• No results found

Reactie De Jonge Akademie: NWO-Evaluatie inbeddingsgarantie Vidi-ronde 2018

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Reactie De Jonge Akademie: NWO-Evaluatie inbeddingsgarantie Vidi-ronde 2018"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Amsterdam, 14 mei 2019

REACTIE DE JONGE AKADEMIE: NWO-EVALUATIE

INBEDDINGSGARANTIE VIDI-RONDE 2018

De Jonge Akademie

In 2018 heeft NWO een maatregel ingevoerd met als doel om de aanvraagdruk te reduceren: de eis dat universiteiten en wetenschapsinstellingen bij indiening een garantie afgeven dat succesvolle aanvragers van een Vidi een vaste baan of tenure track krijgen. Gisteren volgde een eerste evaluatie van de maatregel. Wat ons betreft zijn er nog te veel onduidelijkheden voor een weloverwogen oordeel. Kort gezegd: de evaluatie is onvolledig en zou daarom niet als gevolg mogen hebben dat ruim 100 wetenschappers met tijdelijke contracten geblokkeerd worden een Vidi-aanvraag in te dienen.

NWO geeft in haar impressie allereerst aan dat het ‘doel van de selectie aan de universiteiten is om in een vroege fase een goede inschatting te maken van wie kansrijke aanvragers zijn.’ Dit houdt in dat de gemiddelde kwaliteit van de aanvragen hoger zou moeten zijn na invoering van de inbeddingsgarantie dan in de jaren ervoor. De kwaliteit wordt echter niet geëvalueerd, terwijl NWO deze cijfers wel heeft (specifiek: de scores van de aanvragen op basis waarvan de ranking gemaakt wordt). Een meer

informatieve evaluatie zou dit aspect mee moeten nemen. Indien er namelijk geen verschil bestaat tussen de gemiddelde cijfers van ingediende aanvragen in 2017 en 2018 suggereert dit dat de inbeddingsgarantie blijkbaar niet het beoogde doel heeft bereikt van ‘een goede inschatting maken van kansrijke aanvragers’. Het uitsluiten van wetenschappers op andere gronden dan kwaliteit is wat ons betreft ongewenst, aangezien een effectieve maatregel ervoor zou moeten zorgen dat vooral kansrijke aanvragers een Vidi-aanvraag schrijven.

Uit de enquête van De Jonge Akademie blijkt dat onderzoekers met een tijdelijk contract de dupe lijken zijn van de inbeddingsgarantie. Dit effect is inderdaad duidelijk zichtbaar in de cijfers van NWO. Maar de presentatie suggereert een relatief klein verschil (42% van de aanvragers had een vast contract in 2017, 54% in 2018). Het effect is echter zeer groot: er waren in 2017 in totaal 200 aanvragers van een Vidi met een tijdelijke aanstelling, terwijl dit in 2018 met meer dan de helft is gereduceerd naar 97 aanvragers. Juist de wetenschappers in precaire posities lijken dus de dupe van de inbeddingsgarantie-maatregel. In hoeverre dit problematisch is hangt uiteraard af van de gemiddelde kwaliteit van de Vidi-aanvragen van diegenen met een tijdelijke aanstelling. Indien tijdelijk aangestelde wetenschappers bij voorbaat veel minder kansrijk zijn dan wetenschappers met een vaste aanstelling, is deze maatregel uiteraard beter te verdedigen dan indien dit niet het geval is. Een betere evaluatie zou dan ook moeten kijken naar de honoreringspercentages in deze groep, zowel in 2018 als in de jaren daarvoor. Deze cijfers zijn eveneens bekend bij NWO.

(2)

Pagina 2 van 2

Reactie De Jonge Akademie: NWO-Evaluatie inbeddingsgarantie Vidi-ronde 2018 14 mei 2019

Tot slot kunnen cijfers op geaggregeerd niveau problemen op een lager niveau verbloemen. Het is prettig dat uit ‘de evaluatie blijkt dat geen enkele discipline, instelling of instituut níet meer deelneemt aan de Vidi-ronde met inbeddingsgarantie’, maar dat betekent niet dat er geen gebieden zijn waarin

wetenschappers in precaire posities extra hard geraakt worden, of dat het aantal aanvragen vanuit een bepaald instituut niet veel meer is gedaald dan bij andere instituten. Een meer informatieve evaluatie zou daarom een uitsplitsing moeten maken naar het aantal aanvragen per jaar per instelling, alsook per NWO deelgebied.

De Jonge Akademie vraagt NWO de invoering van de inbeddingsgarantie op een betere manier te evalueren en pas een beslissing te nemen over de eventuele continuering van deze maatregel nadat deze evaluatie uitgevoerd is. Hierboven hebben we al enkele suggesties gedaan en uiteraard zijn we graag bereid verder mee te denken. Uit onze enquête is duidelijk gebleken dat er in het afgelopen jaar diverse schrijnende gevallen zijn geweest waarin kandidaten zonder vaste aanstelling geen aanvraag hebben kunnen insturen, met als gevolg een harde klap voor hun wetenschappelijke carrière. Handhaving van dit systeem in 2019 op basis van de huidige cijfers van NWO zal ervoor zorgen dat er opnieuw jonge

onderzoekers met een tijdelijk contract buiten de boot zullen vallen, zonder dat het helder is of deze regeling ten goede komt van de kwaliteit van de ingediende aanvragen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voorbeelden van lopende projecten zijn onder meer het EU H2020 ASTERICS-project dat een verbinding met astro-deeltjesfysica tot stand brengt; het EU H2020 AENEAS-project dat de

Het CWI vervult een unieke rol binnen het Nederlandse onderzoeklandschap onder andere door zijn signatuur: het samengaan van fundamenteel én toepassingsgericht onder- zoek,

De commissie trof in DANS een professio- nele organisatie aan die in staat is deze veranderingen bij te houden en die zijn diensten heeft aangepast aan de nieuwe behoeften

Dit alles maakt dat voor DIFFER – naast de beoordeling – vooral de aanbeve- lingen voor de toekomst van het grootste belang zullen zijn, om zo de transitie van Rijnhuizen naar

Het Hubrecht Instituut is een multidisciplinair instituut voor biomedisch onderzoek dat de belangrijkste vraagstukken in de moderne biologie en geneeskunde kan aanpakken door- dat

Na de verhuizing moet Huygens ING thans binnen het KNAW Humanities Cluster de kans aangrijpen om een hel- dere strategische visie te formuleren, met een scherper eigen profiel

De unieke rol van het Humanities Cluster in de opbouw van de digitale infrastructuur voor de geesteswetenschappen wordt onder- streept door het feit dat CLARIAH het

Het KITLV heeft zowel nationaal als internationaal een uniek profiel door het verrichten van interdisciplinair, geestes- en sociaalwetenschappelijk onderzoek naar Zuidoost-Azië,