De Placenta:
Dialoog tussen Moeder en Foetus
Robert PijnenborgFaculteit Geneeskunde, Departement Vrouw & Kind
Lessen voor de XXIe eeuw, 2007
De placenta: dialoog tussen moeder en foetus
Vivipare
voortplanting
1. Inleiding: historiek en definitie
2. De feiten
3. Speculaties en perspectieven 2.1. Hoe ontstaat een placenta?
2.2. Het placentaire bed: trofoblastinvasie en de regeling van de moederlijke bloedstoevoer
2.3. De placenta als een natuurlijke transplant 2.4. Zwangerschapscomplicaties door verstoorde
foetale-moederlijke interactie
3.1. Foetale-moederlijke interactie: conflict of dialoog? 3.2. De evolutie van de menselijke placenta
1. Inleiding: historiek en definitie
Vesalius: De Humani Corporis Fabrica, 1543
Realdus Columbus (1516-1559)
(Vesalius’ opvolger) Gebruikte voor het eerst de term
Continue bloedsomloop Uterus Placenta Gescheiden bloedsomloop Moederlijke bloedsomloop Discussies over de relatie moederlijke en foetale bloedsomloop 1. Inleiding: historiek en definitie
1. Inleiding: historiek en definitie
William en John Hunterbewezen dat de placenta een orgaan is met twee William Hunter
(1718-1783)
John Hunter (1728-1793)
William Hunter: “Atlas of the Gravid Uterus” (1774)
Eerste beschrijving van moederlijke spiraalvormige arteriën
Dialoog tussen moeder en foetus
Je bent zwanger
!!! 1. Inleiding: historiek en definitie
1. Inleiding: historiek en definitie
1. Inleiding: historiek en definitie
Erasmus Darwin (1731-1802) Lavoisiers ontdekking van zuurstof leidde tot een nieuw concept over de ademhaling. E Darwin paste dit toe op de placenta.
‘Zoonomia’ (1794-6)
“Thus in the womb the nascent infant laves Its natant form in the circumfluent waves …
With gills placental seeks the arterial flood, And drinks pure ether from its Mother’s blood”.
‘The Temple of Nature’ (1803)
DEFINITIE
De placenta is een orgaan dat gevormd wordt door een appositie (bijeenplaatsing) van foetale en ouderlijke weefsels voor
fysiologische uitwisseling
(naar Mossman, 1937) 1. Inleiding: historiek en definitie
Fysiologische uitwisseling: Ademhaling Voeding Ionen- en watertransport Moleculaire signalen Long Darm Nier Endocriene klier
De placenta: dialoog tussen moeder en foetus
1. Inleiding: historiek en definitie
2. De feiten
3. Speculaties en perspectieven 2.1. Hoe ontstaat een placenta?
2.2. Het placentaire bed: trofoblastinvasie en de regeling van de moederlijke bloedstoevoer
2.3. De placenta als een natuurlijke transplant 2.4. Zwangerschapscomplicaties door verstoorde
foetale-moederlijke interactie
3.1. Foetale-moederlijke interactie: conflict of dialoog? 3.2. De evolutie van de menselijke placenta
PL A C E N T
A 2.1 2.1. Hoe ontstaat een placenta?
2.3
2.3. De placenta als een natuurlijke transplant
2. De feiten
2.2. Het placentaire bed: trofoblast-invasie en de regeling van de moederlijke bloedstoevoer 2.2 2.2 PL A C BE D 2.4 2.4. Zwangerschapscomplicaties door verstoorde
foetale-PL A C E N T
A 2.1 2.1. Hoe ontstaat een placenta?
eileider eierstok baarmoeder baarmoederhals schede baarmoederslijmvlies (endometrium) decidua baarmoederspier (myometrium) 2.1. Hoe ontstaat een placenta?
2.1. Hoe ontstaat een placenta?
In den beginne….
… was er de blastocyst
2.1. Hoe ontstaat een placenta?
Binnenste celmassa
(EMBRYO)
Buitenlaag
(PLACENTA + VLIEZEN)
Implantatieplaats bij de mens (dag 7) (Hertig 1968) Het implantatieproces Baarmoederwand A.A.W. Hubrecht (1853-1915)
Invoering van de term “trofoblast” (1889)
• trophê = voeding
• blastos = kiem
Egel Mens
Embryo
Placenta-aanleg
Spiraalvormige arterie
2.1. Hoe ontstaat een placenta?
Moederlijke intervilleuze bloedruimte Moederlijke spiraalvormige arterie Foetale villus
2.1. Hoe ontstaat een placenta?
Baarmoederwand (Placentair Bed)
Foetaal bindweefsel +
Foetaal bloedvat Villus doorsnede Moederlijk bloed (intervilleuze ruimte) Trofoblastlaag
De efficiëntie van het uitwisselings-systeem wordt ondermeer bepaald door:
• Grootte van het uitwisselingsoppervlak (bij de mens 12-14 m2at term)
• Resp. stroomrichtingen van moederlijk en foetaal bloed (globaal tegenstroom)
• De stroomsnelheid
2.2. Het placentaire bed: trofoblastinvasie en moederlijke bloedstoevoer
PL A C E N T
A 2.1 2.1. Hoe ontstaat een placenta?
2.2. Het placentaire bed: trofoblast-invasie en de regeling van de moederlijke bloedstoevoer 2.2 2.2 PL A C BE D
2.2. Het placentaire bed: trofoblastinvasie en moederlijke bloedstoevoer PLACENTA PL A C E N T A IR BED Invasief trofoblast Endovasculair trofoblast Intervilleuze moederlijke bloedruimte Ankervillus met trofoblastkolom Decidua Myometrium
2.2. Het placentaire bed: trofoblastinvasie en moederlijke bloedstoevoer
Interstitieel trofoblast Endovasculair trofoblast Spiraalvormige arterie
spierwand
lumen
Vervanging van spierwand + “uitzetting” van bloedvat
Fysiologische veranderingen van de moederlijke spiraalvormige arteriën
Spiraalvormige arterie
trofoblast
Een ‘multistep’ proces
Een ‘dialoog’ tussen uterus en trofoblast
2.2. Het placentaire bed: trofoblastinvasie en moederlijke bloedstoevoer
Disorganizatie spierwand Interstitieel trof verergert disorganizatie Endovasculair trof fragmenteert endotheellaag Endovasculair trof + fibrinoïd vervangt spier Herstel endotheel + intima verdikking Normale arterie (niet zwanger)
Spiral art. lumen Endovasc. trophoblast Richting bloedstroom Richting
trofoblastinvasie Retrograde migratie(tegenstroom)
2.2. Het placentaire bed: trofoblastinvasie en moederlijke bloedstoevoer
NIET
in de drainerende venen !!
¾ Zuurstofgradiënt? ¾ Chemotaxis? ¾ Haemodynamica? Retrograde migratie (tegenstroom)Retrograde migratie (tegenstroom)
¾ Zuurstofgradiënt? ¾ Chemotaxis? ¾ Haemodynamica?
¾ Endovasculaire migratie in twee golven: decidua en myometrium ¾ Tweede golf een migratierespons op toegenomen bloedstoevoer?
4 wk delay
DECIDU
A
M
YOMETRIUM
PL A C E N T
A 2.1 2.1. Hoe ontstaat een placenta?
2.2. Het placentaire bed: trofoblast-invasie en de regeling van de moederlijke bloedstoevoer 2.2 2.2 PL A C BE D
2.3. De placenta als een natuurlijke transplant
2.3
2.3. De placenta als een natuurlijke transplant
Door welke mechanismen kan een immunologisch half-vreemde foetus overleven gedurende de zwangerschap?
Drie mogelijke verklaringen:
1. De anatomische scheiding tussen moeder en foetus 2. De antigenische immaturiteit van de foetus
3. De immunologische inertheid van de moeder 2.3. De placenta als een natuurlijke transplant
1. Door de anatomische scheidingvan de foetale en moederlijke bloedsomlopen wordt bij de moeder geen immuunreactie opgewekt tegenover de foetus
¾ Geldt niet voor de placenta en het trofoblast !!
?
2. De conceptus is antigenisch immatuur
2.3. De placenta als een natuurlijke transplant
Villeus trofoblast bevat geen HLA- klasse I “transplantatie” antigenen
Extravilleus trof bezit een ongewone
combinatie van HLA-C, -E en - G
antigenen
¾ Villeus trofoblast is immunologisch neutraal ¾ Het extravilleus trofoblast is antigenisch matuur
3. De moeder is immunologisch inert
2.3. De placenta als een natuurlijke transplant
¾ De klassieke T- en B- cellen die verantwoordelijk
zijn voor weefselafstoting en vorming van antistoffen zijn nagenoeg afwezig in de decidua
¾ De belangrijkste populatie van
leukocyten in de decidua wordt gevormd door een uteriene variant van ‘natural killer’ cellen
(uNK cellen)
Wordt extravilleus trofoblast als vreemd herkend?
Dragers van een speciale combinatie van HLA-C, HLA-E en HLA-G antigenen 2.3. De placenta als een natuurlijke transplant
Uteriene NK cellen
HLA-C KIR
F
M
Trofoblast Uteriene NK cel(Loke & King, 1995)
Placentair Bed:
Dubbele immuunkleuring Bruin: trofoblast (cytokeratine) Paars: uNK cellen (CD56)
Biologisch effect ? ¾‘Killing’ ? ¾ Groeifactoren ? (vaatveranderingen!) PL A C E N T
A 2.1 2.1. Hoe ontstaat een placenta?
2.2. Het placentaire bed: trofoblast-invasie en de regeling van de moederlijke bloedstoevoer 2.2 2.2 PL A C BE D 2.3
2.3. De placenta als een natuurlijke transplant
2.4. Zwangerschapscomplicaties door verstoorde foetale-moederlijke interactie
2.4
2.4. Zwangerschapscomplicaties door verstoorde foetale-moederlijke interactie
2.4. Zwangerschapscomplicaties door verstoorde foetale-moederlijke interactie
Pre-eclampsie
• Hypertensie vanaf 2etrimester (bij normotensieve vrouwen)
• Verhoogde eiwitten in urine
• Vochtopstapeling
Eclampsie (Zwangerschapsstuipen)
2.4. Zwangerschapscomplicaties door verstoorde foetale-moederlijke interactie
• Bij hypertensieve zwangerschappen is de moederlijke bloeddoorstroming door de placenta verminderd
• Veroorzaakt door (hypertensieve) letsels in onderliggende spiraalvormige arteriën?
Spiral art. lumen Endovasc. trofoblast Pre-eclampsie Fysiologische veranderingen in spiraalvormige arteriën
beperkt tot decidua (Brosens I et al, 1972)
Acute atherose
Pre-eclampsie: Fysiologische veranderingen beperkt tot decidua 2.4. Zwangerschapscomplicaties door verstoorde foetale-moederlijke interactie
¾ Defecte invasie (inhibitie tweede golf) ?
¾ Verstoorde interactie trofoblast – uNK cellen ?
Toename uNK cellen (sommige studies)
Hogere incidentie preeclampsie bij combinatie trofoblast HLA-C2 ~ uNK KIR AA
(Hiby et al, 2004)
HLA-C2
KIR AA
Trof
2.4. Zwangerschapscomplicaties door verstoorde foetale-moederlijke interactie 15-18 wk Invasie myometriale spir arteriën → 10 wk Invasie deciduale spir arteriën > 20 wk Bloeddruk-stijging Pre-eclampsie:
2.4. Zwangerschapscomplicaties door verstoorde foetale-moederlijke interactie
Uitstoot trofoblastfragmenten in de moederlijke circulatie Verstoorde placentaire doorbloeding Oxidatieve stress Beschadiging trofoblast
Endotheel beschadiging Trofoblast beschadiging Uitstoot trofoblastpartikels Macrofagen activatie Symptomen pre-eclampsie Verstoorde zuurstofvoorziening
PLACENTA
MOEDER
De placenta: dialoog tussen moeder en foetus
1. Inleiding: historiek en definitie
2. De feiten
3. Speculaties en perspectieven
2.1. Hoe ontstaat een placenta?
2.2. Het placentaire bed: trofoblastinvasie en de regeling van de moederlijke bloedstoevoer
2.3. De placenta als een natuurlijke transplant 2.4. Zwangerschapscomplicaties door verstoorde
foetale-moederlijke interactie
3.1. Foetale-moederlijke interactie: conflict of dialoog?
3. Speculaties en perspectieven
3.1. Foetale-moederlijke interacties: conflict of dialoog?
M F
3.2. De evolutie van de menselijke placenta
3.1. Foetale-moederlijke interacties: conflict of dialoog?
3.1. Foetale-moederlijke interacties: conflict of dialoog?
“Like schoolboys studying the battlefield at Waterloo, we study the placenta for artefacts of the maternotrophoblastic encounter…”
(Labarrere CA & Faulk WP, 1991)
Belangenconflict (‘conflict of interest’)
• Toenemende vraag van de foetus naar voedselaanvoer door de moeder
(doorgeven van vaderlijke genen)
• Beperking van de moederlijke investering tot bescherming van haar huidige en eventuele latere zwangerschappen
(doorgeven van moederlijke genen) (Haig, 1993)
3.1. Foetale-moederlijke interacties: conflict of dialoog?
The battle
of the sexes
Conflict: Haig (1993)
Decidualizatie beschermt de moeder tegen trofoblastinvasie 3.1. Foetale-moederlijke interacties: conflict of dialoog?
MAAR…
• Decidualizatie verhindert niet dat trofoblast doormigreert naar het myometrium
• Tijdens decidualizatie wordt het ‘cross-linking’ collageen VI afgebroken, wat de invasie van trofoblast vergemakkelijkt
• Deciduacellen produceren groeifactoren die de aanmaak van matrix- afbrekende enzymes door invasief trofoblast stimuleren
3.1. Foetale-moederlijke interacties: conflict of dialoog?
• Conflict ? • Dialoog ?
• … of een schaakspel met opeenvolgende ‘zetten’ ? Innesteling uteruswand Decidualizatie Invasie arteriën 2einvasiegolf Endotheelherstel Uitbreiding vaatverandering + herstel
3.1. Foetale-moederlijke interacties: conflict of dialoog?
M F
3.2. De evolutie van de menselijke placenta
Tarsius – stadium:
Oppervlakkige implantatie Placenta ligt ‘op’ de decidua Eén spiraalvormige arterie 3.2. De evolutie van de menselijke placenta
Oude Wereld - apen:
Oppervlakkige implantatie Trofoblastinvasie in decidua Meerdere spiraalvormige arteriën 3.2. De evolutie van de menselijke placenta
Primaten-evolutie
Homo sapiens:
Diepere (interstitiële) implantatie Diepe trofoblast-invasie tot in het myometrium
3.2. De evolutie van de menselijke placenta
Primaten-evolutie
?
Te
nd
en
s d
iep
ere
in
va
sie
?
Dec Myo
Dec Myo Voordeel van een diepere invasie?
‘Well, in our country’, said Alice, still panting a little, ‘you’d generally get somewhere else - if you ran very fast for a long time, as we’ve been doing’.
‘A slow sort of country!’ said the Queen. ‘Now, here, you see, it takes all the running you can do, to keep in the same place. If you want to get somewhere else, you must run at least twice as fast as that!’
Lewis Carroll - ‘Through the Looking-Glass’ The Red Queen
Co-evolutievan soorten-paren binnen een biotoop
Vaak geïnterpreteerd als een biologische wapenwedloop… 3.1. Foetale-moederlijke interacties: conflict of dialoog?
Uitbreiding vaatverandering + herstel 2einvasiegolf
3.1. Foetale-moederlijke interacties: conflict of dialoog?
Innesteling uteruswand
Decidualizatie Invasie arteriën
Endotheelherstel
Opvallende decidualizatie
Weinig decidualizatie Trofoblast
• Haig (1993): decidualizatie beschermt tegen invasie
• Ramsey (1976): decidualizatie bevordert invasie
3.2. De evolutie van de menselijke placenta
Normale
zwangerschap Pre-eclampsie
Waarom ontwikkelen bavianen geen pre-eclampsie?
Ondiepe trofoblastinvasie op zich leidt niet noodzakelijk tot PE
3.2. De evolutie van de menselijke placenta
F M
F M
F
M
Pre-eclampsie is een syndroom met verschillende mogelijke oorzaken 3.2. De evolutie van de menselijke placenta
Defecten kunnen optreden in elk van de opeenvolgende stappen van de vasculaire adaptatie
• Ontoereikende uteriene voorbereiding (decidualisatie, vascularisatie) • Invasiedefect
• Moederlijke overreactie (ontstekingscellen…)
Meer impact bij diepe invasie en intensere decidualisatie ?
Evolutie van de placenta: genetische variatie, mutatie, selectie
Bestaan er “pre-eclampsie genen”?
Kandidaatgenen i.v.m. trofoblast-functies
Hiby et al (2004): HLA-C2 – KIR AA interactie tussen uNK cellen en trofoblast
Kandidaatgenen i.v.m. moederlijke fysiologie
Bloeddruk, bloedplaatjes, endotheelfunctie, oxidatieve stress, vetmetabolisme, angiogenesis
Waarom werden deze genen niet weggeselecteerd ?
Kunnen “pre-eclampsie genen” evolutionair voordeel hebben?
(cfr sikkelcelanemie!)
3.2. De evolutie van de menselijke placenta
Evolutie van de placenta: ontstaan van “pre-eclampsie genen”
Naar een Darwiniaanse geneeskunde ? (Williams & Nesse, 1991)
Lessen voor de XXIe eeuw, 2007