• No results found

foblets

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "foblets"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Lessen voor de XXIe eeuw – 19.02.2007

"Multiculturaliteit en recht”. Marie-Claire Foblets Schema

Inleiding

Migraties: een uitdaging aan het adres van het recht Deel I: beknopt historisch overzicht

1. De jaren vijftig en zestig. Het naoorlogse voluntarisme

2. De jaren zeventig en tachtig: stabilisatie van migratie maakt nieuwe beleidskeuzes noodzakelijk

3. Onvoorspelbare ontwikkelingen: het non-refoulementsbeginsel, de wijziging van de betekenis van de nationaliteit en de opgang van de mensenrechten.

3.1. Het non-refoulementsbeginsel 3.2. Nationaliteit en identiteitsbeleving

3.3. Het beroep op de mensenrechten: een ongeëvenaard succes

Deel II: Nieuwe juridische pistes: het wetboek internationaal privaatrecht, de anti-discriminatiewet en het inburgeringsdecreet

1. De codificatie van het Belgisch internationaal privaatrecht 2. De anti-discriminatiewet van 2003

3. Integratie maakt in Vlaanderen plaats voor 'inburgering'. 4. Hoe bereiden we de toekomst voor?

4.1.Harmonisering van het migratiebeleid in Europa 4.2.De contingentering van nieuwe migraties? Besluit: welk voluntarisme is vandaag nodig?

Samenvatting

Met de toenemende culturele diversiteit in de samenleving rijst ook de vraag of, en zo ja onder welke voorwaarden, het recht zijn rol als instrument van ordehandhaving en sociale vrede kan blijven spelen. De analyse is opgebouwd in twee delen. In een eerste deel overlopen we de technieken die in het recht sinds de naoorlogse periode (jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw) zijn gehanteerd om conflicten tussen culturen, tussen levensbeschouwingen en/of religies te vermijden en, indien dit niet lukte, minstens proberen op te lossen. In het tweede deel gaan we in op een aantal nieuwe uitdagingen die de hedendaagse samenlevingscontext met zich meebrengt. We brengen voorbeelden van recente ontwikkelingen en experimenten in het recht, in België en in het buitenland, die aangeven dat het recht ook vandaag garant kan zijn van maatschappelijke vrede en cohesie in plurale context.

Eerste (historische) deel:

Mensenrechtenverdragen, arbeidsimmigratieovereenkomsten, internationale afspraken met betrekking tot asiel, zijn de instrumenten van een naoorlogs voluntarisme geweest. Men heeft daarbij bepaalde latere ontwikkelingen niet of verkeerd ingeschat. De dynamiek van de internationale migratie is sinds de jaren zeventig steeds meer te zien als het effect van demografische en economische onevenwichten in de wereld. Beleidsinstrumenten zoals het Europees verdrag voor de rechten van de mens (E.V.R.M.) of bilaterale arbeidsimmigratieakkoorden worden door vreemdelingen en nieuwkomers vandaag ingezet, nu eens om volgmigratie te blijven verwezenlijken (gezinshereniging), dan weer om de eigen rechtspositie in het land van verblijf te verstevigen (E.V.R.M.). In weerwil van de officiële migratiestop, die tot vandaag blijft gelden.

(2)

Vanaf de jaren tachtig vaart de overheid in België de koers van het integratiebeleid: de opeenvolgende versoepelingen van de naturalisatieprocedure en het afkondigen van een strafwet die racisme moet bestrijden, moeten uitdrukking geven aan de wil om vreedzame samenlevingsbanden tussen gemeenschappen te bevorderen.

Beslissend met betrekking tot integratie is ook de wijze waarop sinds enkele jaren het grondwettelijk discriminatieverbod (artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet) ten opzichte van mensen van nieuwe bevolkingsgroepen zich doorzet. De gelijkheidsnorm heeft zich de laatste jaren ontwikkeld tot het slagwapen bij uitstek dat in de strijd voor maatschappelijke participatie en culturele gelijkwaardigheid, ingrijpende wijzigingen in de houding van zowel de wetgever als de rechtbanken mede helpt verklaren. In België geldt sinds 2003 de anti-discriminatiewet. Het initiatief van deze wet is tekenend voor de hoge verwachtingen die men, vandaag ook van beleidszijde, stelt in de dienstbaarheid van het recht aan een beleid van gelijkwaardiger behandeling, zowel formeel als materieel, van nieuwe bevolkingsgroepen in onze plurale samenleving.

Tweede deel: de recentere actualiteit en de nieuwe uitdagingen

Maar de druk op de grenzen neemt inmiddels niet af en relativeert daardoor zeer sterk de effecten van genoemde maatregelen. Het is dan ook zeer de vraag hoe het verder moet. Nieuwe migraties zijn een rem op het integratiebeleid. Maar ze zijn evenmin tegen te houden. De situatie vandaag is daardoor moeilijker dan ooit: de heterogenisering van de groep vreemdelingen en nieuwkomers neemt met de dag toe. Zij komen van overal ter wereld, met de meest uiteenlopende etnische en culturele achtergronden. De verwachtingen aan hun kant zijn doorgaans hooggespannen: men wil hier kunnen werken en, met het gespaarde geld, minstens in een eerste periode solidair blijven met het thuisfront. Hoe integreer je die nieuwe realiteit in het opzetten van een beleid dat humaan wil blijven, d.i. elkeen die op het grondgebied verblijft in zijn menselijke waardigheid eerbiedigen? Houdt het beleidscredo van integratie met behoud van identiteit tegen de achtergrond van de nieuwste ontwikkelingen nog stand?

Twee recente ontwikkelingen zijn in dat verband veelzeggend. Enerzijds intensifieert men de samenwerking met de andere Europese partners op het vlak van de controle van de gemeenschappelijke buitengrenzen en het asielbeleid (Verdrag van Amsterdam). Anderzijds volgt men het voorbeeld van de landen die, met betrekking tot de vraag van het toepasselijke recht inzake personeel statuut (personen- en familierecht) voortaan resoluut opteren voor de veralgemeende toepassing van het eigen recht ('principe de proximité'). In België is het Wetboek van internationaal privaatrecht per 1 oktober 2004 in werking getreden.

Immigratie - ook nieuwe immigratie - is niet problematisch op zich. Problemen zijn weliswaar voorspelbaar wanneer de integratie van nieuwe bewoners niet voldoende wordt ondersteund; hetzij omdat de opvangcapaciteit ontbreekt, hetzij omdat het normatieve kader er niet is of niet (meer) is aangepast aan de nieuwe realiteit. Het antwoord op deze problemen moet komen van een doordacht, doorzichtig én coherent beleid. Hoe moeilijk en complex de opdracht ook is om een dergelijk beleid uit te werken. Het al dan niet toelaten tot het grondgebied van nieuwkomers en het vervolgens (leren) samenleven met personen met een andere huidskleur, godsdienst, taal en cultuur zal ook de volgende jaren een indringend maatschappelijk vraagstuk blijven.

Examenvragen

1.Identificeer een aantal ontwikkelingen die het vandaag zo moeilijk maken om een middels

recht en juridische oplossingen een zo rechtvaardig mogelijk beleid te voeren in de

multiculturele samenlevingscontext.

2.Wie is bevoegd inzake multiculturele samenlevingsvraagstukken? Waar wordt het beleid

gevoerd?

3. Wat zijn volgens u belangrijke recente initiatieven die het beleid inzake migratie en

integratie zoeken te hertekenen? Geef ook de beperkingen van die initiatieven aan.

Identificeer een aantal knelpunten die daarbij onopgelost blijven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zoals gezien beantwoordde de Hoge Raad deze vraag bevestigend, zij het voor het geval dat de nieuwe eigenaren bezitter te kwader trouw zijn, door een vordering uit onrechtmatige

Ten tweede is niet te voorspellen welke (politieke) keuzes gemaakt zullen worden op het gebied van onder meer het minimumkapitaal noch welke onderwerpen in het SPE-statuut

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

king op verdedigingsrechten – in dit geval: de interne openbaarheid – is toegestaan en dat daarbij moet zijn voldaan aan ‘the basic require- ments of a fair trial’. Belangrijker

Het begrip democratie in de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.. Pluralisme als kern van de democratische samenleving

Om hetzij het debat dat volgde, wees Twerski er op dat ook als slachtoffer clan wel als producent aannemelijk in cle benadering van de Restatement al deze fac- te maken clat

1a: ‘bewijs dat geleverd wordt door een feitenverklaring onder eed – de “getuigenis” – afgelegd voor de rechter, in een getuigenverhoor georganiseerd conform het

A!s mensen tevreden zijn met hun eigen inteffigentie, dan zullen ze zich ook geen zorgen maken over de s!imheid van hun kinderen, want die wordt toch door de ouders bepaald,