De Invloed van Blootstelling aan een Fotoserie Onveranderde Vulva’s op het Genitale Zelfbeeld van Vrouwen die een Labiareductie Overwegen
Abstract
Het aantal vrouwen met verzoek tot labiareductie lijkt exponentieel te stijgen. De motieven zijn doorgaans esthetisch dan wel functioneel van aard. Voor beide motieven lijkt een reductie echter niet de meest effectieve ingreep. Daarom werd het effect van een fotoserie onveranderde vulva’s op het genitale zelfbeeld onderzocht bij een groep van 47 vrouwen met een verzoek tot labiareductie. De helft kreeg een fotoserie onveranderde vulva’s te zien, de andere helft een fotoserie neutrale voorwerpen. Er bleek geen significant effect te zijn van de fotoserie onveranderde vulva’s op het genitale zelfbeeld. Er werd wel een trend gevonden in de goede
richting. Het ontbreken van een significant effect valt mogelijk te verklaren vanuit het geringe aantal deelnemers. Meer onderzoek is dus gewenst.
Noor Zigenhorn 10003908 Ellen Laan (AMC)
Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Methode 5 Deelnemers 5 Materialen 6 Procedure 7 Steekproefgrootte 8 Statistische analyses 8 Resultaten 8 Deelnemers 8
Effecten fotoserie onveranderde vulva’s 9
Discussie 11
Referenties 13
Appendixes 15
Appendix A: Deelnemende ziekenhuizen 15
Appendix B: Demografische vragenlijst 16
Appendix C: FGSIS 18
Appendix D: MVS 19
Appendix E: Brief voor patiënten 20
Appendix F: Informatie brochure 21
Inleiding
Het aantal vrouwen dat met een verzoek tot labiareductie naar een gynaecoloog of plastisch chirurg gaat, lijkt de laatste jaren exponentieel toe te nemen. Vanwege het ontbreken van een landelijke registratie zijn er geen recente cijfers over het aantal verzoeken en ingrepen in Nederland (Hage, Karim, Paarlberg, & Weijenborg, 2008). In 2010-2011 zijn er in Engeland 1726 labiareducties uitgevoerd, terwijl dit er in 2002 slechts 400 waren (NHS, 2011). De motieven die vrouwen aandragen voor hun verzoek blijken functioneel of esthetisch van aard (Crouch, Deans, Michala, Liao, & Creighton, 2011; Veale et al., 2014a; Howarth, Sommer, & Jordan, 2010; Maas, & Hage, 1999). Vrouwen rapporteren enerzijds namelijk pijnklachten bij het dragen van strakke kleding, sporten of seks, die zij toeschrijven aan de grootte van hun labia minora. Anderzijds rapporteren zij ontevredenheid met het uiterlijk van hun labia minora.
Het vulvaire ongemak dat door vrouwen ervaren wordt, wordt in de huidige literatuur aangedragen als een motief voor een ingreep (Liao et al., 2009). Uit onderzoek blijkt echter dat deze ongemakken bij een deel van de patiënten te wijten zijn aan vulvaire vestibulitis of een overactieve bekkenbodem (van Lunsen, 2007) en niet aan de grootte van de labia. Tevens blijkt uit onderzoek dat de grootte van de labia niet samenhangt met seksuele problemen (Lloyd, Crouch, Minto, Liao, & Creighton, 2005). Ook is er een gebrek aan kennis over functionele verbeteringen die bij een ingreep te verwachten zijn (Cain, Iglesia, Dickens, & Montgomery, 2013). Of een functionele reden een gegronde reden voor
indicatie voor een operatie vormt, is derhalve nog onbekend.
De onvrede over het uiterlijk van de vulva is een tweede motief voor een operatieve ingreep. Bewijs over de effectiviteit van deze ingreep voor dit motief ontbreekt echter (Braun, 2010). De onvrede gaat vaak gepaard met een negatief zelfbeeld (Veale et al., 2014b). Wellicht wordt deze onvrede gevoed door culturele normen ten aanzien van een vulvair ideaal. Het huidige ideaalbeeld lijkt namelijk voort te komen uit de media (Schick, Calabrese, Rima en Zucker, 2010) en door de beschikbaarheid van porno op internet (Veale et al., 2014b). Vrouwen hebben daardoor mogelijk een vertekend beeld gekregen over wat ‘normaal’ is (Paarlberg, & Weijenborg, 2008; Bramwell, Morland, & Garden, 2007). Uit onderzoek van Lloyd et al. (2005) blijkt dat de variatie in grootte van de labia minora enorm is. Zo vonden zij dat de breedte, mediaal gemeten van de basis tot de rand, van de labia minora varieert van 7 tot 50 mm en de lengte, gemeten van de clitoris tot aan de rand 20-100 mm. Dat de variatie enorm is, wordt ook ondersteund door andere onderzoeken
de onvrede die vrouwen rapporteren vooral te maken te hebben met het idee over hoe het genitaal gebied er uit zou moeten zien.
Een labiareductie is een operatieve ingreep die mogelijk het genitaal zelfbeeld
verandert en daarmee de onvrede over het uiterlijk van de vulva weg kan nemen. Wellicht is een niet-operatieve ingreep een betere keuze, omdat een operatie nooit zonder risico is. Een van de risico’s is de mogelijke complicaties die op kunnen treden in de wondgenezing. Deze complicaties kunnen negatieve cosmetische gevolgen hebben (De Waard,
Weijenborg, Ter Kuile, & Jansen, 2002). Daarnaast is een ingreep mogelijk schadelijk op het gebied van seksualiteit. Ondanks dat dit niet is onderzocht, is het aannemelijk dat een labiareductie een negatief effect heeft op het seksueel functioneren. Tijdens seksuele opwinding vormen de gezwollen labia een beschermend kussen rond de introïtus. Bij het reduceren hiervan kan die functie dus worden aangetast (Van Lunsen, 2007).
Het lijkt tevens niet aannemelijk dat het resultaat van een operatieve ingreep de onvrede over het uiterlijk van de vulva voldoende wegneemt. Uit enkele casestudies die De Waard et al. (2002) beschrijven blijkt namelijk dat vrouwen na een operatieve ingreep een nieuwe operatieve ingreep verlangen. Wellicht worden vrouwen beter geholpen met een interventie die inspeelt op de veronderstelling dat de wens voor het ondergaan van een labiareductie wordt ingegeven door de angst dat de vulva er niet normaal uitziet (Paarlberg, & Weijenborg, 2008; Bramwell et al., 2007). Daarom wordt in deze studie onderzocht of blootstelling aan een grote variëteit aan vulva’s vrouwen ervan kan overtuigen dat het uiterlijk van hun eigen vulva ‘normaal’ is.
In een studie bij vrouwen zonder een wens tot labiareductie onderzochten Martoredjo en Laan (2015) de invloed van blootstelling aan foto’s van natuurlijke vulva’s op het genitale zelfbeeld van jonge vrouwen. Zij verdeelden vrouwen over twee condities, een fotoconditie en een controleconditie. In de fotoconditie werd een PowerPoint van natuurlijke vulva’s getoond. In de controleconditie werd een PowerPoint met neutrale objecten getoond. Het genitale zelfbeeld werd voorafgaand en volgend op blootstelling aan de PowerPointpresentatie gemeten. Uit de resultaten bleek dat deelnemers in de fotoconditie een significant positiever genitaal zelfbeeld hadden tijdens de nameting in vergelijking met de voormeting. In de controleconditie was geen verandering zichtbaar. Hetzelfde effect werd gevonden na een follow-up van twee weken. Hieruit kan men concluderen dat het zien van natuurlijke vulva’s een positief effect heeft op het genitaal zelfbeeld.
Onderzoek naar deze interventie bij vrouwen met een wens tot labiareductie is tot op heden nog niet gedaan. In de huidige studie worden vrouwen met een wens tot labiareductie onderzocht, waarbij gekeken wordt of blootstelling aan foto’s van natuurlijke vulva’s het genitale zelfbeeld van vrouwen die een labiareductie overwegen positief beïnvloedt. Zoals gezegd zijn de motieven van vrouwen die een labiareductie overwegen onder te verdelen in functionele en esthetische. Esthetische motieven voor een labiareductie zijn mogelijk makkelijker te beïnvloeden door blootstelling aan een grote variëteit aan natuurlijke vulva’s dan functionele motieven. Daarom wordt onderzocht wat de motieven zijn voor de wens tot labiareductie en in welke mate de motieven samenhangen met het effect van de fotoserie op het genitaal zelfbeeld. Ten slotte zal onderzocht worden of de interventie ertoe leidt dat vrouwen met een esthetisch motief voor een labiareductie daar ook daadwerkelijk vaker van afzien dan vrouwen met een functioneel motief. De eerdere pilotstudie van Martoredjo en Laan (2015) lijkt te wijzen op een positief effect van
blootstelling aan natuurlijke vulva’s op het genitaal zelfbeeld bij vrouwen zonder wens tot labiareductie. Dat betekent niet dat blootstelling hiervan effect heeft bij vrouwen die al besloten hebben een labiareductie te willen. Verwacht wordt dat het genitaal zelfbeeld van vrouwen met een esthetisch motief meer verandert door de interventie, dan het genitaal zelfbeeld van vrouwen met een functioneel motief. Daarnaast wordt verwacht dat vrouwen met een esthetisch motief door de interventie vaker afzien van een operatieve ingreep dan vrouwen met een functioneel motief.
Methode
Deelnemers
Deelnemers werden geworven via 7 deelnemende ziekenhuizen. De proefgroep bestond uit 47 vrouwen tussen de 18 en 56 jaar, die een labiareductie overwogen en hiervoor een eerste afspraak hadden gemaakt bij gynaecologen in 7 deelnemende ziekenhuizen (zie: appendix A). Vrouwen werden random toegewezen aan de
experimentele conditie of aan de controleconditie. In de experimentele conditie, waaraan 25 vrouwen deelnamen, werden foto’s van onveranderde vulva’s getoond, en in de controle conditie, waaraan 22 vrouwen deelnamen, werden foto’s van neutrale voorwerpen getoond. Inclusiecriteria waren (a) ouder zijn dan 18 jaar en (b) bereid zijn tot het geven van
Afdeling Psychologie, Universiteit van Amsterdam en door de Medische Ethische Commissies van alle deelnemende ziekenhuizen.
Materialen
Fotoserie onveranderde vulva’s & fotoserie neutrale voorwerpen. Foto’s werden met
een PowerPointpresentatie volgens een vaste volgorde gedurende vijf seconden getoond. De PowerPointpresentatie uit de experimentele conditie bestond uit 44 foto’s van vulva’s die niet cosmetisch geopereerd of digitaal bewerkt waren (Karras, 2003; Vulvaprojekt, z.j). De PowerPointpresentatie met neutrale voorwerpen bestond ook uit 44 foto’s met onder andere huishoudelijke voorwerpen. Deze fotoseries zijn gelijk aan de fotoseries die gebruikt zijn in het onderzoek van Martoredjo en Laan (2015).
De demografische gegevens werden verzameld met een vragenlijst. Hierin werd bijvoorbeeld gevraagd naar de leeftijd van de deelnemers en of ze een relatie hadden. Deze informatie is gebruikt om een beeld te krijgen van de groep deelnemers.
Het genitale zelfbeeld werd gemeten met de Female Genital Self Image Scale (FGSIS). Deze vragenlijst bestaat uit 7 items, bijvoorbeeld “Ik ben tevreden met het uiterlijk van mijn geslachtsdelen”, die gescoord worden op een 4-puntsschaal van 1 (zeer
mee oneens) tot 4 (zeer mee eens). Een hoge score impliceert een positief genitaal zelfbeeld.
De FGSIS heeft een betrouwbaarheid van .88 (Herbenick, & Reece, 2010). De motivatie voor de labiareductie werd gemeten met de Motivatie voor
Schaamlipverkleining (MVS). Deze vragenlijst is zelf geconstrueerd en bestaat
uit 4 items die worden gescoord op een 5-puntsschaal van 1 (helemaal niet van toepassing) tot 5 (helemaal van toepassing).
Item 1: Overweegt u een schaamlipverkleining om esthetische redenen? (U vindt uw schaamlippen niet mooi?)
Item 2: Overweegt u een schaamlipverkleining om functionele redenen? (Uw schaamlippen zorgen voor ongemak)
Item 3: Overweegt u een schaamlipverkleining omdat uw vulva regelmatig pijn doet? Item 4: Verwacht u dat de pijn aan uw vulva minder wordt na een schaamlipverkleining?
De score op item 1 meet de mate waarin de vrouwen een esthetisch motief hebben. Een score hoger dan 4 impliceert een esthetisch motief. De score op item 2 meet de mate waarin vrouwen een functioneel motief hebben. Een score hoger dan 4 op dit item
die meten in welke mate vrouwen met een functionele reden ook daadwerkelijk vulvaire pijn hebben.
Tot slot werd telefonisch gevraagd wat het besluit van vrouwen was met betrekking tot het ondergaan van een labiareductie. Waarbij vier antwoordmogelijkheden werden gegeven.
- Ja
- Nee, ik heb er vanaf gezien - Staat gepland
- Weet ik nog niet
Deze vraag werd gebruikt om de keuze van vrouwen met betrekking tot het daadwerkelijk laten uitvoeren van een labiareductie te achterhalen.
Procedure
Zodra vrouwen een afspraak maakten bij de gynaecoloog van een van de deelnemende ziekenhuizen voor een labiareductie werd hen een informatiebrief en
-brochure toegestuurd. In de brief werd gevraagd de -brochure door te lezen en verteld dat ze over een week gebeld zouden worden. In de brochure werd uitgelegd wat het onderzoek inhield. Een week later werden de vrouwen telefonisch benaderd met de vraag of ze wilden deelnemen aan het onderzoek, tevens was hier ruimte voor extra vragen. Op het moment dat ze wilden deelnemen werden ze op volgorde van binnenkomst met behulp van een
randomisatielijst toegewezen aan de experimentele- of controleconditie. Ze kregen ze een onderzoekscode die niet terug te herleiden was naar de persoon.
Het onderzoek zelf bestond vervolgens uit een visite van 1 uur, voorafgaand aan de afspraak met de gynaecoloog. De deelnemers werden individueel, in een aparte kamer getest. Allereerst kreeg een deelnemer informatie over het doel en de procedure van het onderzoek en ondertekende zij daarna een informed consent formulier. Op een laptop vulden ze vragenlijsten in waarmee het genitale zelfbeeld en de motieven voor labiareductie in kaart werden gebracht. Daarna werd de PowerPointpresentatie gestart. Tot slot vulde de deelnemer nogmaals de FGSIS in. Na afloop was er de gelegenheid voor de deelnemer om vragen te stellen.
Twee weken na afloop van het consult werd de deelnemer telefonisch gevraagd of zij de labiareductie gepland hebben staan, uit hebben laten voeren of er vanaf gezien hebben.
Steekproefgrootte
Uit een poweranalyse met met G*power, uitgaande van een power van 80 en een effectgrootte van Cohen’s f = .30 (Martoredjo en Laan, 2015) blijkt dat er 90 proefpersonen nodig zijn voor een significant resultaat bij α <.05.
Statistische analyse
Het effect van de fotoserie onveranderde vulva’s is onderzocht door middel van een Conditie (experimentele conditie; controle conditie) x Tijd (voormeting; nameting)
herhaalde metingen ANOVA. Bij een significant interactie-effect worden gepaarde sample t-test verricht om te toetsen op welke metingen de groepen verschillen. Om te onderzoeken of het motief samenhangt met het effect van de fotoserie op het genitale zelfbeeld zal een enkelvoudige regressie worden uitgevoerd met het al dan niet hebben van een esthetisch motief als voorspeller voor het verschil tussen voor- en nameting van het genitale zelfbeeld. Ook zal er een enkelvoudige regressie worden uitgevoerd met het al dan niet hebben van een functioneel motief als voorspeller voor het verschil tussen voor- en nameting van het genitale zelfbeeld. Om te onderzoeken of vrouwen met een esthetisch motief vaker afzien van een labiareductie na het zien van de fotoserie onveranderde vulva’s dan vrouwen met een functioneel motief zal een ordinaal logistische regressie worden uitgevoerd met het al dan niet hebben van een esthetisch motief als voorspeller voor het besluit met betrekking tot de labiareductie. Eenzelfde ordinaal logistische regressie zal worden uitgevoerd met het al dan niet hebben van een functioneel motief.
Resultaten
Deelnemers
De groep deelnemers bestond uit 47 vrouwen. De gegevens van deze vrouwen zijn
meegenomen in de verdere dataverwerking van de hoofdanalyses. Van de 47 werden er 34 benaderd om te vragen naar hun besluit over een labiareductie. Hiervan reageerden er 9, waarvan twee hun antwoord niet wilden delen en 7 wel. De gegevens van de deelnemers van wie het besluit niet bekend is zijn niet meegenomen in de dataverwerking van de ordinaal logistische regressie.
De deelnemers hadden een gemiddelde leeftijd van 30,1 jaar (SD = 10,504, range 18-57). Van de 47 had 72,3 % een vaste relatie, met een gemiddelde relatieduur van 7,55 jaar (SD = 7,306, range 0,25-26,67). Onder de deelnemers was 66% seksueel actief in de
afgelopen 4 weken. De deelnemers waren overwegend heteroseksueel (83%). Er werden geen significante verschillen gevonden in de onderzochte demografische variabelen tussen de experimentele- en de controle conditie. De gemiddelden en standaarddeviaties zijn weergegeven in tabel 1.
Tabel 1. Gemiddeld Resultaat (SD) op Verschillende Variabelen in de Experimentele
en de Controle Conditie Experimentele conditie (n= 25) Controle conditie (n=22) Leeftijd M (SD) 31.72 (11.5) 28.32 (9.1) Relatieduur M (SD) 7.59 (8.5) 7.5 (6.1)
Effecten fotoserie onveranderde vulva’s
Een 2 Tijd (voor/na) x 2 Conditie (experimenteel/controle ANOVA met als afhankelijke variabele genitale zelfbeeld werd uitgevoerd. Er werd geen significant hoofdeffect gevonden van Tijd op het genitaal zelfbeeld, F(1, 45) = 0.47, p = .830. Er werd ook geen significant hoofdeffect gevonden van Conditie op het genitaal zelfbeeld, F(1,45) = .124, p =
.727. Tevens werd er geen significant interactie-effect gevonden F(1, 45) = 2.986, p = .091
van conditie of tijd op de nameting.
Blootstelling aan een fotoserie onveranderde vulva’s of aan een fotoserie neutrale voorwerpen had dus geen effect op het genitaal zelfbeeld. Aangezien er niet voldoende deelnemers waren voor een power van 80 kan gesteld worden dat er een trend zichtbaar is van een positief effect van blootstelling aan een fotoserie op het genitaal zelfbeeld (zie Figuur 1). Deelnemers in de experimentele conditie lijken een groter verschil te hebben in genitaal zelfbeeld tussen de voor- en nameting dan deelnemers in de controleconditie. Uit een paired sample t-test bleek dat deelnemers in de experimentele conditie gemiddeld een lager genitaal zelfbeeld hadden voor het zien van de fotoserie (M = 14.24, SD = 3.099) dan na het zien van de fotoserie (M = 15.00, SD = 3.253). Dit verschil was echter niet
significant, t(24) = -1.308, p = .203.
Deelnemers in de controleconditie hadden gemiddeld een iets hoger genitaal zelfbeeld voor het zien van de fotoserie (M = 15.23, SD = 3.308) dan na het zien van de fotoserie
(M=14.64, SD = 3619). Ook dit verschil was niet significant, t(21) = 1.163, p = .258. Blootstelling aan een fotoserie onveranderde vulva’s of aan een fotoserie neutrale voorwerpen had dus geen effect op het genitaal zelfbeeld.
Figuur 1. Genitaal Zelfbeeld van Deelnemers in de Experimentele en Controle
Conditie tijdens Voor- en Nameting.
Van de 47 deelnemers had 89,4% een functioneel motief voor het verzoek tot labiareductie en 31,9 % een esthetisch motief. Uit een enkelvoudige lineaire regressie met het al dan niet hebben van een esthetisch motief als voorspeller en de verschilscore tussen de voor- en nameting van het genitaal zelfbeeld, bleek een esthetisch motief geen
significante voorspeller te zijn voor het genitaal zelfbeeld, F(1,45) = .011, p = .918, met een R2 van .000. Het al dan niet hebben van een esthetisch motief is dus geen voorspeller voor het effect van de fotoserie onveranderde vulva’s.
Ook werd een enkelvoudige lineaire regressie uitgevoerd met het al dan niet hebben van een functioneel motief als voorspeller voor het verschil tussen de voor- en nameting van het genitaal zelfbeeld. Het al dan niet hebben van een functioneel motief bleek geen significante voorspeller voor het genitale zelfbeeld, F(1, 45)= .004, p = .915, met een R2 van .000. Het al dan niet hebben van een functioneel motief voor een labiareductie is dus tevens geen voorspeller voor het effect van de fotoserie onveranderde vulva's.
Van de deelnemers lieten 7 deelnemers weten wat hun besluit was omtrent het uitvoeren van de operatie. Dit is een response rate van 14.89%. Alle 7 deelnemers zaten in de experimentele conditie. Eén deelnemer liet een operatie uitvoeren, dit betrof een
10 11 12 13 14 15 16 Voormeting Nameting SCore op FGSI S Tijd
Genitaal zel4beeld
Experimentele conditie Controle conditie Conditiedeelnemer met een functioneel motief, 3 deelnemers hebben van een operatie afgezien, hiervan hadden 2 een esthetisch motief en een geen duidelijk motief. Eén operatie stond gepland, dit betrof ook een vrouw met een functioneel motief en 2 deelnemers, beiden met een functioneel motief twijfelden nog. Alle deelnemers met een esthetisch motief in de experimentele conditie hebben nog geen operatie laten uitvoeren. Dit zijn te weinig data om de ordinale logistische regressie analyse uit te voeren.
Discussie
In deze studie is onderzocht wat het effect is van de blootstelling aan foto’s van natuurlijke vulva’s op het genitale zelfbeeld van vrouwen die een labiareductie overwegen. Uit de resultaten blijkt dat vrouwen die blootgesteld zijn aan een fotoserie natuurlijke vulva’s geen positiever genitaal zelfbeeld hebben dan daarvoor, ten opzichte van vrouwen die blootgesteld zijn aan een fotoserie neutrale voorwerpen. Wel is er een positieve trend zichtbaar van de fotoserie op het genitaal zelfbeeld en wil het uitblijven van een effect van de fotoserie op het genitaal zelfbeeld niet zeggen dat de interventie niet effectief is geweest. Tevens blijkt uit dit onderzoek dat het motief voor een labiareductie niet samenhangt met het effect van de fotoserie op het genitale zelfbeeld. Helaas reageerden maar weinig vrouwen op de vraag of ze hadden afgezien van een operatie en konden de resultaten daarom slechts beschrijvend worden gerapporteerd.
Op basis van deze resultaten kan niet worden geconcludeerd dat de fotoserie natuurlijke vulva’s een positief effect heeft op het genitale zelfbeeld van vrouwen. Er is echter wel een trend te zien in de goede richting. Dat het resultaat niet significant is valt mogelijk te verklaren vanuit het geringe aantal deelnemers. Volgens de power-analyse zouden er 90 deelnemers moeten zijn. Er zijn er echter maar 47. Op basis van deze eerste resultaten zou eventueel wel verwacht kunnen worden dat er een effect is bij meer deelnemers. Het onderzoek voortzetten om de steekproef te vergroten wordt dus aangeraden.
Een andere mogelijke verklaring voor het ontbreken van een positief effect van de fotoserie op het genitale zelfbeeld van vrouwen is dat er gekozen is om alleen vrouwen te includeren die zich hebben gemeld bij een gynaecoloog. Vrouwen die zich melden bij een gynaecoloog zouden mogelijk minder vatbaar kunnen zijn voor de fotoserie, omdat zij wellicht meer functionele motieven hebben dan esthetische. Dit blijkt ook uit de steekproef,
esthetisch motief. Ondanks dat uit de analyse niet blijkt dat het motief van de vrouwen samenhangt met het effect op het genitaal zelfbeeld, zou op basis van de beschrijvende data over het besluit van de vrouwen misschien ook een trend zichtbaar kunnen zijn in de
richting van een voorspellende waarde van het motief op het genitaal zelfbeeld. Vrouwen die besloten hadden een operatie uit te voeren, waren vrouwen met een functioneel motief. Vrouwen met een esthetisch motief twijfelden nog of hadden van een operatie afgezien. Vanwege de lage response rate kunnen hier geen conclusies aan verbonden worden. Het verzamelen van meer data wordt dus ook op basis van deze analyse aangeraden, eventueel met een uitbreiding van de steekproef naar vrouwen die zich melden bij een plastisch chirurg, om zo mogelijk meer vrouwen met een esthetisch motief erbij te betrekken.
Concluderend kan gesteld worden dat een fotoserie onveranderde vulva’s nog geen bewezen interventie is voor vrouwen met een verzoek tot labiareductie. De trend in de goede richting biedt echter hoop voor de toekomst. Er is dus meer onderzoek naar deze interventie nodig om uiteindelijk de exponentiële groei in verzoeken tot labiareductie af te remmen.
Referenties
Bramwell, R., Morland, C., & Garden, A. S. (2007). Expectations and experience of labial reduction: a qualitative study. BJOG: An International Journal of Obstetrics &
Gynaecology, 114, 1493-1499.
Bramwell, R., & Morland, C. (2009). Genital appearance satisfaction in women: the
development of a questionnaire and exploration of correlates. Journal of Reproductive
and Infant Psychology, 27, 15-27.
Braun, V. (2010). Female genital cosmetic surgery: A critical review of current knowledge and contemporary debates. Journal of Women's Health, 19, 1393-1407.
Cain, J. M., Iglesia, C. B., Dickens, B., & Montgomery, O. (2013). Body enhancement through female genital cosmetic surgery creates ethical and rights
dilemmas. International Journal of Gynaecology & Obstetrics, 122, 169-172. Crouch, N. S., Deans, R., Michala, L., Liao, L. M., & Creighton, S. M. (2011). Clinical
characteristics of well women seeking labial reduction surgery: a prospective study.
BJOG: An International Journal of Obstetrics & Gynaecology, 118, 1507-1510.
De Waard, J., Weijenborg, P. T. M., Kuile, M., & Jansen, F. W. (2002). Verzoek om labiumcorrectie: soms meer dan een simpele vraag. Nederlands tijdschrift voor
geneeskunde, 146, 1209-1212.
Hage, J. J., Karim, R. B., Paarlberg, K. M. & Weijenborg, P.T.M. (2008). Modelprotocol
labiumreductie. Geraadpleegd op 14 januari 2016, van
http://nvog-documenten.nl/index.php?pagina=/richtlijn/item/pagina.php&id=26781&richtlijn_id= .808
Herbenick, D., & Reece, M. (2010). Development and validation of the female genital self- image scale. International Society for Sexual Medicine, 7, 1822. 1830.
Howarth, H., Sommer, V., & Jordan, F. M. (2010). Visual depictions of female genitalia differ depending on source. Medical humanities, 36, 75-79.
Liao, L. M., Michala, L., & Creighton, S. M. (2009). Labial surgery for well women: a review of the literature. BJOG: An International Journal of Obstetrics &
Gynaecology, 117, 20-25.
Lloyd, J., Crouch, N. S., Minto, C. L., Liao, L. M., & Creighton, S. M. (2005). Female genital appearance: ‘normality’ unfolds. BJOG: An International Journal of
Obstetrics & Gynaecology, 112, 643-646.
Martoredjo, D. K., & Laan, E. (2015). De invloed van blootstelling aan foto’s van natuurlijke vulva’s op het genitale zelfbeeld van jonge vrouwen. Tijdschrift voor
seksuologie, 39, 1-6.
National Health Service (NHS). Vulva surgery. Opgehaald van:
http://www.healthcentre.org.uk/cosmetic-surgery/ labiaplasty.html.
Paarlberg, K. M., & Weijenborg, P. T. M. (2008). Request for operative reduction of the labia minora; a proposal for a practical guideline for gynecologists. Journal of
Psychosomatic Obstetrics & Gynaecology, 29, 230-234.
Pauls, R. N., Rogers, R. G., & Rardin, C. R. (2014). Should gynaecologists provide cosmetic
labiaplasty procedures?.
Schick, V. R., Calabrese, S. K., Rima, B. N., & Zucker, A. N. (2010). Genital appearance dissatisfaction: implications for women’s genital image self-consciousness, sexual esteem, sexual satisfaction and sexual risk. Psychology of Women Quarterly, 34, 394-404.
Ter Kuile, M. M., Brauer, M., & Laan, E. (2006). The female sexual function index (FSFI) and the female sexual distress scale (FSDS): psychometric properties within a Dutch population. Journal of sex & marital therapy, 32, 289-304.
Van Lunsen, R. (2007), Labiumreductie: knippen of praten. Reproductieve geneeskunde,
gynaecologie en obstetrie, 173-177.
Veale, D., Eshkevari, E., Ellison, N., Costa, A., Robinson, D., Kavouni, A., & Cardozo, L. (2014a). A comparison of risk factors for women seeking labiaplasty compared to those not seeking labiaplasty. Body image, 11, 57-62.
Veale, D., Eshkevari, E., Ellison, N., Costa, A., Robinson, D., Kavouni, A., & Cardozo, L. (2014b). A comparison of risk factors for women seeking labiaplasty compared to those not seeking labiaplasty. Body image, 11(1), 57-62.
Vulvaprojekt (z.j.). In Natalie Uhlmann, van
http://natalieuhlmann.com/personlichkeitsarbeit/sexualitat/ vulva-penis-projekt/vulva-projekt-galerie/
Reitsma, W., van der Lei, B., Koning, M., Pascal, A., & Mourits, M. (2011). Verzoek om een schaamlipverkleining: een kwestie van smaak? Medicine, 8, 2377-85.
Wiegel, M., Meston, C., & Rosen, R. (2005). The female sexual function index (FSFI): cross-validation and development of clinical cutoff scores. Journal of sex & marital
APPENDIX A. Deelnemende ziekenhuizen
Academisch Medisch Centrum Amsterdam 5 deelnemers
OLVG West Amsterdam 8 deelnemers
Isala Zwolle 9 deelnemers
Gelre Ziekenhuis Apeldoorn 18 deelnemers
APPENDIX B. Demografische vragenlijst
In deze vragenlijst worden vragen gesteld die betrekking hebben op o.a. uw familie, uw relaties, uw seksuele eraringen en uw seksueel functioneren. Het is belangrijk dat u alle vragen beantwoordt. Probeert u alstublieft zo eerlijk mogelijk te zijn bij het beantwoorden van de vragen. Kies telkens het antwoord dat op u van toepassing is. Er bestaan geen goede of foute antwoorden.
1. Hoe oud bent u? ….
2. Wat is uw geboortedatum? (dd-mm-jj) ….-…-….. 3. Wat is uw etnische achtergrond?
o Nederlands o Hindoestaans o Marrokaans o Surinaams o Antiliaans o Turks o Oost-Europees o Indonesisch o Zuid-Europees o Anders, namelijk………
4. Wat is het hoogst door u behaalde opleidingsniveau? o Basisonderwijs, lagers school
o Lager beroepsonderwijs (lbo, lts, leao, huishoudschool etc.) o Mavo, mulo, vmbo
o Middelbaar beroepsonderwijs (mbo, mts, meao, vepleegkundigenopleiding etc.) o Havo, mms, vwo, athenaeum, hbs, gymnasium
o Hogere beroepslopleiding (hts, heao, hbo-v, sociale academie etc.) o Wetenschappelijk onderwijs (doctoraal examen)
5. Heeft u op dit moment een betaalde baan? o Ja (ga door naar vraag 7)
o Nee
6. Indien nee bij vraag 5, welke omschrijving is het meest op u van toepassing? o Ik heb een dagtaak aan de zorg voor het huishouden en eventuele kinderen o Ik ben gepensioneerd of met de VUT
o Ik ben scholier of student
o Ik kan geen betaald werk doen vanwege gezondheidsredenen
o Ik doe geen betaald werk om andere dan genoemde redenen (bv. Door onvrijwillige werkloosheid of vrijwilligerswerk)
7. Welke van de volgende omschrijvingen past het best bij uw inkomensniveau? o Bijstandsniveau
o Onder modaal o Modaal o Boven modaal
8. Wat is uw geloofsovertuiging? o Geen
o Protestants (gereformeerd, hervormd, anders) o Rooms-katholiek o Islamitisch o Joods o Hindoeistisch o Boeddhistisch o Anders, namelijk ….
9. Hoe belangrijk is religie in uw leven? o Zeer belangrijk
o Belangrijk
o Een beetje belangrijk o Helemaal niet belangrijk
10. Heeft u seksuele voorlichting gehad op school?
o Ja, uitgebreid m.b.t. voortplanting en gevoelens o Ja, alleen m.b.t. voortplanting
o Nee
11. Hoe zou u de houding van uw ouders ten opzichte van seks omschrijven? o Zeer liberaal
o Liberaal o Neutraal o Conservatief o Zeer conservatief
12. Tot welk type persoon/welke personen voelt u zich seksueel het meest aangetrokken? o Uitsluitend vrouwen
o Voornamelijk vrouwen, maar soms mannen o Vrouwen en mannen in gelijke mate
o Voornamelijk mannen maar soms vrouwen o Uitsluitend mannen
13. Heeft u momenteel
o Een exclusieve/monogame seksuele relatie (u heeft alleen seks met uw partner) o Een niet-exclusieve/niet-monogame seksuele relatie (u of uw partner of allebei
heeft/hebben geen seks met andere partners) o Geen relatie
14. Wat is het geslacht van uw huidige partner? o Mannelijk
o Vrouwelijk
15. Hoe lang bent u al samen met uw huidige partner ... jaar en ……. maanden
APPENDIX C. Female Genital Self Image Scale
Op de volgende pagina’s vindt u een aantal vragenlijsten. Neemt u rustig de tijd om alles goed door te lezen en in te vullen. Slaat u alstublieft geen vragen over.
De volgende vragen gaan over hoe je je voelt over je eigen geslachtsdelen (de vulva en de vagina). Het woord vulva verwijst naar de uitwendige vrouwelijke geslachtsdelen (de delen die je aan de buitenkant kunt zien, zoals de clitoris, venusheuvel en schaamlippen). Het woord vagina verwijst naar het binnenste deel, ook wel het “geboortekanaal” genoemd (dit is het deel waar een penis naar binnen kan of waar een tampon wordt ingebracht). Geef alsjeblieft aan hoe sterk je het met elke stelling eens of oneens bent.
Geef met een “X” in het desbetreffende hokje aan hoe sterk je het eens of oneens bent met elke stelling.
Sterk mee oneens
Oneens Eens Sterk
mee eens Ik heb een positief gevoel over
mijn geslachtsdelen.
Ik ben tevreden met het uiterlijk van mijn geslachtsdelen.
Ik zou me op m’n gemak voelen als een seksuele partner naar mijn geslachtsdelen zou kijken.
Ik vind dat mijn geslachtsdelen goed ruiken.
Ik denk dat mijn geslachtsdelen werken zoals ze horen te werken. Ik voel me op m’n gemak als ik een zorgverlener mijn
geslachtsdelen laat onderzoeken. Ik schaam me niet voor mijn geslachtsdelen.
APPENDIX D: Motieven voor Schaamlipverkleining (MVS)
1. Overweegt u een schaamlipverkleining om esthetische redenen? (U vindt uw schaamlippen niet mooi)
¨ Helemaal niet van toepassing ¨ Enigszins niet van toepassing ¨ Deels wel/deels niet van toepassing ¨ Enigszins wel van toepassing ¨ Helemaal van toepassing
2. Overweegt u een schaamlipverkleining om functionele redenen? (Uw schaamlippen zorgen voor ongemak)
¨ Helemaal niet van toepassing ¨ Enigszins niet van toepassing ¨ Deels wel/deels niet van toepassing ¨ Enigszins van toepassing
¨ Helemaal van toepassing
3. Overweegt u een schaamlipverkleining omdat uw vulva regelmatig pijn doet? ¨ Helemaal niet van toepassing
¨ Enigszins niet van toepassing ¨ Deels wel/deels niet van toepassing ¨ Enigszins wel van toepassing ¨ Helemaal van toepassing
4. Verwacht u dat de pijn aan uw vulva vermindert na een schaamlipverkleining? ¨ Helemaal niet van toepassing
¨ Grotendeels niet van toepassing ¨ Deels wel/ deels niet van toepassing ¨ Grotendeels wel van toepassing ¨ Helemaal van toepassing
APPENDIX E: Brief voor patiënten
Geachte mevrouw,
Uw gynaecoloog doet, in samenwerking met andere Nederlandse gynaecologen, een
wetenschappelijk onderzoek bij vrouwen die een labiaverkleining overwegen. Voorafgaand aan uw eerste consult betreffende de labiaverkleining bij uw gynaecoloog is er één uur ingepland waar dit onderzoek kan plaatsvinden. In de bijgevoegde informatiebrochure vindt u nadere informatie over het onderzoek. Wij verzoeken u om deze informatie te lezen binnen een week na ontvangst. Over een week zal telefonisch contact met u worden opgenomen door iemand van ons onderzoeksteam om na te gaan of uw wilt deelnemen. Wanneer u afziet van deelname zullen wij de afsprak voorafgaand aan uw gynaecologisch consult annuleren.
Bij voorbaat dank voor u tijd. Met vriendelijke groet, E.T.M. Laan
APPENDIX F: Informatiebrief voor patiënten Geachte deelneemster,
Uw gynaecoloog doet, in samenwerking met andere Nederlandse gynaecologen, een wetenschappelijk onderzoek bij vrouwen die een labiumverkleining overwegen. Met deze informatiebrochure willen wij u informeren over dit onderzoek. Deelname aan het onderzoek is geheel vrijwillig, zoals verder in deze brochure zal worden toegelicht. Voordat u beslist of u wilt deelnemen is het belangrijk dat u weet waarom het
onderzoek wordt uitgevoerd en wat deelname voor u zal betekenen. Leest u daarom het onderstaande zorgvuldig door.
Waarom wordt dit onderzoek uitgevoerd?
De laatste jaren wenden steeds meer vrouwen zich tot de arts met het verzoek de binnenste schaamlippen (de labia) te laten verkleinen, terwijl de gevolgen van deze ingreep op bijvoorbeeld wondheling, pijnklachten en tevredenheid met het uiterlijk van de labia na de operatie niet goed zijn onderzocht. In dit onderzoek kijken we welke motieven vrouwen hebben voor het laten uitvoeren van een labiaverkleining.
Waarom ben ik uitgenodigd deel te nemen aan het onderzoek?
U heeft bij het maken van de afspraak met uw gynaecoloog kenbaar gemaakt dat u hinder ondervindt van de grootte van uw binnenste schaamlippen. Veel vrouwen met soortgelijke klachten overwegen hierbij een labiaverkleining. Wij hebben u uitgenodigd om meer inzicht te krijgen in de motieven van vrouwen die een labiaverkleining willen laten uitvoeren en om vrouwen met deze klachten in de toekomst beter te kunnen helpen.
Wat kan ik verwachten als ik deelneem aan het onderzoek?
Het onderzoek bestaat uit 1 visite van 1 uur, voorafgaande aan uw afspraak bij de gynaecoloog. Als u zich hebt aangemeld wordt u naar een kamer gebracht waar u rustig kunt zitten. Indien u nog vragen hebt kunt u die op dat moment stellen. Nadat u officieel toestemming heeft gegeven om mee te doen, krijgt u een aantal vragenlijsten voorgelegd. Deze hebben betrekking op de motieven achter de labiaverkleining. Daarna krijgt u plaatjes te zien van neutrale voorwerpen of natuurlijke vulva’s en tot slot moet u nogmaals één vragenlijst invullen. Vier weken na uw afspraak zal telefonisch gevraagd worden welk besluit u genomen heeft over de labiaverkleining.
Wat zijn de mogelijke nadelen of risico’s van deelname aan het onderzoek?
Er zijn geen risico's of ongemakken te verwachten.
Wat zijn de mogelijke voordelen van deelname?
Er is geen persoonlijk voordeel. Met dit onderzoek hopen wij de patiëntenzorg in de toekomst te optimaliseren. Door deel te nemen draagt u bij aan de wetenschappelijke kennis omtrent motieven van vrouwen om een labiaverkleining te overwegen.
Vrijwilligheid
Als u besluit af te zien van deelname aan dit onderzoek, zal dit op geen enkele wijze gevolgen voor u hebben. Mocht u tijdens het onderzoek zelf besluiten uw medewerking te staken, dan zal dat eveneens op geen enkele wijze gevolg voor u hebben.
Welke medisch-ethische toetsingscommissie heeft dit onderzoek goedgekeurd?
Voor aanvang van het onderzoek zijn de onderzoeksopzet, deze informatiebrochure en het
toestemmingsformulier beoordeelt en goedgekeurd door de wettelijk erkende Medisch Ethische Toetsings-commissie van het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam.
Verzekering
Aangezien aan deelname aan dit onderzoek geen risico’s verbonden zijn, heeft de Medisch Ethische
Commissie ontheffing verleend van de verplichting om voor deelnemers een speciale schadeverzekering af te sluiten.
Vertrouwelijkheid van de onderzoeksgegevens
Tijdens het onderzoek worden gegevens over u verzameld. Deze gegevens blijven geheim. Uw gegevens krijgen een code en uw naam wordt weggelaten. U zult uw naam dus nooit tegenkomen in een rapport over het
code u heeft. Een paar andere mensen kunnen uw medische gegevens inzien. Deze mensen controleren of het onderzoek goed en betrouwbaar is. Mensen die uw medische gegevens kunnen inzien zijn het
onderzoeksteam, vertegenwoordigers van het AMC als opdrachtgever van het onderzoek en
vertegenwoordigers van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Uw onderzoeksgegevens worden 15 jaar na afloop van het onderzoek bewaard. Daarvoor geeft u toestemming als u meedoet aan dit onderzoek. Als u dat niet wilt, kunt u niet meedoen aan dit onderzoek.
Zijn er extra kosten of is er een vergoeding wanneer u besluit aan dit onderzoek mee te doen?
Aan het onderzoek zijn geen kosten verbonden en er wordt geen vergoeding geboden.
Hoe kan ik meedoen?
U hebt deze patiënteninformatie ontvangen samen met uw afspraak bij de gynaecoloog zodat u de tijd heeft om na te denken of u wilt deelnemen. Een week nadat u deze informatie ontvangen hebt wordt u gebeld worden door iemand van het onderzoeksteam en zal u gevraagd worden of u wilt deelnemen aan het
onderzoek. Indien u besloten hebt om deel te nemen, komt u op het tijdstip dat aangegeven wordt in de brief. Indien u niet wilt deelnemen, zal de afspraak voor het onderzoek worden geannuleerd en komt u alleen naar uw reguliere afspraak bij de gynaecoloog.
Nadere inlichtingen
Voor het stellen van vragen en het inwinnen van nadere informatie over het onderzoek verwijzen wij u naar mw. N. Zigenhorn (n.zigenhorn@amc.uva.nl), mw. dr. E.T.M. Laan (020- 5669111, sein 58152,
e.t.laan@amc.uva).
Wilt u graag een onafhankelijk advies over meedoen aan dit onderzoek? Dan kunt u terecht bij een onafhankelijke arts. U kunt dr. W.M. Ankum bereiken via 020-5669111, sein 58286, mail
w.m.ankum@amc.uva.nl of via de polikliniek Gynaecologie van het AMC (020-5663400).
Met vriendelijke groet, E.T.M Laan
APPENDIX G: Toestemmingsformulier voor patiënten
Versie 3.0 21-03-2016
Toestemmingsformulier
Naam onderzoek: Labia reductie studie / LR studie
Titel onderzoek: Motieven die vrouwen hebben voor het laten uitvoeren van een labiaverkleining. Naam instelling:
Nummer deelnemer:
Hierbij verklaar ik mondeling en schriftelijk op de hoogte te zijn gebracht van het onderzoek. Ik heb de bijbehorende ‘Informatiebrochure voor deelnemers’ ontvangen en gelezen. Ik ben voldoende in de gelegenheid gesteld vragen over het onderzoek te stellen en deze vragen zijn naar tevredenheid beantwoord.
Ik begrijp dat deelname aan dit onderzoek vrijwillig is, ik heb het recht om op ieder moment deelname aan het onderzoek te beëindigen. Ik begrijp dat deze voortijdige beëindiging geen enkele nadelige invloed zal hebben op mijn verdere behandeling.
Ik begrijp dat alle persoonlijke gegevens vertrouwelijk zullen worden behandeld en dat mijn identiteit nooit openbaar zal worden gemaakt
Ik weet dat sommige mensen mijn gegevens kunnen zien. Die mensen zijn het onderzoeksteam, vertegenwoordigers van het AMC als opdrachtgever van het onderzoek en vertegenwoordigers van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, zoals vermeld in de informatiebrief’.
Ik geef toestemming om mijn onderzoeksgegevens 15 jaar na afloop van dit onderzoek te bewaren’. Hierbij geef ik toestemming om telefonisch benaderd te worden door de onderzoekster met de vraag of ik de labiaverkleing wel/niet heb ondergaan
Op grond van het bovenstaande en op grond van de aan mij verstrekte informatie betreffende het onderzoek geef ik vrijwillig te kennen te willen deelnemen aan dit onderzoek.
________________________ ________________ ____________________
Naam van de deelnemer Datum Handtekening
Hierbij bevestig ik dat ik het onderzoek aan de deelnemer heb uitgelegd.
_________________________ ________________ ____________________
Naam van de onderzoekster die Datum Handtekening
verantwoordelijk is voor het verkrijgen van toestemming