• No results found

Media-aandacht en corporate governance

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Media-aandacht en corporate governance"

Copied!
53
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Media-aandacht

en

corporate governance

Een onderzoek naar media-aandacht en resultaatvoorspellingen

van het management en de beleggingsadviezen van analisten

(2)

Media-aandacht en corporate governance

Een onderzoek naar media-aandacht en resultaatvoorspellingen

van het management en de beleggingsadviezen van analisten

________________________________________ Masterscriptie Accountancy

Rijksuniversiteit Groningen

Faculteit Economie en Bedrijfskunde Opleiding: Msc. Accountancy

Auteur: Lukas Braams

Studentnummer: 1344803

Eerste begeleider: dr. R.B.H. Hooghiemstra Tweede begeleider: dr. T.A. Marra

(3)

Voorwoord

Deze scriptie heb ik geschreven in het kader van mijn afstuderen voor de masteropleiding Accountancy aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Technologie Management in 2006 heb ik in

schakelprogramma van Accountancy op te pakken, om vervolgens in het masterprogramma van de opleiding te kunnen volgen. Ik

beslissing heb genomen en hoop dan ook door middel van deze scriptie deze kunnen ronden.

In het kader van de globalisering en de toenemende mate van verspreiding van informatie over de hele wereld, is in deze scriptie gekozen voor de invalshoek van de invloed van media op het corporate governance beleid van org

leggen tussen media-aandacht en de afgegeven resultaatvoorspellingen van het management en tussen media-aandacht en de waardering die analisten geven aan aandelen van organisaties die deze resultaatvoorspellingen afgeven.

Deze scriptie heb ik mogen schrijven in samenwerking met het a Ernst&Young. Ik heb dit als een leu

bedanken voor de faciliteiten die zij mij beschikbaar he goed onderzoek uit te voeren. Ik

tijdens het schrijven van deze scriptie. Ik heb de flexibele houding als zeer prettig ervaren Daarnaast heb ik de feedbacksessies ook als zeer leerzaam ervaren die allen hebben bijgedragen aan het eindresultaat van deze scriptie.

optreden als tweede begeleider.

kritische blik die ze heeft geworpen over de inhoud van deze scriptie. Groningen, 30 juni 2010

Deze scriptie heb ik geschreven in het kader van mijn afstuderen voor de masteropleiding aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na het afronden van mijn masteropleiding Technologie Management in 2006 heb ik in het studiejaar 2008/2009 besloten het

ccountancy op te pakken, om vervolgens in het

het masterprogramma van de opleiding te kunnen volgen. Ik ben erg blij dat ik destijds deze en hoop dan ook door middel van deze scriptie deze

In het kader van de globalisering en de toenemende mate van verspreiding van informatie over de is in deze scriptie gekozen voor de invalshoek van de invloed van media op het corporate governance beleid van organisaties. In dit onderzoek is dan ook getracht

aandacht en de afgegeven resultaatvoorspellingen van het management en de waardering die analisten geven aan aandelen van organisaties die taatvoorspellingen afgeven.

mogen schrijven in samenwerking met het a

Ik heb dit als een leuk en leerzaam proces ervaren en wil Ernst&Young dan ook bedanken voor de faciliteiten die zij mij beschikbaar hebben gesteld die mij in staat stelden een k wil de heer Hooghiemstra graag bedanken voor zijn begeleiding tijdens het schrijven van deze scriptie. Ik heb de flexibele houding als zeer prettig ervaren

backsessies ook als zeer leerzaam ervaren die allen hebben bijgedragen aat van deze scriptie. Natuurlijk wil ik ook de heer Marra

optreden als tweede begeleider. Tenslotte wil ik mijn vriendin Heleen bedanken voor de de kritische blik die ze heeft geworpen over de inhoud van deze scriptie.

Deze scriptie heb ik geschreven in het kader van mijn afstuderen voor de masteropleiding Na het afronden van mijn masteropleiding studiejaar 2008/2009 besloten het het studiejaar 2009/2010 blij dat ik destijds deze en hoop dan ook door middel van deze scriptie deze opleiding af te

In het kader van de globalisering en de toenemende mate van verspreiding van informatie over de is in deze scriptie gekozen voor de invalshoek van de invloed van media op het . In dit onderzoek is dan ook getracht de relatie te aandacht en de afgegeven resultaatvoorspellingen van het management en de waardering die analisten geven aan aandelen van organisaties die

mogen schrijven in samenwerking met het accountantskantoor wil Ernst&Young dan ook bben gesteld die mij in staat stelden een graag bedanken voor zijn begeleiding tijdens het schrijven van deze scriptie. Ik heb de flexibele houding als zeer prettig ervaren. backsessies ook als zeer leerzaam ervaren die allen hebben bijgedragen de heer Marra bedanken voor het Tenslotte wil ik mijn vriendin Heleen bedanken voor de de

(4)

Inhoudsopgave

1 1 1 1 INLEIDING... 1.1 AANLEIDING ... 1.2 PROBLEEMSTELLING ... 1.2.1 Hoofdvraag ... 1.2.2 Deelvragen ... 1.3 RESULTATEN EN IMPLICATIES ... 1.4 RELEVANTIE EN BIJDRAGE ... 1.5 AFBAKENING ... 2 2 2 2 LITERATUUR ... 2.1 INLEIDING ... 2.1.1 Schamen in het bedrijfsleven

2.1.2 Organisaties en de media: een denkmodel 2.2 AAN WELKE ONDERWERPEN WORDT AANDACHT BESTE

2.3 ROLLEN MEDIA ... 2.3.1 Informatie en entertainment rol

2.3.2 Toezichthoudende rol ... 2.3.3 Beoordelingsrol ... 2.4 GEDRAGSEFFECTEN MEDIA-AANDACHT

2.4.1 Aandeel reacties ... 2.4.2 Reacties vanuit de organisatie 2.5 CORPORATE GOVERNANCE EN RESULTAATVOORSPEL

2.5.1 Wat zijn resultaatvoorspellingen?

2.5.2 Motieven en eigenschappen resultaatvoorspellingen 2.5.3 Corporate governance en resultaatvoorspellingen 2.6 PUBLIEKE BERICHTGEVING EN HET BELEGGINGSA

2.6.1 Beleggingsadviezen van analisten

2.6.2 Organisatie transparantie en voorspellingen van analisten 2.6.3 Externe reputatie en het beleggingsadvies van analisten 3 3 3 3 ONDERZOEKSOPZET ... 3.1 GEGEVENSVERZAMELING ... 3.2 AFHANKELIJKE VARIABELEN ... 3.3 ONAFHANKELIJKE VARIABELEN ... 3.4 CONTROLEVARIABELEN ... 3.5 REGRESSIE ANALYSE ... 4 4 4

4 ANALYSE VAN DE RESULTATEN

4.1 BESCHRIJVENDE STATISTIEK ... 4.1.1 Afhankelijke variabelen

4.1.2 Onafhankelijke variabelen

4.1.3 Controlevariabelen ... 4.2 RESULTATEN TOETSEN HYPOTHESEN

4.2.1 Toetsen van hypothesen 1 en 2

4.2.2 Toetsen van hypothesen H3a, H3b en H3c

... ... ... ... ... ... ... ... ... ... het bedrijfsleven ... Organisaties en de media: een denkmodel ...

WORDT AANDACHT BESTEED? ... ... Informatie en entertainment rol ...

...

...

AANDACHT ... ...

ties vanuit de organisatie ...

EN RESULTAATVOORSPELLINGEN ...

Wat zijn resultaatvoorspellingen? ... Motieven en eigenschappen resultaatvoorspellingen ... Corporate governance en resultaatvoorspellingen ...

G EN HET BELEGGINGSADVIES VAN ANALISTEN... Beleggingsadviezen van analisten ... Organisatie transparantie en voorspellingen van analisten ...

Externe reputatie en het beleggingsadvies van analisten ...

... ... ... ... ... ... ... ... Afhankelijke variabelen ... Onafhankelijke variabelen ... ... POTHESEN ... Toetsen van hypothesen 1 en 2 ... Toetsen van hypothesen H3a, H3b en H3c ...

... 4 ... 4 ... 5 ... 6 ... 6 ... 6 ... 7 ... 10 ... 12 ... 12 ... 12 ... 12 ... 14 ... 15 ... 15 ... 16 ... 17 ... 19 ... 19 ... 19 ... 20 ... 20 ... 21 ... 22 ... 24 ... 24 ... 25 ... 25 ... 28 ... 28 ... 28 ... 30 ... 30 ... 31 ... 32 ... 32 ... 32 ... 35 ... 36 ... 37 ... 37 ... 39

(5)

4.3 DISCUSSIE ... 5

5 5

5 CONCLUSIES, BEPERKINGEN EN AANBEVELINGEN

5.1 CONCLUSIES ... 5.2 BEPERKINGEN EN AANBEVELINGEN ... 6 6 6 6 LITERATUURLIJST ... ... GEN EN AANBEVELINGEN ... ... ... ... ... 41 ... 44 ... 44 ... 45 ... 47

(6)

1

1

1

1

Inleiding

1.1

1.1

1.1

1.1

Aanleiding

Keynes (1936) vergeleek financiële markten met een schoonheidswedstrijd. De wedstrijd gewonnen worden door de deelnemer met de meeste stemmen

voorkeur die de stemmers hebben. Echter is er ook een prijs voor de stemmer: wie op stemt deelt mee in de prijs. Nu kan een stemmer op twee manieren stem

• Hij kan stemmen op de partij die hij het beste vindt

• Hij kan stemmen op de partij waarvan hij denkt dat de meeste andere mensen dat de beste vinden

Wie de prijs wil winnen zal zijn stem uitbrengen volgens de tweede manier. waar te nemen op aandelenmarkten

hij of zij denkt dat de meeste andere mensen het een “goed” aandeel vinden de kans op een koerswinst het grootst is.

Onderdeel van de theorie van Keynes is ook de zogenaamde houdt in dat iemand persoonlijk wel kan denken dat

hij denkt een redelijke kans te maken om het aandeel te kunnen verkopen tegen een nog hogere prijs op een later tijdstip, dan zal hij wel bereid zijn de in zijn ogen te hoge prijs te betalen, gezien de winst die hij hiermee kan behalen. Goede voorbeelden van deze theorie uit een recent verleden zijn de aandeelkoersen van Enron en Lehman B

Als we nu inzoomen op de manier waarop opinie is, komt al snel het woord

deze tot zich om zo een indruk

belangrijke bron van deze informatie en heeft dus vormen van het beeld dat het publiek heeft.

als de media een organisatie positief

populairder zijn onder beleggers dan organisaties waarbij dit niet het geval is (gecorrigeerd voor de financiële prestatie van een aandeel).

Een uit 2002 stammende enquête van Harris Interactive aandacht in de pers als de grootste bedreiging zien

(2003)). Een goed voorbeeld

management is de in 1992 geplaatste

Street Journal uit ontevredenheid over het niet uitvoeren van voorstellen vanuit de aandeelhouders. Hierin werd een foto getoond

grote kop erboven getiteld: “Non

gevolg had dat veel van de door Monks geïmplementeerd. In een rapport van Dyck en Zing Sears nog altijd een grote hekel

uitgelachen bij bezoeken aan de lokale golf club. Skeel (2001) deze actie het management een afsplitsing aankondig

Minow (2004) beweren dat dit tot gevolg had dat er een koerswinst

Keynes (1936) vergeleek financiële markten met een schoonheidswedstrijd. De wedstrijd oor de deelnemer met de meeste stemmen, wat weer af zal hangen van voorkeur die de stemmers hebben. Echter is er ook een prijs voor de stemmer: wie op

stemt deelt mee in de prijs. Nu kan een stemmer op twee manieren stemmen: Hij kan stemmen op de partij die hij het beste vindt

Hij kan stemmen op de partij waarvan hij denkt dat de meeste andere mensen dat de beste

Wie de prijs wil winnen zal zijn stem uitbrengen volgens de tweede manier.

te nemen op aandelenmarkten. Iemand die een aandeel koopt zal het aandeel kopen waarvan hij of zij denkt dat de meeste andere mensen het een “goed” aandeel vinden

de kans op een koerswinst het grootst is.

Keynes is ook de zogenaamde “greater fool theory”. Deze theorie iemand persoonlijk wel kan denken dat een aandeel overgewaardeerd is. Echter, hij denkt een redelijke kans te maken om het aandeel te kunnen verkopen tegen een nog hogere

js op een later tijdstip, dan zal hij wel bereid zijn de in zijn ogen te hoge prijs te betalen, gezien kan behalen. Goede voorbeelden van deze theorie uit een recent verleden eelkoersen van Enron en Lehman Brothers.

s we nu inzoomen op de manier waarop een individu een beeld vormt van wat de

is, komt al snel het woord “nieuws” naar voren. Men leest en hoort informatie en neemt deze tot zich om zo een indruk te krijgen van wat anderen zullen denken. De media is een deze informatie en heeft dus waarschijnlijk een belangrijke rol bij het vormen van het beeld dat het publiek heeft. Onderzoek van Flynn en Staw (2004) toont aan dat als de media een organisatie positief in het licht stelt, de aandelen van die organisaties populairder zijn onder beleggers dan organisaties waarbij dit niet het geval is (gecorrigeerd voor de financiële prestatie van een aandeel).

enquête van Harris Interactive laat zien dat aandacht in de pers als de grootste bedreiging zien voor de reputatie van hun

Een goed voorbeeld van de invloed van media-aandacht op het gedrag van het de in 1992 geplaatste paginagrote advertentie door Robert Mo

uit ontevredenheid over het niet uitvoeren van voorstellen vanuit de Hierin werd een foto getoond met ieder lid van het bestuur van Sears met een grote kop erboven getiteld: “Non-Performing Assets”. Skeel (2001) meldt dat deze actie

dat veel van de door Monks voorgestelde wijzigingen

geïmplementeerd. In een rapport van Dyck en Zingales (2002) werd gemeld dat de directie van Sears nog altijd een grote hekel heeft aan Monks omdat ze nog steeds om deze actie worden uitgelachen bij bezoeken aan de lokale golf club. Skeel (2001) concludeert dat vijf maanden na deze actie het management een afsplitsing aankondigde zoals Monks had voorgesteld

) beweren dat dit tot gevolg had dat er een koerswinst van 9,5 procent werd Keynes (1936) vergeleek financiële markten met een schoonheidswedstrijd. De wedstrijd zal wat weer af zal hangen van de voorkeur die de stemmers hebben. Echter is er ook een prijs voor de stemmer: wie op de winnaar

men:

Hij kan stemmen op de partij waarvan hij denkt dat de meeste andere mensen dat de beste

Wie de prijs wil winnen zal zijn stem uitbrengen volgens de tweede manier. Deze werking is ook . Iemand die een aandeel koopt zal het aandeel kopen waarvan hij of zij denkt dat de meeste andere mensen het een “goed” aandeel vinden omdat bij dit aandeel “greater fool theory”. Deze theorie een aandeel overgewaardeerd is. Echter, als hij denkt een redelijke kans te maken om het aandeel te kunnen verkopen tegen een nog hogere js op een later tijdstip, dan zal hij wel bereid zijn de in zijn ogen te hoge prijs te betalen, gezien kan behalen. Goede voorbeelden van deze theorie uit een recent verleden een beeld vormt van wat de publieke nieuws” naar voren. Men leest en hoort informatie en neemt zullen denken. De media is een belangrijke rol bij het Onderzoek van Flynn en Staw (2004) toont aan dat in het licht stelt, de aandelen van die organisaties populairder zijn onder beleggers dan organisaties waarbij dit niet het geval is (gecorrigeerd voor en dat managers negatieve de reputatie van hun organisatie (Pharoah aandacht op het gedrag van het advertentie door Robert Monks in The Wall uit ontevredenheid over het niet uitvoeren van voorstellen vanuit de ieder lid van het bestuur van Sears met een Skeel (2001) meldt dat deze actie tot voorgestelde wijzigingen alsnog werden les (2002) werd gemeld dat de directie van heeft aan Monks omdat ze nog steeds om deze actie worden concludeert dat vijf maanden na zoals Monks had voorgesteld. Monks en van 9,5 procent werd

(7)

geboekt, en dat dit mede veroorzaakt heeft dat gestegen.

Bovenstaande is een goed voorbeeld van wat met media dit met invloeden vanuit alleen de

Om de sensatiewaarde te verhogen he voorbeeld hiervan is de recente

van Toyota. De gevolgen van dit soort media

Hoewel de kosten van daadwerkelijk voorgekomen incidenten redelij gevolgen van reputatieschade vele mal

aandacht op het gebied van organisaties Hayward et al (2004) beargumenteren

die ofwel op een consistente manier strategische keuzes maken wat betreft de strategie, dan de gevestigde orde.

goede prestaties van de organisatie

worden andere omgevingsfactoren die wellicht de oorzaak zijn van de prestatie genegeerd. Hayward et al (2004) beschrijven een belangrijk gevolg van deze media

de betreffende CEO door zijn of haar gaan overschatten. Een gevolg van deze

Uit bovenstaande uiteenzetting blijkt dat managers reputatie hoo is echter moeilijk te bepalen of de financiële prestat

door de acties van het management of door algemene economische ontwikkelingen. Çonnor (1972) beargumenteren dat

een organisatie. Holmstrom (1982) beargumenteert

moeilijk zijn in te schatten en dat er erg veel ruis in de prestatiemaatstaven zit. daadwerkelijke capaciteiten van een CEO zijn

Malmendier en Tate (2009) blijkt dat naarmate de status v prestaties van deze organisaties achterblijven

onderzoek blijkt dat CEOs met een hogere status een hoger salaris CEOs zonder een hoge status die dezelfde prestatie

mogelijk aan doen om zijn/haar statusniveau

een groot deel bepaald door de berichtgeving die over een bepaalde CEO wordt vrijgegeven in de vorm van lijsten. De vraag is natuurlijk wat hij/zij eraan kan doen om deze status zover mogelijk op te schroeven.

Een belangrijke indicator om de prestaties van een CEO te beoordelen is de een organisatie. Een belangrijke factor die van invloed is op de

beleggingsadvies dat wordt afgegeven door analisten.

op informatie die ze tot zich nemen. Het is echter de vraag of analisten zich ook laten beïnvloeden door de lijsten die in de media worden gepresenteerd.

doen, dan heeft de publicatie van de lijsten waarschijnlijk een ve een CEO.

1.2

1.2

1.2

1.2

Probleemstelling

Het in de vorige paragraaf besproken

onderzocht worden wat de invloed van media

worden afgegeven door het management, en welke invloed deze media Hoofdstuk 1 Inleiding

mede veroorzaakt heeft dat het aandeel over het hele jaar met 37 procent Bovenstaande is een goed voorbeeld van wat met media-aandacht wel bereikt kan worden,

alleen de aandeelhouders niet was gelukt.

Om de sensatiewaarde te verhogen hebben mediapublicaties vaak een negatieve lading.

recente media-aandacht betreffende het blijven hangen van de gaspedalen van dit soort media-aandacht lijkt ook redelijk voor de hand te liggen. Hoewel de kosten van daadwerkelijk voorgekomen incidenten redelijk te overzien

gevolgen van reputatieschade vele malen groter. In de praktijk zien we dan ook dat media organisaties en hun CEOs dan ook vaak een negatieve lading hebben beargumenteren dat journalisten vooral positief zullen berichten over CEO een consistente manier strategische keuzes maken, of juist een andere aanpak kiezen

dan de gevestigde orde. Als een CEO op deze manier opvalt, zullen de organisatie al snel door de pers worden toegewezen aan deze aanpak, en worden andere omgevingsfactoren die wellicht de oorzaak zijn van de prestatie genegeerd. Hayward et al (2004) beschrijven een belangrijk gevolg van deze media-aandacht, namel

zijn of haar prestaties uit het verleden de toekomstige prestaties kan gaan overschatten. Een gevolg van deze overschatting kan zijn dat CEOs arrogant

Uit bovenstaande uiteenzetting blijkt dat managers reputatie hoog op de agenda hebben staan. Het moeilijk te bepalen of de financiële prestaties van organisaties nu worden

door de acties van het management of door algemene economische ontwikkelingen.

Çonnor (1972) beargumenteren dat managers een beperkte invloed hebben op de prestatie Holmstrom (1982) beargumenteert dat de prestaties van het management moeilijk zijn in te schatten en dat er erg veel ruis in de prestatiemaatstaven zit.

aciteiten van een CEO zijn, is dus moeilijk te bepalen. Uit onderzoek van Malmendier en Tate (2009) blijkt dat naarmate de status van een CEO hoger is,

aties achterblijven op vergelijkbare organisaties.

s met een hogere status een hoger salaris ontvangen ten opzichte van s zonder een hoge status die dezelfde prestaties leveren. Een CEO zal er zelf dus zoveel mogelijk aan doen om zijn/haar statusniveau op te schroeven. Dit statusniveau wordt vaak voor een groot deel bepaald door de berichtgeving die over een bepaalde CEO wordt vrijgegeven

De vraag is natuurlijk wat hij/zij eraan kan doen om deze status zover e indicator om de prestaties van een CEO te beoordelen is de

Een belangrijke factor die van invloed is op de koers van een aandeel is het afgegeven door analisten. Analisten baseren de belegging

informatie die ze tot zich nemen. Het is echter de vraag of analisten zich ook laten beïnvloeden door de lijsten die in de media worden gepresenteerd. Mochten analisten dit wel doen, dan heeft de publicatie van de lijsten waarschijnlijk een versterkend effect op de status van

de vorige paragraaf besproken thema zal centraal staan in deze scriptie.

onderzocht worden wat de invloed van media-aandacht is op de resultaatvoorspelling

worden afgegeven door het management, en welke invloed deze media-aandacht heeft op de het aandeel over het hele jaar met 37 procent is aandacht wel bereikt kan worden, terwijl vaak een negatieve lading. Een goed aandacht betreffende het blijven hangen van de gaspedalen aandacht lijkt ook redelijk voor de hand te liggen. k te overzien zijn, zijn de en groter. In de praktijk zien we dan ook dat media-en hun CEOs dan ook vaak emedia-en negatieve lading hebbmedia-en.

f zullen berichten over CEOs of juist een andere aanpak kiezen Als een CEO op deze manier opvalt, zullen de al snel door de pers worden toegewezen aan deze aanpak, en worden andere omgevingsfactoren die wellicht de oorzaak zijn van de prestatie genegeerd. aandacht, namelijk dat de toekomstige prestaties kan

s arrogant worden. enda hebben staan. Het ies van organisaties nu worden veroorzaakt door de acties van het management of door algemene economische ontwikkelingen. Lieberson & invloed hebben op de prestaties van dat de prestaties van het management moeilijk zijn in te schatten en dat er erg veel ruis in de prestatiemaatstaven zit. Wat nu de is dus moeilijk te bepalen. Uit onderzoek van an een CEO hoger is, de financiële op vergelijkbare organisaties. Uit ditzelfde ontvangen ten opzichte van . Een CEO zal er zelf dus zoveel usniveau wordt vaak voor een groot deel bepaald door de berichtgeving die over een bepaalde CEO wordt vrijgegeven, vaak De vraag is natuurlijk wat hij/zij eraan kan doen om deze status zover e indicator om de prestaties van een CEO te beoordelen is de aandelenkoers van van een aandeel is het Analisten baseren de beleggingsadviezen informatie die ze tot zich nemen. Het is echter de vraag of analisten zich ook laten Mochten analisten dit wel rsterkend effect op de status van

thema zal centraal staan in deze scriptie. In deze scriptie zal resultaatvoorspellingen die aandacht heeft op de

(8)

beleggingsadviezen die door analisten worden afgegeven. Dit thema kan verder worden onderverdeeld in onderstaande hoofd

1.2.1 1.2.1 1.2.1

1.2.1 Hoofdvraag

De hoofdvraag zoals die in deze scriptie behandeld gaat worden kan als volgt worden geformuleerd:

Welke relatie bestaat er tussen media a) Het aantal resultaatvoorspellingen b) De waardering die analisten geven a

besteed? 1.2.2

1.2.2 1.2.2

1.2.2 Deelvragen

De hoofdvraag kan opgedeeld w

Om een beeld te krijgen wat er in de literatuur bekend is over de hoofdvraag worden de volgende deelvragen over literatuur gesteld:

1. Wat is er in de literatuur bekend

corporate governance beleid van organisatie

2. Wat is er in de literatuur bekend over de relatie tussen het corporate governance beleid van een organisatie en de re

3. Wat is er in de literatuur bekend over de en de publieke berichtgeving

Om een antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag is het nodig om een aantal begrippen te operationaliseren, namelijk “media

“waardering van analisten”:

4. Hoe kan het begrip “media

5. Hoe kan het begrip “resultaatvoorspellingen” worden geoperationaliseerd? 6. Hoe kan het begrip “waardering van analisten” worden

Met de beantwoording van beantwoorden:

7. Welke relatie bestaat er tussen media

management en de beleggingsadviezen van analisten?

8. Welke conclusies kunnen getrokken worden en welke aanbevelingen kunnen gedaan worden op basis van de onderzoc

1.3

1.3

1.3

1.3

Resultaten en implicaties

In dit onderzoek is een poging gedaan om een relatie te leggen tussen media resultaatvoorspellingen van het management en de relatie tussen media beleggingsadvies van analisten.

beleggingsadviezen die door analisten worden afgegeven. Dit thema kan verder worden onderverdeeld in onderstaande hoofd- en deelvragen.

zoals die in deze scriptie behandeld gaat worden kan als volgt worden

Welke relatie bestaat er tussen media-aandacht en:

resultaatvoorspellingen die worden afgegeven door het management

e waardering die analisten geven aan de organisaties waaraan aandacht wordt

De hoofdvraag kan opgedeeld worden in de hieronder genoemde deelvragen.

Om een beeld te krijgen wat er in de literatuur bekend is over de hoofdvraag worden de volgende eld:

Wat is er in de literatuur bekend over de relatie tussen publieke berichtgeving en het corporate governance beleid van organisaties?

Wat is er in de literatuur bekend over de relatie tussen het corporate governance beleid van een organisatie en de resultaatvoorspellingen die het management afgeeft

Wat is er in de literatuur bekend over de relatie tussen het beleggingsadvies van analisten publieke berichtgeving over CEOs?

Om een antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag is het nodig om een aantal begrippen te “media-aandacht”, “kwaliteit van de resultaatvoorspelling” en

Hoe kan het begrip “media-aandacht” worden geoperationaliseerd? Hoe kan het begrip “resultaatvoorspellingen” worden geoperationaliseerd?

kan het begrip “waardering van analisten” worden geoperationaliseerd?

bovenstaande deelvragen kunnen we de laatste deelvra

Welke relatie bestaat er tussen media-aandacht, resultaatvoorspellingen van het management en de beleggingsadviezen van analisten?

Welke conclusies kunnen getrokken worden en welke aanbevelingen kunnen gedaan worden op basis van de onderzochte relaties?

implicaties

In dit onderzoek is een poging gedaan om een relatie te leggen tussen media resultaatvoorspellingen van het management en de relatie tussen media beleggingsadvies van analisten.

beleggingsadviezen die door analisten worden afgegeven. Dit thema kan verder worden

zoals die in deze scriptie behandeld gaat worden kan als volgt worden

door het management?

waaraan aandacht wordt

orden in de hieronder genoemde deelvragen.

Om een beeld te krijgen wat er in de literatuur bekend is over de hoofdvraag worden de volgende

relatie tussen publieke berichtgeving en het Wat is er in de literatuur bekend over de relatie tussen het corporate governance beleid

sultaatvoorspellingen die het management afgeeft?

relatie tussen het beleggingsadvies van analisten

Om een antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag is het nodig om een aantal begrippen te aandacht”, “kwaliteit van de resultaatvoorspelling” en

Hoe kan het begrip “resultaatvoorspellingen” worden geoperationaliseerd? geoperationaliseerd?

bovenstaande deelvragen kunnen we de laatste deelvragen

, resultaatvoorspellingen van het Welke conclusies kunnen getrokken worden en welke aanbevelingen kunnen gedaan

In dit onderzoek is een poging gedaan om een relatie te leggen tussen media-aandacht en resultaatvoorspellingen van het management en de relatie tussen media-aandacht en het

(9)

Om het begrip media-aandacht te operationaliseren is gebruikt gemaakt van de publicatie van het artikel “The Best & Worst Boards” gepubliceerd in 1996,

resultaatvoorspellingen van het management zijn geoperationaliseerd door middel

naar krantenartikelen die berichten over gedane resultaatvoorspellingen door het management. is gekeken in hoeverre de “beste” boards meer resultaatvoorspellingen afgeven dan de “slechtste” boards. Op basis van de resultaten kan worden g

opvallend is dat organisaties gerubriceerd onder de “beste” boards meer af gaan geven na publicatie.

Als we kijken naar eventuele correctieve acties van boards van organisaties die zijn ge onder de “slechtste” boards dan kunnen we hier de

acties worden waargenomen.

Wat betreft de beleggingsadviezen van analisten is gebruik gemaakt van de I/B/E/S database waarin de waardering van analisten

“1” staat voor “strong buy” en “5” staat voor “sell”.

beleggingsadviezen blijkt dat de adviezen onder analisten van organisaties die onder de “beste” boards niet beter worden en de adviezen

onder de “slechtste” boards niet slechte

gemiddelde standaarddeviatie van het beleggingsadvies van organisaties die zijn gerangschikt onder de “beste” boards hoger is dan de

gerangschikt onder de “slechtste” boards. Dit is zow

Week-artikel het geval. Uit verdere analyse blijkt dat organisaties gerangschikt onder de “beste” boards worden gevolgd door meer analisten dan organisaties die zijn gerangschikt onder de “slechtste” boards. Ook deze resultaten zijn zowel voor als na publicatie te zien.

Als laatste kunnen we concluderen dat boards van organisaties waarvan de standaarddeviatie van het beleggingsadvies onder analisten hoger

organisaties met een lagere standaarddeviatie van het beleggingsadvies onder analisten. Gezien de bovenstaande resultaten

duidelijke relatie is tussen media

media-aandacht en beleggingsadviezen van analisten.

1.4

1.4

1.4

1.4

Relevantie en bijdrage

Als we naar de probleemstelling en onderliggende hoofd aantal onderwerpen aangesneden.

vier literatuurstromen te weten:

1. De relatie tussen media-aandacht en het corporate governance beleid van organisaties 2. De relatie tussen het ranken

organisaties;

3. De relatie tussen resultaatvoorspellingen organisaties; en

4. De relatie tussen de waardering van een aandeel door analisten en het corporate governance beleid van organisaties

Op het gebied van de relatie tussen media

organisaties hebben Johnson et al (2005) onderzoek gedaan naar de invloed van de pers op Hoofdstuk 1 Inleiding

aandacht te operationaliseren is gebruikt gemaakt van de publicatie van het artikel “The Best & Worst Boards” gepubliceerd in 1996, 1997 en 2000 in Business Week. resultaatvoorspellingen van het management zijn geoperationaliseerd door middel

naar krantenartikelen die berichten over gedane resultaatvoorspellingen door het management. de “beste” boards meer resultaatvoorspellingen afgeven dan de “slechtste” boards. Op basis van de resultaten kan worden geconcludeerd dat dit niet het geval is. Wat opvallend is dat organisaties gerubriceerd onder de “beste” boards meer resultaatvoorspelling Als we kijken naar eventuele correctieve acties van boards van organisaties die zijn ge

onder de “slechtste” boards dan kunnen we hier de conclusie trekken dat er geen correct Wat betreft de beleggingsadviezen van analisten is gebruik gemaakt van de I/B/E/S database

van analisten is opgenomen op een 5-punts schaalverdeling

en “5” staat voor “sell”. Uit de analyse van de resultaten van de beleggingsadviezen blijkt dat de adviezen onder analisten van organisaties die

“beste” boards niet beter worden en de adviezen van organisaties die zijn gerangschikt onder de “slechtste” boards niet slechter worden na publicatie. Wat verder opvalt is dat de gemiddelde standaarddeviatie van het beleggingsadvies van organisaties die zijn gerangschikt onder de “beste” boards hoger is dan de gemiddelde standaarddeviatie van organisaties gerangschikt onder de “slechtste” boards. Dit is zowel voor als na publicatie van het

artikel het geval. Uit verdere analyse blijkt dat organisaties gerangschikt onder de “beste” boards worden gevolgd door meer analisten dan organisaties die zijn gerangschikt onder de

eze resultaten zijn zowel voor als na publicatie te zien.

Als laatste kunnen we concluderen dat boards van organisaties waarvan de standaarddeviatie van het beleggingsadvies onder analisten hoger is, niet minder resultaatvoorspellingen afgeven

standaarddeviatie van het beleggingsadvies onder analisten. Gezien de bovenstaande resultaten kunnen we op basis van dit onderzoek concluderen dat er duidelijke relatie is tussen media-aandacht en resultaatvoorspellingen van het

aandacht en beleggingsadviezen van analisten.

Relevantie en bijdrage

Als we naar de probleemstelling en onderliggende hoofd- en deelvragen kijken dan worden er een aantal onderwerpen aangesneden. Het onderzoek in deze scriptie bevindt zich op het raakvlak van

aandacht en het corporate governance beleid van organisaties ranken van organisaties en het corporate governance beleid resultaatvoorspellingen en het corporate governance beleid van De relatie tussen de waardering van een aandeel door analisten en het corporate governance beleid van organisaties.

relatie tussen media-aandacht en het corporate governance beleid van Johnson et al (2005) onderzoek gedaan naar de invloed van de pers op

aandacht te operationaliseren is gebruikt gemaakt van de publicatie van het 1997 en 2000 in Business Week. De resultaatvoorspellingen van het management zijn geoperationaliseerd door middel van het zoeken naar krantenartikelen die berichten over gedane resultaatvoorspellingen door het management. Er de “beste” boards meer resultaatvoorspellingen afgeven dan de “slechtste” econcludeerd dat dit niet het geval is. Wat resultaatvoorspellingen Als we kijken naar eventuele correctieve acties van boards van organisaties die zijn gerangschikt conclusie trekken dat er geen correctieve Wat betreft de beleggingsadviezen van analisten is gebruik gemaakt van de I/B/E/S database punts schaalverdeling, waarbij een Uit de analyse van de resultaten van de beleggingsadviezen blijkt dat de adviezen onder analisten van organisaties die zijn gerangschikt van organisaties die zijn gerangschikt verder opvalt is dat de gemiddelde standaarddeviatie van het beleggingsadvies van organisaties die zijn gerangschikt standaarddeviatie van organisaties el voor als na publicatie van het Business artikel het geval. Uit verdere analyse blijkt dat organisaties gerangschikt onder de “beste” boards worden gevolgd door meer analisten dan organisaties die zijn gerangschikt onder de

eze resultaten zijn zowel voor als na publicatie te zien.

Als laatste kunnen we concluderen dat boards van organisaties waarvan de standaarddeviatie van niet minder resultaatvoorspellingen afgeven dan standaarddeviatie van het beleggingsadvies onder analisten.

concluderen dat er geen aandacht en resultaatvoorspellingen van het management en

en deelvragen kijken dan worden er een zich op het raakvlak van

aandacht en het corporate governance beleid van organisaties; het corporate governance beleid van en het corporate governance beleid van De relatie tussen de waardering van een aandeel door analisten en het corporate

aandacht en het corporate governance beleid van Johnson et al (2005) onderzoek gedaan naar de invloed van de pers op de

(10)

creatie van aandeelhouderswaarde.

hogere koerswinst verhouding hebben dan aandelen die deze aandacht niet hebben gehad. Tegen de verwachting in vinden zij dat negatieve media

koers van een aandeel. Als verklaring hiervoor noemen Johnson et al mogelijkheden. De eerste is toeval, de tweede

berichtgeving resulteert meer media van contra-investeerders.

Dyck et al (2008) onderzoeken de

meer er gelobbyd wordt, hoe meer aandacht er wordt besteed aan gebied van corporate governance in de Anglo

aandacht er in de Anglo-Amerikaanse pers wordt besteed vaker de wetsovertreding wordt gecorrigeerd.

Joe et al (2009) onderzoeken de mate waarin organisaties reageren op neg

en vinden dat het management inderdaad corrigerende acties neemt na de negatieve publiciteit. Voorbeelden van deze acties zijn het wisselen van CEO

onafhankelijke leden in de board

van de negatieve publiciteit reageren door aandelen te verkopen. Investeringsmaatschappijen reageren alsof ze al anticiperen op de correctieve acties van het management.

Hayward et al (2004) beargumenteren

toegeschreven aan CEOs en wanneer niet. Hayward et al

beleid voert dat in lijn ligt met het eerder uitgevoerde beleid

organisatie, of het beleid juist in grote mate verschilt van het beleid da

organisatie is gevoerd, de resultaten bijna altijd worden toegewezen aan het gevoerde beleid van de CEO en dat omgevingsfactoren snel ondergesneeuwd raken. Deze manier van red

ertoe leiden dat CEOs teveel zelfvertrouwen kr

Core et al (2008) onderzoeken de invloed van media op de beloning van manager

er meer media-aandacht wordt besteed aan managers die een piek hebben in het uitbetalen van hun bonus dan wanneer het salaris over een langere periode

vinden zij dat er meer media aandacht wordt besteed aan managers die veel opties verzilveren. Als we kijken naar de eerste stroom literatuur zien we dat er op het gebied van media vooral aandacht is besteed aan de invloed van de

algemene corporate governance beleid van organisaties. Goede voorbeelden van expliciete acties van het management op publiciteit

Onderdeel van de corporate governance structuur is het doen van resultaatvoorspellingen. De bijdrage die deze scriptie zal leveren is het leggen van de relatie tussen media

resultaatvoorspellingen van het management. Op het gebied van de relatie tussen het beleid van organisaties hebben

de invloed van de status van een CEO op de prestaties van de die prestigieuze prijzen winnen

prestaties, maar ook t.o.v. de prestaties van ander prijzen winnen een hoger salaris hebben dan CEOs. Ook gaan de winnaars van

organisatie zelf en zich steeds meer bezighouden met publieke en privé aangelegenheden. creatie van aandeelhouderswaarde. Zij vinden dat bij positieve media-aandacht

hebben dan aandelen die deze aandacht niet hebben gehad. Tegen dat negatieve media-aandacht ook een positief

koers van een aandeel. Als verklaring hiervoor noemen Johnson et al

De eerste is toeval, de tweede is het publiciteitseffect (ongeacht de inhoud van de berichtgeving resulteert meer media-aandacht in een hogere koerswinst) en een derde is de reactie 8) onderzoeken de rol van de media bij investeringsfondsen. Zij vinden dat hoe d wordt, hoe meer aandacht er wordt besteed aan wettelijke overtredingen op het

nance in de Anglo-Amerikaanse pers. Ook vinden zij dat h Amerikaanse pers wordt besteed aan de wettelijke overtredingen, overtreding wordt gecorrigeerd.

Joe et al (2009) onderzoeken de mate waarin organisaties reageren op negatieve media

management inderdaad corrigerende acties neemt na de negatieve publiciteit. cties zijn het wisselen van CEOs en het aantrekken van meer board. Verder vinden ze dat individuele investeerders in het verlengde van de negatieve publiciteit reageren door aandelen te verkopen. Investeringsmaatschappijen reageren alsof ze al anticiperen op de correctieve acties van het management.

beargumenteren wanneer de prestaties van de

s en wanneer niet. Hayward et al (2004) redeneren dat als een CEO een in lijn ligt met het eerder uitgevoerde beleid door de CEO bij een andere organisatie, of het beleid juist in grote mate verschilt van het beleid dat in het verleden in de organisatie is gevoerd, de resultaten bijna altijd worden toegewezen aan het gevoerde beleid van de CEO en dat omgevingsfactoren snel ondergesneeuwd raken. Deze manier van red

s teveel zelfvertrouwen krijgen.

Core et al (2008) onderzoeken de invloed van media op de beloning van manager

aandacht wordt besteed aan managers die een piek hebben in het uitbetalen van hun bonus dan wanneer het salaris over een langere periode net zo hoog is als de piek.

vinden zij dat er meer media aandacht wordt besteed aan managers die veel opties verzilveren. Als we kijken naar de eerste stroom literatuur zien we dat er op het gebied van media

de invloed van de media op de hoogte van de aand

algemene corporate governance beleid van organisaties. Goede voorbeelden van expliciete acties van het management op publiciteit in de media is een nog onbelichte kant in de literatuur.

deel van de corporate governance structuur is het doen van resultaatvoorspellingen. De bijdrage die deze scriptie zal leveren is het leggen van de relatie tussen media

resultaatvoorspellingen van het management.

tussen het “ranken” van organisaties en het corporate governance onder andere Malmendier en Tate (2009) onderzoek gedaan naar de invloed van de status van een CEO op de prestaties van de organisatie. Zij vinden dat CEO

prestigieuze prijzen winnen hierna slechter gaan presteren ten opzichte van prestaties, maar ook t.o.v. de prestaties van andere CEOs. Zij vinden dat CEO

een hoger salaris hebben dan in de jaren daarvoor, ook ten

s. Ook gaan de winnaars van “awards” minder tijd besteden aan het besturen van de organisatie zelf en zich steeds meer bezighouden met publieke en privé aangelegenheden. aandacht aandelen een hebben dan aandelen die deze aandacht niet hebben gehad. Tegen aandacht ook een positief effect heeft op de koers van een aandeel. Als verklaring hiervoor noemen Johnson et al (2005) een aantal is het publiciteitseffect (ongeacht de inhoud van de aandacht in een hogere koerswinst) en een derde is de reactie rol van de media bij investeringsfondsen. Zij vinden dat hoe wettelijke overtredingen op het Amerikaanse pers. Ook vinden zij dat hoe meer aan de wettelijke overtredingen, hoe atieve media-aandacht management inderdaad corrigerende acties neemt na de negatieve publiciteit. s en het aantrekken van meer ndividuele investeerders in het verlengde van de negatieve publiciteit reageren door aandelen te verkopen. Investeringsmaatschappijen reageren alsof ze al anticiperen op de correctieve acties van het management.

anneer de prestaties van de organisatie worden redeneren dat als een CEO een door de CEO bij een andere t in het verleden in de organisatie is gevoerd, de resultaten bijna altijd worden toegewezen aan het gevoerde beleid van de CEO en dat omgevingsfactoren snel ondergesneeuwd raken. Deze manier van redeneren kan Core et al (2008) onderzoeken de invloed van media op de beloning van managers. Zij vinden dat aandacht wordt besteed aan managers die een piek hebben in het uitbetalen van net zo hoog is als de piek. Verder vinden zij dat er meer media aandacht wordt besteed aan managers die veel opties verzilveren. Als we kijken naar de eerste stroom literatuur zien we dat er op het gebied van media-aandacht

media op de hoogte van de aandelenprijs en het algemene corporate governance beleid van organisaties. Goede voorbeelden van expliciete acties de media is een nog onbelichte kant in de literatuur. deel van de corporate governance structuur is het doen van resultaatvoorspellingen. De bijdrage die deze scriptie zal leveren is het leggen van de relatie tussen media-aandacht en de en het corporate governance 9) onderzoek gedaan naar . Zij vinden dat CEOs slechter gaan presteren ten opzichte van hun eigen dat CEOs die prestigieuze ook ten opzichte van collega minder tijd besteden aan het besturen van de organisatie zelf en zich steeds meer bezighouden met publieke en privé aangelegenheden.

(11)

Bovenstaande effecten zijn het grootst bij governance hebben.

Wade et al (2006) onderzoeken de relatie tussen management aan de hand van

vinden dat als de organisatie

verdienen dan CEOs die niet gerangschikt zijn.

hoog gerangschikte CEOs te maken met een hogere daling van het salaris in verhouding minder hoog genoteerde CEOs.

termijn een positief effect hebben wordt.

Op het gebied van scoren op onafhankelijkheid naar de invloed van “old boys network” genieten, sneller worden weggestuurd na voor de relatie tussen financiële

Op het gebied van het ranken zien we dat onderzoek is gedaan naar de CEOs en raden van commissarissen. De methode van het

gebracht met onderzoek naar de resultaatvoorspelling en de waardering van analisten. schrijven van deze scriptie zal onderzocht worden of

Als we kijken naar de literatuur

corporate governance beleid van organisaties

tegen. Zij onderzoeken de relatie tussen de hoeveelheid onafhankelijke

aanwezigheid van institutionele beleggers en de eigenschappen van de resultaatvoorspellingen die worden afgegeven. De resultaten laten zien dat bij organisaties die meer onafhankelijke boardleden en meer institutionele beleggers hebben

resultaatvoorspelling en ook meer resultaatvoorspellingen worden afgegeven. Tevens dat deze organisaties meer specifieke en

Karamanou en Vafeas (2005) onderzoeken de

audit commissie en resultaatvoorspellingen. Zij vinden dat hoe effectiever de commissie is, des te groter de kans

deze ook bijstelt. Tevens zijn de resultaatvoorspellingen van deze organisaties minder precies, meer accuraat en is de kans op een positieve marktreactie groter.

Hribar en Yang (2006) onderzoeken de relatie tussen de mate van CEO

resultaatvoorspelling van het management. Zij vinden dat naar mate een CEO meer zelfvertrouwen heeft hij/zij vaker de resultaatvoorspelling

meer zelfvertrouwen meer preciezere resultaatvoorspellingen afgeven CEOs met meer vertouwen

resultaatvoorspelling te komen.

Als we kijken naar de onderzoeken die gedaan zijn op het gebied zien we onderzoek naar de onafhankelijkheid en mate van Tevens is onderzoek gedaan naar de invloed van

resultaatvoorspellingen. Onderzoek naar resultaatvoorspellingen in relatie gebracht met de hoeveelheid media-aandacht die een organisatie kri

dit vlak zal deze scriptie een bijdrage leveren aan de literatuur. Hoofdstuk 1 Inleiding

Bovenstaande effecten zijn het grootst bij organisaties die een zwakkere vorm van corporate Wade et al (2006) onderzoeken de relatie tussen organisatieprestatie en de beloning van het management aan de hand van de “CEO van het jaar” publicatie van de Fina

tieprestaties hoog zijn, CEOs die hoog gerangsch s die niet gerangschikt zijn. Bij achterblijvende organisatie

s te maken met een hogere daling van het salaris in verhouding s. Tevens vinden zij dat hoger gerangschikte CEO

hebben op de bedrijfsresultaten, welke op de langere termijn negatief scoren op onafhankelijkheid hebben Hwang en Kim (2009) onderzoek gedaan naar de invloed van “old boys network” . Zij vinden dat onafhankelijke boards

neller worden weggestuurd na slechte prestaties en een hogere gevoeligheid kennen voor de relatie tussen financiële prestaties en salaris (pay for performance).

zien we dat onderzoek is gedaan naar de prestaties en beloning van s en raden van commissarissen. De methode van het ranken is nog niet eerder in relatie

ar de resultaatvoorspelling en de waardering van analisten. van deze scriptie zal onderzocht worden of deze relaties bestaat.

naar de literatuur op het gebied van de relatie tussen resultaatvoorspellingen en het vernance beleid van organisaties, dan komen we onderzoek van Ajinkya et al (200

de relatie tussen de hoeveelheid onafhankelijke

aanwezigheid van institutionele beleggers en de eigenschappen van de resultaatvoorspellingen die worden afgegeven. De resultaten laten zien dat bij organisaties die meer onafhankelijke leden en meer institutionele beleggers hebben, de kans groter is dat er überhaupt een

en ook meer resultaatvoorspellingen worden afgegeven. Tevens dat deze organisaties meer specifieke en meer accurate resultaatvoorspelling Karamanou en Vafeas (2005) onderzoeken de relatie tussen de eigenschappen van

udit commissie en resultaatvoorspellingen. Zij vinden dat hoe effectiever de

des te groter de kans is dat het management een resultaatvoorspelling afgeeft en evens zijn de resultaatvoorspellingen van deze organisaties minder precies, meer accuraat en is de kans op een positieve marktreactie groter.

(2006) onderzoeken de relatie tussen de mate van CEO zelfvertrouwen

n het management. Zij vinden dat naar mate een CEO meer heeft hij/zij vaker de resultaatvoorspelling mist. Verder vinden zij dat CEO

meer preciezere resultaatvoorspellingen afgeven. Als laatste vinden ze dat meer vertouwen agressievere accounting methoden gebruiken om tot een resultaatvoorspelling te komen.

Als we kijken naar de onderzoeken die gedaan zijn op het gebied van resultaatvoorspellingen, zien we onderzoek naar de onafhankelijkheid en mate van zelfvertrouwen

Tevens is onderzoek gedaan naar de invloed van board en audit commissie in relatie tot resultaatvoorspellingen. Onderzoek naar resultaatvoorspellingen in relatie gebracht met de

aandacht die een organisatie krijgt is tot nu toe onderbelicht gebleven. dit vlak zal deze scriptie een bijdrage leveren aan de literatuur.

n zwakkere vorm van corporate prestatie en de beloning van het publicatie van de Financial World. Zij s die hoog gerangschikt zijn meer organisatieprestaties krijgen s te maken met een hogere daling van het salaris in verhouding tot hoger gerangschikte CEOs op de korte op de bedrijfsresultaten, welke op de langere termijn negatief g en Kim (2009) onderzoek gedaan boards een lager salaris een hogere gevoeligheid kennen prestaties en beloning van is nog niet eerder in relatie ar de resultaatvoorspelling en de waardering van analisten. Met het relatie tussen resultaatvoorspellingen en het we onderzoek van Ajinkya et al (2005) de relatie tussen de hoeveelheid onafhankelijke bestuursleden en de aanwezigheid van institutionele beleggers en de eigenschappen van de resultaatvoorspellingen die worden afgegeven. De resultaten laten zien dat bij organisaties die meer onafhankelijke groter is dat er überhaupt een en ook meer resultaatvoorspellingen worden afgegeven. Tevens vinden zij resultaatvoorspellingen afgeven. relatie tussen de eigenschappen van de board en udit commissie en resultaatvoorspellingen. Zij vinden dat hoe effectiever de board en audit het management een resultaatvoorspelling afgeeft en evens zijn de resultaatvoorspellingen van deze organisaties minder precies, zelfvertrouwen en de n het management. Zij vinden dat naar mate een CEO meer mist. Verder vinden zij dat CEOs met . Als laatste vinden ze dat accounting methoden gebruiken om tot een van resultaatvoorspellingen, vertrouwen van het bestuur. commissie in relatie tot resultaatvoorspellingen. Onderzoek naar resultaatvoorspellingen in relatie gebracht met de jgt is tot nu toe onderbelicht gebleven. Ook op

(12)

Fanelli et al (2009) hebben onderzoek gedaan op het gebied van de vierde literatuurstroom. Zij onderzoeken wat de invloed is van charisma o

analisten. Uit de resultaten blijkt dat op de beleggingsadviezen die

uniform beleggingsadvies bestaat onder analisten naarmate een CEO een meer charismatische visie heeft. Tevens blijkt dat er ook een positieve relatie bestaat tussen charismatische visie v CEOs en het doen van verkeerde voorspellingen van

Flynn en Staw (2004) onderzoeken ook de relatie tussen charismatische eigenschappen van een CEO en de voorkeur van analisten. Uit de resultaten blijkt dat de aandelen van

charismatische CEOs beter gewaardeerd worden dan

CEO. Deze eigenschap wordt versterkt naarmate de economische omstandigheden verslechteren. De resultaten laten ook zien dat

investeringen in de aandelen van een o

naarmate de toekomstperspectieven van de organisatie minder rooskleurig zijn. Verder tonen de resultaten aan dat de aanwezigheid van een charismatische CEO invloed kan hebben op de mate van risicoaversheid van beleggers.

Op het gebied van de waardering die analisten geven aan aandelen is geschonken aan de invloed van chari

aandacht op de waardering van analisten is relatie tussen media-aandacht en

bod komen.

Op basis van bovenstaande uiteenzetting wordt in deze scriptie een poging gedaan tot het bijdragen van kennis op het gebied van resultaatvoorspellingen door het management en de waardering van analisten. Dit zal gedaan worden door hier de relatie te leggen tussen de resultaatvoorspellingen van het management en de waardering van analisten en de hoeveelheid/waardering die de organisatie krijgt in de media.

1.5

1.5

1.5

1.5

Afbakening

Het doel van dit onderzoek is om de relatie te leggen tussen media management gepresenteerde resultaatvoorspelling en de

analisten.

De keuze om media-aandacht als centraal onderwerp te kiezen voor deze scriptie is omdat er op dit gebied de laatste jaren enorm

door de ontwikkelingen van internet allerlei vormen van info

bijgekomen. Door deze ontwikkelingen heeft de globalisering de laatste jaren alleen maar grotere vormen aangenomen. Dit beteken

sneller en makkelijker beschik

betrouwbaar, hier komen we in het volgende hoofdstuk nog uitgebreid op terug. Echter beteken deze grote beschikbaarheid van informatie ook dat de invloed van berichtgeving erg groot kan zijn. De impact van vrijgekomen info

berichtgeving simpelweg te complex is kan nooit de exacte impact van de media bepaald worden. Om toch een bijdrage te leveren aan dit complexe geheel van impactbepalingen is

onderzoek voor gekozen om te onderzoeken wat de impact is

management opgestelde resultaatvoorspellingen en de beleggingsadviezen van analisten.

Fanelli et al (2009) hebben onderzoek gedaan op het gebied van de vierde literatuurstroom. Zij onderzoeken wat de invloed is van charisma op het beleggingsadvies en voorspellingen van analisten. Uit de resultaten blijkt dat de charismatische visie van CEOs een positief effect heeft op de beleggingsadviezen die individuele analisten afgeven. Verder blijkt dat er een meer bestaat onder analisten naarmate een CEO een meer charismatische visie heeft. Tevens blijkt dat er ook een positieve relatie bestaat tussen charismatische visie v

s en het doen van verkeerde voorspellingen van organisatieprestaties do

Flynn en Staw (2004) onderzoeken ook de relatie tussen charismatische eigenschappen van een CEO en de voorkeur van analisten. Uit de resultaten blijkt dat de aandelen van

s beter gewaardeerd worden dan organisaties met minder

CEO. Deze eigenschap wordt versterkt naarmate de economische omstandigheden verslechteren. De resultaten laten ook zien dat de aanwezigheid van een charismatische CEO leidt tot meer investeringen in de aandelen van een organisatie, en dat de invloed van de CEO groter wordt naarmate de toekomstperspectieven van de organisatie minder rooskleurig zijn. Verder tonen de resultaten aan dat de aanwezigheid van een charismatische CEO invloed kan hebben op de mate

van beleggers.

Op het gebied van de waardering die analisten geven aan aandelen is hoofdzakelijk aandacht geschonken aan de invloed van charismatische eigenschappen van CEOs. De invloed van media

waardering van analisten is nog een onbelicht onderwerp in de literatuur. aandacht en beleggingsadviezen zal dan ook in deze scriptie uitgebreid aan Op basis van bovenstaande uiteenzetting wordt in deze scriptie een poging gedaan tot het p het gebied van resultaatvoorspellingen door het management en de waardering van analisten. Dit zal gedaan worden door hier de relatie te leggen tussen de resultaatvoorspellingen van het management en de waardering van analisten en de

organisatie krijgt in de media.

Het doel van dit onderzoek is om de relatie te leggen tussen media-aandacht en de door het management gepresenteerde resultaatvoorspelling en de beleggingsadviezen

aandacht als centraal onderwerp te kiezen voor deze scriptie is omdat er op dit gebied de laatste jaren enorm veel ontwikkelingen zijn geweest. Er zijn de laatste jaren vooral door de ontwikkelingen van internet allerlei vormen van informatieverspreiding en verzameling

Door deze ontwikkelingen heeft de globalisering de laatste jaren alleen maar grotere vormen aangenomen. Dit betekent dat informatie en nieuwsberichten de laatste jaren alleen maar sneller en makkelijker beschikbaar zijn geworden. Deze informatie is niet altijd even betrouwbaar, hier komen we in het volgende hoofdstuk nog uitgebreid op terug. Echter beteken deze grote beschikbaarheid van informatie ook dat de invloed van berichtgeving erg groot kan

ct van vrijgekomen informatie kan hierdoor enorm zijn en o

berichtgeving simpelweg te complex is kan nooit de exacte impact van de media bepaald worden. Om toch een bijdrage te leveren aan dit complexe geheel van impactbepalingen is

gekozen om te onderzoeken wat de impact is van media-aandacht management opgestelde resultaatvoorspellingen en de beleggingsadviezen van analisten.

Fanelli et al (2009) hebben onderzoek gedaan op het gebied van de vierde literatuurstroom. Zij p het beleggingsadvies en voorspellingen van s een positief effect heeft . Verder blijkt dat er een meer bestaat onder analisten naarmate een CEO een meer charismatische visie heeft. Tevens blijkt dat er ook een positieve relatie bestaat tussen charismatische visie van

prestaties door analisten.

Flynn en Staw (2004) onderzoeken ook de relatie tussen charismatische eigenschappen van een CEO en de voorkeur van analisten. Uit de resultaten blijkt dat de aandelen van organisaties met anisaties met minder charismatische CEO. Deze eigenschap wordt versterkt naarmate de economische omstandigheden verslechteren. de aanwezigheid van een charismatische CEO leidt tot meer rganisatie, en dat de invloed van de CEO groter wordt naarmate de toekomstperspectieven van de organisatie minder rooskleurig zijn. Verder tonen de resultaten aan dat de aanwezigheid van een charismatische CEO invloed kan hebben op de mate hoofdzakelijk aandacht s. De invloed van media-licht onderwerp in de literatuur. De zal dan ook in deze scriptie uitgebreid aan Op basis van bovenstaande uiteenzetting wordt in deze scriptie een poging gedaan tot het p het gebied van resultaatvoorspellingen door het management en de waardering van analisten. Dit zal gedaan worden door hier de relatie te leggen tussen de resultaatvoorspellingen van het management en de waardering van analisten en de

aandacht en de door het beleggingsadviezen van aandelen bij aandacht als centraal onderwerp te kiezen voor deze scriptie is omdat er op geweest. Er zijn de laatste jaren vooral rmatieverspreiding en verzameling Door deze ontwikkelingen heeft de globalisering de laatste jaren alleen maar grotere dat informatie en nieuwsberichten de laatste jaren alleen maar baar zijn geworden. Deze informatie is niet altijd even betrouwbaar, hier komen we in het volgende hoofdstuk nog uitgebreid op terug. Echter betekent deze grote beschikbaarheid van informatie ook dat de invloed van berichtgeving erg groot kan rmatie kan hierdoor enorm zijn en omdat de wereld van berichtgeving simpelweg te complex is kan nooit de exacte impact van de media bepaald worden. Om toch een bijdrage te leveren aan dit complexe geheel van impactbepalingen is er in dit aandacht op de door het management opgestelde resultaatvoorspellingen en de beleggingsadviezen van analisten.

(13)

Voor de invalshoek resultaatvoorspellingen van het management is gekozen

gekeken vanuit de vraagkant naar informatie. Er wordt vaak gemeten wat de reactie is van bijvoorbeeld klanten en de consument.

Toyota doet een persbericht de deur uit dat het een aanta

vervolgens bericht na bericht over de gehele wereld wordt gepubliceerd over allerlei incidenten en speculaties. Vanuit de aanbod zijde wordt wel aandacht besteedt aan de reactie van Toyota op alle negatieve publiciteit, maar niet wat nu de exacte correctieve acties van het management van Toyota zijn om de situatie onder controle te houden. Door de link te leggen tussen media aandacht en resultaatvoorspellingen

corporate governance belicht.

Voor de invalshoek van beleggingsadviezen van analisten is gekozen omdat hier gezien de genoemde literatuur in paragraaf 1.4 nog weinig aandacht aan besteed is. Men ziet hier alleen het onderwerp charisma terugkomen. Het is

worden beïnvloed door het charisma van een CEO, maar ook door de berichtgeving vanuit de media.

Dit onderzoek zal als volgt opgebouwd worden. Eerst zal er een uitgebreide literatuurstudie gedaan worden naar de bestaande kennis op de geraakte gebieden van het onderwerp van deze scriptie in hoofdstuk 2. Op basis van deze kennis zal het onderzoeksontwerp beschreven worden in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 zullen de resultaten van de in hoofdstuk 3 beschreven onderzoeksopzet worden beschreven. In hoofdstuk 5 zullen

beperkingen en aanbevelingen worden besproken van het onde Hoofdstuk 1 Inleiding

Voor de invalshoek resultaatvoorspellingen van het management is gekozen

gekeken vanuit de vraagkant naar informatie. Er wordt vaak gemeten wat de reactie is van bijvoorbeeld klanten en de consument. Het Toyota incident is hier een goed voorbeeld van. Toyota doet een persbericht de deur uit dat het een aantal auto’s terug gaat roepen, waarop vervolgens bericht na bericht over de gehele wereld wordt gepubliceerd over allerlei incidenten en speculaties. Vanuit de aanbod zijde wordt wel aandacht besteedt aan de reactie van Toyota op aar niet wat nu de exacte correctieve acties van het management van Toyota zijn om de situatie onder controle te houden. Door de link te leggen tussen media

ngen van het management wordt een specifiek onderwerp Voor de invalshoek van beleggingsadviezen van analisten is gekozen omdat hier gezien de genoemde literatuur in paragraaf 1.4 nog weinig aandacht aan besteed is. Men ziet hier alleen het rwerp charisma terugkomen. Het is zeker niet onaannemelijk dat analisten niet alleen worden beïnvloed door het charisma van een CEO, maar ook door de berichtgeving vanuit de onderzoek zal als volgt opgebouwd worden. Eerst zal er een uitgebreide literatuurstudie staande kennis op de geraakte gebieden van het onderwerp van deze scriptie in hoofdstuk 2. Op basis van deze kennis zal het onderzoeksontwerp beschreven worden in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 zullen de resultaten van de in hoofdstuk 3 beschreven

worden beschreven. In hoofdstuk 5 zullen tenslotte de aanbevelingen worden besproken van het onderzoek.

Voor de invalshoek resultaatvoorspellingen van het management is gekozen omdat er vaak wordt gekeken vanuit de vraagkant naar informatie. Er wordt vaak gemeten wat de reactie is van is hier een goed voorbeeld van. l auto’s terug gaat roepen, waarop vervolgens bericht na bericht over de gehele wereld wordt gepubliceerd over allerlei incidenten en speculaties. Vanuit de aanbod zijde wordt wel aandacht besteedt aan de reactie van Toyota op aar niet wat nu de exacte correctieve acties van het management van Toyota zijn om de situatie onder controle te houden. Door de link te leggen tussen

media-wordt een specifiek onderwerp uit de Voor de invalshoek van beleggingsadviezen van analisten is gekozen omdat hier gezien de genoemde literatuur in paragraaf 1.4 nog weinig aandacht aan besteed is. Men ziet hier alleen het et onaannemelijk dat analisten niet alleen worden beïnvloed door het charisma van een CEO, maar ook door de berichtgeving vanuit de onderzoek zal als volgt opgebouwd worden. Eerst zal er een uitgebreide literatuurstudie staande kennis op de geraakte gebieden van het onderwerp van deze scriptie in hoofdstuk 2. Op basis van deze kennis zal het onderzoeksontwerp beschreven worden in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 zullen de resultaten van de in hoofdstuk 3 beschreven tenslotte de conclusies en

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1) De ene boom van deze twee diende dus tot de vorming van de menselijke geest, door oefening in gehoorzaamheid aan het Woord van God; de mens moest door deze tot een kennis komen

"Maar hoe kwam u in deze ongelegenheid?" vroeg CHRISTEN verder en de man gaf ten antwoord: "Ik liet na te waken en nuchter te zijn; ik legde de teugels op de nek van mijn

"Als patiënten tijdig zo'n wilsverklaring opstellen, kan de zorg bij het levenseinde nog veel meer à la carte gebeuren", verduidelijkt Arsène Mullie, voorzitter van de

"Patiënten mogen niet wakker liggen van de prijs, ouderen mogen niet bang zijn geen medicatie meer te krijgen. Als een medicijn geen zin meer heeft, moet je het gewoon niet

De betrokkenheid van gemeenten bij de uitvoering van de Destructiewet beperkt zich tot de destructie van dode honden, dode katten en ander door de Minister van

9) Heeft u problemen met andere regelgeving op het gebied van verkeer en vervoer?. O

     Is mede ondertekend door zijn echtgenote en zoon. Kerssies heet Erik van zijn voornaam en niet Johan..  4) Piet Smits is van de HBD en niet van de

Men kan niet beweren dat die honderden huizen in aanbouw in Beuningen en Ewijk nodig zijn om aan de behoefte van deze twee kernen te voldoen.. In die twee kernen is er geen