• No results found

Het verloop van media-aandacht in de Zwartepietendiscussie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het verloop van media-aandacht in de Zwartepietendiscussie"

Copied!
65
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het verloop van media-aandacht

in de zwartepietendiscussie

De wisselwerking tussen voor- en tegenstanders van zwarte piet en een

verklaring voor de media-aandacht in de zwartepietendiscussie

Simone Thea Suze Dekker S1594540

Management van de Publieke Sector Universiteit Leiden

Supervisor: Arco Timmermans

(2)
(3)

Pagina 3 van 65

Voorwoord

Na mijn Human Resource Management studie op de Haagse Hogeschool wilde ik graag verder studeren. Uit alle opties voor een premaster sprong Bestuurskunde eruit. Bij de Universiteit Leiden heb ik mijn premaster afgerond en ben toen de richting opgegaan van Management van de Publieke Sector.

Gedurende mijn studie heb ik al vaker nagedacht over mogelijke richtingen voor mijn eindscriptie. Zo kwam ik terecht bij een capstone project gericht op lobbygroepen en incumbents. Het onderwerp over de zwartepietendiscussie is mij toen voorgelegd en in eerste instantie heb ik hier een nacht over moeten slapen. Maar ik werd steeds enthousiaster over dit onderwerp, omdat het onderwerp bijna iedereen in Nederland wel doet nadenken. De discussie betreft tradities van Nederland, maar ook beschuldigingen van racisme en roept daarom veel kritiek en vragen op. Bijna iedereen in Nederland viert Sinterklaas en heeft wel een mening over de gaande discussie. Deze discussie vraagt om verandering van de traditionele Sinterklaasviering. Een onderwerp als racisme is nog elke dag wereldwijd aan de orde en zal niet zomaar verdwijnen. Een land als Nederland moet daar in voorop kunnen lopen en er alles aan doen om zelfs maar de schijn van racisme voor te blijven. Dit onderzoek betekende speuren naar alles wat er maar over de discussie geschreven is en wat er de laatste jaren allemaal voor ontwikkelingen zijn geweest.

Ik hoop dat lezers zich een beter beeld kunnen vormen over de omvang van de discussie over dit onderwerp. Lobbyen is bij een onderwerp waar de meningen zo uiteen liggen, van groot belang om een mening goed onder de aandacht te brengen. Ook de media speelt een belangrijke rol bij alle stellingnames in de discussies, zo ook de sociale media.

Dan moet ik als laatste voornamelijk mijn ouders, zus, vriend en vriendinnen bedanken voor het opbrengen van al dat geduld en voor al dat geruststellen dat ik dit echt wel kan. Daarnaast natuurlijk ook mijn begeleider Arco Timmermans voor het adviseren en begeleiden van mijn scriptie. Hij heeft mij de juiste richtingen in gestuurd om de scriptie succesvol af te kunnen ronden.

Alvast bedankt voor de interesse in mijn scriptie-onderzoek,

(4)
(5)

Pagina 5 van 65

Samenvatting

Dit onderzoek gaat over het verloop van media-aandacht in de zwartepietendiscussie en richt zich voornamelijk op de ontwikkelingen rondom grassroots en de media. Grassroots lobbyen om aandacht te krijgen voor een bepaalde kwestie en hebben een doel, waarbij bepaalde incumbents aangesproken worden. Incumbents zijn de ontvangende partijen die worden aangesproken of zich aangesproken voelen door grassroot organisaties. In dit onderzoek wordt er specifiek gekeken naar het verloop van de zwartepietendiscussie door middel van diverse media De zwartepietendiscussie is een unieke discussie, omdat het gaat over het jaarlijks nationale Sinterklaasfeest en een tweestrijd tussen voor- en tegenstanders van het uiterlijk van zwarte piet. Dit onderzoek heeft als doel meer inzicht te krijgen in de zwartepietendiscussie en een mogelijke verklaring te vinden voor de grote omvang van de discussie. Om een mogelijke verklaring te vinden wordt gebruik gemaakt van een theoretisch kader, dat onder andere ingaat op het bandwagoneffect en kenmerken uit de omgeving van grassroots.

De zwartepietendiscussie begint in 2011 met de grassroot “Zwarte Piet is Racisme”. De discussie krijgt veel media-aandacht in oktober 2013 wanneer Verene Shepherd, een functionaris bij de Verenigde Naties(VN), uitspreekt onderzoek te willen gaan doen of zwarte piet racistisch is of niet. Daarna staat de grassroot “Pietitie” op, die op Facebook binnen een aantal dagen meer dan twee miljoen likes krijgt en daarmee de snelst groeiende site van Nederland wordt. In 2014 volgt een belangrijke rechtszaak in Amsterdam, die is aangespannen door tegenstanders van zwarte piet. De rechtszaak wordt door de media uitgebreid gevolgd en besproken. In 2015 volgen een aantal gebeurtenissen die niet voor hele grote pieken zorgen in het aantal berichten. In 2016 schrijven meer dan 100 BN’ers in een open brief aan de omroep NTR in de NRC Next dat zwarte piet toe is aan verandering. De meeste kenmerken zoals beschreven in het theoretisch kader verklaren grotendeels het verloop van de zwartepietendiscussie. Zo kiezen vele incumbents nog voor behoud van status-quo en blijken de gebeurtenissen rondom de VN en Pietitie in oktober 2013 een focusing event te zijn die veel media-aandacht heeft gekregen. De discussie is groot en merkbaar, maar zit in een kritieke fase waarin enige vorm van besluitvorming gewenst is. De tweestrijd kent winnaars en verliezers, maar de grassroots die zijn opgestaan tegen zwarte piet zien genoeg noodzaak voor verandering. Echter durft niemand echt de verantwoordelijkheid te nemen voor een grote beslissing wat betreft zwarte piet of niet. Ondertussen zitten bedrijven, die te maken hebben met het etaleren van zwarte piet, in onzekerheid en durven zij nauwelijks veranderingen door te voeren. De regering trekt zijn handen er van af, het is aan het Sinterklaasjournaal van omroep NTR om met nieuwe ideeën te komen.

(6)
(7)

Pagina 7 van 65

Inhoudsopgave

Voorwoord ... 3 Samenvatting ... 5 Inhoudsopgave ... 7 1. Inleiding ... 9

1.1 Definitie van grassroots en incumbents ... 10

1.2 Geschiedenis van het Sinterklaasfeest ... 10

1.2.1 De rol van zwarte piet in het Sinterklaasfeest ... 11

1.3 Pietitie ... 12

1.4 Probleemstelling ... 13

1.4.1 Hoofdvraag ... 14

1.4.2 Deelvragen ... 14

1.5 Wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie... 15

1.6 Thesis structuur ... 15

2. Toelichting van de theorie: grassroots en de invloed van media... 17

2.1 Wat zijn grassroots? ... 17

2.1.1 Verschil in grassroot organisaties ... 18

2.2 Grassrootsfenomeen: Het Bandwagoneffect ... 18

2.2.1 Trekt een breed onderwerp meer aandacht? ... 19

2.2.2 De media van cruciaal belang? ... 20

2.2.3 Status-quo ... 20

2.3 Kenmerken van mobilisatie van grassroots... 21

2.4 Katalytisch model: Mobilisatie via het internet lijkt op een griepvirus... 22

2.6 De theorie in het kort ... 23

3. Methode van onderzoek ... 25

3.1 Design ... 25

(8)

Pagina 8 van 65

3.3 Validiteit en betrouwbaarheid ... 27

4. Het verloop van media-aandacht in de zwartepietendiscussie ... 29

4.1 Het begin van de discussie. ... 29

4.2 Het verloop van media-aandacht in de zwartepietendiscussie na 23 oktober 2013 ... 33

4.3 Voor- en tegenstanders in de Zwartepietendiscussie ... 39

4.4 De reactie van incumbents ... 43

4.5 Verklaring voor het verloop van de media-aandacht in de zwartepietendiscussie ... 45

7. Conclusie ... 53

Literatuurlijst ... 55

Bijlagen ... 57

Tabel 1: Actie-reactie tijdlijn 2008 - 23 oktober 2013 (inclusief bronvermelding) Bijlagen Tabel 2: Actie-reactie tijdlijn 23 oktober 2013 - 31 mei 2016 (inclusief bronvermelding) Bijlagen

Figuur 1: Activiteitmeting Coosto.nl (zwarte piet) deelvraag 1 p. 30 Figuur 2: Activiteitmeting Coosto.nl (zwarte piet, racisme) deelvraag 1 p. 31 Figuur 3: Activiteitmeting Coosto.nl (zwarte piet) deelvraag 2 p. 36 Figuur 4: Activiteitmeting Coosto.nl (zwarte piet, racisme) deelvraag 2 p. 37 Figuur 5: GPS meting Coosto.nl deelvraag 2 p. 37

(9)

Pagina 9 van 65

1. Inleiding

Sinds een paar jaar laait de discussie op over de vraag of zwarte piet racistisch is of niet. Meer dan ooit wordt de discussie verspreid door de media en rijst elk jaar opnieuw de vraag wat er wel of niet veranderd moet worden aan het uiterlijk van zwarte piet. De basis van de discussie ligt bij een grassroot (zie definitie paragraaf 1.1) genaamd “Zwarte Piet is Racisme” van de stichting Nederland Wordt Beter. Deze actiegroep is opgericht in 2011 door activist Quinsy Gario, die samen met Kno’ledge Cesare (Jerry Afriyie) in 2011 demonstreerde bij de intocht van Sinterklaas in Dordrecht. De mannen dragen T-shirts met de tekst “Zwarte Piet is Racisme” en worden gearresteerd. Sindsdien komt Quinsy Gario regelmatig in zowel het nationale- als internationale nieuws. In 2013 krijgt Quinsy Gario steun van een functionaris van de Verenigde Naties (VN), Verene Shepherd, die het nationale kinderfeest als racistisch bestempeld. Na het internationale commentaar van de VN staat als eerste de grassroot “Pietitie” als tegenreactie op. Pietitie is een Facebookpagina gemaakt door Kevin van Boeckholtz en Bas Vreugde en is tegen verandering van zwarte piet of het Sinterklaasfeest. De Facebookpagina Pietitie wordt de snelst groeiende Facebookpagina van Nederland en krijgt in twee dagen bijna twee miljoen likes (Algemeen Dagblad, 2016). De discussie over zwarte piet kent ondertussen vele voor- en tegenstanders. Elk jaar rond de intocht van Sinterklaas rijst de vraag of zwarte piet wel of niet zal blijven. Zwarte piet heeft in de nationale intocht al meerdere veranderingen ondergaan. Zo zijn er de stroopwafel pieten, regenboog pieten, clowns pieten en roetveeg pieten. In 2015 doet de krant Algemeen Dagblad onderzoek naar 262 gemeenten die wel of geen verandering in zwarte piet doorvoeren. In 86% van de gemeenten blijft zwarte piet zwart, 6% van de gemeenten voert verandering in en ongeveer 8% twijfelt over de besluitvorming. De gemeenten die wel veranderen zijn onder andere de grote steden Amsterdam, Den Haag en Utrecht1. In dit onderzoek wordt gekeken naar de reactie en het verloop bij verschillende soorten media in de zwartepietendiscussie. Hoe verspreidt de aandacht voor grassroots? Welke media pakt dit onderwerp op en hoe ver verspreidt dit door de media? Hoe kan het verloop van media-aandacht verklaard worden?

1

(10)

Pagina 10 van 65

1.1 Definitie van grassroots en incumbents

In dit onderzoek wordt veel gesproken over grassroots en incumbents, maar wat zijn grassroots en incumbents? In het Engels woordenboek staat het volgende over grassroots:

The Oxford English Dictionary (online ed. 2014) Grassroots:

a. The most basic level of an activity or organization.

b. Ordinary people regarded as the main body of an organization’s membership. c. Polit. Used spec. to describe the rank-and-file of the electorate or of a political party.

Organisatie wordt omschreven als:

Organization:

a. An organized group of people with a particular purpose, such as a business or government department.

b. The action of organizing something.

In dit onderzoek worden grassroots gezien als organisaties die ontstaan uit een gemeenschap op basis van vrijwilligheid en informele structuur, die zich richten op het veranderen en/of het beïnvloeden van een specifiek probleem. Voorbeelden van grassroots zijn lokale belangengroepen tegen windmolens of nationale belangengroepen voor of tegen zwarte piet.

Incumbents zijn de ontvangende partijen die worden aangesproken of zich aangesproken voelen door grassroot organisaties. Wanneer een grassroot organisatie zich inzet voor een lokaal probleem, kan er bijvoorbeeld gedacht worden aan lokale organisaties of de gemeentelijke overheid. Wanneer het gaat om een probleem wat landelijke aandacht krijgt, dan kunnen dit veel meer instanties worden, zoals de regering of grote organisaties.

1.2 Geschiedenis van het Sinterklaasfeest

Om te kunnen begrijpen waar de zwartepietendiscussie in Nederland vandaan komt, is het handig om te weten wat het Sinterklaasfeest inhoudt en waar deze traditie vandaan komt. In deze paragraaf staat de geschiedenis van Sint-Nicolaas en het bijbehorende Sinterklaasfeest omschreven.

In Nederland is de viering van Sinterklaas een oude traditie. Ieder jaar komt volgens deze traditie Sinterklaas uit Spanje naar Nederland, om kinderen blij te maken met cadeaus en snoepgoed. Er zijn geen exacte details over deze heiligman, want hier en daar lopen de verhalen uiteen. Sint-Nicolaas was

(11)

Pagina 11 van 65 een beschermheilige van onder andere zeelieden, handelsreizigers, kinderen, gevangenen en maagden. Oorspronkelijk komt Sint-Nicolaas niet uit Spanje, maar was hij de bisschop van Myra, een havenstad in Zuidwest-Turkije. Hij zou rond 6 december 343 jaar na Christus overleden zijn en werd heilig verklaard. Zijn graf bevond zich in een voor hem gebouwde kerk in Myra en werd voor duizenden reizigers een bedevaartsoord. In het jaar 1087 dreigde door oorlog de stad Myra in handen te vallen van de Turkse Seidsjoeken. Bang dat Sint-Nicolaas in ‘heidense’ handen zou vallen, namen zeelui uit de Zuid-Italiaanse stad Bari, destijds een Spaanse kolonie, de beenderen van Sint-Nicolaas mee. Zij begroeven deze beenderen op zijn laatste rustplek, een speciaal gebouwde kathedraal in Bari. De populariteit van de beschermheilige verspreidde zich naar grote delen van West-Europa. De feestdag van Sint-Nicolaas werd in Nederland met kerkelijke plechtigheden gevierd, maar na de reformatie in de 16e eeuw werd de verering van heiligen verboden. Ondanks dat protestanten zich wilde ontdoen van het Nicolaasfeest, hield het populaire feest stand door zich enigszins aan te passen. Sint-Nicolaas werd minder katholiek gemaakt en werd voor alle stromingen acceptabel als ‘gulle gever’2. Het Sinterklaasfeest bevat een aantal symbolieken. De symboliek van Sinterklaas op de daken heeft wellicht te maken met het feit dat hij als gulle gever nooit gezien wilde worden. Het snoepgoed marsepein zou te maken hebben met het verklaren van de liefde aan vrouwen en bij gebrek aan marsepein gaven sommige mensen speculaas. De schoorsteen stond symbool voor de verbinding tussen mensen en goden en men geloofde dat Sinterklaas de kinderen via de schoorsteen beloonde met cadeaus. Sinterklaasliedjes waren bedoeld om Sinterklaas te behagen. Het strooien met snoepgoed zou verwijzen naar vruchtbaarheidsrituelen, vergelijkbaar met het gooien van rijst op bruiloften. Het zou ook te maken hebben met het geven van geld aan arme mensen3.

1.2.1 De rol van zwarte piet in het Sinterklaasfeest

Ieder jaar wordt Sinterklaas bijgestaan door zwarte pieten, die de goedheiligman helpen met het uitdelen van cadeaus en dergelijke. Maar waar komen deze zwarte pieten nu vandaan? Vooral over de herkomst van zwarte piet gaan er vele verhalen rond, waar niet met zekerheid te zeggen valt wat feit of fabel is.

Zwarte piet liep tot de jaren tachtig met een roe en een zak vol snoepgoed, om stoute kinderen af te schrikken en brave kinderen te belonen met snoepgoed en cadeautjes. Het verhaal luidt dat stoute kinderen bestraft worden met de roe of in de zak meegenomen worden naar Spanje. Dit is natuurlijk niet de werkelijkheid, maar dit werd door ouders aan kinderen vertelt om goed gedrag te stimuleren. Tegenwoordig wordt zwarte piet gezien als kindervriend, die Sinterklaas helpt met het uitdelen van

2 http://www.npogeschiedenis.nl/nieuws/2004/november/De-herkomst-van-Sinterklaas.html 3 http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/36906-geschiedenis-sinterklaas.html

(12)

Pagina 12 van 65 cadeaus en snoepgoed. Het karakter van zwarte piet werd geïntroduceerd in het prentenboek Sint

Nikolaas en zijn knecht van Jan Schenkman in 1850. In de eerste druk draagt de donkere bediende een

wit pak met roze biezen. In de volgende uitgave is zwarte piet in een bont page pak afgebeeld. Koninklijke hoven hadden dienaren met dergelijke kledij en dit is mogelijk de reden geweest om zwarte piet in dergelijke kleding te hullen. Over de echte oorsprong van zwarte piet is veel onduidelijk. Zo zou Sinterklaas op een slavenmarkt in het Turkse Myra een Ethiopisch jongetje met de naam Piter hebben vrijgekocht. Uit dankbaarheid zou de jongen Piter besloten hebben om Sinterklaas voorgoed te dienen. Er doet ook verhaal rond over de mogelijke herkomst van de Germaanse god Wodan. Wodan reed op zijn witte schimmelpaard Sleipnir door de lucht en werd vergezeld door twee zwarte raven Huginn en Muninn. De raven luisterden aan de schoorsteen om Wodan over de goede en slechte daden van stervelingen te vertellen. Een ander verhaal is dat zwarte piet oorspronkelijk een blanke helper was die zwart werd door roet in schoorstenen, waar hij doorheen kroop om cadeautjes in de schoenen van kinderen te doen4.

Het probleem is dat de meningen over de ware afkomst van zwarte piet verdeeld zijn en er geen duidelijk verhaal is over de herkomst van zwarte piet. Voor- en tegenstanders van zwarte piet verschuilen zich achter eigen interpretaties van de onvolledige geschiedenis van het Sinterklaasfeest. Sinds de 20ste eeuw zijn er wel veranderingen geweest in het uiterlijk. Zo zijn de roe en gouden oorringen al uit beeld verdwenen en is zwarte piet geen straffende knecht meer. Al met al is zwarte piet een eeuwenoud Europees verschijnsel en is hij aan transformatie onderhevig door tijd en veranderende opvattingen. Er bestaat in ieder geval een grote kans dat zwarte piet zich in de toekomst nog zal gaan aanpassen.

1.3 Pietitie

Nu de afkomst van Sinterklaas en zwarte piet in beeld zijn gebracht wordt er dieper ingegaan op de eerste tegenreactie in de zwartepietendiscussie. Zoals eerder beschreven stond een grassroot in 2013 op tegen zwarte piet, omdat zwarte piet een racistisch figuur zou zijn. De Sinterklaasdiscussie loopt nu een aantal jaren, maar is in 2013 losgebarsten toen de VN reageerden op het Sinterklaasfeest met zwarte pieten. In dit jaar is de grote tweestrijd tussen voor- en tegenstanders van zwarte piet begonnen. De grassroot Pietitie was één van de eerste actiegroepen die uitsprak voorstanders van zwarte piet te zijn.

(13)

Pagina 13 van 65 Pietitie is een Facebookpagina opgericht op 23 oktober 2013, de dag na het commentaar van de VN, door Kevin van Boeckholtz en Bas Vreugde. Pietitie is tegen de afschaffing van het Sinterklaasfeest met zwarte pieten en wil door middel van het verzamelen van likes een statement maken. Via referendum.pietitie.nl vragen beide heren om steunbetuiging voor een landelijk referendum. Dit alles om ervoor te zorgen dat zwarte piet in zijn huidige vorm blijft bestaan. Pietitie vindt dat zwarte piet een oer Nederlandse traditie is en daarom niet mag verdwijnen uit de Nederlandse maatschappij. Zwarte piet zou volgens hen niks te maken hebben met racisme of welke vorm van discriminatie dan ook. De Facebookpagina heeft na één dag al meer dan een miljoen likes opgeleverd en na twee dagen bijna twee miljoen likes. De pagina was in eerste instantie bedoeld als reactie op de VN, die suggereerde dat zwarte piet racistisch zou zijn. Pietitie kreeg, door de snelle groei van aanhangers, veel media-aandacht5. Pietitie is in 2013 genomineerd voor de Van Dale Woord van het Jaarverkiezing6. In 2014 won Pietitie de Issue Award 2014, een initiatief van de Issuemakers. Deze jaarlijkse prijs gaat naar de persoon of organisatie die erin slaagt om een opvallende manier een onderwerp op de maatschappelijke en politieke agenda te zetten. De prijs ging naar zowel voor-als tegenstanders van zwarte piet. De andere winnaar was Roet In Het Eten, opgericht door Quinsy Gario. Roet In Het Eten is een platform dat vanuit diversiteit naar actuele thema's kijkt7.

1.4 Probleemstelling

Nu bekend is hoe de discussie begonnen is, is de prangende vraag of zwarte piet als racistisch moet worden gezien of niet. Deze vraag is uitgegroeid tot een nationale discussie, die zelfs internationaal de aandacht krijgt. Maar hoe kan het dat juist een vraag als deze voor zoveel ophef zorgt? Hoe kan het dat de Facebookpagina Pietitie binnen zo’n korte tijd de snelst groeiende pagina van Nederland is geworden? Hoe komt het dat zoveel mensen zich iets van deze kwestie aantrekken en zich over deze discussie buigen? In hoeverre is er een duidelijke beweging of wisselwerking te zien van voor- en tegenstanders in de discussie? In dit onderzoek gaat het om de mogelijke verklaring voor de verspreiding van de zwartepietendiscussie en over het verloop van media-aandacht tussen voor- en tegenstanders van zwarte piet.

5http://www.omroepbrabant.nl/?news/2198851333/Initiatiefnemers+Pietitie+willen+nationaal+referendum+v

oor+Zwarte+Piet+%E2%80%98Kom+op+voor+jullie+cultuur%E2%80%99.aspx

6 http://www.nu.nl/boek/3629739/pietitie-kanshebber-woord-van-jaar-2013.html 7 http://issuemakers.persdomein.nl/2014/zwarte-piet-wint-issue-award-2014/

(14)

Pagina 14 van 65

1.4.1 Hoofdvraag

Hoe verliep de zwartepietendiscussie tussen voor- en tegenstanders van zwarte piet in de

traditionele- en sociale media en hoe kan het verloop van de media-aandacht verklaard

worden?

Het doel is om het verloop van de discussie door zowel traditionele media als sociale media te verklaren en de wisselwerking tussen voor- en tegenstanders te belichten. Dit door middel van het bestuderen van relevante bestuurskundige wetenschappelijke artikelen en het bestuderen van zowel traditionele media, zoals nieuwsberichten en sociale media, zoals Facebook. Het betreft deels een media analyse, waarin media gezien wordt als actor in de aandacht verspreiding. Het gaat echter voornamelijk over het analyseren van de traditionele en sociale media, om te onderzoeken hoe de aandacht tot nu toe verspreid werd en welke grassroots en incumbents betrokken zijn in de zwartepietendiscussie. Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden is het belangrijk om te weten hoe de discussie tot nu toe verlopen is en welke grassroots en incumbents hierbij betrokken zijn.

1.4.2 Deelvragen

1. Wat gebeurde er in de discussie voor de oprichting van de facebooksite Pietitie en hoe verliep de media-aandacht in de traditionele- en sociale media?

2. Hoe ontpopte de discussie over zwarte piet zich na de oprichting van Pietitie in de traditionele- en sociale media?

3. Welke grassroots stonden op in de discussie over zwarte piet en was er sprake van samenwerking met andere grassroots?

4. Welke in de media besproken incumbents werden of voelden zich aangesproken om te reageren op de zwarte pietendiscussie?

5. In hoeverre kunnen het bandwagoneffect, de vijf kenmerken van Mahoney, de

issuemanagementfases van Coombs en het vertrek vanuit de status-quo het verloop van media-aandacht over de zwartepietendiscussie verklaren?

De deelvragen, zoals hierboven benoemd, zullen in hoofdstuk vier beantwoord worden. Deelvraag 1 tot en met deelvraag 4 zijn beschrijvend van aard. Om deze deelvragen te kunnen beantwoorden zal er informatie uit media berichten gebruikt worden, zoals nieuwsberichten en sociale media. Deelvraag 5 is verklarend van aard en hiervoor zal de informatie uit de eerdere deelvragen gebruikt worden.

(15)

Pagina 15 van 65

1.5 Wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie

Een wetenschappelijk onderzoek dient een bepaalde relevantie te hebben en van toegevoegde waarde te zijn in de wereld van de wetenschap. Dit onderzoek kan een bijdrage leveren aan de bestuurskundige wetenschap. Sociale media zijn een relatief nieuw fenomeen en zeker op het gebied van grassroots nog een nieuw gebied. Sociale media zijn steeds meer in opkomst en wordt ook steeds meer als middel gebruikt om een opinie openbaar te maken. De maatschappij wordt mondiger en zeker via het online sociale netwerk is dit terug te zien. Dit houdt in dat ook de politiek en het bestuur te maken krijgt met directe beïnvloeding van de maatschappij door sociale media. Het is daarom zeer interessant om het verloop te bestuderen van de media-aandacht, zoals de aandacht voor de Facebookpagina Pietitie, die in twee dagen tijd al meer dan 2 miljoen keer geliket is. Het is voor burgers mogelijk om in een zeer korte tijd aandacht te trekken voor een bepaald probleem of een specifieke situatie door sociale media.

1.6 Thesis structuur

De inleiding geeft al een goed beeld van het Sinterklaasfeest en de ontstane commotie rondom zwarte piet. In hoofdstuk twee volgt een theoretisch kader dat nader in gaat op de theorie rondom grassroots en het bandwagoneffect. Er wordt gekeken naar een mogelijk theoretische richting die de verspreiding kan verklaren. In hoofdstuk drie volgt de methode van onderzoek, waarin onder andere dataverzameling en validiteit aan bod komen. In hoofdstuk vier volgt de analyse en de beantwoording van de deelvragen, waarin dieper wordt ingegaan op de verspreiding van de zwartepietendiscussie. Hier wordt een mogelijke verklaring voor het verloop van de media-aandacht in de discussie onderzocht. Aan het einde van dit onderzoek zal een conclusie volgen, waarin de hoofdvraag beantwoord wordt.

(16)
(17)

Pagina 17 van 65

2. Toelichting van de theorie: grassroots en de invloed van media

In dit onderzoek wordt gezocht naar een mogelijke verklaring voor het verloop van de media-aandacht in de zwartepietendiscussie. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van verschillende literatuur die betrekking heeft op de mobilisatie van grassroots en het verloop van media-aandacht in de zwartepietendiscussie. Allereerst zal er meer worden toegelicht over grassroots. Wat zijn grassroots en wat zijn de verschillen? Daarna zal er dieper worden ingegaan op theorie, die wellicht kan verklaren waarom deze discussie tot nu toe zo groot is geworden. Het gaat onder andere over het bandwagoneffect (Halpin, 2011), kenmerken van de mate van mobilisatie van grassroots (Mahoney, 2007) en de mobilisatie van grassroots via het internet (Coombs, 2002). De beschreven theorie zal ingaan op de mobilisatie van grassroots in de zwartepietendiscussie en hoe de media hierop van invloed is. Met behulp van theorie zal een verklaring worden gezocht voor beantwoording van de hoofdvraag.

2.1 Wat zijn grassroots?

Deze paragraaf gaat dieper in op de term grassroots en wat grassroots zijn. Ook worden verschillen in grassroots nader toegelicht. Om te beginnen leven wij in een democratie, wat wil zeggen dat het volk zelf de vertegenwoordiging van de Nederlandse regering kiest. In een maatschappij met verschillende mensen, zullen ook verschillende meningen en gedachten zijn. Er zullen daarom altijd mensen zijn, individueel of in groepsverband, die bepaalde belangen en gedachten naar buiten brengen. Daarin ontstaat zakelijke interesse en publieke interesse, waarbij zowel bedrijven, de overheid en andere instellingen bepaalde belangen hebben. Daaruit ontstaan niet-gouvernementele organisaties(NGO’s) en zakelijke groepen (startdocument, 2016). De mate van invloed van deze organisaties is verschillend en kan worden verdeeld in diffuse- en geconcentreerde interesses. NGO’s hebben meestal diffuse interesses, dat wil zeggen verschillende of brede interesses. In vergelijking met zakelijke groepen hebben NGO’s vaak kleinere budgetten om te lobbyen, maar kunnen zij vaker rekenen op morele steun en publieke support. Zakelijke groepen hebben vaak geconcentreerde interesses, die voor bedrijven of organisaties belangrijk zijn. Zij worden meestal gesteund door organisaties of hele sectoren, waarbij het soms ten koste kan gaan van diffuse interesses (startdocument, 2016).

Grassroots zijn NGO’s, die worden opgezet door vrijwilligers. Het zijn veelal kleinere georganiseerde groepen die opkomen voor diffuse interesses en worden meestal gesteund door een deel van de gemeenschap of mensen met een collectieve identiteit. Grassroots kunnen er daarom voor zorgen dat een deel van de gemeenschap gehoord wordt en het gevoel creëren om elkaar te steunen. Hierbij kan

(18)

Pagina 18 van 65 je aan vele interesses denken, bijvoorbeeld gemeentelijke besluitvormingen over asielzoekerscentra of windmolens. Grassroots hebben verschillende doelen en daarmee verschillende incumbents die zij kunnen aanspreken. Incumbents zijn organisaties die worden aangesproken door grassroots, zoals de regering, overheidsinstanties of bedrijven. Het doel is meestal om een probleem op de kaart te zetten en zo de politieke agenda te beïnvloeden. Aandacht vragen via de media is voor grassroots een belangrijk instrument, om beleidsmakers onder druk te zetten. Verderop in het theoretisch kader zal hier verder op in gegaan worden, maar eerst is het belangrijk om te weten wat nu de verschillen in grassroots zijn.

2.1.1 Verschil in grassroot organisaties

Er kan onderscheid gemaakt worden in verschillende grassroots. Allereerst is het belangrijk te veronderstellen wat een grassroot organisatie wil bereiken. Gaat het alleen om aandacht van de maatschappij of bedrijven, of ook daadwerkelijk om het bereiken van beleidsmakers? Er wordt onderscheid gemaakt in vier type grassroots (startdocument,2016).

1. Consument activisme: Getroffenen willen compensatie van een andere private actor. Denk hierbij een het aanspreken van bedrijven. Het gaat hierbij om een specifieke of geconcentreerde interesse.

2. Burger activisme (ook wel do-it-yourself): Burgers willen een probleem adresseren in de publieke sfeer, waarvan de overheid er niet in slaagt om dit aan te pakken.

3. Not-in-my-backyard (NIMBY): Lokale bewoners willen een politieke beslissing die hun directe omgeving zou schaden, voorkomen of terugdraaien.

4. Sociaal/Cultureel activisme: Activisten willen maatschappelijk draagvlak creëren voor een algemeen idee.

Deze vier typen grassroots hebben ieder een ander doel en dat vergt verschil in strategie. Welke incumbents willen zij aanspreken en hoe krijgt een grassroot zoveel mogelijk aandacht voor de bepaalde kwestie? Daarnaast is het belangrijk dat een grassroot steun krijgt van de omgeving. In de volgende paragraaf gaat het daarom over het bandwagoneffect van Halpin (2011).

2.2 Grassrootsfenomeen: Het Bandwagoneffect

Soms krijgen problemen weinig aandacht, terwijl andere problemen veel meer onder de aandacht komen. Wat zorgt er dan voor dat problemen wel onder de aandacht komen? In een artikel van Halpin over het bandwagoneffect gaat het onder andere over faciliterende karakters, zoals de media, ambtenaren en campagnegroepen. De conclusie die in het artikel getrokken wordt is echter dat de

(19)

Pagina 19 van 65 meeste problemen de aandacht krijgen van een klein aantal georganiseerde belangen. Hierdoor is generaliseren over professionele belangengroepen lastig en dit verklaart wellicht waarom veel geleerden het niet eens zijn over de capaciteit van lobbyisten (Halpin, 2011, p. 206). Een belangrijke vraag is hoe mensen of instituties het ene probleem belangrijker gaan vinden dan het andere. Een evenredige input (Halpin, 2011, p. 206), in termen van omvang en reikwijdte, genereert meestal een onevenredig patroon van mobilisatie. De meeste beleidsonderwerpen krijgen weinig aandacht, maar kunnen snel op een schijnbaar onverklaarbare wijze aandacht krijgen. Er is sprake van een hoog niveau van monitoring om ons heen, dat er toe kan leiden dat probleemsituaties onder de aandacht komen. Informeren en imiteren onder actoren is belangrijk in het creëren van bandwagons (Halpin, 2011, p. 206).

Het bandwagoneffect kan vergeleken worden met een parade. Wagens in een parade volgen elkaar en aan het einde van de stoet zullen een aantal mensen aansluiten om te volgen. Dit zorgt ervoor dat steeds meer mensen zullen gaan volgen, tot er een grote groep mensen meeloopt. Het geeft ook aan dat iemand zal moeten beginnen en dat als het aanslaat meerdere mensen zullen volgen. Hoe meer mensen ergens achter staan, hoe meer mensen zullen volgen.

Belangengroepen en organisaties moeten in deze informatierijke omgeving bepalen welke signalen aandacht te geven. Informatiestromen komen op gang doordat actoren ofwel informatie krijgen uit hun directe omgeving of opmerken wat anderen in de omgeving doen. Informatiestromen ontstaan niet omdat mensen individueel en zelfstandig overtuigd zijn om te handelen, maar omdat betrokkenen de noodzaak voelen op te treden en anderen de noodzaak om te volgen. Ondanks dat er weinig bewijs is, lijkt het waarschijnlijk dat het mogelijk beïnvloeden van beleid door lobbyen en dergelijke in een vroege fase van de beleidsagenda het meest effectief zal zijn (Halpin, 2011, pp. 215-216).

2.2.1 Trekt een breed onderwerp meer aandacht?

Wanneer informatiestromen op gang zijn gekomen, is het nog de vraag of en wanneer mensen zullen aansluiten. Halpin (2011) vermoedt dat onderwerpen die op meer mensen van invloed zijn, meer aandacht krijgen. Daaraan voegt hij toe dat kwesties die voor grote overheidsuitgaven zorgen, meer directe aandacht krijgen van beleidsactoren. De mate van mobilisatie zal afhankelijk zijn voor wat er op het spel staat en hoeveel mensen hier belang bij hebben. Een kleine mate van mobilisatie komt simpelweg door desinteresse (Halpin, 2011, p. 216). Een belangrijk effect voor mobilisering is het

sneeuwbaleffect. Bij dit effect reageert een groep mensen op een bepaalde kwestie, waardoor in de

(20)

Pagina 20 van 65

2.2.2 De media van cruciaal belang?

Een belangrijke actor in het creëren van bandwagons en mobilisatie voor grassroots zijn de media. De media worden over het algemeen gezien als cruciaal wanneer het gaat om aandacht voor beleid. Media kunnen voor veel aandacht zorgen en een onderwerp maken of breken. Het gebeurt echter regelmatig dat media elkaars berichtgeving klakkeloos overnemen, zonder de context zelf te monitoren. De media-aandacht kan niet in zijn geheel de mobilisatie van onderwerpen verklaren, maar kan wel zorgen voor een stroomversnelling (Halpin, 2011, pp. 219-220).

2.2.3 Status-quo

Baumgartner en Leech (2001) concluderen ook dat de grootte en scope van een kwestie bepalend is voor het aantal betrokken interessegroepen. Zeker wanneer financiële middelen en een grote groep mensen betrokken zijn. In het artikel van Baumgartner en Leech wordt benadrukt dat kwesties met een vergelijkbare scope toch verschillende levels van aandacht kunnen behalen. Zij concluderen net als Halpin (2011) dat dit onder andere komt door lobbyisten en het lobbyproces van “cue-taking” en imitatie. Lobbyisten besteden veel tijd aan het monitoren van activiteiten rondom beleidsmakers en reageren wanneer anderen reageren (Baumgartner & Leech, 2001, p. 1206). Ze noemen echter ook het vertrek vanuit de status-quo (Baumgartner & Leech, 2001, p. 1205). In het boek Hoe mensen keuzes

maken van Tiemeijer (2011) wordt meer duidelijk over de voorkeur voor de status-quo. Onderzoek

wijst uit dat mensen over het algemeen verlies zwaarder wegen dan winst en onzekerheid liever vermijden. Er is een grotere focus op het hier en nu en een grotere motivatie om te houden wat je hebt. Een voorbeeld is de status-quo bias, waar mensen eerder de voorkeur geven aan het handhaven van de huidige situatie, omdat de nadelen van het afwijken van de status-quo zwaarder wegen dan de voordelen. Er is ook de omission bias, waarbij mensen eerder spijt hebben van een negatieve uitkomst wanneer er actief voor gekozen is, dan bij een passieve houding (Tiemeijer, 2011, pp. 15-17).

Halpin (2011) en Mahoney (2007) hebben het beiden over de media als actor die een belangrijke rol spelen in de merkbaarheid van een kwestie. Deze conclusie is heel aannemelijk en daarom in dit onderzoek een belangrijk kenmerk voor mobilisatie of zelfs het succes van grassroots. In de volgende paragraaf wordt dieper ingegaan op kenmerken beschreven door Mahoney (2007), die onder andere de mate van mobilisatie bepaalt.

(21)

Pagina 21 van 65

2.3 Kenmerken van mobilisatie van grassroots

Mahoney (2007) omschrijft vijf kenmerken die om de hoek komen kijken bij de strategie en het succes van interesse onder groepen. De reikwijdte van kwesties kan verklaard worden door kenmerken die onder andere de mate van mobilisatie van grassroots bepaalt. Waar Halpin (2011) zich meer richt op het bandwagoneffect, gaat het bij Mahoney (2007) over specifieke kenmerken van een bepaalde kwestie. Er wordt in het artikel alleen gekeken naar de omgeving van interesse groepen.

1. Scope: Hoe groot is de impact op individuelen? Hoe groter het onderwerp en de invloed op individuen, hoe groter de kans dat grassroots mobiliseren. Het is wel afhankelijk van het doel van het onderwerp en daarom wordt er onderscheid gemaakt in lokaal, nationaal of internationaal. Het kan echter een internationaal onderwerp zijn dat lokaal aangekaart wordt. 2. Salience: Salience gaat over de merkbaarheid van een kwestie. Hoe meer een kwestie opvalt, hoe meer mensen zich zullen verbinden met het onderwerp. Hoe meer mensen het onderwerp volgen, hoe groter de kans dat grassroots gaan mobiliseren en succesvol zijn. Een belangrijke actor hierbij zijn de media. De mate van media-aandacht is bepalend voor de merkbaarheid. 3. focusing event: Wanneer een plotselinge crisis zich voordoet ontstaat de noodzaak voor

beleidsmaatregelen. Het is een gebeurtenis, waardoor mensen zich bewust worden van potentieel beleid falen. Het kan voor grassroots een perfecte timing zijn om te pleiten voor hun kwestie en om daarin succesvol te zijn.

4. Conflict: Hoe groter de mate van conflict over een onderwerp, hoe meer grassroots zullen lobbyen. Media smullen wel van een strijd en mensen blijven er graag van op de hoogte. Zeker wanneer een strijd duidelijke twee kanten heeft als de zwartepietendiscussie. Wanneer de ene kant van de discussie meer belicht wordt in de media, is de kans groter dat mensen die aan de andere kant staan naar buiten treden om aandacht te vragen.

5. History: Mahoney veronderstelt dat nieuwe kwesties meer ruimte hebben voor manipulatie op het debat en meer voor- of tegenstanders creëert dan oudere terugkerende kwesties. Wanneer nieuwe kwesties veel aandacht krijgen is dat een uitgelezen kans om te lobbyen (Mahoney, 2007, pp. 115-118).

Deze vijf kenmerken geven al meer grip op een mogelijke verklaring van de verspreiding van de discussie. Zowel Halpin (2011) als Mahoney (2007) belichten het belang van de scope en gaan in op de media-aandacht voor een kwestie. Mahoney (2007) heeft het over een focusing event en Coombs (2002) heeft het over een katalysator. Net als de vorige artikelen, gaat dit artikel ook in op media-aandacht. In het volgende artikel van Coombs (2002) gaat het over verschillende fases die bij kwesties

(22)

Pagina 22 van 65 om de hoek komen kijken. Daarnaast wordt expliciet het internet genoemd als mobilisatiemiddel voor grassroots.

2.4 Katalytisch model: Mobilisatie via het internet lijkt op een griepvirus

Coombs (2002) veronderstelt dat problemen ontstaan, wanneer stakeholders zich bewust worden van een probleem. Een probleem wordt pas een echt probleem, wanneer het van een privaat probleem naar een publiek probleem verschuift. Problemen ontstaan wanneer mensen problemen delen met anderen, door middel van communicatie (Coombs, 2002, p. 216). Verder geeft het artikel aan dat internet een rol speelt bij het beheer van kwesties van private naar openbare problemen, bijvoorbeeld door sociale media. In zijn artikel spreekt hij over het katalytische model van issuemanagement. Het katalytische model onderscheidt issuemanagement in vijf fases (Coombs, 2002, pp. 217-218). De potentiële fase gaat om individuen of groepen die inzien dat een bepaalde situatie een probleem is. De dreigende fase ontstaat wanneer andere mensen de waarde en legitimiteit van het probleem inzien en daarom ook bij het probleem betrokken raken. Dan komt de huidige fase waarbij het probleem onder de aandacht komt bij een grote groep stakeholders. Deze fase begint meestal wanneer de massamedia met de kwestie naar buiten komen. De kritieke fase ontstaat wanneer er druk komt op de besluitvorming en er actie ondernomen moet worden. De slapende fase ontstaat wanneer er een besluit genomen wordt en het probleem wordt opgelost (Coombs, 2002, pp. 217-218).

Grassroots zullen de kwestie bij de media proberen neer te leggen, zodat meer mensen kennis krijgen van het probleem. De media kunnen zich andersom ook focussen op een bepaalde kwestie, om zo meer bewustzijn te creëren. “Media advocacy is a form of publicity and publicity is an uncontrolled communication tool” (Coombs, 2002, p. 217). Aandacht vragen via de media hoeft niet altijd een trigger te zijn voor een onderwerp en kan het onderwerp ook tegenwerken. Naast de media vormt het internet een groot platform voor potentiële en snelle aandacht voor een probleem. Een ieder kan via internet een probleem aan de kaak stellen en daarmee een kans creëren om meer mensen te betrekken bij het gestelde probleem. Internet biedt de mogelijkheid van discussieplatforms en het opzoeken van informatie. Het internet maakt het makkelijker om ideeën en problemen te verspreiden. Het brengt een probleem onder de aandacht van stakeholders en dient gelijk als communicatiemiddel(Coombs, 2002, pp. 217-219). In het artikel omschrijft Coombs het internet als een potentieel groeimiddel voor kwesties en maakt hij een vergelijking met een griepvirus, waarbij een kwestie van persoon tot persoon wordt verspreid. Met minimale inspanning kan een verhaal of bericht door miljoenen mensen gezien en gedeeld worden (Coombs, 2002, p. 218).

(23)

Pagina 23 van 65

Grassroots Verschillen/Doelen

consument activisme, burger activisme, NIMBY en sociaal/cultureel activisme

Wel of niet voor status quo?

Het Bandwagoneffect

Kenmerken:

Scope, Salience, focusing event, Conflict, History

Katalysator

Actoren:

Traditionele- en Sociale media (en andere incumbents, als gemeenten

en bedrijven)

2.6 De theorie in het kort

Grassrootorganisaties zijn organisaties die worden opgezet door vrijwilligers en die vaak opkomen voor diffuse interesses. Grassroots zijn veelal kleine georganiseerde groepen, die steun krijgen van een kleine gemeenschap of mensen met een vergelijkbare collectieve identiteit. Er kan onderscheid gemaakt worden in consument activisme, burger activisme, NIMBY en sociaal/cultureel activisme. Deze grassroots hebben verschillende doeleinden en worden omgeven door allerlei actoren en kenmerken die de verspreiding en het verloop van een kwestie bepalen. De mate van mobilisatie zal afhankelijk zijn van wat er op het spel staat en hoeveel mensen hier belang bij hebben. In dit onderzoek wordt er gekeken naar factoren als: Is de grassroot voor behoud van status quo of niet en in hoeverre is dat in deze zwartepietendiscussie terug te zien? In hoeverre zijn de kenmerken, zoals Mahoney (2007) omschreef, terug te zien in de discussie en kunnen de kenmerken het verloop van de discussie verklaren? In hoeverre is er een duidelijke katalysator te zien in deze discussie? In hoeverre bepalen de traditionele- en sociale media als actor het verloop van de zwartepietendiscussie? In hoeverre dragen deze factoren bij aan het bandwagoneffect en is het bandwagoneffect uit media berichten te herleiden? Is het bandwagoneffect een mogelijke verklaring voor het verloop van media-aandacht in dit onderzoek over de zwartepietendiscussie? Deze theorie zal vooral in deelvraag 5 in de analyse ingezet worden, om op basis van de analyse een antwoord op de hoofdvraag te formuleren.

(24)
(25)

Pagina 25 van 65

3. Methode van onderzoek

In dit hoofdstuk wordt er dieper ingegaan op de methode van onderzoek. Zo wordt er meer duidelijk over het design van het onderzoek, de manier van dataverzameling en de validiteit en betrouwbaarheid van het onderzoek. Het doel van dit onderzoek is om het verloop van de zwartepietendiscussie te kunnen verklaren, door middel van het bestuderen van de media-aandacht. Er wordt naar een mogelijke verklaring gezocht door gebruik te maken van een theoretisch kader, zoals beschreven in hoofdstuk 2. In de volgende paragraaf wordt er ingegaan op het design, waarin meer duidelijk wordt over de gemaakte keuzes in dit onderzoek.

3.1 Design

Dit onderzoek is zowel beschrijvend, als exploratief van aard. Het onderzoek is een gevalsstudie, gericht op één casus, de zwartepietendiscussie. Er is gekozen voor deze casus, omdat de discussie tot nu toe veel stof doet opwaaien en menig burger van Nederland betrokken is bij het jaarlijks terugkomende Sinterklaasfeest. Het is een unieke discussie, omdat het heel veel mensen in Nederland treft, het feest ieder jaar terugkomt en daarnaast zowel nationale- als internationale media-aandacht krijgt. Daarnaast is de keuze gemaakt om de grassroot Pietitie als startpunt te gebruiken in de zwartepietendiscussie. De facebooksite werd de snelst groeiende Facebooksite van Nederland en was één van de eerste grassroots die opkwam voor behoud van zwarte piet. Dit was het begin van een duidelijke tweestrijd in de zwartepietendiscussie.

In het theoretisch kader gaat het onder andere over de mate van mobilisatie. Mobilisatie wordt in dit onderzoek in verband gebracht met de mate waarin grassroots bewegen en groeien. Er is geen consensus over wat precies snelle mobilisatie inhoudt, maar de grassroot Pietitie is daar een mooi voorbeeld van. Wanneer binnen één dag, via sociale media, meer dan een miljoen mensen in Nederland te bereiken zijn, kan men spreken van snelle mobilisatie. In dit onderzoek wordt er vanuit gegaan dat grassroots zijn gaan mobiliseren en dat deze mobilisatie heeft bijgedragen aan de omvang van de discussie. Er wordt niet zozeer gefocust op hoe snel grassroots zijn gaan bewegen of gedurende de discussie gegroeid zijn. Om een beter beeld te krijgen van de omvang van de discussie, wordt er gekeken naar verschillende actoren die zich in deze discussie voordoen. Deze actoren zijn grassroots, incumbents en de media. Het analyseren van deze actoren helpt tegelijkertijd bij de beantwoording van de hoofdvraag en deelvragen. De betrokken grassroots kunnen worden verdeeld in voor- en tegenstanders van zwarte piet. In dit onderzoek wordt gekeken naar alle grassroots die betrokken zijn in de discussie en die uit media berichten over de zwartepietendiscussie naar voren komen.

(26)

Pagina 26 van 65 Incumbents kunnen worden verdeeld in incumbents die direct worden aangesproken en wel of niet reageren, en incumbents die zich aangesproken voelen en wel of niet reageren. Er wordt in dit onderzoek, net als grassroots, gekeken naar verschillende incumbents die in media berichten voorkomen. Er wordt geen specifieke keuze gemaakt in verschillende grassroots of incumbents, omdat iedere grassroot of incumbent een bijdrage levert aan de zwartepietendiscussie en daarom bijdragen aan een vollediger beeld van de zwartepietendiscussie.

De media zijn in dit onderzoek zowel actor, als middel voor het verzamelen van datagegevens. De media als actor kunnen worden onderscheiden in traditionele- en sociale media. Onder traditionele media vallen televisie-uitzendingen en kranten. Televisie-uitzendingen kunnen onderverdeeld worden in recreatieve programma’s en nieuwsprogramma’s. Kranten kunnen opgesplitst worden in papieren kranten en internetkranten. Er wordt in dit onderzoek gekeken naar internetberichten van de nieuwsprogramma’s van NOS en RTL. Er wordt expliciet naar nieuwsberichten van deze programma’s gezocht, omdat het nieuws ook op de internetsites van deze tv-programma’s staat en daardoor informatie gemakkelijker terug te vinden is. Verder worden lokale en nationale kranten via het internet geraadpleegd, omdat dit zowel lokaal als nationaal een beeld schetst van de discussie. Onder sociale media vallen alle online platformen waar gebruikers, zonder tussenkomst van een redactie, de inhoud verzorgen. Denk hierbij aan sites als Facebook, Twitter, Linked-in en You-tube. In dit onderzoek wordt voornamelijk gekeken naar Facebooksites van grassroots, maar worden andere sociale media niet uitgesloten.

Tot zo ver de beredenering voor keuzes in dit onderzoek. In dit onderzoek zullen dus grassroots, incumbents en media-aandacht centraal staan. Om tot de juiste informatie te komen over de discussie en om de vragen te beantwoorden, wordt er in dit onderzoek gebruik gemaakt van media berichten. Deze media-analyse moet ervoor zorgen dat er een zo volledig mogelijk beeld ontstaat van de zwartepietendiscussie, zodat de theorie toegepast kan worden op de verklarende hoofdvraag. De volgende paragraaf zal daarom ingaan op de manier van dataverzameling voor deze media-analyse.

3.2 Dataverzameling

De media-analyse vindt voornamelijk plaats op het internet, door het raadplegen van verschillende mediasites. Informatie vanuit traditionele media wordt gezocht door het bestuderen van nieuwsprogramma’s en kranten. Tv-programma’s worden onderzocht door het raadplegen van de nieuwssites van NOS en RTL. Nationale en lokale papieren- en internetkranten zijn te raadplegen via de site LexisNexis Academic. Deze site bevat berichten van duizenden kranten en opiniebladen

(27)

Pagina 27 van 65 wereldwijd vanaf begin jaren ’90 tot de krant van vanochtend. Op deze site wordt gekeken naar de Nederlandse nieuwsberichten van 2010 tot en met mei 2016, waarbij vooral de focus ligt op oktober 2013 tot en met mei 2016. Deze tijdslijn is gekozen omdat de discussie eerder niet op gang kwam in de media en vanaf 2013 de tweestrijd in de zwartepietendiscussie echt begon. Om de sociale media te analyseren wordt facebook en Coosto.nl geraadpleegd. Er wordt gebruik gemaakt van sociale media monitoring door de site Coosto.nl. Deze site biedt sociale media monitoring aan in 150 talen en in 200 landen, waaronder Nederland. Op Coosto.nl kan worden gezocht naar sociale media berichten, over een bepaald onderwerp of thema, die gefilterd kunnen worden op verschillende kenmerken. Daarnaast zijn op Coosto.nl ook berichten te vinden van blogs, nieuwssites, radio en televisie. Woorden die gebruikt worden in deze zoektocht zullen voornamelijk zwarte piet en racisme zijn.

Het gebruik van internet voor het vinden van informatie is in dit onderzoek belangrijk, maar niet zonder risico. Zo is internet een bron waar iedereen, zonder controle, informatie kwijt kan. Dit kan dus betekenen dat deze informatie niet altijd juist is en daarom het internet geen betrouwbare informatiebron is. Er is gekozen voor relatief betrouwbare bronnen op het internet, maar de juistheid van deze bronnen kan niet met honderd procent gegarandeerd worden. De volgende paragraaf gaat daarom verder in op de validiteit en betrouwbaarheid van dit onderzoek.

3.3 Validiteit en betrouwbaarheid

Begrippen zijn in dit onderzoek soms lastig te onderbouwen. Neem bijvoorbeeld mate van mobilisatie. Er is geen vast concept dat de mate van mobilisatie bepaalt. Er is geprobeerd om in eerste instantie de concepten zo duidelijk mogelijk richting te geven, maar deze kunnen gedurende het onderzoek wellicht nog een andere theoretische invulling krijgen. Verder wordt getracht om normatieve informatie te gebruiken voor de analyse en om mogelijke percepties in berichten te vermijden. Daarom wordt er zoveel mogelijk gebruikt gemaakt van algemene nieuwsbronnen, zoals het Algemeen Nederlands Persbureau. Om geen verkeerde interpretatie, door een mogelijk beperkte waarneming in de media-analyse, te krijgen wordt er gedurende de analyse regelmatig gereflecteerd op de resultaten. Om het onderzoek zo transparant mogelijk te laten zijn, worden de bronnen in tekst en aan het einde van het onderzoek aangegeven. Daarnaast wordt zo duidelijk mogelijk omschreven waar de informatie vandaan komt, zodat deze altijd te herleiden valt.

Nu het theoretisch kader en de methode van onderzoek zijn vastgesteld, volgt in het volgende hoofdstuk de analyse van het onderzoek. In deze analyse wordt getracht antwoord te geven op de vijf deelvragen, om zo in de conclusie de hoofdvraag te kunnen beantwoorden.

(28)
(29)

Pagina 29 van 65

4. Het verloop van media-aandacht in de zwartepietendiscussie

In dit hoofdstuk volgt de analyse, waarin een antwoord wordt gegeven op de vijf deelvragen. De antwoorden op de eerste twee deelvragen zijn een weergave van het verloop van de zwartepietendiscussie en daarna volgt de beantwoording van twee deelvragen met informatie over de betrokken grassroots en incumbents. In de beantwoording van de laatste deelvraag wordt getracht een verklaring te zoeken voor het verloop van de zwartepietendiscussie, door middel van het theoretisch kader uit hoofdstuk 2.

4.1 Het begin van de discussie.

Wat gebeurde er in de discussie voor de oprichting van de facebooksite Pietitie en hoe verliep de media-aandacht in de traditionele- en sociale media?

Om een beeld te krijgen wat er vooraf ging aan de zwartepietendiscussie voor de oprichting van Pietitie is er voor gekozen om een tijdlijn op te zetten. Deze tijdlijn is door middel van nieuwsberichten uit traditionele- en sociale media gemaakt en bevat de periode van 2008 tot en met 23 oktober 2013. De nieuwsberichten komen van krantensites en nieuwssites, voornamelijk door het raadplegen van LexisNexisAcademic. Deze tijdlijn, inclusief bronvermelding, is te vinden als bijlage. De eerste berichten over zwarte piet begonnen rond 2008. Er is gekozen voor 23 oktober 2013, omdat deze dag de Facebookpagina Pietitie is opgezet. Deelvraag 1 bevat kort de geschiedenis van de zwartepietendiscussie tot en met 23 oktober 2013. Daarnaast wordt, door middel van Coosto.nl, geanalyseerd hoeveel berichten in deze periode over zwarte piet gingen.

4.1.1 De tijdlijn

De beweging tegen zwarte piet krijgt in 2008 voor het eerst echt de aandacht van media, wanneer Petra Bauer en Annete Krauss een optocht organiseren, die deel uitmaakt van een kunst tentoonstelling en die de betekenis van zwarte piet exploreert. Daarna valt de discussie even stil tot dat winkelketen Hema als eerste incumbent inspeelt op dit gevoelige thema en er voor kiest om in 2010 zwarte piet niet meer in de promotievideo te vertonen. Quinsy Gario, één van de eerste activisten tegen zwarte piet, ziet potentie en grijpt zijn kans om de boodschap tegen zwarte piet voort te zetten. Een jaar later komt hij in 2011 samen met een aantal aanhangers naar buiten met de grassroot “Zwarte Piet is Racisme”. Hij grijpt de kans om aandacht te vragen, via sociale media, door een t-shirt te promoten met de tekst: Zwarte Piet is Racisme. Quinsy Gario gaat ook langs bij festivals om zijn grassroot te promoten en de aanhang groeit snel. Wanneer Quinsy Gario en zijn aanhanger Jerry

(30)

Pagina 30 van 65 Afriyie besluiten om in 2011 bij de nationale Sinterklaasintocht te demonstreren tegen zwarte piet gaat het mis en worden zij gearresteerd. Deze arrestatie wordt gefilmd en eindigt op YouTube, een sociaal media kanaal. Hierdoor wordt het verhaal opgepikt door zowel nationale, als internationale media. Quinsy Gario verschijnt in verschillende televisieprogramma’s om zijn verhaal te doen en het aantal klachten over zwarte piet stijgt daarna steeds meer. Opvallend is dat de minister van Onderwijs zich geroepen voelt om te reageren, maar eigenlijk geen duidelijke mening geeft. De beweging tegen zwarte piet mag zich laten horen in het stadhuis van Amsterdam, waar de burgemeester van Amsterdam en de premier laten weten het Sinterklaasfeest niet als racistisch te beschouwen en dat Piet nu eenmaal zwart is. Dan gebeurt er iets wat niemand kan voorspellen, de VN gaan zich buigen over de kwestie zwarte piet en geven aan onderzoek te gaan doen of zwarte piet racistisch is. Verene Shepherd, voorzitter van de VN-commissie zegt op 22 oktober 2013 in een Nederlands televisieprogramma, dat ze niet begrijpt dat Nederland niet inziet dat dit een terugkeer is naar slavernij en dat dit in de 21ste eeuw niet meer kan. Zij doet een oproep aan de premier om meer invloed uit te oefenen op “de culturele groepen die dit in stand houden”. Haar conclusie: zwarte piet moet stoppen. Deze internationale aandacht is de druppel voor een aantal mensen en op 23 oktober 2013 wordt de grassroot Pietitie opgericht door twee jongens uit Brabant.

4.1.2 Berichten over de zwartepietendiscussie

Volgens de site Coosto.nl zijn er op 22 en 23 oktober 2013 ongeveer 200.000 berichten geschreven waarin het woord “zwarte piet” voorkwam. Er zijn bijna 13000 berichten geplaatst die in ieder geval de woorden “zwarte piet” en “racisme” bevatten en meer dan 15000 berichten waar in ieder geval het woord Pietitie in stond. Om een beeld te geven van de omvang zijn de vergelijkbare data 22 en 23 oktober 2010 gekozen. Op deze data zijn er 145 berichten geschreven over zwarte piet, waarvan twee berichten verschenen die de woorden “zwarte piet” en “racisme” bevatten.

Figuur 1: Activiteit meting Coosto.nl: berichten met “zwarte piet” in de periode van 1 oktober 2013 tot en met 30 oktober 2013 per dag (446.548 berichten totaal)

(31)

Pagina 31 van 65

Figuur 2: Activiteit meting van Coosto.nl: berichten met “zwarte piet” en “racisme” in de periode van 1 oktober 2013 tot 26 oktober 2013 per dag (34.465 berichten totaal)

Figuur 1 en 2 laten goed zien dat begin van de maand er nauwelijks over zwarte piet gesproken wordt. 7 oktober laat een kleine stijging zien, wat vermoedelijk komt door activist Quinsy Gario. Hij heeft op televisie bij de talkshow Pauw&Witteman geuit geen zwarte pieten bij de Sinterklaasintocht te willen zien en dit zorgt voor reacties op het sociale netwerk Twitter (VARA, 2013). Op 19 oktober komen de VN met het nieuws bezig te zijn met een onderzoek naar de vraag of zwarte piet racistisch is en ook dit zorgt voor reacties op sociale media (Algemeen Nederlands Persbureau, 2013). De website Peil.nl doet in deze week een onderzoek bij 1700 mensen, waaruit naar voren komt dat meer dan 90 procent zwarte piet niet ziet als slaaf en tegen het aanpassen van zijn uiterlijk is (Algemeen Nederlands Persbureau, 2013). Op 22 oktober 2013 komt Verene Shepherd van de VN, op televisie bij het programma ÉénVandaag. Op 23 oktober start de facebookactie Pietitie als reactie op de uitspraak van Verene Shepherd. Pietitie haalt binnen een dag meer dan een miljoen likes en binnen enkele dagen twee miljoen.

Op 22- en 23 oktober 2013 zijn er volgens de site Coosto.nl 197.101 berichten gedeeld op het internet waarin het woord “zwarte piet” voorkwam. Trending topics waren vooral de woorden VN, Nederland en Sinterklaasfeest. De meeste berichten komen van Twitter en Facebook, gevolgd door nieuwsberichten. De sociale media zijn in de ban van het onderwerp zwarte piet. Meer dan 15000 berichten bevatten het woord Pietitie en hebben trending topics als: pietitie en afschaffing van het Sinterklaasfeest. Bronnen zijn voornamelijk Facebook en Twitter, opnieuw gevolgd door nieuwsberichten. Op Twitter komt de hashtag “zwarte piet moet blijven” (#Zwartepietmoetblijven) in iets meer dan 5500 berichten voor, terwijl de hashtag “zwarte piet is racisme” (#Zwartepietisracisme) in slechts 138 berichten voorkomt. Het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) laat op woensdag 23 oktober 2013 weten dat zwarte piet nog altijd ongekend populair is in Nederland. Bijna 1,5 miljoen mensen hebben sinds dinsdagmiddag een Pietitie op Facebook gesteund. Twee reclamemakers beginnen deze actie na alle ophef over het vermeende racisme achter het fenomeen zwarte piet... “Voor we te laat zijn”. Daar wordt massaal gehoor aangegeven (LexisNexisAcademic, 2016). RTL Nieuws komt op 23 oktober met een bericht over het recordtempo waarin Pietitie groeit en zendt een

(32)

Pagina 32 van 65 fragment over Pietitie uit in een nieuwsuitzending (RTL Nieuws, 2016). Het NOS Nieuws voegt daaraan toe dat de heren van Pietitie nu de mogelijkheden bekijken om de petitie op een één of andere manier aan te bieden aan Verene Shepherd van de VN (NOS Nieuws, 2016). Om de grootheid van het verloop van media-aandacht voor Pietitie een beeld te geven, is op Coosto.nl op de data van 12 en 13 november 2011 gezocht op “zwarte piet”. Op 12 november was de demonstratie van Quinsy Gario bij de nationale intocht van Sinterklaas in Dordrecht, waarbij hij gearresteerd werd. Toen kwam “zwarte piet” in ongeveer 5500 berichten voor. De woorden “zwarte piet is racisme” kwamen in 376 berichten voor en komen grotendeels van het sociale media kanaal Twitter.

(33)

Pagina 33 van 65

4.2 Het verloop van media-aandacht in de zwartepietendiscussie na 23 oktober 2013

Hoe ontpopte de discussie over zwarte piet zich na de oprichting van Pietitie in de traditionele- en sociale media?

Bij de beantwoording van de vorige vraag is te zien dat in oktober 2013 een grote piek is ontstaan in het aantal berichten over de zwartepietendiscussie. Voornamelijk de gebeurtenissen rondom de VN en Pietitie hebben veel teweeg gebracht. Ook is er een tendens te zien dat er vanaf dat moment meer aanhangers voor zwarte piet opstaan. Om het vervolg van de zwartepietendiscussie in beeld te brengen, is er opnieuw voor gekozen om een tijdlijn te maken door middel van nieuwsberichten over de zwartepietendiscussie. De volledige tijdlijn, inclusief bronvermelding, is te vinden als bijlage. Deze paragraaf bevat belangrijke gebeurtenissen van de zwartepietendiscussie van 23 oktober 2013 tot en met 31 mei 2016. Daarnaast wordt, door middel van Coosto.nl, geanalyseerd hoeveel berichten in deze periode over zwarte piet gaan.

4.2.1 De tijdlijn

Oktober 2013 was een rumoerige maand. Verene Shepherd van de VN laat weten vanuit Nederland bedreigd te worden. Ook een organisatie uit Groningen, die behalve zwarte pieten ook gekleurde pieten wil tonen bij de Sinterklaasintocht, ontvangt bedreigingen. De 16-jarige Mandy Roos organiseert op 26 oktober 2013 een demonstratie, waar honderden mensen bijeenkomen op het Malieveld in Den Haag om te demonstreren voor het behoud van zwarte piet.

In november pleiten de VN voor een nationaal dialoog over zwarte piet, waarop de vicepremier en premier laten weten dat het geen overheidskwestie is en dat het aan de samenleving is om er samen uit te komen. Bij de Amsterdamse intocht in november 2013 krijgt zwarte piet een kleine metamorfose, maar actiegroep Stichting Nederland Wordt Beter roept toch op tot een stil protest tijdens de verschillende intochten. Ook actiegroep Zwarte Piet Niet! verzamelt zich in Amsterdam. Deelgemeente IJburg in Amsterdam laat weten gekleurde pieten bij de intocht te tonen.

In maart 2014 voeren belanghebbende partijen gesprekken over de toekomst van zwarte piet om verdere escalatie te voorkomen. Het zogenoemde “polderoverleg” van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE) moet leiden tot gemeenschappelijke uitgangspunten. Er wordt onder andere gesproken met Quinsy Gario van Zwarte Piet is Racisme, het Sint Nicolaas Genootschap en het Sinterklaasjournaal. Het Nederlands Centrum VIE heeft de actiegroep Sint- en Pietengilde toegezegd om Sinterklaas te erkennen als cultureel erfgoed. Deze erkenning is niet

(34)

Pagina 34 van 65 wettelijk bindend, maar meer een officiële erkenning van de traditie. Het Nederlands Centrum VIE benadrukt wel dat Sinterklaastradities nog kunnen evolueren of moderniseren.

3 juni 2014 is de dag dat Perez Loy Young een claim indient bij de Amsterdamse rechtbank dat zwarte piet een negatieve stereotypering is en dat de rechter hem in zijn gelijk stelt. De uitspraak wordt wereldnieuws, maar tegelijkertijd lijkt de uitspraak te werken als een rode lap op een stier. Het Sinterklaascomité in Amersfoort trekt zich niets aan van deze uitspraak en zet zelfs meer zwarte pieten in. De burgemeester van Amsterdam gaat 14 augustus 2014 in hoger beroep bij de Raad van State tegen de uitspraak van de Amsterdamse rechtbank waarover de Raad van State op 12 november uitspraak zal doen. In de tussentijd stopt de juridisch adviseur van tegenstanders van zwarte piet, Frank King, nadat hij meerdere malen bedreigd zou zijn. Op 28 augustus 2014 is er opnieuw een demonstratie in Amsterdam, omdat mensen boos zijn op de burgemeester die bezwaar heeft gemaakt tegen de uitspraak van de Amsterdamse rechtbank.

Het Vlaamse Sint-Nicolaasgenootschap laat begin september 2014 weten geen enkele reden te zien om iets aan zwarte piet in België aan te passen, terwijl in Nederland de regering discussieert of er een zwartepietenwet moet komen. De Utrechtse basisscholen laten pieten zwart gekleurd, terwijl er bij de nationale Sinterklaasintocht in Gouda verschillende typen pieten te zien zullen zijn. Winkelketen Albert Heijn doet zwarte piet grotendeels in de ban, maar verkoopt nog wel snoepgoed met zwarte piet. Net als bij winkelketen Hema, krijgt ook Albert Heijn via Twitter een volle lading kritiek. Supermarkten Jumbo, Plus en Hoogvliet laten gelijk weten zwarte piet nog wel te verwelkomen. Het Sinterklaasspeelgoed van Playmobil en Fisher Price gaat als warme broodjes over de toonbank, nadat de speelgoedproducenten laten weten de zwarte piet poppetjes niet meer te gaan fabriceren.

In oktober 2014 laat verslaggever Peter R. de Vries weten meerdere doodsbedreigingen te hebben ontvangen. Hij maakt deel uit van een groep bekende Nederlanders (BN’ers) die met de actiegroep Piet Make-Over pleit voor aanpassing van het traditionele uiterlijk van zwarte piet. De pagina Pietitie zet een protestactie op tegen de veranderingen rondom het naderende Sinterklaasfeest en de partij Leefbaar Rotterdam heeft in de stad een actie opgezet om zwarte piet in ere te houden.

In november 2014 wordt er met spanning gekeken naar het Sinterklaasjournaal, die voor vele scholen en bedrijven gezien wordt als voorbeeld voor de rest van Nederland. In het journaal verschijnen zwarte pieten, blanke pieten en clownspieten. Kinderzender Nickelodeon schrapt het uitzenden van de Sinterklaasserie, om niet in de discussie verwikkeld te raken.

(35)

Pagina 35 van 65 12 november 2014 komt de uitspraak van de Raad van State in de zaak tussen de Amsterdamse burgemeester en tegenstanders van zwarte piet. De Raad van State geeft aan dat de burgemeester vorig jaar terecht een vergunning voor de Sinterklaasintocht heeft afgegeven. Diezelfde dag komt het bericht naar buiten dat minimaal 152 gemeenten in Nederland hebben besloten om bij de intocht alleen zwarte pieten mee te laten lopen, terwijl slechts vijf gemeenten laten weten dat er pieten meedoen die niet zwart of bruin zijn. Op 15 november tijdens de nationale Sinterklaasoptocht zijn er demonstraties van zowel voor- als tegenstanders van zwarte piet, waaronder de actiegroep Kick Out zwarte piet en zwarte piet: JA!. Actiegroep Pro Zwarte Piet doet aangifte tegen de actiegroep Kick Out zwarte piet voor onder andere het aanzetten tot racisme, haat en geweld. De petitie Red Zwarte Piet van de actiegroep Pro Zwarte Piet heeft meer dan 200.000 handtekeningen opgeleverd en deze worden aan de burgemeester aangeboden.

De discussie leeft in 2015 weer op wanneer op 29 juni tegenstanders van zwarte piet aangifte doen tegen winkelketens als Albert Heijn, Blokker, Hema, de Bijenkorf en V&D. Actiegroepen Stichting Nederland Wordt Beter, Zwarte Piet Niet en Stop Blackface doen daarnaast onder andere ook nog aangifte tegen Gouda, andere gemeenten en NTR van het Sinterklaasjournaal. De bedrijven en organisaties maken zich volgens de activisten schuldig aan discriminatie, omdat zij zwarte piet nog steeds laten zien. Ook de VN laten opnieuw kritisch van zich horen en spreken over schendingen van mensenrechten die nooit gerechtvaardigd kunnen worden door tradities of gebruiken. Zelfs de vicepremier is van mening veranderd en pleit voor een kinderfeest zonder klassieke zwarte piet. De premier benadrukt dat de overheid niks aan zwarte piet gaat veranderen, omdat het geen staatsaangelegenheid is, maar dat de Nederlandse overheid de dialoog wel zal faciliteren en stimuleren.

In september 2015 laat activist Afriyie weten dat de compromissen van zwarte piet nog niet ver genoeg gaan en tegenstanders willen dit jaar dan ook een luid protest houden bij de nationale Sinterklaasintocht in Meppel. Den Haag besluit dat zwarte piet op geen enkele basisschool meer welkom is en opnieuw zorgt dit op sociale media voor heftige reacties. Detailhandel Nederland hoopt snel op een “consensus Piet”, omdat winkels in verwarring verkeren en het daarom erg ingewikkeld wordt om een consequent verhaal te vertellen. Ondanks alle gebeurtenissen in de zwartepietendiscussie verandert zwarte piet nauwelijks. 86 procent van de 262 gepeilde gemeenten blijft zwarte pieten gebruiken.

In november 2015 vertrekt Actiegroep Kick Out zwarte piet met vier bussen richting de nationale Sinterklaasintocht in Meppel om te demonstreren. Eind november demonstreren tientallen

(36)

Pagina 36 van 65 actievoerders voor de Jaarbeurs in Utrecht bij het Zapp Sinterklaasfeest. De protestactie leidt bij veel ouders tot grote verontwaardiging, omdat zij met hun kinderen voorbij ‘Weg met zwarte piet!’ scanderende actievoeders moeten lopen. Documentairemaker Roger Ross Williams van de documentaire Blackface schuift aan bij het televisieprogramma RTL Late Night. In de documentaire gaat de maker in op de vraag waarom de Nederlander zich verkleedt als zwarte piet en waarom de samenleving zich niet bewust is van haar eigen koloniale verleden. De zender RTL heeft daarnaast juist besloten om de gekleurde pieten van de buis te halen en het uiterlijk niet aan te passen. Eind december 2015 doen tegenstanders van zwarte piet aangifte tegen cabaretier Erik van Muiswinkel die in het Sinterklaasjournaal Hoofdpiet speelt. Erik van Muiswinkel zou zich schuldig maken aan uitingen die aanzetten tot discriminatie, terwijl hij eerder nog aangaf zwarte piet zelf ook racistisch te vinden.

Mei 2016 komt de discussie dan ook weer op gang, wanneer cabaretiers Erik van Muiswinkel en Jochem Myer aangeven te stoppen bij het Sinterklaasjournaal als zwarte pieten. Daarnaast spreken meer dan 100 BN’ers zich uit tegen zwarte piet in een open brief in de krant NRC.NEXT, gericht aan de directeuren van de NTR van het Sinterklaasjournaal. De directeuren laten weten dat verandering evident en vanzelfsprekend is, maar wel dat dit een moeilijk proces is.

4.2.2 Berichten over de zwartepietendiscussie

Volgens Coosto.nl zijn er van 24 oktober 2014 tot en met 31 mei 2016 in totaal bijna 1,5 miljoen berichten geschreven in Nederland waarin “zwarte piet” voorkomt en meer dan 105.000 berichten waarin de woorden “zwarte piet” en “racisme” voorkomen. Het aantal berichten van de afgelopen drie jaar is enorm en om dit aantal in perspectief te plaatsen is er gekozen om precies dezelfde periode terug in de tijd te gaan. Van 24 oktober 2009 tot en met 31 mei 2012 zijn er in totaal ongeveer 125.000 berichten geplaatst waarin “zwarte piet” geschreven wordt, waarvan bijna 8500 berichten zowel de woorden “zwarte piet” als “racisme” bevatten. Deze 125.000 berichten zijn in totaal slechts 8,3% van de 1,5 miljoen berichten die van oktober 2013 tot en met mei 2016 geschreven zijn.

Figuur 3: Activiteit meting Coosto.nl: berichten met “zwarte piet” in de periode van 1 oktober 2013 tot en met 30 juni 2016 per maand (1.854.087 berichten totaal)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wij moeten als journalisten zoiets proberen te verifiëren, maar dat lukt heel vaak niet En dan sta je voor de keuze: breng ik het o f breng ik het nietp Zeker wanneer

Een maat voor voorspelde, namelijk dat de organisaties gerangschikt onder de "slechtste" boards vooraf aan de publicatie minder zouden we verwachten

De verzorgende-IG in de KZ geeft een op de barende, kraamvrouw en pasgeborene gerichte ondersteuning bij persoonlijke verzorging, ze houdt zich aan gemaakte afspraken en

Om nu uit te zoeken of het NWR verschil tussen S-TOS kinderen met en zonder leesproblemen veroorzaakt wordt door het al dan niet transparante orthografi sch sys- teem dat ze

Evaluatie van de doelstellingen De eerste doelstelling om voor de knoleigenschappen drogestofgehalte, nitraatgehalte, blauwgevoeligheid, niet-enzymatische grauwverkleuring en

Het bijwerkingenprofiel, zoals deze wordt gepresenteerd in de SmPC, is bij alle drie de middelen gebaseerd voor àlle indicaties waar zij voor zijn, of in het geval van tolperison

Het is nu niet goed duidelijk welke eisen aan de tarwe gesteld moeten worden om die in een aantal verschillende kwaliteitsklassen te kunnen indelen voor het gebruik als

Australian Journal of Teacher Education, 32(3). Celebrity endorsement: A literature review. Selecting celebrity endorsers: the practitioner’s perspective. Makeup, YouTube, and