à)
Bibliotheek Proefstation NaaldwijkK PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, 94 TE W I J K . VERSLAG BETREFFENDE '• LT 1954-1 d o o r : P.A. Kruyk Naaldwijk, 1956
'Z7rOÇb&\
Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder glas te B^aldwijk
\ \ *' o.
cv <>
\ %
^v «u Ç*
VERSLAG BETREFFENDE WINTEHBLOEMKOOLTEELT 1954r1955. o
Deze proef was een voortzetting van de reeds eerder genomen proeven om door middel van selectie- te komen tot een uniform "brocoli- of winterbloemkool-ras, dat onder de omstandigheden in het Zuid-Holland Glasdistrict geschikt is voor de teelt in licht gestookte-en koude kassen.
Onzet.
- * •
In de proef werden dit Jaar de onderstaande 5 selecties opgenomen: 1. No. 7 van I952.
2. Eruinsma No.2 1954»
3o Stamzaad 1954 No.7 plant 2. 4o Stamzaad 1954 No.7 plant 3. 5. Stamzaad 1954 No.11 plant 2.
De herkomst van deze selecties is vermeld in het verslag;"Brocoliteelt I953-I954".
De proef vond plaats in het middengedeelte van kas 7« Hier stond een op-pervlakte ter beschikking van 28 x 4»2 m = 117.6 m^. Van elke selectie werden 64 planten uitgepoot. Per parallel werden 32 planten uitgeplant (4x8) bij een plantafstand van 45 %- 60 cm. Op bijlage 1 is de wijze van planten en •crdeling van de selecties aangegeven.
Verloop van de proef.
Het zaad werd op 30 juli gezaaid onder platglas. De ontwikkeling op het zaaibed was zeer bevredigend. In de laatste week van augustus werd een flinke plant opgepot, die onder platglas verder werd opgekweekt.
Op 24 september is uitgeplant volgens de bij de opzet aangegeven wijzeo De planten hadden op deze datum een flinke ontwikkeling verkregen en waren groter dan gebruikelijk werd verkregeno
De chemische samenstelling van het gedeelte van kas 7» waarin werd uitge-plant was uitstekend, hetgeen blijkt uit het analyseverslag op bijlage 2 o
Aanvankelijk groeiden de planten wat te ijl op. Als gevolg hiervan is wat ruimer gelucht en zijn de in kas 7 staande muscaatbomen, die nogal wat schaduw gaven, ingennoeido
Behalve een weinig vreterij door rupsen, waartegen onmiddellijk bestreder is, werd geen hinder van dierlijke beschadigers ondervonden<,
Evenals voorgaande jaren werd bij alle selecties een aantasting van
blad-vlekkenziekte (Mycosphaerella) waargenomen. Hierop worèt nog nader teruggekomen. Vanaf 22 november is de kas vorstvrij gehouden. Extra temperatuur om de groei
te forceren is niet gegeven. Voor deze datum trad geen vorst op, zodat ook geer maatregelen om beschadiging te voorkomen, behoefden te worden genomen.
Op 9 maart werd voor het eerst geoogst. Dit kon tegelijk geschieden bij de groepen 2A, 3A, 2B, 3B en 4B. De laatste kolen werden op 1 april geoogst van de groepen IA, 2A en IB.
Waarnemingen.
De eerste waarnemingen werden verricht op 15 december 1954» Het geheel was sterk gegroeid en alle series vertoonden een zwaar gewas met stevig blad. In alle groepen trad verspreid bladvlekkenziekte op.
IA was een uniform gewas met vrij lang blad, dat aan de randen gebobbeld was. IB was vrij uniform met vrij lang blad en vrij sterk gebobbelde bladranden. 2A toonde vrij uniform met lang blad. De jonge bladeren waren sterk gekarteld. 2B was matig uniform met lang en smal blad en gekartelde r.anden. Het gewas was
matig hoog.
3A was matig uniform, gedrongen met kort en mooi blad.
3B toonde een vrij uniform gewas. De planten waren sterk gedrongen, met kort blad, dat goed van vorm was. De indruk werd verkregen, dat dit de beste groep van de kas was.
4A gaf een uniform gewas met lange, verticaal staande bladeren. 4B kwam geheel met 4A overeen.
5A had een weinig uniform gewas met overwegend korte, vertica.1 staande blade-ren«
5B was weinig uniform met iets gekarteld blado
Op 17 januari werden opnieuw waarnemingen verricht. Hoewel de groei gun-stig was, bleek dat erngun-stig bladvlekkenziekte voorkwam waardoor vrij veel gele bladeren werden gevormd«
IA was behoorlijk uniform. Het blad toonde een blauwgroene kleur. Een begin van koolvorming werd waargenomen«
IB was matig uniform. Een begin van koolvorming werd geconstateerd. 2A was matig uniform. Plaatselijk kwam in de harten lichtgroen blad voor. 2B was vrij uniform. Het binnenste blad was gekarteld. Er kwamen enkele
plan-ten voor met lichtgroene harplan-ten. Een begin van koolvorming werd waargenomen. 3A was matig uniform. Enig verschil in bladlengte kwam voor. Enkele planten
ver-toonden lichtgroene harten.
3B toonde een behoorlijke uniformiteit. Het gewas is vrij laag en gelijkmatig van kleur. Een begin van koolvorming werd waargenomen.
4A was goed uniform. Het "blad stond verticaal. Enkele planten met lichtgroene harten werden waargenomen.
4B was goed uniform. Enkele planten vertoonden lichtgroene harten. Een begin van koolvorming werd waargenomen«
5A was slecht uniform. Er kwamen grote verschillen in voor. Een begin van koolvorming werd waargenomen«
5B was niet uniform. Een begin van koolvorming werd geconstateerd«
In verband met het gele Blad, dat voorkwam als gevolg van bladvlekken-ziekte, werden al deze afwijkende bladeren op 20 januari 1955 afgeplukt en verwijderde Bij telling bleek, dat het aantal vergeelde bladeren bij de di-verse selecties verschillend was. Deze staan aangegeven op bijlage 3» I*1 beide parallellen vertoonde groep 2 de meestsgele bladeren, n.1. gemiddeld 4°14 per plant. Groep 4 vertoonde eveneens in beide parallellen de minste gele blade-ren, n.1. 3»01 per plant. De overige groepen nemen een tussenpositie in, die voor al deze groepen het dichtst bij die van groep 4 gelegen is«
Omdat de grootte van het gewa.s bij de teelt een belangrijke rol speelt, werd op 1 maart een aantal bladmetingen verricht. Bij elke parallel werden van
10 willekeurig genomen planten een der onderste bladeren genomen en de lengte en breedte hiervan gemeten. De gegevens hiervan staan vermeld op bijlage 4« Hierbij kwam groep 3 met het kortste gemiddelde blad het meest gunstig naar voren, op de voet gevolgd echter door groep 5« Het langste blad, dat werd ge-meten was 66 cm en kwam in 2A en 4A voor. Het korste blad was $6 cm in groep
2A. Gemiddeld had 2A en 4B het langste blad, beide 58 cm. De kortste gemiddel-de bladlengte had 3B met 48 cm.
In de breedte kwam betrekkelijk weinig variatie voor. Bij de totaaltel-lingen van de diverse parallellen was de grootste breedte 22 cm en de kleinste breedte 19 cm, respectievelijk bij 2A, IB, 3B en 4B. De grootste gemeten breedte was 28 cm bij groep 2A en 3A. De kleinste gemeten breedte was 11 cm bij 5A en IB.
In verband met het soms omzakken van de planten, waarbij de lengte van de poten een belangrijke rol kan spelen, is op 1 maart deze lengte bij alle se-lecties gemeten. Hierbij werd de afstand genomen tussen grondoppervlak en de onderkant van het hart. De resultaten van deze metingen staan vermeld op bijlage 5. Hieruit blijkt, dat vooral groep 1 lange poten geeft, n.1. gemid-deld I7.5 cm, gevolgd door groep 4 met 15 cm. Groep 5 en 3 met respectievelijk II.5 en 12 cm hadden de korfete poten.
Op 2 maart 1955 werden voor het laatst waarnemingen aan het gewas verruil: In dit stadium, kort voor de oogst, werd tevens op de hoogte van het gewas
4.
IA was matig uniform, De kleur van het blad donkergroen. De gemiddelde hoogte
65 - 70 cm.
IB was matig uniform. De kleur van het blad was donkergroen, terwijl enkele planten lichtgroene harte vertoonden. Opvallend was dat het blad tussen de nerven gebobbeld was. De gemiddelde hoogte was 65 - 70 cm«
2A v/as niet uniform. Bijzonder groot was het verschil in hoogte tussen de plan. ten onderling. De kleinste plant was 59 en à.e grootste plant 93 cm hoog. De kleur van het blad was donkergroen en enkele planten hadden lichtgroene harten. De binnenste bladeren waren gekarteld. De gemiddelde hoogte van dit gewas was 65 — 70 cmo
2B was vrij uniform van vorm, maar niet wat betreft de grootte van de plant. De kleur van het blad was donkergroen en de stand der bladeren uitgesproken verticaal. De gemiddelde hoogte was 70 cm»
3A was vrij uniform. Enkele planten hadden lichtgroene harten, het overige ge-was ge-was donkergroen. De gemiddelde hoogte ge-was 55 - 60 cm»
3B was goed uniform. Het blad was donkergroen. De gemiddelde hoogte 50 - 55 c m 4A was goed uniform met verticaal blado Behoudens enkele planten met
licht-groene harten was de kleur donkergroen. De gemiddelde hoogte was 70 - 75 cm 4B was vrij uniform. Enkele planten met lichtgroene harten. De gemiddelde
hoogte was 60 - 65 cm«
5A was niet unifornu Er kwamen ook grote verschillen in hoogte per plant voor. De kleinste plant was 49 en de grootste plant 85 cmhoog. Het binnenblad was gekarteld. De gemiddelde hoogte was 60 - 65 cm.
5B was matig uniform. Ook hier kwamen evenals tij 5A grote hoogteverschillen tussen de planten onderling voor. De kleur van het gewas was donkergroen. De gemiddelde hoogte bedroeg 60 - 65 cm0
Oogst.
De eerste oogst begon op 9 maart en de laatste kolen werden op 1 april geoogst. De oogstdata en de totalisering hiervan staan vermeld op bijlage 6. Hieruit blijkt, dat groep 3 het vroegst is, hoewel het verschil met groep 4» dat iets lat^r is, klein is. Groep 1 was verreweg het laatst. De kleinste oogstperiode was bij groep 1 waar alles in 12 dagen werd geoogst. De langste oogstperiode was bij groep 2 waar de oogstperiode 24 dagen duurde. Bij groep 3 duurde de oogstperiode 17 dagen, bij groep 4 20 dagen en bij groep 5?15 da-gen»
Be sortering bij de oogst werd volgens de voorschriften uitgevoerd be-houdens, dat aanvankelijk geen onderscheid is gemaakt tussen sortering I en IA Hoewel dit later wel gebeurd is, wordt dit hier niet vermeld, omdat anders een minder zuiver beeld van de sortering zou kunnen worden verkregen.
Sortering I omvatte alle kolen met een over de kop gemeten breedte van meer dan 20 cm0 Sortering II liep van 16 t/m 20 cm, sortering III van 10 t/m 15 cm
en sortering IV kleiner dan 10 cm. Bovendien werd bij elke kool de eventuele afwijking aangegeven. De sorteringsgegevens zijn vermeld op bijlage 7»
De meest gunstige sortering werd verkregen bij de groepen 1 en 3 met respectievelijk 57 en 55 stuks in de biede hoogste sorteringen. De groepen 2, 4 en 5 gaven een beduidend minder gunstige sortering te zien.
Naast de grootte-sortering die is toegepast is vooral ook de kwaliteits-sortering van betekenis. Hiertoe werden eventuele afwijkingen waargenomen. Losse en geschifte kolen kwamen vrij vaak voor. Kolen met een gele kleur veel minder, terwijl waterziek slechts bij 1 parallel werd geconstateerd. Groep 3 kwam wat betreft de afwijkingen het meest gunstig naar voren, n.1. 12 afwij-kingen op 64 kolen. De meeste afwijafwij-kingen werden bij groep 2 gevonden, n.1. 29 stuks« De verdere gegevens hierover staan mede vermeld op bijlage 7«
Smaakproef.
Op 18 maart werd de winterbloemkool op smaak beoordeeld. Hiertoe werd gebruik gemaakt van 2 kolen van sortering 1, afkomstig van parallel 3Bo Deze kool werd normaal met water en zout opgezet om half 11. Om kwart vóór 11 kookte het water en om 1 minuut vóór 11 was de kool gaar.
Monsters van deze gekookte kool werden door meerdere personen van het plantenlab en verder (bor E.v.d.Zande en proefnemer op smaak beoordeeld. Unaniem vond men de kool uitstekend van smaak. Een bijsmaak werd niet waarge-nomen. De kool was zeer zacht, maar toch stevig zonder evenwel stug te zijn«, De kleur van de gekookte kool was mooi blank.
Op dezelfde wijze werden 2 kolen van sortering IV beoordeeld, die afkom-stig waren van planten met lichte harten. Ook deze kool was zacht maar had een wat "sterke" smaak.
Financiële opbrengst.
Hierbij is niet nagegaan wat de totale opbrengst van deze proef in gâd was. Gezien de meerdere selecties zou hieruit ook geen betrouwbaar resultaat ver verkrijgen zijn. Vel werden de prijzen opgenomen die gedurende de oogst voor deze kolen op de veiling Naaldwijk werden betaald. Deze staan aangegeven
op bijlage 8. Hoewel de aanvoer van deze partij op de markt van geen beteke-nis was, mag toch worden vastgesteld, dat de prijzen, ondanks de concurrentie van de Italiaanse bloemkool, die in die periode in betekenende hoeveelheden werd geimporteerd, gunstig waren. Op deze basis zou een teelt van
winterfeloem-kool voor de practijk zeer gunstig zijn0
Conclusie.
Uit deze proef met winterbloemkool is gebleken, dat een teelt hiervan mits van een goede selectie wordt uitgegaan een goede sortering waarborgt,
6.
zonder veel afwijkingen, die op de veiling een goede prijs opbrengen.
Vooral de selectie stamzaad 1954 No. 7 plant 2 (3A en 3B) voldoen, gezien hun groeiwijze, kwaliteit en sortering, reeds in hoge mate aan de door de practijk te stellen eisen.
Il_4_ttj60 De Proef nemer,
Plattegrond. Bijlage 1< r-Buiten de proef 5B 4B 3B 2B IB 5A 4A 3A 2A IA V 8 planten Kistjes aardbeien« ƒ 1 plant 1 « No. 7 van 1952. 2 • Bruinsma No.2 1954o 3 - Stamzaad 1954 No.7 pi. 20 4 = Stamzaad 1954 No.7 pi» 3o 5 - Stamzaad 1954 No.11 pi.2.
>4 planten
B i j l a g e 2 .
Proefstation voor d e Groenten- en Fruitteelt onder glas te Naaldwijk
Telefoon K 1740-4545 en 4546 ZUIDWEG 38 G i r o 203110
Brief N o
Monster(s) ontvangen :
VERSLAG
omtrent het onderzoek van grondmonster(s) van :
DE HEER
Kosten Monster x f _.... = f Gelieve te storten Giro no 293110
Vlugge betaling bespaart U onkosten Naaldwijk, 19..
Volg-nummer 2 7 - 7 - ' 5 4 V . JKl&tfcebx aWXat 0.89 , , H u m u s gloeiverl." °/o 3 . 3 Ca CO3 % 0.16 P H 7.0 Na CL % 0o020 Gloeirest % 0.10 *) N -water 3 . 1 *) P -waler 3o2 *) K -water 9 . 0 Magne-sium a.x. 63 Mangaan a.z. 1.3 IJzer a.z. 1.0 Alumi-nium a.Z. 1.1 A d v t es:
Niet besproken analysed]Iers zijn normaal voor betreffende grond. Alle cijfers zijn omgerekend op Lij I03°C gedroogde grond.
Alle hoeveelheden mesl zijn. tenzij nadrukkelijk anders vermeld, bedoeld per vierkante roe. *) Uitgedrukt in mg. per 100 g. grond.
Bijlage 3»
Aantal afgetrokken gele bladeren (als gevolg van Myccephearella) op 20 jan.'55* Groep IA IB 2A 2B 3A 3B 4A 4B* 5A 5B Aantal 104 117 127 138 99 99 98 95 111 114 Totaal per groep 221 265 198 193 225 Gemiddeld per plant 3.45 4.I4 3»10 3.01 3.51
Bijlage 4.
Langte en breedte van een blad van 10 willekeurige planten per groap. (bladeren zijn 1 van de drie eerste, niet aangetaste bladeren).
Plant 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Gem, IA 46 x 19 63 x 22 57 x 24 60 x 23 46 x 17 68 x 26 51 x 19 49 x 18 59 x 24 63 x 13 56 x 21 2A 48 x 20 63 x 23 62 x 23 66 x 24 62 x 21 58 x 18 63 x 25 57 x 26 65 X 28 36 x 16 58 x 22 3A ' 47 x 22 61 x 28 48 x 20 53 x 21 42 x 17 42 x 16 53 x 22 50 x 21 45 x 22 49 x 18 49 x 21 4A 59 x 19 66 x 26 5.8 x 17 60 x 23 62 x 22 61 x 19 51 x 15 50 x 18 64 x 22 56 x 19 60 x 20 5A 50 x 21 47 x 9 42 x 18 55 x 27 58 x 27 51 x 18 56 x 22 37 x 17 44 x 11 48 X 26 49 x 20 Plant 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Genu IB 58 x 23 60 x 27 54 x 22 58 x 23 55 x 11 54 x 24 57 x 22 45 x 22 54 x 20 59 x 21 55 x 22 2B 54 x 19 57 x 25 47 x 20 59 x 20 64 x 20 53 x 20 49 x 16 54 x 21 61 x 18 48 x 17 55 x 20 3B 37 x 18 52 x 25 44 x 18 52 x 24 47 x 22 51 x 25 50 x 22 48 x 20 46 x 22 48 x 23 48 x 22 4B 53 x 21 60 x 21 63 x 21 48 x 15 63 x 21 60 x 18 64 x 21 57 x 17 59 x 21 52 x 18 58 x 19 5B 46 x 23 43 x 16 48 x 20 51 x 20 52 x 17 51 x 23 50 x 21 47 x 17 53 x 22 46 x 20 49 x 20
Bijlage 5»
Lengte van de poot van 10 willekeurige planten per groepr in cm«
1 maart 1955« Plant 1 2 3 4 5 6
7
8 9 10 Genu IA 20 16 19 22 16 10 23 12 14 19 17 2A 16 13 15 16 17 11 11 8 12 131 13
3A 15 16 10 15 16 13 12 12 13 10 13 4A* 14 18 17 17 11 15 . 18 12 15 15 15 5A 11 8 12 14 12 8 12 9 11 12 11 IB 23 20 20 22 25 16 16 11 16 10 18 2B 9 13 12 16 16 15 13 13 9 10 13 3B 8 16 10 12 13 9 13 10 9 12 11 4B 18 11 21 20 10 15 15 10 15 13 15 5B7
12 14 13 11 16 12 12 10 15 12Gemiddeld per groep« 1. 2, 3. 4. 5» m m m m 17-13 12 15 11.
5
5
Bijlage 6. O o g s t l i j s t winter-bloemkool. Datum 9 maart 11 " 15 " 18 " 21 » 23 " 25 » 28- » 30 - » 1 april Totaal Totaal t/m 15/3 t/m 21/3 "t/m 25/3 t/m 30/3 IA X -1 -7 7 3 14 • 32 -1 8 18 2A 1 -3
ï
5 8 5 2 -1 32 4 16 29 31 3A 6 1 5 11 3 5 1 -32 12 26 32 -4A -6 12 5 8 1 -32 6 23 32 -5A — -3 11 6 7 5 -32 3 20 32 -IB — — -1 13 9 4 4 31* -14 2 8 2B 3 -2 5 8 2 4 7 1 -32 5 18 24 32 3B . 1 — 5 10 5 7 2 2 -32 6 21 30 32 4B 1 3 8 4 2 6 7 1 -32 12 18 31 32 5B — 1 4 10 7 7 3 -32 5 22 32 -Groepen getotaliseerd Totaal t/m 15/3 " t/m 21/3 » t/m 25/3 » t/m 30/3 " 1 -1 22 46 2 9 34 53 63 3 18 47 62 64 4 18 41 63 64 5 8 42 64 -1 u i t g e v a l l e n .Bijlage 7«, Sortering Sortering I II III IV Totaal Afwijkingen Los (licht tot sterk) Geschift (Idem) Geel (idem) Vaterziek Totaal waar-genomen af-wijkingen IA 25
5
2 0 32 4 8 -12 2A5
15 10 2 32 4 9 2 15 3A 18 7 4 3 32 3 2 27
4A 8 13 9 2 32 3 3 -6 5A7
13 9 3 32 9 97
25 IB 11 16 3 1 31* 5 1 -6 2B 10 13 7 2 32 5 7 2 14 3B 19 11 1 1 32 4 -15
4B 9 9 9 5 32 5 10 -2 17 5B 14 10 6 2 32 •5
4 2 -11 Sortering getotaliseerd I II III IVTotaal waargenomen afwijk-kingen 1 36 21 5 1 18 2 15 28 17 4 29 3 37 18 5 4 12 4 17 22 18 7 23 5 21 23 15
5
36 1 weggevallen.B i j l a g e 8,
Prijs per sortering? Datum 9 maart 11 » 16 » 18 » 21 " 23 " 25 » 28 " 30 « 1 april Gemiddelde prijs
KB)
-f 1.22 lo27 l«33 1.41 1.47 1.14 0.90 1.24 f 1.25 per kist. sortering 11(10) f 0.90 0.94 1.12 1.17 1.24 1.17 1.19 Oo73 0„69 0.94 f loOl 111(127 -f 0.99 I.03 0.77 0.99 O.83 0.48 0.44 0.52 f O.76IV(15) (stuks per kist)
— -f O063 -f.O.58 0.35 «. O.32 f 0.47
B i j de l a a t s t e p a r t i j e n was mede winterbloemkool u i t een koud warenhuis (inbegrepen.