• No results found

ETE-AK-2013-HAVO-1-o

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "ETE-AK-2013-HAVO-1-o"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Examen HAVO

2013

tijdvak 1 woensdag 22 mei 07.30 - 10.30 uur

Aardrijkskunde

Bij dit examen hoort een bijlage.

Dit examen bestaat uit 36 vragen.

Voor dit examen zijn maximaal 59 punten te behalen.

Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden.

Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt, worden aan het antwoord meestal geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of berekening ontbreekt.

(2)

Aanwijzingen voor de kandidaat

Opgave 1

De Amazone rivier

Bestudeer bron 1 en 2 voor het beantwoorden van de vragen van deze opgave.

1p 1 Welke drie waterscheidingen vormen het stroomgebied van de Amazone rivier?

Tussen het gebied van de bovenloop en het gebied van de benedenloop van de Amazone is een verschil in de overheersende soort van verwering.

2p 2 Welk type verwering komt vooral voor in het gebied van de bovenloop en welk

type verwering komt vooral voor in het gebied van de benedenloop? Verklaar je antwoord.

Het verhang geeft de gemiddelde helling van een rivier en wordt berekend door het hoogteverschil te delen door de afstand.

2p 3 Beredeneer dat het verschil in het verhang tussen gele rivieren en

zwartwaterrivieren de oorzaak is van het kleurverschil tussen beide soorten rivieren.

Het debietverloop in de monding van de Amazone rivier is vrij constant omdat het debietverloop van de noordelijke en de zuidelijke zijrivieren verschillend is. Dit verschil wordt veroorzaakt door seizoenverschillen.

2p 4 In welke periode hebben de zuidelijke zijrivieren van de Amazone het grootste

debiet? Leg je keuze van de maanden uit.

Bestudeer GB 221A, B en C.

De ontbossing van het tropisch regenwoud van de Amazone heeft op

verschillende schaalniveaus invloed. Op globaal schaalniveau heeft ontbossing invloed op het albedo- effect: het vermogen van de bodem om zonlicht te weerkaatsen.

2p 5 Wat is de invloed van ontbossing op globaal schaalniveau? Leg je antwoord uit

aan de hand van het albedo-effect.

Vraag 6 en 7 gaan over de effecten van ontbossing op lokaal schaalniveau.

1p 6 Licht toe welk effect ontbossing heeft op de (korte) voedselkringloop.

1p 7 Licht toe welk effect ontbossing heeft op de hydrologische kringloop.

Indien naar de Grote Bosatlas (GB) wordt verwezen dan wordt de 53edruk bedoeld.

Elke opgave bestaat uit enkele vragen. Bij elke vraag kun je, indien gewenst, de atlas gebruiken.

(3)

Opgave 2

Vulcano Buono

Bestudeer bron 3 voor het beantwoorden van de vragen van deze opgave.

1p 8 Welke vulkaan was de inspiratie voor het ontwerp van Vulcano Buono?

Bestudeer GB 76B en 126A.

Vulcano Buono heeft de vorm van een bepaald type vulkaan. Dit type vulkaan komt op meerdere plaatsen voor in Italië.

2p 9 Verklaar aan de hand van platentektoniek welk type vulkaan meer voorkomt in Italië.

3p 10 Op welk Caribisch eiland kan het ontwerp van Vulcano Buono worden gebouwd?

Noem voor je keuze een geologisch argument, een demografisch argument en een economisch argument.

1p 11 Beredeneer vanuit de politieke dimensie op welk Caribisch eiland het bouwen

van een winkelcentrum als Vulcano Buono ondenkbaar is.

Het ontwerp van Vulcano Buono heeft meerdere duurzame toepassingen.

1p 12 Noem een duurzame toepassing die je kunt ontlenen aan bron 3.

Verklaar je antwoord.

De oppervlakte van de parkeerruimte rond Vulcano Buono is een aanwijzing voor het belang van automobiliteit in Italië. Hierover kun je informatie vinden in de GB.

(4)

Opgave 3

De invloed van MNO’s in China

Bestudeer bron 4, 5 en 6 voor het beantwoorden van de vragen van deze opgave.

GB 216B en D geven informatie over het aandeel van landen in de wereldhandel in 1977 en 2003.

1p 14 Geef vanuit de politieke dimensie een verklaring voor de toename van het

aandeel van China in de wereldhandel tussen 1977 en 2003.

In de periode tussen 1977 en 2003 is het aandeel in de wereldhandel van China gestegen maar ook andere landen in deze regio zijn belangrijke spelers in de wereldhandel geworden. Hierdoor is sprake van een verschuiving van het economisch zwaartepunt in de wereld.

1p 15 Welk begrip is hierop van toepassing?

In bron 4 is zichtbaar dat in China sinds 1980 door de staat en door provincies ‘voorkeursbeleid’ wordt gegeven aan een groeiend aantal gemeenten. Hierdoor zijn deze gemeenten beter in staat buitenlandse investeringen aan te trekken.

2p 16 Noem, naast lage lonen, twee andere maatregelen die een Chinese gemeente

kan nemen om buitenlandse investeringen aan te trekken.

De SEZ’s leiden tot een toename van de regionale ongelijkheid binnen China. Dit heeft grote gevolgen voor de interne migratie van China.

2p 17 Bewijs dit met GB aan de hand van:

- een kaart (noem kaartnummer en kaarttitel); - een statistiek.

De grote reserve op de arbeidsmarkt is een belangrijke oorzaak voor het lage loonsniveau in China. Naast de bevolkingsomvang van China spelen andere factoren een rol in deze arbeidsreserve.

2p 18 Beredeneer aan de hand van de samenstelling van de beroepsbevolking dat

China een grote reserve heeft op de arbeidsmarkt.

Bron 5 toont een ontwikkeling waardoor China past in het centrumperiferie-model.

3p 19 Beschrijf de positie van China in het centrumperiferie-model in 1998, vervolgens

de positie in 2007 en uiteindelijk de toekomstige positie.

In bron 6 staat beschreven dat Foxconn van verschillende bedrijven uit verschillende landen producten krijgt aangeleverd. In Taiyuan worden deze producten verwerkt tot eindproduct.

(5)

Opgave 4

Kies het (Britse) Caribisch gebied!

Bestudeer bron 7 voor het beantwoorden van de vragen van deze opgave. Bestudeer GB 206A.

Het verdrag van Lomé in 1975 betekende de oprichting van de ACP (ook wel ACS). Deze associatie met de Europese Unie (EU) heeft enerzijds geleid tot een verkleining van de verschillen tussen centrum en periferie, anderzijds tot een toename van de verschillen binnen de periferie.

2p 21 Verklaar beide ontwikkelingen.

Een belangrijk doel van de Wereld Handels Organisatie (WTO) is bemiddeling in handelsconflicten, zoals het conflict tussen Latijns-Amerikaanse en Caribische bananenproducenten.

1p 22 Welke protectiemaatregel van de EU is veranderd na bemiddeling van dit

handelsconflict?

De tekst van bron 7 is gericht op consumenten van het Gemenebest van Naties (Commonwealth of Nations).

Enkele Caribische eilanden van het Gemenebest van Naties maken geen deel uit van de ACP, maar hebben wel toegang tot de Europese markt.

2p 23 Noem twee van deze eilanden(groepen). Leg uit waarom deze

eilanden(groepen) wel toegang hebben tot de Europese markt.

Het Gemenebest van Naties heeft een grote onderlinge verscheidenheid. Naast deze verscheidenheid zijn tevens overeenkomsten herkenbaar, zoals godsdienst en taal.

1p 24 Geef nog een voorbeeld van een culturele overeenkomst tussen leden van het

Gemenebest van Naties.

De sterk gegroeide populariteit van bananen heeft een relatie met globalisering. De globalisering van de banaan werd mogelijk door verandering van de

volgende factoren in transport:

- factor A: ‘afname van relatieve afstand’; - factor B: ‘daling van transportkosten per stuk’.

2p 25 Welk begrip is van toepassing op factor A en welk begrip is van toepassing op

factor B?

De verdeling van de opbrengsten van de Caribische bananenproducenten is op basis van Fairtrade. Deze verdeling verschilt sterk met de verdeling van de opbrengsten van de bananenproducenten in Latijns-Amerika.

1p 26 Leg dit uit.

Het voortbestaan van Fairtrade is niet alleen afhankelijk van de loyaliteit van supermarkten. De bereidheid van de consument speelt een beslissende rol.

(6)

De volgende twee vragen hebben betrekking op het indelen van landen en regio’s.

Uitspraak:

‘Venezuela wordt gerekend tot het Caribisch gebied’.

2p 28 Noem vanuit de fysisch-geografische dimensie een argument voor

bovenstaande uitspraak en een argument tegen bovenstaande uitspraak.

Bestudeer GB 209 A.

Het Caribisch gebied en Venezuela worden beide gerekend tot het cultuurgebied van Latijns-Amerika.

(7)

Opgave 5

Caracas: 1 stad, 3 bedreigingen

Bestudeer bron 8, 9 en 10 voor het beantwoorden van de vragen van deze opgave.

De hypocentra van aardbevingen in breukzones, zoals in de regio van Caracas, verschillen vaak met hypocentra van aardbevingen in subductiezones.

2p 30 Welk verschil wordt bedoeld? Verklaar je antwoord.

In bron 8 is beschreven dat in Caracas sinds 1967 tektonische spanning is opgebouwd. Dit duidt op een relatie die gelegd is tussen de frequentie van aardbevingen en de magnitude (de kracht) ervan.

1p 31 Beschrijf de relatie tussen de frequentie en de magnitude van aardbevingen.

Op lokale schaal kan de impact van aardbevingen sterk verschillen. Een belangrijke factor is de samenstelling van de bodem.

1p 32 Waar is de impact van een aardbeving waarschijnlijk groter: bij een harde,

rotsachtige ondergrond of bij een zachte, modderachtige ondergrond? Verklaar je antwoord.

Aardverschuivingen (landslides) eisen vaak slachtoffers onder een bepaalde bevolkingsgroep door een combinatie van fysisch-geografische factoren en sociaal-geografische factoren.

2p 33 Beredeneer welke bevolkingsgroep vaak slachtoffer is van aardverschuivingen.

Noem voor je keuze een fysisch-geografische factor en een sociaal-geografische factor.

‘Een paradox is een schijnbare tegenstelling, een tegenstrijdige situatie die botst met logica.’

1p 34 Vergelijk van bron 10 de kaarten A, B en C met kaart D en beschrijf de paradox

voor Caracas.

‘Een belangrijke oorzaak voor het achterwege blijven van effectieve

beleidsmaatregelen, 10 jaar na het uitbrengen van het rapport, heeft te maken met het feit dat Venezuela wordt gerekend tot de zogenaamde ‘soft states’.’

2p 35 Noem een kaart in de GB die deze uitspraak onderbouwt.

Beredeneer tevens je keuze van de kaart.

Het stadsbestuur van Caracas heeft het voornemen een lange termijn planning te maken om de effecten van de drie mogelijke natuurrampen te verminderen. Vijftig jaar lang wordt jaarlijks een vast bedrag besteed aan dit project. Dit project heeft het actualiteitsprincipe als uitgangspunt.

3p 36 Welke mogelijke natuurramp krijgt allereerst prioriteit in dit project? En welke

over 25 jaar? En welke over 50 jaar? Verklaar je antwoord.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Enkele beweringen over de spijsvertering zijn: I Verteren is voedsel veranderen tot het..

Hier volgen twee beweringen over de mangrove: I Mangrove beschermt de kust tegen modder- aanslibbing en bevordert erosie.. II Mangrove beschermt de kust tegen erosie en

Door hormonen van welke andere hormoon- klier(en) wordt de schildklier sterk beïnvloed?. de schildklier

Men plaatst een blokje naast het ene maatglas en bij het andere maatglas wordt er een identiek blokje in het water geplaatst.. Ga de juistheid van de volgende

A Alfredo. C un hombre de África. D un hombre de la Cruz Roja. En la puerta, un portero les entregaba una flor a todas las mujeres que cumplían el requisito*. “¿Es usted madre?”,

INDIEN NIET ANDERS VERMELD, IS ELKE VARIABELE EEN ELEMENT VAN .. B alleen II

De monding van deze rivier is ontstaan door A erosie als gevolg van een gering getijverschil.. B erosie als gevolg van een

bloedcellen functie bloedcellen A rode vervoer van zuurstof B rode vernietiging van bacteriën C witte vervoer van zuurstof D witte vernietiging van