Examen HAVO 2015
Engels
tijdvak 1
dinsdag 19 mei 13.30 - 16.00 uur
Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 43 vragen.
Voor dit examen zijn maximaal 47 punten te behalen.
Achter elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden.
Geef niet meer antwoorden (zinnen, redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld één zin wordt gevraagd en je antwoordt met meer dan één zin, dan wordt alleen de eerste zin in de beoordeling meegeteld.
Symbolenlijst
( ronde haak openen ) ronde haak sluiten " aanhalingsteken / slash
Let op: beantwoord een open vraag altijd in het Nederlands, behalve als het anders is aangegeven. Als je in het Engels antwoordt, levert dat 0 punten op.
Tekst 1. Angling
Vraag 1: 1 punt
"Sport England (...) is handing out its largest-ever subsidy to angling"
Welk woord uit de tekst maakt duidelijk wat Susan Walker hiervan vindt? Citeer dit woord.
Tekst 2. Tall order
Vraag 2: 1 punt
What can be concluded about Alain Robert based on this text?
A He is going to climb the Shard as soon as official permission is given. B He is likely to climb the Shard, even though its owners forbid it.
C He wants to climb the Shard only if the right precautions are taken. D He was arrested while attempting to climb the Shard illegally. E He was asked to climb the Shard, but turned down this request.
Vraag 3: 1 punt
What is the writer's attitude towards Alain Robert's actions? A clearly annoyed
B quite envious C rather concerned D slightly amused
Tekst 3. Louis C.K. wasn't prepared for his Emmy
nomination
Vraag 4: 1 punt
"' I was expecting to be disappointed'" (paragraph 2) Why did Louis C.K. say this?
A He feared the character in his show had turned out to be an embarrassing person. B He knew his show had been given bad reviews in many of the mainstream papers.
C He realised that the show he had created caused a lot of public indignation. D He thought his show would be considered too outspoken to be nominated for an
award.
Vraag 5: 1 punt
What is the main point made in paragraph 3?
A Despite his problems, Louis C.K. has created a commercial success. B Network FX gave Louis C.K. the artistic independence needed to succeed. C The average viewer dislikes being told by critics which shows to like. D Unlike many of its rivals, network FX is a financially sound company.
Vraag 6: 1 punt
"C.K. figures he and network FX have already won" (alinea 4)
In welke zin uit alinea 3 of 4 wordt duidelijk waarom Louis C.K. dit vindt? Citeer de eerste twee woorden van die zin.
Tekst 4. Ending eradication
Vraag 7: 1 punt
What is said about polio in paragraph 1?
A Governments should revise their policy towards it. B It is a far greater threat to our health than smallpox. C Politicians no longer want to finance research for it. D Scientists are on the brink of finding a cure for it.
Vraag 8: 2 punten
Geef van elk van de onderstaande vier beweringen aan of deze juist of onjuist is volgens alinea 2 en 3.
Noteer het nummer van elke bewering gevolgd door "juist" of "onjuist".
1 Het geld dat wereldwijd besteed is aan de bestrijding van polio, heeft nog niet het gewenste resultaat opgeleverd.
2 Door de aandacht uitsluitend op polio te richten komt men in sommige landen minder aan de bestrijding van andere ziektes toe.
3 Medisch personeel dat ingezet wordt voor poliocampagnes, zou meer inspraak moeten krijgen in het te voeren beleid.
4 In veel ontwikkelingslanden ontbreekt het aan lokale deskundigen op het gebied van poliobestrijding.
Vraag 9: 1 punt
Which of the following fits the gap ..9.. in paragraph 4? A increased funding
B more specialists C public support D strategic action
Tekst 5. Taste stubbed out
Vraag 10: 1 punt
Which of the following fits the gap ..10..? A influence of the media on
B interest of health organisations in C power of branding on
D tobacco industry's neglect of
Tekst 6. Is meat the fix?
Vraag 11: 1 punt
What point is made about vegans in paragraph 2? A They are often ambitious and successful athletes. B They can be fit and develop healthy physiques.
C They find it annoying to have to explain their principles. D They lead more rewarding lives than non-vegans. E They strongly disapprove of people who eat meat.
Vraag 12: 1 punt
What is the function of paragraph 3?
A to add a point to the one made in paragraph 2 B to analyse one of the points made in paragraph 2 C to illustrate the point made in paragraph 2
D to modify the point made in paragraph 2
Vraag 13: 1 punt
Welke van de volgende stijlfiguren gebruikt Ron Grainger in alinea 4? A herhaling
B opsomming C overdrijving D relativering
Vraag 14: 1 punt
"At best, his experiences are anecdotal." (alinea 1)
Ben Martin (tweede brief) maakt een opmerking die op hetzelfde neerkomt. Citeer de eerste twee woorden van de zin waarin dit gebeurt.
Vraag 15: 1 punt
What becomes clear in the second letter? Ben Martin criticises John Nicholson for
A deliberately misinterpreting important scientific evidence. B denying that he adopted unhealthy eating habits.
C failing to give sufficient information about the food he consumed. D neglecting to mention why he writes about veganism.
E refusing to admit there are many healthy vegan dishes.
Tekst 7. A chimp's life revisited
Vraag 16: 1 punt
What is said about the documentary "' Project Nim'" in paragraph 1?
A It is a factual report about the potential of chimpanzees to understand human language.
B It is an account of a disturbing experiment in which a chimpanzee was raised by humans.
C It is an accusation made against people wanting to adopt a chimpanzee baby. D It is a romanticised tale about the bond between a chimpanzee and human foster
parents.
Vraag 17: 1 punt
Which of the following fits the gap ..17.. in paragraph 2? A Just as
B Now that C Since D Though
Vraag 18: 2 punten
Geef van elk van de volgende vier beweringen over Stephanie LaFarge aan of deze juist of onjuist is volgens alinea 3.
Noteer het nummer van elke bewering gevolgd door "juist" of "onjuist".
1 Ze bedacht het experiment met Nim als onderdeel van haar afstudeeronderzoek. 2 Ze had de neiging om uit te proberen hoe ver ze kon gaan.
3 Ze nam de beslissing om Nim in huis te nemen zonder overleg met haar huisgenoten.
4 Ze was meer geïnteresseerd in haar wetenschappelijke carrière dan in het welzijn van Nim.
Vraag 19: 1 punt
Which of the following fits the gap ..19.. in paragraph 4? A bond with
B challenge C copy
Vraag 20: 1 punt
What is the main point made in paragraph 5?
A Herbert Terrace's character made him an unsuitable and unsuccessful project leader.
B LaFarge refused to accept having the much younger Petitto as her supervisor. C The experiment failed because the parties involved lacked research experience. D The scientific experiment was characterized by intense personal disagreements.
Vraag 21: 1 punt
What becomes clear from paragraph 6?
A Despite the rather unfavourable circumstances, Nim developed into a happy animal.
B If the participants had been in stable relationships the experiment could have worked.
C Nim's ordeal was worsened by the fact that research conditions varied continuously.
D Terrace's theories about how to communicate with chimpanzees were clearly faulty.
Vraag 22: 1 punt
"No wonder it won the best directing award for world documentary at Sundance." (laatste zin)
Is er een alinea die beschrijft wat deze documentaire zo goed maakt volgens Kenneth Turan?
Zo nee, antwoord "Nee". Zo ja, noteer het nummer van de alinea waarin dit gebeurt.
Tekst 8. Would you let your teen become a reality show?
Vraag 23: 1 punt
"I turned them down immediately" (paragraph 1) Why did Sherry Davey do this?
A She did not want her daughter to star on TV for the wrong reasons. B She disliked the idea of her daughter becoming famous.
C She feared her daughter would act inappropriately on the show. D She thought people would accuse her of spoiling her daughter. E She was afraid the TV show would create bad publicity for her blog.
Vraag 24: 1 punt
Which of the following statement(s) is/are in line with paragraph 2?
1 Sherry Davey distrusts advice given by psycho-therapists who star in TV reality shows.
2 Sherry Davey felt flattered because a TV-hotshot was interested in her writing. A only 1
B only 2
C both 1 and 2 D neither 1 nor 2
Vraag 25: 1 punt
How does paragraph 4 relate to paragraph 3?
A Paragraph 4 illustrates the point made in paragraph 3. B Paragraph 4 modifies the point made in paragraph 3. C Paragraph 4 questions the point made in paragraph 3. D Paragraph 4 undermines the point made in paragraph 3.
Vraag 26: 1 punt
Which of the following fits the gap ..26.. in paragraph 5? A been furious
B done great C felt silly D run away
E said yes
Vraag 27: 1 punt
What do the questions in the second half of paragraph 6 make clear? A Sherry Davey admits she likes watching people fight in talk shows. B Sherry Davey believes reality shows employ second-rate artists. C Sherry Davey feels sorry for the relatives of famous actors. D Sherry Davey thinks reality shows are cheap and humiliating.
Vraag 28: 1 punt
Welke zin in alinea 4, 5 of 6 is spottend van toon? Citeer de eerste twee woorden van deze zin.
Tekst 9. Alone in the crowd
Vraag 29: 1 punt
Kies bij iedere open plek in de tekst het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A a chronic disease B a health risk
C the cause of depression D typical of modern times
Vraag 30: 1 punt
A an easy solution B a threat to privacy C no cureVraag 31: 1 punt
A change B identify C influence D promoteVraag 32: 1 punt
B instant relief C the same way
Vraag 33: 1 punt
A confirm B neglect C prevent
Tekst 10. Het volgende fragment...
Vraag 34: 2 punten
Geef van elk van de volgende vier beweringen over Nell aan of deze wel of niet in overeenstemming is met de tekst.
Noteer het nummer van elke bewering, gevolgd door "wel" of "niet". 1 Ze gaat die dag beginnen aan een opleiding.
2 Ze vindt het prettig dat haar huisbaas interesse toont. 3 Ze ergert zich openlijk aan de andere passagiers in de bus.
4 Ze heeft het meisje dat later in de bus stapt, al eens eerder ontmoet.
Vraag 35: 1 punt
How is Nell portrayed in this fragment? A as carefree B as clumsy C as insecure D as talented E as vain
Vraag 36: 1 punt
"The Chosen" (titel van het hoofdstuk) Wie zijn ' the chosen' volgens Nell?
Tekst 11. Big city, small sodas
Vraag 37: 2 punten
Geef van elk van de volgende vier personen aan of deze "Ja" of "Nee" antwoordt op deze vraag.
Noteer het nummer van elke persoon, gevolgd door "Ja" of "Nee". 1 Mayor Bloomberg (alinea 1)
2 Thomas Farley (alinea 2) 3 Ray Fisman (alinea 3) 4 Nadia Arumugam (alinea 4)
Vraag 38: 1 punt
"Bloomberg's soda ban" (alinea 2)
Welk begrip van twee woorden later in alinea 2 verwijst naar deze 'ban'? Citeer dit begrip.
Vraag 39: 1 punt
Which of the following reflects the main point made in paragraph 4? A A ban is more effective than limiting people's choices.
B Imposing limits will be counterproductive.
C Legislation on health issues has only a limited effect. D Setting limits has a proven track record.
E There is a limit to what people are willing to accept.
Vraag 40: 1 punt
"A 2008 ruling" (alinea 4)
Leg uit wat deze regeling inhield.
Vraag 41: 1 punt
Which of the following characterises this article best?
A It informs people about the reactions to a new health regulation. B It persuades people to take action against a new health regulation. C It praises the authorities for introducing a new health regulation. D It proves why a new health regulation will certainly succeed. E It questions the timing and necessity of a new health regulation.
Tekst 12. Gender roles
Vraag 42: 1 punt
He criticises him for
A claiming that modern audiences are not interested in historic plays. B failing to appreciate one of the most talented playwrights ever. C praising a theatre production that clearly was very disappointing. D rejecting men who want to dress up like women and vice versa. E selecting a poor example to prove a point he wants to make.
Lees bij de volgende opgave eerst de vraag voordat je de bijbehorende tekst raadpleegt.
Tekst 13. Honey money
Vraag 43: 1 punt
"If You've Got It, Flaunt It" (kopje boven de eerste alinea)
Vindt de schrijfster van deze recensie dat de vrouwen om haar heen dit voldoende doen?
Antwoord met "Ja" of "Nee", én schrijf het tussenkopje op dat boven de alinea staat waar je je antwoord op baseert.
