• No results found

De digitale libelle

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De digitale libelle"

Copied!
164
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Media, Informatie en Communicatie

Adviesrapport

De digitale Libelle

Bret Hartman

Eerste begeleider: L. Meijer

Redactie & Mediaproductie 11 – 11 - 2014

(2)
(3)

Voorwoord

Haarlem, 9 november 2014 De geprinte media krijgen steeds meer concurrentie. Mede door de opkomst van digitale magazines is het voor geprinte bladen steeds belangrijker om ook op online gebied actief te zijn.

Naar aanleiding hiervan is dit adviesrapport in opdracht van tijdschrift Libelle tot stand gekomen. In dit adviesrapport is onderzoek gedaan naar het online gedrag en de online wensen en behoeften van de Libelle lezer. Deze wensen en behoeften zijn vertaald naar een advies ten behoeve van het digitale tijdschrift van Libelle. Het advies heeft tot doel de digitale editie beter aan te laten sluiten op de specifieke online wensen en behoeften van de doelgroep en daarbij te onderscheiden van het papieren tijdschrift.

Mijn dank gaat uit naar Susan de Bruijn en Nicolette Fox voor de kans en het vertrouwen om dit onderzoek in opdracht van tijdschrift Libelle uit te voeren. Daarbij bedank ik graag de professionals Hans Boot en Tessa Koudijs voor hun bereidheid om mee te werken aan de persoonlijke interviews die mijn onderzoek een steviger fundament hebben gegeven.

Graag wil ik mijn docent-begeleider Leonoor Meijer bedanken voor de prettige begeleiding tijdens het onderzoeksproces. Zij was altijd bereid mijn stukken door te lezen en daarbij mee te denken over problemen die zich tijdens dit proces voordeden. Haar feedback heeft geleid tot een kwaliteitsverbetering van dit adviesrapport.

Tot slot wil ik mijn familie en vrienden bedanken voor de steun tijdens het schrijven van mijn afstudeerscriptie.

Terugkijkend op het afgelopen half jaar ben ik tevreden over het resultaat van dit adviesrapport. Met dit rapport hoop ik u voldoende te informeren over dit onderzoek en enthousiast te maken over het advies ten behoeve van de digitale editie van tijdschrift Libelle.

Bret Hartman

(4)
(5)

Managementsamenvatting

Dit rapport is geschreven in opdracht van tijdschrift Libelle. Door de grote concurrentie op het gebied van print media is online niet meer weg te denken uit een multimediaal merk van een tijdschrift. De digitaleeditie van Libelle is echter een exacte kopie van het papieren tijdschrift. De veronderstelling is dan ook dat de digitale Libelle momenteel niet door de doelgroep wordt gelezen, omdat de digitale editie de lezer in vergelijking met het papieren tijdschrift geen toegevoegde waarde biedt.

Het onderzoek heeft tot doel een advies te formuleren ten behoeve van de digitale Libelle, op grond waarvan kan worden bereikt dat de digitale editie zich onderscheidt van het papieren tijdschrift en beter aansluit op de online wensen en behoeften van de doelgroep. Het advies betreft zowel de inhoud als de vorm en is voortgekomen uit de desk- en de fieldresearch die in het kader van dit onderzoek zijn uitgevoerd.

De doelgroep wordt tegenwoordig overspoeld met informatie. Mede daardoor is het essentieel dat artikelen in een digitaal magazine korter zijn dan in een papieren versie. Ook moet een digitale editie goed leesbaar zijn, omdat de concentratie van de lezer op het beeldscherm kleiner is dan op papier. Een duidelijke leesletter en een juiste lettergrootte zijn derhalve van belang. De interface van een digitaal magazine mag niet te ingewikkeld in elkaar zitten; buttons in een magazine moeten duidelijk en herkenbaar zijn. Daarbij moet een digitaal magazine de lezer een gebruiksaanwijzing bieden die de navigatie van het magazine toelicht.

De doelgroep wil graag op artikelen reageren, artikelen doorsturen en worden doorgelinkt naar externe websites. Daarnaast wil de doelgroep de mogelijkheid tot bewaren van recepten en/of artikelen hebben.

In de digitale editie zal extra inhoudelijke content op het gebied van mode, gezondheid, beauty en wonen worden verwerkt. Deze content is exclusief beschikbaar voor de digitale lezer. Artikelen in de digitale editie zijn kort en prettig leesbaar. Bladeren door artikelen en producties kan horizontaal, artikelen worden verticaal gelezen.

Om te voorkomen dat lezers afhaken, krijgt de interface van de digitale Libelle niet ineens, maar stapsgewijs meer functies. Zowel de cover als de inhoudsopgave zijn interactief. De digitale Libelle bevat een gebruiksaanwijzing waarin de navigatie en de buttons in het digitale magazine worden toegelicht. De buttons zijn duidelijk en herkenbaar.

Op het gebied van design wordt de digitale Libelle interactiever gemaakt door het toevoegen van interactieve buttons. Deze buttons maken het voor de lezer mogelijk een geluid af te spelen, een video te bekijken en elementen als tekst of beeld te laten verschijnen. Daarbij kan de lezer reageren op artikelen, deze artikelen doorsturen en/of bewaren.

De prijs van de digitale Libelle zal naar beneden moeten worden aangepast. De doelgroep wil voor een digitale versie van het tijdschrift minder betalen dan voor het papieren tijdschrift.

In de toekomst kan de digitale Libelle nog verder worden uitgebreid door middel van (bewegende) interactieve elementen en ‘doorkliks’ in beelden. Eerst zal echter in een vervolgonderzoek moeten worden uitgezocht of deze invulling voor Libelle budgettair haalbaar is.

Met behulp van de bevindingen uit zowel de desk- als de fieldresearch zijn ten behoeve van dit adviesrapport prototypes geproduceerd, die een duidelijk inzicht geven in de mogelijkheden voor de digitale editie van het tijdschrift Libelle.

(6)
(7)

Management Summary

This rapport has been commissioned by Libelle magazine. Currently, magazines have to deal with heavy competition in the area of printed media. Therefore an ‘online presence’ has become a vital aspect for any magazine. The digital version of the Libelle is an exact copy of the printed version. Therefore it is assumed that the target group is not reading the digital version because it does not offer any added value to the printed magazine.

The goal of this research is to formulate an advise for the digital version of the Libelle, which will then be used to make the digital version of the Libelle differ from the printed magazine and better suit the wants and need of the target group. The advice will cover both the actual content as the form, and has been put together from the outcome of the desk- and field research which has been done in order to complete this study.

Currently the target group is being flooded with information. Because of this, it is very important that the articles in a digital magazine are shorter than its paper equivalent. Furthermore, a digital version has to be easy and fluent to read because the focus and concentration from the reader is lower on a screen then it would be when reading a printed version of the specific article. Having a clear type and size of letter becomes much more important. The interface of a digital magazine cannot be too complicated for its readers. Buttons within the magazine have to be clear and recognizable. Furthermore, the digital magazine has to offer its reader an explanation how to use the navigation menu.

The target group likes to react and forward articles from a digital magazine. Furthermore the target group likes to have the option to click on links, which will lead to corresponding external websites and have the option to save for example recipes and specific articles.

In the digital edition of the magazine four topics will have additional content. These topics are; fashion, health, beauty and living. This content will be available exclusively to the readers from the digital version. The articles will be read vertically instead of horizontal which is often used in printed magazines.

To avoid dropping readers, the interface of the digital Libelle will gradually offer more

functionality to its interface rather than offer all of its functionality at once. Both the cover and the table of content are interactive. The digital version of the Libelle will contain a manual which explains the navigation and functionality of the buttons within the digital magazine. The buttons are clearly present and very recognizable.

To make the digital Libelle more interactive, interactive buttons will be added. These buttons will enable the reader to listen to sound fragments, watch a video or make specific elements of the current page appear as text or image. Furthermore the reader is able to respond, save and forward these articles.

The price of the digital version of the Libelle will have to be lower than the printed version. The target group wishes to pay less for the digital version then its printed equivalent. In the future, the digital Libelle can be expanded with even more interactive, moving elements. However, follow-up study will have to be done to prove whether or not Libelle has sufficient funds to implement these elements.

Using the findings of both the desk- and field research, prototypes have been made to show a clear insight of the possibilities of the digital version of the Libelle magazine.

(8)

Inhoudsopgave

1 Inleiding 13 2 Methoden en Technieken 15 2.1 Deskresearch 15 2.2 Fieldresearch 15 2.3 Data-analyse methode 17 3 Interne analyse 18

3.1 Uitgever Sanoma Media 18

3.2 Libelle in de markt 18 3.3 Tijdschrift Libelle 20 3.3.1 Libelle Specials 20 3.3.2 Libelle Bookazine 20 3.4 Libelle online 20 3.4.1 Libelle.nl 20 3.4.2 Social media 21 3.4.3 De digitale Libelle 21 3.5 Libelle Evenementen 21 3.5.1 Libelle Nieuwscafé 21 3.5.2 Libelle Zomerweek 21 3.5.3 Libelle Academy 22 3.6 Verwachting opdrachtgever 22 3.7 Samenvatting 22 4 Doelgroepanalyse 23 4.1 De Libelle-lezeres 23 4.1.1 IJkpersoon 23 4.2 Online gedrag 23 4.2.1 Activiteiten op internet 23

4.2.2 Intensiviteit en attitude internetgebruik 24

4.2.3 Internetbeleving 24

4.2.4 Voordelen van het internet 24

4.2.5 Sociale netwerken 25 4.3 Online informatiebehoefte 25 4.3.1 Onderwerpen internet 25 4.3.2 Betrouwbaarheid internet 25 4.4 Online koopgedrag 25 4.5 Samenvatting 27 5 Trendanalyse 28 5.1 Huidige situatie 28 5.2 Uitgeverijen 28 5.3 De consument 29

(9)

5.4.1 Het geprinte blad 29

5.4.2 Het digitale blad 30

5.5 Trends 31

5.5.1 Print media, online media en online magazines 31

5.5.2 Social media en online marketing 32

5.5.3 Online winkelen 33

5.6 Kansen en bedreigingen trends 34

5.7 Samenvatting 34 6 Best practices 36 6.1 Beoordeling 36 6.2 Nationaal 38 6.2.1 Margriet 38 6.2.2 LINDA. Nieuws 39 6.2.3 KLM iFly Magazine 40 6.3 Internationaal 41 6.3.1 GQ magazine 41 6.3.2 Katachi magazine 42 6.3.3 Rue magazine 44 6.4 Samenvatting 45 7 Interview Professional 47 7.1 Samenvatting 50 8 Resultaten 51 8.1 Fase 2 – Enquêtes 51 8.1.1 Algemeen 51

8.1.2 Tablet en internet gebruik 51

8.1.3 Social media gebruik 51

8.1.4 De digitale Libelle 52

8.1.5 Digitaal lezen 52

8.1.6 Abonnementskeuze 52

8.1.7 Extra online content 53

8.1.8 Online koopgedrag 53 8.2 Fase 3 - Diepte-interviews 53 8.2.1 Algemeen tabletgebruik 54 8.2.2 De digitale Libelle 54 8.2.3 KLM iFly magazine 54 8.2.4 GQ magazine 55 8.3 Samenvatting 56 8.3.1 Fase 1 – Enquêtes 56 8.3.2 Fase 2 – Diepte-interviews 57 9 Conclusie 58 10 Advies 60

(10)

11 Evaluatie 63

11.1 Deskresearch 63

11.2 Fieldresearch 64

11.3 Vervolgonderzoek 65

Bijlage I – Deelvragen onderzoek 71

Bijlage II – Doelgroepanalyse 73

Bijlage III – Best Practices - Print screens 75

Bijlage IV – Best practices - Interview Tessa Koudijs 87

Bijlage V – Interview Anneke Blok – Print Screens 90

Bijlage VI – Schetsen Hans Boot 91

Bijlage VII – Vragenlijst enquête 94

Bijlage VIII – Resultaten fase 2 99

Bijlage IX – Codeboek 102

Bijlage X – Vragenlijst diepte-interviews 126

Bijlage XI – Resultaten fase 3 127

Bijlage XII – DVD – Interviews 151

Bijlage XIII – Dummy prototypes 152

(11)
(12)
(13)

1 Inleiding

Dit onderzoek wordt gedaan in opdracht van Tijdschrift Libelle, onderdeel van Sanoma Media Nederland. Dit mediabedrijf is in Nederland verantwoordelijk voor een breed portfolio aan publiekstijdschriften, tv zenders, websites en online applicaties. Sanoma Media zit net als vele andere gedrukte bladen en tijdschriften in zwaar weer, zoals blijkt uit onderzoek van Price Waterhouse Coopers (2013). Oplageontwikkelingen tonen een neerwaartse trend. In het laatste kwartaal van 2012 werden er bijna 5% minder tijdschriften verkocht (Price Waterhouse Coopers, 2013). Niet alleen de crisis, customer media en onderlinge concurrentie liggen ten grondslag aan de dalende magazine verkoop, ook de opkomst van digitale magazines en de toenemende inhoudelijke (gratis) online content vormen een steeds grotere concurrentie voor de geprinte media (Frankwatching, 2013).

Tijdschrift Libelle, het grootste vrouwenweekblad van Nederland, heeft ondanks deze crisis nog steeds een oplage van 400.000 bladen per week. Libelle richt zich op de gemiddelde

Nederlandse vrouw tussen de 28 en 65 jaar. Het blad is praktisch op het gebied van wonen en mode en richt zich daarnaast op de pijlers psychologie, beauty en tuin. Met haar sterke lezers-blad binding heeft Libelle door middel van online media zoals libelle.nl, social media en events zoals de ‘Libelle Zomerweek’ een sterk engagement tussen lezer en blad opgebouwd. Ondanks dit alles is Libelle genoodzaakt met de tijd mee te gaan en moet het blad dus serieus nadenken over een digitale editie.

Momenteel staat het online magazine van Libelle, ‘de Digitale Libelle’ nog in de

kinderschoenen. Het digitale tijdschrift bestaat op dit moment uit een digitale versie van het blad met links naar externe websites of social media. Simpel gezegd is de content van het blad (het oude medium) exact overgenomen door het nieuwe medium. Volgens Marshall McLuhan heeft een gedigitaliseerd medium tijd nodig om zich te ontwikkelen tot een echt nieuw medium, dat minder een kopie is van een oud medium waar het uit voortkomt (McLuhan M, 1965).

Voor een blad als Libelle is het lastig om de originele culturele waarde (connotatie) van het blad te behouden en tegelijkertijd ook de nieuwe mogelijkheden van de digitalisering te omarmen. Deze mogelijkheden zijn namelijk eindeloos en voor velen nog vrij onbekend. Libelle moet niet alleen nadenken over de invulling en toegevoegde waarde van het digitale tijdschrift; de extra investeringen in de digitale edities zullen ook moeten worden

gecompenseerd. Daarom is het belangrijk dat Libelle op de hoogte is van de wensen en behoeften van haar lezers en dat zij niet alleen inzicht krijgt in de online behoeften van de lezers maar ook in haar financiële online uitgaven.

In dit adviesrapport wordt antwoord gegeven op de volgende onderzoeksvraag;

Door middel van welke inhoudelijke extra online content en vormkeuze, tastbaar gemaakt aan de hand van prototypes, kan Libelle haar digitale editie uitbreiden, zodat deze zich onderscheidt van de geprinte versie, beter aansluit op de wensen en behoeften van de lezers en het aantal gebruikers hierdoor toeneemt?

(14)

Uit bovenstaande onderzoeksvraag vloeit de volgende doelstelling voort:

Libelle beschikt na afronding van dit onderzoek over een adviesrapport waarin inzicht wordt verschaft in de online wensen en behoeften van de doelgroep, onderzocht door middel van kwalitatief en kwantitatief onderzoek, gebaseerd op inhoudelijke extra content en vorm, en tastbaar gemaakt aan de hand van prototypes, zodat Libelle beter kan inspelen op deze behoeften waardoor het digitale tijdschrift kan worden uitgebreid en zich daardoor onderscheidt van de geprinte versie.

De structuur van het rapport is als volgt:

Allereerst worden in Hoofdstuk 2 (Methoden en technieken) de toegepaste onderzoeksmethoden toegelicht. Welke methoden worden toegepast en waarom? In Hoofdstuk 3 (Interne analyse) wordt het merkprofiel van Libelle beschreven. Wat biedt Libelle naast het geprinte tijdschrift nog meer voor diensten aan de lezers? Hoe is Libelle online actief en hoe staat het tijdschrift momenteel in de markt? Deze vragen worden beantwoord door middel van interne bedrijfsinformatie van Sanoma Media.

Hoofdstuk 4 (Doelgroepanalyse) is gericht op de doelgroep van het tijdschrift Libelle. Wat zijn de online wensen en behoeften van de doelgroep en hoe is zij momenteel online actief? In dit hoofdstuk wordt niet alleen gekeken naar de online activiteiten van de doelgroep, maar ook naar hun algemene interesses en vrijetijdsbesteding.

In Hoofdstuk 5 (Trendanalyse) wordt de houding van de consument tegenover het papieren tijdschrift en het digitale tijdschrift beschreven. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk vermeld hoe uitgeverijen reageren op de dalende tijdschriftenverkoop en worden trends op het gebied van print media, online media, social media en online winkelen beschreven en toegelicht. In Hoofdstuk 6 (Best practices) worden verschillende nationale en internationale online magazines beoordeeld door professional Tessa Koudijs. Resultaten voortkomend uit dit hoofdstuk worden vervolgens gebruikt tijdens de fieldresearch (afnemen van diepte-interviews).

Na deze vijf hoofdstukken volgen de resultaten van de fieldresearch. De fieldresearch wordt gedaan om beter inzicht te krijgen in de wensen en behoeften van de doelgroep en is uiteindelijk een aanvulling op de informatie die verkregen is uit de deskresearch.

Hoofdstuk 7 beschrijft een interview met ‘editorial designer’ en ‘visual thinker’ Hans Boot, die in gaat op het belang van een interface in een digitaal magazine.

De verdere resultaten die voortkomen uit de fieldresearch zijn verwerkt in Hoofdstuk 8. Eerst worden de uitkomsten uit de enquête geanalyseerd, vervolgens de uitkomsten uit de diepte-interviews. Op grond van de informatie uit zowel desk- als fieldresearch wordt in Hoofdstuk 9 de conclusie geformuleerd. In Hoofdstuk 10 volgt dan het advies aan het tijdschrift Libelle en de beantwoording van de onderzoeksvraag. Hoofdstuk 11 (evaluatie) bevat een reflectie op het onderzoek.

(15)

2 Methoden en Technieken

Tijdens dit onderzoek is gebruik gemaakt van verschillende soorten onderzoeksmethoden: deskresearch en fieldresearch. In dit hoofdstuk wordt omschreven waarom er is gekozen voor deze methoden.

2.1 Deskresearch

De volgende hoofdstukken zijn tot stand gekomen middels deskresearch: - Hoofdstuk 3 Interne analyse;

- Hoofdstuk 4 Doelgroepanalyse; - Hoofdstuk 5 Trendanalyse; - Hoofdstuk 6 Best practices;

Deskresearch bestaat uit het doen van onderzoek naar al beschikbare gegevens ten behoeve van de probleemstelling, ook wel secundaire gegevens genoemd. Deze gegevens zijn reeds door anderen verzameld. De informatie die deskresearch oplevert, sluit echter vaak niet volledig aan bij de probleemstelling van het onderzoek. Gegevens kunnen gedateerd zijn of zijn met andere doelstellingen verzameld. Deskresearch is slechts een beginpunt van een onderzoek; informatie voortkomend uit deskresearch wordt daarom aangevuld door middel van fieldresearch (Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.).

2.2 Fieldresearch

Om een specifieker inzicht te krijgen in de wensen en behoeften van de Libelle lezers wordt deskresearch aangevuld met fieldresearch. Deze fieldresearch bestaat uit drie fasen: een interview met een professional, een enquête en tien diepte-interviews.

Interview met professional

Om inzicht te krijgen in het belang van een duidelijk interface voor een digitaal magazine, is een interview afgenomen met professional Hans Boot. Hans Boot is al meer dan 30 jaar werkzaam als ‘editorial designer’ en ‘visual thinker’. De resultaten worden gebruikt in het advies aan Libelle. Het interview is opgenomen door middel van audio.

Enquêtes

De enquête wordt opgesteld aan de hand van de verkregen informatie uit de deskresearch en heeft tot doel de specifieke online wensen en behoeften van de doelgroep in kaart te brengen. In de enquête wordt de respondent gevraagd hoe zij online actief is en in hoeverre zij interesse heeft in het lezen van digitale bladen. Daarnaast is de enquête gericht op de online uitgaven van de lezers. De enquête wordt online geplaatst op de website Libelle.nl en op verschillende manieren verspreid onder de lezeressen. Via de Marketing afdeling van Libelle wordt de enquête naar de lezeres toegestuurd en daarnaast wordt de enquête verspreid op Facebook. Door een win-actie te koppelen aan de online enquête stimuleert Libelle de respondent om mee te werken aan het onderzoek.

(16)

Steekproefgrootte

De grootte van de benodigde steekproef is berekend met behulp van de steekproefcalculator. De steekproefgrootte wordt bepaald door de grootte van de populatie, de gewenste betrouwbaarheid, de nauwkeurigheid en de foutmarge waarmee uitspraken kunnen worden gedaan, die een zo goed mogelijk beeld geven van de werkelijkheid.

Onder de populatie wordt de grootte van de totale doelgroep verstaan. In dit geval bestaat deze populatie uit 2,1 miljoen personen. Bij het berekenen van de steekproefgrootte wordt uitgegaan van een betrouwbaarheid van 95% en een steekproefmarge van 5% (afwijking van werkelijkheid) (Allesovermarktonderzoek.nl).

Bovenstaand is te zien dat de steekproefgrootte bij een betrouwbaarheidsniveau van 95%, 384 respondenten bedraagt. Dit betekent dat Libelle van 384 lezers een bruikbare respons moet ontvangen om een betrouwbaar beeld te kunnen schetsen van het online gedrag en de online behoeften van de gehele doelgroep.

Doordat de enquêtes niet persoonlijk worden afgenomen, is doorvragen en intensieve begeleiding van de respondent niet mogelijk. Daarom is het belangrijk dat het onderzoek wordt aangevuld met diepte-interviews waarin de respondent de kans krijgt haar mening uitgebreid te onderbouwen. Diepte-interviews

Door middel van individuele diepte-interviews worden tien lezeressen met de digitale Libelle en met twee best practices geconfronteerd. Vervolgens beoordelen deze lezeressen de best practices op verschillende punten, zoals leesbaarheid en vorm.

De diepte-interviews worden mondeling afgenomen zodat doorvragen mogelijk is. Hierdoor kan er dieper worden ingegaan op de subjectieve achtergrond van de mening van de respondent (Rightmarktonderzoek, z.j). Respondenten worden persoonlijk benaderd.

De diepte-interviews worden opgenomen door middel van audio. De verzamelde gegevens worden vervolgens uitgeschreven en geanalyseerd. Tot slot worden alle bevindingen uit desk- en

fieldresearch met elkaar in verband gebracht om tot een bruikbaar advies te komen voor tijdschrift Libelle.

(17)

2.3 Data-analyse methode

De data met betrekking tot het kwantitatieveonderzoek worden verzameld door middel van een enquête. De enquête wordt opgesteld in overleg met de opdrachtgever en online geplaatst op de website libelle.nl. De enquête wordt ingevoerd in het programma ‘ThesisTools’. Resultaten

voortkomend uit de enquête worden geanalyseerd door middel van het programma ‘SPSS Statistics’. Vervolgens worden de data overzichtelijk in tabellen en grafieken verwerkt.

(18)

3 Interne analyse

Tijdschrift Libelle, het grootste en oudste vrouwenweekblad van Nederland, is in de afgelopen 80 jaar uitgegroeid tot een multimediaal merk. Tijdschrift Libelle, uitgegeven door Sanoma Media, bestaat niet meer alleen uit een weekblad. Het merk heeft zich uitgebreid met ‘line and brand extensions’ zoals Libelle Academy en Libelle Nieuwscafé. Libelle heeft door middel van online media (Libelle.nl, social media en events zoals de Libelle Zomerweek) een sterk engagement tussen haar lezers en het blad opgebouwd (Sanoma, 2014). In dit hoofdstuk wordt nader toegelicht uit welke onderdelen het merkprofiel van Libelle bestaat.

3.1 Uitgever Sanoma Media

De opdrachtgever van dit onderzoek is tijdschrift Libelle. Libelle is onderdeel van uitgever Sanoma Media. Het bedrijf is in Nederland verantwoordelijk voor een breed portfolio aan

publiekstijdschriften, tv zenders, websites en online applicaties. Sanoma Media maakt deel uit van het beursgenoteerde ‘Sanoma Group’, een media en educatiebedrijf dat informatie en

entertainment verzorgt voor miljoenen mensen binnen Europa.

Sanoma geeft onder andere titels uit zoals: LINDA., Grazia, AutoWeek, Donald Duck en Margriet. Het bedrijf is daarnaast ook sterk op het gebied van online media met websites zoals Nu.nl en een portfolio aan vele online applicaties (Sanoma, 2014).

De missie van het mediabedrijf is als volgt:

‘Wij inspireren, informeren en verbinden. Dat is onze missie – mensen de juiste, inspirerende informatie bieden om betere beslissingen te kunnen nemen. Met onze partners bouwen wij platforms om succesvol zaken te doen. Wij zijn de gedreven, vakbekwame gids die contacten, context en content levert. Altijd en overal waar vraag ontstaat’ (Sanoma, 2014).

Sanoma media is momenteel het sterkste mediabedrijf van Nederland. De ambitie van het bedrijf is dan ook deze positie te behouden en uit te breiden (Sanoma, 2014). Het mediabedrijf zag haar winst in het afgelopen jaar echter sterk dalen. Dit is te wijten aan de verslechtering van de

advertentiemarkt. De reclamemarkt is bij televisie in Nederland (in de maanden april tot en met juni) afgenomen met zo’n vier procent. Bij tijdschriften is dit 17 procent en bij online zo’n

14 procent. De kans dat deze marktomstandigheden op korte termijn zullen veranderen is - volgens Sanoma’s topman Harri-Pekka Kaukonen - klein (NU.nl, 2013). Daarom ondergaat het bedrijf momenteel een grote verandering. Digitaal wordt steeds belangrijker en daarom komt er een internationale afdeling die zich richt op digitale activiteiten. Daarnaast wordt er flink bezuinigd op de geprinte bladen en voert het mediabedrijf een grote reorganisatie door. Dit alles moet uiteindelijk leiden tot een kostenbesparing van 60 miljoen euro op jaarbasis (Villamedia, 2013).

3.2 Libelle in de markt

Onderstaande grafiek schetst een realistisch beeld van de oplageveranderingen van de tijdschriften in de afgelopen drie jaar. Naast de cijfers van tijdschrift Libelle zijn ook de oplagecijfers van concurrent Margriet en concurrent LINDA. in onderstaande grafiek verwerkt. Deze cijfers geven de totaal verspreide printoplage weer in de jaren 2011, 2012, en 2013.

(19)

Hoewel Libelle nog steeds het grootste vrouwenweekblad van Nederland is, kampt het tijdschrift met een sterke daling van haar oplage. Zo bedroeg de oplage in 2011 nog 431.989 en was deze in het jaar 2013 gedaald tot 377.441 (HOI, 2013). Ook concurrent Margriet ziet haar oplage dalen. In tegenstelling tot tijdschrift Libelle en tijdschrift Margriet ziet concurrent LINDA. haar oplage juist stijgen, hoewel deze oplage in vergelijking met tijdschrift Libelle nog steeds een stuk kleiner is.

Grafiek 1.1 – Totaal verspreide oplage print: Libelle, Margriet en LINDA. (2011 – 2013)

Daarnaast vormt de opkomst van de vele digitale magazines en de toename van gratis online content op internet een bedreiging voor geprinte media (Frankwatching, 2013). Dit zijn negatieve ontwikkelingen voor tijdschrift Libelle in de markt.

Er zijn echter ook positieve ontwikkelingen. Zo heeft het weekblad nog steeds een trouwe lezersgroep, zoals blijkt uit de oplagecijfers van Libelle. Volgens de HOI (2014) bedroeg de totale betaalde verspreiding van tijdschrift Libelle in de kwartalen Q3 – 2013 tot en met Q4 – 2014 gemiddeld 359.688 exemplaren. Van deze totale oplage zijn 276.419 stuks bestemd voor abonnees, 67.897 voor de losse verkoop en 15.372 voor leesportefeuilles. Dit betekent dat abonnees goed zijn voor zo’n 77 procent van de totale verspreide oplage (HOI, 2014). Naast de trouwe lezersgroep is Libelle uitgegroeid tot multimediaal merk (Sanoma, 2014).

In onderstaande tabel zijn zowel de kansen als de bedreigingen voor tijdschrift Libelle door middel van een SWOT analyse weergegeven.

POSITIEF NEGATIEF

IN

TE

R

N

KRACHTEN ZWAKKE PUNTEN

K1 Grootste vrouwenblad van Nederland Z1 Oplage Libelle daalt

K2 Trouwe lezersgroep Z2 Digitaal tijdschrift nog niet optimaal

K3 Van tijdschrift naar multimediaal merk uitgegroeid Z3 Mogelijkheid digitaal lezen niet bekend bij lezers K4 Trendvolgend in plaats van trendsettend Z4 Niet alle lezers zijn digitaal actief

EXT

ER

N

KANSEN BEDREIGINGEN

K1 Positief en sterk imago B1 Oplageontwikkeling print daalt K2 Groot social media netwerk B2 Oplage concurrent stijgt K3 Grote naamsbekendheid B3 Steeds meer digitale magazines

K4 Optimaliseren digitaal magazine B4 Toename gratis online content op internet Tabel 1.2 – SWOT analyse Libelle (Strengths, Weaknesses, Opportunities and Threats)

0 50000 100000 150000 200000 250000 300000 350000 400000 450000 500000

Libelle Margriet LINDA.

Totaal verspreide oplage print

2011 2012 2013

(20)

3.3 Tijdschrift Libelle

Tijdschrift Libelle is sinds 1934 uitgegroeid tot het grootste vrouwenweekblad van Nederland met zo’n 2,1 miljoen lezers per week. Het tijdschrift is praktisch en biedt informatie en inspiratie op het gebied van mode, beauty, wonen, toerisme en tuin.

De prijs van een losse Libelle ligt gemiddeld rond de €3,40.

Volgens hoofdredactrice Franska Stuy (2011) staat Libelle voor het leven van alledag op een gezellige manier en is het blad breed en toegankelijk voor iedereen. ‘Libelle gaat over de dingen die dicht bij je staan, de dingen die in jouw leven echt belangrijk zijn’ .

Libelle biedt informatie en inspiratie over de volgende onderwerpen: - Mode - Culi - Wonen - Tuinen - Human Interest - Toerisme - Gezondheid - Medisch - Financiën - Relatie en Psychologie 3.3.1 Libelle Specials

Libelle Specials zijn extra thema-uitgaven van Libelle. Gemiddeld geeft Libelle 12 keer per jaar een Libelle Special uit. Deze specials hebben een oplage van 300.000 stuks. Onderwerpen als tuinen, wonen en vakantie krijgen in deze specials de aandacht. Ook ‘Libelle Balance’, ‘Libelle 250 dagjes uit’, ‘Libelle Feestmaand’ en ‘Libelle Brocante’ maken onderdeel uit van deze Libelle Specials (Libelle.nl, 2014).

3.3.2 Libelle Bookazine

Het Libelle ‘Bookazine’ is een roman in tijdschriftvorm. Het bookazine wordt 13 keer per jaar uitgegeven en wordt geselecteerd door Libelle in samenwerking met uitgeverij Meulenhoff/De Boekerij. Oude en recente romans worden afgewisseld met bestsellers en minder bekende boeken. Een Libelle Bookazine kost €2,95 en is in de winkel te koop of te bestellen via libelle.nl (Libelle.nl, 2014).

3.4 Libelle online

Libelle is naast het geprinte tijdschrift ook online actief. Libelle.nl bereikt vrouwen door middel van een cross-mediale benadering. De website libelle.nl, social media en het ‘Libelle Youtube kanaal’ maken interactie tussen de redactie van Libelle en haar lezers mogelijk. Ook kunnen lezers door middel van deze online media met elkaar in contact komen.

3.4.1 Libelle.nl

Libelle.nl is een cross-mediaal platform met een grote naamsbekendheid en een trouwe groep bezoekers. Per maand trekt Libelle.nl zo’n 708.000 bezoekers en telt de site zo’n 2,2 miljoen page views. De website biedt zowel unieke online artikelen als artikelen afkomstig uit het tijdschrift.

(21)

Daarnaast focust libelle.nl zich sinds 2013 meer op culinaire content met een uitgebreide receptendatabase op de website. Ook tips op het gebied van mode, wonen en beauty maken deel uit van de content op de website. Het forum op de website maakt het voor de lezers mogelijk om over verschillende topics te discussiëren en elkaar hierover te adviseren (Sanoma, 2014). 3.4.2 Social media

Zoals hierboven genoemd is Libelle ook op social media actief. Op Facebook heeft Libelle momenteel 94.500 volgers en op Twitter 19.000. Lezers delen artikelen en reageren op artikelen door middel van deze sociale media kanalen. Dit zorgt voor een stijgend aantal pageviews voor zowel de website als de social media kanalen zelf. Naast Facebook en Twitter is Libelle ook actief op Instagram en heeft Libelle een eigen Youtube kanaal. Op dit Youtube kanaal worden ‘backstage filmpjes’ gedeeld met de lezers van het tijdschrift Libelle.

3.4.3 De digitale Libelle

Sinds kort is het mogelijk om het tijdschrift Libelle online te lezen. De digitale Libelle staat momenteel nog in de kinderschoenen, maar moet zich in de toekomst gaan onderscheiden van de geprinte versie. De digitale editie bestaat nu uit een tijdschrift in PDF vorm met de mogelijkheid tot doorlinken naar externe websites. De content van het blad is exact overgenomen in het digitale tijdschrift. Via de applicatie ‘Tijdschrift.nl’ is het mogelijk de digitale Libelle te downloaden. Voor abonnees is deze editie momenteel gratis; in de toekomst zal dit echter gaan veranderen. In de losse verkoop betaal je voor de digitale editie momenteel €2,99.

3.5 Libelle Evenementen

Libelle organiseert regelmatig evenementen zoals ‘de Libelle Zomerweek’, ‘Libelle Nieuwscafé’ en ‘Libelle Academy’.

3.5.1 Libelle Nieuwscafé

Libelle Nieuwscafé is ‘de krant’ van Libelle. Deze krant komt zes keer per jaar uit en wordt

meegeleverd bij Tijdschrift Libelle. Daarnaast is Libelle Nieuwscafé ook daadwerkelijk een café waar evenementen worden georganiseerd. Tijdens deze evenementen kunnen lezers samen met Libelle columniste ‘Ebru Umar’ in gesprek gaan met Nederlandse politici. Lezers kunnen zichzelf opgeven wanneer zij een Nieuwscafé evenement bij willen wonen (Libelle.nl, 2014).

3.5.2 Libelle Zomerweek

Het idee voor de Libelle Zomerweek is 19 jaar geleden ontstaan. Het evenement biedt de lezer verschillende workshops, modeshows en proeverijen. Daarnaast zijn er optredens van artiesten en komen er elk jaar verschillende politici langs. De Zomerweek staat ieder jaar in het teken van een thema. Dit thema is uitgewerkt in alle factoren van het evenement (Sanoma, 2014).

Dit jaar bezochten 80.135 Libelle lezers de Libelle Zomerweek. Dit zijn 5.000 bezoekers meer dan in voorgaande jaren. Met het thema ‘Dolce & Libella’ stond dit jaar alles in het teken van Sicilië. De populariteit van het evenement is volgens velen vooral te danken aan het merk Libelle en de band met haar lezers (Sanoma, 2014). De Zomerweek vindt elk jaar plaats aan het strand in Almere. Een bezoek aan de Libelle Zomerweek wordt door de lezers gezien als ‘een dagje uit’. Verschillende workshops, optredens van artiesten, de Libelle modeshow en honderden marktkraampjes zorgen voor een dag vol entertainment en plezier. De bezoeker ervaart het evenement als een ‘Libelle dagtrip’ (Libelle Zomerweek, 2014).

(22)

3.5.3 Libelle Academy

Libelle Academy is een zoek- en vergelijksite op het gebied van workshops en cursussen. De website biedt honderden (online) workshops, (schriftelijke) cursussen en thuisstudies van verschillende aanbieders. Libelle Academy is praktisch; wat je leert, is meteen toepasbaar in het dagelijks leven (Libelle Academy, 2014).

3.6 Verwachting opdrachtgever

Libelle verwacht een advies over extra online content en vormgeving betreffend de digitale editie van het tijdschrift Libelle. Om zich zo beter te kunnen positioneren op de markt van online tijdschriften, het digitale tijdschrift te laten onderscheiden van het papieren tijdschrift en daarbij beter aan te laten sluiten op de wensen en behoeften van de lezer.

3.7 Samenvatting

Tijdschrift Libelle, onderdeel van uitgever Sanoma Media, is sinds 1934 uitgegroeid tot het grootste vrouwenweekblad van Nederland met zo’n 2,1 miljoen lezers per week. Het tijdschrift biedt informatie en inspiratie op het gebied van mode, beauty, wonen, toerisme en tuin. Naast het blad heeft het merk Libelle zich inmiddels uitgebreid met line and brand extensions zoals ‘Libelle Academy’, ‘Libelle Nieuwscafé’, ’Libelle Specials’ en ‘Libelle Bookazines’. Ook online is Libelle actief. Libelle.nl is uitgegroeid tot een cross-mediaal platform dat niet alleen met het tijdschrift in verbinding staat, maar ook met sociale media als Facebook en Twitter. Daarnaast is het sinds kort mogelijk om de Libelle online te lezen. De digitale Libelle is nu nog een ‘PDF-versie’ van het geprinte blad met de mogelijkheid tot doorlinken naar externe websites. In de toekomst zal deze digitale editie echter een toegevoegde waarde moeten krijgen, waardoor de digitale editie zich zal gaan onderscheiden van het geprinte blad.

Hoewel Libelle nog steeds het grootste vrouwenweekblad van Nederland is, daalt de oplage van het blad. Dit is onder andere te wijten aan de digitalisering en de toename van het aantal concurrenten op zowel print als digitaal gebied.

(23)

4 Doelgroepanalyse

Wekelijks verschijnt het tijdschrift Libelle in de winkels en elke week sluit het blad weer volledig aan bij de wensen en behoeften van de lezer. In dit hoofdstuk wordt de doelgroep van het tijdschrift Libelle beschreven: wie is deze vrouw, wat zijn haar interesses en hoe ziet haar dagelijks leven eruit? Daarnaast wordt het internetgebruik van deze vrouw beschreven; is zij online actief en hoe ziet haar online gedrag eruit?

4.1 De Libelle-lezeres

De Libelle-lezeres beantwoordt aan het beeld van de gemiddelde Nederlandse vrouw. Ze is tussen de 28 en 65 jaar oud en maakt vaak deel uit van een meerpersoonshuishouden. Haar gezin komt op de eerste plaats en ze hecht grote waarde aan de toekomst van haar kinderen. Ze is een eigentijdse vrouw en staat actief in het leven. De lezeres heeft een breed scala aan interesses. Zo heeft zij belangstelling voor mode, uiterlijke verzorging en houdt ze van winkelen. Een nog grotere belangstelling heeft zij voor onderwerpen als woninginrichting, decoratie en tuin. Ze houdt daarnaast van koken, zet zo nu en dan iets bijzonders op tafel voor haar gezin en leest graag over onderwerpen op culinair gebied (Sanoma, 2013).

4.1.1 IJkpersoon

De Libelle redactie werkte voorheen aan de hand van een ijkpersoon. Deze ijkpersoon genaamd ‘Ellen’ was een kartonnen pop, zij stond op cruciale plekken op de redactie. Dit om de redactieleden eraan te herinneren voor wie zij het blad maakten. Momenteel wordt er niet meer gewerkt met een ijkpersoon. In de documentaire Aldus Libelle geproduceerd door Juul Bovenberg (2011) vertelt hoofdredactrice Franska Stuy waarom zij tegen het gebruik van een ijkpersoon is: ‘Ik houd er niet van om te werken aan de hand van een ijkpersoon. Alles wat wij voor het blad maken moet echt zijn, het moet uit ons hart komen. Wanneer het dicht bij jezelf ligt, ligt het ook dicht bij een ander’.

4.2 Online gedrag

Voor het onderzoek naar het online gedrag van de lezeres zijn de resultaten voortkomend uit het onderzoek ’24 uur in het online leven van de vrouw’, uitgevoerd door ‘Blauw Research’, gebruikt. Dit research bedrijf onderzocht in opdracht van Sanoma Media de rol van het internet in het leven van de Nederlandse vrouw. Het onderzoek geeft informatie over het online gedrag van de vrouw in de leeftijdscategorie 20 tot 49 jaar. In totaal hebben er 822 respondenten aan dit onderzoek

meegewerkt. Hoewel de leeftijdscategorie 20-49 jaar niet geheel overeenkomt met de leeftijd van de Libelle- lezer (28 tot 65 jaar) wordt deze informatie als relevant gezien en in het onderzoek verwerkt.Naast het onderzoek van Blauw Research wordt informatie uit het trendrapport ‘Internetgebruik’ van de Universiteit Utrecht in dit hoofdstuk verwerkt, evenalsstatistische gegevens van het CBS.

4.2.1 Activiteiten op internet

Persoonlijke contacten vinden in het tijdperk 2.0 steeds meer plaats via het internet. Veel vrouwen zijn lid van een sociaal of online netwerk en dus wordt er steeds meer via sociale netwerken gecommuniceerd. Internet beïnvloedt het dagelijks leven van de vrouw sterk (Blauw, 2009). Maar wat doet zij op het internet en welke rol speelt het internet in haar dagelijks leven?

(24)

Vrouwen maken gebruik van vele verschillende activiteiten op het internet en richten zich hierbij vooral op interactie (communicatie) (Van Deursen & Van Dijk, 2012). E-mailen voor privé

doeleinden, het inloggen op sociale netwerken, internetbankieren, nieuwsgaring en oriënteren op producten of diensten zijn de vijf activiteiten die de vrouw het meest bezighoudt op internet (Blauw, 2009).

4.2.2 Intensiviteit en attitude internetgebruik

Uit onderzoek van Universiteit Twente blijkt dat de Nederlandse vrouw op een vrije dag gemiddeld 3,6 uur gebruik maakt van het internet. Dit internetgebruik speelt zich dan meestal thuis af. Het valt op dat er op een werkdag langer gebruik wordt gemaakt van het internet, zo’n 4,4 uur, waarvan dus 1,6 uur op het werk (Van Deursen & Van Dijk, 2012) (zie Bijlage II – Tabel 4.1).

Voor het bezoeken van het internet worden verschillende apparaten gebruikt. Het gebruik van deze apparaten is in de afgelopen jaren sterk veranderd (CBS, 2013) (zie Bijlage II – Tabel 4.4).

Zo heeft 45 procent van de Nederlandse huishoudens inmiddels een tablet in zijn bezit en gebruikt 45 procent van de Nederlanders dit apparaat dan ook om het internet te bezoeken. De laptop wordt overigens nog steeds het meest gebruikt voor het bezoeken van het internet; zo’n 78 procent van de Nederlanders geeft dit aan. Daarnaast wordt de desktop en de smartphone nog steeds door 69 procent van de Nederlanders gebruikt om het internet te bezoeken. Er is hierbij geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen (CBS, 2013).

Uit onderzoek van Blauw Research blijkt dat vrouwen het prettig vinden om de mogelijkheid te hebben altijd online te kunnen zijn. Mobiel internet maakt dit voor hen mogelijk. Over de

toekomstige ontwikkelingen van het internet zijn de vrouwen sceptisch. Het overgrote deel van de vrouwen verwacht dat haar internetgebruik in de toekomst niet veel zal toenemen (Blauw, 2009). 4.2.3 Internetbeleving

Internet is steeds meer een integraal onderdeel in het leven van de gemiddelde Nederlander (Van Deursen & Van Dijk, 2012). Voor zo’n 8 op de 10 vrouwen is internet zelfs onmisbaar in het dagelijks leven. Een anonieme respondent zegt hierover het volgende: ‘Ik zou echt niet meer zonder internet kunnen. Ik ben niet verslaafd, want op vakantie denk ik geen moment aan een computer. Maar thuis is internet mijn spelletjesvriend, mijn info hoek en mijn sociale netwerk vriend’ (Blauw, 2009). Toch hecht de respondent ook veel waarde aan andere media en communicatiemiddelen. Zo vindt meer dan de helft van de vrouwen internet niet belangrijker dan de televisie (Blauw, 2009). 4.2.4 Voordelen van het internet

Uit de hiervoor besproken onderzoeksresultaten komt naar voren dat vrouwen internet actief gebruiken. Maar waarom maken deze vrouwen zo graag gebruik van het internet?

Vrouwen zien veel voordelen in het gebruik van internet(zie Bijlage II - Tabel 4.2). Het internet bespaart hen tijd en verrijkt hun leven. Daarnaast wordt internet vaak gebruikt ter voorbereiding op een aankoop (Blauw, 2009).

Naast de vele voordelen van internet hebben vrouwen ook persoonlijke redenen voor het gebruik ervan. Ze vinden het leuk om zomaar wat te surfen. Ook helpen veel vrouwen anderen online. ‘Het is gemakkelijker om online hulp te geven en te krijgen. Offline moet je iemand bellen of langsgaan. Op internet roep je iets in het luchtledige en binnen tien minuten heb je twintig reacties’, aldus een anonieme respondent (Blauw, 2009).

Daarnaast valt het op dat veel vrouwen aangeven gezelligheid te zoeken op internet. ‘Online gezelligheid kan je zo maar op elk moment van de dag overkomen. Gewone gezelligheid moet je meestal afspreken’ (Blauw, 2009).

(25)

4.2.5 Sociale netwerken

Sociale netwerken worden veel gebruikt door vrouwen, zoals blijkt uit onderzoek van de Universiteit Twente. Zelfs in de leeftijdsgroep 55+ zegt 30 procent van de vrouwen dagelijks gebruik te maken van sociale media (Van Deursen & Van Dijk, 2012). Een sociaal netwerk is voor hen een manier om zich te profileren of zichzelf in de markt te zetten (Blauw, 2009).

Het plaatsen van een bericht is de meest populaire activiteit op social media sites. Zo’n 46 procent van de vrouwen plaatst wekelijks een bericht. Ook het reageren op een status is een populaire activiteit onder de vrouwen. Daarnaast geeft 31 procent van de vrouwen aan nieuwsberichten te ontvangen via social media sites en reageert 18 procent van de vrouwen wel eens op deze nieuwsberichten (Van Deursen & Van Dijk, 2012).

Vrouwen zijn op social media vaker privé actief dan zakelijk (Blauw, 2009). Zo wordt het sociale netwerk Facebook het meest gebruikt door de Nederlandse vrouw: 70 procent van de vrouwen zegt dit sociale netwerk te gebruiken. De sociale netwerken Twitter en LinkedIn worden beduidend minder gebruikt. Slechts 21 procent van de vrouwen is actief op Twitter en 17 procent van de vrouwen op LinkedIn (Van Deursen & Van Dijk, 2012).

4.3 Online informatiebehoefte

4.3.1 Onderwerpen internet

Het is wel duidelijk dat de behoefte om informatie te verkrijgen via internet onder de Nederlandse vrouwen groot is. Maar aan welke informatie is de grootste behoefte en over welke onderwerpen wordt online het meest informatie gezocht? In Bijlage II - Tabel 4.3 is schematisch verwerkt naar welke informatie de behoefte het grootst is. Meer dan de helft van de vrouwen zoekt regelmatig naar productinformatie en/of vergelijking op het internet. Verder scoren onderwerpen als gezondheid, voeding, reizen en cultuur ook erg hoog. Hierna volgen onderwerpen als mode, geld, carrière, entertainment en gadgets (Blauw, 2009).

4.3.2 Betrouwbaarheid internet

Uit onderzoek van Blauw Research blijkt dat Nederlandse vrouwen over het algemeen gemakkelijk hun e-mailadres op websites achterlaten. Zij vinden het prettiger om hun e-mailadres achter te laten dan dat zij hun mobiele nummer op moeten geven. Zij vinden het daarnaast ook geen probleem om reclame te ontvangen via de mail. Zo’n 36 procent van de vrouwen geeft aan dit zelfs leuk te vinden. Het gaat hierbij om reclame van bekende (favoriete) merken.

Persoonlijke gegevens worden minder snel achtergelaten op websites. Driekwart van de vrouwen leest eerst altijd goed de voorwaarden, voordat zij haar gegevens op een website achterlaat (Blauw, 2009).

4.4 Online koopgedrag

De Nederlandse vrouw staat zeer positief tegenover de mogelijkheid tot online shoppen. In de afgelopen jaren is het aantal zogeheten ‘e-shoppers’ flink toegenomen. Uit onderzoek van het CBS blijkt dat Nederlanders steeds vaker producten aanschaffen via het internet. Het aantal ‘e-shoppers’ is vanaf 2005 gestegen van 2,9 miljoen naar 7,1 miljoen in 2012. Dit betekent dat het aantal frequente ‘e-shoppers’ in zeven jaar tijd met ruim 4 miljoen online shoppers is toegenomen. Bij het beschrijven van de totale stijging e-shoppers wordt geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen (CBS, 2013).

(26)

In de tabel 4.5 is de toename van het aantal vrouwelijke e-shoppers te zien in de jaren 2005 tot 2010 (CBS, 2010).

Tabel 4.5 – Toename online shoppen 2005-2010 (CBS, 2010)

Zoals eerder in dit hoofdstuk gesteld wordt internet vaak als oriëntatiebron gebruikt bij het aanschaffen van producten en diensten. Online shoppen heeft volgens vrouwen vele voordelen; het gemak van thuis bestellen wordt gezien als het belangrijkste voordeel. Daarnaast zijn de online prijzen van producten vaak lager dan in de winkel en wordt de snelheid van het bestellen via internet ook als een groot voordeel gezien. Hoewel vrouwen dus graag online producten bestellen, willen zij niet betalen voor content (informatie) op het internet (Blauw, 2009).

Er zijn ook vrouwen die helemaal niet online willen shoppen. De voornaamste reden hiervoor is dat zij er de voorkeur aan gevenzelf echte winkels te bezoeken. Daarnaast zijn zij vaak bezorgd over de privacy en de veiligheid tijdens het online bestellen (CBS, 2010).

Toch wordt online shoppen steeds populairder. Vooral producten als kleding en sportartikelen worden online veel gekocht door Nederlandse vrouwen. Ook reizen en accommodaties worden vaak online geboekt. Hierna volgen aankopen als boeken, tijdschriften en software (zie Tabel 4.6). Gemiddeld geven vrouwen minder dan 50 euro per maand uit aan online artikelen (CBS, 2012).

(27)

Tabel 4.6 – Online aankopen producten (CBS, 2012)

4.5 Samenvatting

De Libelle lezeres is tussen de 28 en 65 jaar oud en beantwoordt aan het beeld van de gemiddelde Nederlandse vrouw. Ze is eigentijds en staat actief in het leven. Haar gezin komt op de eerste plaats. Ze heeft niet alleen belangstelling voor mode, uiterlijke verzorging en winkelen maar ook voor onderwerpen als woninginrichting, decoratie, tuin en koken.

Nederlandse vrouwen communiceren steeds meer via sociale of online netwerken. Zij vinden het prettig om de mogelijkheid te hebben altijd online te kunnen zijn. Nederlandse vrouwen richten zich op internet vooral op interactie (communicatie). Internet is onmisbaar en beïnvloedt het dagelijks leven van de Nederlandse vrouw sterk. Het internet wordt door hen het meest gebruikt voor de volgende vijf activiteiten: e-mailen voor privédoeleinden, inloggen op sociale netwerken, internetbankieren, nieuwsvergaring en het oriënteren op producten of diensten. Het sociale netwerk Facebook wordt door de vrouwen het meest bezocht.

Nederlanders schaffen steeds vaker producten aan via het internet. Het gemak van thuis bestellen wordt gezien als het belangrijkste voordeel van online shoppen. Daarnaast worden de prijzen van producten en de snelheid van het bestellen via internet gezien als grote voordelen. Kleding en sportartikelen worden online het meest gekocht door Nederlandse vrouwen. Daarnaast worden reizen en accommodaties veel online geboekt. Ook worden boeken en tijdschriften regelmatig online aangeschaft. Gemiddeld geven vrouwen online minder dan €50 per maand uit aan nieuwe producten. Vrouwen zijn echter niet bereid om online voor content te betalen.

(28)

5 Trendanalyse

In dit hoofdstuk worden trends op het gebied van print media, online media en online winkelen beschreven en toegelicht. Allereerst wordt beschreven hoe de digitalisering vrouwenbladen in de afgelopen jaren heeft beïnvloed. Daarna wordt het gedrag van de consument beschreven. Hierbij wordt een algemene indruk geschetst van de houding van de consument tegenover het papieren versus het digitale tijdschrift. Ook wordt er beschreven hoe uitgeverijen op deze situatie reageren. Tot slot worden de bovengenoemde trends in print en online media nader toegelicht.

5.1 Huidige situatie

Het is crisis in bladenland. Alle gedrukte bladen en tijdschriften hebben het moeilijk (Price Waterhouse Coopers, 2013). Oplageontwikkelingen tonen een neerwaartse trend en uitgevers zijn gedwongen bladen te schrappen of ‘in de etalage’ te zetten. De opkomst van het digitale magazine en de toenemende mate van beschikbare gratis online content zorgen voor grote concurrentie voor het geprinte tijdschrift. Ook de crisis en onderlinge concurrentie spelen uiteraard een rol in de dalende magazine verkoop (Frankwatching, 2013).

Online is tegenwoordig niet meer weg te denken uit het multimediaal merk van een tijdschrift. Om te kunnen overleven zijn uitgevers gedwongen om hun merken uit te laten groeien tot merken die zowel op print als online zeer actief zijn. Bladendokter Rob van Vuuren, voormalige hoofdredacteur van o.a. bladen als Playboy en Panorama zegt hierover het volgende: ‘Een perfect tijdschrift is eenduidig. Het bladritme klopt, het DNA is overal hetzelfde. Maar in deze tijd bestaat het alleenrecht van tijdschriften niet meer. Je tijdschrift is het middelpunt dat je moet uitbouwen. Je kunt geen definitie van een tijdschrift meer geven zonder het over online te hebben’ (Nederlandsmedianieuws, 2014). Zullen er over 10 jaar nog wel geprinte tijdschriften zijn? Van Vuuren denkt van wel, maar er verandert ontzettend veel. De media krijgen een andere plek. Tijdschriften gaan online en worden gespecialiseerd. Door het toenemende aanbod van gespecialiseerde bladen worden doelgroepen vervolgens weer kleiner.

‘Bladenmakers durven minder. Ze blijven liever bij ‘wat werkt’. Het gevolg zie je terug in zowel de inhoud als vormgeving van de bladen. Er is weinig lef, veel truttigheid en braafheid’ aldus Rob van Vuuren (Nederlandsmedianieuws, 2014).

5.2 Uitgeverijen

Niemand kon voorspellen dat de ontwikkeling van alle online mogelijkheden in een korte tijd zo snel zou groeien. In grote delen van Europa spelen uitgevers van tijdschriften echter al in op de ontwikkelingen en trends op digitaal gebied. In de komende vijf jaar denken Europese uitgevers dan ook ongeveer tien procent van hun totale omzet te halen uit digitale platforms. Het is duidelijk dat er nieuwe business modellen nodig zijn om de ontwikkelingen op digitaal gebied bij te kunnen benen. De uitgevers die dit inzien en hun traditionele (voor print bestemde) modellen aanpassen aan de digitale ontwikkelingen door bijvoorbeeld meer aandacht te besteden aan online adverteren en e-commerce, zullen uiteindelijk overleven. Dit voorspelt onderzoeksbureau Price Waterhouse Coopers (2013).

(29)

Daarbij moeten uitgevers in de toekomst de juiste mensen aannemen die zowel op creatief- als op technologisch gebied over de juiste vaardigheden beschikken. Deze mensen zullen zich niet meer richten op één specifiek medium maar zullen zich in multifunctionele teams op

multifunctionele media moeten gaan richten. Uit onderzoek van Price Waterhouse Coopers blijkt echter dat er nog maar weinig uitgevers zijn die aan de hand van deze digitale ontwikkelingen nieuwe aangepaste business modellen hebben opgesteld.

Uitgevers doen er goed aan om zich, naast het ontwikkelen van nieuwe business modellen, ook te verdiepen in het gedrag van de consument. De ontwikkeling van mobiele apparaten en de adoptie hiervan gaat snel. En hoewel de voorkeur nu nog bij papier ligt, is er wel interesse voor digitale content. Het gedrag van de consument zou dus snel kunnen veranderen. Het is voor de uitgevers erg interessant om deze veranderingen goed in de gaten te houden (PWC, 2013).

5.3 De consument

Hoewel de digitale revolutie in volle gang is, lezen de meeste consumenten nog het liefst papieren versies van tijdschriften. Nog maar weinig consumenten tonen interesse in het lezen van content op een digitaal apparaat. Wel wordt er verwacht dat het digitale blad in de toekomst de rol van het papieren tijdschrift over zal nemen. De consument is echter eerder bereid om te betalen voor een papieren tijdschrift dan voor de digitale versie (PWC, 2013).

5.4 Print versus digitaal

Zowel een gedrukt blad als een digitaal blad heeft zijn voor- en nadelen. Het is tegenwoordig niet meer zo dat je óf een offline middel óf een online middel kiest. Het is juist de combinatie die een merk sterk maakt. Onderstaand worden de voor- en nadelen van zowel een geprint blad als een online blad nader toegelicht.

5.4.1 Het geprinte blad

Uit recent onderzoek van managementbedrijf ‘Smartlead’ (2014) blijkt dat het lezen van tekst op papier nog altijd prettiger leest dan van een beeldscherm. Sterker nog, het lijkt er op dat juist door de opkomst van vele digitale mogelijkheden op iPads en andere apparaten de beleving van het aanraken en voelen voor geprinte tijdschriften steeds belangrijker wordt. Dit is één van de voordelen die een geprint blad met zich mee brengt. Jeremy Leslie, creatief directeur van ‘MagCulture’ maakt hierover de volgende vergelijking: ‘In some cases an iPad version is like tv. Bang, Bang, you skip through it. While the paper version is like a movie. You can lose yourself in the experience (Magculture, 2013). Daarnaast brengt een geprint blad in tegenstelling tot een digitaal blad zogeheten ‘schaduwlezers’ met zich mee. Niet alleen de lezer zelf krijgt het blad in handen en leest dit, het blad kan ook worden doorgegeven aan familie, collega’s of vrienden die mee kunnen lezen. Dit is goed voor de naamsbekendheid van het merk. Ook zorgt een geprint blad voor een grote betrokkenheid van de lezer. Een abonnee verwacht elke periode een nieuwe uitgave op de deurmat. Het blad is periodiek en de lezer weet dus precies wanneer hij of zij het blad kan verwachten, wat zorgt voor trouwe lezers. Het feit dat geprinte bladen vaak bewaard worden is ook een groot voordeel.

Lezers gooien het blad na één keer lezen niet zomaar weg, maar bewaren het blad en lezen het later nog eens (Lievenscommunicatie, 2014).

(30)

Er zijn ook nadelen verbonden aan een geprint blad. Zo heb je bij het produceren van het blad te maken met distributiekosten. Het drukproces van het blad kost tijd en geld. Hierdoor is het niet mogelijk om een geprint blad actueel te houden; je kunt het laatste nieuws er niet in kwijt. Daarnaast is de mogelijkheid tot het gebruik van multimedia bij een geprint blad vrij klein, wat ook gezien wordt als nadeel (Bedrijfsjournalistiek, 2013).

5.4.2 Het digitale blad

Net als bij een geprint blad heeft een digitaal blad ook zo zijn voor- en nadelen. Een digitaal blad is multimediaal en dus interactief, wat wordt gezien als voordeel. Je kunt niet alleen tekst en beeld in het blad plaatsen, maar ook multimediale en interactieve elementen aan het blad toevoegen. Ook is het gemakkelijk om koppelingen te maken naar andere artikelen binnen het digitale blad of naar externe websites. Door middel van sociale media kan een digitaal blad kosteloos verspreid worden: er zijn dus geen distributiekosten. Daarnaast is een digitaal blad in tegenstelling tot een geprint blad een stuk milieuvriendelijker doordat er geen papier gebruikt wordt en er geen transport nodig is. Ook kun je via het digitale blad het gedrag van de lezer gemakkelijk meten. Je kunt de statistieken inzien, zodat je precies weet welke artikelen wel of niet populair waren en wat het meest is gelezen (Lievenscommunicatie, 2014).

Een nadeel is dat je in tegenstelling tot een geprint blad, een online middel niet ongevraagd mag versturen als lezers niet zijn geabonneerd. Het is hierdoor moeilijker om je doelgroep te bereiken. Het abonneren op een online versie vormt namelijk een extra drempel voor de lezer. Daarnaast heeft een digitaal blad een zogeheten ‘lagere attentiewaarde’. De lezer krijgt via internet ontzettend veel prikkels binnen. Het kan zijn dat het online middel hierdoor verdwijnt in de vele informatie die de lezer toegespeeld krijgt. Een digitaal blad kan qua omvang ook niet zo uitgebreid zijn als een geprint blad, aangezien de concentratie van een lezer op een beeldscherm kleiner is. Daarnaast heeft een digitaal blad een geringe bewaarfunctie. De lezer bewaart doorgaans een online middel niet of nauwelijks. In tegenstelling tot een geprint blad verdwijnt een online versie meestal na één keer lezen in de prullenbak (Lievenscommunicatie, 2014).

(31)

5.5 Trends

5.5.1 Print media, online media en online magazines

Zoals al eerder in dit hoofdstuk genoemd is het crisis in de bladenbranche; oplagen dalen en titels verdwijnen. Toch is de tijdschriftenmarkt levendiger dan ooit. In onderstaande paragraaf worden de ontwikkelingen op het gebied van print- en online media nader toegelicht.

Trend 1: Wereldwijde markt voor niche tijdschriften

In tegenstelling tot de dalende tijdschriftenverkoop in Nederland is er wereldwijd in de afgelopen jaren een markt ontstaan voor unieke, onafhankelijke tijdschriften ofwel niche tijdschriften (Bedrijfsjournalistiek, 2013). Een niche tijdschrift richt zich op één specifiek interessegebied van de lezer. Volgens journalist Marloes de Moor (2014) is het maken van een niche tijdschrift commercieel aantrekkelijk; de lezer met één specifieke hobby is bereid geld uit te geven aan een tijdschrift wat geheel op dat specifieke onderwerp is gericht. Daarbij blijkt uit onderzoek van TNS NIPO (2012) dat consumenten tijdschriften tegenwoordig bewuster lezen vanwege praktische bruikbaarheid. De lezer kiest hierdoor eerder voor een blad dat specifiek gericht is op zijn interesses dan voor een algemeen tijdschrift waarin ook nog andere onderwerpen worden behandeld. Daarbij hebben deze zogeheten niche tijdschriften geen grote oplage nodig om bestaansrecht te hebben. In gespecialiseerde tijdschriftenwinkels kunnen bladen gericht worden verkocht (Bladendokter, 2013).

Crowdfunding maakt het tegenwoordig zelfs mogelijk een magazine te beginnen zonder geld of reputatie. Het is een alternatieve wijze om projecten te kunnen financieren; investeerders en ondernemers hebben direct contact met elkaar. Crowdfunding maakt de productie van tijdschriften toegankelijker en is een verklaring voor de grote toename van independent magazines in de laatste jaren (Bedrijfsjournalistiek, 2013). Daarnaast maakt de nieuwe technologie het voor particulieren mogelijk zelf magazines te publiceren of online te zetten. Zij kunnen deze magazines vervolgens promoten en verspreiden door middel van social media sites als Twitter of Facebook (VIP Media, 2013).

Trend 2: Meer magazineblogs

Mede doordat er steeds meer niche tijdschriften op de markt komen ontstaan er ook steeds meer ‘magazine blogs’ zoals het ‘athenaeumnieuwscentrum’. Dit zijn blogs waar het laatste nieuws over tijdschriften te vinden is, maar waar ook interessante interviews en filmpjes worden geplaatst. Naast deze blogs zijn er ‘social tools’ zoals ‘Magpile’, een community die het mogelijk maakt om wereldwijd tijdschriften te ontdekken. De website verkoopt niet alleen tijdschriften, maar maakt het mogelijk om je eigen virtuele stapel favoriete tijdschriften samen te stellen en te delen met je vrienden. Naast deze social tools en magazineblogs zijn er ook steeds meer online magazine verkooppunten (Atheneum, Stack, MagCulture etc.), naast de reguliere webwinkels (Amazon.com) (Bedrijfsjournalistiek, 2013).

(32)

Trend 3: Comics Journalism

Comics Journalism, ofwel stripjournalistiek, is een nieuwe vorm van journalistiek waarbij serieuze journalistiekverhalen in de vorm van cartoons worden gepubliceerd. Het verhaal wordt op de traditionele wijze onderzocht, maar verwerkt door middel van cartoons in plaats van platte tekst, foto’s of video’s (Archcomics, 2014). Deze vorm van journalistiek is populair vanwege de toegankelijke manier waarop complexe verhalen worden verteld

(Comicsjournalism, 2011). Er bestaan zelfs al tijdschriften die in zijn geheel bestaan uit striptekeningen. Zo bestaat het nieuwe digitale magazine ‘Symbolia’ in zijn geheel uit cartoons (Symboliamag, 2014).

Trend 4: Interactie van content en data

Volgens ‘Lustlab’ (2013), een laboratorium voor nieuwe vormen van communicatie, is de interactie tussen content en internetdata het geheim voor een toekomstbestendig digitaal tijdschrift.

Lustlab paste dit principe toe in een tijdschrift dat zij produceerden waarin iedere pagina van het magazine één artikel bevat dat is geschreven door de redactie van het blad. Het magazine zoekt vervolgens de meest relevante artikelen die bij dit artikel aansluiten. Wanneer je als lezer één van de artikelen aanklikt, zoekt het magazine vervolgens weer passende artikelen bij dat desbetreffende artikel. De lezer is hierdoor niet meer aan het zoeken, maar aan het vinden. Dit is volgens Dimitri Nieuwenhuizen van Lustlab de toekomst van het digitale tijdschrift

(Bedrijfsjournalistiek, 2013).

5.5.2 Social media en online marketing

Naast trends op het gebied van online tijdschriften zijn er ook nog belangrijke trends gaande op het gebied van social media en online marketing. Deze belangrijke ontwikkelingen worden in de volgende paragraaf nader toegelicht.

Trend 1: Hypermobile

Mobiele apparaten zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Na de introductie van de iPad in 2010 is er een razendsnelle opmars ontstaan van smartphones en tablets. Personal computers en laptops verdwijnen uit huis en worden vervangen door ‘uitklapbare tablets’. Mensen zijn ‘hypermobile’ geworden. Wie wil is dankzij de snelheid en toegankelijkheid van mobiel internet en het gebruik van social media tegenwoordig overal en altijd bereikbaar. De smart Phone is onze beste vriend en functioneert als onze ‘virtual assistant’ (Marketingfacts, 2014).

Trend 2: Social Media Marketing

Naast Facebook en Twitter zijn er in de afgelopen jaren steeds meer nieuwe social media kanalen ontstaan. Kanalen als Tumblr, Instagram, Google + en Pinterest worden steeds populairder en krijgen steeds meer bezoekers. De diversiteit van dit social media gebruik door de consument is een grote kans voor bedrijven. Om zoveel mogelijk consumenten te kunnen bereiken moeten bedrijven experimenteren met het adverteren op verschillende social media kanalen. De trend is wel, zoals hierboven al is beschreven, dat de meest succesvolle inzet van social media vaak visuele uitingen zijn, zoals plaatjes of infographics (Antum, 2014).

(33)

Het social media kanaal ‘Snapchat’ zal een grote rol gaan spelen in social media marketing. Dit sociale netwerk maakt het mogelijk om een bericht, foto of video te verzenden zonder dat dit bericht wordt bewaard op het apparaat van de ontvanger. Wanneer je een ‘snap’, ofwel een bericht verstuurt bepaal je als gebruiker zelf hoelang de ontvanger dit bericht kan zien (meestal 10 seconden). Wanneer deze tijd is verstreken worden de ‘snaps’ automatisch verwijderd van de server. Dit maakt dat mensen het gebruik van dit sociale netwerk prettig vinden. Vergeleken met ‘Snapchat’ blijven Facebook en Twitter qua privacy achter. ‘Snapchat’ gebruikt snelle communicatie om merken en mensen ‘at this moment’ te laten reageren op tekstuele of visuele berichten (Antum, 2014).

Trend 3: Visuall is all

Futuroloog Alvin Toffler, inmiddels 86 jaar oud, sprak in de jaren ’70 al over de ‘future shock’: mensen zouden zich in de toekomst overvoerd voelen door informatie. De hedendaagse benaming voor deze ‘future shock’ is ‘infobesitas’; men krijgt tegenwoordig een overvloed aan informatie binnen. Volgens Dimitri Nieuwenhuizen van Lustlab (Medianieuws, z.j) betekent dit dat korte artikelen in online magazines tegenwoordig een hoger bereik én beter effect hebben. Volgens Toffler is de oplossing voor dit probleem echter het visualiseren van grote stukken tekst. Het tijdperk dat deze visualisaties gezien worden als oplossing voor ‘infobesitas’ is inmiddels aangebroken. Bedrijven vervangen hun handleiding door een interactief stripverhaal en ‘gamification’ wordt steeds vaker toegepast.

Daarnaast zal de opkomst van video-on-demand (Netflix) en de vele beschikbare livestreams (YouTube, Ziggo, UPC) ten koste gaan van de televisiestations. Consumenten zullen in de toekomst via interactieve televisie, tablets, smartphones en ‘wearable social electronics’ overvoerd worden met videomateriaal. En hoewel tekstuele content nooit zal vergaan is het wel duidelijk dat visuele content een steeds grotere rol gaat spelen in het (bedrijfs) leven (Marketingfacts, 2014).

5.5.3 Online winkelen

Aangezien binnen dit onderzoek ook wordt gekeken naar het online koopgedrag van de consument worden in onderstaande paragraaf vier trends toegelicht op het gebied van online winkelen.

Trend 1: De consument wil overal en altijd kunnen kopen

Winkelen draait voor de consument steeds meer om gemak; men kan en wil tegenwoordig op elk moment van de dag via elk kanaal kunnen kopen. Winkelen gebeurt zo efficiënt mogelijk. Daarnaast is de consument door de opkomst van fora en reviewsites beter geïnformeerd dan voorheen. Men oriënteert zich steeds beter. In tegenstelling tot een aantal jaar geleden start een dagje shoppen niet in de winkel, maar online. Daarnaast wordt persoonlijke aandacht belangrijker. Consumenten zijn steeds minder gevoelig voor massacommunicatie. Hierdoor is het nodig om de consument zo persoonlijk mogelijk te benaderen met diensten en services die op hun specifieke behoeften aansluiten (InRetail, 2010).

Volgens trendstrateeg Lieke Lamb (2014) is ‘Buy-on-the-fly’ een methode die online winkelen voor de consument nóg gemakkelijker maakt. Door je smartphone op bijvoorbeeld een boek of cd te richten, verschijnt in je scherm direct een aanbieding van bijvoorbeeld de website ‘bol.com’. Vervolgens is er nog maar één handeling nodig om het desbetreffende product te

(34)

kopen. Hoewel deze dienst al langer bestaat, wordt het door de toenemende mobiliteit van de consument steeds relevanter en interessanter. Naast ‘buy-on-the-fly’ zullen er in de toekomst steeds meer diensten opkomen die een persoonlijke benadering mogelijk maken. Zo zullen er in onze omgeving steeds meer zogeheten ‘dumb-screens’ verschijnen die een mobiel apparaat herkennen en zich automatisch naar dit apparaat conformeren. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van bushokjes zijn die advertenties op maat laten zien. Welke advertenties te zien zijn is afhankelijk van de interesses en activiteiten op het mobiele apparaat van de consument.

Trend 2: Transparantie

Naast het feit dat de consument steeds beter geïnformeerd is en winkelen steeds meer om gemak draait, wordt de consument zich ook bewuster. Men gaat niet alleen bewuster om met geld, maar let ook meer dan ooit op wat voor producten men koopt en consumeert. Natuur, milieu en duurzaamheid worden steeds belangrijker. Transparantie is belangrijker dan ooit; bedrijven moeten eerlijk en open zijn over hun doen en laten. Dit gaat niet alleen over maatschappelijk verantwoord ondernemen. De consument wilt goed worden voorgelicht over de aard van producten en diensten. Men weet steeds beter wat men van een merk of winkel kan verwachten en wordt hierdoor nóg kritischer (InRetail, 2010).

Trend 3: Cross Channel Commerce

‘Cross Channel Commerce’ is een trend die steeds vaker voor komt in het aankoopproces van de consument. Voorheen kon de consument alleen naar de winkel om een aankoop te doen. Tegenwoordig worden minimaal twee verschillende kanalen gebruikt, voordat men werkelijk een product aanschaft. De consument oriënteert zich via internet, maar doet de

daadwerkelijke aankoop in de winkel. De aankoop vindt dus op een ander moment plaats. (E-commerceblog, 2010).

5.6 Kansen en bedreigingen trends

Hoewel de toename van niche tijdschriften en magazine blogs een bedreiging vormen voor tijdschrift Libelle, bieden trends als stripjournalistiek en sociale media marketing juist kansen voor het tijdschrift. Het blad kan daarbij visueel inspelen op de trend ‘visual is all’. Het feit dat de consument steeds mobieler wordt en online steeds vaker producten aankoopt, is ook erg positief. Deze trends bieden kansen als het gaat om het online verkopen van producten (bijvoorbeeld door middel van de digitale Libelle).

5.7 Samenvatting

Online is tegenwoordig niet meer weg te denken uit het multimediaal merk van een tijdschrift. Om te kunnen overleven zijn uitgevers gedwongen hun merken uit te laten groeien tot merken die zowel op print als online actief zijn. In de komende vijf jaar denken Europese uitgevers ongeveer 10 procent van hun totale omzet te halen uit digitale platforms. Daarom moeten uitgevers in de toekomst de juiste mensen aannemen die zowel op creatief als op

technologisch gebied over de juiste vaardigheden beschikken. Daarnaast is het voor hen belangrijk om zich te verdiepen in het gedrag van de consument. Want hoewel de voorkeur van de consument nu nog bij papier ligt, is er wel interesse in digitale content. Daarbij gaat de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Informacie van 1514 schetst het beeld van een omvangrijke publieke schuld die door een groot deel van de publieke sector werd gedragen; deze werd, voor zover wij kunnen

Erven de Jager (2011) stelt hierbij dat de groep, die geïnteresseerd is in cultuurhistorisch toerisme, bestaat uit mensen van 45 jaar of ouder die geen kinderen of

Ik koesterde zelfs weer hoop om ook de kleinkinderen van mijn zoon, die helemaal nog niet aan kinderen dacht, nog in mijn armen te kunnen nemen.. De ziekte zou me niet

De aandacht moet volgens alle respondenten niet alleen gericht zijn op de jongeren maar ook op hun ouders zodat zij hun kinderen er op kunnen wijzen?. Hoe meer mensen er vanaf

Case study research.. Design and

Aan de hand van 4 vragen werd aan partners van kankerpatiënten gevraagd of ze in de afgelopen tijd wel eens informatie hadden opgezocht of gelezen over de

Uiteindelijk is het voor de boekhandelaar belangrijk een duidelijk beeld te hebben van de plaats van de boekhandel binnen een samenleving, wat de doelen zijn (en de balans

De gegevens van een derde proef, te Venlo, konden voor dit verslag niet worden gebruikt. Die proef werd op 23 maart 1982 geoogst