaar centrum staan. Dit creëert een binnenstad die sfeervol, verzorgd en van hoge kwaliteit is. De historische binnenstad is naar mijn mening dan ook een icoon voor Maastricht. Het bepaalt voor een groot deel de uitstraling van de stad. Het is iets dat ervoor zorgt dat je je prettig voelt als je door de stad loopt. Het geeft een eigen identiteit aan de stad.

Industrie

Een aantrekkelijke binnenstad zorgt er niet op zichzelf voor dat een stad zich tot een icoon ontwikkelt. Maastricht bevat dan ook een breed scala aan iconen, die allemaal op zichzelf bijdragen aan het imago van vandaag de dag. Zo zijn er natuurlijk de overblijfselen uit het industrie tijdperk, de Sphinx, Mosa en ENCI fabrieken. Deze namen zijn sinds jaar en dag verbonden met de stad Maastricht. De immense Sphinx fabrieken zijn een vertrouwd gezicht, en zijn geïntegreerd met de stad. Zowel in de stad als aan de rand van de stad zijn ze niet weg te denken. De grote lichtgevende Sphinx langs de rondweg, maakt snel duidelijk dat Maastricht in de buurt is. Jarenlang heeft het Sphinx-terrein, omsloten door hoge muren en langgerekte gebouwen, de fantasie van velen in werking gezet; Wat gebeurt er achter die muren? Hoe ziet het er uit? Ook de Mosa fabrieken zijn één van de eerste gebouwen waar je oog in oog mee komt te staan bij het naderen van station ‘Maastricht’. In de binnenstad zijn tevens ook van deze giganten te vinden. Deze immense fabrieksgebouwen, ademen een soort van nostalgie uit; Maastricht in de roemrijke dagen, waar de Mosa tot de grootste der aarde behoorde. Tegenwoordig zorgt de industrie nog steeds voor werkgelegenheid in Maastricht. Dit is natuurlijk gunstig, maar het is ook duidelijk dat deze bedrijven moeite hebben om het hoofd boven water te houden. De vraag is nu hoe lang deze boegbeelden van de vroegere industrie hun status als icoon kunnen handhaven. Naar mijn mening zullen deze bedrijven altijd opgenomen blijven in het lijstje van zaken die bij Maastricht horen. Echter, Maastricht probeert mijns inziens wel het beeld ietwat te veranderen. De industrie moet namelijk uit de binnenstad verdwijnen. Maar liefst 170 jaar lang waren de keramische bedrijven van Sphinx, gehuisvest aan en in de omgeving van de Boschstraat. Daar komt met de verhuizing van de Sphinx naar de Beatrixhaven

(32)
(33)

(industrieterrein aan de rand van Maastricht) voorgoed een einde aan. Het voormalige Sphinx-terrein wordt, met behoud van de historische waardevolle delen, geschikt gemaakt voor woningbouw. Het terrein wordt in 25 jaar omgetoverd tot een nieuwe wijk: Belvédère. De herinrichting van het gebied Belvédère aan de noord-west rand van Maastricht vormt een belangrijke schakel in de ontwikkeling van de stad in de komende tientallen jaren. Er bestaat een grote behoefte aan woningen, de werkgelegenheid moet een nieuwe impuls krijgen, de vrijetijdsvoorzieningen verdienen meer ruimte en de verkeersstromen vragen om ingrijpende maatregelen. Wat opvalt aan deze ontwikkeling is dat Maastricht wederom in de spotlight staat. Het 280 hectare grote Belvédère is één van de grootste stedelijke ontwikkelingsprojecten in Nederland. Dit geeft volop de ruimte om afwisselende

architectuur te laten zien en landschappelijke hoogstandjes van de grond te laten komen. Al met al kan er weer flink gepronkt worden met dit nieuwe project.

Een belangrijk ander voorbeeld van herinrichting van de industrie is het Céramique. Dit vroegere Societé Céramique fabrieksterrein is door de architect Jo Coenen onder handen genomen en omgetoverd tot een nieuwe wijk. Eind jaren ’80 is men al begonnen met de planning van dit nieuwe terrein en men heeft dit project onlangs afgerond. Een belangrijk icoon binnen dit nieuwe gebied is het Bonnefanten museum. Dit museum is door de architect Aldo Rossi ontworpen en paste goed binnen de visie van Jo Coenen. Er zit echter wel een ‘maar’ aan dit icoon verbonden. Het is namelijk zo dat velen vinden dat het museum te weinig doet om icoon te blijven. Er zouden meer grote tentoonstellingen moeten worden gehouden van toonaangevende kunstenaars. Samen met onder andere het Theater aan het Vrijthof en TEFAF zou het Bonnenfanten museum Maastricht als ‘cultuurstad’ op de kaart moeten zetten. Echter, doordat het aanbod achter blijft, blijft deze ontwikkeling enigszins uit.

Een ander icoon dat in het Céramique te vinden is, is de ‘Hoeg Brök’ (hoge brug), die het plein 1992 verbindt met de westoever van de Maas. Deze voetgangers-/fietsersbrug wordt door velen gezien als een juweeltje en een aanwinst voor Maastricht. Anderen vinden het echter een verspilling van financiële middelen, omdat de aansluiting totaal niet als zinnig wordt bestempeld. Persoonlijk vind ik deze brug erg

(34)
(35)

mooi en levert het een contrast op in de stad tussen oud / historisch en nieuw/modern. Deze combinatie is wat volgens velen de kracht van Maastricht vormt. Het meegroeien met de tijd, maar daarbij niet de eigen identiteit verliezen. Dit is goed terug te zien in bijvoorbeeld het station, dat nog net zo is als vroeger. Daarnaast staat nu het spiksplinternieuwe Colonel-gebouw. Vervolgens komt Wyck met zijn authentieke winkeltjes en daarnaast ligt dan weer het Centre Céramique, het moderne cultuurcentrum van Céramique en ga zo maar door. Door de gehele stad zijn deze contrasten tussen vroeger en nu te zien. Die harmonieuze combinatie van historie en vernieuwing is, mijns inziens, de kracht van de stad.

Het Céramiek bevat nog veel meer iconen die allen in meer of mindere mate hebben bijgedragen aan de aantrekkingskracht van Maastricht, en die vaak ook het hierboven aangegeven contrast uitstralen. Zo ligt er het plein 1992 aan de voet van Centre Céramique dat nog doet terugdenken aan het Verdrag van Maastricht dat in 1992 is getekend. Dit strak vormgegeven plein staat lijnrecht tegenover bijvoorbeeld de pleinen in de binnenstad zoals het Onze Lieve Vrouwe plein, de markt en het Vrijthof. Verder staat er de Toren van Siza, vernoemd naar zijn vormgever de Portugese architect Álvaro Siza. De slanke woontoren is als eyecatcher gesitueerd in de bocht van de Avenue Céramique en vormt de overgang tussen het nieuwe stadsdeel en het oude Wyck.

Diensten

Maastricht is zich nu voornamelijk aan het ontwikkelen tot dienstenstad. Het industrietijdperk is op zijn einde gelopen en de focus ligt nu meer op de dienstensector en Maastricht als kennisstad. Belangrijk hierbij is dat de industrie er wel nog is en ook nog steeds van belang is voor de stad, maar Maastricht wil zich niet meer profileren als de industriestad met de daarbij behorende negatieve uitingen (vervuiling, laaggeschoolde arbeiders). Deze overgang van industrie naar diensten in Maastricht is door een aantal ontwikkelingen vorm gegeven. Allereerst de komst van de universiteit met het academisch ziekenhuis, zo’n 25 jaar geleden, die na het sluiten van de mijnen deel uitmaakte van de economische herstructurering van Zuid-Limburg. Na de oprichting van de ‘Stichting Wetenschappelijk Onderwijs Limburg’ (SWOL)

(36)
(37)

in 1965 met als doel: ‘Het bevorderen van wetenschappelijk onderwijs in Limburg’ werd in 1968 de intentieverklaring gegeven om tot een achtste medische faculteit te komen. In 1974 resulteerde dat in de komst van de eerste studenten geneeskunde in Maastricht. Verder werd in 1986 de naam St. Annadal ziekenhuis gewijzigd in “academisch ziekenhuis Maastricht” en werd in 1991 begonnen met de nieuwbouw van het ziekenhuis. Niet alleen voor de werkgelegenheid en economische spin-off, maar ook voor het opentrekken van het culturele klimaat, wordt de universiteit als een beeldbepalende ontwikkeling gezien. In de kielzog heeft de stad ook meerdere Europese instituten weten binnen te halen, zoals het

Internationaal Instituut voor de Journalistiek.

Met de universiteit heeft Maastricht wederom een sterspeler in het team. In 2005 gooide de universiteit hoge ogen met ‘Kennis in Kaart’, de meting die het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap jaarlijks uitvoert binnen hogescholen en universiteiten. Maar liefst vier van de Maastrichtse opleidingen komen als beste in Nederland uit de bus. In 2006 werd de Universiteit Maastricht (UM) wederom uitgeroepen tot de universiteit met het beste onderwijs. Dit icoon draagt dus degelijk bij aan de uitstraling van Maastricht. Niet alleen nationaal, maar zeker ook internationaal, vanwege bijvoorbeeld de banden met buitenlandse onderwijsinstellingen. Samen met het AZM heeft de universiteit ervoor gezorgd dat het minder ontwikkelde Limburg hoger opgeleide mensen naar zich toe trok. Het probleem dat Maastricht echter nog steeds heeft, is dat de kennis niet in de stad blijft. Pas afgestudeerden trekken weg uit de regio vanwege het gebrek aan werkgelegenheid. Dit is een belangrijk punt waar zeker aan gewerkt moet worden in de toekomst.

Wat op een ander vlak mee heeft gewerkt aan de ontwikkeling van de dienstensector, is het aantrekken van de verschillende grote Europese callcenters van o.a. Mercedes, HP en Vodafone. Maastricht is dankzij haar centrale ligging erg geschikt voor deze bedrijven. Een groot minpunt dat hier wel de kop opsteekt, is dat de mensen hier niet allerlei vreemde talen spreken (naast het Maastrichts dialect). Als Maastricht zich als Europees wil profileren is het noodzakelijk dat er ook iets gedaan wordt om dit na te streven. Zo wordt er bijvoorbeeld geopperd door Camille Oostwegel, oprichter

(38)
(39)

van o.a. het Kruisherenhotel, dat er een groot internationaal taleninstituut zou moeten worden opgezet. Hierdoor blijft het ook voor internationale bedrijven interessant om naar Maastricht te komen, omdat hier mensen zijn die de taal spreken.

Infrastructuur

Een zeer belangrijk aspect van een stad is de aanwezige infrastructuur. Mensen moeten probleemloos van en naar de stad kunnen reizen. Dit betekent goede wegen, spoorlijnen, busverbindingen, vluchten en zo verder. Ook op dit vlak zit Maastricht totaal niet stil. Zo is er nu definitief begonnen met de ondertunneling van de A2. Bij het A2-project gaat het niet alleen om het realiseren van een tunnel, maar ook om de volledige herinrichting van het gebied waar nu de A2 de stad doorkruist. Grootschalige vastgoedontwikkeling, een betere aansluiting van de autowegen A2 en A79 ten noorden van Maastricht op elkaar, de bereikbaarheid van industrieterrein Beatrixhaven, aanleg van viaducten richting Noorderbrug, bouw van meer dan duizend woningen in de omgeving van de Geusselt en kantoren en versterking van wijken als Wittevrouwenveld en Wyckerpoort maken tevens ook deel uit van het totaalplan. Ook dit project wordt weer op geheel eigen wijze uitgevoerd, namelijk aan de hand van een ontwerpwedstrijd. Verschillende bureaus kunnen een plan indienen voor het A2-project. Drie daarvan zullen dieper worden uitgewerkt in de komende twee jaar. Vervolgens wordt er één uitgekozen die het project daadwerkelijk zal gaan uitvoeren. De overige twee bureaus krijgen uiteraard wel een ruime vergoeding voor de geleverde inspanningen. Men kan dus kiezen uit veel verschillende ideeën en is het niet zo dat alleen de grote bureaus aanspraak kunnen maken. Uitgangspunt van deze vorm van aanbesteding, die sinds anderhalf jaar wordt toegestaan, is dat de kennis van marktpartijen optimaal wordt benut. Kwaliteit wordt doorslaggevend. Zo is er polemiek in de voorbereiding en synthese in de uitvoering. Veel ideeën in het begin, waardoor een ruime keus ontstaat. Als uit die veelheid van meningen uiteindelijk één plan overblijft, is het van belang dat vervolgens iedereen dat plan draagt. Synthese maakt het mogelijk dat het plan wordt uitgevoerd zoals het bedacht is.

(40)
(41)

Met het hele project krijgt Maastricht twee nieuwe stadsentrees: bij de Geusselt en bij het Europaplein. Vanuit het noorden moet ter hoogte van de Geusselt een ‘brug over de stad’ worden gecreëerd, die aansluit op de Noorderbrug die verplaatst wordt. In de stad zelf zal de huidige traverse, straks het dak van de tunnelbak, een boulevard worden die gemakkelijk is over te steken. In het gebied tussen de Voltastraat en het Koningsplein moet een nieuw stadshart ontstaan. Ook hier geldt dat het ontwerpbureau dat de beste kansen biedt om de aangrenzende wijken een nieuwe impuls te geven daar veel punten mee scoort. Een van de zwaarste eisen aan geïnteresseerde consortia en projectontwikkelaars is de garantie dat Maastricht tijdens de tunnelbouw goed beschikbaar blijft. De tunnel moet in 2016 klaar zijn. In 2025 is het gehele project afgerond.

Andere grote plannen op het gebied van infrastructuur zijn te vinden bij het vliegveld. Maastricht Aachen Airport (MAA) gaat waarschijnlijk dertig miljoen euro investeren in de aanleg van een nieuw platform met hallen voor de huisvesting van zes vliegtuigonderhoudsbedrijven. De investering vloeit voort uit het voornemen van Netherlands Aerospace Group (NAG) om op MAA een zogeheten Maintenance Boulevard op te richten, een verzameling gebouwen voor vliegtuigonderhoudsbedrijven. Het idee is afgekeken van de auto- en de meubelbranche, waar bedrijven ook min of meer samenklonteren onder één dak of in dezelfde omgeving. De bedrijven waar het om gaat, zijn nu nog grotendeels gehuisvest op de nationale luchthaven Schiphol, maar moeten daar weg vanwege de groei van het vliegverkeer en het gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden. MAA, dat eigenaar is van de grond en gebouwen van het vliegveld, gaat voor de boulevard een nieuw platform aanleggen dat grenst aan een vijftien hectare groot bedrijventerrein. Luchthavenexploitant Omniport investeert naar schatting vijftien miljoen euro in de bouw van zeven hallen, die allemaal geschikt zijn om middelgrote toestellen te herbergen. Het financiële voordeel van de luchthaven zit vooral in de verhuur van vastgoed aan de onderhoudsbedrijven. Zeker zo belangrijk is dat door de aanwezigheid van al die onderhoudsbedrijven de luchthaven aantrekkelijker wordt als uitvalsbasis voor luchtvaartmaat-schappijen. Alleen al de aankondiging van de bouw van de Maintenance Boulevard heeft op dit moment een aanzuigende

(42)
(43)

werking op het vliegveld.

Tot slot is Maastricht sinds 11 december aangesloten op het TGV netwerk, waardoor Gare du Nord, vanuit Maastricht gezien, straks net zo ver is als Den Haag Holland Spoor en Amsterdam-Centraal. En London Waterloo net zo ver als Hengelo. Met de komst van de TGV wil Maastricht zich meer dan ooit als Europese stad afficheren. Dit is natuurlijk een uiterst belangrijke stap die Maastricht heeft gezet. België, Frankrijk en Engeland liggen nu opeens binnen handbereik, waarmee de Europese uitstraling toeneemt.

Winkels

Zoals al eerder aangegeven kan de binnenstad van Maastricht als icoon worden gezien. Naast dat deze bestaat uit allerlei monumentale panden ligt het er vol met winkels en boetiekjes, die iedere dag weer talloze mensen naar de stad trekt. Deze kleine icoontjes zorgen er samen voor dat Maastricht ook een winkelstad imago uitstraalt.

Sinds kort heeft Maastricht echter nog een aantal prestigieuze iconen op haar lijst kunnen bijschrijven die het imago als winkelstad nog verder versterken. Zo is men op dit moment nog druk bezig met het voltooien van het nieuwe Mosae Forum. De bouw van dit schitterende gebouw had een aantal doelstellingen op het oog. Allereerst leidt de bouw tot een uitbreiding van het kernwinkelgebied met zowel grote, publiek trekkende winkels als kleine specialisten. Tevens moest het project leiden tot een restyling van de Maasoevers en een nieuwe werkplek voor de Maastrichtse gemeenteambtenaren. Maastricht wil een internationaal koopcentrum blijven. Uitbreiding van het kernwinkelgebied is daarom belangrijk. Eén van de doelen is de prijs per vierkante meter

winkeloppervlak controleerbaar te houden door het aanbieden van grootschalige winkelruimte in de binnenstad. Hierdoor blijft er ruimte voor de kleine specialisten die Maastricht zo bijzonder maken. Andere doelen zijn een betere bereikbaarheid van de binnenstad creëren met het openbaar vervoer, waardoor de Markt autovrij wordt. Aan de andere kant van de Markt, is er ook hard gewerkt aan de oplevering van het winkelcentrum Entre Deux. Dit reeds bestaande winkelcentrum is vanaf het moment van de toenmalige voltooiing een doorn in het oog van Maastricht geweest. Nu is het volledige complex in een nieuw jasje gestoken en is het lelijke eendje goed

(44)
(45)

opgegroeid. Entre Deux en Mosae Forum vergroten nu de totale winkeloppervlakte met 30%. Deze twee iconen zijn daarmee dan ook de nieuwe paradepaardjes van Maastricht als winkelstad.

Toerisme

Maastricht werkt ook hard aan de weg om toeristen naar de stad te trekken. Vele grootse evenementen worden georganiseerd om dit imago kracht bij te zetten. Daarnaast wil Maastricht bijvoorbeeld Holland Casino gaan huisvesten. Casinogigant Harrah’s komt zo in afgeslankte vorm naar Maastricnt. De regio krijgt hiermee ruim 2000 nieuwe arbeidsplaatsen. Daarnaast heeft Maastricht natuurlijk het Carnaval dat vanuit (in ieder geval) heel Limburg carnavalsgangers naar zich toe trekt en dat voor de gemeente ruim 19 miljoen euro in het laatje brengt. Andere belangrijke evenementen die worden georganiseerd zijn het Preuvenemint, dat 16 miljoen euro opbrengt, concerten van André Rieu op het Vrijthof (2,7 miljoen) en Winterland, dat op de vijfde plaats staat van best bezochte evenementen in Nederland met ruim 1 miljoen bezoekers. De inkomsten van dit evenement bedragen ongeveer 12 miljoen euro. Men is nog steeds bezig om dit evenement te laten groeien, bijvoorbeeld met in 2006 een heuse ijsbar gemaakt van ijs. IJkunstenaar Peter Meurders heeft de bar en het meubilair gebouwd uit ijs. De enige andere ijsbar van Nederland staat in Amsterdam, om maar aan te geven dat Maastricht het er niet bij laat zitten en steeds meer wil. Natuurlijk heeft Maastricht verder ook het Vrijthof met al haar terrasjes die uitkijken op de St. Servaas Basiliek.

Maar het evenement dat het meeste prestige oplevert en waar Maastricht enorm trots op is, is uiteraard TEFAF. Deze wereldberoemde kunstbeurs heeft Maastricht mede op de kaart gezet en levert de stad jaarlijks ruim 8 miljoen euro op. Dit stericoon zal om deze reden dan ook verder worden uitgewerkt in het volgende hoofdstuk.

(46)
(47)

Gestart in 1975 onder de naam Pictura Fine Art Fair in de Maastrichtse Eurohal is The European Fine Art Fair uitgegroeid tot ’s werelds belangrijkste kunst- en antiekbeurs. Jaarlijks reizen zo’n 75.000 bezoekers vanuit Europa, Azië en de Verenigde Staten naar de stad Maastricht voor een bezoek aan TEFAF. Nog steeds is TEFAF aan het groeien. Met 218 internationale deelnemers uit 15 landen, waarvan er 24 nieuw waren in 2006, is het aanbod op TEFAF sterker dan ooit tevoren. Bijna alle denkbare kunstvormen zijn er vertegenwoordigd. De breedte en de diepte van het kunstaanbod op TEFAF Maastricht zijn zonder meer uniek. Nergens ter wereld is er zo een groot scala aan decoratieve kunst, zoals Aziatica, textiel, Europese en Aziatische meubelen, glas, porselein, zilver, juwelen, munten, etnografische objecten uit Afrika, Zuid-Amerika en Oceanië, Egyptische kunst, klassieke oudheden, en middeleeuwse beelden, manuscripten en kaarten. Internationale experts beoordelen ieder object op kwaliteit, authenticiteit en conditie, zodat bezoekers kunnen kopen met zekerheid.

Het aanbod in moderne en contemporaine kunst is vanaf dit jaar aanzienlijk versterkt door de komst van de 24 nieuwe deelnemers. De reden tot uitbreiding van het aanbod in Aziatische kunst is tweeledig. Enerzijds wil TEFAF hiermee haar aantrekkingskracht voor verzamelaars op dat gebied vergroten. Anderzijds wil de beurs nieuwe bezoekers aantrekken uit met name Aziatische landen en de Verenigde Staten. Nieuwe deelnemers Grace Wu Bruce (Hongkong), Littleton & Hennessy (Londen/New York) en Blitz Oriental Art (Amsterdam) zijn hiertoe uitgenodigd in de laatste editie van TEFAF.

Eén van de belangrijkste ontwikkelingen van TEFAF is misschien wel de komst van het MECC, het Maastrichts Expositie en Congres Centrum, in 1988. Het MECC wordt gezien als een voortrekker van de economische ontwikkelingen in de stad en zorgt met beurzen en congressen, waaronder TEFAF kunstbeurs, voor veel extra bezoekers aan de stad. Het MECC vormt nu al jaren de huisvesting van TEFAF en is daarmee haast onlosmakelijk verbonden met de kunstbeurs. Het MECC heeft zijn icoonstatus deels te danken aan TEFAF.

Hoofdstuk 3

(48)
(49)

Vanaf de eerste keer dat de kunstbeurs werd gehouden in het MECC in plaats van in de Eurohal, stond deze locatie meteen op de kaart. Waarschijnlijk heeft dat er mede voor gezorgd dat Maastricht nu één van de grootste congressteden van Nederland is.

Het internationale karakter van TEFAF lijkt Maastricht naar het hoofd te stijgen. TEFAF is dé publiekstrekker voor Maastricht, al is dit echter wel maar voor tien dagen. Er worden nu dan ook ideeën geopperd om TEFAF het hele jaar te laten duren. Men wil pleiten voor een accommodatie voor Europese verzamelaars. Belvérdère wordt genoemd als een mogelijke locatie. “Zo houd je cultuurliefhebbers in de stad, en niet alleen voor die tien dagen”, is de redenatie erachter. Persoonlijk vind ik dit een absurd idee! De hele aantrekkingskracht van TEFAF is het exclusieve karakter van de onderneming. Deze beurs het hele jaar doortrekken ondermijnt dit punt. Verder lijkt het me totaal niet haalbaar, aangezien er handelaars zijn die het hele jaar keihard moeten werken om weer op TEFAF met iets nieuws te kunnen komen. Op deze manier wordt een hoog niveau nagestreefd en gehandhaafd.

Gelukkig wil TEFAF zelf ook ‘het exclusieve’ blijven uitstralen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat de

entreeprijzen flink gaan stijgen komend jaar. Dit jaar waren er 84.000 bezoekers naar Maastricht gekomen en dat stuit op de grenzen van wat mogelijk is. In het stijgende bezoekersaantal schuilt het gevaar, dat de exclusiviteit en de kwaliteit van het beursbezoek worden aangetast en daarmee de reputatie van TEFAF. Door de prijzen te laten stijgen hoopt men dat er weer een selectieve groep mensen naar TEFAF zal komen, zoals het vroeger was. De ‘gewone’ mens zal door de prijsstijgingen niet meer aangetrokken worden, wat de exclusiviteit ten goede zal komen.

Uit het bovenstaande blijkt al enigszins dat TEFAF een enorme impact op de stad Maastricht heeft gemaakt. Je kunt je natuurlijk tevens afvragen of Maastricht eigenlijk ook wel een impact op TEFAF heeft gehad? In de literatuur komt voornamelijk het beeld naar voren waarin vooral TEFAF voor Maastricht zeer belangrijk is geweest. De culturele uitstraling die de beurs op de stad heeft is fors. In de praktijk is er echter te zien dat de beurs geen aansluiting vindt bij het culturele leven en niet het hele jaar door aanwezig is in de stad. Het

(50)
(51)

lijkt er dus sterk op dat TEFAF een tijdelijk icoon voor Maastricht is gedurende tien dagen en dat de rest van het jaar nog na ebt. Iedereen kijkt namelijk vanaf het moment dat het evenement is afgelopen weer halsreikend uit naar een nieuwe editie. Dit is in wezen zeer verschillend met andere belangrijke iconen voor Maastricht zoals bijvoorbeeld de historische binnenstad, Sphinx of het MECC zelf waar TEFAF in is gevestigd. Dit zijn namelijk iconen die permanent aanwezig zijn. Het fascinerende aan TEFAF is dat het hele fenomeen maar tien dagen tastbaar is en dat het toch als groots icoon wordt beschouwd. Is het dan niet zo dat TEFAF ook met het grootste gemak naar een andere stad kan vertrekken en dat het dan net zo beroemd en net zoveel aantrekkingskracht heeft als in Maastricht? Naar mijn mening is Maastricht erg belangrijk als plaats om het evenement te houden. Het karakter van de stad past goed bij de uiting van TEFAF. Maastricht wil zich als vooraanstaande, chique stad uiten en daar past TEFAF zeer goed bij. Verder komen er duizenden mensen naar TEFAF, maar natuurlijk niet alléén om kunst te bekijken. De gaststad moet uiteraard wel iets te bieden hebben voor hun gasten. Denk bijvoorbeeld al eens aan de grote hoeveelheid kwalitatief hoge horeca gelegenheden in Maastricht. Verder is Maastricht ook goed bereikbaar vanuit het buitenland. Een vliegveld en een treinstation op strategische plaatsen is geen slechte factor voor de organisatie van een groot evenement. Er wordt elk jaar ook steeds weer hard gewerkt aan nieuwe ontwikkelingen omtrent de infrastructuur, zoals bijvoorbeeld de aansluiting van Maastricht op de Thalys route en de ondertunneling van de A2. Dit versterkt de positie van Maastricht als gastheer van TEFAF steeds meer en meer, misschien zelfs tot het punt dat TEFAF niet meer zonder Maastricht zou kunnen.

De stad Maastricht, de regio, en zelfs de Euregio profiteren mee van deze verankering van TEFAF in de Limburgse hoofdstad. Van de 85 miljoen euro die het MECC jaarlijks voor de regio genereert, wordt een belangrijk deel door TEFAF gerealiseerd (28 miljoen). Dit jaar is er een onderzoek uitgevoerd naar het economisch belang en het effect van TEFAF in Maastricht op de lokale en regionale economie in het bijzonder. Voor dit onderzoek werden ruim 200 kunsthandelaren uit vijftien landen geënquêteerd en werden onder meer hoteleigenaren, vertegenwoordigers van gemeente en provincie geïnterviewd. Uit het onderzoek komt

(52)
(53)

het beeld naar voren dat de kunstbeurs in Maastricht in maart 2006, twee weken lang voor pieken in de omzetten van hotels, restaurants en de taxiwereld zorgt. Veel van de bezoekers die dit jaar TEFAF bezochten, zijn mensen met een meer dan welgevulde beurs. Zo landden tijdens de laatste aflevering van de beurs 195 privé-vliegtuigen op Maastricht Aachen Airport voor een bezoek aan TEFAF. De ruim 200 kunsthandelaren zelf steken twaalf miljoen in de Maastrichtse beurs. Dat geld gaat op aan beveiliging, verzekeringen, transport, het opbouwen van de stands en reclamemateriaal. De bezoekers besteden minstens acht miljoen euro aan overnachtingen, eten, drinken en vervoer. Taxibedrijven moeten tijdelijk twintig procent meer chauffeurs in dienst nemen en de omzetten van hotels stijgen met zo’n 25 procent. Die acht miljoen is overigens een voorzichtige raming van de onderzoekers. Waarschijnlijk ligt dat bedrag inmiddels ook rond de tien miljoen. TEFAF zelf steekt 7,3 miljoen in de organisatie van de Maastrichtse beurs. Het gegeven dat TEFAF wereldwijd in de media breed uitgemeten wordt, is eveneens van enorme PR-betekenis voor Maastricht en omgeving.

In Amsterdam wordt eveneens een jaarlijkse kunstbeurs georganiseerd, namelijk de pAn. De Pictura Antiquairs Nationaal wordt gezien als de nationale tegenhanger van TEFAF Maastricht. pAn Amsterdam wordt ook georganiseerd door The European Fine Art Foundation, die tevens

verantwoordelijk is voor TEFAF Maastricht. Alhoewel pAn in onze nationale hoofdstad wordt georganiseerd, die zeer bekend is over de hele wereld en alhoewel er tijdens pAn ook een zeer gevarieerd en internationaal kunstaanbod is, is pAn lang zo bekend niet als TEFAF Maastricht. De grote vraag is natuurlijk: Hoe kan dat nou? Waar ligt dat aan? Natuurlijk speelt de omvang van pAn een zekere rol. Het is veel kleiner opgezet en intiemer van aard, en dus niet zo internationaal georiënteerd als TEFAF. Maar dan nog lijkt me een stad als Amsterdam veel meer aantrekkingskracht hebben als de provinciestad Maastricht. Het blijft zeer moeilijk om aan te geven waar nu het crux van dit probleem ligt. Hoogstwaarschijnlijk is het een combinatie van factoren die ervoor zorgen dat een evenement tot een groots icoon uitgroeit.

Een ander punt dat misschien uitkomst kan bieden is het promotiebeleid van TEFAF en Maastricht. Het blijkt

(54)
(55)

namelijk dat TEFAF eigenlijk altijd haar eigen promotie en reclamewerkzaamheden deed en dat Maastricht zich daar eigenlijk helemaal niet mee bezig hield. Het is iets van de laatste jaren dat Maastricht is gaan inzien dat TEFAF belangrijk voor de stad is en dat het meewerkt aan de PR. Maastricht zag in eerste instantie dus helemaal niet zoveel heil in de kunstbeurs, maar kreeg pas interesse op het moment dat het een succes bleek te zijn geworden. Hieruit zou opgemaakt kunnen worden dat TEFAF op zichzelf groot is geworden. Aan de andere kant is het natuurlijk ook zo dat TEFAF in Maastricht was gevestigd en dat dat ook een helpende factor is geweest.

Wat in ieder geval als een paal boven water staat is dat TEFAF veel effect op het imago van de stad Maastricht heeft gehad. Dit wordt ook bevestigd door burgemeester Gerd Leers, die TEFAF betiteld als ‘het juweel in onze kroon’. Leers: ”TEFAF heeft wonderen gedaan voor het imago van Maastricht. De beurs verbindt continenten en is één van de hoogtepunten van onze jaarlijkse evenementen.” Ook op economisch gebied levert de TEFAF heel wat op voor de stad Maastricht.

Het icoon TEFAF zorgt dus in ieder geval voor een goede naam en uitstraling van het icoon Maastricht. Vreemd genoeg heeft deze kunstbeurs een ijzersterk imago opgebouwd, ondanks dat TEFAF niet het grootste bezoekersaantal heeft, niet de meeste omzet oplevert en toegespitst is op een specifieke doelgroep.

Een moeilijker punt is wat Maastricht nu eigenlijk voor het icoon TEFAF betekent. Hier is geen eenduidig antwoord op te geven. De stad Maastricht past goed bij de uitstraling van TEFAF en het heeft de capaciteiten en de noodzakelijke infrastructuur om dit evenement te kunnen handhaven. Of TEFAF uit was gegroeid tot een gelijkwaardig evenement met dezelfde (of zelfs een betere) bekendheid als het heden ten dagen geniet zonder Maastricht blijft onbekend en is misschien nooit te achterhalen.

(56)
(57)

Maastricht is de beste stad van Nederland! In december 2004 kwamen 18.000 Nederlanders tot die conclusie. Een resultaat waar Maastricht trots op mag zijn. Dat is goed voor het beeld van Maastricht in Nederland. Ook internationaal is Maastricht een bekend merk geworden. Vijftien jaar na dato herkennen mensen, binnen en buiten Europa, Maastricht nog steeds als de stad van de ‘treaty of Maastricht’ (Verdrag van Maastricht).

Maastricht heeft onmiskenbaar een eigen gezicht. Ondanks deze constante, wordt er altijd aan de identiteit van de stad gewerkt, zoals is te zien in de vorige hoofdstukken. Letterlijk, in fysieke zin, maar ook in termen van pogingen dat gezicht positief te beïnvloeden door middel van ‘vormentaal’, het geheel aan beelden en symbolen dat wordt gecreëerd en aangeroepen om de stad een eigen identiteit en imago te geven. Een belangrijk kenmerk van steden in het huidige tijdsgewricht volgens Dormans, is dat de wezenlijke dynamiek niet zozeer gelegen is in het tempo van de fysieke bouwwerkzaamheden in een stad, maar in de concepten, de vormentaal en de beleving achter de plannen en strategieën van die bouwwerkzaamheden. In steden lijkt men zich meer en meer nadrukkelijker bewust te zijn van de aanwezigheid van andere steden, waardoor de identiteit van steden wordt opgevat en ingezet als instrument in de stedelijke concurrentiestrijd. Vanuit het nationale beleid is deze trend versterkt omdat er meer nadruk wordt gelegd op de eigen kracht van regio’s en steden. Onder ‘eigen kracht’ worden twee zaken verstaan. Enerzijds gaat het om de economische kracht om binnen een steeds meer geïntegreerde mondiale economie op eigen benen te staan. Anderzijds betreft het de politieke en bestuurlijke capaciteit om zelf nationale en internationale (bijvoorbeeld EU) steun te verwerven ter verbetering van eigen positie. Voor beide zaken, economische en politiek-bestuurlijke kracht, wordt stedelijke identiteitsvorming van belang geacht.

De centrale vraag die in dit hoofdstuk zal worden behandeld is hoe in Maastricht, binnen de context van

stedelijke ontwikkeling en positionering, omgegaan wordt met stedelijke identiteit.

Hoofdstuk 4

(58)
(59)

Het streven naar een goede beeldvorming van een stad richting Nederland of Europa is erg belangrijk geworden de afgelopen jaren. De manier waarop een stad wordt gezien en ervaren door mensen bepaalt voor een groot deel de houding die men aanneemt ten opzichte van een stad. Tegenwoordig zijn steden daarom steeds meer bezig om zich te onderscheiden van de overige steden. Dit kan er namelijk voor zorgen dat bedrijven zich in de stad willen vestigen, dat mensen er willen wonen en er dus de mogelijkheid ontstaat voor de stad om te floreren. Steden zijn bezig met het vormen van een eigen identiteit. Een belangrijke ontwikkeling die er mede voor heeft gezorgd dat de identiteitsvorming van een stad een dusdanige vlucht heeft genomen is het invoeren van het ‘Grote Steden Beleid’ (GSB). Dit beleid legt de verantwoordelijkheid voor beleidsontwikkeling, -invulling en -uitvoering voor een aanzienlijk deel bij de steden. In de loop van de jaren is daarbij meer accent gelegd op strategische positionering en de betekenis van stedelijke identiteit. Elke stad is verplicht om een stadsvisie te ontwikkelen waarin de voornaamste uitdagingen en prioriteiten voor stedelijke ontwikkeling worden uiteengezet. Voor veel stedelijke actoren vormt het GSB en de stadsvisie-ontwikkelingen dan ook de belangrijkste context voor het denken over en werken aan stedelijke identiteit. Maar wat is de identiteit van een stad, hoe kun je die verwoorden en deze, indien gewenst, veranderen? Vragen die in de literatuur weinig gesteld worden en nog minder worden beantwoord.

Een bijkomstige moeilijkheid van het ontwikkelen en bepalen van een identiteit is dat de verschillende sectoren binnen een stad allemaal een ander deel van de stad willen benadrukken. Zo zal het toeristisch bedrijfsleven een ander imago willen neerzetten dan bijvoorbeeld de zorgsector. Het is daarom belangrijk om dié delen te identificeren waarin een meerderheid van de partijen zichzelf kan herkennen en daarbij willen aanhaken. Een identiteit consequent en systematisch uitdragen is een moeilijke opgave. Het is allereerst een complex concept en het wordt bovendien door veel verschillende partijen bepaald. Om ervoor te zorgen dat je identiteit naar buiten wordt gebracht, hetzij binnen Nederland, hetzij binnen Europa of nog verder, is het belangrijk om de kern van die identiteit en de wijze waarop anderen deze 4.1 Stedelijke identiteitsvorming

(60)
(61)

zien onder te brengen in een merk. Dit wordt door meerdere auteurs aangekaart (H.H. Duijvestijn, Carolien Gehrels, Stefan Dormans) in de literatuur. Het hele idee achter de strategie om een merk te creëren, is om er zo voor te zorgen dat mensen de naam niet meer vergeten. Een merk zet aan tot vertrouwen, roept gevoelens op en beïnvloedt het gedrag van mensen. Een goed merk zal de export ondersteunen, het toerisme stimuleren en de buitenlandse investeringen en binnenlandse bestedingen doen toenemen. Het vestigen van een merk gebeurt niet over één nacht ijs, maar vraagt om een consistente bijdrage van alle betrokkenen. Eén belangrijk voorbeeld van zo’n bijdrage is een eenduidig gebruik van de bij het merk behorende symboliek zoals de naam, het logo en de kleuren. Door die eenheid te creëren en deze steeds te behouden straal je iets professioneels en betrouwbaars uit en dat trekt mensen aan.

In Maastricht is de vorming van de stadsvisie voor een deel interactief geweest. Eén van de elementen daarvan is de uitgave van een stadskrant die in zijn geheel is gewijd aan Maastricht in 2010. In deze krant was een enquête opgenomen waarin Maastrichtenaren gevraagd is naar verleden, heden en toekomst van de stad. Bijna 2400 Maastrichtenaren hebben deze enquête ingevuld. Ook is een conceptvisie voorgelegd aan 120 sleutelfiguren en hebben er stadsdebatten plaatsgevonden. In de visie staat eigenlijk niet een slogan centraal, maar eerder een missie: Mensen Maken Maastricht. Het is niet zozeer een strategische positionering ten opzichte van andere steden. Men legt sterk de nadruk op de aanpak zelf, waarbij men een sleutelrol ziet voor de inwoners.

Maastricht is, zoals eerder naar voren gekomen, bezig aan haar ontwikkeling van ‘industriestad’ naar ‘kennis- en dienstenstad’. Dit wordt voornamelijk duidelijk door de aanwezigheid van de universiteit en het ziekenhuis en het verplaatsten van de industrieën naar de buitenrand van de stad. Maastricht is dus hard aan het werk om dat nieuwe imago waar te maken. De gemeente wil Maastricht graag associëren met de termen ‘Europees’, ‘Kwaliteit’ en ‘Allure’. Bladerend door plaatselijke dagbladen en huis-aan- huisbladen, zie je dit wel erg terug komen. Iedere dag staat er wel iets in de krant over Maastricht en de ambitieuze plannen die ze 4.2 Het merk Maastricht

(62)
(63)

heeft, of over de EU en Maastricht en noem maar op. Je merkt dat Maastricht wil laten zien dat ze er mee bezig is en ze willen de mensen daarvan op de hoogte houden.

Het ‘Europees’ wordt erg benadrukt naar mijn mening. Zo wordt Maastricht bijvoorbeeld aangeduid als “Het Balkon van Europa”. Voorheen zag men de stad vooral als behorende tot de nationale periferie, maar sinds het openstellen van de Europese binnengrenzen is dat veranderd in een centrale ligging binnen de Europese Unie. Door zichzelf zo aan te gaan duiden maakt de stad wel duidelijk waar men naartoe wil. De Europese identiteit van Maastricht wordt verder onderstreept door het nieuwe programma dat is opgesteld door Ton Wanders, genaamd ‘Maastricht Celebrates Europe, Europe celebrates Maastricht’. Het programma staat in het teken van 15 jaar verdrag van Maastricht, maar wordt tevens ook aangewend om het verdrag van Rome te vieren dat in 2007 vijftig jaar bestaat.

“Kwaliteit” probeert Maastricht in zeer veel zaken naar voren te laten komen. Allereerst zie je het al terug in de binnenstad. De panden die er liggen zien er stuk voor stuk netjes en verzorgd uit. Er zijn voornamelijk de meer duurdere zaken in gevestigd. De meer recente projecten die voltooid zijn, zoals het nieuwe ‘Entre Deux’ en het ‘Mosae Forum’ zijn ook van kwalitatief hoge waarde. Maar ook in de kleine dingen is het terug te zien. Om bijvoorbeeld de hoogstaande sfeer rondom het Vrijthof te waarborgen, heeft de McDonalds vestiging op de hoek van het Vrijhof haar ‘Golden Arches’ daadwerkelijk een gouden kleur moeten geven in plaats van het gebruikelijke fel geel.

Ook “Allure” straalt de stad uit. Met haar Franse inslag en haar dure boetiekjes weet Maastricht een bepaalde sfeer uit te dragen.

Echter, de identiteit die Maastricht heeft gecreëerd heeft ook een keerzijde volgens de oprichters van Trichtlinnburg, een project van kunstinstellingen in drie middelgrote Europese steden. Doordat Maastricht zich in de loop der tijd meer en meer is gaan richten op onder andere toerisme, steken een aantal problemen de kop op. Zij zeggen dat Maastricht een stad is geworden voor een rijke, oude doelgroep die houdt van lekker eten en een ouderwetse ambiance. Maastricht kamp met het probleem dat de eigen bewoners naar de buitenwijken zijn gedrongen en het centrum langzaam maar zeker is ingenomen

(64)
(65)

door toeristen en precies is geworden wat toeristen ervan verlangen. De bewoners hebben daarin het nakijken. De gemeente heeft ervoor gezorgd dat deze situatie is ontstaan door in het stadsbeleid te focussen op toerisme en is daarom nauwelijks nog in staat om om te gaan met behoeften of initiatieven van de eigen inwoners. Een soort gelijk probleem is ook te zien in bijvoorbeeld Salzburg in Oostenrijk. Een middelgrote stad die door de enorme stroom toeristen – iedere dag duizenden – het beeld lijkt te zijn geworden dat buitenstaanders van de stad hebben. Een mooi, klassiek centrum, bergen, kastelen en de erfenis van Mozart. Wat zij volgens mij proberen duidelijk te maken, is dat Maastricht slachtoffer is geworden van haar eigen campagne. Maastricht is met oogkleppen op bezig om het voor zoveel mogelijk mensen van buiten de stad naar de zin te maken en zich zo voor te doen, zoals de mensen dat graag willen, maar vergeet hierbij haar eigen inwoners. Zelf ben ik het niet helemaal eens met deze visie op Maastricht. Er worden op dit moment ontzettend veel projecten opgezet in de stad met onder andere als doel om bijvoorbeeld bepaalde achterstandswijken aan te pakken, zoals het Wittevrouwenveld. En ik ben het eens dat dit natuurlijk gedaan wordt om de totale uitstraling van de stad op te vijzelen, dat is duidelijk, maar de bevolking profiteert hier ook zeer zeker van.

Maastricht is zich voornamelijk aan het profileren als Balkon van Europa, waarbij het zich dus min of meer centraal stelt binnen Europa. Het gaat zich meten met bijvoorbeeld Brussel, Antwerpen, Aken, Düsseldorf en Amsterdam. Hierbij schiet Maastricht zich wel aan haar doel voorbij. Ik heb het dan niet direct over het streven van Maastricht om Europees te gaan, maar zij vergeet hierbij in mijn beleving de directe omgeving van Maastricht. Zo is Maastricht onderdeel van de Zuid-Limburgse Tripool. De Tripool Maastricht, Heerlen en Sittard/Geleen is een knooppunt van steden waarin tezamen meer dan een half miljoen mensen wonen. De steden binnen de Tripool kennen ieder hun eigen dynamiek maar zijn in het sterk verstedelijkte zuidelijk deel van Limburg ook met elkaar verbonden. Het Tripool gebied is gelegen in de nabijheid van een aantal andere stedelijke centra in Vlaanderen en Duitsland, waarmee het een Euregio vormt met ongeveer 3,6 miljoen inwoners. We hebben het hier dus over een gigantisch

(66)
(67)

aantrekkelijke ‘markt’ voor het merk Maastricht. En in plaats van hierop in te spelen, lijkt het wel of Maastricht zich daar niet mee bezig houdt en zich liever met de grote jongens wil opmeten. Ik denk dat dat niet de beste strategie voor Maastricht is. Maastricht wil niets liever dan een grote Europese stad worden, die kwaliteit en allure uitstraalt. Maar hoe kun je dat voor elkaar krijgen als je je niet bezig houdt met wat er om je heen gebeurd? Je kunt het bijvoorbeeld vergelijken met het bouwen van een enorm mooie villa in het hartje van een sloppenwijk of precies dezelfde villa midden in een mooi bos omgeven door schitterende waterpartijen en dergelijke. Iedereen die zou mogen kiezen in welke villa hij of zij zou willen wonen, zal waarschijnlijk voor de laatste gaan. Datzelfde geldt ook in zekere zin voor Maastricht naar mijn gevoel. Limburg is eigenlijk altijd al een zorgenkindje geweest; het onderontwikkelde zuiden onder de rook van DSM.

Maastricht is nu, meer dan ooit, in staat om mee te helpen aan de verdere ontwikkeling van Limburg en de Euregio. Door te investeren in een samenwerking met bijvoorbeeld de Tripool, is het misschien mogelijk om Limburg aantrekkelijker te maken voor bedrijven en mensen om zich er te vestigen. Heerlen wordt totaal niet gezien als stedelijke concurrent en staat zelfs te boek als ‘slechtste stad om in te wonen’, terwijl nog geen dertig kilometer ernaast de ‘mooiste stad van Nederland’ ligt. Dat is toch bizar!

Maastricht heeft mijns inziens te weinig in de gaten dat als de steden in de directe omgeving van Maastricht, zoals bijvoorbeeld Heerlen, zich kunnen gaan ontwikkelen dat dat alleen maar gunstig is voor de stad. Maastricht is nu eenmaal te klein om het allemaal maar alleen te willen. Toeristen zijn al vrij snel uitgekeken in Maastricht zelf. Daarom is een aantrekkelijke regio erg belangrijk om de mensen aan de stad te binden. Ik denk dat Maastricht nooit echt zal doorbreken in Europa als het dit niet gaat inzien.

Een ander voorbeeld is DSM. Dit chemieconcern zorgt namelijk voor een groot deel van de werkgelegenheid in de regio. Het zorgt er tevens voor dat andere investeerders naar het zuiden trekken. Wat zal er gebeuren als DSM wegvalt uit Zuid-Limburg? Wat voor impact zal dat hebben op bijvoorbeeld het merk Maastricht? Ik denk dat DSM wel gezien kan worden als een centrale spil in het geheel. DSM heeft toch veel voor Limburg kunnen betekenen en mede

(68)
(69)

bijgedragen aan de ontwikkeling van dit deel van de provincie. Mocht DSM om de een of andere reden wegvallen, dan kan het misschien zo zijn dat het weer bergafwaarts gaat met de Tripool. Heerlen zal dan in een diep gat terecht komen en ook Sittard/Geleen zal daar zeker nadelen van ondervinden. Een Maastricht dat als betrouwbaar merk in Limburg bekend staat, zal daarom goed in de gaten moeten houden en mee moeten werken aan belangrijke ontwikkelingen in de omgeving. Onbewust werkt Maastricht hier toch enigszins aan mee, zij het met andere bedoelingen. Maastricht is namelijk in overleg met casino gigant Harrah’s uit Las Vegas om een vestiging van een groot vermaakscentrum naar Amerikaans model in Maastricht te bouwen. Harrah’s heeft een ontwerp gemaakt voor een hoogwaardig uitgaanscentrum met Euregionale aantrekkingskracht, dat behalve een casino ook een theater met 2000-3000 stoelen, een muziekhal voor variétéshows, een disco- annex nachtclub, een megabioscoop, expositieruimten, winkels, showrooms, twee hotels (drie sterren en vijf sterren, samen vijfhonderd kamers), parkeergarages voor 2200 auto’s en een gezondheids- en fitnesscentrum omvat. Het complex krijgt bovendien een groot station voor bussen en lichte treinen. Harrah’s schat dat het project een investering zal vergen van 600 miljoen euro en 6500 mensen werk zal opleveren, van wie de helft in vaste dienst. Voor Maastricht zou dit betekenen dat ze een enorme sprong zullen maken op de ladder van aantrekkelijke steden in Europa, en tevens zal het voor de euregio de financiële injectie zijn waar het na bjvoorbeeld het NedCar debacle zolang op heeft zitten wachten. Het zal weer een icoon rijker zijn. Aan de andere kant, zal dit voor de stad Valkenburg een dolksteek zijn. Dit Geulstadje moet het met name hebben van de toeristen die naar Holland Casino en Thermae 2000 komen. Als de Amerikaanse casinogigant naar Maastricht zal komen, betekent dit concreet het einde van Holland Casino

Valkenburg en dat Thermae 2000 een enorme concurrent erbij heeft. Dus ook al lijkt dit plan een mooi project te zijn voor de Euregio, het heeft zeer zeker ook een keerzijde.

(70)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dans le droit fil de cette idée le choix a été fait d’examiner et d’analyser, dans une comparaison, aussi bien les péripéties de la ville de Maastricht pendant la Deuxième

Maastricht en Luik bezet : een comparatief onderzoek naar vijf aspecten van de duitse bezetting van Maastricht en Luik tijdens de tweede wereldoorlog..

Maastricht en Luik bezet : een comparatief onderzoek naar vijf aspecten van de duitse bezetting van Maastricht en Luik tijdens de tweede wereldoorlog..

Vaak wordt ook het hart van Maria omringd met een rozenkrans en doorboord met een zwaard als symbool voor haar verdriet.Vooral vanaf de 17 e eeuw zien we het beeld van het

Hij bewonderde hema al zijn leven lang, schrijft hij: ‘Hoe grondleggers Leo Meyer en Arthur Isaac aan het begin van de twintigste eeuw een concern uit de grond stampten dat bij-

Twee jaar waren het volgens alle waarnemers de beste supporters van België, maar dit spandoek zorgde voor tweespalt onder de fans.. Aan de overkant deed Jarju de netten trillen, maar

Onmiddellijk na de aanslag spraken Franse religieuze lei- ders, die zelf vaak door het blad waren gehekeld, hun afgrijzen uit over de aanslag.. De bisschop- pen lieten in

Voor organisaties biedt het werken met competenties de kans om het gesprek op gang te brengen tussen beroepskrachten onderling en tussen beroepskrachten en leidinggevenden over