• No results found

Behoeften en voorkeuren voor gewichtsverliesprogramma’s van jongvolwassen vrouwen die willen afvallen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Behoeften en voorkeuren voor gewichtsverliesprogramma’s van jongvolwassen vrouwen die willen afvallen"

Copied!
49
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Behoeften en voorkeuren voor

gewichtsverliesprogramma’s van jongvolwassen

vrouwen die willen afvallen

Een mixed methods onderzoek: welke behoeften hebben jongvolwassen vrouwen (18-30

jaar) die willen afvallen en in welke mate sluit het Skinnyminds coachplan daarop aan?

Afstudeerproject bachelor Voeding en Diëtetiek

L.S.M. Boogaard

(2)

Behoeften en voorkeuren voor

gewichtsverliesprogramma’s van jongvolwassen

vrouwen die willen afvallen

Een mixed methods onderzoek: welke behoeften hebben

jongvolwassen vrouwen (18-30 jaar) die willen afvallen en in welke

mate sluit het Skinnyminds coachplan daarop aan?

Auteur: L.S.M. Boogaard

Lsmboogaard@gmail.com

Projectnummer: 2019217

Opdrachtgever: Skinnyminds

Praktijkbegeleiders: Mw. Mieke Kosters – eigenaar Skinnyminds

Mw. Leanne La Faille – psycholoog bij Skinnyminds

School: Hogeschool van Amsterdam

Docentbegeleider: Mw. Dr. Hanna Zijlstra

Examinator: Mw. Ir. Viyan Rashid

(3)

Voorwoord

Geachte lezer,

Voor u ligt de scriptie ‘Behoeften en voorkeuren voor gewichtsverliesprogramma’s van jongvolwassen vrouwen die willen afvallen’. Deze scriptie is een afstudeerproject van de Hogeschool van Amsterdam en is geschreven door Lisa Boogaard, student van de opleiding Voeding en Diëtetiek. Deze scriptie is

opgezet in samenwerking met Skinnyminds, een online coaching bedrijf dat mensen met overgewicht helpt om af te vallen. Skinnyminds richt zich op leefstijlverandering en kijkt naar de psychologische factoren die van invloed zijn op het eetgedrag van haar klanten. Het coachplan dat Skinnyminds

aanbiedt bevat wetenschappelijk onderbouwde lessen, opdrachten en filmpjes gebaseerd op cognitieve gedragstherapie.

Allereerst wil ik graag Mieke Kosters, eigenaresse van Skinnyminds, bedanken voor het aanbieden van deze afstudeeropdracht en voor haar hulp. Daarnaast wil ik Leanne La Faille, psycholoog werkzaam bij Skinnyminds, bedanken voor haar inzichten en begeleiding.

Ten tweede wil ik mijn docentbegeleider Dr. Hanna Zijlstra bedanken voor haar positieve manier van begeleiden en haar kritische blik. Haar kennis op het gebied van psychologie en cognitieve

gedragstherapie zijn voor mij zeer waardevol geweest tijdens het schrijven van deze scriptie.

Tot slot bedank ik graag de deelnemers van het Skinnyminds coachplan voor hun waardevolle input en mevrouw Ir. Viyan Rashid voor het examineren.

Mede dankzij bovenstaande personen is deze scriptie tot stand gekomen en heb ik een groei door mogen maken als beginnend beroepsbeoefenaar.

Lisa Boogaard

(4)

Samenvatting

Achtergrond

Het aantal mensen met overgewicht in Nederland stijgt significant en de gemiddelde gewichtsstijging per jaar is het grootst in de categorie van de jongvolwassenen (18-30 jaar). Een kwart van de

jongvolwassenen is te zwaar. Jongvolwassenen zijn een belangrijke doelgroep voor de preventie van gewichtsstijging omdat hun toename in overgewicht bijdraagt aan extra overgewicht bij de toekomstige generaties.

Doel

Jongvolwassenen zijn ondervertegenwoordigd in gewichtsverliesprogramma’s maar kunnen hierin geïnteresseerd raken als deze programma’s aansluiten op hun behoeften. Skinnyminds heeft een coachplan als gewichtsverliesprogramma waaraan nu bijna geen jongvolwassen vrouwen meedoen. Het onderzoeksdoel was om de behoeften van jongvolwassen vrouwen met betrekking tot afvallen en gewichtsverliesprogramma’s te achterhalen en om te ondervinden in hoeverre het coachplan van Skinnyminds aansluit bij deze doelgroep.

Methode

Dit was een mixed methods onderzoek. De behoeften van de doelgroep met betrekking tot afvallen en gewichtsverliesprogramma’s zijn achterhaald met behulp van deskresearch en enquêtes (N=111). De mate waarin het Skinnyminds coachplan aansluit bij de behoeften van de doelgroep is onderzocht met enquêtes en diepte-interviews met jongvolwassen vrouwen (18-30 jaar) die het coachplan zijn gaan volgen (N=7).

Resultaten

Uiterlijk en fitheid zijn de belangrijkste motivaties voor gewichtsverlies. De belangrijkste barrières voor gewichtsverlies zijn ‘de voordelen van slank zijn wegen niet op tegen de nadelen van wat je moet doen om af te vallen’, ‘er zijn geen afvalprogramma’s beschikbaar’ en ‘faalangst’. Er is informatiebehoefte aan voeding, sport, mindset, motivatie, gedragsverandering en stress. Er is geen eenduidige voorkeur

gevonden voor het individueel of gezamenlijk volgen van een traject maar deelnemers van het coachplan benoemden de coachgroep wel als meest aansprekende onderdeel. Jongvolwassenen prefereren een afvaltraject van een half jaar. Alle onderdelen van het coachplan spreken aan maar er is behoefte aan kleinere opdrachten met relevante voorbeelden, meer contactmomenten via een app en een lagere prijs. Conclusie

Het Skinnyminds coachplan sluit grotendeels aan bij de behoeften van jongvolwassen vrouwen maar Skinnyminds kan beter aansluiten door een smartphone gedreven programma te ontwikkelen met kortere opdrachten over voeding, sport, mindset, motivatie, gedragsverandering en stress. Er wordt aangeraden relevante voorbeelden te gebruiken in de lessen, meer contactmomenten in te plannen en de prijs te verlagen.

Trefwoorden: Jongvolwassen vrouwen, afvallen, gewichtsverliesprogramma, gewichtsverlies, overgewicht

(5)

Inhoudsopgave

Voorwoord ... 2 Samenvatting ... 3 1. Inleiding ... 6 1.1 Aanleiding ... 6 1.2 Skinnyminds ... 7 1.3 Doelstelling en eindproduct ... 7 1.4 Onderzoeksvraag ... 7 1.5 Deelvragen ... 7 1.6 Leeswijzer ... 8 2. Theoretisch kader ... 9 2.1 Methode literatuuronderzoek ... 9

2.2 Kwaliteit waarborging van het literatuuronderzoek ... 9

2.1 Jongvolwassenheid ... 10

2.1.1 Levensloopgebeurtenissen van jongvolwassenen ... 10

2.1.2 Mentale druk op jongvolwassenen ... 10

2.1.3 Jongvolwassenheid en gewichtstoename ... 10

2.1.4 Jongvolwassenen en gewichtsverliesprogramma’s ... 10

2.2 Definitie van wensen en behoeften ... 11

2.3 Zelfdeterminatietheorie ... 11

2.3.1 Autonomie bij jongvolwassenen ... 11

2.3.2 Verbondenheid bij jongvolwassenen ... 11

2.3.3 Competentie bij jongvolwassenen ... 11

2.4 Behoeften en wensen van jongvolwassenen met betrekking tot afvallen en gewichtsverliesprogramma’s ... 12

2.4.1 Motivatie gewichtsverlies ... 12

2.4.2 Barrières in gewichtsverlies en in gewichtsverliesprogramma’s ... 12

2.4.3 Contentbehoefte ... 13

2.4.4 Verbondenheid en ondersteuning ... 13

2.4.5 Coaching ... 13

2.4.6 Technologie ... 13

2.4.7 Programma duur en contactmomenten ... 13

3. Methodologie ... 14

(6)

3.2 Enquête ... 15

3.2.1 Inhoud van de enquête ... 15

3.2.2 Vragen uit de enquête ... 15

3.2.1 Onderzoeksdoelgroep ... 17 3.2.2 Wervingsprocedure ... 17 3.2.3 Data-analyse ... 17 3.3 Interviews ... 18 3.3.1 Onderzoeksdoelgroep en wervingsprocedure ... 18 3.3.2 Data-analyse ... 19 3.3.3 Betrouwbaarheid en validiteit ... 19 4. Resultaten ... 20

4.1 Resultaten kwantitatief onderzoek ... 20

4.1.2 Demografische kenmerken respondenten ... 20

4.1.3 Behoeften met betrekking tot afvallen en gewichtsverliesprogramma’s ... 20

4.1.4 Sluit het Skinnyminds coachplan aan bij de wensen van jongvolwassen vrouwen? ... 21

4.2 Resultaten kwalitatief onderzoek ... 1

4.2.1 Algemene ervaring coachplan ... 1

4.2.2 Onderdelen coachplan ... 1

4.2.3 Meest aansprekende onderdelen ... 3

4.2.4 Taalgebruik ... 4

4.2.5 Duur van het coachplan ... 4

4.2.6 Verbeterpunten ... 4

4.2.7 Prijs ... 5

5. Discussie ... 6

5.1 Belangrijkste resultaten en vergelijking met relevante literatuur ... 6

5.2 Sterke en zwakke punten van dit onderzoek ... 8

6. Conclusies en aanbevelingen ... 10

6.1 Conclusies ... 10

6.2 Aanbevelingen voor Skinnyminds ... 10

6.3 Aanbevelingen voor het werkveld ... 11

6.4 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek ... 11

Referenties ... 12

Bijlagen ... 14

I. Uitleg Skinnyminds coachplan in enquête ... 14

II. Interviewvragen ... 16

III. Informed consent ... 17

IV. Open en axiale codering van de interviews ... 18

V. Output van SPSS – demografische kenmerken respondenten ... 22

VI. Output van SPSS – behoeften met betrekking tot afvallen en gewichtsverliesprogramma’s ... 23

(7)

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

In Nederland hebben steeds meer mensen overgewicht. In de periode van 1990 tot 2017 is het

percentage overgewicht en obesitas significant gestegen. Overgewicht is in deze periode gestegen van 35,1% naar 48,8% en obesitas is in deze periode gestegen van 6,2% naar 13,9% (1). De gemiddelde gewichtsstijging per jaar is het grootst in de categorie van de jongvolwassenen (20-29-jarigen) met 0,67 kg per jaar voor mannen en 0,61 kg per jaar voor vrouwen (2). Het CBS meldt na aanleiding van nieuwe cijfers uit de Jeugdmonitor dat een kwart van de jongvolwassenen te zwaar is (3). Jongvolwassenen zijn dan ook een belangrijke doelgroep voor de preventie van gewichtsstijging omdat de toename in overgewicht bij jongere generaties ook zal bijdragen aan extra overgewicht bij de toekomstige generaties (4).

Voor veel mensen met overgewicht is het behoud van gewichtsverlies een groot probleem (5). Het is daarom belangrijk dat een leefstijlverandering middels cognitieve gedragsveranderingstechnieken wordt gerealiseerd. Het toevoegen van cognitieve therapie aan een gedragstherapeutische behandeling voor overgewicht voorkomt dat men na het beëindigen van een behandeling weer in gewicht aankomt (6). Jongvolwassenen (18-30 jaar) zijn ondervertegenwoordigd in gedragstherapeutische

gewichtsverliesprogramma’s. Uit onderzoek blijkt dat gedragstherapeutische

gewichtsverliesprogramma’s moeten worden aangepast en specifiek moeten worden ontwikkeld voor jongvolwassenen (7). Bestaande interventieprogramma’s voor volwassenen lijken niet geschikt te zijn voor jongvolwassenen (8). De jongvolwassenen die wel meedoen aan deze programma’s blijken minder betrokken, verliezen minder gewicht en haken sneller af dan oudere volwassenen (ouder dan 30 jaar) (7,8). Er zijn weinig gewichtsverliesprogramma’s speciaal voor jongvolwassenen. Het gebrek aan deze opties zou een reden kunnen zijn waarom meer jongvolwassenen dan oudere volwassenen zelfstandig proberen af te vallen (9). Tegelijkertijd komt uit onderzoek dat zij geïnteresseerd zouden kunnen zijn in gewichtsverliesprogramma’s wanneer deze goed zouden aansluiten bij hun behoeften (10). De

behoeften van jongvolwassenen zijn dan ook een belangrijk gebied om verder onderzoek naar te doen. Uit onderzoek van LaRose et al. naar bevorderlijke factoren voor de werving en betrokkenheid van jongvolwassenen in gewichtsverliesprogramma’s blijkt dat Amerikaanse jongvolwassenen willen dat wervingsberichten voor gewichtsverliesprogramma’s de nadruk leggen op potentiële positieve leefstijlveranderingen op verschillende vlakken in plaats van enkel te focussen op gewichtsverlies. Vooral berichten gefocust op fitness, leefstijl en potentiële verbeteringen in uiterlijk en zelfvertrouwen hebben mogelijk een grotere aantrekkingskracht voor deze doelgroep(10). Deze bevindingen komen ook voort uit eerder onderzoek gedaan onder jongvolwassenen waarin gezondheid, sociaal beeld en zelfvertrouwen sterke motivaties voor gewichtsverlies bleken te zijn (11). Uit ander onderzoek komen dezelfde motivaties voor afvallen onder jongvolwassen vrouwen naar voren en blijkt ook dat deze motivaties tussen jongvolwassenen en oudere volwassenen verschilt (9). Uit dit eerder besproken onderzoek van LaRose et al. blijkt dat de belangrijkste barrières voor gezond leefstijlgedrag en

betrokkenheid in gewichtsverliesprogramma’s tijd, motivatie en geld waren. De meerderheid van deze jongvolwassenen (81.0%) gaf aan een voorkeur voor een gewichtsverliesprogramma met een duur van 6 maanden of korter te hebben. Ook geeft een ruime meerderheid van deze jongvolwassenen (83,4%) aan het liefste wekelijks of tweewekelijks contact te hebben in een gewichtsverliesprogramma (10).

Voorkeuren voor het programma waren een kort en intensief hybride programma met individuele coaching, ervaringsgericht leren en met groepsondersteuning (11).Dat deze doelgroep een voorkeur heeft voor programma’s met een focus op interactie maar met een minimale face-to-face interactie blijkt ook uit ander onderzoek onder jongvolwassenen (12).

(8)

1.2 Skinnyminds

Skinnyminds is een online coaching bedrijf dat mensen met overgewicht helpt af te vallen en is tevens de opdrachtgever van deze afstudeeropdracht. Skinnyminds richt zich op leefstijlverandering en kijkt naar de psychologische factoren die van invloed zijn op het eetgedrag van haar klanten. Deelnemers kunnen met behulp van de Skinnyminds app het Skinnyminds coachplan volgen en een 10-stappenplan doorlopen gericht op gedragsverandering. Het plan bevat meer dan 75 wetenschappelijk onderbouwde lessen, opdrachten en filmpjes. De cliënten worden begeleid door een intern opgeleide gedragscoach die door middel van cognitieve gedragstherapie zorgt voor verandering van de mindset over eten en het gedrag van de cliënten. De klanten die Skinnyminds nu aantrekt zijn voornamelijk volwassen vrouwen tussen de 40 en 60 jaar.

1.3 Doelstelling en eindproduct

Aan het Skinnyminds coachplan doen nu bijna geen jongvolwassen (18-30 jaar) vrouwen mee. Skinnyminds wil daarom weten of het Skinnyminds coachplan aansluit bij de behoeften van jongvolwassen vrouwen (18-30 jaar) die willen afvallen.

Dit onderzoek is gericht op het verkrijgen van inzicht in de behoeften van jongvolwassen vrouwen (18-30 jaar) met betrekking tot afvallen en gewichtsverliesprogramma’s om zo te achterhalen in welke mate het coachplan van Skinnyminds aansluit bij de wensen van deze doelgroep.

Na het doen van dit onderzoek worden er aanbevelingen gedaan over hoe het coachplan

geoptimaliseerd kan worden zodat jongvolwassen vrouwen van 18-30 jaar worden aangesproken en het coachplan aansluit bij hun wensen voor een afvalprogramma.

Wanneer meer jongvolwassen vrouwen aan het coachplan van Skinnyminds meedoen kan dit zorgen voor een bijdrage aan de preventie van gewichtsstijging. Omdat de gemiddelde gewichtsstijging per jaar het grootst is in de categorie van de jongvolwassenen (20-29-jarigen) is het een belangrijke doelgroep voor de preventie van gewichtsstijging (2). Het aantal jongvolwassen Nederlandse vrouwen met overgewicht kan afnemen. Ook kunnen de maatschappelijke kosten samenhangend met overgewicht (zoals de kosten voor ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid) worden verlaagd als minder mensen overgewicht hebben (13). Daarnaast wordt de doelgroep die Skinnyminds aanspreekt vergroot wanneer zij ook jongvolwassenen aantrekken. Dit betekent dat zij niet slechts afhankelijk zijn van oudere

volwassenen.

1.4 Onderzoeksvraag

Welke behoeften hebben jongvolwassen vrouwen van 18-30 jaar die willen afvallen en in welke mate sluit het Skinnyminds coachplan daarop aan?

1.5 Deelvragen

1. Wat zijn de behoeften van jongvolwassen vrouwen van 18-30 jaar met betrekking tot afvallen en gewichtsverliesprogramma’s?

2. Sluit het Skinnyminds coachplan aan bij de wensen van de jongvolwassen vrouwen van 18-30 jaar die willen afvallen?

(9)

1.6 Leeswijzer

Hoofdstuk 1, de ‘Inleiding’, bestaat uit de aanleiding van het onderzoek, de opdrachtomschrijving, de doelstelling en de onderzoeksvraag en bijbehorende deelvragen. In hoofdstuk 2, het ‘Theoretisch kader’, worden de belangrijkste begrippen uit de deelvragen en wordt de relevante wetenschappelijke

literatuur besproken. Hoofdstuk 3, de ‘Methodologie’, bestaat uit de beschrijving van de

onderzoeksmethoden, de technieken en materialen. Ook bevat dit hoofdstuk een beschrijving van de doelgroep. Hoofdstuk 4, de ‘Resultaten’, bestaat uit de resultaten van het kwantitatieve en kwalitatieve onderzoek. In hoofdstuk 5, de ‘Discussie’, worden de meest opvallende resultaten van het onderzoek benoemd. Ook worden de zwakke en sterke punten van dit onderzoek besproken en worden de resultaten vergeleken met relevante literatuur. Hoofdstuk 6, ‘Conclusies en aanbevelingen’, bestaat uit de conclusie van het onderzoek en de beantwoording van de onderzoeksvraag. Ook staan hierin de aanbevelingen en praktische adviezen voor Skinnyminds, het werkveld en onderzoekers die in de toekomst onderzoek op dit gebied willen doen. De scriptie wordt afgesloten met de hoofdstukken ‘Referenties’ en de ‘Bijlagen’.

(10)

2. Theoretisch kader

In dit theoretisch kader wordt een overzicht gegeven van de relevante literatuur die gebruikt is voor de inventarisatie van bestaande onderzoeken binnen het referentiekader van deze scriptie. Allereerst worden kenmerken van jongvolwassenheid besproken. Vervolgens worden de begrippen ‘behoeften’ en ‘wensen’ verkend. Aansluitend wordt de zelfdeterminatietheorie en worden bijbehorende kenmerkende behoeften van jongvolwassenen toegelicht. Er wordt afgesloten met een overzicht van de vanuit

onderzoek bekende behoeften en wensen van jongvolwassenen met betrekking tot afvallen en gewichtsverliesprogramma’s.

2.1 Methode literatuuronderzoek

De meest gebruikte databanken voor het literatuuronderzoek waren: Pubmed, ScienceDirect,

Springerlink, HvA Catalogue Plus en Google scholar. Bij het vinden van de literatuur zijn onder andere de volgende termen, al dan niet gecombineerd, gebruikt: ‘young adults’, ‘emerging adults’, ‘young

adulthood’, ‘young female adults’, ‘weightloss programs’, ‘behavioral weightloss programs’, ‘young AND older adults’, ‘motivations AND weightloss’, ‘preferences AND weightloss’, ‘recruitment’, ‘Self

Determination Theory’, ‘weightloss behavior’.

2.2 Kwaliteit waarborging van het literatuuronderzoek

Om de kwaliteit van dit onderzoek te waarborgen zijn er artikelen en boeken geraadpleegd die niet ouder zijn dan 10 jaar. Hier is voor gekozen omdat er in de wetenschap constant vorderingen zijn en er nieuwe inzichten tot stand komen. Ook werd er rekening gehouden met de Impact Factor van het tijdschrift waarin de publicatie van het artikel stond. De impactfactor is een maat voor het gemiddeld aantal citaties van artikelen in een bepaald wetenschappelijk tijdschrift. Hoe hoger de impact factor hoe meer aanzien het wetenschappelijk tijdschrift heeft. (14). Omdat er vanuit de opleiding Voeding en Diëtetiek een Impact Factor van 1,5 voor wetenschappelijke artikelen wordt geëist werd er in dit onderzoek ook een Impact Factor van ten minste 1,5 aangehouden. Ten slotte is er rekening gehouden met de Levels of Evidence (zie figuur 1) (15).

(11)

Met behulp van de Levels of Evidence kunnen onderzoeken op validiteit en betrouwbaarheid worden beoordeeld. Het Level of Evidence is een niveau van bewijsvoering die wetenschappelijke literatuur gradeert. Klinische experimentele studies hebben het hoogste level van interne validiteit.

Observationele studies waarin groepen beschreven worden en vergeleken worden in hun natuurlijke omstandigheden kunnen tot bias leiden waardoor zij een lager Level of Evidence hebben (figuur 1) (15). In het literatuuronderzoek is er gestreefd naar wetenschappelijke artikelen met een zo hoog mogelijk Level of Evidence.

2.1 Jongvolwassenheid

2.1.1 Levensloopgebeurtenissen van jongvolwassenen

Tijdens de jongvolwassenheid worden mensen geconfronteerd met veel verschillende

levensloopgebeurtenissen in een relatief korte periode (16). Jongvolwassenen leiden vaak een hectisch leven vanwege onder andere: het zoeken naar een baan, het vinden van een levenspartner, het opbouwen van een carrière, een gezin beginnen, kinderen opvoeden, een huishouden draaiende houden, een beroep uitoefenen, burgerlijke verantwoordelijkheid op zich te nemen en een verwante sociale groep vinden. Ze zijn dus veel bezig met anderen, zowel met het zorgen voor anderen als met het voldoen aan allerlei sociale verwachtingen (17).

2.1.2 Mentale druk op jongvolwassenen

Veel jongvolwassenen ervaren druk om te presteren en dit lijkt toe te nemen. Prestatiedruk en -drang onder jongeren is geen nieuw fenomeen. Zo gaf in 2014 ongeveer 78 procent van deze groep aan de prestatiedruk als hoog te ervaren (18). Door recente ontwikkelingen lijkt de ervaren druk alleen maar groter te zijn geworden. Eén van de factoren die hierbij vaak wordt aangehaald is de versobering van de studiefinanciering van de laatste jaren, waardoor meer jongeren een bijbaantje nodig hebben om de kosten te kunnen dekken. Het aantal scholieren en studenten tussen 16 en de 27 jaar dat hun opleiding combineert met betaald werk is tussen 2004 en 2014 gestegen van 39 naar bijna 60 procent (19).

2.1.3 Jongvolwassenheid en gewichtstoename

Jongvolwassenheid bestaat uit verschillende levensloopgebeurtenissen die geassocieerd worden met gewichtstoename zoals het aanmelden voor een hogeschool of universiteit, trouwen en een gezin starten. Zo houden jongvolwassenen zich in hoge mate bezig met gedrag waarvan bekend is dat het bijdraagt aan gewichtstoename zoals het eten van fastfood, het drinken van gezoete dranken, alcohol gebruik en een sedentaire leefstijl (20). Het CBS meldt na aanleiding van nieuwe cijfers uit de

Jeugdmonitor dat een kwart van de jongvolwassenen te zwaar is (3).

2.1.4 Jongvolwassenen en gewichtsverliesprogramma’s

Jongvolwassenen zijn ondervertegenwoordigd in gedragstherapeutische gewichtsverliesprogramma’s. De jongvolwassenen die wel meedoen aan deze programma’s blijken minder betrokken, verliezen minder gewicht en haken sneller af dan oudere volwassenen (7,8). Uit onderzoek blijkt dat

gedragstherapeutische gewichtsverliesprogramma’s moeten worden aangepast en specifiek ontwikkeld moeten worden voor jongvolwassenen (7). Het gebrek aan gewichtsverliesprogramma’s die speciaal ontwikkeld zijn voor jongvolwassenen zou een reden kunnen zijn waarom meer jongvolwassenen dan oudere volwassenen zelfstandig proberen af te vallen (9). Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek dat jongvolwassen vrouwen wel geïnteresseerd zouden kunnen zijn in gewichtsverliesprogramma’s indien deze goed zouden aansluiten bij hun behoeften(10). Kwalitatief onderzoek toont ook aan dat wanneer de inhoud van interventies gepersonaliseerd wordt aan behoeften van personen, dit een positief effect heeft op de hoeveelheid personen die starten met de interventie (21). Het theoretisch kader wordt daarom verder toegespitst op de behoeften en wensen van jongvolwassen vrouwen.

(12)

2.2 Definitie van wensen en behoeften

Volgens Kotler en Armstrong is een behoefte het idee van een persoon dat het hem of haar aan iets ontbreekt. Mensen hebben allerlei complexe behoeften. Zo hebben zij een fysieke behoefte aan

voedsel, kleding, warmte en veiligheid, een sociale behoefte aan genegenheid en om ergens bij te horen en een individuele behoefte aan kennis en zelfexpressie. Wanneer behoeften, afhankelijk van karakter en culturele achtergrond, specifieke vormen aannemen worden dit wensen genoemd. Een wens kan worden uitgedrukt in producten die aan deze behoefte voldoen (22). Wensen worden door Nederstigt en Poiesz ook wel de concretiseringen van behoeften genoemd (23).

2.3 Zelfdeterminatietheorie

De zelfdeterminatietheorie (ZDT) is een door Edward L. Deci en Richard M. Ryan ontwikkelde theorie over menselijke motivatie. Volgens deze theorie delen alle mensen drie psychologische basisbehoeften: de behoefte aan autonomie, verbondenheid en competentie. Omgevingen die toestaan dat deze behoeften bevredigd worden zijn voorspellers van gezond functioneren (24). Onderzoek heeft

uitgewezen dat het vervullen van de psychologische basisbehoeften een positieve invloed heeft op de zelfregulatie van gunstig gedrag zoals bewegen en een gezond dieet. Autonomie en competentie bleken centrale rollen te spelen in fysieke activiteiten zoals bewegen. Verbondenheid bleek bij te dragen aan motivatie voor de algehele gezondheid en het welzijn gedurende de levensloop (25).

Professionals kunnen de intrinsieke motivatie van cliënten verhogen als ze inspelen op de drie psychologische basisbehoeften. De basisbehoefte autonomie wordt vervuld wanneer een cliënt de vrijheid heeft om een activiteit naar eigen inzicht te kunnen uitvoeren en invloed heeft op wat hij/zij doet. De cliënt doet dingen omdat hij of zij dat zelf wil en er is geen druk van buitenaf of van binnenuit. De behoefte aan verbondenheid wordt vervuld wanneer de cliënt zich verbonden en/of gesteund voelt en wanneer er contact is met de omgeving. Het gevoel van competentie wordt vervuld als de cliënt vertrouwen heeft in zijn of haar eigen kunnen om een resultaat te bereiken (26).

2.3.1 Autonomie bij jongvolwassenen

Jongvolwassenheid is een fase van toenemende autonomie, identiteit exploratie en zelffocus (12). In de fase van jongvolwassenheid probeert een individu zich steeds meer te bevrijden van ouderlijke macht. Ook wordt het gezag van de oudere generatie door de jongvolwassenen niet meer onvoorwaardelijk erkend. De jongvolwassene stelt eigen normen, regelt meer en stelt zich autonoom op (17). Volgens de ZDT heeft het hebben van keuze een positieve invloed op het gevoel van autonomie (24).

2.3.2 Verbondenheid bij jongvolwassenen

Jongvolwassenen zijn veel bezig met anderen. Zowel met het zorgen voor anderen als met het voldoen aan allerlei sociale verwachtingen zoals het zoeken van een verwante sociale groep en een

levenspartner (16). Zowel de behoefte aan autonomie als verbondenheid zijn van fundamenteel belang voor de psychologische gezondheid van jongvolwassenen (27). Verbondenheid zou een meer

invloedrijke rol onder studenten kunnen spelen dan onder andere leeftijdsgroepen omdat vriendschap in de overgang naar jongvolwassenheid steeds belangrijker wordt (25).

2.3.3 Competentie bij jongvolwassenen

Bij jongvolwassenheid horen verschillende ontwikkelingstaken (28). Ontwikkelingstaken zijn thema’s die kenmerkend zijn voor een bepaalde levensfase en die om bepaalde competenties vragen. Onderstaande tabel (tabel 1) geeft de ontwikkelingstaken van jongvolwassenen weer. Deze ontwikkelingstaken zijn opgebouwd uit subtaken. In de tabel staan voorbeelden van subtaken achter de ontwikkelingstaken. De leeftijdsbegrenzingen kunnen per individu verschillen (28).

(13)

Tabel 1: Ontwikkelingstaken en subtaken passend bij jongvolwassenheid (28) 18-23 jaar:

Eigen woonsituatie: zoeken van en zorgdragen voor een plek waar je goed kunt wonen, zorgdragen voor voldoende

financiële middelen.

Positie ten opzichte van gezin van herkomst en familie van eventuele partner: vanuit zelfstandigheid contact met

ouders en andere familieleden opnieuw vormgeven.

Onderwijs of werk: een opleiding afronden met een diploma/arbeidskwalificatie, een baan vinden, omgaan met

collega’s en je meerdere.

Vrije tijd: ondernemen van activiteiten in de vrije tijd en het zinvol en prettig doorbrengen van de tijd waarin er geen

verplichtingen zijn.

Zelfredzaamheid: de weg weten en voor jezelf opkomen ten aanzien van allerlei instanties en regels waarmee je als

meerderjarige mee te maken krijgt.

Gezondheid en uiterlijk: zelfstandig zorgdragen voor een goede lichamelijke conditie, goede voeding en het inschatten

en vermijden van risico’s.

Sociale contacten en vriendschappen: contacten opbouwen en onderhouden, duurzame vriendschappen aangaan. Intimiteit en seksualiteit: aangaan van en ervaring opdoen met (duurzame) relaties.

24-35 jaar (ouders met jonge kinderen):

Partnerrelatie, seksualiteit: rollen en verantwoordelijkheden verdelen, relatie nieuwe inhoud geven, spanningen

bespreken.

Autonomie: eigen interesses en behoeften behouden en ontwikkelen, balans vinden tussen activiteiten samen en voor

jezelf.

Opvoeding: sensitiviteit en responsiviteit tonen ten aanzien van de behoeften van je kind(eren), verzorging, veiligheid

en de mogelijkheid tot gehechtheid bieden. Creëren van een veilige omgeving die optimaal prikkelt.

Loopbaan: keuze voor beroep en het aantal uren werk, onderlinge taakverdeling die daaruit voortvloeit, eventueel

verhuizen, omgaan met spanningen in verband met werk.

(Schoon)ouders: autonomie realiseren; eventuele onopgeloste problemen met (schoon)ouders uit het verleden

oplossen, acceptatie als de partner niet zo geliefd is door ouder(s) of vice versa.

Vriendschappen/sociale contacten: vasthouden van vriendschappen, creëren en benutten van ondersteunend

netwerk.

Woonruimte/ huishouden: woonruimte en huishouden organiseren en taken verdelen, financieel beheer.

2.4 Behoeften en wensen van jongvolwassenen met betrekking tot

afvallen en gewichtsverliesprogramma’s

2.4.1 Motivatie gewichtsverlies

Uit onderzoek naar de verschillen in motivatie voor gewichtsverlies tussen jongvolwassenen en oudere volwassenen blijkt dat jongvolwassenen een grotere nadruk leggen op uiterlijk, sociale factoren en fysieke activiteiten maar een minder grote nadruk leggen op hun gezondheid (9). Zelfvertrouwen en het zelfbeeld blijken voor jongvolwassenen ook sterke motiverende factoren te zijn voor gewichtsverlies (10).

2.4.2 Barrières in gewichtsverlies en in gewichtsverliesprogramma’s

De resultaten van een mixed methods onderzoek tonen aan dat de meest benoemde barrières of belemmeringen voor afvallen onder jongvolwassenen ‘gebrek aan tijd’, ‘gebrek aan motivatie’ en ‘niet genoeg beweging’ zijn. Jongvolwassenen rapporteerden ‘gebrek aan motivatie’, ‘gebrek aan tijd’ en ‘ik kan het niet betalen’ het meeste als barrières voor het deelnemen aan een gewichtsverliesprogramma (10). Jongvolwassenen hebben verder moeite met het maken van gezonde voedselkeuzes en geven aan prioriteiten te hebben die zij belangrijker vinden dan bewegen. Ze hebben steun en begeleiding nodig om betere keuzes te maken (29).

(14)

2.4.3 Contentbehoefte

Berichten gefocust op fitness, leefstijl en potentiële verbeteringen in uiterlijk en zelfvertrouwen hebben mogelijk een grotere aantrekkingskracht voor deze doelgroep (10). Fysieke activiteit blijkt in

onderzochte focusgroepen een terugkerend onderwerp onder jongvolwassenen. Uit dit onderzoek blijkt het fysiek fit willen zijn en het mee kunnen doen in fysieke activiteiten van cruciaal belang in hun leefstijl. Daarnaast blijkt uit data van cohortstudies dat er een behoefte is aan meer content over risicogedrag voor overgewicht zoals alcohol, suikerhoudende dranken, fastfood en sedentair gedrag (10). Een literatuuronderzoek naar 37 ‘peer reviewed’ interventies benadrukt bij het ontwerpen van nieuwe interventies het belang van het focussen op unieke uitdagingen van de levensfase van jongvolwassenen. Voorbeelden van deze uitdagingen zijn de snel veranderende leefomstandigheden (gerelateerd aan huis, werk en familie), moeilijkheden met het hebben van verantwoordelijkheden en de cognitieve ontwikkeling gerelateerd aan impulsiviteit en emotionele controle. Ook wordt aangeraden om het leren van vaardigheden als voedselbereiding en maaltijdplanning toe te voegen aan een

interventiestrategie (30).

2.4.4 Verbondenheid en ondersteuning

Ondersteuning van gelijken en het hebben van iemand die eenzelfde traject doorloopt blijken voor jongvolwassenen belangrijke factoren in gewichtsverliesprogramma’s. Het aanbieden van optionele groepsactiviteiten kan mogelijk de verbondenheid en de ondersteuning van mededeelnemers

bevorderen. Onderzoek wijst uit dat jongvolwassenen die succesvol zijn afgevallen vaker de steun van gelijken benoemen als belangrijke rol in hun gewichtsverlies dan oudere volwassenen die succesvol zijn afgevallen (9).

2.4.5 Coaching

Jongvolwassenen hebben een groeiende behoefte aan autonomie en keuze maar tegelijkertijd blijkt het hebben van keuzes een knelpunt te zijn door de neiging om beïnvloed te worden door groepsdruk en omgevingsfactoren. Het knelpunt tussen de behoefte aan autonomie en verantwoordelijkheid kan mogelijk worden opgelost door het aanbieden van keuzes in een omgeving met een autonomie-ondersteunende coach. Dit idee is getest in een gerandomiseerde trial en vergeleken met een

standaardprocedure. Een autonomie-ondersteunende benadering blijkt een positieve invloed te hebben op de betrokkenheid van jongvolwassenen die meedoen aan gewichtsverliesprogramma’s (12).

2.4.6 Technologie

Steeds meer gewichtsverliesprogramma’s maken gebruik van communicatie-, informatie- en

invoertechnologie. Omdat jongvolwassenen minder meedoen aan formele gewichtsverliesprogramma’s dan oudere leeftijdsgroepen is het van belang om alternatieven met het gebruik van internet en mobiele telefoons te onderzoeken (9). Uit kwalitatief onderzoek blijkt dat jongvolwassenen weinig kennis hebben over smartphone technologie voor gewichtsverlies maar dat zij dit graag zouden gebruiken om af te vallen. Wel hebben zij feedback en begeleiding nodig om gezondere keuzes te maken (29). Het combineren van individuele, op maat gemaakte communicatie en reminders blijkt effectief te zijn in gezonde gedragsverandering interventies (31).

2.4.7 Programma duur en contactmomenten

Uit een groep onderzochte jongvolwassenen geeft de meerderheid (81.0%) een voorkeur voor een gewichtsverliesprogramma met een duur van 6 maanden of korter te hebben (16.1% prefereerde een duur van 6 weken, 38.7% prefereerde een duur van 12 weken, 26.3% prefereerde een duur van 6 maanden). Zij gaven de voorkeur aan wekelijks of tweewekelijks contact tijdens een programma (10).

(15)

3. Methodologie

3.1 Algemene onderzoeksopzet

Dit onderzoek bestond uit deskresearch, kwantitatief onderzoek en kwalitatief onderzoek. De behoeften en wensen van de doelgroep met betrekking tot afvallen en gewichtsverliesprogramma’s zijn in kaart gebracht met behulp van deskresearch en kwantitatief onderzoek. Om te achterhalen of het

Skinnyminds coachplan aansluit bij de behoeften van de doelgroep is gebruik gemaakt van enquêtes en daarnaast is er aanvullend onderzoek gedaan om tot meer diepgang te komen en om door te vragen naar ervaringen van het Skinnyminds coachplan. Dit is gedaan door middel van kwalitatief onderzoek middels interviews. Elke gebruikte onderzoeksmethode wordt hieronder verder toegelicht.

Er is gekozen voor een mixed methods benadering. Uit onderzoek blijkt dat dit ervoor zorgt dat er beter inzicht kan worden verkregen in hoe de betrokkenheid in gewichtsverliesprogramma’s kan worden bevorderd (10). Daarnaast wordt de onderzoeksopzet ook sterker wanneer gebruik wordt gemaakt van beide onderzoeksmethoden omdat de zwakten van elke methode gecompenseerd worden door sterke punten van de andere benadering (10, 32, 33). Als metingen worden herhaald met twee soorten

methoden heeft dit een positief effect op de betrouwbaarheid van een onderzoek (33). Daarnaast wordt de validiteit van een onderzoek hoger wanneer verschillende onderzoeksmethoden worden gebruikt om hetzelfde deelprobleem te onderzoeken (33,34). Dit zorgt er namelijk voor dat meerdere elementen van een onderwerp worden gezien waardoor er een vollediger beeld van het onderwerp kan ontstaan (33). Het gebruik maken van verschillende dataververzamelingsmethoden tegelijkertijd wordt ook wel methodetriangulatie genoemd (34).

Dit onderzoek bestond uit een convergent parallel ontwerp waarbij zowel kwantitatieve als kwalitatieve resultaten dezelfde prioriteit krijgen (zie figuur 2). De resultaten van beide onderzoeksmethoden werden gelijktijdig verzameld, vergeleken en daarna werden de verschillen en gelijkheden geïnterpreteerd, vergeleken met de literatuur uit het theoretisch kader en uitgelegd.

Figuur 2: Diagram van het toegepaste convergente parallel ontwerp (Creswell & Plano Clark) (32)

In dit onderzoek is deskresearch uitgevoerd, kwantitatief onderzoek gedaan middels enquêtes en is kwalitatief onderzoek gedaan middels semigestructureerde diepte-interviews. Met het verkennende deskresearch en de enquêtes is in kaart gebracht wat de behoeften van jongvolwassen vrouwen die willen afvallen zijn op het gebied van afvallen en gewichtsverliesprogramma’s. Er is beschrijvende statistiek gebruikt. Er zijn geen statistische toetsen uitgevoerd. Het doel was om een algemeen beeld te schetsen van de behoeften met betrekking tot afvallen en de wensen met betrekking tot

gewichtsverliesprogramma’s. Of het Skinnyminds coachplan aansluit bij de wensen van jongvolwassen vrouwen die willen afvallen is onderzocht met de enquêtes en met de interviews. Met behulp van de interviews is dieper ingegaan op de behoeften en wensen van de respondenten die het coachplan hebben gevolgd. De ervaringen van de respondenten werden achterhaald. Zoals eerder benoemd werden de resultaten van de deskresearch, de enquêtes en de interviews verzameld, vergeleken en daarna werden de verschillen en/of gelijkheden geïnterpreteerd en uitgelegd. Er wordt nu apart ingegaan op de onderzoeksmethoden van het kwantitatieve en kwalitatieve deel van dit onderzoek. Deze methoden worden aan de hand van de eerder benoemde deelvragen uiteengezet.

(16)

3.2 Enquête

Onderstaande deelvragen werden beantwoord met behulp van kwantitatief onderzoek middels een enquête.

Wat zijn de behoeften van jongvolwassen vrouwen (18-30 jaar) met betrekking tot afvallen en gewichtsverliesprogramma’s?

Sluit het Skinnyminds coachplan aan bij de wensen van jongvolwassen vrouwen (18-30 jaar) die willen afvallen?

3.2.1 Inhoud van de enquête

De enquête bestond uit twintig vragen waarvan zeventien meerkeuzevragen, een rangschikvraag, een matrixvraag en een schaalverdelingsvraag. Er werd bij de meerkeuzevragen gebruik gemaakt van een Likertschaal met vier keuzemogelijkheden. Meestal is het aantal cijfers oneven waardoor de schaal een middelpunt heeft. Er is gekozen voor een even cijfer zodat de respondent gedwongen werd te kiezen voor een positieve of negatieve boventoon in het beoordelen van stellingen. De enquête werd digitaal afgenomen via Thesistools Pro. Het eerste deel van de enquête bestond uit een inleiding, het doel van het onderzoek en een beschrijving van de tijd die het invullen van de enquête in beslag zou nemen (5-8 minuten). Verder werd benoemd dat er vertrouwelijk met de gegevens van de respondenten om zou worden gegaan en dat de resultaten anoniem zouden worden verwerkt. Om mensen te motiveren om de enquête in te vullen werden er in samenwerking met Skinnyminds 3 boeken onder de respondenten verloot. Hieronder staan de vragen die beantwoord werden met behulp van de enquête.

3.2.2 Vragen uit de enquête

De algemene kenmerken van de respondenten (leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en woonsituatie) worden aan het begin van de vragenlijst gevraagd. Verder kwamen onderstaande vragen aan bod in de enquête. Drie van de enquêtevragen kwamen uit het onderzoek van Larose et al. omdat deze

onderdelen gaan over de redenen van afvallen en betrekking hebben op de behoeften van gewichtsverliesprogramma’s (10).

Vragen over afvallen en gewichtsverliesprogramma’s

Wat zijn de barrières voor het afvallen?

De opties waaruit respondenten konden kiezen kwamen overeen met het eerder benoemde onderzoek van LaRose et al. (10). Respondenten konden zeven genoemde barrières op volgorde zetten van

belangrijk naar onbelangrijk. De barrières waren: 1. ‘Gezond eten is duur’

2. ‘Eten omdat het gezellig is/sociaal eten’

3. ‘Te druk met werk/school verantwoordelijkheden’ 4. ‘Geen afvalprogramma’s beschikbaar’

5. ‘Afvalprogramma’s zijn te duur’ 6. ‘Faalangst: het lukt me toch niet’

7. ‘Ik vind de voordelen van slank zijn niet afwegen tegen de nadelen van wat ik moet doen om af te vallen’

In hoeverre ben je het eens met de volgende stelling: ‘ik sta ervoor open om tegen betaling hulp te krijgen bij het afvallen’?

Er waren vier antwoordmogelijkheden bij deze vraag oplopend van ‘helemaal mee oneens’ tot ‘helemaal mee eens’.

(17)

Waarom wil de doelgroep afvallen?

In de vragenlijst konden respondenten de onderdelen ‘gezondheid’, ‘uiterlijk’, ‘fitter zijn’,

‘zelfverzekerdheid’, ‘energie hebben’ en ‘beter kunnen presteren op werk’ met een cijfer van 1 t/m 10 beoordelen als reden waarom zij willen afvallen. Deze onderdelen kwamen ook voor in het onderzoek naar de verschillen in motivatie voor afvallen tussen jongvolwassen vrouwen en oudere volwassen vrouwen en het eerder benoemde onderzoek van LaRose et al. naar het verbeteren van de werving en betrokkenheid van jongvolwassenen in gewichtsverliesprogramma’s (9,10).

Waar zou je meer tips over willen krijgen of wat zou je willen leren met betrekking tot afvallen?

De opties bestonden uit de onderwerpen van de gedragslessen van het Skinnyminds coachplan namelijk: voeding, sport, mindset, motivatie en gedragsverandering. Het onderwerp stress is hieraan toegevoegd vanwege de verhoogde mentale druk onder jongvolwassenen (18). Respondenten konden aangeven of zij over een onderdeel tips willen krijgen door ‘ja’ of ‘nee’ te kiezen per onderdeel. Vragen over Skinnyminds

Het tweede onderdeel van de vragenlijst bestond uit vragen over het Skinnyminds coachplan. Hiervoor werd kort toegelicht wat het coachplan is en zijn twee afbeeldingen van de online omgeving geplaatst om een duidelijk beeld te schetsen (bijlage I).

Ben je al bekend met Skinnyminds?

Respondenten konden kiezen uit onderstaande vijf antwoordmogelijkheden. - Nee

- Ja, via social media

- Ja, via kennissen/vrienden/familie - Ja, via internet

- Ja, via boeken

Beantwoord de volgende vragen afgaande op de informatie die je zojuist over het Skinnyminds

coachplan hebt gekregen. Kies wat het meest van toepassing is. Wat is je eerste indruk van Skinnyminds?

De vier antwoordmogelijkheden liepen op van ‘zeer oninteressant’ naar ‘zeer interessant’.

In hoeverre spreekt het Skinnyminds coachplan je aan?

De vier antwoordmogelijkheden liepen op van ‘het spreekt mij totaal niet aan’ naar ‘het spreekt mij heel erg aan’. Op deze vraag wordt dieper ingegaan in het diepte-interview.

Deze vraag is voor mensen die hebben aangegeven dat het coachplan niet aanspreekt. Waarom spreekt het coachplan je niet aan? Kies wat het meest van toepassing is:

Onderstaande antwoordmogelijkheden waren gebaseerd op de meest teruggekregen respons vanuit de Skinnyminds klantenservice.

- Niet van toepassing (want het Skinnyminds coachplan spreekt mij wel aan) - Ik wil afvallen door te sporten

- Ik heb andere behoeften zoals dagmenu’s, face-to-face begeleiding en sportbegeleiding - Ik denk dat ik het zelf wel kan

- Ik denk dat ik er te veel tijd aan kwijt zal zijn - Ik wil geen opdrachten doen

- Het duurt te lang (6 maanden) - Te duur (89 euro per maand)

Zou je een afvaltraject liever alleen doen of gezamenlijk/in een groep?

(18)

‘gezamenlijk’. Bij Skinnyminds is het groepsverband een belangrijk onderdeel van de benadering in het coachplan.

Hoe lang wil je dat een afvaltraject/coachplan duurt?

De vraag is ook afkomstig uit onderzoek van LaRose et al.en onderstaande antwoordmogelijkheden zijn gebaseerd op eigen inzichten over gewichtsverliesprogramma’s (10).

- Een maand - Drie maanden - Een half jaar - Een jaar

Wat vind je van de prijs voor het Skinnyminds coachplan (89 euro/maand)?

Er waren vijf antwoordmogelijkheden oplopend van ‘te goedkoop voor wat je krijgt’ naar ‘te duur voor wat je krijgt’. Uit onderzoek van LaRose et al. blijkt dat geld een belangrijke barrière is voor een gezonde leefstijl maar dat het ook kan zorgen voor een betere betrokkenheid in gewichtsverliesprogramma’s (10).

De volgende vraag bestond uit meerdere onderdelen die als aparte vragen zijn weergegeven in de enquête. Respondenten konden aangeven in hoeverre de vijf stellingen met verschillende onderdelen uit het Skinnyminds coachplan hun aanspraken. Zij konden per stelling uit vier antwoordmogelijkheden kiezen oplopend van ‘het spreekt mij totaal niet aan’ naar ‘het spreekt mij erg aan’.

‘Het onderdeel coaching uit het Skinnyminds coachplan spreekt mij aan’ ‘Het onderdeel gedragslessen uit het Skinnyminds coachplan spreekt mij aan’ ‘Het onderdeel beweegprogramma uit het Skinnyminds coachplan spreekt mij aan’ ‘Het onderdeel recepten uit het Skinnyminds coachplan spreekt mij aan’

‘Het onderdeel coachgroep uit het Skinnyminds coachplan spreekt mij aan’

3.2.1 Onderzoeksdoelgroep Inclusie- en exclusiecriteria

Inclusie: jongvolwassen vrouwen van 18-30 jaar die willen afvallen en die nog geen gebruik maken of gebruik hebben gemaakt van het coachplan van Skinnyminds. De deelnemers moesten een smartphone of laptop hebben.

Exclusie: jongvolwassen vrouwen die de Nederlandse taal niet goed beheersen. 3.2.2 Wervingsprocedure

De respondenten zijn geworven via Instagram, Facebook en WhatsApp. 111 respondenten hebben de enquête ingevuld en hiervan waren 10 respondenten ouder dan 30 jaar. Deze enquêtes zijn niet

meegenomen in het onderzoek. De respondenten zijn afkomstig uit het netwerk van de onderzoeker en vanuit het netwerk van potentiële klanten van Skinnyminds.

3.2.3 Data-analyse

De data van het kwantitatieve onderzoek werden geanalyseerd met behulp van SPSS. De behoeften met betrekking tot afvallen en gewichtsverliesprogramma’s zijn achterhaald door gebruik te maken van frequentietabellen. Afhankelijk van het type variabele is er gekozen voor een weergave van de ‘mean’ of de modus. Omdat het kwantitatieve deel van het onderzoek exploratief bedoeld is, is er gekozen om geen verbanden te leggen tussen de vragen onderling.

(19)

3.3 Interviews

Onderstaande deelvraag werd met behulp van semigestructureerde diepte-interviews beantwoord.

Sluit het Skinnyminds coachplan aan bij de wensen van jongvolwassen vrouwen (18-30 jaar) die willen afvallen?

Gewoonlijk hanteert Skinnyminds geen leeftijdsrestricties maar omdat zij vrijwel geen jongvolwassen vrouwen (18-30 jaar) aanspreken is er een pilot gestart van het coachplan met enkel jongvolwassen vrouwen om te achterhalen of het coachplan bij hun behoeften aansluit. Om deze deelvraag te beantwoorden zijn deze 10 jongvolwassen vrouwen uitgenodigd om te interviewen.

Als onderzoeksinstrument is er gekozen voor een semigestructureerd interview om tot meer gedetailleerde antwoorden te komen en om de mogelijkheid te hebben om door te vragen naar de behoeften van gewichtsverliesprogramma’s en de ervaringen van het coachplan.

De interviews zijn gehouden aan de hand van een semigestructureerde topiclijst.De volgende onderwerpen stonden in de topiclijst centraal:

- Algemeen - Ervaring coachplan - Duur coachplan - Lessen en opdrachten - Coachgroep - Prijs coachplan

- Persoonlijke voorkeur bij coaching

- Verbeterpunten coachplan

- Goed aan coachplan

- Taalgebruik

De interviewvragen bijbehorend bij de topiclijst zijn te vinden in bijlage II.

De vragen 3, 7 en 8 (zie bijlage II) die gaan over de duur van het coachplan, de prijs van het coachplan en de onderdelen van het coachplan zijn gebaseerd op onderzoek van Larose et al. Uit dit onderzoek blijkt geld een belangrijke barrière te zijn voor een gezonde leefstijl maar blijkt dit ook te zorgen voor een betere betrokkenheid in gewichtsverliesprogramma’s (10). Ook blijkt hieruit dat jongvolwassen vrouwen een gewichtsverliesprogramma willen personaliseren, afhankelijk van hun behoeften. In Skinnyminds staan de onderdelen van het coachplan momenteel vast. Verder blijkt uit dit onderzoek dat specifieke taalgebruik voor de werving van deze doelgroep belangrijk is. Zo willen zij niet dat de nadruk ligt op het afvallen zelf (10).

De respondenten zijn individueel geïnterviewd met open vragen via videobellen (via Facetime of WhatsApp) via een smartphone of laptop. Er is gekozen voor deze methode gezien de grote afstanden tussen de interviewer en de respondenten. Hen is verteld dat het interview zo’n 10 minuten duurt, er geen foute antwoorden zijn en dat er betrouwbaar met hun antwoorden om wordt gegaan. Verder is toestemming gevraagd voor het gebruik van een dictafoon. Om tot de kern van de informatie te komen is waar nodig doorgevraagd en is af en toe een stilte ingelast. Er is door de interviewer aandacht besteed aan non-verbale en verbale gespreksvaardigheden zoals een geïnteresseerde lichaamshouding en verbale aanmoedigingen zoals omschreven in het Basisboek kwalitatief onderzoek van Baarda (34). 3.3.1 Onderzoeksdoelgroep en wervingsprocedure

De respondenten zijn via convenience sampling (middels WhatsApp) en via een Facebook oproep vanuit Skinnyminds gevonden. De geïnteresseerden werden gevraagd een e-mail te sturen met motivatie. Uit deze groep zijn respondenten gekozen. Nadat de geïnteresseerden geselecteerd waren hebben zij een

(20)

e-mail ontvangen met daarin een ‘informed consent’ formulier waarin hun akkoord voor het meedoen werd gevraagd (bijlage III). Ook werd hun een borg van 100 euro gevraagd die zij na het afronden van het Skinnyminds coachplan terugkrijgen. Het coachplan duurt een half jaar en loopt dus nog een korte periode na dit onderzoek door.

3.3.2 Data-analyse

De interviews zijn met een dictafoon opgenomen, handmatig woordelijk getranscribeerd en zijn open en vervolgens axiaal gecodeerd. Hierna is er selectief gecodeerd om verbanden te leggen tussen de

uitkomsten (bijlage IV). Dit is gedaan zoals omschreven in het boek ‘analyseren in kwalitatief onderzoek’ van Boeije (33)en het boek ‘Basisboek kwalitatief onderzoek’ van Baarda (34).

3.3.3 Betrouwbaarheid en validiteit

De getranscribeerde tekst is twee keer naast de interview geluidsopnames gehouden om zo nauwkeurig mogelijk te werk te gaan en om betrouwbaarheid te waarborgen. Volgens Boeije en Hox zal, wanneer sprake is van betrouwbare methoden van dataverzameling, herhaling van de waarnemingen tot een gelijke uitkomst moeten leiden indien hetgeen wat gemeten wordt onveranderd is gebleven.

Betrouwbaarheid betekent dat de waarnemingen zo min mogelijk worden beïnvloed door toevallige of niet-systematische fouten (33). Validiteit gaat volgens deze onderzoekers over de beïnvloeding van het onderzoek door systematische fouten. Zo kan het gebeuren dat de onderzoekers gegevens, bedoeld of onbedoeld, in een onjuiste richting interpreteren die niet overeenkomt met de verkregen

onderzoeksgegevens (33). Er is daarom tijdens de diepte-interviews veel geparafraseerd, samengevat en aan de respondenten gevraagd of de samenvattingen van de onderzoeker juist waren.

(21)

4. Resultaten

4.1 Resultaten kwantitatief onderzoek

4.1.2 Demografische kenmerken respondenten

Hieronder volgt een beschrijving van demografische kenmerken van de respondenten (bijlage V). 100% van de respondenten (N=111) is vrouwelijk. 91% van de respondenten (N=101) is tussen de 18-30 jaar oud. 9% van de respondenten (N=10) is ouder dan 30 jaar. Deze respondenten vallen in de

exclusiecriteria en hun enquêtes zijn niet meegenomen in dit onderzoek.

2% van de respondenten (N=2) heeft een vmbo-opleiding afgerond, 6% van de respondenten (N=7) heeft een vwo-opleiding afgerond, 5% van de respondenten (N=5) heeft een havo-opleiding afgerond. Het is mogelijk dat deze respondenten nu een vervolgopleiding volgen. 16% van de respondenten (N=18) heeft een mbo-opleiding gevolgd, 59% van de respondenten (N=65) heeft een hbo-opleiding gevolgd en 13% van de respondenten (N=14) heeft een WO-opleiding gevolgd (zie grafiek 1.1 en bijlage V). Het merendeel van de respondenten (50%) gaf aan alleen te wonen (25% van de respondenten, N=28) of samen te wonen zonder kinderen (25% van de respondenten, N=28). 23% van de

respondenten (N=26) woont met huisgenoten, 18% van de respondenten (N=20) woont samen met kinderen. 5% van de respondenten (N=6) gaf aan in een studentenhuis te wonen en 3% van de respondenten (N=3) woont alleen met kinderen (zie grafiek 1.2 en bijlage V).

Grafiek 1.1: opleidingsniveau respondenten vragenlijst Grafiek 1.2: woonsituatie respondenten vragenlijst

4.1.3 Behoeften met betrekking tot afvallen en gewichtsverliesprogramma’s Barrières voor het afvallen

Wat zijn de barrières voor het afvallen?

Deze variabele werd als intervalvariabele geïnterpreteerd. Hierdoor kon worden gekeken naar het gemiddelde. De schaal liep van 1 tot en met 8. Uit de frequentietabel (bijlage VI) is af te lezen dat de belangrijkste barrière voor afvallen van de respondenten was dat de voordelen van slank zijn niet afwegen tegen de nadelen van wat zij moeten doen om af te vallen (mean=6.21). De twee opvolgende belangrijkste barrières voor afvallen waren dat er geen afvalprogramma’s beschikbaar zijn (mean=6.16) en faalangst (mean=5.29). Eten omdat het gezellig is werd door de respondenten gemiddeld

(mean=1.83) bijna niet als een barrière beschouwd. Tegen betaling hulp bij afvallen

In hoeverre ben je het eens met de volgende stelling: ‘ik sta ervoor open om tegen betaling hulp te krijgen bij het afvallen’?

77% van de respondenten (N=76) was het er een beetje of helemaal mee eens om tegen betaling hulp te krijgen bij het afvallen. 54% van de respondenten (N=60) was het een beetje eens met de stelling, 23% van de respondenten (N=26) was het helemaal eens met de stelling, 15% van de respondenten (N=17) was het een beetje oneens met de stelling en 7% van de respondenten (N=8) was het helemaal oneens met de stelling (zie grafiek 2.1 en bijlage VI).

(22)

Motivatie voor afvallen

Waarom wil de doelgroep afvallen?

Alle antwoord categorieën (gezondheid, uiterlijk, fitter zijn, energie hebben, beter kunnen presteren op werk) werden als bovengemiddeld (hoger dan 5 op een schaal van 10) belangrijk bevonden. Het hoogste gemiddelde (mean=8.74) werd gegeven aan uiterlijk. Fitter zijn (mean=8.63), zelfverzekerdheid

(mean=8.44) en gezondheid (mean=8.38) volgden hier vlak na (bijlage VI). Tips bij afvallen

Waar zou je meer tips over willen krijgen of wat zou je willen leren met betrekking tot afvallen?

Deze variabele is nominaal waardoor er gekozen is om te kijken naar de modus. Over alle gegeven onderwerpen (voeding, sport, mindset, motivatie, gedragsverandering en stress) werd aangegeven dat de respondenten hier meer over willen leren (bijlage VI).

4.1.4 Sluit het Skinnyminds coachplan aan bij de wensen van jongvolwassen vrouwen? Bekendheid Skinnyminds

60% van de respondenten was al bekend met Skinnyminds. 20% kent Skinnyminds via social media (N=22), 15% kent Skinnyminds via kennissen, vrienden of familie (N=17), 6% kent Skinnyminds via het internet (N=7) en 18% kent Skinnyminds via boeken (N=20). 40% was dus nog niet bekend met Skinnyminds (bijlage VII).

Interesse in het coachplan

Na het lezen van de informatie over Skinnyminds (bijlage I) gaf 94,5% van de respondenten (N=105) aan een beetje of zeer geïnteresseerd in het Skinnyminds coachplan te zijn (zie grafiek 2.2 en bijlage VII).

Grafiek 2.1: Hulp bij het afvallen Grafiek 2.2: eerste indruk van Skinnyminds

In hoeverre spreekt het Skinnyminds coachplan aan?

Het merendeel van de respondenten (80%) gaf aan dat het coachplan hun een beetje (N=65) of heel erg (N=24) aansprak (zie grafiek 2.3 en bijlage VI). Aan de respondenten die aangaven dat het coachplan ze niet aansprak is gevraagd wat de reden hiervoor is. De redenen waarom het coachplan niet aansprak lopen uiteen. De meest opvallende reden waarom het coachplan niet aanspreekt is dat 26% van de respondenten (N=29) het te coachplan duur vinden (zie grafiek 2.4 en bijlage VII).

(23)

Grafiek 2.3: In hoeverre spreekt het Skinnyminds coachplan aan?

Grafiek 2.4: Redenen waarom het coachplan niet aanspreekt.

Individueel of gezamenlijk

59% van de respondenten (N=65) gaf aan een afvaltraject liever individueel te volgen. 41% van de respondenten (N=46) gaf aan een afvaltraject liever gezamenlijk te volgen (bijlage VII).

Duur coachplan

53% van de respondenten (N=59) heeft aangegeven een afvaltraject of coachplan van een half jaar de voorkeur te geven. Het Skinnyminds coachplan heeft ook een duur van een half jaar. 32% van de respondenten (N=36) gaf de voorkeur voor een duur van 3 maanden. Slechts 11% van de respondenten (N=12) gaf de voorkeur voor een duur van een jaar en veruit het kleinste percentage (4%) van de respondenten (N=4) volgt het liefste een afvaltraject of coachplan met een duur van een maand (grafiek 2.5 en bijlage VII).

Prijs coachplan

52% van de respondenten (N=58) gaf aan het Skinnyminds coachplan aan de dure kant maar prima voor wat je krijgt te vinden. 30% van de respondenten (N=33) gaf aan het coachplan te duur voor wat je krijgt te vinden. 14% van de respondenten (N=15) vond de prijs perfect passen en 5% van de respondenten (N=5) vond het coachplan aan de goedkope kant maar prima voor wat je krijgt (grafiek 2.6 en bijlage VII).

Grafiek 2.5: Voorkeur van duur

gewichtsverliesprogramma of afvaltraject

(24)

Onderdelen coachplan

Gemiddeld genomen spraken de onderdelen coaching, gedragslessen, beweegprogramma en coachgroep een beetje aan (modus=3). Het onderdeel recepten sprak gemiddeld erg aan (modus=4) (bijlage VII).

4.2 Resultaten kwalitatief onderzoek

De resultaten van de diepte-interviews worden hieronder weergegeven en zijn gecategoriseerd per topic van de topiclijst.

4.2.1 Algemene ervaring coachplan

De 10 jongvolwassen vrouwen die deelnemen aan het Skinnyminds coachplan zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de interviews. 3 van de 10 deelnemers zijn door diverse omstandigheden niet in staat geweest om geïnterviewd te worden. Hun coachplan werd (zoals aangegeven in het Informed Consent, bijlage III) beëindigd. Onderstaande resultaten komen voort uit de interviews van de overige 7

deelnemers. Uit de interviews bleek dat het merendeel van de deelnemers tot nu toe positief zijn over hun algemene ervaring van het Skinnyminds coachplan. Zo zei een deelnemer (21 jaar): “Ik vind het tot nu toe heel leuk en heel verrassend.” Een andere deelnemer (19 jaar) vertelde: “Mijn ervaring is heel positief door de opdrachten en de coachgroep waardoor je contact met elkaar hebt.” Het

groepsverband van het coachplan werd door het merendeel van de deelnemers als pluspunt benoemd. Zo zei een deelnemer (18 jaar): “Ik vind het mooi dat je alles kan bespreken in de groep met mensen die met hetzelfde bezig zijn.” Een andere deelnemer (20 jaar) vertelde: “De coachgroep is eigenlijk het grootste pluspunt [van het coachplan], de mededeelnemers dan voornamelijk.” Verder bleek het dat meerdere deelnemers nieuwe inzichten hebben verkregen door deelname aan het coachplan, met name door de lessen en opdrachten. Daarnaast werd aangegeven dat de opdrachten soms veel werk zijn. Zo zei een deelnemer (20 jaar): “Het is soms lastig bij te houden en op tijd af te krijgen.” Ook een andere deelnemer (21 jaar) gaf dit aan: “Hoe ik het nu ervaar is dat het in combinatie met studie, werk en een sociaal leven veel werk is. Daar had ik mij in vergist.”

4.2.2 Onderdelen coachplan

Lessen en opdrachten

Alle geïnterviewde deelnemers waren tijdens het interview positief over de lessen en opdrachten. Zo vertelde een deelnemer (20 jaar) de lessen en opdrachten “heel leuk” te vinden. Een andere deelnemer (26 jaar) gaf aan: “over het algemeen zijn de opdrachten erg goed bevallen. Vooral het delen met de mededeelnemers en de inzichten daarvan beviel me.” Ook zei een deelnemer (25 jaar): “De opdrachten vind ik praktisch. De opdrachten zijn gelijk toepasbaar en gericht op de praktijk”. Een andere deelnemer (26 jaar) is het hier ook mee eens: “De lessen geven je veel inzicht en het is makkelijk toe te passen. Je kunt het ook even gauw tussendoor doen”.

Een aantal deelnemers gaven aan de opdrachten veel werk te vinden en/of dit lastig te kunnen

combineren met school. Zo vertelde de jongste deelnemer (18 jaar): “Ik heb nog niet alles gemaakt [de opdrachten van Skinnyminds], dit heb ik ook met mijn coach besproken. Het komt omdat ik heel druk ben met school en projecten inleveren. Ik vind het best lastig als je ernaast een opleiding doet en ik vraag me af hoe mensen dit buiten hun werk om doen. Je moet bijna elke dag daarop [op de online Skinnyminds omgeving] kijken en het liefst ook elke dag reageren.” Ook een andere deelnemer (21 jaar) is het hier mee eens: “Het werkt heel goed maar omdat het heel veel is maak ik niet alles. […] Het is in combinatie met studie en werk heel veel. Ik zit in mijn eindexamenperiode en het zijn geen opdrachten die je in twee minuten kunt maken.” Een andere deelnemer (19 jaar) geeft aan: “Het is soms wat puzzelen om het na school bij te houden. Daarom kies ik nu steeds één dag per week om alles te maken. […] Ik mis er nog een paar [opdrachten] maar die haal ik deze week in.”

(25)

Coachgroep

Over de coachgroep en het afvallen in groepsverband waren alle geïnterviewde deelnemers positief. Zo gaf een deelnemer (21 jaar): “Ik vind het superfijn omdat je er meer aan hebt. Het is heel herkenbaar en je kunt anderen ook steunen. Ik vind het ook fijn om anderen te helpen met motivatie.” Een andere deelnemer (19 jaar) gaf aan: “Dat [de coachgroep] ervaar ik als heel prettig. Je doet het niet alleen en als je ergens mee zit geven ze [de andere deelnemers] je tips. Zo leer je van elkaar. Dat is een goeie

toevoeging.”

Daarnaast gaf een deelnemer (20 jaar) aan zich verplicht te voelen naar de groep en daarom meer te bereiken: “Je bereikt veel meer in groepsverband. Je voelt je meer schuldig en verplicht naar de groep toe. Als ik alleen een coach heb dan krijg ik een autoriteitsprobleem omdat coaches je nog wel eens de les kunnen lezen. Als dit te vaak gebeurt dan geef ik snel op en denk ik ‘laat maar’ terwijl het in

groepsverband meer uit jezelf komt en je zelf mee wil doen met de rest. De coach staat dan op de achtergrond.”

Een oudere deelnemer (26 jaar) gaf aan dat zij het fijn vindt om af en toe te horen wanneer andere deelnemers het moeilijk hebben in het traject: “Af en toe denk je dat je de enige bent die zich ergens niet aan houdt en dan word je heel negatief. Dan is het fijn te horen dat iemand anders ook tegenslagen heeft. Vaak hoor je alleen maar positieve verhalen maar hier merk je ook dat het niet altijd bij iedereen goed gaat.”

De activiteit van deelnemers in de coachgroep werd door een aantal deelnemers benoemd. “Je hebt wel veel verschillen met hoe actief iedereen is maar aan de mensen die veel reageren heb ik wel echt veel.” vertelde een deelnemer (26 jaar). Een deelnemer (21 jaar) merkte op dat de helft van de deelnemers niet reageerden: “[…] Wel jammer dat de helft van de deelnemers niet reageert.” Een deelnemer (18 jaar) vertelde waarom zij nog niet gereageerd had: “Het is niet per se niet durven maar ik denk dat het komt door mijn tijd en de tijd die ik in het plan heb gestoken. Ik vind het lastig om te bedenken wat ik moet vertellen. Ik weet niet precies hoe ik het moet verwoorden.”

Coach

Ook over de coach waren alle geïnterviewde deelnemers positief. De coach werd door de meeste deelnemers behulpzaam, positief en betrokken genoemd. Een deelnemer (26 jaar) vertelde: “De coach doet echt haar best. Je doet ertoe en je bent geen nummertje. Als zij merkt dat iedereen een minder goede week heeft dan plaatst ze ook motiverende quotes.” Ook een andere deelnemer merkte de motiverende quotes op: “Drie weken geleden had iedereen een slechte week. Vanaf toen is ze allemaal plaatjes en quotes gaan delen. Dat was fijn.” Een andere deelnemer (19 jaar) vertelde: “Ik heb nog maar één gesprek met haar gehad maar dat kwam goed over. Ik denk dat ik er veel aan kan hebben. In de groep is ze ook heel positief.” De behulpzaamheid van de coach werd door een aantal deelnemers benoemd. De jongste deelnemer (18 jaar) vertelde: “Ik heb pas één keer met haar gesproken maar zij regelt alles voor je. In het begin kon ik het coachplan niet in en kon ik mijn gegevens niet zien. Ik kreeg toen gelijk dezelfde dag een berichtje terug. Zij zorgt ervoor dat al je vragen worden opgelost.”

Coachgesprekken

Over de 1-op-1-coachgesprekken waren alle geïnterviewde deelnemers positief. Zo zei een deelnemer (21 jaar): “Ze probeerde goed te achterhalen wat voor eter ik ben en om mij te motiveren. Ze maakte me ook duidelijk dat zwakke momenten ervoor zorgen dat je terug kan vallen. Ook gaven een paar deelnemers aan dat de coachgesprekken nieuwe inzichten geven. De coach helpt volgens meerdere deelnemers ook met de motivatie. Zo zei een deelnemer (25 jaar): “De coach achterhaalt wat je valkuilen zijn en hoe ze jou kan motiveren. Ze is ook heel betrokken.”

Groepsgesprekken

De groepsgesprekken werden door alle geïnterviewde deelnemers positief ervaren. Een aantal deelnemers benoemden de groepsgesprekken als steunend en motiverend. Een deelnemer (21 jaar) vertelde: “Het is heel steunend. Het werkt motiverend om te lezen hoe het bij iemand anders gaat. Als het bij iemand anders goed gaat dan wil je dat het bij jezelf ook goed gaat. Ook de jongste deelnemer

(26)

(18 jaar) gaf aan dat de groepsgesprekken motiverend werken: “Ik vind het leuk dat iedereen zijn week bespreekt en vertelt waar ze tegen aan lopen. Zo zie je dat heel veel mensen hetzelfde hebben. Ik denk dat dat er ook voor zorgt dat je denkt dat je het kan en dat je leert dat meerdere mensen tegen dezelfde problemen aan lopen. Ik krijg daar veel motivatie van.”

Opnieuw werd de mate van inactiviteit van sommige deelnemers door een paar deelnemers benoemd. Een deelnemer (19 jaar) vertelde: “Er zitten tien mensen in de groep maar er zijn slechts vijf die veel reageren. Je merkt erg dat niet iedereen actief is. Voor de rest gaat het goed. Iedereen zet er dingen in die ze lastig vinden.” Een andere deelnemer zei: “[De groepsgesprekken zijn] Heel fijn, ook omdat je anderen kunt helpen en zij jou helpen met tips. Wel jammer dat de helft niet reageert. Sommigen hebben zelfs nog helemaal niks gezegd.”

Eén van de deelnemers (18 jaar) gaf aan dat zij nog niet zelf een bericht in de groep heeft geplaatst. Tijdens het interview is er doorgevraagd naar daar de reden hiervoor. Zij lichtte toe: “Ik probeer er tijd voor vrij te maken. Ik heb nu zomervakantie maar nu heb ik weer rijlessen en moet ik nog projecten inleveren. Ik probeer er tijd voor vrij te maken maar het is heel lastig. Nadat ik bijvoorbeeld een project afheb denk ik ‘oh nee, nu moet ik dat [Skinnyminds opdrachten en voortgang delen] ook nog doen’.” Er is doorgevraagd naar het gevoel dat bij de deelnemer naar boven komt wanneer deze gedachte opkomt. De deelnemer vertelde: “Ik kijk er soms tegenop. Als ik de hele dag al bezig ben dan ben ik daarna gewoon op […].”

4.2.3 Meest aansprekende onderdelen

Er is aan de deelnemers gevraagd welke onderdelen van het coachplan het meeste aanspreken en wat zij goed vinden aan het coachplan. De vragen en antwoorden zijn vergelijkbaar en worden hieronder samengevoegd. De coachgroep, de opdrachten en de coach zijn volgens het merendeel van de deelnemers de drie beste en meest aansprekende onderdelen van het coachplan.

Een deelnemer (20 jaar) gaf aan wat haar het meeste aansprak van de coachgroep: “De steun en motivatie van de coachgroep spreken het meeste aan. Ook de gedragsopdrachten omdat het probleem daar bij mij zit. Ik vind de opdrachten waar je iets visueels moet doen heel goed zoals een ‘moodboard’ maken of een tabel in elkaar zetten. Ik heb dat liever dan een verslag want dat wordt te veel naast mijn studie. Ook een andere deelnemer (21 jaar) vertelde wat haar aansprak in de opdrachten: “Hoe de opdrachten in elkaar zitten in combinatie met een filmpje waarin duidelijk staat waar de les over gaat vind ik fijn. Soms is het wel onduidelijk hoe uitgebreid je een opdracht moet doen. Ik ben soms wel een half uur met één opdracht bezig omdat ik dan een hele lap tekst opschrijf.”

Ook het hebben van een coach en de 1-op-1-gesprekken werden door een paar deelnemers benoemd als één van de beste en meest aansprekende onderdelen van het coachplan. Zo zei een deelnemer (19 jaar): “Ik denk dat de opdrachten het meest aanspreken maar ook de individuele coachgesprekken want daar haal je meer uit dan alleen de coachgroep. De jongste deelnemer (18 jaar) vertelde: “Ik denk dat een coach zelf een grote rol speelt in het coachplan omdat je met een coach verder komt dan wanneer je het alleen moet doen”. Ook vertelde een andere deelnemer (26 jaar): “Er wordt ook echt tijd voor ons gemaakt door de coach. Zij gaat met ons in gesprek en reageert veel.”

Verder benoemden twee deelnemers specifiek het aspect langdurige gedragsverandering en het ‘positieve’ ook als positief kenmerk van het coachplan. Zo stelde een deelnemer (26 jaar): “Je verandert jezelf voor altijd. Het is geen dieet van zes weken waarin je alleen wortels eet en je een paar kilo afvalt. Dit is iets waar je altijd iets aan hebt. Je wordt bewust van wat je doet. […] Skinnyminds geeft je ook de tijd en het is heel positief. Als je bijvoorbeeld even teveel hebt gegeten met Pasen dan wordt er

benadrukt dat je gewoon alsnog door moet gaan. Normaal zou ik eerder de handdoek in de ring hebben gegooid.” Ook een jongere deelnemer (20 jaar) legt dit aspect verder uit wanneer haar gevraagd wordt wat zij goed vindt aan het coachplan: “Het principe van gedrag in plaats van dieet. Aan de ene kant zorgt het ervoor dat je streng bent naar jezelf maar tegelijk zorgt het ervoor dat je positief naar jezelf bent. Het gaat om je gedrag en je relatie met eten in plaats van puur op je voeding zitten. Vroeger

waardeerde je de kilo’s die eraf gingen en nu gaat het op een dieper level. Je wordt echt blij met jezelf. Je gaat eerst van jezelf houden voordat je afvalt.”

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We hebben een kleinschalige enquête uitgezet voor mensen die een workshop/training/cursus hebben gevolgd in het Rondeel en/of wellicht interesse hebben om een training te volgen in

Dit boek gaat over de periode vanaf het moment dat we de keuze en beslissing maken of hebben genomen om met of tegen de keuzes en beslissingen te werken die

Met behulp van kleinere borden kun je minder voedsel opscheppen en ligt er ook minder eten voor je neus om op te eten.. Deze eenvoudige tip verzin ik trouwens niet uit mijn

Ook nu er geen gebruik wordt gemaakt van vlees en vis zijn de basisvoorwaarden van Project Gezond absoluut overeind blijven staan: elk recept moet gezond, makkelijk te maken en

Ik bleef maar op datzelfde gewicht hangen terwijl ik er voor mijn gevoel toch alles' aan deed om af te vallen.. Op een avond,

Als u afvalt, kan dat een teken zijn dat uw lichaam meer energie en voedingstoffen nodig heeft.. Als uw gewicht onbedoeld verminderd is, is het raadzaam om con- tact op te nemen

• De drie meest genoemde pullfactoren (redenen om er te gaan werken) voor medewerkers die ingestroomd zijn in het Rijk (maar niet afkomstig zijn uit deze sector) zijn: inhoud van

• een actieplan in coördinatie met alle bestuursniveaus om de nodige middelen te bieden voor een correcte toepassing van de wet van 22 april 2012 ter bestrijding van de loonkloof