• No results found

Tegenslag bij toeslag

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Tegenslag bij toeslag"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Toeslag bij tegenslag

Tegenslag bij toeslag

Advies uitvoering langdurigheidstoeslag

(2)
(3)

Inhoudsopgave

Advies langdurigheidstoeslag

[pagina 3]

Q

Aanleiding [pagina 3]

Q

Ministerie van SZW [pagina 3]

Q

De leden-enquête [pagina 3]

Knelpunten

[pagina 4}

Q

Schrijnende uitvoeringspraktijk [pagina 4]

‘Stilzitten beloond’

‘Arbeidsdeskundig onderzoek: nietszeggend, allesbepalend’

‘Arbeidsgerelateerd inkomen: gelijke monniken, ongelijke kappen’

Divosa-advies

Q

Onwerkbare uitvoeringspraktijk [pagina 8]

Geldverslindende controles Divosa-advies

Q

Gebrekkige informatievoorziening UWV [pagina 9]

Divosa-advies: optimaliseren informatiestromen

Samenvatting aanbevelingen Divosa

[pagina 10]

Over de Langdurigheidstoeslag

[pagina 11]

Veelgestelde vragen

[pagina 13}

Meer informatie

[pagina 16}

(4)

Toeslag bij tegenslag

Tegenslag bij toeslag

(5)

Advies Langdurigheidstoeslag Q Aanleiding

De langdurigheidstoeslag is 1 januari 2004 in het leven geroepen voor burgers die langdurig moeten rondkomen van een minimum- inkomen en geen perspectief meer hebben op stijging van hun inkomen door werk. De wet is onderdeel van de Wet werk en bijstand (WWB) en vervangt de gemeentelijke regelingen voor extra inkomensondersteuning. Hoewel gemeenten in het algemeen positief staan tegenover de langdurigheidstoeslag, ondervinden zij problemen bij de uitvoering. Daarom heeft Divosa, in samen- werking met de gemeenten Utrecht en Rotterdam, najaar 2004 een leden-enquête gehouden. Onderzocht is wat de specifieke problemen zijn waar gemeenten bij de uitvoering op stuiten.

Aan de hand van deze leden-enquête doet Divosa in deze publicatie een aantal aanbevelingen aan zowel de staatssecretaris van SZW, Henk van Hoof, als gemeenten.

Q Ministerie van SZW

De aanbevelingen van Divosa borduren voort op de bevindingen van de Werkgroep Langdurigheidstoeslag, die het ministerie van SZW met gemeenten, VNG en Divosa bij de invoering heeft ingericht. Na consultatie van deze werkgroep heeft staatssecretaris Van Hoof 7 december 2004 een brief aan de Tweede Kamer gestuurd. De brief schept op een aantal punten duidelijkheid en biedt deels een oplossing voor de door Divosa gesignaleerde knelpunten bij uitvoering van de langdurigheidstoeslag.

Ook in zijn brief aan de Tweede Kamer van 2 februari 2005 biedt Van Hoof deels oplossingen voor de in de leden-enquête gesignaleerde knelpunten. Divosa vindt dit een goed voorbeeld van een actieve wijze waarop het ministerie kan inspelen op problemen bij de uitvoering.

Q De leden-enquête

Divosa heeft een enquête gehouden onder 423 gemeenten, die aangesloten zijn bij het ledenraadpleegsysteem van Divosa.

81 gemeenten hebben de enquête ingevuld. Zij vormen qua regionale spreiding en gemeentegrootte een goede afspiegeling van alle gemeenten. Het onderzoek is uitgevoerd door de Sociaal Wetenschappelijke Afdeling van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Rotterdam.

(6)

Knelpunten

De drie belangrijkste knelpunten waar gemeenten bij de uitvoering van de langdurigheidstoeslag op stuiten zijn:

1. Schrijnende uitvoeringspraktijk

Strikte handhaving van de toekenningsvoorwaarden leidt tot bijzonder schrijnende en onrechtvaardige uitkomsten voor mensen die het in het algemeen toch al een moeilijke positie hebben;

2. Onwerkbare uitvoeringspraktijk

Toetsing aan de toekenningsvoorwaarden leidt bij veel gemeen- ten tot een bureaucratisch, tijdrovend en duur proces, terwijl efficiëntere manieren zijn toegestaan. Bovendien zijn sommige toekenningsvoorwaarden niet eenduidig en daardoor voor meer- dere uitleg vatbaar;

3. Gebrekkige informatievoorziening UWV

Gemeenten zijn bij de uitvoering afhankelijk van informatie van het UWV. De informatieverstrekking van UWV wordt weliswaar beter, maar is nog onvoldoende op orde. In sommige gevallen worden wettelijke beslistermijnen daardoor niet gehaald.

Q Knelpunt 1:

Schrijnende uitvoeringspraktijk

Voorbeeld 1: ‘Stilzitten beloond’

Voorwaarde

Aanvragers van de langdurigheidstoeslag mogen geen andere mogelijkheid hebben om inkomen te verwerven.

Knelpunt

Deze voorwaarde kan bij strikte toepassing onrechtvaardig en zelfs contraproductief uitpakken. Zelfs een gering inkomen wordt gezien als een indicatie voor een duurzaam perspectief op de arbeidsmarkt en mogelijkheid tot inkomensvorming.

Terwijl de WWB is ingericht op uitstroom naar de arbeids- markt, wordt (in het verleden) getoond initiatief om te werken gestraft en ‘stilzitten’ beloond.

(7)

Praktijkvoorbeeld ‘Stilzitten beloond’

“Een echtpaar, langer dan 5 jaar in de ABW/WWB.

De man werkte in april 2003 enkele dagen voor een uitzendbureau. De netto verdiensten bedroegen vóór verrekening met de uitkering € 90,99. In mei 2004 wordt de langdurigheidstoeslag geweigerd voor de periode tot 1 april 2008 omdat er tot die datum geen periode van 60 maanden is aan te wijzen waarin sprake is van een minimuminkomen.”

‘Geen bonus op langdurig verblijf in de bijstand’

De systematiek van de wet plaatst zo een straf op het aanvaarden van werk. Sommige aanvragers verkiezen dan ook de zekerheid van de langdurigheidstoeslag boven de kans op een bescheiden inkomen door arbeid. Hierdoor kan de regeling zelfs uitstroom- belemmerend werken. Uitstroompremies om werken toch aantrekkelijk te maken, zoals voorgesteld door Van Hoof in zijn brief van 7 december 2004, worden in de praktijk vaak niet gegeven.

In zijn brief aan de Tweede Kamer van 2 februari 2005 wijst Van Hoof dan ook op het belang van onderlinge afstemming van de in de WWB voorkomende instrumenten langdurigheidstoeslag, stimuleringspremie, vrijlating inkomsten uit arbeid en de

bijzondere bijstand.

“Een juiste toepassing van dit met elkaar samenhangend instrumentarium stelt de gemeenten in staat om zowel recht te doen aan de uitstroomfunctie als aan de inkomensondersteuningsfunctie van de WWB.

Het is aan de gemeenten om maatwerk te leveren en dus in het individuele geval de juiste instrumentkeuze te maken. (...) Door een juiste instrumentkeuze kan de gemeente ervoor zorgen dat de langdurigheidstoeslag enerzijds geen bonus wordt op langdurig verblijf in de bijstand en anderzijds geen negatief effect heeft op de inspanningen om arbeid te verrichten.”

Bron: brief van 2 februari 2005 van staatssecretaris Henk Van Hoof (SZW) aan Tweede Kamer

(8)

Voorbeeld 2: ‘Arbeidsdeskundig onderzoek:

nietszeggend, allesbepalend’

Voorwaarde

Arbeidsongeschikten moeten voor minimaal 80% zijn afgekeurd om in aanmerking te komen voor de langdurigheidstoeslag.

Ook mag er geen sprake zijn geweest van een onderzoek door een arbeidsdeskundige.

Knelpunt

Alleen al de aanwezigheid van een arbeidsdeskundige kan zelfs leiden tot de afwijzing van de langdurigheidstoeslag, terwijl zo’n onderzoek niets zegt over de daadwerkelijke kansen van de aanvrager op de arbeidsmarkt.

Praktijkvoorbeeld ‘Arbeidsdeskundig onderzoek:

nietszeggend, allesbepalend’

“Twee buren hebben beiden al meer dan 5 jaar een minimale WAO-uitkering naar 80-100%. Eén van hen kreeg vorig jaar van het UWV een uitnodiging voor een arbeidskundig onderzoek. Gewapend met rolstoel, rollator, scootmobiel en krukken begaf de man zich in een rolstoelbus naar het onderzoek. Binnen een paar minuten werd hij weer huiswaarts gestuurd omdat hij overduidelijk 80-100% arbeidsongeschikt is. Zijn buurman is in ongeveer gelijke mate invalide en heeft al jarenlang een volledige WAO. Die werd niet voor een onderzoek opgeroepen.

Buurman één krijgt (tot 2008) geen langdurigheids- toeslag omdat hij in de afgelopen 5 jaar is opgeroepen voor een arbeidskundig onderzoek, buurman twee krijgt zonder enig probleem de toeslag wel.”

Voorbeeld 3: ‘Arbeidsgerelateerd inkomen:

gelijke monniken, ongelijke kappen’

Voorwaarde

Bij het toekennen van de langdurigheidstoeslag wordt onderscheid gemaakt tussen personen mét en personen zonder arbeidsmarktperspectief.

(9)

Knelpunt

Een arbeidsongeschikte met een aanvullende bijstandsuitkering kan soms geen aanspraak maken op de langdurigheidstoeslag omdat hij een arbeidsgerelateerd inkomen heeft. Ondanks dat een arbeidsongeschikte vijf jaar of langer in dezelfde inkomens- positie verkeert als een volledig bijstandsgerechtigde, heeft hij dan geen recht op de langdurigheidstoeslag.

Praktijkvoorbeeld ‘Arbeidsgerelateerd inkomen:

gelijke monniken, ongelijke kappen’

“Een echtpaar ontvangt vanaf 1986 WAO naar 35-45%

arbeidsongeschiktheid. SoZaWe vult al die tijd aan tot bijstandsniveau. Al 18 jaar is het inkomen dus niet boven het minimum uitgekomen. De aanvraag langdurigheidstoeslag wordt afgewezen omdat er slechts sprake is van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.”

Het niet toekennen van de langdurigheidstoeslag heeft in dit geval te maken met het arbeidspotentieel bij iemand die niet volledig arbeidsongeschikt is. De uitgangspositie van een persoon met een arbeidgerelateerd inkomen hoeft echter niet wezenlijk anders te zijn dan van iemand die al jarenlang volledig in de bijstand zit, niet arbeidsongeschikt is en zonder meer de toeslag krijgt. Ook een aanvrager met een pensioen van een overleden partner, aangevuld tot bijstandsniveau, heeft geen recht op de toeslag. Dit komt doordat het pensioen wordt gezien als een arbeidsgerelateerd inkomen.

Divosa-advies

Advies 1: Hardheidsclausule

Voorkomen moet worden dat van de langdurigheidstoeslag geen prikkel uitgaat om werk te aanvaarden. Divosa pleit daarom voor het toevoegen van een hardheidsclausule aan de wet, waardoor gemeenten meer in de geest van de wet kunnen handelen. Ook moet het mogelijk worden om de lang- durigheidstoeslag toe te kennen aan mensen met zeer geringe arbeidsinkomsten door verruiming van de wet. Ditzelfde geldt voor mensen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en door medische redeben geen arbeidsmarktperspectief hebben.

(10)

De wetswijziging zal zorgen voor een groter draagvlak onder medewerkers en klanten. Ook damt het de stroom aan bezwaarschriften in, die mede verantwoordelijk is voor de hoge uitvoeringskosten. Een hardheidsclausule leidt hoogst- waarschijnlijk niet tot een ongebreideld toekennen van de langdurigheidstoeslag. Gemeenten hebben een beperkt budget;

zij hebben er belang bij om mensen met arbeidsmogelijkheden te prikkelen tot het aanvaarden van betaald werk.

Advies 2: gerichte voorlichting

Het UWV moet gerichte voorlichting geven aan de doelgroep die in aanmerking komt voor de langdurigheidstoeslag. Het aantal onterechte aanvragen zal hierdoor dalen. Zo kunnen gemeenten maandelijks een selectie maken van cliënten die aan de criteria voor de langdurigheidstoeslag lijken te voldoen. Deze cliënten worden benaderd om de langdurigheidstoeslag aan te vragen.

Q Knelpunt 2:

Onwerkbare uitvoeringspraktijk

Voorwaarde

Een aanvrager van de langdurigheidstoeslag moet vijf jaar of langer ononderbroken aangewezen zijn geweest op een inkomen op bijstandsniveau.

Knelpunt: ‘geldverslindende controles’

De langdurigheidstoeslag mag door gemeenten pas worden toegekend als is voldaan aan een aantal stringente voorwaarden.

Gemeenten zijn hierdoor veel tijd kwijt aan geldverslindende controles. Vooral gemeenten die proberen om bij de aanvraag alle toekenningsvoorwaarden te verifiëren, stuiten op problemen bij de uitvoering.

Divosa-advies

Controle achteraf

Flexibeler omgaan met sommige toekenningsvoorwaarden blijkt noodzakelijk om uitvoeringsproblemen te voorkomen.

Het achteraf steekproefsgewijs controleren van de aanvraag voor een langdurigheidstoeslag draagt aanzienlijk bij aan een werkbaardere uitvoeringspraktijk. Divosa adviseert dan ook om op deze wijze met de verificatie van gegevens bij de uitvoering van de langdurigheidstoeslag om te gaan.

(11)

Praktijkvoorbeeld ‘Werkbare uitvoeringspraktijk’

“De gemeente Oss heeft een aanvraagformulier ontwikkeld waarop de klant verklaart dat hij aan alle voorwaarden voldoet. Bewijsstukken hoeven niet ingeleverd te worden, maar moeten wel een jaar worden bewaard in verband met een eventuele steekproef achteraf. Daarnaast wordt bij de aanvraag het klantensysteem (maatregel), SUWI- net (inkomen) en GBA (woon/leefsituatie) gecontroleerd;

voor het overige worden de door de klant verstrekte gegevens steekproefsgewijs achteraf geverifieerd.”

Q Knelpunt 3:

Gebrekkige informatievoorziening UWV

Voor de beoordeling van het recht op de langdurigheidstoeslag levert het UWV gegevens aan gemeenten, die informeert over de mate van arbeidshandicap, het arbeidsmarktperspectief, de hoogte van uitkeringen en eventuele inkomsten uit werk. Het lukt UWV echter niet altijd deze informatie tijdig en volledig aan te leveren. Gemeenten stuiten dan ook op problemen met het tijdig – binnen acht weken – afhandelen van de aanvragen. Dit komt vooral doordat het UWV de gevraagde informatie regionaal moet ophalen bij de verzekeringsarts en arbeidsdeskundigen.

Ook sluiten de bruto inkomensgegevens van UWV niet goed aan bij de netto inkomensgegevens die door gemeenten worden gehanteerd, waardoor goede berekeningen bemoeilijkt worden.

Verder kloppen de gegevens die UWV aan gemeenten verstrekt vaak niet met de aan de klant verstrekte gegevens, waardoor klanten veelvuldig bezwaarschriften indienen. In mindere mate geldt deze problematiek voor de informatie die door SVB wordt aangeleverd. Idealiter leveren UWV en SVB de informatie binnen drie weken aan gemeenten.

Divosa-advies

Optimaliseren informatiestromen

Divosa stelt gemeenten voor om verzoeken om informatie zoveel mogelijk bulk (meer dan 100) aan het UWV en SVB aan te leveren. Ook adviseert Divosa om zoveel mogelijk gebruik te maken van digitale gegevensstromen om de efficiëntie van het proces te vergroten. Om de efficiëntie te vergroten moet bij vervolgaanvragen geen beroep worden gedaan op de informatie van het UWV en SVB. Een herhaalde aanvraag (‘piepsysteem’)

(12)

Samenvatting

aanbevelingen Divosa

1

Het opnemen van een hardheidsclausule in de WWB waarmee gemeenten de bevoegdheid hebben om van de wet af te wijken als toepassing onbedoeld en onvoorzien buitengewoon onbillijk uitwerkt. Hiervoor moet de wet dus worden gewijzigd!

2

Het mogelijk maken om de langdurigheidstoeslag toe te kennen aan mensen met zeer geringe arbeidsinkomsten. Ditzelfde geldt voor personen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn verklaard en geen arbeidsmarktperspectief hebben vanwege medische redenen.

Ook dit vergt een wetswijziging!

3

Het achteraf en steekproefsgewijs verifiëren van aangeleverde informatie. Dit met het oog op een tijdige en efficiënte uitvoering.

Deze manier van controle is toegestaan en niet in strijd met de regels.

4

Het verder verbeteren van de informatievoorziening van het UWV.

Ook pleit Divosa voor een sneller en eenvoudiger systeem van informatie-uitwisseling met UWV, zodat de voor de uitvoering noodzakelijke informatie tijdig kan worden geleverd.

(13)

Over de langdurigheidstoeslag

Doelgroep

De langdurigheidstoeslag is een regeling gericht op de inkomensondersteuning van burgers tussen de 23 en 65 jaar die langdurig op het sociaal minimum zijn aangewezen en een gering arbeidsperspectief hebben. De toeslag moet burgers een vergelijkbare inkomenspositie als mensen van 65 jaar en ouder geven, die ook geen perspectief meer hebben op arbeid en op een verhoging van hun inkomen door werk.

Formele toekenningscriteria langdurigheidstoeslag Voorwaarden langdurigheidstoeslag (artikel 36 WWB)

De aanvrager moet:

◆ tussen de 23 en 65 jaar oud zijn;

◆ gedurende een ononderbroken periode van 60 maanden een inkomen hebben gehad dat niet hoger is dan de bijstandsnorm;

◆ geen in aanmerking te nemen vermogen hebben;

◆ geen inkomsten uit of in verband met arbeid hebben ontvangen;

◆ voldoende getracht hebben algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en aanvaarden;

◆ de afgelopen 12 maanden niet voor een langdurigheids- toeslag in aanmerking zijn geweest.

Of de aanvrager moet:

◆ 23 jaar of ouder zijn, en

◆ recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de WAO, WAZ of WAJONG berekend naar een arbeidsongeschiktheid van tenminste 80 procent, en

◆ bij de laatste arbeidsongeschiktheidsbeoordeling geen arbeidsdeskundig onderzoek hebben gehad, en

◆ gedurende een ononderbroken periode van 60 maanden een inkomen hebben gehad dat niet hoger is dan de bijstandsnorm

◆ geen in aanmerking te nemen vermogen hebben

◆ geen inkomsten uit of in verband met arbeid hebben ontvangen

◆ voldoende getracht hebben algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en aanvaarden

◆ de afgelopen 12 maanden niet voor een langdurigheids- toeslag in aanmerking zijn geweest.

(14)

Niveau 2005

Personen die voldoen aan de in het kader genoemde voorwaarden kunnen jaarlijks een langdurigheidstoeslag bij de gemeente aanvragen. Afhankelijk van het type huishouden gaat het in 2005 om zo’n 327 tot 466 op jaarbasis.

Voor de regeling komen dus zowel bijstandsgerechtigden als niet-bijstandsgerechtigden in aanmerking.

Uitvoering binnen strikte kaders

Gemeenten voeren de langdurigheidstoeslag uit. Zij ontvangen hiervoor financiering van het Rijk en moeten de toeslag op aanvraag verstrekken. De beleidsruimte die gemeenten bij de uitvoering hebben is om de eerder genoemde redenen zeer beperkt. Gemeenten moeten de aanvraag zorgvuldig toetsen aan alle formele vereisten rond inkomen, samenlevingsvormen, vermogen, arbeidsmarktperspectief, naleving verplichtingen en de afwijkende criteria voor mensen met een arbeids-

ongeschiktheidsuitkering. De aanvrager levert hiervoor uiteraard zelf alle relevante gegevens aan. De gemeente verifieert deze informatie op basis van haar eigen informatie maar ook op basis van informatie van UWV en SVB.

€ €

(15)

Veelgestelde vragen

1. Dient een nabestaandenpensioen van het pensioenfonds van de overleden partner te worden gezien als inkomen in verband met arbeid en om die reden te leiden tot een afwijzing van de aanvraag voor een langdurigheidstoeslag?

Nee. Het nabestaandenpensioen zegt niets over het al dan niet aanwezig zijn van een arbeidsmarktperspectief van de aanvrager.

Er bestaat dus recht langdurigheidstoeslag als ook aan de andere voorwaarden is voldaan.

2. Heeft een ANW-gerechtigde, die ook recht heeft op de alleenstaande ouderkorting ook recht op een langdurigheids- toeslag?

Nee. Bij WWB-gerechtigden worden de alleenstaande ouder- korting tot de middelen gerekend en ingehouden op de uitkering.

Bij ANW-gerechtigden is dit niet het geval waardoor het netto

Deze groep ANW-gerechtigden komt daardoor op grond van de hoogte van het inkomen niet in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag.

3. Heeft iemand die al vijf jaar een gedeeltelijke WAO-uitkering (met een arbeidsdeskundige keuring) en een aanvullende bijstandsuitkering heeft en volledig arbeidsongeschikt is verklaard, recht op de langdurigheidstoeslag?

Mogelijk. Hoewel de gedeeltelijke WAO-uitkering wordt gezien als inkomen in verband met arbeid is er in principe geen verschil met iemand die al vijf jaar lang volledig op een bijstandsuitkering is aangewezen. Personen die medisch gezien volledig arbeids- ongeschikt zijn en geen duurzaam benutbare mogelijkheden op de arbeidsmarkt hebben moeten ook in aanmerking komen voor een langdurigheidstoeslag. Mits ook voldaan is aan alle overige voorwaarden. De staatssecretaris zal hiervoor op termijn een oplossing bieden.

inkomen 115 hoger kan uitvallen dan voor WWB-gerechtigden.

(16)

4. Heeft een bijstandsontvanger, die in de afgelopen vijf jaar zeer bescheiden heeft gewerkt en wiens inkomsten volledig met de bijstand zijn verrekend, recht op een langdurigheidstoeslag?

Nee. De ontvangst van inkomen uit of in verband met arbeid vormt – ongeacht de hoogte daarvan – een beletsel voor het recht op langdurigheidstoeslag. Om contraproductieve effecten te voorkomen kan de gemeente een stimuleringspremie verstrekken gericht op arbeidsinschakeling.

5. Leiden in de referteperiode – de periode van 5 jaar – opgelegde sancties en maatregelen per definitie tot een afwijzing van de aanvraag voor een langdurigheidstoeslag?

Nee. Gemeenten mogen zelf bepalen in hoeverre zij dit meewegen en dan nog alleen voor zover het verwijtbaar handelen bij arbeidsinschakeling betrof.

6. Heeft een alleenstaande jonggehandicapte die voor 80%-100%

arbeidsongeschikt is en een Wajonguitkering zonder andere inkomsten heeft, recht op een langdurigheidstoeslag, terwijl zijn inkomen enkele euro’s per maand hoger ligt dan dat van een alleenstaande Bijstandontvanger?

Ja, mits ook is voldaan aan alle overige voorwaarden en bij de laatste arbeidsongeschiktheidsbeoordeling is afgezien van het arbeidsdeskundig onderzoek. De jonggehandicaptenkorting wordt in het kader van de WWB niet tot de middelen gerekend moet daarom buiten beschouwing blijven.

7. Kan een bijstandsgerechtigde die aan alle voorwaarden voldoet maar (met toestemming van de sociale dienst) zes weken naar het buitenland op vakantie is gegaan (waarvan vier weken worden doorbetaald en twee niet) aanspraak maken op een langdurigheidstoeslag?

Mogelijk. Het is aan de gemeente om te beoordelen of er desondanks in voldoende mate is getracht algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te aanvaarden.

(17)

8. Komen deelnemers aan vrijwilligerswerk, werkstages of een sociaal activeringstraject in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag, ook als zij een onkosten- of vrijwilligersvergoeding hebben ontvangen?

Ja, mits zij ook voldoen aan de overige voorwaarden.

Een onkosten of vrijwilligersvergoeding veronderstelt de aanwezigheid van bepaalde onkosten en worden niet beschouwd als inkomsten uit of in verband met arbeid, mits zij het maximale bedrag van € 711,- per jaar (€ 20,30 per week) niet te boven gaan.

9. Beïnvloedt de langdurigheidstoeslag de draagkracht met betrekking tot toekenning van de bijzondere bijstand en mogen openstaande schulden met de toeslag worden verrekend?

Mogelijk. Gemeenten zijn in principe vrij te bepalen of, en in hoeverre, de verstrekte langdurigheidstoeslag de draagkracht met betrekking tot de toekenning van de bijzondere bijstand beïnvloedt. Het onderzoek wijst uit dat de meeste gemeenten de langdurigheidstoeslag niet meenemen in de draagkracht- berekeningen. Meer sociale diensten maken gebruik van de ruimte om de langdurigheidstoeslag te verrekenen met openstaande schulden aan de dienst.

10. Hoe stellen gemeenten het vermogen vast van klanten die niet tot de vaste klantenkring van de gemeente behoren?

De meeste gemeenten zien een recent afschrift van giro- en of bankrekening(en) als voldoende basis om het vermogen vast te stellen.

(18)

Meer informatie Q Het rapport

Het rapport ‘Langdurigheidstoeslag, een verkennend onderzoek naar de uitvoering van de langdurigheidstoeslag door gemeen- telijke sociale diensten’ is te vinden op de website van Divosa (www.divosa.nl)

Q Contactpersonen

Divosa

Matthijs van Muijen Tel: 06-53339665 Mail: muijen@divosa.nl

Ministerie SZW Frans Janssen

Mail: gemeenteloket@minszw.nl

(19)

Colofon

Uitgave

c 2005, Divosa, Utrecht

Onderzoek

Sociaal Wetenschappelijke Afdeling van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Rotterdam.

Auteur

Peter Wesdorp, Zoetermeer

Redactie

Yolanda van Empel, Utrecht

Grafisch ontwerp Ellen Bakker, Utrecht Drukwerk

Salland de Lange, Deventer

(20)

Divosa

Oudenoord 174 3513 EV Utrecht Postbus 407 3500 AK Utrecht telefoon 030-233 23 37

fax 030-233 37 26 cb@divosa.nl www.divosa.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zij kunnen frustratie en tegenslag niet voor hun kinderen weghouden.. Kinderen moeten hiermee

Het schip mag niet in eigendom, operatie of beheer zijn van een organisatie waarvan een schip in de afgelopen 24 maanden is aangehouden als substandaard schip.. Het schip mag

  De kritiek wordt bijgetreden door Wim Distelmans, hoogleraar en voorzitter van de Federale Commissie Euthanasie: "De

pensioenuitvoerder indien deze zijn ontstaan als gevolg van baanwisseling. De Stichting van de Arbeid, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars hebben een aantal

Vanaf het begrotingsjaar 2018 wordt de rijksbijdrage voor de Open Universiteit vanwege het verzorgen van onderwijs gebaseerd op het aantal verleende graden, een onderwijsopslag én

In deze context stelt de Vrouwenraad een aantal specifieke maatregelen voor om beter te kunnen zorgen: de verlenging van de moederschapsrust, de verlenging van het

welk materiaal gaat u gebruiken wat is daarvan de isolatiewaarde waar gaat u dit materiaal aanschaffen wat is de prijs van dit materiaal per vierkante meter. het aantal

Gasten kunnen afzien van de dagelijkse schoonmaak van de kamer, handdoeken kunnen opnieuw worden gebruikt en elke badkamer is uitgerust met low-flow toiletten en waterbesparende