• No results found

Nationale keuzes van Nederland en het hervormde landbouwbeleid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nationale keuzes van Nederland en het hervormde landbouwbeleid"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nationale keuzes van Nederland en het hervormde landbouwbeleid

Ruud van der Meer

In 2006 is het hervormde gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) in werking getreden. Veel van de regelgeving is in Europees verband vastgelegd, maar elke lidstaat had ook de mogelijkheid een eigen invulling te geven aan bepaalde onderdelen van het GLB. Dit worden de nationale keuzes genoemd. Dit artikel beschrijft de gevolgen van die nationale keuzes in relatie tot de akkerbouw, melkveehouderij en vleeskalverenhouderij. Het artikel is gebaseerd op de resultaten van een onderzoek dat het LEI heeft uitgevoerd voor LNV ter voorbereiding op de Health Check, de evaluatie van het hervormde beleid.

Nationale keuzes

De meeste premies zijn sinds 2006 ontkoppeld van de productie. Zo is, bijvoorbeeld, de premie voor het telen van graan vanaf 2006 omgezet in een toeslag. Om de toeslag te ontvangen hoeft de boer geen graan meer telen, wel moet hij de grond in goede landbouwkundige staat houden. De lidstaten hadden echter de mogelijkheid om bepaalde premies gekoppeld te houden. Het doel van de nationale keuzes is dat als gevolg van de hervorming a) de inkomens van primaire producenten niet sterk mogen dalen, b) er geen concurrentievervalsing mag optreden tussen sectoren en tussen lidstaten en c) de aanvoer van grondstoffen voor de verwerkende industrie op peil moet blijven door gekoppelde premie.

Akkerbouw

De belangrijke nationale keuze voor de akkerbouwers was het ontkoppelen van de graanpremie en die op te nemen in de bedrijfstoeslag. Voor de inkomens van de akkerbouwers had dit geen negatieve gevolgen. De premie wordt immers nog steeds uitbetaald. De ontkoppeling zorgt er wel voor dat het saldo van de graanteelt lager wordt. Het kan daardoor aantrekkelijker zijn andere gewassen dan graan te gaan telen. Doordat de vraag naar granen de laatste jaren sterk is toegenomen, zijn de prijzen in 2006 en 2007 hoog. Het areaal granen is door deze ontwikkelingen op peil gebleven. De akkerbouwbedrijven met zetmeelaardappelen kregen te maken met een gedeeltelijk ontkoppelde zetmeelpremie: 60% van de premie is gekoppeld gebleven aan de productie. Het doel hiervan is dat het areaal zetmeelaardappelen niet kleiner wordt, waardoor zetmeelverwerker AVEBE genoeg grondstoffen houdt om efficiënt te kunnen produceren. Het areaal zetmeelaardappelen daalt jaarlijks doordat de hoeveelheid zetmeel per hectare toeneemt en de productie beperkt is door een zetmeelquotum. De daling van het areaal ten opzichte van de periode vóór de hervorming van het GLB wijkt niet sterk af van de jaren daarvoor. De gedeeltelijke koppeling heeft dus het gewenste effect opgeleverd. Het nadeel van de koppeling is dat de zetmeeltelers niet de mogelijkheid hadden om beter salderende gewassen op te nemen in het bouwplan zonder de gekoppelde premies te verliezen. Het effect hiervan is echter niet groot. Redenen hiervoor zijn: de grondsoort, de tot 2007 geldende AGF-clausule en de leveringsrechten van AVEBE. Op de dalgronden waarin de zetmeelaardappelen worden geteeld kan maar met een beperkt aantal gewassen een redelijk saldo worden behaald. De AGF-clausule verbood boeren grond waarop toeslagrechten uitbetaald worden, te gebruiken voor aardappelen, groenten fruit of blijvende teelten. Daarbij komt nog de beperking voor de boeren vanwege de leveringsrechten die zij bezitten om aardappelen aan AVEBE te kunnen leveren. Als boeren leveringsrechten bezitten en willen overstappen op een andere teelt, dan moeten zij de leveringsrechten verkopen of inleveren bij AVEBE. De waarde van de rechten fluctueert sterk en kan zelfs negatief worden.

(2)

Melkveehouderij

De melkveehouderij werd vooral beïnvloed door de nationale keuze met betrekking tot het jaar waarin de melkpremie ontkoppeld zou worden. De keuze mocht niet tot een verslechtering van de concurrentiepositie van Nederland leiden. De meeste EU-landen hebben gekozen voor een vroegere ontkoppeling dan Nederland. In Nederland laat zowel het aantal quotumhouders als de hoeveelheid geproduceerde melk geen trendbreuk zien. Wel had de ontkoppeling tot gevolg dat de quotumprijzen daalden. Als Nederland de premie eerder had ontkoppeld was deze prijsdaling al eerder opgetreden. Het kostenvoordeel was echter zodanig klein dat niet van een concurrentienadeel gesproken kan worden. De ontkoppelde melkpremie was ruim voldoende om de dalende minimumprijs te compenseren. Zoals bekend steeg de melkprijs in 2007 juist sterk, waardoor het inkomen in de melkveehouderij is toegenomen.

Kalverhouderij

De slachtpremie voor vleeskalveren is niet ontkoppeld, net als in de meest concurrerende landen, Frankrijk en België. De concurrentieverhouding tussen deze drie landen is dus niet gewijzigd als gevolg van de nationale keuze. Een eventuele toekomstige ontkoppeling van de premie heeft waarschijnlijk geen grote uitstroom uit de kalverhouderijsector tot gevolg. De reden hiervoor is dat veel kalverhouders recent grote investeringen hebben gedaan in groepshuisvesting die nog niet zijn terugverdiend. Bovendien hebben de kalverhouders vrijwel zonder uitzondering te maken met speciale toeslagrechten, waardoor een grote krimp van het aantal gehouden dieren zal leiden tot een lagere premie. De kalverhouders zelfs zijn niet tegen ontkoppeling, mits de concurrerende landen ook ontkoppelen. De integraties zijn wel tegen ontkoppeling zolang het melkquotum bestaat, omdat dit de kosten voor nuka's en melkpoeder verhoogt.

Meer informatie:

Rapport 2008-009

Ontkoppelen of koppelen de juiste keuze? Monitoring nationale keuzes hervormd

landbouwbeleid

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• De berekening van de toeslag peuteropvang vindt plaats volgens de bepalingen in de Kind regelingen gemeente Moerdijk?. Deze regeling vindt u

Grondstoffen ontgonnen binnen Vlaanderen (productieperspectief) en door de Vlaamse consumptie (consumptieperspectief) in 2016 volgens het Vlaamse IO-model... MOBILITEIT,

Aanvraagformulier toeslag Extra Kosten als gevolg van Corona Toegang Beschermd Wonen GGD Gelderland Zuid?. Heeft u thuis vervangende en/of extra zorg nodig als gevolg van

Door met leerlingen te debatteren, bereiken de leerkrachten veel: ze bevorderen onder andere de vorming tot betrokken en demo cratisch vaardige burgers en zien over-

De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwden- norm als in de woning van de alleenstaande en alleenstaande ouder geen ander

 Werklozen of bruggepensioneerde leden hebben nog recht op de syndicale premie tijdens 3 jaar (2de en 3de jaar : 37,18 €)indien ze ononderbroken werkloos blijven na

Het gemiddeld aantal leden van de lokale partijen en de partijafdelingen in de gemeenten met minder dan 20.000 inwoners daalde in de periode 2006-2014 fors (bij de afdelingen

• Werklozen of bruggepensioneerde leden hebben nog recht op de syndicale premie tijdens 3 jaar (2de en 3de jaar : 37,18 €)indien ze ononderbroken werkloos blijven na